Notitie: Inpassing plangebied en randvoorwaarden campus West Terschelling Aan: De Veste Van: Enno Zuidema Stedebouw, veenenbos en bosch landschapsarchitecten 18 december 2012 Bijlage: PDF Ruimtelijke randvoorwaarden, 7 blz. Inleiding Het plangebied voor de campus Maritiem Instituut Willem Barentz betreft een gebied van 1 ha aan de oostzijde van West-Terschelling. Ten opzichte van de huidige dorpsrand staat nog een woonbuurt gepland met circa 32 tot 35 woningen. De campus wordt ten oosten van deze buurt gebouwd. Om tot dit plangebied te komen hebben de gemeente Terschelling en De Veste een locatiestudie uitgevoerd en vervolgens de overgebleven locatie (locatie 4) nader bestudeerd. Deze studie betreft de inpassing van de campus in het duinbos landschap. Deze notitie benoemt de randvoorwaarden voor de plaatsing van de campus op de locatie. Tevens passeren een aantal kansen de revue die bij de ontwikkeling van de gebouwen en de buitenruimte van de campus kunnen worden verzilverd. Randvoorwaarden & kansen Toegangsweg De campus krijgt een eigen toegangsweg. Voor de toegangsweg zijn twee mogelijke ontsluitingen. De eerste sluit haaks aan op de Europaweg. Daarbij ligt de weg zo dicht mogelijk bij de Burg. van Heusdenweg. De toegangsweg volgt de natuurlijke hoogtelijnen in het landschap. Het trottoir ligt aan de zuidzijde van de weg. Het parkeren en de (ondergrondse) vuilcontainers zijn in het zuidoosten van het plangebied - waar de toegangsweg de campus ontsluit gesitueerd. Er wordt daarvoor gebruik gemaakt van een keerlus. De fietsenstallingen worden niet geclusterd maar verdeeld over het terrein zodat nabij ieder campusgebouw een (gedeelde) fietsenstalling staat. Een tweede mogelijke toegangsweg komt uit zuidelijke richting, vanaf de Burg. van Heusdenweg. Een dergelijke ontsluiting zal in samenhang met de uitbreiding van Hotel Schylge aan de overkant van de weg plaatsvinden. Verkeersremmende maatregelen zijn daarbij gewenst. Het voetpad is aan de westzijde van de toegangsweg gelegen. Ten behoeve van de bereikbaarheid voor de brandweer is in alle gevallen een brandgang nodig. Hiervoor worden zoveel mogelijk de bestaande paden in het bos ingezet. Routing Zowel over als langs de campus dienen publiek toegankelijke routes te lopen. Omwille van de privacy, maar ook ten behoeve van het behoud van het publieke karakter, houden de paden voldoende afstand van de gevels van de campusgebouwen. De op de campus geplande sportvoorziening is via tenminste een van deze routes bereikbaar. Het sportveldje is openbaar toegankelijk en wordt straks zowel door de studenten als door buurtbewoners gebruikt. 1/2
Landschappelijke opzet De campus komt in duinbos te liggen. De campus voegt zich zo goed mogelijk naar deze landschappelijke setting, waardoor de natuurbeleving op de campus wordt versterkt. Het duinbos loopt door tot op de campus, ook tussen de gebouwen staan plukken bomen. Het bij de duinen horende hoogteverschil wordt gebruikt om de buitenruimte en de bebouwing een logische plek te geven. Vanuit de wooneenheden is een vrij uitzicht op de dennen van toegevoegde waarde. Een kans voor de ontwikkeling is het vrijhouden van de duintoppen van bebouwing zodat de ter plaatse aanwezige hoogteverschillen zichtbaar blijven. Bebouwing De campus bestaat uit drie tot vijf gebouwen van drie tot vijf lagen. De gebouwen vormen een familie in architectuur en materiaalgebruik en voegen op ingetogen wijze in het landschap. De algemene voorzieningen zitten in het hoofdgebouw op de begane grond. Het hoofdgebouw mag groter zijn dan de overige gebouwen. Door middel van minimaal één lift zijn de wooneenheden allen toegankelijk. Grenzend aan het hoofdgebouw ligt bij de recreatieruimte een terras. Er worden geen individuele buitenruimtes op de begane grond gerealiseerd. Een kans voor de ontwikkeling is