ADVIES NR 110 VAN DE VASTE COMMISSIE ARBEID EN COMMISSIE SOCIALE ZEKERHEID OVER DE UITVOERING VAN HET GENERATIEPACT WAT BETREFT HET BRUGPENSIOEN EN



Vergelijkbare documenten
De impact van het Generatiepact op pensioenen en tijdkrediet. Regeringsbeslissing! =>Protest vakbonden =>Onderhandelingen =>Bijschaving Generatiepact

Eindeloopbaan: je rechten

DEEL 1. STELSEL VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG (SWT) 1

Publicatiedatum: 6 februari 2012

Pensioenen Stand van zaken op 20 januari 2012

Lange loopbaan : 35 jaar vanaf 2012, 38 jaar vanaf 2014, 39 jaar vanaf 2016 en 40 jaar vanaf 2017 ;

Tijdskrediet en loopbaanvermindering 1

Eindeloopbaan: je rechten

Geen discriminatie van vrouwen en gepensioneerden!

Het effect van loopbaankeuzes van vrouwen op hun pensioen. Federale Dag Diversiteit 25 oktober 2018

A D V I E S Nr Zitting van donderdag 20 december

DEEL 1. STELSEL VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG (SWT) 1

Wat is de weerslag van tijdskrediet op mijn pensioen? Welke regels gelden voor tijdskrediet? Bijvoorbeeld: Je zit in halftijds tijdskrediet vanaf je

Hoofdstuk 3. Wettelijk kader 8 Afdeling 1. Basiswetgeving 8 Afdeling 2. Afwijkingen op het niveau van de sector of de onderneming 9

Gelijkgestelde periodes in de pensioenopbouw bij werknemers

Wijziging van de reglementering van het tijdskrediet

2012/44. Een nieuw kader voor tijdskrediet anno /07/2012

Sociale partners sneller dan wetgever: CAO nr. 103ter past recht op tijdskrediet aan

nationale arbeidsraad

expertise binnen handbereik Ouderschapsverlof Opname Voorwaarde in hoofde van het kind Anciënniteit

- 7 - HOOFDSTUK III. INSCHRIJVING

A D V I E S Nr Zitting van maandag 27 april

NIEUWIGHEDEN OP VLAK VAN HET PENSIOEN Januari 2013

Wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen 1. TITEL 8. - Pensioenen. HOOFDSTUK 1. - Pensioenen van de overheidssector

Het recht op tijdskrediet

expertise binnen handbereik Ouderschapsverlof Opname Voorwaarde in hoofde van het kind Anciënniteit Juridische dienst

Inhoudstafel. Inleiding 1. Deel I Tijdskrediet

Wat zijn de gevolgen van de pensioenhervormingen voor de personeelsleden van de UGent?

Ouderschapsverlof Rev Juridische dienst

Van 77bis naar 103: een nieuwe CAO over tijdskrediet: wijzigingen vanaf 1 september 2012

Wijzigingen in de pensioenwetgeving

NIEUWE REGELS ROND TIJDSKREDIETUITKERINGEN: REGEERAKKOORD DI RUPO.

Het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (vroegere brugpensioen)

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 20 mei

Tijdskrediet: wijzigingen ( )

Het tijdskrediet Na het KB van 28 december 2011 resultaten van overleg met de regering Situatie op 19 april 2012

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR.77 TER

Reglementering Tijdskrediet Vergelijkend overzicht CAO nr KB

Art 10 2 een ancienniteit van 20 jaar als werknemer hebben op het ogenblik van de schriftelijke kennisgeving

VERLOFSTELSELS Vrije universiteit Brussel. Maart 2017 Jo Coulier Tim Vandenberghe

Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen in de overheidssector. 2. De verhoging van de leeftijd en loopbaanvoorwaarde voor vervroegd

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de raad van bestuur van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening, gegeven 1 juli 2016;

Wijzigingen in het brugpensioenstelsel vanaf 1 januari 2012

Hoofdstuk 2. Recht op tijdskrediet

Loopbaanvoorwaarde. Minimunleeftijd. Uitzonderingen lange loopbanen

Horeca in het federaal regeerakkoord Enkele druppels op een hete plaat? Horeca Expo Gent 2014 Geert Vermeir

De nieuwe CAO 103 betreffende het tijdskrediet

27 30 oktober 2011 KAV - Belgium. Wanted: Genderproof systems of Social Security and Protection!

