VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCELL 340-M/360-M. voor de vakman. Vitocell 340-M/360-M type SVKC type SVSB

Transcriptie

1 Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 340-M/360-M type SVKC type SVSB Verwarmingswaterbuffer met tapwaterverwarming Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCELL 340-M/360-M 1/2016 Bewaren a.u.b.!

2 Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij veiligheidsvoorschriften! Gevaar Dit teken waarschuwt voor persoonlijk letsel. Opgelet Dit teken waarschuwt voor materiële schade en schade aan het milieu. Opmerking Gegevens met het woord "Opmerking" bevatten aanvullende informatie. Extra componenten, reserveonderdelen en slijtende onderdelen! Opgelet Reserveonderdelen en slijtende onderdelen die niet met de installatie zijn getest, kunnen de werking nadelig beïnvloeden. De montage van componenten die niet zijn toegestaan, evenals wijziging en ombouw zonder toestemming kunnen de veilige werking nadelig beïnvloeden en de garantie beperken. Bij vervanging uitsluitend originele onderdelen van Viessmann of door Viessmann goedgekeurde onderdelen gebruiken. Doelgroep Deze handleiding is uitsluitend bedoeld voor erkende installateurs. Elektrische werkzaamheden mogen alleen door elektromonteurs worden uitgevoerd. De eerste inbedrijfstelling moet door de fabrikant van de installatie of een door de fabrikant aangewezen vakman worden uitgevoerd. Voorschriften Respecteer bij de werkzaamheden de nationale installatievoorschriften, de ARBO voorschriften, de wettelijke milieuvoorschriften, EN, NEN, VEWIN voorschriften, het bouwbesluit en eventuele lokale voorschriften. Werkzaamheden aan de installatie Installatie spanningsvrij schakelen (bijvoorbeeld met de afzonderlijke zekering of een hoofdschakelaar) en op aanwezige spanning controleren. Installatie tegen opnieuw inschakelen beveiligen.! Opgelet Door elektrostatische ontlading kunnen elektronische modules worden beschadigd. Voor de werkzaamheden geaarde objecten, bijv. verwarmings- of waterbuizen, aanraken om de statische lading af te leiden. 2 Reparatiewerkzaamheden! Opgelet De reparatie van onderdelen met een veiligheidstechnische functie brengt de veilige werking van de installatie in gevaar. Defecte onderdelen moeten door originele onderdelen van Viessmann worden vervangen.

3 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Informatie Verwijdering van de verpakking... 4 Symbolen... 4 Gebruik conform de regelgeving... 5 Productinformatie Montagevoorbereiding Montageverloop Boiler zonder aangebouwde Solar-Divicon... 8 Opstellen en uitlijnen... 8 Thermometersensor (indien voorhanden) en boilertemperatuursensor monteren... 9 Isolatiemantel aanbrengen Afdeklijsten monteren Deksel monteren Ontluchting aan zonnesysteemzijde monteren Boiler met aangebouwde Solar-Divicon Opstellen en uitlijnen Draagplaat monteren Solar-Divicon monteren Solar-Divicon aan zonnesysteemzijde aansluiten en dichtheid controleren Wateraansluitingen zonnesysteem realiseren Isolatiedeksel aanbrengen Thermometersensor (indien voorhanden) en boilertemperatuursensor monteren Isolatiemat onderaan monteren Isolatiemantel aanbrengen Afdeklijsten monteren Deksel monteren Montage tapwatercirculatie (accessoires) Tapwaterzijde aansluiten Veiligheidsklep Tapwaterzijde aansluiten Equipotentiaalverbinding aansluiten Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud Onderdelenlijsten Overzicht van de modules Isolatie Boiler Buizenset (accessoires) Protocollen Productkenmerken Accessoires Technische gegevens elektrisch verwarmingselement Elektrisch verwarmingselement 6 kw Elektrisch verwarmingselement 12 kw Afvalverwijdering Definitieve buitenbedrijfstelling en verwijdering Verklaringen Conformiteitsverklaring Index

4 Informatie Verwijdering van de verpakking Verpakkingsafval volgens de wettelijke bepalingen als afval verwijderen. NL: Verpakkingsafval wordt door de installateur meegenomen/afgevoerd. Informatie Symbolen Symbool Betekenis Verwijzing naar ander document met bijkomende informatie De werkwijze voor eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud zijn in het hoofdstuk Eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud samengevat en als volgt aangeduid: 1. Stap in afbeeldingen: de nummering komt overeen met de volgorde van de stappen. Symbool Betekenis bij de eerste inbedrijfstelling vereiste handelingen niet vereist bij eerste inbedrijfstelling Waarschuwing voor materiële schade en schade aan het milieu bij de inspectie vereiste handelingen niet vereist bij inspectie Bereik onder spanning bij onderhoud vereiste handelingen Goed voor opletten. niet vereist bij onderhoud Onderdeel moet hoorbaar inklikken. of Akoestisch signaal Nieuw onderdeel plaatsen. of In combinatie met gereedschap: Oppervlakte reinigen. Onderdeel deskundig als afval verwijderen. Onderdeel bij geschikt verzamelpunt afgeven. Onderdeel niet met het huisvuil meegeven. 4

