Module Wereldgodsdiensten, Sekten & stromingen en bewegingen basisprogramma leerjaar 2 drs. J.J. Grandia ORIËNTATIE 1. Onderdeel van de module Islam 2. Introductie In deze module gaat het om een kennismaking met de Islam. Het gaat over de geschiedenis, het beeld van Allah, de relatie tussen Islam en Christendom en de positie van de Islam in het Westen. De stof wordt in één contactuur aangeboden. Van groot belang is de verwerkingsopdracht. De werkvormen van het college komen impliciet en expliciet aan de orde in het voortgezet onderwijs. Voor de toekomstige leerlingen is het van belang om kennis van de Islam te hebben. Wie als evangelist - in welke vorm dan ook - werkzaam zal zijn, heeft kennis van de Islam nodig om het gesprek met Islamieten aan te kunnen gaan. 3. Opbouw module Dit gedeelte van de module wordt in één contactuur aangeboden. Van u wordt een actieve luisterhouding gevraagd tijdens de collegeuren. 4. Moduledoelen Cognitief - heeft kennis van de cultuur waarin de Islam is ontstaan en de factoren die hebben bijgedragen tot het ontstaan van de Islam; - weet van de omvang en positie van de Islam en kan deze zowel mondiaal als op Europees niveau inschatten; - weet hoe de Koran spreekt over Allah, Isa, Marjam, mens, oordeel, vergeving en Jihad; - heeft inzicht in de ontwikkelingen binnen de Islam; - kan de positie van de Islam in de Westerse cultuur bepalen. Competenties Door de kennis die de student opdoet van de Islam, is deze in staat: - met islamieten een zinvol gesprek te voeren over de overeenkomsten en verschillen tussen Islam en christendom; - om vooroordelen te herkennen en ontzenuwen; - kritisch te reflecteren op een islamitische tekst; - de waarde van het christelijk belijden in islamitische context uit te leggen. Daartoe is nodig dat de student de literatuur bijhoudt en dat de student zijn eigen denken over de Islam kritisch kan evalueren. Ook is het van belang om vooroordeel, mening en feit te kunnen onderscheiden, zowel bij zichzelf, bij leerlingen als in het publieke debat.
De student kan verbanden leggen tussen de Islam en de ontwikkelingen in de wereld ten aanzien van terrorisme, oorlog en vrede. 5. Beginvereisten De student heeft colleges Christologie bij het vak dogmatiek gevolgd of is goed thuis in de Christologie en verzoeningsleer van het christelijk geloof. 6. Planning en studielast Cursusjaar College Activiteit Omschrijving Studielast in uren 2008-2009 1 college, leergesprek, tekstanalyse, stille borddiscussie Overeenkomsten verschillen Islam en Christendom. Jihad 37 STUDIEHANDLEIDING 7. Omschrijving college-inhouden en doelstellingen De student weet aan het einde van het eerste collegeuur: - wat onder de Islam verstaan wordt; - wat de Koran is, hoe deze is ontstaan en hoe deze wordt uitgelegd; - wat de verschillen tussen Christendom en Islam zijn en kan die verschillen op adequate wijze aan leerlingen doorgeven. - kan de Islam in het Westen plaatsen en begrijpt de problemen waar de Islam voor staat in het Westen en waar het Westen voor staat met de komst van de Islam; - weet wat onder Jihad verstaan wordt en hoe dit functioneert binnen de Islam; - is in staat een lessenserie over de Islam samen te stellen. 8. Didactische route U krijgt op het college een aantal teksten uitgereikt, die geanalyseerd worden. Ook wordt van u gevraagd een islamitische tekst zelfstandig te analyseren en ter beoordeling bij het tentamen te overhandigen. ORGANISATIE 9. Docent van de module De module wordt verzorgd door drs. J.J. Grandia. 10. Leertaak De student bereidt het tentamen voor aan de hand van onderstaande literatuur. 11. Relatie tot eindtermen De student is gemotiveerd tot een voortdurende bezinning op de relatie Islam christendom. De student is in staat om op zijn persoonlijke meningsvorming kritisch te reflecteren.