a. Anciënniteitsvoorwaarde

Loonwijzer-rapport. Loopbaanonderbreking. Inleiding. Waarom de loopbaan onderbreken? Loopbaanonderbreking Een Loonwijzer-onderzoek

Switchen tussen systemen tijdskrediet. Anouk Reygel, Dag van de Payroll Professional 210

Instelling. Onderwerp. Datum

Pensioenhervorming treft onderwijspersoneel zeer hard 22/10/2014

Loopbaanonderbreking in de openbare sector. ACV-Openbare Diensten mei 2014

Tijdskrediet met motief 1

DPP Workshop Pensioen

BEKENDMAKING GEMEENTERAADSBESLUIT Ingevolge artikel 186 van het gemeentedecreet

Paritair subcomité voor de haven van Antwerpen, "Nationaal Paritair Comité der Haven van Antwerpen" genaamd

Halftijds brugpensioen

28 DECEMBER Wet houdende diverse bepalingen (1)

Vrouwenraadinfofiche 2016

Federale hervormingen eindeloopbaanbeleid

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 20 februari

Wijziging van de reglementering van het tijdskrediet

Invloed van de loopbaanonderbreking en afwezigheidsperioden op het pensioen

Gemeenschappelijke Raadszitting van 29 januari

Belg wil stoppen met werken op 62 jaar

Uitgerust op rustpensioen

Vervroegd en wettelijk pensioen

Voor bepaalde werknemers is er echter al recht op tijdskrediet voor oudere werknemers vanaf 50 jaar. Het gaat hier meer bepaald om werknemers:

«Bestaat er een verband tussen de leeftijd van de werkloze en de werkloosheidsduur?» (1 ste deel)

Infoblad - werknemers Hoeveel bedraagt uw uitkering na een tewerkstelling?

Brugpensioen Stand van zaken op 1 maart A. Inleiding

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

Verlofstelsels R E G E L I N G B I N N E N S C H O L E N G E M E E N S C H A P SAEFTINGHE V A N A F J A N U A R I

Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf

Nachtarbeid Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2007 (84.302) Arbeid op zon en feestdagen... 4

VERLOFSTELSELS IN HET ONDERWIJS NIEUWE REGELING VANAF 1 SEPTEMBER 2017

e-doc ALLE SOCIALE UITKERINGEN OP EEN RIJ

e-doc ALLE SOCIALE UITKERINGEN OP EEN RIJ

Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE... 2

De hieronder behandelde wijzigingen hebben betrekking op de rustpensioenen in de privésector.

Uw pensioen Onze zorg Over de toekomst van uw pensioen. Een initiatief van sp.a Zandhoven 7 mei 2014 Greet van Gool

Eindejaarspremie (uitvoering VIA-akkoord) Vakbondspremie Vervoersonkosten Openbaar vervoer Privé-vervoer Vervoerstussenkomst voor dienstopdrachten

Een handleiding voor de pensioenwetgeving

M E D E D E L I N G Nr Zitting van dinsdag 27 februari 2018

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 27 juni

1. Verhoging toegangsleeftijd en minimale loopbaan voor vervroegd pensioen: afzwakking 1.1. Context

EISENBUNDEL METAALHANDEL (PSC )

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 77 SEPTIES

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités;

Tijdskrediet Wonen in Nederland, werken in België

Bevorderen de verloven een verlenging van de loopbaan?

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 maart 2004 tot vaststelling van het

OVERZICHT INVLOEDEN REGEERAKKOORD DI RUPO I VOOR HET PERSONEEL VAN HET ONDERWIJS

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 20 mei

Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden. Hoofdstuk I - Toepassingsgebied

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 77 QUINQUIES

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 10 oktober

Transcriptie:

ADVIES NR 110 VAN DE VASTE COMMISSIE ARBEID EN COMMISSIE SOCIALE ZEKERHEID OVER DE UITVOERING VAN HET GENERATIEPACT WAT BETREFT HET BRUGPENSIOEN EN HET WETTELIJK PENSIOEN : ANCIËNNITEITSVEREISTEN, GELIJKGESTELDE PERIODES, INVULLING VAN HET BEGRIP ZWARE ARBEID