5 Informatie Gebruik conform de regelgeving Het apparaat mag conform het doel enkel geïnstalleerd en gebruikt worden in gesloten systemen volgens EN / DIN 1988 resp. solarinstallaties volgens EN 12977, rekening houdend met de bijbehorende montage-, service- en bedieningshandleidingen. Warmwaterboilers zijn uitsluitend voorzien voor de bevoorrading en verwarming van water met tapwaterkwaliteit, verwarmingswaterbuffers uitsluitend voor vulwater in tapwaterkwaliteit. Zonnecollectoren mogen enkel gebruikt worden met warmteoverdrachts media die door de fabrikant worden vrijgegeven. Gebruik volgens de voorschriften houdt in dat een stationaire installatie in combinatie met installatiespecifieke en toegelaten componenten werd uitgevoerd. Gebruik in bedrijven of industrie voor andere doeleinden dan voor gebouwverwarming of tapwaterverwarming, geldt als strijdig met de voorschriften. De fabrikant kan dergelijk gebruik eventueel vrijgeven. Verkeerd gebruik van het toestel resp. ondeskundige bediening (bijv. wanneer de gebruiker het toestel opent) is verboden en leidt tot aansprakelijkheidsuitsluiting. Van verkeerd gebruik is eveneens sprake wanneer de voorziene functie van componenten van het systeem gewijzigd wordt (bijv. door directe tapwaterverwarming in de collector). De wettelijke bepalingen, in het bijzonder inzake hygiene van tapwater, moeten nageleefd worden. Informatie Productinformatie Verwarmingswaterbuffer van staal voor de ondersteuning van de verwarming, met edelstalen ribbelbuis voor tapwaterverwarming in combinatie met de volgende toestellen: Warmtepompen zonnesystemen olie-/gasketels vastebrandstofketels Elektrische verwarming van de boiler met elektrisch verwarmingselement Met aanbouwmogelijkheid van een Solar-Divicon, type PS10 (pompstation voor een collectorcircuit). Geschikt voor installaties volgens DIN 1988/ DIN EN 806, EN en DIN Vitocell 360-M bovendien voorzien van een laaglaadinrichting. Afmetingen en gewicht zie pagina 39. Inhoud 750 l 950 l Verwarmingswater 708 l 906 l Tapwater 30 l 30 l Zonnemedium 12 l 14 l 5

6 Montagevoorbereiding Montagevoorbereiding Aansluitingen A A Bevestiging thermometersensor (onder de isolatie) B Thermometer Twee stuks in leveringsomvang, maximaal vier stuks kunnen worden gemonteerd C Sok voor elektrisch verwarmingselement Montage B C Afb. 1 Voorzijde, weergave zonder aangebouwde Solar-Divicon (accessoires) 6

7 Montagevoorbereiding Montagevoorbereiding (vervolg) Afb. 2 Achterzijde A B C D E F G H K L M N O P A Verwarmingswateraanvoer 1 van warmtegenerator/ontluchting B Warm water/circulatie C Bevestiging thermometersensor (achter de isolatie) D Verwarmingswateraanvoer 2 (verwarmingsondersteuning)/verwarmingswaterretour 1 E Klemsysteem voor boilertemperatuursensor 1 (achter de isolatie) F Klemsysteem voor boilertemperatuursensor 2 en thermometersensor (achter de isolatie) G Verwarmingswaterretour 2 (verwarmingsondersteuning) H Klemsysteem voor thermometersensor en boilertemperatuursensor 3 (achter de isolatie) K Verwarmingswaterretour 3 (naar de warmtegenerator) L Koud water M Aftap N Verwarmingswateraanvoer zonnesysteem/ontluchting zonnesysteem (bij aangebouwde accessoire Solar-Divicon: op de voorzijde van de boiler) O Bevestiging thermometersensor (achter de isolatie) P Verwarmingswaterretour zonnesysteem (bij aangebouwde accessoire Solar-Divicon: op de voorzijde van de boiler) Montage Opstelling! Opgelet Om schade aan het materiaal te vermijden, de boiler in een vorst- en tochtvrije ruimte plaatsen. Als de buffer niet wordt gebruikt, moet hij bij vorstgevaar worden leeggemaakt. Voldoende afstand tot de wand houden om de temperatuurregelaar (indien aanwezig) te kunnen bedienen. Boiler met elektrisch verwarmingselement plaatsen Montagehandleiding elektrisch verwarmingselement a Minimumafstand aanhouden. Boilerinhoud Vermogen Elektrisch verwarmingselement 750 en 950 l 6 kw 12 kw Afmeting a min. 700 mm min mm Afb. 3 Opmerking De onverwarmde lengte van een ingeschroefd verwarmingselement (door de installateur te voorzien) moet minimaal 100 mm bedragen. 7

