Rawls is zo gek nog niet



Vergelijkbare documenten
filosofie havo 2016-I

filosofie havo 2017-II

filosofie havo 2015-I

Zijn wij het probleem van de ongelijke welvaartsverdeling in de wereld?

filosofie havo 2016-II

filosofie havo 2016-II

De Registratiekamer voldoet hierbij gaarne aan uw verzoek.

Mondiale democratie en de plicht tot onderlinge hulpverlening

EUROPEES PARLEMENT. Recht en Criminaliteit in cyberspace

filosofie havo 2015-II

Contract Law as Fairness. A Rawlsian Perspective on the Position of SMEs in European Contract Law J.G. Klijnsma

Verslag college 1: Democratische waarden onder druk?

4. Wat zijn de rechten en plichten van een asielzoeker in België?

filosofische standpunten in Nederlands ontwikkelingsbeleid

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 mei 2005 (08.06) (OR. fr) 9506/05 LIMITE CAB 19 JUR 221

Ethische optiek = hoe is de benadering dat mensen het uiteindelijk goede behoren te doen.

Bijzonder procesdoel 3: ontdekken van mensenrechten

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1

1. Met andere ogen. Wetenschap en levensbeschouwing. De wereld achter de feiten

Negatieve plichten: recept tegen armoede?

1 Aanbevolen artikel

filosofie havo 2015-II

den met minimumloon toeneemt, maar mag het er niet toe leiden dat degenen die ongewild zonder werk zitten financieel gestraft worden met een forse

Introductie. 1. Uw persoonlijke situatie. Voorbeeldvragenlijst COB-kwartaalenquête 2011

PROCESDOEL 3 HUMANISEREN VAN HET SAMENLEVEN MET ANDEREN

B. Geef aan om welke soort vluchtelingen het gaat: 1) Zij zijn een bedreiging voor de macht van politieke leiders en worden daarom gestraft.

No.W /III 's-gravenhage, 19 juli 2007

Gevecht om geld en macht

Hoofdstuk 1: Wat is rechtvaardigheid?

Kinderrechten in ontwikkelingssamenwerkin

Voor meer informatie over Faitrade Hoorn volgt hieronder een korte beschrijving over wat Faitrade-gemeente-Hoorn is en wil bereiken.

Opnieuw beginnen. Amsterdam, juli Beste Donald Trump,

Antwoorden op eindtermen zijn niet getoetst door docent

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus BA Amsterdam

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE

waardigheid participatie gelijke rechten solidariteit individuele vrijheid

Kennis, hoe te benaderen en hoe te funderen..? Violette van Zandbeek Social research Datum: 15 april 2011

Essay door Jojanneke Scheepers

Verdieping: Positie van het slachtoffer

2: vergaderen VASTE VOORZITTER EN NOTULIST

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN DECREET. van de heer Chokri Mahassine c.s. houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt AMENDEMENTEN

Beginselverklaring van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie, 1980

BEGINSELVERKLARING. Vastgesteld door de 125 e algemene vergadering op 15 november 2008 te Rotterdam

UNIVERSELE VERKLARING van de RECHTEN van de MENS: De 30 artikelen:

Voorbeeld van mensen die een tweedehands wagen wensen aan te kopen die ouder is dan 2 jaar met een lening bij ING.

Het belangrijkste verhaal is eigenlijk een samenvatting van alles wat Hij gedaan heeft

Beleid 'onvrijwillige zorg' Vrijheidsbeperking binnen Lang Verblijf. woonzorg en dagbesteding

Dodenherdenking. Beuningen, 4 mei 2015

GEZAMENLIJKE VERKLARING VAN DE RAAD EN DE COMMISSIE BETREFFENDE DE WERKING VAN HET NETWERK VAN MEDEDINGINGSAUTORITEITEN

Openingsgebeden INHOUD

filosofie havo 2015-I

DECENTRALISATIE FINANCIËLE VERANTWOORDELIJKHEID PROTESTANTSE GEMEENTE ZWOLLE

Burgerschapsmodel achter vermaatschappelijking van de jeugdzorg

In welke mate kunt u zich vinden in het benoemen van vrijheid, gelijkheid/gelijkwaardigheid en solidariteit als basiswaarden voor