ADVIES NR. 110 VAN DE VASTE COMMISSIE ARBEID EN COMMISSIE SOCIALE ZEKERHEID OVER DE UITVOERING VAN HET GENERATIEPACT WAT BETREFT HET BRUGPENSIOEN EN HET WETTELIJK PENSIOEN : ANCIËNNITEITSVEREISTEN, GELIJKGESTELDE PERIODES, INVULLING VAN HET BEGRIP ZWARE ARBEID Gelet op de adviesbevoegdheid zoals haar toegekend bij Koninklijk Besluit van 15 februari 1993 (B.S. 6 maart 1993) en vervangen door het K.B. van 4 april 2003 (B.S. 5/6/2003), brengt de Raad van de Gelijke Kansen voor mannen en vrouwen volgend advies m.b.t. de uitvoering van het generatiepact wat betreft het brugpensioen en het wettelijk pensioen. Hoe lang moet ik gewerkt hebben en welke jaren van mijn beroepsloopbaan tellen mee voor de anciënniteitsberekening voor mijn brugpensioen? Heb ik zware arbeid verricht die mij de kans geeft op vervroegd brugpensioen? Welke dagen en jaren tellen mee voor de berekening van mijn pensioen? Dit zijn de vragen waarover vele vrouwen trachten een antwoord te krijgen of te vinden. I. VOORAFGAANDE SITUERING Op 26 september 2005 heeft de Raad van de 8 september 2005 het advies nummer 100 uitgebracht naar aanleiding van het debat over het loopbaaneinde. In het advies werden heel wat vragen gesteld omtrent de voorstellen van de Regering over het actief ouder worden wat betreft leeftijdsverschillen tussen mannen en vrouwen, operationaliseerbaarheid (te eenzijdig gericht op mannen ), overeenstemming met actuele participatiepatronen van oudere vrouwen en jonge vrouwen met kinderen (maatregelen gericht op mannelijk werknemerprofiel). In zijn Advies heeft de Raad gevraagd om maatregelen die rekening houden met levensloopbaan en met een geleidelijke afbouw van de loopbaan en niet om maatregelen die zich enkel focussen op de eindeloopbaan. Het gaat er om vrouwen op de arbeidsmarkt te krijgen en te houden omdat dit kan zorgen voor een specifieke genderbonus.formules als tijdskrediet, ouderschapsverlof, en loopbaanvermindering kunnen het werken of het blijven werken aantrekkelijk maken voor groepen die nu inactief zijn. Gelijkstelleningen voor pensioenen of voor brugpensioen is een manier om zorg te waarderen. Het zijn instrumenten voor een zorgbeleid maar die tevens afgestemd zijn op de doelstelling om meer groepen van werknemers aan het werk te krijgen en te houden, in de eerste plaats vrouwen; Het advies 100 was een algemeen advies. Naarmate de uitvoering van het generatiepact zich voltrekt wenst de Raad in te gaan op meer specifieke punten zoals de gelijkstellingen inzake anciënniteitsvoorwaarden voor brugpensioen en voor zware arbeid. Met huidig advies stapt de Raad niet af van zijn algemeen standpunt met name dat het generatiepact te zeer gericht is op de eindeloopbaan en te weinig op het aan de slag krijgen en houden van werklozen en niet-actieven. Het generatiepact kan niet losgezien worden van de Europese Lissabon strategie. Iedere LS van de EU heeft een Nationaal Hervormingsprogramma 2005-2008 (NHP) opgesteld. Items als de versoepeling van de combinatie van overlevingspensioen met inkomen uit arbeid, het valideren van vorming en opgedane ervaring op de arbeidsmarkt door een formele erkenning, en de bevordering van de geïntegreerde aanpak van de genderdimensie samen met de sociale partners, komen aan bod in het NHP. Hiermee heeft BE een engagement aangegaan wat betreft de integratie van de genderdimensie in haar beleid..