12. Leermaterialen Kung, H., De Islam, de toekomst van een wereldreligie, Kampen 2004, ISBN 978 9025954901, 893 pagina s 13. Beoordeling Via een toets met afdoende resultaat, zoals omschreven in het examenreglement. In de toets krijgen kennis, inzicht, vaardigheden en de relatie met het toekomstige beroepsveld een plaats. 14. European Credit Transfer System De totale module levert vier credits op.
Module Wereldgodsdiensten, Sekten & stromingen en bewegingen basisprogramma leerjaar 2 drs. J.J. Grandia ORIËNTATIE 1. Onderdeel van de module Hindoeïsme en Boeddhisme 2. Introductie Hindoeïsme, Boeddhisme en New Age worden gerekend tot de oudste levensovertuigingen. Door hun groot adaptief vermogen hebben deze religies ook in onze tijd zeggingskracht. Door hun theologoumen worden ze ook wel als concurrenten van de christelijke levensovertuiging gezien. Voor leerlingen is dit onderdeel van belang. Het geeft hen de gelegenheid op hun eigen levensovertuiging te reflecteren en tegelijk biedt het de mogelijkheid om te kunnen gaan met verschillen in levensovertuigingen. Voor de verspreiding van het christendom in het verre Oosten is kennis van Hindoeïsme en Boeddhisme onmisbaar. 3. Opbouw module Hindoeïsme, Boeddhisme en New-Age worden tijdens één contactuur aangeboden. Van de student wordt verwacht dat deze tijdens de college-uren in discussie kan gaan met de docent / medestudenten over de onderwerpen die ter sprake komen. 4. Moduledoelen Cognitief - heeft kennis van de inhoudelijk aspecten van het Hindoeïsme en Boeddhisme; - beheerst een aantal vaardigheden die nodig zijn om met behulp van activerende werkvormen deze religies over te dragen op jongeren; - heeft inzicht in de relevantie van deze religies voor het toekomstige beroepsveld; - kan trefzeker reageren vanuit het christelijke levensovertuiging op deze levensovertuigingen; - leert de tijdgeest kritisch te bevragen en de grote bewegingen die aan onze samenleving ten grondslag liggen, te doordenken. Competenties De student ontwikkelt een zelfstuderend vermogen, waardoor hij gemotiveerd is om met een apologetische houding de medemens tegemoet te treden. 5. Beginvereisten Een goede kennis van het christelijk belijden. Een open en kritische houding naar de medemens en een positieve instelling ten aanzien van het christelijke belijden
6. Planning en studielast Cursusjaar College Activiteit Omschrijving Studielast in uren 2008-2009 2 ICT-vaardigheid klasseleergesprek 38 STUDIEHANDLEIDING 7. Omschrijving college-inhouden en - doelstellingen Aan het einde van de colleges heeft de student: - inzicht in de verschillen tussen Hindoeïsme en Boeddhisme; - kennis van de theologische begrippen als Karma, reïncarnatie, Moksa, Dharma uit het Hindoeisme; - inzicht in de theologische hoofdlijn van het Boeddhisme; - inzicht in de achterliggende gedachten van zowel Hindoeïsme en Boeddhisme als ook New Age. Competenties Deze module draagt met name bij aan de vakinhoudelijke en didactische competentie. Er wordt indirect bijgedragen aan de persoonlijke, pedagogische en organisatorische competentie. 8. Didactische route Het doel van dit college wordt bereikt door zelfstandig op internet een werkopdracht uit te voeren. Daartoe is enige vaardigheid met ICT gewenst, alsmede enige beheersing van de Engelse taal. ORGANISATIE 9. Docent van de module De module wordt verzorgd door drs. J.J. Grandia. 10. Leertaak Ter afronding van dit onderdeel van de module bestudeert de student de literatuur uit onderstaande lijst, alsmede de collegeaantekeningen. De ICT-opdracht wordt ter beoordeling bij het tentamen overhandigd aan de docent. 11. Relatie met eindtermen De student heeft het enthousiasme om met anderen in gesprek te gaan over de waarde van het christelijke belijden, heeft de liefde tot de medemens om hem (verstandelijk) te wijzen op gevaren, vooroordelen en de weg tot behoud. 12. Leermaterialen Boom, Marien van den, e.a., Boeddhisme, Kampen 2000, ISBN 978 9043500593, 140 pagina s
13. Beoordeling Via een toets met afdoend resultaat, zoals omschreven in het examenreglement. In de toets krijgen kennis, inzicht, vaardigheden en de relatie met het toekomstige beroepsveld een plaats. 14. European Credit Transfer System De totale module levert vier credits op.