8 Montageverloop Boiler zonder aangebouwde Solar-Divicon Montageprocedure voor uitvoering met aangebouwde Solar-Divicon (accessoire), zie pagina 13. Opstellen en uitlijnen! Opgelet De isolatiemat onder mag niet met open vuur in aanraking komen. Wees voorzichtig bij soldeer- en laswerkzaamheden. Montage 1. A Afb. 4 A Zakje met typeplaatje 2. Stelpoten tot de aanslag in de steunpoten schroeven en boiler met stelpoten uitlijnen. Opmerking De stelpoten in totaal niet meer dan 35 mm uitdraaien. Opmerking Als geen elektrisch verwarmingselement wordt ingebouwd, de voorste sok met de meegeleverde stop R1½ afdichten. 3. De bijbehorende buizen onder de boiler monteren en naar achteren uitlijnen. 8

9 Montageverloop Boiler zonder aangebouwde Solar-Divicon (vervolg) Thermometersensor (indien voorhanden) en boilertemperatuursensor monteren Montage A 7. Afb Thermometersensor door de afdekstrip brengen en thermometer erin steken. 2. Bovenste thermometersensor door het hefoog voeren, tot aan de aanslag in de klembeugel steken en vleugelmoer vastdraaien. Opmerking De afdekstrip wordt door de niet afgewikkelde capillaire buis in verticale positie gehouden. Dat is voor de verdere montage noodzakelijk. 3. Capillaire leiding van de thermometersensor naar de achterkant van de boiler voeren en volgende stappen afhankelijk van het aantal ingebouwde thermometersensoren herhalen. 4. Moeren losmaken. 5. Klemsysteem op de schroefbouten plaatsen en uitlijnen. 6. Moeren vastdraaien. 7. Afhankelijk van de montageplaats: thermometersensor in de klembeugel bevestigen of in de klemsystemen A tot de aanslag schuiven. Boilertemperatuursensor in het klemsysteem tot aan de aanslag schuiven. Opmerking Sensoren niet met isolatieband omwikkelen. Sensorkabels van de boilertemperatuursensoren worden bij het plaatsen van de isolatie door de openingen (gleuven) van de achterste afdekstrip naar buiten gebracht. 9

10 Montageverloop Boiler zonder aangebouwde Solar-Divicon (vervolg) Isolatiemantel aanbrengen! Opgelet De isolatiemantel mag niet in aanraking komen met open vuur. Wees voorzichtig bij soldeer- en laswerkzaamheden. Opmerking Voor de volgende werkzaamheden zijn twee personen nodig. Er mogen geen vliesresten via de boileraansluitingen in de verwarmingswaterbuffer terechtkomen. 1. 6x Montage 2. 6x 4. 6x 3. 6x Afb Op de boilerachterzijde: zes klemsluitingen op het randprofiel van de rechter en linker isolatiemantel steken. Isolatiemantel rond het boilerlichaam leggen. Opmerking Klemsluitingen in eerste vergrendeling laten. 3. De klemsluitingen op de boilerachterzijde tot aan de aanslag inschuiven. 4. De klemsluitingen op de boilervoorzijde tot aan de aanslag inschuiven. 2. Op boilervoorkant: zes klemsluitingen op het randprofiel van de rechter en linker isolatiemantel steken. 10

11 Montageverloop Boiler zonder aangebouwde Solar-Divicon (vervolg) Afdeklijsten monteren Isolatiemantel door zachtjes te kloppen gelijkmatig om het boilerlichaam aanbrengen. 2. Voorste afdeklijst monteren Achterste afdeklijst op de isolatie plaatsen. A 4. Typeplaatje A aanbrengen. Montage Afb. 7 A Typeplaatje 11

12 Montageverloop Boiler zonder aangebouwde Solar-Divicon (vervolg) Deksel monteren Opmerking Na de montage van het deksel de afdeklijst met afdekkap naar boven tot tegen het deksel schuiven. 1. Montage A 2. Afb. 8 A Afdekkap met logo Ontluchting aan zonnesysteemzijde monteren 1. Ribbelbuis in hoekstuk inschuiven Ontluchtingsplug in hoekstuk inschroeven. 3. Ribbelbuis in zonnesysteemaanvoer schuiven en hoek met pakking (vlakdichtend) vastschroeven. 1. Verder met pagina Afb. 9 12