De Europese Raad van 22 en 23 maart zal een EUROPEAN PACT FOR GENDER EQUALITY goedkeuren lidstaten worden aangespoord om verdere acties te nemen op het vlak van het wegwerken van gendergaps, combinatie gezin en arbeid en maatregelen te nemen om het beleid te versterken door middel van de gendermainstreaming en een beter opvolgingssysteem of follow-up mechanisme lidstaten worden gevraagd om jaarlijks te rapporteren over de NHP en vanaf 2006 met inbegrip van de gender gelijkheid. II. DOEL VAN DE ADVIEZEN INZAKE GENERATIEPACT : Het doel van dit advies is tweeledig met name : - de toetsing van de maatregel aan de doelstellingen van het generatiepact : aan het werk zijn en langer aan het werk blijven - vanuit het Lissabon proces en vanuit engagementen op de Europese top van maart in verband met de European pact for gender equality : de toetsing van de maatregelen op hun gender neutraliteit. We brengen in herinnering dat integratie vrouwen op arbeidsmarkt, de beste maatregel is voor vrouwen en de beste remedie is om de doelstellingen van het generatiepact te realiseren op het vlak van : - verhogen arbeidsparticipatie van vrouwen (cfr.lissabon-doelstelling) - verlengen van loopbaan - spijzen van sociale zekerheid - opvangen van tekort aan arbeidskrachten op termijn : gezin/arbeid Scherp contrast met huidige realiteit zoals blijkt uit het Rapport van de Europese Commissie van 2005 : - lage participatiegraad van oudere vrouwen - discontinue loopbanen (opname zorgfuncties) - hoog aantal deeltijds arbeid - loonkloof - eenoudergezinnen : veelal laaggeschoolde vrouwen met kinderen - groot risico op armoede III. VOORSTELLEN VOOR HET BRUGPENSIOEN: LANGER AAN DE SLAG BLIJVEN Op dit ogenblik wordt een Koninklijk besluit besproken met de sociale partners dat handelt over het optrekken van de leeftijd voor het nemen van brugpensioen, over de anciënniteitsvereisten en over gelijkgestelde periodes (welke dagen van inactiveit, werkloosheid, mogen als gewerkte dagen meetellen). Tevens wordt er onderhandeld over de uitzonderingen op de optrekking van de leeftijd voor o.a. zware beroepen. Na een akkoord zal het ontwerp naar de Ministerraad gaan en na goedkeuring van de Ministerraad gaat het ontwerp voor advies naar de Raad van State. De procedure zou moeten beëindigd zijn tegen het begin van de lente maar het ziet er naar uit dat deze datum niet gehaald zal worden. 1. Het optrekken van de leeftijd en de beroepsverleden voor het conventioneel brugpensioen voor mannen vanaf 2008 tot 60 jaar mits anciënniteit van 30 jaar vanaf 2012 mits anciënniteit van 35 jaar voor vrouwen vanaf 2008 tot 60 jaar mits anciënniteit van 26 jaar 2012 28 2016 30

2020 32 2024 34 2028 35 Hebben vrouwen op gelijke wijze toegang tot het conventioneel brugpensioen? De cijfers spreken voor zich : slechts 16 % van de voltijdse bruggepensioneerden zijn vrouwen, en 21 % van de halftijdse bruggepensioneerden. Van waar dit verschil? Vrouwen werken nauwelijks in de sectoren waar brugpensioen bestaat, door deeltijdse jobs en loopbaanonderbrekingen kunnen vrouwen moeilijk een loopbaan van 20 jaar opbouwen die vandaag nodig is om in aanmerking te komen voor brugpensioen. Verschil maken tussen loopbaanvereisten van mannen en vrouwen zal stuiten op juridische bezwaren van de COM. Wat wel mogelijk is, is een verschil in behandeling te rechtvaardigen en dit juridisch als positieve actie te definiëren voor personen die de zorg van kinderen hebben opgevangen op voorwaarde dat dit zowel voor mannen als voor vrouwen mogelijk is. 2. De gelijkgestelde periodes In de discussie over de gelijkgestelde periodes gaat het over het verloop van de loopbaan. Het is ondertussen algemeen geweten en bewezen dat de opbouw van de loopbaan van een vrouw niet verloopt zoals deze van een man. We vatten de redenen hier nogmaals kort bij elkaar : - bij de vorige generatie is de intrede van de vrouwen op de arbeidsmarkt van latere datum geweest dan deze van mannen waardoor vrouwen die vandaag aan de pensioenleeftijd komen minder anciënniteit hebben opgebouwd - vrouwen kennen meer loopbaanonderbrekingen of hebben tijdelijk de arbeidsmarkt verlaten voor het opnemen van familiale verantwoordelijkheden (zorgtaken) of omdat de arbeidstijdregeling van het tweeverdienersgezin de combinatie van gezin en arbeid niet mogelijk maakte. - het aantal vrouwen dat deeltijds werkt ligt nog steeds aanzienlijk hoger (40,7%) dan bij mannen (7.1 %) (Eurostat 2005) In onze maatschappelijke denk- en leefwereld zijn er voldoende redenen te vinden voor een rechtvaardiging of de legitimering van gelijkgestelde periodes : - maatschappelijke ondersteuning van bepaalde sociaal nuttige activiteiten zoals opvoeding kinderen, zorgtaken, (geen wereldreizen!) - bereiken van gelijkheid mannen/vrouwen :compensatie voor onvoldoende inspanningen voor integratie van vrouwen op de arbeidsmarkt - armoedebestrijding Huidige vragen bij het systeem van gelijkgestelde periodes : - de complexiteit van het systeem heeft graad van verstaanbaarheid en logisch denken overstegen ; sommige afwezigheden geven wel en andere geven geen recht op gelijkstelling afhankelijk van bepaalde verklaringen of van betaling van gedeeltelijke bijdragen waarvan de rechthebbenden vaak geen weet hebben of hadden - informatie over gevolgen van beslissingen die tijdens de loopbaan genomen worden is vaak niet bestaand of ongekend. Maar de gevolgen zijn ook vaak onvoorspelbaar gezien het groot enthousiasme om wetgeving voortdurend te wijzigen. - in ieder geval moeten periodes van verplichte onderbreking (zoals ondermeer moederschapsverlof) en periodes van onvrijwillige onderbreking (zoals ouderschapsverlof, verlof voor palliatieve zorgen of verlof voor de bijstand of verzorging van een zwaar ziek

