VIESMANN. Montagehandleiding VITOCELL 100-V. voor de vakman. Vitocell 100-V type CVS. Elektro-solarboiler 200 en 300 liter inhoud

Transcriptie

1 Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 100-V type CVS Elektro-solarboiler 200 en 300 liter inhoud VITOCELL 100-V 9/2011 Na montage deze handleiding recyclen!

2 Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij veiligheidsvoorschriften Opgelet! Dit teken waarschuwt voor materiële schade en schade aan het milieu. Opmerking Gegevens met het woord "Opmerking" bevatten aanvullende informatie. Doelgroep Deze handleiding is uitsluitend bedoeld voor erkende installateurs. Elektrische werkzaamheden mogen alleen door elektromonteurs worden uitgevoerd. Voorschriften Respecteer bij de werkzaamheden de ARBO voorschriften, de wettelijke voorschriften inzake milieubescherming. EN, NEN, VEWIN voorschriften, het bouwbesluit en eventuele lokale voorschriften. Werkzaamheden aan de installatie Installatie spanningsvrij schakelen (bijv. met de afzonderlijke zekering of een hoofdschakelaar) en op aanwezige spanning controleren. Installatie tegen opnieuw inschakelen beveiligen. 2

3 Inhoudsopgave Montage-instructies Productinformatie... 4 Aansluitingen... 4 Aanwijzingen voor de plaatsing... 4 Algemene installatieaanwijzingen... 6 Montageverloop Warmwaterboiler... 7 Thermometervoeler (indien aanwezig) monteren... 7 Anodeaansluiting controleren en deksel monteren... 8 Uitvoering zonder gemonteerde Solar-Divicon SR... 9 Boilertemperatuursensor (indien aanwezig)... 9 Uitvoering met gemonteerde Solar-Divicon SR Solar-Divicon SR monteren Solar-aanvoer monteren Solarretour monteren Isolatie van de aansluitingen Aan solarzijde aansluiten Elektrisch verwarmingselement monteren Tapwater aansluiten Equipotentiaalverbinding aansluiten Inwerkingstelling

4 Productinformatie Geëmailleerde, intern verwarmde warmwaterboiler voor de tapwateropwarming in combinatie met solarinstallaties, en / of elektrische verwarmingselement voor bivalente werking. Uitvoering: Met of zonder gemonteerde Solar-Divicon, aansluitset Solar en Vitosolic. Inhoud: 200 en 300 liter Geschikt voor installaties conform DIN 1988, EN 12828, DIN 4753, EN 12897, EN en EN Aansluitingen A B C D E F A Binnenschroefdraad voor montage Solar-Divicon SR B Aansluiting voor thermometervoeler C Magnesiumanode met massakabel D Warm water E Circulatie F Sok voor elektrisch verwarmingselement G Solar-aanvoer H Retour Solar/boilertemperatuursensor (met haaks inschroefelement) K Koud water/aftap B G H K Aanwijzingen voor de plaatsing! Opgelet De isolatie mag niet met open vuur in aanraking komen. Wees voorzichtig bij soldeer- en laswerkzaamheden.! Opgelet Om schade aan het materiaal te vermijden, de warmwaterboiler in een vorst- en tochtvrije ruimte plaatsen. 4

5 Productinformatie (vervolg) Anders moet bij vorst de warmwaterboiler worden afgetapt als deze niet wordt gebruikt. Opmerking Voorzie voldoende afstand tot de muur om het elektrisch verwarmingselement te kunnen vervangen of monteren. Warmwaterboiler met elektrisch verwarmingselement (accessoire) plaatsen 650 Handhaaf een minimale afstand tot de muur voor onderhoudswerkzaamheden aan het elektrisch verwarmingselement (indien aanwezig). Warmwaterboiler met stelpoten uitlijnen. Opmerking Stelpoten in totaal niet meer dan 35 mm uitdraaien. Montagehandleiding elektrisch verwarmingselement! Opgelet De onverwarmde lengte van een ingeschroefd verwarmingselement (door de installateur te voorzien) moet minimaal 100 mm bedragen. Het inschroef-verwarmingselement moet geschikt zijn voor geëmailleerde warmwaterboilers. 5

6 Productinformatie (vervolg) Algemene installatieaanwijzingen Voor de installatie rood messing fittingen, messing fittingen, koperen buis of Viessmann roestvast stalen zonneleiding gebruiken. Hennep alleen in combinatie met druken temperatuurbestendig afdichtmiddel gebruiken. Alle afdichtvlakken voor het samenbouwen controleren op verontreiniging en beschadigingen. Alle leidingeinden moeten haaks en zonder bramen zijn. Wartelmoer eerst met de hand aantrekken, daarna met een steeksleutel ¾-slag vastdraaien. Op knelkoppelingen geen uitgegloeide koperleidingen gebruiken. Montage met koperen buis In de leidingen van het zonnecircuit steunhulzen plaatsen en met de aansluitingen van de armaturengroep vastschroeven. 6

