VIESMANN. Montageaanwijzing VITOCROSSAL 200. voor de vakman

Transcriptie

1 Montageaanwijzing voor de vakman VIESMANN Vitocrossal 200 Type CT2 Condenserende HR-gasketel met MatriX-cilinderbrander voor aardgas H-G20 en L-G25 VITOCROSSAL 200 5/2008 Na montage deze aanwijzing recycleren!

2 Veiligheidsaanwijzingen Volg deze veiligheidsaanwijzingen nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij de veiligheidsaanwijzingen! Gevaar Dit teken waarschuwt voor persoonlijk letsel. Opgelet Dit teken waarschuwt voor materiëleschadeenschade aan het milieu. Gegevens met het woord "" bevatten aanvullende informatie. Doelgroep Deze handleiding is alleen bedoeld voor erkende installateurs. & Werkzaamheden aan gasinstallaties mogen alleen door installateurs worden uitgevoerd die hiertoe erkend zijn door de bevoegde gasmaatschappij. & Elektrische werkzaamheden mogen alleen door elektromonteurs worden uitgevoerd. Voorschriften Respecteer bij de werkzaamheden & de wettelijke voorschriften inzake ongevalspreventie, & de wettelijke voorschriften inzake de milieubescherming, & de bepalingen inzake de ongevallenverzekering, & de betreffende veiligheidsbepalingen van de normen NBN, NBN EN, AREI/RGIE en de voorschriften BELGAQUA. Werkzaamheden aan de installatie & Installatie van het net schakelen en controleren op nog aanwezige spanning (bijv. met de afzonderlijke zekering of een hoofdschakelaar). & Installatie tegen opnieuw inschakelen beveiligen. & Bij gas als brandstof de gasafsluitkraan sluiten en beveiligen tegen onverhoeds openen. 2

3 Inhoudsopgave Montagevoorbereiding... 4 Montageverloop Verwarmingsketel vervoeren, opstellen en uitlijnen... 6 Verwarmingswaterzijde aansluiten... 7 Veiligheidsaansluitingen aanbrengen... 9 Aansluiten aan rookgaszijde & Rookgasaansluiting en sifon & Condenswaterafvoer Isolatie aanbrengen & Rails & Isolatiemantel & Stut tussen de rails & Isolatiematten vooraan & Isolatiematten achteraan & Achterplaat onderaan en in het midden & Frontplaat onderaan en branderleidingen & Frontplaat bovenaan & Zijplaten en zijplaat voor de regeling & Regeling & Zijplaten Elektrisch aansluiten en platen aanbrengen & Elektrische leidingen & Achter- en zijplaat bovenaan & Ketelcodeerstekker en regelingsaansluitingen & Afdekplaten, bovenplaat, leidingskanaalafdekking en kenplaatje Brander monteren Brander aansluiten aan gaszijde Brander elektrisch aansluiten & Kabels aanbrengen en voorzien van trekbelemmering & Leidingen aansluiten Branderkap monteren Inwerkingstelling en afstelling

4 Montagevoorbereiding Afstandsmaten Bij levering is de keteldeur zodanig gemonteerd dat de deur naar links opent. De keteldeur kan desgewenst ook naar rechts draaiend worden gemonteerd (scharnierbeugel omzetten). A Verwarmingsketel B Brander met branderkap C Hydraulische systeemverbinding (toebehoren) D Rookgasverzamelgeleiding (toebehoren) E Geluidsabsorberende ketelonderlegelementen (toebehoren) Maten tussen haakjes zijn minimumafstanden. Afm. a: 700 mm Bij gebruik van Viessmann toebehoren voor installaties met twee ketels (C en D): Afm. a: mm Lengte b: mm Montageaanwijzing rookgascollector en hydraulische systeemverbinding 4

5 Montagevoorbereiding (vervolg) Geluidsabsorberende ketel-onderlegelementen Nominaal vermogen kw bij Toegest. belasting kg c (voor) /aantal mm/stuks 375/2 500/2 c (achter) / aantal mm/stuks 375/2 d mm 30 e (onbelast) mm 42 e(belast) mm 37 5

