VIESMANN. Montagehandleiding VITOCROSSAL 200. voor de vakman. Vitocrossal 200 type CM2 HR-ketel met MatriX-stralingsbrander

Transcriptie

1 Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocrossal 200 type CM2 HR-ketel met MatriX-stralingsbrander VITOCROSSAL 200 2/2011 Na montage deze handleiding recyclen!

2 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij veiligheidsvoorschriften Gevaar Dit teken waarschuwt voor persoonlijk letsel.! Opgelet Dit teken waarschuwt voor materiële schade en schade aan het milieu. Werkzaamheden aan de installatie Schakel de installatie spanningsloos. Installatie beveiligen tegen opnieuw inschakelen. Bij gas als brandstof de gastoevoer afsluiten en beveiligen tegen onverhoeds openen. Gegevens met het woord "" bevatten aanvullende informatie. Doelgroep Deze handleiding is alleen bedoeld voor de installateur. Werkzaamheden aan gasinstallaties mogen alleen door bevoegde installateurs worden uitgevoerd Elektrische werkzaamheden mogen alleen door bevoegde elektromonteurs worden uitgevoerd. Voorschriften Let bij de werkzaamheden op de ARBO voorschriften, de wettelijke voorschriften inzake milieubescherming, EN, NEN, VEWIN voorschriften, het bouwbesluit en eventuele lokale voorschriften. 2

3 Inhoudsopgave Montagehandleiding Montagevoorbereiding... 4 Afstandsmaten... 4 Montageverloop Verwarmingsketel plaatsen en uitlijnen... 5 Isolatie aanbrengen... 6 Isolatiematten... 6 Zijplaten... 7 Frontplaten... 8 Isolatiemat achteraan en achterste platen... 9 Regeling monteren... 9 Verwarmingswater aansluiten Veiligheidsaansluitingen aanbrengen Elektrisch aansluiten en bovenplaat aanbrengen Elektrische kabels Aansluitingen op het onderste deel van de regeling Bovenplaten en afdekplaten Rookgaszijde aansluiten Rookgasaansluiting en sifon Condenswaterafvoer Brander monteren Brander aansluiten aan gaszijde Brander elektrisch aansluiten Branderkap monteren Inbedrijfstelling en afstelling

4 Montagevoorbereiding Afstandsmaten A 500 (50) 600 A a C b 500 (250) B A CV-ketel B Brander Maten tussen haakjes zijn minimum afstanden. Afmeting a: 500 mm Afmeting b: 400 mm C Geluidsabsorberende stelvoetjes (accessoires) Bij gebruik van Viessmann accessoires voor installaties met twee ketels bij maat a en b: Montagehandleiding rookgascollector en hydraulische systeemverbinding 4

5 Verwarmingsketel plaatsen en uitlijnen! Opgelet Beschadiging van de rookgasaansluiting kan tot lekkage leiden. Verwarmingsketel niet aan de rookgasaansluiting optillen of verplaatsen. Als de verwarmingsketel op de grond wordt geplaatst, moet een geschikte condenswaterafvoer (max. 50 mm boven de grond) in de stookruimte aanwezig zijn A 1. Stelschroeven A van boven in de voetrails schroeven. Stelschroeven worden meegeleverd. 2. Verwarmingsketel horizontaal uitlijnen. Er is geen speciale fundatie nodig. Wij raden aan de verwarmingsketel op geluidsabsorberende stelvoetjes (accessoires) te zetten. Deze stelvoetjes van onderen in de voetrails schroeven. 5

6 Isolatie aanbrengen Alle benodigde onderdelen bevinden zich in de kartonverpakking van de isolatie. Isolatiematten Bij gesloten werking eerst de luchttoevoerleiding monteren en dan de isolatieplaten. Montagehandleiding accessoire voor gesloten werking. 6

7 Isolatie aanbrengen (vervolg) Zijplaten x 6 x ,9 x 9, x 4x 3. 6 x 10 Zijplaten aan bovenste bevestigingsrails vastschroeven. 7

8 Isolatie aanbrengen (vervolg) Frontplaten ,9 x 9,5 2 mm 3. 3,9 x 9,5 De schroeven boven in de frontplaat worden er pas na montage van de keteltemperatuursensor en de voeler (zie pagina 13) helemaal ingeschroefd. Montagehandleiding accessoire voor gesloten werking. Bij gesloten werking in de frontplaat een opening voor de luchttoevoerleiding voorbereiden. 8