Eindexamen filosofie vwo I

Actuele vragen met betrekking tot de vrijheid van onderwijs. Fenneke Zeldenrust

Allen hierboven genoemde betrokkenen mogen rekenen op een duidelijk, behulpzaam en toegankelijk apparaat.

ADVIES. Conceptwetsvoorstel inzake het recht op een eerlijk proces in de Grondwet

Mijn land van veel en vol

Platform Mensenrechteneducatie WERKBLADEN - 2

Onze Vader. Amen.

Ons economische zelf. Over leven in een verdeelde wereld en hoe we samen ongedwongen naar huis kunnen gaan

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige

Alles is genade en Stel, ik zoek een kerk

Werk van iedereen. Democratisering en vredesopbouw

TOELICHTING MELDING ONRECHTMATIGE INFORMATIE

HERSTELBEMIDDELING (slachtoffer- dader bemiddeling)

Zondag 8 november 2015 Sint Maarten de oogst van ons leven

AFM Consumentenmonitor Q Kredietwaarschuwingszin

Antreum RAPPORT PF. Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep de heer Consultant

zondag 13 maart 2016 in het Kruispunt

Van mij. Een gezicht is geen muur. Jan Bransen, Universiteit Utrecht

Dit seminar zal ons, de vandaag hier aanwezige sectoren, leiden in het exploreren van de inmiddels wereldwijd bekende Eigen Kracht.

Beste ouders. Je wereld delen

Mondiale ongelijkheid

Y-choice. Luister naar De keuzes die je maakt van Van Dik Hout. Het nummer staat op de CD Het beste van De songtekst vind je in bijlage 1.

Eindexamen filosofie vwo I

Het Programma Ontvangst Inleiding Bert Buzeman en Pepijn Sonneveld

EUROPEES VERDRAG VOOR DE RECHTEN VAN DE MENS

André Rouvoet ChristenUnie. Foto: Marie Cecile Thijs

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten

ISSAI 30 Ethische code

PRESENTATIE DE KRACHTLIJNEN VAN STERK SOCIAAL WERK VOOR DE TOEKOMST

Weten waar we goed in zijn 1

KINDERRECHTEN IN ONTWIKKELINGS- SAMENWERKING BTC INFOCYCLUS

RECHT EN SAMENLEVING ANDERS BEKEKEN

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht

VALT HIER NOG WAT TE LEREN? EEN EDUCATIEF PERSPECTIEF OP DUURZAAMHEID Gert Biesta Universiteit Luxemburg. een populair recept

HC zd. 42 nr. 31. dia 1

Namen van God en van Christus in de eerste brief aan Timoteüs

Rechtvaardigheid in sociaal beleid. Frank Vandenbroucke HOGent 19 december 2017

Mantelzorg, waar ligt de grens?

In gesprek over: Arm en Rijk

De drie-engelenboodschap, ACTUEEL!

Inleiding tot het recht

Voor de Raad van State als adviseur en bestuursrechter is het van. belang zicht te hebben op wat er leeft in de werelden van recht,

De Raad van de gemeente Ede,

Gods hart voor GERECHTIGHEID Een discipel strijdt voor gerechtigheid!