6 Verwarmingsketel vervoeren, opstellen en uitlijnen! Opgelet Beschadiging van de rookgasaansluiting kan tot lekken leiden. Verwarmingsketel niet aan de rookgasaansluiting optillen of bewegen. Voor het inhangen van het laadgereedschap bevinden zich gaten in voor- en achterdeksel. Alsdevewarmingsketelopdegrond wordt geplaatst, moet een geschikte condenswaterafvoer (max. 50 mm bovendegrond)indeopstelruimte aanwezig zijn. 6

7 Verwarmingsketel vervoeren, opstellen en... (vervolg) 1. Stelschroeven A van boven in de voetrails schroeven. Stelschroeven worden meegeleverd. 2. Verwarmingsketel horizontaal uitlijnen. Er is geen speciale fundering nodig. Wij adviseren de verwarmingsketel op geluidsabsorberende stelvoeten (toebehoren) te zetten. Deze stelvoeten van onderen in de voetrails schroeven. Verwarmingswaterzijde aansluiten De ketel is enkel geschikt voor verwarmingsinstallaties met geforceerde circulatie. Geen vierwegmengklep, overstortkleppen of andere aanvoer-retourbypassen inbouwen. Geen warmteverbruikers aan de veiligheidsaansluiting aansluiten. Bij de aansluiting van buisleidingen moeten belastingen en spanningen worden vermeden. 7

8 Verwarmingswaterzijde aansluiten (vervolg) A Veiligheidsaansluiting (veiligheidsklep) PN 16 DN 50 B Mof voor extra regelinrichtingen G½ C Ketelaanvoer PN 6 DN D Keteltemperatuursensor E Mof voor drukbegrenzingsinrichting G ½ F Aftap R 1

9 Verwarmingswaterzijde aansluiten (vervolg) G Ketelretour PN 6 DN 100 H Condenswaterafvoer Da =23mm 1. Verwarmingsinstallatie grondig spoelen. 2. Verwarmingscircuits aansluiten. Veiligheidsaansluitingen aanbrengen 1. Veiligheidsaansluiting aanbrengen. 2. Aansluitingen aan verwarmingswaterzijde controleren op lekken. Toegest. bedrijfsdruk Testdruk 5,5 bar 7,15 bar Laagwaterniveaubeveiliging (waterpeilbegrenzer) De verwarmingsketels moeten volgens EN tegen laagwaterniveau beveiligd worden. Daartoe kan de als toebehoren leverbare minimumdrukbegrenzer ingebouwd worden. Veiligheidsklep De verwarmingsketels moeten van een veiligheidsklep zijn voorzien, die moet geschikt zijn voor de overeenkomstige installatiedruk. Bij de aansluiting van buisleidingen moeten belastingen en spanningen worden vermeden.! Opgelet Ongeschikte waterkwaliteit kan tot schade aan het ketellichaam leiden. De verwarmingsketel mag alleen met water gevuld worden dat aan de Eisen aan de waterkwaliteit (zie serviceaanwijzing) voldoet. 9

10 Aansluiten aan rookgaszijde Rookgasaansluiting en sifon 1. Ketelaansluitstuk (toebehoren Vitoset) tot de aanslag in de rookgasaansluiting steken. Rookgasaansluiting langs de kortste weg en iets oplopend (min. 3 ) met de schoorsteen verbinden. Vermijd scherpe knikken. 2. Rookgassysteem aansluiten. Systeemgrootte van de rookgasaansluiting: mm Montageaanwijzing rookgassysteem Aansluiting last- en momentvrij uitvoeren. Wij adviseren de rookgasinstallatie apart te ondersteunen. 3. Sifonmetwatervullenenmonteren. 10

11 Aansluiten aan rookgaszijde (vervolg) Condenswaterafvoer Condenswaterafvoerleiding met niveauverschil onder het opstuwingsniveau van de rookgasverzamelkast aanbrengen. De condenswaterafvoer A moet geïnspecteerd kunnen worden. Aansluiting (buiten): 7 19 mm Neutraliseringsinrichting (indien aanwezig) Neutraliseringsinrichting achter de verwarmingsketel opstellen en met de condenswaterafvoer verbinden. Neutraliseringsinrichting aansluiten op de riolering. Montageaanwijzing neutraliseringsinrichting Isolatie aanbrengen Alle benodigde onderdelen bevinden zich in de doos van de isolatie. 11