gezins-of familielid, adoptieverlof), in de ruimste zin gelijkgesteld worden aan gewerkte dagen, dit wil zeggen dat zij op geen enkel ogenblik het voorwerp mogen uitmaken van een beperking van rechten. 3. Deeltijdse arbeid Vrouwen werken aanzienlijk meer deeltijds dan mannen. Resultaat is dat omwille van de huidige wetgeving die de jaren van deeltijdse arbeid samen telt en niet de kalenderjaren dat men deeltijds gewerkt heeft, de deeltijdswerkende vrouwen nooit aan de vereiste anciënniteit kunnen geraken om aanspraak te maken op het brugpensioen.. De samendrukking van het aantal jaren deeltijdse arbeid moet herbekeken en zonodig afgeschaft worden; inderdaad wat betreft de loopbaanvereiste voor het openen van het recht op brugpensioen is het onredelijk dat personen die een deeltijdse jobs aanvaard hebben om uit de werkloosheid te geraken gestraft worden ten aanzien van diegenen die in de volledige werkloosheid bleven zitten. 4. De inperking van het tijdskrediet De inperking van het tijdskrediet heeft twee nefaste gevolgen. Vooreerste heeft de inperking van het tijdskrediet als gevolg dat er ook een inperking is van de gelijkstelling met gewerkte dagen wanneer er verlof moet genomen worden om dringende redenen als de periode van het tijdskrediet uitgeput is. Ten tweede gaat de maatregel voorbij aan de doelstelling van het generatiepact met name vrouwen langer aan het werk houden. Sommige vrouwen zullen gewoon (gedwongen zijn) afhaken. Wat betreft de gelijkstelling van het tijdskrediet voor de berekening van de anciënniteitsvereiste voor het brugpensioen is het voorstel onduidelijk.maximaal drie jaar? Quid ingeval van deeltijds tijdskrediet? 5. Uitzonderingen op de leeftijdsvereiste voor het brugpensioen Het ter tafel liggend ontwerp stelt enkele uitzonderingen op de leeftijdsvereiste voor in Hoofdstuk 2 : - 56 jaar : een beroepsverleden hebben van 33 jaar waarvan minstens 20 jaar in ploegen - 56 jaar :een beroepsverleden hebben van 33 jaar, bouwvakarbeider zijn en beschikken over een ongeschiktheidsattest - 58 jaar : met 35 jaar beroepsverleden, vanaf 2010 37 jaar, vanaf 2012 38 jaar. Voor vrouwen geldt 30 jaar, vanaf 2010 33jaar, vanaf 2012 35 jaar, vanaf 2014 38. Jaar Eventuele optrekking tot 40 jaar indien uit tussentijdse evaluatie zou blijken dat de participatiegraad van de werknemers van meer dan 55 jaar de bereikte objectieven niet zou gehaald hebben - 58 jaar met 35 jaar beroepsverleden en gewerkt hebben in een zwaar beroep.gedurende 5 jaar van de laatste 10 jaar of gedurende 7 jaar van de laatste 15 jaar Werken in wisselende ploegen met maximale overlapping van een vierde dagtaak valt onder dit begrip. Het zal uitgebreid worden na advies van de NAR; Als algemene opmerking geldt dat weinig vrouwen zullen kunnen beroep doen op deze uitzonderingen. Vrouwen hebben sowieso een minder lang beroepsverleden en dit wordt in deze uitzonderingsregels nog verergerd. Wat betreft het begrip zware arbeid, wordt wat betreft de uitbreidingen verwezen naar een advies van de NAR. De Minister van Werk zal er op gewezen worden dat een advies van de Raad of de samenroeping van de specifieke commissie binnen de NAR voor de bespreking van dit punt aangewezen lijkt. De definitie moet gebaseerd worden op genderneutrale criteria en moet discriminatie tussen mannen en vrouwen uitsluiten. Binnen de functieclassificatiesystemen is er heel wat kennis en

