VIESMANN. Montagehandleiding VITOCROSSAL 200. voor de vakman. Vitocrossal 200 type CM2, 87 tot 311 kw HR-gasketel met MatriX-stralingsbrander 4 bar

Transcriptie

1 Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocrossal 200 type CM2, 87 tot 311 kw HR-gasketel met MatriX-stralingsbrander 4 bar VITOCROSSAL 200 9/2016 Na montage deze handleiding recyclen!

2 Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij veiligheidsvoorschriften! Gevaar Dit teken waarschuwt voor persoonlijk letsel. Opgelet Dit teken waarschuwt voor materiële schade en schade aan het milieu. Gegevens met het woord "" bevatten aanvullende informatie. Doelgroep Deze handleiding is uitsluitend bedoeld voor erkende installateurs. Werkzaamheden aan gasinstallaties mogen alleen door erkende installateurs worden uitgevoerd. Elektrische werkzaamheden mogen alleen door elektromonteurs worden uitgevoerd. Voorschriften Respecteer bij de werkzaamheden de nationale installatievoorschriften, de ARBO voorschriften, de wettelijke voorschriften inzake milieubescherming. EN, NEN, VEWIN voorschriften, het bouwbesluit en eventuele lokale voorschriften. Werkzaamheden aan de installatie Installatie spanningsvrij schakelen (bijv. met de afzonderlijke zekering of een hoofdschakelaar) en op aanwezige spanning controleren. Installatie tegen opnieuw inschakelen beveiligen. Bij gas als brandstof de gasafsluitkraan sluiten en beveiligen tegen onbedoeld openen. 2

3 Inhoudsopgave Informatie Verwijdering van de verpakking... 4 Verwijdering van de verpakking... 4 Symbolen... 4 Gebruik conform de regelgeving... 4 Productinformatie Montagehandleiding Afstandsmaten Montageverloop Verwarmingsketel plaatsen en uitlijnen... 7 Isolatie aanbrengen... 8 Isolatiematten... 8 Zijplaten... 9 Voorplaten Isolatiemat achteraan en achterste platen Regeling monteren Verwarmingswater aansluiten Veiligheidsaansluitingen aanbrengen Elektrisch aansluiten en bovenplaat aanbrengen Elektrische kabels Aansluitingen op het onderste deel van de regeling Bovenplaten en afdekplaten Rookgaszijde aansluiten Rookgasaansluiting en sifon Condenswaterafvoer Brander monteren Keteldeur ombouwen tot een rechter aanslag Brander aansluiten aan gaszijde Brander elektrisch aansluiten Branderkap monteren Inbedrijfstelling en afstelling Technische gegevens

4 Verwijdering van de verpakking Verwijdering van de verpakking Verpakkingsafval volgens de wettelijke bepalingen als afval verwijderen. NL: Verpakkingsafval wordt door de installateur meegenomen/afgevoerd. Symbolen Symbool Betekenis Verwijzing naar ander document met bijkomende informatie Stap in afbeeldingen: de nummering komt overeen met de volgorde van de stappen. Waarschuwing voor materiële schade en schade aan het milieu Bereik onder spanning Goed voor opletten. Onderdeel moet hoorbaar inklikken. of Akoestisch signaal Nieuw onderdeel plaatsen. of In combinatie met gereedschap: Oppervlakte reinigen. Onderdeel deskundig als afval verwijderen. Onderdeel bij geschikt verzamelpunt afgeven. Onderdeel niet met het huisvuil meegeven. Gebruik conform de regelgeving Het toestel mag volgens de regelgeving enkel geïnstalleerd en gebruikt worden in gesloten verwarmingssystemen conform EN 12828, rekening houdend met de bijbehorende montage-, service- en bedieningshandleidingen en met de gegevens in het gegevensblad. Het is uitsluitend voorzien voor de opwarming van warm water. Het gebruik in bedrijven of industrie voor een ander doel als voor de opwarming van warm water geldt als niet volgens de voorschriften. Gebruik van het toestel volgens de regelgeving impliceert dat een stationaire installatie in combinatie met voor het gebruik toegelaten componenten werd uitgevoerd. 4