12 Isolatie aanbrengen (vervolg) Rails Rails vooraan met sierplakband 12

13 Isolatie aanbrengen (vervolg) Isolatiemantel A Zwarte zijde naar buiten 13

14 Isolatie aanbrengen (vervolg) Stut tussen de rails Stut A aan beide zijden tussen de rails leggen. 14

15 Isolatie aanbrengen (vervolg) Isolatiematten vooraan Bij gesloten werking eerst de luchttoevoerleiding monteren en dan de isolatieplaten. Montageaanwijzing toebehorenvoorgeslotengebruik. 15

16 Isolatie aanbrengen (vervolg) Isolatiematten achteraan 16

17 Isolatie aanbrengen (vervolg) Achterplaat onderaan en in het midden 17

18 Isolatie aanbrengen (vervolg) Frontplaat onderaan en branderleidingen A Branderleidingen met stekker fa en lö B Netleiding met stekker fö C Aansluitleiding regeling met stekker fö/abh E Perforatie 18

19 Isolatie aanbrengen (vervolg) & Keteltemperatuursensor met stekker bevindtzichindeverpakking vanderegeling. Branderleidingen met stekker fa en lö alsook de netleiding met stekker fö zittenindeverpakkingvande isolatie. & Branderleidingen op de zijde van de ketel leggen waarop de keteldeur vastzit. Bij gesloten werking de perforatie E in de frontplaat uitbreken. Montageaanwijzing toebehorenvoorgeslotengebruik. & Bij werking met rookgasverzamelleiding de leidingen van de motorische rookgasklep via het leidingskanaal naar de verwarmingsketel en naar vorendoordetrekontlastingeninde frontplaat leggen en er aan de brander insteken. Montageaanwijzing rookgascollector voor een installatie met 2 ketels. 19

20 Isolatie aanbrengen (vervolg) Frontplaat bovenaan 20

21 Isolatie aanbrengen (vervolg) Zijplaten en zijplaat voor de regeling 21

22 Isolatie aanbrengen (vervolg) Regeling A Branderleidingen met stekker fa en lö B Netleiding met stekker fö C Aansluitleiding regeling met stekker fö/abh 22

23 Isolatie aanbrengen (vervolg) Zijplaten Elektrisch aansluiten en platen aanbrengen Elektrische leidingen! Opgelet Beschadiging van de capillaire buizen kan tot functiestoringen vandevoelerleiden. Capillaire buizen niet knikken. 230 V-kabels en laagspanningskabels gescheiden leggen. 1. Voeler en keteltemperatuursensor zo ver mogelijk in de dompelhuls schuiven. 2. Kabels samen met kabelbindstrips vastzetten. 23

24 Elektrisch aansluiten en platen aanbrengen (vervolg) A Voeler B Keteltemperatuursensor Bij werking met rookgascollector de leidingen van de motorische rookgasklep via het leidingskanaal naar de verwarmingsketel en naar voren door de trekontlastingen in de frontplaat leggen en er aan de brander insteken.! Montageaanwijzing rookgascollector voor een installatie met 2 ketels Opgelet Elektrische leidingen mogen niet in aanraking komen met hete onderdelen. Alle elektrischen leidingen met kabelbindstrips vastzetten. 24

25 Elektrisch aansluiten en platen aanbrengen (vervolg) Achter- en zijplaat bovenaan Ketelcodeerstekker en regelingsaansluitingen Montage- en serviceaanwijzing regeling 25

26 Elektrisch aansluiten en platen aanbrengen (vervolg) A Ketelcodeerstekker 26

27 Elektrisch aansluiten en platen aanbrengen (vervolg) Afdekplaten, bovenplaat, leidingskanaalafdekking en kenplaatje A Kenplaatje (naar keuze rechts of links) 27