Wonderen, Werk & Geld

Advies IS - Irak. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law. Postbus BA Amsterdam T

Transcriptie:

Thomas Mertens Rawls is zo gek nog niet 42 Twee berichten uit de krant, gelezen op één dag, lijken te bevestigen wat Pogge in zijn vele publicaties betoogt. Het NRC bericht over de discussie binnen Amnesty International over de vraag naar het bereik van de mensenrechten. Is het niet onjuist om daartoe alleen de klassieke afweerrechten te rekenen, zoals het recht op lichamelijke integriteit, het recht op de vrijheid van meningsuiting of het recht op een eerlijk proces? Moet de universele verklaring van de rechten van de mens het belangrijkste juridische document van de twintigste eeuw niet veel serieuzer genomen worden; moeten niet ook de sociale rechten, waaronder het recht op voedsel, als echte mensenrechten erkend worden, zodat het werkterrein van Amnesty International ook in die richting uitgebreid moet worden? In The Observer staat vervolgens het bericht dat een consortium van banken, met Barclays als de voornaamste, besloten heeft om het regime van Robert Mugabe in Zimbabwe met zo n slordige miljard pond te ondersteunen. Dat geld, zo wordt gesuggereerd, zal Mugabe in staat stellen in het politieke zadel te blijven en zijn beleid van landonteigening voort te zetten. Dat laatste vergt enige uitleg. Het beleid van Mugabe raakt niet alleen aan de mensenrechten op grond van het feit dat die onteigening een ernstige schending van het mensenrecht op eigendom betekent, en tevens een zeer belangrijke reden is voor de huidige honger in Zimbabwe. Er bestaat, zo is Pogges stelling, nog een ander, institutioneel verband tussen het bestaan van honger op wereldschaal en de mondiale basisstructuur die regimes zoals die van Mugabe ondanks het gebrek aan democratische legitimiteit in staat stelt om door middel van dergelijke leningen in het zadel te blijven. Op grond namelijk van die basisstructuur is Mugabe als het wettig erkende staatshoofd van Zimbabwe bevoegd om op de internationale markt geld te lenen. Barclays hoeft zich op basis van diezelfde structuur geen zorgen te maken of dat geld wel ooit terugkomt. Niet de persoon Mugabe leent immers dat geld, maar de staat Zimbabwe. Wat er ook met Mugabe en zijn regime gebeurt, elke volgende regering van Zimbabwe zal verplicht zijn om deze lening terug te betalen. Mugabe maakt gebruik van wat Pogge het internationale leenprincipe noemt. Ook als het geleende geld niet wordt aangewend ten behoeve van het welzijn van de bevolking van Zimbabwe, zit die staat en daarmee de bevolking er toch aan vast. Wie dus wil weten waarom Zimbabwe er zo slecht aan toe is ooit was het een welvarend land en werd het beschouwd als de graanschuur van Afrika moet niet zozeer acht slaan op de interne factoren die aan haar rampspoed hebben bijgedragen, maar op de grotere internationale verbanden. Op deze manier maakt Pogge aannemelijk dat de verklaring van honger en ellende op grond van inheemse factoren, zoals met name de interne politieke cultuur, onjuist is. Daarvoor