5 Gebruik conform de regelgeving (vervolg) Ieder ander gebruik is niet reglementair. Daaruit voortvloeiende schade valt niet onder de aansprakelijkheid. Tot het reglementaire gebruik behoort ook de naleving van de onderhouds- en testintervallen. Ieder ander gebruik moet door de fabrikant in elk geval worden goedgekeurd. Productinformatie Vitocrossal 200 CM2B 87 tot 311 kw met toegelaten bedrijfsdruk 4 bar. HR-ketel voor aardgas E en LL, met modulerende MatriX-stralingsbrander. 5

6 Afstandsmaten A 500 (50) 600 A a C b 500 (250) B Afb. 1 A Verwarmingsketel B Brander C Geluidsabsorberende stelpoten (accessoire) Maten tussen haakjes zijn minimumafstanden. Afmeting a: 500 mm Maat b: 400 mm Bij gebruik van Viessmann-accessoires voor installaties met twee ketels bij maat a en b: Montagehandleiding rookgasverzamelleiding en hydraulische systeemverbinding 6

7 Verwarmingsketel plaatsen en uitlijnen! Opgelet Beschadiging van de rookgasaansluiting kan tot lekkages leiden. Verwarmingsketel niet aan de rookgasaansluiting optillen of verplaatsen. Als de verwarmingsketel op de grond wordt geplaatst, moet u voor een geschikte condenswaterafvoer in de installatieruimte zorgen. De condenswaterafvoer mag zich max. 50 mm boven de grond bevinden. 2. A Afb. 2 Stelbouten A van boven in de voetrails schroeven. Stelschroeven zitten in het pakket met accessoires. 2. Verwarmingsketel horizontaal uitlijnen. Er is geen speciale fundatie nodig. Wij raden aan de verwarmingsketel op geluidsabsorberende stelpoten of trillingsdempers (accessoires) te zetten. Geluidsabsorberende stelpoten Stelpoten van onderen in de voetrails schroeven. Geluidsabsorberende trillingsdempers Om ervoor te zorgen dat de veerelementen gelijkmatig worden belast, mogen de oneffenheden in de vloer niet groter zijn dan 1 mm. Trillingsdempers onder de verwarmingsketel, in het midden onder de voetrails leggen. Bij het neerzetten van de verwarmingsketel kan één van de trillingsdempers door het kantelen kortstondig overbelast worden. Als montagehulp kanthout 35 mm) plaatsen. Aan het begin, in het midden en aan het einde van elke trillingsdemper verdelen. 7

8 Isolatie aanbrengen Alle benodigde onderdelen bevinden zich in de doos van de isolatie. Isolatiematten Afb. 3 Bij gesloten werking eerst de luchttoevoerleiding monteren, dan pas de isolatieplaten. Montagehandleiding accessoires voor gesloten werking. 8

9 Isolatie aanbrengen (vervolg) Zijplaten x 6 x ,9 x 9, A 8x 3. 6 x 10 4x Afb. 4 Plaat vooraan rechts met logo Vitocrossal 200 A Bevestigingsrail onder aan de voetrail vastschroeven: buitenste gaten gebruiken. 5. Zijplaten aan bovenste bevestigingsrails vastschroeven. 2. Bevestigingsrail boven: Vooraan in het 1e gat en achteraan in de langgaten vastschroeven. 9

10 Isolatie aanbrengen (vervolg) Voorplaten ,9 x 9,5 A ,9 x 9,5 Afb. 5 De schroeven boven in de voorplaat worden er pas na de montage van de keteltemperatuursensor en de voeler (zie pagina 14) helemaal ingeschroefd. Montagehandleiding accessoires voor gesloten werking. Bij gesloten werking in de voorplaat een opening voor de luchttoevoerleiding voorbereiden en de plaat aan de perforatie A uitbreken. 10