13 Boiler met aangebouwde Solar-Divicon Montageverloop Opstellen en uitlijnen Stelpoten tot de aanslag in de steunpoten schroeven en boiler met stelpoten uitlijnen. A Opmerking De stelpoten in totaal niet meer dan 35 mm uitdraaien. 2. Als geen elektrisch verwarmingselement wordt ingebouwd, de voorste sok met de meegeleverde stop R1½ afdichten. Montage 3. Afb. 10 A Zakje met typeplaatje Draagplaat monteren Afb

14 Montageverloop Boiler met aangebouwde Solar-Divicon (vervolg) Solar-Divicon monteren! Montagehandleiding Divicon Opgelet Elektrische kabels kunnen door hete onderdelen worden beschadigd. Voor voldoende isolatie tussen elektrische kabels en warmtegeleidende buizen zorgen. Opmerking De elektrische kabel moet van boven naar de Solar- Divicon gelegd worden en later onder de isolatie liggen. Montage Afb. 12 Solar-Divicon aan zonnesysteemzijde aansluiten en dichtheid controleren! Opgelet Na montage van de isolatie en het isolatiedeksel zijn de schroefbevestigingen niet meer in te zien. De volgende stappen moeten worden verricht voordat de isolatie wordt gemonteerd. 1. Alle buisleidingen met demonteerbare verbindingen aansluiten. 2. Installatie aan zonnesysteemzijde vullen. Servicehandleiding zonnecollector Aan zonnesysteemzijde Toegelaten temperatuur 140 C Toegelaten werkingsdruk Testdruk 10 bar (1,0 MPa) 16 bar (1,6 MPa) 3. Alle schroefbevestigingen aan zonnesysteemzijde controleren op lekkage, inclusief de aansluitingen aan de onderzijde van de boiler. 14

15 Montageverloop Boiler met aangebouwde Solar-Divicon (vervolg) Wateraansluitingen zonnesysteem realiseren Montage Afb

16 Montageverloop Boiler met aangebouwde Solar-Divicon (vervolg) Montage Afb Ribbelbuis in hoekstuk schuiven. 2. Ontluchtingsplug in hoekstuk schroeven. 4. Buis zonnesysteemaanvoer monteren. 5. Buis zonnesysteemretour monteren. 3. Ribbelbuis in zonnesysteemaanvoer schuiven en hoek met pakking (vlakdichtend) vastschroeven. 16

17 Montageverloop Boiler met aangebouwde Solar-Divicon (vervolg) Isolatiedeksel aanbrengen Montage Afb

18 Montageverloop Boiler met aangebouwde Solar-Divicon (vervolg) Thermometersensor (indien voorhanden) en boilertemperatuursensor monteren Montage A Afb Thermometersensor door de houder voeren en thermometer erin steken. 2. Bovenste thermometersensor door het hefoog voeren, tot aan de aanslag in de klembeugel steken en vleugelmoer vastdraaien. Opmerking De houder wordt door de niet afgewikkelde capillaire buis aan de boiler hangend in positie gehouden. Dat is voor de verdere montage noodzakelijk. 3. Capillaire leiding van de thermometervoeler naar de achterkant van de boiler voeren en volgende stappen afhankelijk van het aantal ingebouwde thermometersensoren herhalen. 6. Moeren vastdraaien. 7. Afhankelijk van de montageplaats: thermometersensor in de klembeugel bevestigen of in de klemsystemen A tot de aanslag schuiven. Boilertemperatuursensor in het klemsysteem tot aan de aanslag schuiven. Opmerking Sensoren niet met isolatieband omwikkelen. Sensorkabels van de boilertemperatuursensoren worden bij het plaatsen van de isolatie door de openingen (gleuven) van de achterste afdekstrip naar buiten gebracht. 8. Houder met thermometers monteren. 4. Moeren losmaken. 5. Klemsysteem op de schroefbouten plaatsen en uitlijnen. 18

19 Montageverloop Boiler met aangebouwde Solar-Divicon (vervolg) Isolatiemat onderaan monteren! Opgelet De isolatiemat onder mag niet met open vuur in aanraking komen. Wees voorzichtig bij soldeer- en laswerkzaamheden. Opmerking De volgende stappen pas verrichten, wanneer de lekkagecontrole (zie pagina 14) werd verricht. Montage Afb. 17 Isolatiemantel aanbrengen! Opgelet De isolatiemantel mag niet in aanraking komen met open vuur. Wees voorzichtig bij soldeer- en laswerkzaamheden. Opmerking Voor de volgende werkzaamheden zijn twee personen nodig. Er mogen geen vliesresten via de boileraansluitingen in de verwarmingswaterbuffer terechtkomen. 19