7 Warmwaterboiler Thermometervoeler (indien aanwezig) monteren Voeler aan de buitenzijde zodanig op de drukveer van de sensorbevestiging bevestigen, dat ze aan de voorkant met de veer afsluiten. Voeler niet met isolatieband omwikkelen. Sensorbevestiging met voeler tot de aanslag in de dompelhuls steken. 7

8 Warmwaterboiler (vervolg) Anodeaansluiting controleren en deksel monteren C A B A Magnesiumanode B Massakabel C Thermometerkabel Opmerking De thermometerkabels door de groef in de flensisolatie voeren. 8

9 Uitvoering zonder gemonteerde Solar-Divicon SR Boilertemperatuursensor (indien aanwezig) Opgelet! Om schade aan het toestel te vermijden, mogen elektrische kabels geen hete onderdelen aanraken. Voor voldoende isolatie tussen elektrische kabels en warmtegeleidende leidingen zorgen Bij solarfunctie de boilertemperatuursensor met een inschroefelement (toebehoren) in de retour aanbrengen. Boilertemperatuursensor tot de aanslag in de dompelhuls aanbrengen. 9

10 Uitvoering met gemonteerde Solar-Divicon SR Solar-Divicon SR monteren Opmerking Voorafgaand aan de montage de aanwezige bouten uit de kunststof beugels van de Solar-Divicon verwijderen en vervangen door de meegeleverde bout M8x M8x100 M8x55 Verdere montagestappen en het leggen van de elektrische leidingen: Montage- en servicehandleiding Solar-Divicon SR Montage- en serviceaanwijzing Vitosolic 100, type SD1 10

11 Uitvoering met gemonteerde Solar-Divicon SR (vervolg) Solar-aanvoer monteren Elektrische zonneboiler met inhoud van 200 en 300 liter Opgelet! Om schade aan het toestel te vermijden, mogen elektrische kabels geen hete onderdelen aanraken. Voor voldoende isolatie tussen elektrische kabels en warmtegeleidende leidingen zorgen

12 Uitvoering met gemonteerde Solar-Divicon SR (vervolg) Solarretour monteren Elektrische zonneboiler met inhoud van 200 liter Opgelet! Om schade aan het toestel te vermijden, mogen elektrische kabels geen hete onderdelen aanraken. Voor voldoende isolatie tussen elektrische kabels en warmtegeleidende leidingen zorgen Opmerking Boilertemperatuursensor tot de aanslag in de dompelhuls aanbrengen. 12

13 Uitvoering met gemonteerde Solar-Divicon SR (vervolg) Elektrische zonneboiler met inhoud van 300 liter Opgelet! Om schade aan het toestel te vermijden, mogen elektrische kabels geen hete onderdelen aanraken. Voor voldoende isolatie tussen elektrische kabels en warmtegeleidende leidingen zorgen Opmerking Boilertemperatuursensor tot de aanslag in de dompelhuls aanbrengen. 13

14 Uitvoering met gemonteerde Solar-Divicon SR (vervolg) Isolatie van de aansluitingen

15 Aanvoer Retour Aan solarzijde aansluiten Alle buisleidingen met demonteerbare verbindingen aansluiten. Ongebruikte aansluitingen afsluiten met roodkoperen kappen. Temperatuurregelaar aan de Vitosolic zo instellen dat de tapwatertemperatuur in de warmwaterboiler niet hoger wordt dan 95 ºC. Toegelaten temperatuur (solarmedium): 160 C Toegestane werkdruk: 10 bar Testdruk: 16 bar Opwarming van het tapwater door zonnecollectoren via verwarmingsspiraal en / of via elektrisch verwarmingselement met Solar-Divicon /S S1-- --S KM-BUS R1-- --R V /R1- WW /R /R /S2-- KW 1 1 Elektro-solarboiler 2 Boilertemperatuursensor S2 3 Veiligheidstemperatuurbegrenzer (accessoires) 15

16 Aan solarzijde aansluiten (vervolg) 4 Tapwatercirculatiepomp (installateur) 5 Thermostatische mengautomaat (accessoires) 6 Circulatiepomp R2 (omlading) 7 Zonnecollectoren 8 Collectortemperatuursensor S1 9 Solar-Divicon SR qp Solarcircuitpomp R1 qq Vitosolic 100, type SD1 qw Elektrisch verwarmingselement KW Koud water WW Warm water Bij Solar-aanvoertemperaturen boven 95 ºC: afdekrozetten van de uitgaande verwarmingsleidingen verwijderen (de rozetten hebben linkse schroefdraad). 16