11 Isolatie aanbrengen (vervolg) Isolatiemat achteraan en achterste platen 4. 4x Afb. 6 De zijplaten, indien nodig, aan de hand van de vooren achterplaat uitlijnen. Hiervoor de lenskopschroeven in de bovenste bevestigingsrails losdraaien. 11

12 Regeling monteren Schroeven voor het monteren van de regeling zitten in de doos van de regelingsplaat x 12 Afb. 7! Opgelet Beschadiging van de capillaire buizen kan tot functiestoringen van de voeler leiden. Capillaire buizen niet knikken. Verwarmingswater aansluiten De Vitocrossal is alleen geschikt voor verwarmingsinstallaties met geforceerde warmwatercirculatie. Geen vierwegmengklep, overstortkleppen of andere bypasses in aanvoer en retour inbouwen. Geen warmteverbruikers op de veiligheidsaansluiting aansluiten. Alle leidingen zonder belasting en spanning aansluiten. 12

13 Verwarmingswater aansluiten (vervolg) KR SA A KV Afb. 8 KOA E A Sok voor regelinrichtingen R ½ (bijv. minimumdrukschakelaar) E Aftappen en aansluiting expansievat R 1 KOA Condenswaterafvoer R ½ KR KV SA Ketelretour Ketelaanvoer Veiligheidsaansluiting (veiligheidsklep en ontluchting) G 1¼ Aansluitingen ketelaanvoer en -retour 87 tot142 kw PN 6 DN tot 311 kw: PN 6 DN 65 Verwarmingsinstallatie grondig spoelen. 2. Verwarmingscircuits aansluiten. Veiligheidsaansluitingen aanbrengen Veiligheidsaansluiting aanbrengen. 2. Aansluitingen aan de verwarmingswaterzijde controleren op lekkage. Laagwaterniveaubeveiliging (waterstandbegrenzer) Beveilig de CV-ketels conform EN tegen watergebrek. Hiervoor kan de als accessoire leverbare minimumdrukschakelaar worden ingebouwd. Toegel. werkingsdruk Testdruk 4 bar (0,4 MPa) 5,2 bar (0,52 MPa) Veiligheidsklep De verwarmingsketels moeten van een veiligheidsklep zijn voorzien. Alle leidingen zonder belasting en spanning aansluiten. 13

14 Veiligheidsaansluitingen aanbrengen (vervolg)! Opgelet Ongeschikte waterkwaliteit kan leiden tot schade aan het ketellichaam. De CV-ketel mag alleen met water worden gevuld dat voldoet aan de eisen aan de waterkwaliteit (zie servicehandleiding). Elektrisch aansluiten en bovenplaat aanbrengen Elektrische kabels Keteltemperatuursensor zit in de verpakking van de regeling. Stekker fö is in de regeling erin gestoken. Branderkabels fa en lö bevinden zich in de verpakking van de isolatie.! Opgelet Beschadiging van de capillaire buizen kan tot functiestoringen van de voeler leiden. Capillaire buizen niet knikken. 230V-kabels en laagspanningskabels gescheiden leggen. De voorplaat bovenaan optillen; de voeler en keteltemperatuursensor zo ver mogelijk in de dompelhuls schuiven. 4. 2x D 3,9 x 9,5 3. A B Afb C A Voeler B Keteltemperatuursensor C Branderkabel D Elektrische aansluitkabels 14

15 Elektrisch aansluiten en bovenplaat aanbrengen (vervolg)! Opgelet Hete onderdelen kunnen elektrische kabels beschadigen. Elektrische kabels mogen niet in aanraking komen met hete onderdelen. Alle elektrische kabels met kabelbinders vastzetten. Aansluitingen op het onderste deel van de regeling Montagehandleiding ketelcircuitregeling Bovenplaten en afdekplaten 3,9 x 9, ,9 x A Afb. 10 A Typeplaatje (naar keuze rechts of links) 15