20 Montageverloop Boiler met aangebouwde Solar-Divicon (vervolg) 1. 6x 2. 6x Montage x 3. 6x Afb Op de boilerachterzijde: zes klemsluitingen op het randprofiel van de rechter en linker isolatiemantel steken en isolatiemantels om het boilerlichaam leggen. Opmerking Klemsluitingen in eerste vergrendeling laten. 2. Op boilervoorkant: zes klemsluitingen op het randprofiel van de rechter en linker isolatiemantel steken. 3. De klemsluitingen op de boilerachterzijde tot aan de aanslag inschuiven. 4. De klemsluitingen op de boilervoorzijde tot aan de aanslag inschuiven. 5. Als geen elektrisch verwarmingselement wordt gebruikt: de opening sluiten, daartoe een deel uit de isolatie van de boilerachterzijde gebruiken. Opmerking De klemsluiting, die achter de Solar-Divicon aangebracht moet worden, boven de Solar-Divicon monteren en dan naar beneden schuiven. 20

21 Montageverloop Boiler met aangebouwde Solar-Divicon (vervolg) Afdeklijsten monteren B a Montage A 1. Afb B Typeplaatje 1. Isolatiemantel door zachtjes te kloppen gelijkmatig om het boilerlichaam aanbrengen. 2. Voorste afdeklijst bij de gleuf A losmaken en onderste deel gebruiken. De met de aansluitset geleverde afdeklijst voor boven gebruiken. 3. Achterste afdeklijst op de isolatie plaatsen. 4. Typeplaatje B aanbrengen. Afmeting a Bij 750 l: tot 300 mm inkorten. Bij 950 l: beschikbare lengte gebruiken. 21

22 Montageverloop Boiler met aangebouwde Solar-Divicon (vervolg) Deksel monteren Montage 1. A 2. Afb. 20 A Afdekkap Montage tapwatercirculatie (accessoires) T-stuk met vlakke pakking op de warmwateraansluiting aansluiten. 2. Afdichting op de ribbelbuis schuiven.! Ribbelbuis door T-stuk helemaal in de warmwateraansluiting schuiven. Opmerking Met draaiende bewegingen kan de ribbelbuis makkelijker worden ingeschoven. 4. De door de installateur te realiseren aansluiting met meegeleverde tweede pakking vlak uitvoeren Afb

23 Montageverloop Tapwaterzijde aansluiten Opmerking De boiler eerst aan de tapwaterzijde en dan aan de verwarmingswaterzijde vullen. Als de boiler nog niet met tapwater gevuld kan worden, maar de ketel al wel in bedrijf moet worden gesteld, kan de boiler worden gebruikt met 2,5 bar aan verwarmingswaterzijde. Voor de aansluiting van het tapwater de geldende voorschriften (DIN 1988/DIN EN 806 en DIN 4753) in acht nemen. c: voorschriften van de SVGW (Zwitserse vereniging voor gas- en waterwezen). Alle buisleidingen met demonteerbare verbindingen aansluiten. Ongebruikte aansluitingen afsluiten met roodkoperen kappen. Circulatieleiding voorzien van een circulatiepomp, terugslagklep en tijdschakelklok. Circulatiepomp op de regeling of aparte tijdschakelklok aansluiten. Toegelaten temperatuur 95 C Toegelaten werkingsdruk Testdruk 10 bar (1,0 MPa) 16 bar (1,6 MPa) Montage P H D E F G K M O K R K P L N K O S T C A B Afb. 22 A Expansievat B Aftap C Circulatieleiding D Warm water E Terugslagklep, onder veerdruk F Circulatiepomp G Zichtbare uitloop van de afblaasleiding H Veiligheidsklep K Afsluitklep L Debietregelklep M Manometeraansluiting N Terugstroomblokkering O Aftap P Koud water R Tapwaterfilter S Drukreduceerklep T Terugstroomblokkering/buisscheider Veiligheidsklep De installatie moet als bescherming tegen overdruk zijn uitgerust met een goedgekeurde membraanveiligheidsklep. Toegestane werkingsdruk: 10 bar. De aansluitdiameter van de veiligheidsklep moet R¾ (DN 20) bedragen. Als het verwarmingsvermogen van de warmwaterboiler meer bedraagt dan het aan de inhoud toegewezen maximale verwarmingsvermogen, een voldoende grote veiligheidsklep kiezen voor het verwarmingsvermogen (zie DIN , uitgave 3/88, hoofdstuk 6.3.1). De veiligheidsklep in de koudwaterleiding plaatsen. Deze mag niet afsluitbaar zijn van de boiler. Vernauwingen in de leiding tussen veiligheidsklep en boiler zijn niet toegestaan. De uitblaasleiding van de veiligheidsklep mag niet worden afgesloten. Uittredend water moet zonder gevaar en zichtbaar in een afvoersysteem afgevoerd worden. In de buurt van de afblaasleiding, bij voorkeur op de veiligheidsklep zelf, moet een plaatje aangebracht worden met de tekst: Tijdens het verwarmen kan uit veiligheidsoverwegingen water uit de afblaasleiding komen! Niet afsluiten! 23