17 Aanvoer Retour Aan solarzijde aansluiten (vervolg) Opwarming van het tapwater door zonnecollectoren via verwarmingsspiraal en / of via elektrisch verwarmingselement zonder Solar-Divicon /S S1-- --S R1-- --R2-- --KM-BUS V /R1-13 WW /R /R /S2-- KW 1 1 Elektro-solarboiler 2 Boilertemperatuursensor S2 3 Veiligheidstemperatuurbegrenzer (accessoires) 4 Tapwatercirculatiepomp (installateur) 5 Thermostatische mengautomaat (accessoires) 6 Circulatiepomp R2 (omlading) 7 Zonnecollectoren 8 Collectortemperatuursensor S1 qp Solarcircuitpomp R1 qq Vitosolic 100, type SD1 qw Elektrisch verwarmingselement qe Vularmatuur qr Luchtafscheider KW Koud water WW Warm water 17

18 Aan solarzijde aansluiten (vervolg) 1. Bij Solar-aanvoertemperaturen boven 95 ºC: afdekrozetten van de uitgaande verwarmingsleidingen verwijderen (de rozetten hebben linkse schroefdraad). 2. Regeling van de warmtetoevoer inbouwen. 3. Uitsluitend bij verwarmingswateraanvoertemperaturen boven 110 C: bovendien een goedgekeurde veiligheidstemperatuurbegrenzer monteren als er in de installatie nog geen voorzien is. Hiertoe een dubbele thermostaat (temperatuurbewaker en veiligheidstemperatuurbegrenzer) plaatsen. Elektrisch verwarmingselement monteren Montage- en servicehandleiding elektrisch verwarmingselement Tapwater aansluiten Voor de aansluiting van het tapwater de geldende voorschriften in acht nemen. Alle buisleidingen met demonteerbare verbindingen aansluiten. Ongebruikte aansluitingen afsluiten met roodkoperen doppen of stoppen. Circulatieleiding voorzien van een circulatiepomp, terugslagklep en tijdschakelklok. Circulatiepomp via schakelklok aansluiten. Toegelaten temperatuur: 95 C Toegestane werkdruk: 10 bar Testdruk: 16 bar 18

19 Tapwater aansluiten (vervolg) K R E D F G H L N P M O L L S L R P T U A B A C A Verwarmingsspiraal voor de aansluiting op zonnecollectoren B Membraan-drukexpansievat C Aftap D Circulatieleiding E Warm water F Terugslagklep, onder veerdruk G Circulatiepomp H Zichtbare uitloop van de afblaasleiding K Veiligheidsklep Veiligheidsklep De installatie moet als bescherming tegen overdruk zijn uitgerust met een goedgekeurde membraanveiligheidsklep. Toegestane werkdruk: 10 bar. De aansluitdiameter van de veiligheidsklep moet als volgt uitgevoerd zijn: R ¾ (DN 20), max. verwarmingsvermogen 150 kw. L Afsluitkraan M Debietregelklep N Manometeraansluiting O Terugstroomblokkering P Aftap R Koud water S Tapwaterfilter T Drukreduceerklep U Terugstroomblokkering/buisscheider Als het verwarmingsvermogen van de Vitocell meer bedraagt dan 150 kw moet een grotere veiligheidsklep worden gekozen die voldoende is voor het verwarmingsvermogen. 19

20 Tapwater aansluiten (vervolg) De veiligheidsklep in de koudwaterleiding plaatsen. Deze mag niet van de warmwaterboiler kunnen worden afgesloten. Vernauwingen in de leiding tussen veiligheidsklep en warmwaterboiler zijn niet toegestaan. De uitblaasleiding van de veiligheidsklep mag niet afgesloten worden. Uittredend water moet zonder gevaar en zichtbaar in een afvoersysteem afgevoerd worden. In de buurt van de uitblaasleiding van de veiligheidsklep, het meest praktisch op de veiligheidsklep zelf, moet een bordje aangebracht worden met de tekst: Tijdens het verwarmen kan uit veiligheidsoverwegingen water uit de uitblaasleiding komen! Niet afsluiten! De veiligheidsklep moet boven de warmwaterboiler worden gemonteerd. Equipotentiaalverbinding aansluiten Equipotentiaalverbinding tot stand brengen volgens de NEN voorschriften. Inwerkingstelling Servicehandleiding Gedrukt op milieuvriendelijk, chloorvrij gebleekt papier 20 Viessmann Nederland B.V. Postbus AH Capelle a/d IJssel Tel. : Fax : info-nl@viessmann.com Technische wijzigingen voorbehouden.