16 Rookgaszijde aansluiten Rookgasaansluiting en sifon 3. Afb. 11 Ketelaansluitstuk (accessoires) tot de aanslag in de rookgasaansluiting steken. 3. Sifon met water vullen en monteren. Rookgasaansluiting langs de kortste weg en iets oplopend (min. 3 ) met de rookgasleiding verbinden. Scherpe knikken vermijden. 2. Rookgassysteem aansluiten. Systeemformaat rookgasaansluiting: 87 tot142 kw: mm 186 tot 311 kw: mm Montagehandleiding rookgassysteem Aansluiting vrij van belasting en spanning uitvoeren. Condenswaterafvoer Afb Condenswaterafvoerleiding met afschot onder het stuwniveau van de rookgasverzamelkast aanleggen. De condenswaterafvoer A moet geïnspecteerd kunnen worden. Aansluiting (buiten): 7 19 mm Neutraliseringsinrichting (indien aanwezig) Neutraliseringsinrichting achter de verwarmingsketel plaatsen en met de condenswaterafvoer verbinden. Neutraliseringsinrichting op de riolering aansluiten. Montagehandleiding neutraliseringsinrichting

17 Brander monteren Alle benodigde onderdelen voor de montage bevinden zich in de verpakking van de brander. De scharnierbeugel is links in de verwarmingsketel geplaatst. De scharnierbeugel kan door de installateur ook rechts gemonteerd worden Nm A 2x 2. B 4x 4. Afb Schroeven op de keteldeur met een aanhaalmoment van ca. 18 Nm kruislings aantrekken. Gevaar Lekken van de keteldeur kunnen tot vergiftigingen door ontsnappend gas leiden. Opdat de keteldeur perfect zou sluiten, de afstand tussen de ketelbodem B en de scharnierbeugel A op 16 mm ±0,5 mm instellen. Evt. met de 4 moeren corrigeren. Keteldeur ombouwen tot een rechter aanslag 4 moeren M 10 met schijven en scharnierbeugel A demonteren. Aan de beide schroefbouten aan de rechterkant in omgekeerde volgorde monteren. De afstand tussen ketelbodem vooraan en scharnierbeugel op 16 ± 0,5 mm instellen. 17

18 Brander aansluiten aan gaszijde Gasaansluiting volgens NPR 3378 realiseren. AT: Gasaansluiting volgens ÖVGW-TR Gas 1996 (Oostenrijkse vereniging voor gas en water) en de regionale bouwverordeningen aanbrengen. CH: Gasaansluiting volgens SVGW (Zwitserse vereniging voor gas en water) aanbrengen. Bij vuil in de gasleiding (bijv. oude leidingen met corrosieproducten) wordt aangeraden om in de toevoer een gasfilter te installeren. Gasaansluitdruk Max. toegel. gasaansluitdruk Gasaansluiting: 87 tot 186 kw: R en 311 kw: R 1¼ 20 mbar/2 kpa 50 mbar/5 kpa 2. Dichtheidscontrole uitvoeren.! Opgelet Verhoogde testdruk leidt tot schade aan de brander en gascombiregelaar. Maximale testdruk 150 mbar/15 kpa. Bij een hogere druk voor het opsporen van lekken: brander en gascombiregelaar van de hoofdleiding scheiden (schroefverbinding losmaken). 3. Gasleiding ontluchten. Gevaar Ontsnappend gas kan explosies veroorzaken met zeer ernstige verwondingen als gevolg. Gasleiding niet via de verbrandingskamer van de verwarmingsketel ontluchten. Brander elektrisch aansluiten A fa lö A Afb

19 Brander elektrisch aansluiten (vervolg) Controleren of de aansluitingen L 1 en N op de netaansluiting van de regeling correct zijn uitgevoerd. Montagehandleiding regeling 4.! Opgelet Hete onderdelen kunnen elektrische kabels beschadigen. Elektrische kabels mogen niet in aanraking komen met hete onderdelen. Gevaar Verkeerde toekenning van aders kan tot ernstig letsel en materiële schade aan het toestel leiden. Aders L 1 en N niet verwisselen. L1: bruin N: blauw PE: groen/geel 2. Branderkabels aan de aanslagzijde van de deur achter de rechter of linker afdekplaat naar beneden aanleggen. Branderkabels op de frontplaat boven en op de afdekplaat rechts of links met kabelbinders vastzetten. Daartoe de gaten A in de afkantingen van de plaat gebruiken. Bij gebruik van de rookgasverzamelleiding van roestvast staal voor installaties met twee ketels (accessoires): montagehandleiding accessoires rookgascollector voor installaties met twee ketels 3. Branderstekkers fa en lö op de MatriX-brander steken. 19

