Montageaanwijzing voor de vakman VIESMANN Vitocell 333/353 Type SVK Type SVS Gecombineerde boiler, 750 liter inhoud VITOCELL 333/353 3/2006 Na montage deze handleiding recycleren!
Veiligheidsaanwijzingen Volg deze veiligheidsaanwijzingen nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij de veiligheidsaanwijzingen! Gevaar Dit teken waarschuwt voor persoonlijk letsel. Opgelet Dit teken waarschuwt voor materiëleschadeenschade aan het milieu. Aanwijzing Gegevens met het woord "Aanwijzing" bevatten aanvullende informatie. Doelgroep Deze handleiding is alleen bedoeld voor erkende installateurs. & Werkzaamheden aan gasinstallaties mogen alleen door installateurs worden uitgevoerd die hiertoe erkend zijn door de bevoegde gasmaatschappij. & Elektrische werkzaamheden mogen alleen door elektromonteurs worden uitgevoerd. Voorschriften Respecteer bij de werkzaamheden & de wettelijke voorschriften inzake ongevalspreventie, & de wettelijke voorschriften inzake de milieubescherming, & de bepalingen inzake de ongevallenverzekering, & de betreffende veiligheidsbepalingen van de normen NBN, NBN EN, AREI/RGIE en de voorschriften BELGAQUA. n De betreffende NEN voorschriften, richtlijnen KVGN, het Bouwbesluit, werkblad VEWIN (nr.4.4b sept'93), eventuele lokale voorschriften. Electrisch: NEN 1010 en volgens voorschriften plaatselijk electriciteitsbedrijf. Werkzaamheden aan de installatie & Installatie van het net schakelen en controleren op nog aanwezige spanning (bijv. met de afzonderlijke zekering of een hoofdschakelaar). & Installatie tegen opnieuw inschakelen beveiligen. & Bij gas als brandstof de gasafsluitkraan sluiten en beveiligen tegen onverhoeds openen. 2
Inhoudsopgave Montageaanwijzingen Productinformatie... 4 & Aansluitingen... 5 & Aanwijzingen voor de opstelling... 6 Montageverloop Gecombineerde boiler opstellen... 7 Isolatie monteren... 8 Kenplaatje en boilertemperatuursensor monteren... 10 Equipotentiaalverbindingen aansluiten... 11 Zonnesysteemontluchting inbouwen... 11 Verwarmingswater aansluiten... 12 & Installatievoorbeeld... 13 Inbouw circulatie (toebehoren)... 14 Tapwater aansluiten... 15 Inbedrijfstelling... 16 3
Productinformatie Vitocell 333 en Vitocell 353 Gecombineerde boiler van staal ter ondersteuning van de verwarming met roestvaststalen ribbelbuis voor tapwateropwarming in combinatie met warmtepompen, olie-, gas-, en vastebrandstofketels, zonnesystemen en/ of elektisch verwarmingselement EHO. Inhoud: Verwarmingswater: Tapwater: Zonnemedium: 705 liter 33 liter 12 liter Geschikt voor installaties conform DIN 1988, EN 12828 en DIN 4753. De Vitocell 353 is bovendien voorzien van een gelaagd laadsysteem. 4
Productinformatie (vervolg) Aansluitingen A Ontluchtings/verwarmingswateraanvoer (warmtegenerator) B Warm water C Verwarmingswateraanvoer (verwarmingsondersteuning) D Verwarmingswaterretour (verwarmingsondersteuning) E Verwarmingswaterretour (verwarmingsondersteuning) F Koud water G Aftap H Verwarmingswateraanvoer/ontluchting (zonnesysteem) K Verwarmingswaterretour (zonnesysteem) L Voelerbuis voor boilertemperatuursensor M Bevestigingsbout thermometervoeler N Mof voor elektrisch verwarmingselement EHO 5