24 Montageverloop Tapwaterzijde aansluiten (vervolg) De veiligheidsklep boven de bovenkant van de boiler monteren. Tapwaterzijde aansluiten Montage Alle buisleidingen met demonteerbare verbindingen aansluiten. Ongebruikte aansluitingen met kappen of stoppen afsluiten. Temperatuurregelaar en veiligheidstemperatuurbegrenzer zo instellen dat de tapwatertemperatuur in de warmwaterboiler niet meer dan 95 C bedraagt. Toegestane temperaturen Aan zonnesysteemzijde 140 C Verwarmingswaterzijde 110 C Toegelaten werkingsdruk Aan zonnesysteemzijde Verwarmingswaterzijde Testdruk Aan zonnesysteemzijde Verwarmingswaterzijde 10 bar (1,0 MPa) 3 bar (0,3 MPa) 16 bar (1,6 MPa) 4,8 bar (0,48 MPa) A C P VC WW Z VWAv1/EL WW/Z A AB B M BoiTS1 HV2/HR1 BoiTS2 HR2 SPR3 HR3 KW E HVs/HRs K B KW Afb. 23 A B Zonnecollector Verwarmingswaterbuffer met tapwaterverwarming C Zonneregeling VWAv1/EL Verwarmingswateraanvoer 1 van warmtegenerator/ontluchting 24

25 Montageverloop Tapwaterzijde aansluiten (vervolg) WW/Z BoiTS1 HV2/HR1 BoiTS2 HR2 Warm water/circulatie Klemsysteem voor boilertemperatuursensor 1 Verwarmingswateraanvoer 2/verwarmingswaterretour 1 Klemsysteem voor boilertemperatuursensor 2 Verwarmingswaterretour 2 (verwarmingsondersteuning) SPR3 HR3 KW E HVs VWRez Klemsysteem voor boilertemperatuursensor 3 Verwarmingswaterretour 3 (naar de warmtegenerator) Koud water Aftap Verwarmingswateraanvoer zonnesysteem/ ontluchting zonnesysteem Zonne-energie retour 1. Regeling van de warmtetoevoer inbouwen. 2. Bovendien een goedgekeurde veiligheidstemperatuurbegrenzer monteren als die in de installatie nog ontbreekt. Hiertoe combitoestel TR/STB (temperatuurbewaker en veiligheidstemperatuurbegrenzer) plaatsen. Montage Equipotentiaalverbinding aansluiten Equipotentiaalverbinding tot stand brengen volgens de technische aansluitvoorwaarden van het plaatselijke energiebedrijf en de VDE-bepalingen. c: De equipotentiaalverbinding tot stand brengen volgens de technische voorschriften van het plaatselijke energiebedrijf en de SEV-bepalingen. 25

26 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud Stappen voor de eerste inbedrijfstelling Stappen voor de inspectie Stappen voor het onderhoud Pagina 1. Boiler vullen Aan zonnezijde ontluchten bij aangebouwde Solar-Divicon Inspectie en onderhoud Installatie buiten bedrijf stellen 5. Boiler inwendig reinigen Aansluitingen aan waterzijde controleren op dichtheid 7. Instructie van de installatiegebruiker

27 Boiler vullen Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud 1. Boiler aan tapwaterzijde vullen. Opmerking De boiler eerst aan de tapwaterzijde en dan aan de verwarmingswaterzijde vullen. Als de boiler nog niet met tapwater gevuld kan worden, maar de ketel al wel in bedrijf moet worden gesteld, kan de boiler worden gebruikt met 2,5 bar aan verwarmingswaterzijde. 2. Schroefverbindingen aan verwarmingswater- en tapwaterzijde controleren op lekkage, eventueel vastdraaien. 3. Veiligheidskleppen volgens de gegevens van de fabrikant controleren op goede werking. Werking zonder tapwaterverwarming: Bedieningshandleiding van de verwarmingsinstallatie Opmerking De ontluchting van de zonnesysteemspiraal vindt plaats via de zonnesysteemaanvoer. Overtollig zonnemedium met een flexibele slang via de ontluchtingsuitgang opvangen en weer naar de installatie terugvoeren. Alternatief: Servicehandleiding van de zonne-installatie 27

