Aantekening Duits grammatica

Vergelijkbare documenten
Aantekening Duits Duitse grammatica

5,9. Samenvatting door een scholier 1371 woorden 4 november keer beoordeeld. * Duits * Uitspraak

Samenvatting Duits Hoofdstuk 2

Samenvatting Duits Grammatica Duits

Henk Mangnus. Kortom. Duitse grammatica. Walvaboek

Naamvallen Tabel Begrijpen. Klas 3/4

Samenvatting door een scholier 1996 woorden 19 juni keer beoordeeld. Persoonlijk voornaamwoord. 1e nv ich du er sie es wir ihr sie Sie

Aantekening Duits Sterke werkwoorden, zwakke werkwoorden en haben, sein en werden

Duits - Havo 3 - Hoofdstuk 5 samenvatting

Zoals jullie afgelopen jaar geleerd hebben eisen voorzetsels een naamval.

Samenvatting Duits Hoofdstuk 3 en 4 grammatica

Aantekening hs1 Cijfers Das Notensystem en lager 6

Uiteenzetting Duits Duitse naamvallen

Samenvatting Duits H7 Eigener Herd ist Goldes wert!

Antwoorden Duits Hoofdstuk 1

Kapitel 3 Online. 6 der ICE-Zug 7 die Fahrkarte 8 das Gleis 9 der Bahnsteig 10 der Eisenbahnwagen

wohnen reisen arbeiten reden Öffnen finden

5,5. Samenvatting door een scholier 543 woorden 19 juni keer beoordeeld. Prüfungsteil Schreiben. Schrijfvaardigheid formele brief

haben / hatten / hätten können / konnten / könnten dürfen / durften / dürften werden / wurden / würden

Top 100 Duitse woorden

2 1 tegenwoordige tijd, gebiedende wijs en voltooid deelwoord gewoon zwak en sterk werkwoord

die Meldung bestätigen nicht jetzt

Verleden tijd werkwoorden

Kapitel 8 Nervenkitzel

Samenvatting Duits Grammatica

Werkwoorden TB 49. wissen = weten müssen = moeten fahren = rijden. Voorbereiding PW hoofdstuk 4 Duits DUK7 - werkblad 3

6,6. Samenvatting door Y woorden 20 januari keer beoordeeld. Pagina 1 van 7

Grüß Gott! Guten Morgen! Guten Tag! Guten Abend! Ich heiße Wie heißt du? Das ist Max. Das finde ich auch. Kommst du auch aus Duisburg.

Grammatik. Inhoudsopgave

Samenvatting Duits Het sterke ww

Test KAPITEL. Für diese harte Arbeit ist er wohl nicht

Zakelijke correspondentie

Zakelijke correspondentie

Immigratie Documenten

Test KAPITEL. Ich habe Angst, den Zug wieder zu

Snel uw zakelijk Duits verbeteren, zonder saaie grammaticaregels uit uw hoofd te leren

lassen fahren finden

Pascal Egbers gestorben am 12. Mai 2017

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Oberstufe Gymnasium. Grammatik. Inhoudsopgave. Dit overzicht sluit aan bij "Neue Kontakte"

Duitse werkwoorden. Sibel Aksakal-Budak. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

bab.la Uitdrukkingen: Zakelijke correspondentie Bestelling Nederlands-Duits

Ich möchte eine Fahrkarte nach Schwerin / bitte. Vormittags also.

Bob Duijvestijn / Henk Mangnus. Schreibstunde. Schrijfvaardigheid Duits voor bovenbouw havo en vwo. Walvaboek

2 Kann ich dir helfen? 2 Ik voel me ziek. 3 Bist du hier im Urlaub? 3 Ja, je bent hier op vakantie.

Immigratie Documenten

BRIEVEN VAN EEN DUITSE MOEDER AAN HAAR ZOON

Samenvatting Duits H4 Einen guten Rutsch

Logboek bij de lessenserie over. Cengiz und Locke. van Zoran Drvenkar. Groep: Leden: Fragment:

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

der Schreibfehler Ich freue mich auf eine gute Zusammenarbeit. Haben Sie alle meine von letzter Woche vorliegen?