28 Brander monteren Alle onderdelen die u nodig heeft voor het monteren vindt u in de verpakking vandebrander. 1. ZesstiftschroevenM12indeketeldeur schroeven en dichtingen erop steken. 3. Zes moeren M12 met een draaimoment van minstens 18 Nm kruislings aantrekken. 2. Brander aan de keteldeur zetten, daarbij het vlamrooster voorzichtig door de keteldeur leiden. Montage van de brander door twee personen of met hefgereedschap. 28

29 Brander aansluiten aan gaszijde 1. Gasaansluiting volgens NBN D aanbrengen. In de gastoevoerleiding moet conform de voorschriften een thermische afsluitinrichting zijn ingebouwd. Bij onzuiverheden in de gasleiding (bv. oude leidingen met corroderende producten) wordt aangeradenomindetoevoereengasfilter te installeren. Gasaansluitdruk: 20 mbar Max. toegest. gasaansluitdruk: 50 mbar Gasaansluiting: 404 kw: R 1¼ 503en628kW: R 1½ 2. Dichtheidstest van de gasleiding doorvoeren.! Opgelet Verhoogde testdruk leidt tot schade aan de brander en de gasarmatuur. Max. testdruk 150 mbar. Bij hogere druk voor het opsporen van lekkages de brander en gasarmatuur van de hoofdleiding scheiden (schroefverbinding losmaken). Geek lekzoekspray op elektrische delen en aansluitingen spuiten. 3. Gasleiding ontluchten. Gevaar Ontsnappend gas kan explosies veroorzaken met zeer ernstige verwondingen als gevolg. Gasleiding niet viadeverbrandingskamer van de ketel ontluchten. 29

30 Brander elektrisch aansluiten Kabels aanbrengen en voorzien van trekbelemmering A Branderleidingen met stekker fa en lö B Netleiding met stekker fö C Aansluitleiding regeling met stekkerfö/abh 1. Leidingen achter branderframe E doorvoeren. 30 D Trekbelemmeringen frontplaat E Branderframe F Trekbelemmeringen brander 2. Leidingen aan de brander en aan de frontplaat trekontlasten.

31 Brander elektrisch aansluiten (vervolg) Leidingen aansluiten A Branderleidingen met stekker fa en lö B Netleiding met stekker fö C Aansluitleiding regeling met stekker fö/abh 1. Controleren of de aansluitingen L 1, N en de aardleider aan de netaansluiting van de regeling correct zijn uitgevoerd. Montageaanwijzing regeling 31

32 Brander elektrisch aansluiten (vervolg) Gevaar Verkeerde aansluiting kan tot ernstig letsel en materiële schade aan het toestel leiden. Aders L 1 en N niet verwisselen. L1: bruin N: blauw PE: groen/geel! Opgelet Elektrische leidingen mogen niet in aanraking komen met hete onderdelen. Bij gebruik van de rookgascollector van roestvast staal voor installaties met twee ketels (toebehoren): 2. Branderstekker fa en lö op de MatriX-brander steken. 3. Stekker fö van de netleiding en steller fö/abh van de aansluitleiding regeling aan branderzijde d.w. z. aan de vastzetplaat van de netfiltereenheid steken. Montageaanwijzing rookgascollector voor een installatie met 2 ketels. Gevaar Netspanning is levensgevaarlijk. De permanente stroom (netleiding stekker fö) moetzo aangesloten worden dat dezeviadehoofdschakelaar kan worden uitgeschakeld. Bij ingeschakelde hoofdschakelaar komt er netspanning tot aan de zekering van de netfilter en tot aan de regeling. De aansluitleiding van de gasventilator is spanningsvrijzodraderegelingwordt uitgeschakeld. 32

33 Branderkap monteren Bij gesloten werking de opening A voor de luchttoevoerslang volgens de positie ervan uitzagen. Deze hangt af van het ketelvermogen. Inwerkingstelling en afstelling Serviceaanwijzing verwarmingsketel, brander en ketelcircuitregeling Gasdebiet van de brander op het nominale vermogen van de verwarmingsketel instellen. 33

34 34

35 35

36 Gedrukt op milieuvriendelijk, chloorvrij gebleekt papier Viessmann Belgium bvba-sprl Hermesstraat 14 B-1930 ZAVENTEM Tel. : Fax: info@viessmann.be Technische wijzigingen voorbehouden. 36