20 Branderkap monteren 4. 2x OPEN DICHT A Afb. 15 Bij gesloten werking de opening A voor de luchttoevoerslang uitzagen. Display branderautomaat naar het venster van de branderkap richten. Inbedrijfstelling en afstelling Servicehandleiding verwarmingsketel en ketelcircuitregeling Gasdebiet van de brander op het nominale vermogen van de verwarmingsketel instellen. 20

21 Technische gegevens Nominale warmtevermogen TV/TR = 50/30 kw TV/TR = 80/60 kw Nominale belasting kw Product-ID-nummer CE-0085 BQ 0021 Toegest. gebruikstemperatuur C Toegestane aanvoertemperatuur (= veiligheidstemperatuur) C Toegel. werkingsdruk max. bar MPa 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 Toegel. werkingsdruk min. bar 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 MPa 0,05 0,05 0,05 0,05 0,05 0,05 Testdruk bar 5,2 5,2 5,2 5,2 5,2 5,2 Afmetingen ketellichaam MPa 0,52 0,52 0,52 0,52 0,52 0,52 Lengte mm Breedte mm Hoogte mm Totale afmetingen Lengte mm Breedte mm Hoogte mm Afmetingen fundatie Lengte mm Breedte mm Hoogte mm Gewicht Totaal gewicht Verwarmingsketel met brander, isolatie en ketelcircuitregeling kg Nettogewicht (= vergunning) kg Waterinhoud l Aansluitingen Ketelaanvoer PN 6 DN Ketelretour PN 6 DN Veiligheidsklep R 1¼ 1¼ 1¼ 1¼ 1¼ 1¼ Aftap R Sifon met condenswaterafvoer mm Rookgaswaarden *1 Temperatuur (bij retourtemperatuur van 30 C) Bij nominaal warmtevermogen C Bij deellast C Temperatuur (bij retourtemperatuur van 60 C) C *1 Rekenwaarden voor uitvoering van de rookgasinstallatie volgens EN gebaseerd op 10 % CO 2 bij aardgas. Rookgastemperaturen als gemeten brutowaarden bij 20 C verbrandingsluchttemperatuur. De cijfers voor gedeeltelijke belasting gelden voor 33% van het nominale vermogen. Bij afwijkende gedeeltelijke belasting (afhankelijk van het gebruik van de brander) moet de rookgashoeveelheid opnieuw worden berekend. 21

22 Technische gegevens (vervolg) Nominale warmtevermogen TV/TR = 50/30 kw TV/TR = 80/60 kw Massastroom (bij aardgas) Bij nominaal warmtevermogen kg/h Bij deellast kg/h Beschikbare opvoerdruk Pa bij de rookgasaansluiting *2 mbar 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7 Rookgasaansluiting DN Opvoerdruk aan de rookgasaansluiting Productwaarden conform EnEV Normrendement Bij verwarmingssysteemtemperatuur 40/30 C Bij verwarmingssysteemtemperatuur 75/60 C mm Pa mbar 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7 % tot 98 (Hs) / 109 (Hi) % tot 96 (Hs) / 106 (Hi) Stand-by verlies qb,70 % 0,6 0,5 0,4 0,4 0,3 0,3 *2 Bij gebruik van de Vitocrossal 200 op vochtbestendige schoorstenen mag de opvoerdruk max. 0Pa bedragen. 22

23 23

24 24 Viessmann Nederland B.V. Postbus AH Capelle a/d IJssel Tel. : Fax : info-nl@viessmann.com Technische wijzigingen voorbehouden.