Op het potje Aufs Töpfchen

Kunde (vul de rol in het Duits in) 1 Guten Tag. 1 Groet terug.

Over dit boek. Richtlijnen voor gebruik

Samenvatting Duits H3 Hurra, eine Eins!

bringen ausleihen bezahlen wären denken auschecken das Handtuch das Problem das Missverständnis das Zimmer die Rechnung die Bettwäsche

Über dieses Buch. Nutzungsrichtlinien

k ga naar school ch gehe zur Schule

betalen? Fragen, ob Gebühren anfallen, wenn man in einem bestimmten Land Geld abhebt

Geschäftskorrespondenz

Geschäftskorrespondenz

müssen of sollen? Wil of wens van een ander: sollen Meine Eltern sagen: du sollst deine Hausaufgaben machen.

Schrijfvaardigheid V

Persoonlijke correspondentie Brief

Duits voor zelfstudie

Zakelijke correspondentie Brief

Willkommen und Abschied: 1J 2D 3E 4I 5C 6M 7R 8O 9Q 10B 11H 12K 13L 14A 15N 16P 17F 18G

Als je voor het eerst een claim indient, kun je dat op deze pagina doen (via registeren).

Als je voor het eerst een claim indient, kun je dat op deze pagina doen (via registeren).

INSTALLATIONS- UND BEDIENUNGSANLEITUNG GREE KLIMAANLAGEN KONSOLEGERÄT:

vor hinter neben links um die Ecke am Ende hier dort nicht weit zwischen geradeaus rechts Dann bis später. Nach dem Weg fragen. Ja / das stimmt.

Kapitel 6 Frust oder Lust?

Kapitel 3 Mies oder Topfit?

manege Nieuwvliet strandritten vakantiewoningen brasserie Strandritte Ferienwohnungen Brasserie

SPREKEN EN GESPREKSVAARDIGHEID

TOETS A A1 vmbo-gt(h), DEEL 1, SCHRITT 1-8. Luister naar het luisterfragment Neu im Fußballverein. Beantwoord de vragen in het Nederlands.

Dort finden Sie weitere Informationen. Am Ende des Korridors sind die Toiletten. Die Duschen befinden sich gegenüber.

Dort finden Sie weitere Informationen. Ich erkläre Ihnen / wo sich die Räume befinden. Am Ende des Korridors sind die Toiletten.

Ontmoetingskerk Laren - 26 mei Johannes 3: 16

Venrayseweg RH Venlo

Grammatica & oefeningen

Taaltips voor succesvol zakendoen in het Duits

Persoonlijke correspondentie Brief

Persoonlijke correspondentie Brief

Persoonlijke correspondentie Gelukwensen

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Werkwoorden kunnen in de aantonende wijs in zes werkwoordstijden worden vervoegd:

Luister naar het gesprek tussen de verkoopmedewerker (Verkäufer) en de klant (Kundin). Je kunt de tekst meelezen.

Ich stelle diesen Antrag für. Ik vervolledig deze applicatie namens. Angeben dass man einen Antrag für jemand anderen stellt

gezellig Het was een leuke dag en het was leuk om deze dag te doen want beter Toppie leuk man het was prima Echt leuk Dag kan niet meer stuk

Neue Kontakte Kapitel 3 3de klas Redemittel

drücken benötigen wissen

Zondag 12 mei 2013 Duinzichtkerk

Reisen Unterkunft. Unterkunft - Finden. Unterkunft - Buchen. Nach dem Weg zur Unterkunft fragen

Reizen De weg vinden. De weg vinden - Locatie. Ich habe mich verirrt. Niet weten waar je bent.