is vooral een onrechtvaardige mondiale basic structure verantwoordelijk. Dat begrip basic structure ontleent hij aan de politieke filosofie van zijn leermeester Rawls. Met Rawls meent hij dat het begrip rechtvaardigheid vooral slaat op de basisstructuur van een samenleving, maar anders dan zijn leermeester meent hij dat dit begrip niet langer van toepassing is op de structuur van individuele politieke gemeenschappen, zoals staten, maar op de structuur die deze ene wereld (Singer) door middel van regels en instituties samenbindt. Van deze mondiale basisstructuur nu wordt gezegd dat zij onrechtvaardig is omdat zij de rijken van deze aarde structureel bevoordeelt ten nadele van de belangen van de armen. Aangezien dat in strijd is met het welhaast universeel aanvaarde morele beginsel dat niemand een ander mag schaden en iedereen aansprakelijk is voor de schade die hij veroorzaakt, is het moreel geboden om de huidige basisstructuur te vervangen door een alternatieve structuur die geen of minder schade veroorzaakt. In zijn werk besteedt Pogge veel aandacht aan het empirische materiaal om deze stelling aannemelijk te maken en te wijzen op de structurele oorzaken die verantwoordelijk zouden zijn voor (het instandhouden van) die verdeling. Aldus vormt zijn werk een krachtig pleidooi voor een andere inrichting van de economische en juridische verhoudingen in deze wereld. Als hij echter aangeeft hoe we deze verhoudingen kunnen veranderen, stuit hij op serieuze problemen die ik hieronder kort aanduid. Ten aanzien van zijn interpretatie van Rawls volsta ik met de opmerking dat Pogge mijns inziens ten onrechte stelt dat de toevoeging van het achtste principe (de duty to assistance) binnen The law of peoples niet gerechtvaardigd kan worden op grond van Rawls theorie. Op grond van de volgende overweging meen ik dat dit wel het geval is. De natuurlijke plicht om rechtvaardige instituties te vestigen en in stand te houden is een plicht die Rawls opneemt in A theory of justice. Op grond van die plicht hebben de deelnemers aan de (tweede) internationale originele positie alle reden om dit achtste principe te aanvaarden. Op grond van deze rechtsplicht tot assistentie zal de organisatie van liberale en fatsoenlijke volkeren in staat zijn om zich steeds uit te breiden en om zich aldus tot een stabiel internationaal lichaam te ontwikkelen. Het is dus in het rationele, en niet eens in het redelijke belang van die deelnemers om dat laatste principe te aanvaarden. De problemen die Pogge tegenkomt bij het formuleren van zijn alternatieve basisstructuur zijn, zo komt het me voor, drievoudig. Het eerste probleem betreft de weergave van de empirie. Natuurlijk kan men zeggen dat de situatie in Zimbabwe in belangrijke mate mogelijk gemaakt wordt door de internationale spelregels, maar het gaat me te ver om die situatie uitsluitend daaraan te wijten. Net zomin als men voorbij mag gaan aan de internationale voorwaarden van honger en armoede en mag vervallen in het verklarend nationalisme, kan men voorbijgaan aan de inheemse oorzaken. Het lijkt onaannemelijk dat de globale basisstructuur de uitsluitend bepalende factor is voor wereldhonger. Daarvoor zijn de verschillen tussen de ontwikkelingslanden te groot. Daar komt nog iets anders bij. Misschien plaatst Pogge met recht vraagtekens bij het verklarend nationalisme. Tegelijkertijd echter hechten velen mertens Rawls is zo gek nog niet 43