om het bestaande hoogteverschil te gebruiken voor bijvoorbeeld de ontsluiting van de wooneenheden. Collectiviteit Iedere student heeft een eigen wooneenheid. Op de campus leeft de student zowel op zichzelf als samen. De gezamenlijke voorzieningen dragen bij aan de interactie tussen de studenten. Er is een gezamenlijke studieruimte, een bar met een terras in het hoofdgebouw en in de buitenruimte van de campus zijn diverse plekken gedacht om te sporten en te ontspannen. De positionering van de gebouwen in het landschap een bijdrage leveren aan het idee van gezamenlijkheid. Hoe de ruimtelijke samenhang tussen de gebouwen wordt vorm gegeven is hierbij een belangrijke opgave. Vanuit de wooneenheden is er zicht op het omliggende landschap en op de collectieve buitenruimte. De gebouwen kaderen de buitenruimte in, tegelijk dringt tussen de gebouwen door het duinbos naar binnen. De gebouwen zijn in maximaal twee clusters gegroepeerd en onderling door galerijen verbonden. De gebouwen worden niet via elkaar ontsloten. Plangebied Het plangebied is ten opzichte van de in de locatiestudie gebruikte contour op de ruimtelijke kansen en beperkingen aangepast. De locatie strekt zich over enkele duintoppen en duinpannen uit, op voldoende afstand ten opzichte van de ten westen van de campus geprojecteerde woonbebouwing. Zodoende wordt voorkomen dat er door de bestaande woonwijk vanaf de campus loop- of fietsbewegingen richting het dorp ontstaan. Die blijven beperkt tot de toegangsweg. Het dal direct achter de duinrand van de Burg. van Heusdenweg wordt bij het plangebied betrokken. De duinrand zelf wordt vrijgehouden van bebouwing. Het duinbos blijft bepalend voor de beleving langs deze doorgaande route. 2/2
Campus Terschelling Bijlage bij notitie inpassing plangebied en randvoorwaarden campus West-Terschelling 18 december 2012
Campus Terschelling, plangebied 1 Ha plangebied
Campus Terschelling, randvoorwaarden toegangsweg
Campus Terschelling, randvoorwaarden routing minimaal 1 openbare route over het campusterrein minimaal 1 openbare route buitenom het campusterrein hoofdgebouw is nabij toegangsweg gesitueerd X Toegangsweg met een keerlus uitvoeren parkeren en (ondergrondse) vuilcontainers nabij het hoofdgebouw aan de entreeweg paden los houden van gevel Fietsenstallingen zijn nabij ieder campusgebouw gesitueerd sportvoorzieningen ontsloten door openbare routes
Campus Terschelling, randvoorwaarden bebouwing 3 tot 5 losse gebouwen 3 tot 5 lagen algemene voorzieningen op begane grond en/of eerste verdieping alle wooneenheden zijn bereikbaar voor mindervaliden de gebouwen vormen een architectonisch geheel, materialen sober en ingetogen de gebouwen voegen zich in het landschap KANS maak gebruik van de hoogteverschillen in het landschap (galerijen kunnen vervangen worden door plateaus in het landschap) grenzend aan de recreatieve ruimte in het hoofdgebouw bevindt zich een collectieve buitenruimte (terras, zitkuil) geen individuele buitenruimte op de begane grond Ruimtelijke samenhang: collectiviteit door landschap en bebouwing gebouwen verbonden met galerijen, maximaal 2 clusters gebouwen niet via elkaar ontsloten
Campus Terschelling, randvoorwaarden landschappelijke opzet het duinbos is onderdeel van de campus uitzicht vanuit de wooneenheden op het landschap gebruik het duin als tribune 15.25 28.65 anticipeer in opzet gebouwen en buitenruimte op hoogteverschil KANS toppen vrij houden, beaccentueer het hoogteverschil sportveld heeft afmetingen van een basketbalveld, het veld is voor diverse sporten te gebruiken (belijning + meubilair)
Campus Terschelling, voorbeeldverkaveling A Ontsluiting campus is tevens mogelijk met de ontsluiting zoals in verkaveling B.
Campus Terschelling, voorbeeldverkaveling B Ontsluiting campus is tevens mogelijk met de ontsluiting zoals in verkaveling A.