Productinformatie (vervolg) Aanwijzingen voor de opstelling Gevaar De isolatie mag niet met open vuur in aanraking komen. Wees voorzichtig bij soldeeren laswerkzaamheden.! Opgelet Om schade aan het materiaal te vermijden, de gecombineerde boiler in een vorsten tochtvrije ruimte plaatsen. Anders moet de ketel worden geledigd als er vorstgevaar dreigt en als hij niet wordt gebruikt. Voorzie voldoende afstand ten opzichte van de muur om de temperatuurregelaar (indien aanwezig) te kunnen bedienen. Gecombineerde boiler met elektrisch verwarmingselementen opstellen Montageaanwijzing elektrisch verwarmingselement EHO Minimumafstand aanhouden. Aanwijzing De onverwarmde lengte van een inschroef-verwarmingselement (dat door de installateur wordt voorzien) moet minstens 100 mm bedragen. 6
Gecombineerde boiler opstellen 1. Alle meegeleverde zakken met onderdelen van het boilerlichaam afhalen en bewaren. 2. Stelpoten tot de aanslag in de inbusbouten schroeven en boiler uitlijnen. Aanwijzing Stelpoten er niet meer dan 35 mm uitdraaien. 3. Isolatiemat onder het boilerlichaam monteren. 4. Voelerleidingen door de openingen in de afdekstrip voeren en thermometer erin drukken. 5. Thermometervoeler tot de aanslag in de klembeugel schuiven en vleugelmoer aantrekken. 7
Isolatie monteren 1. Isolatiemantel aan de achterkant met afsluitstrips vasthaken. 2. Montagehulpen achter de afsluitstrips steken. 3. Thermometerleidingen door de bovenste opening van de afsluitstrip leggen. 4. Isolatiemat aan de voorkant aan afsluitstrips vasthaken en 30 minuten wachten. 8
Isolatie monteren (vervolg) Aanwijzing Na 30 minuten heeft de isolatiemantel zich aan de boiler aangepast. 1. Isolatiemantel door zachtjes kloppen stevig tegen het boilerlichaam aanleggen. 2. De afsluitstrip tot in de laatste arretering ahaken. 3. Afdekstrip op afsluitstrip steken. 9
Isolatie monteren (vervolg) 4. Isolatiemat op de gecombineerde boiler leggen en het deksel erop zetten. Kenplaatje en boilertemperatuursensor monteren 1. Kenplaatje aan de achterkant van degecombineerdeboileropdeisolatie plakken. 2. Typeaanduiding in het deksel drukken. 3. Sensorbevestigingen eruit trekken. 10
Kenplaatje en boilertemperatuursensor monteren (vervolg) 4. Boilertemperatuursensoren % langs de buitenkant zo aan de aandrukveren van de sensorbevestigingen bevestigen, dat ze vooraan met de veren afsluiten. 5. Sensorbevestigingen met sensor tot de aanslag in de dompelhulzen voeren. Aanwijzing Sensoren niet met isolatieband omwikkelen. Equipotentiaalverbindingen aansluiten Equipotentiaalverbinding tot stand brengen volgens de technische aansluitvoorwaarden van het plaatselijke energiebedrijf en conform de AREI/ RGIE-bepalingen. Zonnesysteemontluchting inbouwen 1. Ribbelslang in T-stuk schuiven. 11
Zonnesysteemontluchting inbouwen (vervolg) 2. Ontluchtingsstop in T-stuk schroeven. 3. Compleet in zonnesysteemaanvoer schuiven en vastschroeven. Verwarmingswater aansluiten & Temperatuurregelaar en veiligheidstemperatuurbegrenzer zo instellen, dat de tapwatertemperatuur in de warmwaterboiler niet meer dan 95 ºC bedraagt. & Alle buisleidingen met demonteerbare verbindingen aansluiten. Toegestane temperaturen aan zonnesysteemzijde: aan verwarmingswaterzijde: aan tapwaterzijde: Toegestane bedrijfsdruk aan zonnesysteemzijde: aan verwarmingswaterzijde: aan tapwaterzijde: 140 C 110 C 95 C 10 bar 3bar 10 bar Testdruk aan zonnesysteemzijde: 16 bar aan verwarmingswaterzijde: 4,5 bar aan tapwaterzijde: 13 bar 1. Aanvoerleiding hellend installeren en op het hoogste punt voorzien van een ontluchtingsklep. 2. Regeling van de warmtetoevoer inbouwen. 3. Monteer bijkomend een veiligheidstemperatuurbegrenzer/maximaalthermostaat van goedgekeurde constructie als de installatie nog niet met een dergelijke begrenzer is uitgerust. Hiertoe dubbele thermostaat (temperatuurbewaker en veiligheidstemperatuurbegrenzer) plaatsen. 4. Alle niet benodigde aansluitingen met stoppen of doppen afsluiten. 12