Animatie/ Animation 2019

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Cursus digitale techniek 2012

Transcriptie:

Aantekening Duits grammatica Aantekening door Fleur 1643 woorden 1 jaar geleden 0 keer beoordeeld Vak Methode Duits Neue Kontakte ich wissen tt = weiß du wissen tt = weißt er/sie/es wissen tt = weiß wir wissen tt = wissen ihr wissen tt = wisst ich wissen vt = wusste du wissen vt = wusstest er/sie/es wissen vt = wusste wir wissen vt = wussten ihr wissen vt = wusstet Werkwoorden bij 1e n77mv7l = sein werden bleiben Werkwoorden bij 3e n77mv7l = d7nken helfen gef7llen gr7tulieren Werkwoorden 4e n77mv7l = bitten fr7gen es gibt Persoonlijke voorn77mwoorden 1e n77mv7l = Ich du er sie es wir ihr sie Sie Persoonlijke voorn77mwoorden 3e n77mv7l = mir dir ihm ihr ihm und euch Ihnen Ihnen Persoonlijke voorn77mwoorden 4e n77mv7l = mich dich ihn sie es uns euch sie Sie Vdw sein = gewesen ich werden vt = wurde du werden vt = wurdest er/sie/es werden vt = wurde wir werden vt = wurden ihr werden vt = wurdet https://www.scholieren.com/verslag/aantekening-duits-grammatica Pagina 1 van 10

W7t is er met gehen, stehen en verstehen = geen e>i W7t is er met geben, nehmen en treten = e>i ipv e>ie ich müssen tt muss du müssen tt = musst er/sie/es müssen tt = muss wir müssen tt = müssen ihr müssen tt = müsst sie müssen tt = müssen ich mögen tt = m7g du mögen tt = m7gst er/sie/es mögen tt = m7g wir mögen tt = mögen ihr mögen tt = mögt ich mögen vt = mochte du mögen vt = mochtest er/sie/es mögen vt = mochte wir mögen vt = mochten ihr mögen vt = mochtet ich h7b vt = h7tte du h7b vt= h7ttest er/sie/es h7b vt = h7tte wir h7b vt= h7tten ihr h7b vt= h7ttet ich sein tt = bin du sein tt = bist er/sie/es sein tt= ist wir sein tt= sind ihr sein tt= seid ich sein vt =w7r du sein vt = w7rst er/sie/es sein vt = w7r wir sein vt = w7ren ihr sein vt= w7rt du werden tt = wirst er/sie/es werden tt = wird https://www.scholieren.com/verslag/aantekening-duits-grammatica Pagina 2 van 10

ich werden vt = wurde du werden vt = wurdest er/sie/es werden vt = wurde wir werden vt = wurden ihr werden vt = wurdet ich uit tt = e Du uit tt= St Er/sie/es/m7n uit tt= t Wir uit tt = en Ihr uit tt= t Ich uit vt = te Du uit vt = test Er/sie/es/m7n uit vt = te Wir uit vt = ten Ihr uit vt = tet Vdw h7ben = geh7bt Vdw sein = gewesen Vdw werden = geworden W7t moet je doen 7ls de st7m v7n een zw7k werkwoord eindigt op d of t in de tt = +e Du 7ntworten tt = 7ntwortest Du 7ntworten vt = 7ntwortetest W7t moet je doen 7ls de st7m v7n een zw7k werkwoord eindigt op d of t in de vt = +ee Vdw 7ntworten = ge7ntwortet W7t 7ls de st7m v7n een vdw op ieren eindigd = geen ge Vdw fotogr7fieren = fotogr7fiert W7t 7ls een sterk ww in de tt een A bev7t = +uml7ut Du schl7fen tt = Du schlmfst W7t 7ls een sterk ww een e bev7t? = e>i W7t gebeurd er bij een korte e = e>i W7t gebeurd er bij een l7nge e = e>ie https://www.scholieren.com/verslag/aantekening-duits-grammatica Pagina 3 van 10