44 vanuit het nationale perspectief een groot belang aan hun nationale basisstructuur en aan de invloed die zij daarop menen te kunnen uitoefenen. Uit de recente perikelen rond het invoeren van het ontwerpverdrag tot vaststelling van een constitutie voor Europa blijkt hoezeer volkeren hechten aan hun nationale staat, ondanks het feit dat economen en juristen bij voortduring betogen dat de economische zelfstandigheid en constitutionele soevereiniteit van die staten illusoir geworden zijn. Op een meer conceptueel niveau kan het volgende probleem worden aangewezen. Gezien de onrechtvaardigheid van de huidige globale basisstructuur moet die worden geamendeerd of vervangen door een andere. Daartoe doet Pogge een aantal zijns inziens bescheiden voorstellen. Zo formuleert hij het voorstel om het inroepen van het genoemde leenprincipe afhankelijk te maken van het democratische gehalte van de regering die ervan gebruik wil maken. Een ander voorstel betreft het invoeren van een Tobin tax om een globale herverdeling te bevorderen. Het implementeren van dergelijke voorstellen vereist echter, anders dan wordt gesuggereerd, krachtige mondiale instituties, zoals een democratisch panel dat een dergelijke leenwaardigheid bepaalt, of een instantie die deze belasting int en op grond van zekere criteria herverdeelt. Gezien de belangen die met deze instanties verbonden zijn, zullen dit uiteraard geen bescheiden, louter administratieve lichamen zijn. Zij zullen gezien worden als de opmaat naar de vorming van een wereldregering. Velen zullen daar zeer huiverig tegenover staan, zelfs wanneer zij zich ervan bewust zijn dat momenteel dergelijke belangwekkende internationale instituties al bestaan, zoals de Wereldbank en de WTO. Juist het feit dat dergelijke lichamen beslissingen kunnen nemen die mondiale repercussies hebben, doet voor velen afbreuk aan hun legitimiteit. Voorts bestaat er het probleem hoe op een dergelijk niveau fatsoenlijke verantwoording kan worden afgelegd. Volkeren en hun representanten zullen ervoor terugschrikken nieuwe lichamen tot stand te brengen die fors zullen ingrijpen binnen hun nationale beslisruimte. Zelfs een succesvolle internationale gemeenschap als de Europese Unie is nauwelijks bij machte de legitimiteit te genereren die zij nodig heeft voor een goed functioneren. Het belangrijkste probleem waarmee kosmopolitische voorstellen zoals die van Pogge geconfronteerd worden, is echter van morele aard. Laten we eens aannemen dat Pogge gelijk heeft in zijn analyse van de oorzaken van de wereldhonger en zelfs ook in zijn voorstellen om dat probleem op te lossen. Dan worden we nog steeds geconfronteerd met het probleem dat het bij velen, zowel op het persoonlijke als op het institutionele vlak, aan de motivatie ontbreekt om die voorstellen te implementeren. De wetenschap dat er iets grondig mis is met de institutionele inrichting van de politieke wereld leidt niet onmiddellijk tot de bereidheid om daar iets aan te doen. Dat is tot op zekere hoogte een bekend moreel probleem: volgens de zogenaamde externalisten leidt de kennis van het goede niet vanzelf tot het doen ervan. Het zou dan ook te snel zijn om te veronderstellen dat het ontbreken van die motivatie te herleiden is tot het eigenbelang van degenen die voordeel ondervinden van de huidige structuur. Dat is te simpel. Velen in het welvarende gedeelte van de wereld zijn bereid om hun bijdrage te leveren aan het vormgeven van een wereldorde die rechtvaardig is. Maar