28 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aan zonnezijde ontluchten bij aangebouwde Solar-Divicon 1. Afdekstrip A demonteren. 2. Klemsluitingen B openen en uit elkaar trekken. 3. Isolatie aan de linker zijde van de boiler optillen en aan de ontluchtingsstop C aan zonnezijde ontluchten. Opmerking Wanneer er witte knikken in het oppervlak van de isolatie zijn ontstaan, kunt u deze witte plekken weer verwijderen met warme lucht (bijv. met een föhn). A Afb. 24 B C Inspectie en onderhoud Volgens DIN 1988/DIN EN 806 dienen de inspectie en (indien nodig) reiniging uiterlijk twee jaar na de inbedrijfstelling en daarna naar behoefte te worden uitgevoerd. Installatie buiten bedrijf stellen Boiler inwendig reinigen! Opgelet Te hoge druk en ongeschikte reinigingsmiddelen kunnen het materiaal beschadigen. Voor het aftappen aan tapwaterzijde de druk aan verwarmingswaterzijde tot max. 2,5 bar (0,25 MPa) beperken. Geen zoutzuurhoudende reinigingsproducten gebruiken. Gevaar Resten van het reinigingsproduct kunnen vergiftiging veroorzaken. Informatie van de producent van het reinigingsmiddel in acht nemen. 28

29 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Boiler inwendig reinigen (vervolg) 1. Boiler aan tapwaterzijde (verwarmingsspiraal van roestvast staal) aftappen. B 2. Warmwaterboiler loskoppelen van het leidingsysteem zodat er geen reinigingsmiddelen en verontreinigingen in het leidingsysteem terechtkomen. Afb. 25 C A 3. De reiniging van de tapwateraansluiting van de edelstalen verwarmingsspiraal uitvoeren met een chemisch reinigingsmiddel. Reinigingstoestel A aan de warmwateraansluiting B en de koudwateraansluiting C van de boiler (edelstalen verwarmingsspiraal) aansluiten. Reinigingsproducten volgens de instructies van de fabrikant in het reservoir van het reinigingstoestel vullen. Met max. 10 bar en gedurende min. 60 minuten reinigen. Edelstalen verwarmingsspiraal op afzettingen controleren en evt. reiniging herhalen tot de kalkafzettingen verwijderd zijn. 4. Reinigingsmiddel volledig laten afvloeien. 5. Edelstalen verwarmingsspiraal na de reiniging grondig spoelen om restanten van het reinigingsproduct te verwijderen. 6. Boiler weer op het leidingsysteem aansluiten. 7. Edelstalen verwarmingsspiraal aan tapwaterzijde vullen en via het leidingnet ontluchten. Aansluitingen aan waterzijde controleren op dichtheid Instructie van de installatiegebruiker De installateur moet de gebruiker van de installatie over de bediening instrueren. 29

30 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Instructie van de installatiegebruiker (vervolg) 30

31 Overzicht van de modules Onderdelenlijsten Voor de bestelling van onderdelen zijn de volgende gegevens vereist: Serienr. (zie typeplaatje A) Module (uit deze onderdelenlijst) Positienummer van het onderdeel in de module (uit deze onderdelenlijst) A B C Onderdelen Afb. 26 D A Typeplaatje B Isolatie C Boiler D Buizenset (accessoires) 31

32 Onderdelenlijsten Isolatie Onderdelen Afb

33 Onderdelenlijsten Isolatie (vervolg) Pos. Onderdeel 0001 Klemsluiting (6 stuks) 0002 Isolatiemantel rechts 0003 Isolatiemantel links 0004 Isolatiemat boven 0005 Isolatiemat onder 0006 Deksel 0007 Afdekstrip voor 0008 Afdekking thermometer, grijs 0009 Thermometer 30 tot 120 C 0010 Afdekstrip achter 0011 Rozet (2 stuks) 0012 Afdekkap met logo 0013 Rozet zonder gat 0014 Beschermprofiel onder 0015 Afdekkap Onderdelen 33

34 Onderdelenlijsten Boiler Onderdelen Afb

35 Onderdelenlijsten Boiler (vervolg) Pos. Omschrijving 0001 Stelpoot 0002 Klembeugel 0003 Typeplaatje 0004 Aftapdop G ½ 0005 Hoekstuk G 1 - Rp ½ 0006 Ontluchtingsslang 0007 Stop 0008 Klemsysteem temperatuurregistratie 0009 Leidingbocht met pakkingen 0010 Afsluitstop 0011 Montage- en servicehandleiding Onderdelen 35

36 Onderdelenlijsten Buizenset (accessoires) Onderdelen Afb

37 Onderdelenlijsten Buizenset (accessoires) (vervolg) Pos. Onderdeel 0001 Plaat met klinknagel (draagplaat) 0002 Houder voor thermometer 0003 Bevestigingselementen 0004 Leiding zonnesysteemaanvoer 0005 Leiding zonnesysteemretour 0006 Stiften 0007 Afdeklijst Onderdelen 37