Module Wereldgodsdiensten, Sekten & stromingen en bewegingen basisprogramma leerjaar 2 drs. J.J. Grandia ORIËNTATIE 1. Onderdeel van de module Evangelische Beweging 2. Introductie De Evangelische Beweging is een eigentijdse uiting van het christendom, die hele oude wortels heeft. Het is voor de beroepspraktijk van belang om hiervan kennis te nemen. Veel jongeren voelen zich aangetrokken tot de Evangelische Beweging. Tevens is deze stroming maatschappelijk betrokken en actief. 3. Opbouw module Dit onderdeel wordt tijdens één contactuur aangeboden. Van de student wordt verwacht dat deze tijdens de college-uren in discussie kan gaan met de docent / medestudenten over de onderwerpen die ter sprake komen. 4. Moduledoelen Cognitief - heeft kennis van de wording en inhoud van de Evangelische Beweging; - heeft inzicht in de relevantie van deze stof in het toekomstige beroepsveld; - beheerst een aantal vaardigheden die nodig zijn om kennis over de Evangelische Beweging over te dragen. Competenties - is in staat om inhoudelijk trefzeker te reageren vanuit de reformatorische levensovertuiging op de Evangelische Beweging; - leert de tijdgeest kritisch tegemoet te treden en de grote bewegingen die aan onze samenleving ten grondslag liggen, te doordenken. Deze module draagt met name bij aan de vakinhoudelijke en didactische competentie. Er wordt indirect bijgedragen aan de interpersoonlijke competentie. 5. Beginvereisten Een open en kritische houding naar de medemens. Een positieve instelling ten aanzien van het christelijke belijden 6. Planning en studielast Cursusjaar College Activiteit Omschrijving Studielast in uren 2008-2009 3 Tekstanalyse, leergesprek, college klasseleergesprek 37
STUDIEHANDLEIDING 7. Omschrijving college inhouden en doelstellingen De student kan aan het einde van het college: - de Evangelische Beweging omschrijven, verstaan, hanteren en plaatsen in onze samenleving; - deze stroming weerleggen, in rapport met de gereformeerde geloofsleer brengen. 8. Didactische route Aan de hand van op de college uitgereikte teksten wordt de Evangelische Beweging doorgenomen. 9. Leertaak Geen ORGANISATIE 10. Docent van de module De module wordt verzorgd door drs. J.J. Grandia. 11. Relatie met eindtermen De moduledoelen en collegedoelen houden verband met de eindterm: De student is toegerust met vaardigheden, om met kennis en inzicht aangaande de achtergronden en inhoud van het postmodernisme, deze stroming als reformatorisch christen tegemoet te kunnen treden. De student heeft het enthousiasme om met anderen in gesprek te gaan over de waarde van het christelijke belijden, heeft de liefde tot de medemens om hem (verstandelijk) te wijzen op gevaren, vooroordelen en de weg tot behoud. 12. Leermaterialen - Blei, K., de charismatische beweging, Kampen 2006, ISBN 978 9043513265, 192 pagina s - Vlastuin, W. van, Profetie en tongentaal, Houten 2006, ISBN 978 90 331 2016, 151 pagina s 13. Beoordeling Via een toets met afdoende resultaat, zoals omschreven in het examenreglement. In de toets krijgen kennis, inzicht, vaardigheden en de relatie met het toekomstige beroepsveld een plaats. 14. European Credit Transfer System De totale module levert vier credits op.