ervaring opgebouwd rond het begrip zwaarte. Het begrip heeft een multidimensioneel karakter en zoals het nu begrepen wordt is het te zeer gericht op lawaai en nachtarbeid. Daardoor is de link met mannenfuncties te groot en wordt te weinig gemeten naar de psychische zwaarte van de functie. Bovendien worden vrouwen boven de 55 jaar met andere gezondheidsproblemen geconfronteerd dan mannen boven de 55 jaar (nog aan te vullen welke). IV. DE GELIJKGESTELDE PERIODES VOOR HET WETTELIJK PENSIOEN - De Regering wil het actief zijn beter laten renderen dan inactief zijn.vandaar dat er voorstellen op tafel liggen die de periodes van brugpensioen en werkloosheid, volledige loopbaanonderbreking en tijdskrediet tijdens de welke men niet beschikbaar is voor de arbeidsmarkt en die gelegen zijn na 2008, slechts voor maximaal 3 jaar gelijkstellen aan het vroegere loon. Voor de overige jaren zouden de pensioenjaren berekend worden aan het minimumloon.dit kan een gevaar betekenen voor het mechanisme van de interne solidariteit binnen de sociale zekerheid. Vrouwen maken meer gebruik van gelijkgestelde dagen omwille van hun grotere precariteit op de arbeidsmarkt. Gevraagd wordt om de gelijkgestelde periodes die in aanmerking komen voor de berekening van de loopbaanduur voor deeltijds werkenden (zeker voor dezen met behoud van rechten), werkzoekenden en mensen die tijdskrediet opnemen, te verruimen en in dagen uit te drukken. Bovendien kan worden overwogen om in het tijdskrediet een onderscheid te maken naar de redenen voor het opnemen van het tijdskrediet, zo bij voorbeeld is er een verschil in opname voor opvang kinderen en het maken van een wereldreis. - Een beleid waar gelijkgestelde dagen een rol spelen vereist dat er een correcte en volledige identificatie van het soort gelijkgestelde dagen op punt wordt gesteld. En dit zowel in de statistieken als voor het correct toepassen van wetgeving. Momenteel is de statistische inventaris van de gelijkgestelde dagen onvolledig. Beter zou zijn een onderscheid te maken op basis van het criteria verplichte, onvrijwillige en vrijwillige gelijkgestelde dagen. Een optelling van verplichte gelijkgestelde dagen (moederschapsverlof) met bij voorbeeld vrijwillig gelijkgestelde dagen (vrijwillige loopbaanonderbreking of tijdskrediet) wordt op die manier uitgesloten. Zo zou ook een specifieke aandacht kunnen gaan naar diegenen die omwille van dwingende familiale redenen (verzorging gehandicapte ouder of kind) gebruik hebben gemaakt van deeltijdse arbeid of van een loopbaanonderkreking of tijdskrediet.. V. ADVIES Vanuit de analyse van de voorgestelde maatregelen en de toetsing er van aan het gendereffect en aan de doelstellingen van het generatiepact, brengt de Raad volgend advies uit : 1. Toetsing aan de doelstellingen van generatiepact wat betreft het langer aan de slag zijn en blijven Volgende maatregelen zullen de participatie van vrouwen niet verhogen en zijn dan ook niet te verantwoorden vanuit de doelstellingen van het generatiepact : - verhoging van de leeftijd van het brugpensioen : vrouwen vormen nu reeds met de huidige leeftijdsvereiste een minderheid - de inperking van het tijdskrediet helpt vrouwen niet om op de arbeidsmarkt te blijven wel integendeel. Vrouwen zullen in bepaalde gevallen moeten afhaken. - het onvoldoende in aanmerking nemen van deeltijdse arbeid bij de berekening van de gelijkgestelde dagen, gaat in tegen de doelstelling van het generatiepact werken en langer werken want werkloosheidsdagen krijgen hogere waarde