38 Protocollen Protocollen Eerste inbedrijfstelling Onderhoud/service Onderhoud/service op: door: Onderhoud/service Onderhoud/service Onderhoud/service op: door: Onderhoud/service Onderhoud/service Onderhoud/service op: door: Onderhoud/service Onderhoud/service Onderhoud/service Aanhangsel op: door: Onderhoud/service Onderhoud/service Onderhoud/service op: door: 38

39 Productkenmerken Productkenmerken Boilerinhoud l Stand-byverlies volgens EN : 2006 Q ST bij 45 K temperatuurverschil kwh/24 h 2,25 2,45 V aux (naverwarmbaar verwarmingswatervolume) l V sol (verwarmingswatervolume dat door het zonnesysteem kan worden opgewarmd) Afmetingen Lengte (7) l met isolatie mm zonder isolatie mm Breedte mm Hoogte met isolatie mm zonder isolatie mm Kantelmaat zonder isolatie en stelpoten mm Gewicht Vitocell 340-M met isolatie kg zonder isolatie kg Gewicht Vitocell 360-M met isolatie kg zonder isolatie kg Aanhangsel 39

40 Accessoires Technische gegevens elektrisch verwarmingselement Elektrisch verwarmingselement 6 kw Nominaal vermogen bij normale werking kw Nominale spanning 3/N/PE 400 V /50 Hz Nominale stroom A 8,7 Type SVKC/SVSB, 750 l Opwarmtijd van 10 naar 60 C h ,4 Inhoud opwarmbaar met elektrisch verwarmingselement l 346 Type SVKC/SVSB, 950 l Opwarmtijd van 10 naar 60 C h 12,6 6,3 4,3 Inhoud opwarmbaar met elektrisch verwarmingselement 435 Elektrisch verwarmingselement 12 kw Nominaal vermogen bij normale werking kw Nominale spanning 3/N/PE 400 V /50 Hz Nominale stroom A 17,4 Type SVKC/SVSB, 750 l Opwarmtijd van 10 naar 60 C h 5,0 2,5 1,7 Inhoud opwarmbaar met elektrisch verwarmingselement l 346 Type SVKC/SVSB, 950 l Opwarmtijd van 10 naar 60 C h 6,3 3,2 2,1 Inhoud opwarmbaar met elektrisch verwarmingselement l 435 Aanhangsel 40

41 Definitieve buitenbedrijfstelling en verwijdering Afvalverwijdering De producten van Viessmann kunnen gerecycleerd worden. Componenten en bedrijfsstoffen van uw verwarmingsinstallatie horen niet thuis in het huisvuil. Voor de buitenbedrijfstelling de installatie spanningsvrij schakelen en de componenten evt. laten afkoelen. Alle componenten moeten deskundig verwijderd worden. Aanhangsel 41

42 Verklaringen Conformiteitsverklaring Wij, Viessmann Werke GmbH & Co KG, D Allendorf, verklaren op eigen verantwoordelijkheid dat de producten Vitocell 340-M en Vitocell 360-M in overeenstemming zijn met de volgende normen: DIN 4753 EN 12897: 2006 AD2000-toelichtingenblad Overeenkomstig de bepalingen van de volgende richtlijnen worden deze producten met CE-0036 gekenmerkt: 97/23/EG gegevens overeenkomstig de richtlijn inzake drukapparatuur (97/23/EG): Verwarmd druktoestel (geen gevaar voor oververhitting) Tapwater- en verwarmingswaterelement volgens artikel 3, paragraaf (3) Onderdeel van een zonnesysteem volgens categorie II, diagram 5 Module B en C 1 conform appendix III Materialen volgens AD2000-reglement overeenkomstig het individuele rapport en appendix I, 4.2, b) Corrosietoeslag volgens appendix I, 2.2 en AD2000-reglement Het drukapparaat is zonder uitrusting (veiligheidsinrichting) getest. Het moet vóór de opstelling en de eerste inbedrijfstelling volgens de nationale voorschriften worden uitgerust. Allendorf, 7 januari 2016 Viessmann Werke GmbH & Co. KG ppa. Manfred Sommer Aanhangsel 42

43 Index Index A Aansluiten zonnesysteemzijde...14 Aansluiting Tapwater...23 Tapwaterzijde Aansluitingen...6 B Boiler opstellen...7 Boilertemperatuursensor...9, 18 E Elektrisch verwarmingselement... 7, 40 P Productinformatie... 5 S Solar-Divicon monteren...14 T Tapwaterzijde aansluiten...23, 24 Technische gegevens...39 Thermometersensor...9, 18 Z Zonnesysteemzijde aansluiten...14 Zonnezijde ontluchten G Gebruik conform de regelgeving... 5 O Onderdelenlijst Ontluchting aan zonnesysteemzijde

44 44 Geldig voor Artikel nr.: Viessmann Nederland B.V. Postbus AH Capelle a/d IJssel Tel. : Fax : info-nl@viessmann.com Technische wijzigingen voorbehouden.