9 Isolatie aanbrengen (vervolg) Isolatiemat achteraan en achterste platen x De zijplaten, indien nodig, aan de hand van de front- en achterplaat uitlijnen. Daartoe de lenskopschroeven in de bovenste bevestigingsrails losdraaien. Regeling monteren! Opgelet Beschadiging van de capillaire buizen kan tot functiestoringen van de voeler leiden. Capillaire leidingen niet knikken. Schroeven voor het monteren van de regeling zitten in de doos van de regelingsplaat. 9

10 Regeling monteren (vervolg) x Verwarmingswater aansluiten De Vitocrossal is alleen geschikt voor verwarmingsinstallaties met geforceerde circulatie. Geen 4-weg mengklep, overstortkleppen of andere bypasses in aanvoer en retour inbouwen. Geen warmteverbruikers op de veiligheidsaansluiting aansluiten. Alle leidingen moeten zonder belasting en spanning worden aangesloten. 10

11 Verwarmingswater aansluiten (vervolg) KR SA A KV KOA H-G20 A Sok voor regelinrichtingen R ½ (bijv. minimumdrukschakelaar) E Aftappen en aansluiting membraanexpansievat R 1 KOA Condenswaterafvoer R ½ KR Ketelretour 87 tot142 kw: PN 6 DN tot 311 kw: PN 6 DN 65 KV SA Ketelaanvoer 87 tot142 kw: PN 6 DN tot 311 kw: PN 6 DN 65 Aansluiting veiligheid (veiligheidsklep en ontluchting) G 1¼ 1. Verwarmingsinstallatie grondig spoelen. 2. Verwarmingscircuits aansluiten. 11

12 Veiligheidsaansluitingen aanbrengen 1. Veiligheidsaansluiting aanbrengen. 2. Aansluitingen aan verwarmingswaterzijde controleren op lekkage. Toeg. werkdruk: 4 bar Testdruk: 5,2 bar Laagwaterniveaubeveiliging (waterstandbegrenzer) De verwarmingsketels moeten volgens EN tegen laagwaterniveau beveiligd worden. Daartoe kan de als accessoires leverbare minimumdrukbewaking ingebouwd worden. Veiligheidsklep Alle leidingen moeten zonder belasting en spanning worden aangesloten. Opgelet! Ongeschikte waterkwaliteit kan leiden tot schade aan het ketellichaam. De verwarmingsketel mag alleen met water worden gevuld dat voldoet aan de Eisen aan de waterkwaliteit (zie servicehandleiding). De verwarmingsketels moeten van een veiligheidsklep zijn voorzien, die volgens TRD 721 gekeurd moet zijn en afhankelijk van de uitvoering van de installatie gemarkeerd moet zijn. Elektrisch aansluiten en bovenplaat aanbrengen Elektrische kabels Keteltemperatuursensor en stekker fö voor de netkabel liggen in de verpakking van de regeling. Branderkabels fa en lö bevinden zich in de verpakking van de isolatie.! Opgelet Beschadiging van de capillaire buizen kan tot functiestoringen van de voeler leiden. Capillaire leidingen niet knikken. 230 V-kabels en laagspanningskabels gescheiden aanleggen. De voorplaat bovenaan optillen, de voeler en keteltemperatuursensor zo ver mogelijk in de dompelhuls schuiven. 12

13 Elektrisch aansluiten en bovenplaat aanbrengen (vervolg) 4. 2x 1. D 3,9 x 9,5 3. A B C A Voeler B Keteltemperatuursensor C branderkabel D Elektrische aansluitkabels! Opgelet Elektrische kabels mogen niet in aanraking komen met hete onderdelen. Alle elektrische kabels met kabelbinders vastzetten. Aansluitingen op het onderste deel van de regeling Montagehandleiding ketelcircuitregeling 13

14 Elektrisch aansluiten en bovenplaat aanbrengen (vervolg) Bovenplaten en afdekplaten 3,9 x 9, ,9 x A 1. A Typeplaatje (naar keuze rechts of links) Rookgaszijde aansluiten Rookgasaansluiting en sifon 14