opdat die bijdrage tot stand komt, moet er voldaan zijn aan twee voorwaarden: de verwachting dat de voorgestelde veranderingen werkelijk het beoogde effect zullen hebben en een nadere bepaling van het causale verband tussen de rijkdom van de enkelen en armoede van velen. Het moet gaan om meer dan een abstract geformuleerde basisstructuur. Ik bedoel daarmee het volgende. In een van zijn essays stelt Pogge (en bij zijn utilitaristische tegenhanger Singer treft men iets soortgelijks aan) dat de situatie van de gewone burgers van de rijke landen ten aanzien van wereldhonger analoog is aan de situatie van gewone Duitsers ten aanzien van de holocaust ten tijde van het naziregime. Daarmee wil hij onder andere het volgende aangeven: zolang wij de honger niet in onze nabijheid aantreffen of wij geen persoonlijke band hebben met degene die honger lijdt, zijn wij geneigd ervan weg te kijken, net als Duitsers indertijd. Morele motivatie heeft immers iets te maken met de nabijheid van degenen door wier situatie men zich moreel aangesproken voelt. Deze analogie wordt echter delicaat wanneer er ook een quasicausale band mee wordt bedoeld. Men zou dan geneigd zijn te zeggen dat de wijze waarop die gewone Duitsers indertijd verantwoordelijk waren voor de holocaust, directer was dan de wijze waarop de gewone burgers van de rijke wereld voor het voortduren van de wereldwijde armoede verantwoordelijk zijn. Het verschil schuilt hem in de wijze waarop die kwaden kunnen worden toegerekend. Moraliteit en morele motivatie zijn immers niet alleen een zaak van nabijheid, maar ook van toerekenbaarheid. In dat opzicht schiet de analyse van Pogge tekort door slechts op een heel algemeen verband tussen welvaart bij het ene gedeelte van de wereldbevolking en honger en armoede bij het andere gedeelte te wijzen. Op grond van een dergelijk algemeen verband is niet nauwkeurig te bepalen op wie precies de morele verplichting rust om de institutionele structuur van de wereldorde te veranderen en hoe dat zou moeten gebeuren. In dat licht is het instructief om de gebruikte voorbeelden nog eens terug te lezen: op degene die het kind heeft aangereden op een openbare weg, rust zeker de morele verplichting dat kind snel naar het ziekenhuis te brengen. In het echte leven echter is het vaak moeilijk te bepalen wat het verband is tussen veroorzaakte schade en de veroorzakers, en te bepalen wie dat precies zijn, zelfs als alle betrokkenen het principe aanvaarden dat degene die de schade veroorzaakt, de schade moet herstellen. Dat maakt de rechtspraktijk duidelijk wanneer er sprake is van complexe civielrechtelijke aansprakelijkheid en bij complexe strafrechtelijke zaken. Wie is er precies aansprakelijk voor de gebreken van een appartementencomplex wanneer er na oplevering gebreken aan het licht komen; hoe kan precies worden aangetoond dat deze politieke leider de instigator is van de hem ten laste gelegde misdrijven tegen de menselijkheid? In het geval van wereldhonger komt Pogge niet verder dan te stellen dat er een morele verplichting rust op de burgers van het rijke Westen om niet langer schade te berokkenen aan de armen van deze wereld door middel van de bestaande mondiale basisstructuur. Hij is echter niet in staat de relaties van verantwoordelijkheid nader te preciseren. mertens Rawls is zo gek nog niet 45

Dat is natuurlijk niet verwonderlijk: wereldhonger is het gevolg van een lange (historische) keten van handelingen, interacties en instituties, zodat we geen duidelijk begrip kunnen hebben van wie of wat die honger tot stand heeft gebracht en wie of wat haar in stand houdt. Als het echter mogelijk was (zoals in het geval van het aangereden kind) precies te bepalen wie de slachtoffers van wereldhonger waren, welk misdrijf hen in die situatie heeft gebracht en wie de plegers van het misdrijf waren, zou de morele verplichting om de misdadigers aan te klagen en om er alles aan te doen om die misdaad te verhinderen, zeker voldoende motivationele ondersteuning ontvangen. Nu de misdaad enkel op een abstracte manier kan worden aangeduid en net als de misdadigers, is het niet verwonderlijk dat er niet veel gebeurt. Wellicht is het dan nog niet zo gek om met Rawls te vertrekken van de wereld zoals die hier en nu bestaat, uit een heterogene gemeenschap van staten en internationale instituties en daarbinnen een pleidooi te houden voor het erkennen van een plicht tot bijstand die bovendien gedeeltelijk op eigenbelang is gebaseerd. En zelfs als die oproep enkel als vorm van charitatieve welwillendheid zou worden opgevat, doet zij tenminste aanspraak op een element dat al heel lang tot de morele ervaring wordt gerekend, namelijk het bieden van hulp aan degenen die dat nodig hebben. Wanneer dat dan vervolgens leidt tot het inzicht dat alleen structurele oplossingen werkelijk voor de beoogde verbeteringen zorgen, dan is in ieder geval een begin gemaakt met een oplossing van het motivationele probleem. Literatuur Th. Mertens (2005) International or global justice. Evaluating the cosmopolitan approach. In: A. Follesdal & T. Pogge (red.) Real world justice. Springer, Dordrecht, pp. 85-102. Th. Mertens (2005) Defending the Rawlsian league of peoples. A critical comment on Tan. Leiden Journal of International Law 18, pp. 711-715. 46