- het verhogen van het beroepsverleden voor de opening van het recht op brugpensioen treft vrouwen die om historische en maatschappelijke redenen geconfronteerd worden met wisselende en kortere loopbaanverledens. Deze maatregel is eveneens niet van aard om vrouwen te motiveren om langer te werken gezien de lat te hoog ligt. - een beleid inzake pensioen waar gelijkgestelde dagen een rol spelen vereist dat er een correcte en volledige identificatie van het soort gelijkgestelde dagen op punt wordt gesteld. En dit zowel in de statistieken als voor het correct toepassen van wetgeving. Momenteel geven periodes van moederschaps- en ouderschapsverlof, en verlof voor palliatieve zorgen of verlof voor de bijstand of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid, adoptieverlof, aanleiding tot een beperking van rechten. - de opsplitsing van het loopbaanplafond in de pensioenberekening volgens werkelijk verdiend loon en volgens fictief loon voor gelijkgestelde dagen (na 3 jaar minimum loon) moet meer rekening houden met de aard en de oorsprong van de gelijkgestelde dagen zoals voor werkloosheid, deeltijds arbeid met behoud van rechten en tijdskrediet. De toetsing op het genderaffect is ook hier vereist. 2. Toetsing van de voorstellen van het generatiepact aan het gendereffect Volgende maatregelen zullen vrouwen meer treffen dan mannen en kunnen dan ook niet verantwoord worden binnen het huidig juridisch kader. België heeft bovendien engagementen aangegaan die voortvloeien uit Europese en Internationale beleidsverklaringen waarbij de gendermainstreaming veronderstelt dat alle beleidsmaatregelen op hun genderneutraliteit getoetst moeten worden : - de verschillen in leeftijdsvereiste en loopbaanverleden voor het recht op brugpensioen kunnen niet verantwoord worden op basis van geslacht. Een verschil in behandeling kan slechts gerechtvaardigd worden als een positieve actie voor personen die de zorg van kinderen hebben opgevangen op voorwaarde dat dit zowel voor mannen als voor vrouwen mogelijk is - de uitzonderingen op de leeftijdsvereiste wegens zware arbeid doet de vrees reizen dat vooral lawaai en nachtarbeid geviseerd worden en daardoor een sterke link krijgen met typische mannenberoepen. Zwaarte veronderstelt een multidimensionele benadering. De huidige loonkloof tussen vrouwen en mannen bewijst dat vrouwenfuncties nog altijd als minder gewaardeerd worden; - de samendrukking van alle vormen van deeltijdse arbeid voor de loopbaanberekening beperkt in het bijzonder de opening van het recht van vrouwen op brugpensioen of vervroegd pensioen omdat dit recht berust de duur van de loopbaan. De samendrukking van het aantal jaren deeltijdse arbeid moet herbekeken en zonodig afgeschaft worden; Dezelfde redenering geldt voor de berekening van de anciënniteit in het kader van het wettelijk pensioen. Ingeval van onvrijwillige deeltijdse arbeid,wat vandaag deeltijds arbeid met behoud van rechten wordt genoemd, zou men er aan kunnen denken om terug het systeem van de jaren 80 in te voeren met name kunnen genieten van een equivalent in voltijdse jaren uitgedrukt en dit op basis van een schatting; - de inperking van het tijdskrediet treft vooral vrouwen. Zij zullen er geen gebruik meer van kunnen maken om het langer werken tot aan het pensioen werkbaar te houden want het jaar zal reeds gebruikt zijn voor zorgtaken voor kinderen of ouderen. De Raad dringt er op aan dat de Regering bij de verdere uitwerking van de maatregelen van het generatiepact rekening houdt met de door haar vastgestelde doelstellingen en tevens de maatregelen toetst op hun gender neutraliteit