15 Rookgaszijde aansluiten (vervolg) Ketelaansluitstuk (accessoires) tot de aanslag in de rookgasaansluiting steken. 3. Sifon met water vullen en monteren. Rookgasaansluiting langs de kortste weg en iets oplopend (min. 3 ) met de rookgasleiding verbinden. Vermijd scherpe knikken. 2. Rookgassysteem aansluiten. Systeemgrootte van de rookgasaansluiting: 87 tot142 kw: mm 186 tot 311 kw: mm Montagehandleiding rookgassysteem Aansluiting belastingvrij en spanningsvrij uitvoeren. 15

16 Rookgaszijde aansluiten (vervolg) Condenswaterafvoer De condenswaterafvoer A moet geïnspecteerd kunnen worden. Aansluiting (buiten): 719 mm Neutraliseringinrichting (indien aanwezig) Condenswaterafvoerleiding met afschot onder het stuwniveau van de rookgasverzamelkast aanleggen. Neutraliseringinrichting achter de verwarmingsketel plaatsen en met de condenswaterafvoer verbinden. Neutralisatie-inrichting op de riolering aansluiten. Montagehandleiding neutraliseringinrichting 16

17 Brander monteren Alle benodigde onderdelen voor de montage bevinden zich in de verpakking van de brander. De scharnierbeugel is links op de verwarmingsketel gemonteerd en kan door de installateur ook rechts gemonteerd worden. 3. 2x 2. 4x Schroeven op de keteldeur met een aanhaalmoment van ca. 18 Nm kruislings aantrekken. 17

18 Brander aansluiten aan gaszijde 1. Gasaansluiting volgens de geldende voorschriften aanbrengen. In de gastoevoerleiding moet conform de brandvoorschriften een thermische afsluitinrichting zijn ingebouwd. Bij vuil in de gasleiding (bijv. oude leidingen met corrosieproducten) wordt aangeraden om in de toevoer een gasfilter te installeren. Gasaansluitdruk: 20 mbar Max. toegel. gasaansluitdruk: 50 mbar Gasaansluiting: 87 tot 186 kw: R en 311 kw: R 1¼ 2. Lekkagecontrole uitvoeren. Opgelet! Verhoogde testdruk leidt tot schade aan de brander en gasarmatuur. Max. testdruk 150 mbar. Bij hogere druk voor het opsporen van lekkages de brander en gasarmatuur van de hoofdleiding scheiden (schroefverbinding losmaken). 3. Gasleiding ontluchten. Gevaar Ontsnappend gas kan explosies veroorzaken met zeer ernstige verwondingen als gevolg. Gasleiding niet via de vuurhaard van de verwarmingsketel ontluchten. 18

19 Brander elektrisch aansluiten A A 1. Controleren of de aansluitingen L 1 en N op de netaansluiting van de regeling correct zijn uitgevoerd. Montagehandleiding regeling Gevaar Verkeerde toekenning van aders kan tot ernstig letsel en materiële schade aan het toestel leiden. Aders L 1 en N niet verwisselen. L1: bruin N: blauw PE: groen/geel 2. Branderkabels op de aanslagzijde van de deur achter de rechter-of linkerafdekplaat naar beneden aanleggen. 3. Branderstekker fa en lö op de MatriX-brander steken. 4.! Opgelet Elektrische kabels mogen niet in aanraking komen met hete onderdelen. Branderkabels op de frontplaat boven en op de afdekplaat rechts of links met kabelbinders vastzetten. Daartoe de gaten A in de afkantingen van de plaat gebruiken. Bij gebruik van de rookgascollector van roestvast staal voor installaties met twee ketels (accessoires): Montagehandleiding accessoires rookgascollector voor installaties met twee ketels. 19

20 Branderkap monteren x OPEN DICHT A Bij gesloten werking de opening A voor de luchttoevoerslang uitzagen. 20

21 Inbedrijfstelling en afstelling Servicehandleiding verwarmingsketel en ketelcircuitregeling Gasdebiet van de brander op het nominale vermogen van de verwarmingsketel instellen. 21

22 22

23 23

24 Gedrukt op milieuvriendelijk, chloorvrij gebleekt papier 24 Viessmann Nederland B.V. Postbus AH Capelle a/d IJssel Tel. : Fax : info-nl@viessmann.com Technische wijzigingen voorbehouden.