Verwarmingswater aansluiten (vervolg) Installatievoorbeeld 13
Verwarmingswater aansluiten (vervolg) A B C HK Zonnecollector gecombineerde boiler Solarregeling Verwarmingscircuit K Olie-/gasketel KW Koud water WW Warm water Z Circulatie Inbouw circulatie (toebehoren) 1. Ribbelslang in T-stuk (aansluiting R ½) erin schroeven. 2. T-stuk met ribbelslang in warmwateraansluiting er compleet inschuiven en vastschroeven. Aanwijzing Draaibewegingen bij het inschuiven vergemakkelijken het invoeren vanderibbelbuis. 14
Tapwater aansluiten & Voor de tapwateraansluiting de DIN 1988 en de DIN 4753 respecteren (B: voorschriften BELGAQUA). & Alle buisleidingen met demonteerbare verbindingen aansluiten. & Ongebruikte aansluitingen afsluiten met roodkoperen kappen. & Circulatieleiding van boilerlaadpomp, terugslagklep en tijdschakelklok voorzien. Zwaartekrachtwerking slechts beperkt mogelijk. & Circulatiepomp aan de regeling of aparte tijdschakelklok aansluiten 10 bar 13 bar A B AV DFR DMV EV KW MA Terugslagklep, veerbelast Observeerbare monding van de uitblaasleiding Afsluitklep Debietregelklep Drukreduceerklep Aftap Koud water Manometeraansluiting Toegest. bedrijfsdruk: Testdruk: MAG-W Membraan-drukexpansievat (geschikt voor tapwater) RV1 Retourblokkering RV2 Retourblokkering/buisscheider SIV Veiligheidsklep TF Tapwaterfilter WW Warm water Z Circulatieleiding ZP Circulatiepomp 15
Tapwater aansluiten (vervolg) Aanwijzingen bij de veiligheidsklep De installatie moet als bescherming tegen overdruk zijn uitgerust met een goedgekeurde membraanveiligheidsklep. Max. werkoverdruk: 10 bar. De aansluitdoorsnede van de veiligheidsklep moet R ¾ (DN 20) bedragen. Het max. vermogen mag dan 150 kw bedragen. Als het verwarmingsvermogen van de Vitocell meer dan 150 kw bedraagt, moet een grotere veiligheidsklep gekozen worden, die groot genoeg is voor het verwarmingsvermogen. De veiligheidsklep in de koudwaterleiding plaatsen. Deze mag niet van de warmwaterboiler kunnen worden afgesloten. Vernauwingen in de leiding tussenveiligheidsklep en warmwaterboiler zijn niet toegestaan. De uitblaasleiding van de veiligheidsklep mag niet afgesloten worden. Uittredend water moet zonder gevaar en zichtbaar in een afvoersysteem afgevoerd worden. In de buurt van de uitblaasleiding van de veiligheidsklep, het meest praktisch op de veiligheidsklep zelf, moet een bordje aangebracht worden met de tekst: Tijdens het verwarmen kan uit veiligheidsoverwegingen water uit de uitblaasleiding komen! Niet afsluiten! De veiligheidsklep moet boven de warmwaterboiler worden gemonteerd. Inbedrijfstelling Serviceaanwijzing 16
17
18
19
Gedrukt op milieuvriendelijk, chloorvrij gebleekt papier Viessmann Belgium Bvba-Sprl Hermesstraat 14 B-1930 ZAVENTEM Tel. : 02 712 06 66 Fax:027251239 e-mail : info@viessmann.be www.viessmann.com Technische wijzigingen voorbehouden. 20