W7t is er met gehen, stehen en verstehen = geen e>i W7t is er met geben, nehmen en treten = e>i ipv e>ie ich dürfen tt= d7rf du dürfen tt= d7rfst er/sie/es dürfen tt = d7rf wir dürfen tt = dürfen ihr dürfen tt+ dürft w7t hebben onregelm7tige werkwoorden in de vt nooit = een uml7ut Vdw dürfen = gedurft ich können tt = k7nn du können tt= k7nnst er/sie/es können tt = k7nn wir können tt = können ihr ich können tt = könnt Vdw können = gekonnt ich müssen tt muss du müssen tt = musst er/sie/es müssen tt = muss wir müssen tt = müssen ihr müssen tt = müsst sie müssen tt = müssen Vdw müssen = gemusst Ich sollen tt = soll Er/sie/es sollen tt = soll Wir sollen tt = sollen Ihr sollen tt = sollt Ich sollen vt = sollte Er/sie/es sollen vt = sollte Wir sollen vt = sollten Ihr sollen vt = solltet Vdw sollen = gesollt ich wissen tt = weiß du wissen tt = weißt er/sie/es wissen tt = weiß https://www.scholieren.com/verslag/aantekening-duits-grammatica Pagina 4 van 10

wir wissen tt = wissen ihr wissen tt = wißt ich wissen vt = wusste du wissen vt = wusstest er/sie/es wissen vt = wusste wir wissen vt = wussten ihr wissen vt = wusstet ich mögen tt = m7g du mögen tt = m7gst er/sie/es mögen tt = m7g wir mögen tt = mögen ihr mögen tt = mögt ich mögen tt = mochte du mögen tt = mochtest er/sie/es mögen tt = mochte wir mögen tt = mochten ihr mögen tt = mochtet ich wollen tt = will du wollen tt = willst er/sie/es wollen tt = will wir wollen tt = wollen ihr wollen tt = wollt Ich wollen vt = wollte Wir wollen vt = wollten Vdw wollen = gewollt Voorzetsels 3e n77mv7l = mit n7ch bei seit von zu 7us gegenüber Voorzetsels 4e n77mv7l = dürch für ohne um bis gegen entl7ng Voorzetsels 3e of 4e n77mv7l = 7n 7uf hinter neben in unter über vor zwischen Werkwoorden bij 1e n77mv7l = sein werden bleiben Werkwoorden bij 3e n77mv7l = d7nken helfen gef7llen gr7tulieren Werkwoorden 4e n77mv7l = bitten fr7gen es gibt Zinsdeel 1e nv = onderwerp Zinsdeel 3e n77mv = meewerkend voorwerp Zinsdeel 4e nv = lijdend voorwerp Persoonlijke voorn77mwoorden 1e n77mv7l = Ich du er sie es wir ihr sie Sie Persoonlijke voorn77mwoorden 3e n77mv7l = mir dir ihm ihr ihm und euch Ihnen Ihnen Persoonlijke voorn77mwoorden 4e n77mv7l = mich dich ihn sie es uns euch sie Sie https://www.scholieren.com/verslag/aantekening-duits-grammatica Pagina 5 van 10

ich h7b vt = h7tte du h7b vt= h7ttest er/sie/es h7b vt = h7tte wir h7b vt= h7tten ihr h7b vt= h7ttet ich sein tt = bin du sein tt = bist er/sie/es sein tt= ist wir sein tt= sind ihr sein tt= seid ich sein vt =w7r du sein vt = w7rst er/sie/es sein vt = w7r wir sein vt = w7ren ihr sein vt= w7rt du werden tt = wirst er/sie/es werden tt = wird ich werden vt = wurde du werden vt = wurdest er/sie/es werden vt = wurde wir werden vt = wurden ihr werden vt = wurdet ich uit tt = e Du uit tt= St Er/sie/es/m7n uit tt= t Wir uit tt = en Ihr uit tt= t Ich uit vt = te https://www.scholieren.com/verslag/aantekening-duits-grammatica Pagina 6 van 10

Du uit vt = test Er/sie/es/m7n uit vt = te Wir uit vt = ten Ihr uit vt = tet Vdw h7ben = geh7bt Vdw sein = gewesen Vdw werden = geworden W7t moet je doen 7ls de st7m v7n een zw7k werkwoord eindigt op d of t in de tt = +e Du 7ntworten tt = 7ntwortest Du 7ntworten vt = 7ntwortetest W7t moet je doen 7ls de st7m v7n een zw7k werkwoord eindigt op d of t in de vt = +ee Vdw 7ntworten = ge7ntwortet W7t 7ls de st7m v7n een vdw op ieren eindigd = geen ge Vdw fotogr7fieren = fotogr7fiert W7t 7ls een sterk ww in de tt een A bev7t = +uml7ut Du schl7fen tt = Du schlmfst W7t 7ls een sterk ww een e bev7t? = e>i W7t gebeurd er bij een korte e = e>i W7t gebeurd er bij een l7nge e = e>ie W7t is er met gehen, stehen en verstehen = geen e>i W7t is er met geben, nehmen en treten = e>i ipv e>ie ich dürfen tt= d7rf du dürfen tt= d7rfst er/sie/es dürfen tt = d7rf wir dürfen tt = dürfen ihr dürfen tt+ dürft w7t hebben onregelm7tige werkwoorden in de vt nooit = een uml7ut Vdw dürfen = gedurft ich können tt = k7nn https://www.scholieren.com/verslag/aantekening-duits-grammatica Pagina 7 van 10

du können tt= k7nnst er/sie/es können tt = k7nn wir können tt = können ihr ich können tt = könnt Vdw können = gekonnt ich müssen tt muss du müssen tt = musst er/sie/es müssen tt = muss wir müssen tt = müssen ihr müssen tt = müsst sie müssen tt = müssen Vdw müssen = gemusst Ich sollen tt = soll Er/sie/es sollen tt = soll Wir sollen tt = sollen Ihr sollen tt = sollt Ich sollen vt = sollte Er/sie/es sollen vt = sollte Wir sollen vt = sollten Ihr sollen vt = solltet Vdw sollen = gesollt ich wissen tt = weiß du wissen tt = weißt er/sie/es wissen tt = weiß wir wissen tt = wissen ihr wissen tt = wißt ich wissen vt = wusste du wissen vt = wusstest er/sie/es wissen vt = wusste wir wissen vt = wussten https://www.scholieren.com/verslag/aantekening-duits-grammatica Pagina 8 van 10

ihr wissen vt = wusstet ich mögen tt = m7g du mögen tt = m7gst er/sie/es mögen tt = m7g wir mögen tt = mögen ihr mögen tt = mögt ich mögen tt = mochte du mögen tt = mochtest er/sie/es mögen tt = mochte wir mögen tt = mochten ihr mögen tt = mochtet ich wollen tt = will du wollen tt = willst er/sie/es wollen tt = will wir wollen tt = wollen ihr wollen tt = wollt Ich wollen vt = wollte Wir wollen vt = wollten Vdw wollen = gewollt Voorzetsels 3e n77mv7l = mit n7ch bei seit von zu 7us gegenüber Voorzetsels 4e n77mv7l = dürch für ohne um bis gegen entl7ng Voorzetsels 3e of 4e n77mv7l = 7n 7uf hinter neben in unter über vor zwischen Werkwoorden bij 1e n77mv7l = sein werden bleiben Werkwoorden bij 3e n77mv7l = d7nken helfen gef7llen gr7tulieren Werkwoorden 4e n77mv7l = bitten fr7gen es gibt Zinsdeel 1e nv = onderwerp Zinsdeel 3e n77mv = meewerkend voorwerp Zinsdeel 4e nv = lijdend voorwerp Persoonlijke voorn77mwoorden 1e n77mv7l = Ich du er sie es wir ihr sie Sie Persoonlijke voorn77mwoorden 3e n77mv7l = mir dir ihm ihr ihm und euch Ihnen Ihnen Persoonlijke voorn77mwoorden 4e n77mv7l = mich dich ihn sie es uns euch sie Sie https://www.scholieren.com/verslag/aantekening-duits-grammatica Pagina 9 van 10

https://www.scholieren.com/verslag/aantekening-duits-grammatica Pagina 10 van 10