Verordening doelgroepen sociale woningbouw en middenhuur Gemeente Barneveld

Vergelijkbare documenten
Onderwerp: OOP Verordening doelgroepen sociale woningbouw gemeente Heusden 2014

Raadsvoorstel. HERZIENE VERSIE: zie toegevoegde tekst onder Nota van Wijziging

RAADSVOORSTEL. Onderwerp. : Ruimte en Samenleving. Voorstel De verordening doelgroepen sociale woningbouw vast te stellen.

VOORSTEL AAN DE RAAD: VERGADERING 9 november 2010

CONCEPT Verordening doelgroepen woningbouw Diemen 2019

Concept verordening doelgroepen woningbouw Uithoorn 2019

Verordening doelgroepen woningbouw Amsterdam 2019 Datum van publicatie: 24 mei 2019, Gemeenteblad 2019,

NOORDWIJK. t Gemeente. Agendapunt: 13. Raadsvoordracht. Verordening doelgroepen sociale woningbouw in Noordwijk

Doelgroepenverordenïng Sociale Woningbouw Noordwijk 2017 openbaar

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 februari 2012, nr. R ;;

VERORDENING VROM STARTERSLENING 2011 GEMEENTE WOENSDRECHT

nr Verordening Toeslagen en Verlagingen Wet investeren in jongeren

Verordening Startersleningen Zoeterwoude 2013

Huisvestingsverordening gemeente Heusden 2016

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2011

Verordening Subsidie sociale woningbouw gemeente Putten vastgesteld bij besluit van de raad van 8 maart 2018 nr

Onderwerp: Verordening toeslagen en verlagingen van uitkeringsnormen op grond van de Wet werk en bijstand (Wwb).

Exploitatieplan Spijkvoorderenk, 1e herziening.

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikel 8 van de Wet werk en bijstand;

gezien het raadsvoorstel Stimulering lokale woningmarkt d.d. 14 febuari 2012; Vast te stellen de Verordening Starterslening gemeente Roerdalen

Artikel 7 Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012-A.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2013;

Wet op de huurtoeslag

Initiatiefvoorstel. Beschikbaar stellen startersleningen

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren d.d. 27 april 2010;

Verordening toeslagen en verlagingen Wet investeren in jongeren (WIJ) gemeente Kapelle

Indexeringswijze Op 14 november jl. is het volgende over de nieuwe wijze van vaststellen van de prijsgrenzen besloten:

Toeslagenverordening WWB-2

VERORDENING TOESLAGEN EN VERLAGINGEN BIJSTAND 2006

GEMEENTE WORMERLAND. 1. Artikel 147 van de Gemeentewet 2. Artikel 8 Wet werk en bijstand 3. Artikel 35, vijfde lid Wet werk en bijstand

Verordening Individuele Inkomenstoeslag 2015

BESLUITEN. 1. De Raad voor te stellen het bijgevoegde besluit tot wijziging van de Huisvestingsverordening vast te stellen.

Bestemmingsplan. Steenbrugge. 1e partiele herziening.

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van ;

De raad van de gemeente Westerveld/Steenwijkerland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 september 2010 ;

Bij antwoord datum, kenmerk en onderwerp vermelden

Toeslagenverordening Wet Werk en Bijstand gemeente Coevorden.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 februari 2013, nr. 0188; gelet op de Wet werk en bijstand (WWB),

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Opsterland van 18 december 2012

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2013

VERORDENING VROM STARTERSLENING GEMEENTE KERKRADE 2007

het Raadbesluit tot wijziging van de de Huisvestingsverordening Regio Utrecht 2015 gemeente Nieuwegein

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 februari 2012

Toeslagenverordening Wet Investeren in Jongeren gemeente Aa en Hunze

Informatie startersleningen Steenbergen, 19 februari 2013

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2013(1e wijziging) (versie geldend sedert 1 januari 2013)

Raadsbesluit. in in ii iimi min ii. Verordening Starterslening Gemeente Schijndel en intrekken Verordening VROM Starterlening Schijndel

B&W.nr , d.d. 6 september Vaststellen concept verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen Leiden 2011 voor de inspraak

Toeslagenverordening WWB 2012 gemeente Apeldoorn. Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012

Toeslagenverordening Wwb 2010

De Raad van de gemeente Valkenburg aan de Geul

BELEIDSREGEL SOCIALE WONINGBOUW

Collegebesluit. Onderwerp Ter inzage legging concept-verordening doelgroepen woningbouw 2019 Haarlem

Datum ondertekening. Bron bekendmaking. vervallen artikel 4, lid Het Kompas, 10 januari 2008

GEWIJZIGD RAADSBESLUIT

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2013

Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen gemeente Zeist 2011

Fraudeverordening Wet Werk en Bijstand. en Wet Investeren in Jongeren (WIJ) gemeente Kapelle

Langdurigheidstoeslag 2013

Bijlage 2 Toelichting wijzigingen ten opzichte van Huisvestingsverordening Regio Utrecht 2015 Gemeente Montfoort (vastgesteld 22 juni 2015)

Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen gemeente Achtkarspelen

GEMEENTE VALKE N SWAARD. De Raad van de gemeente Valkenswaard,

Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen

Verordening Starterslening Vlagtwedde 2016

De Raad van de gemeente Cranendonck, Heeze-Leende, Waalre en Valkenswaard,

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Opsterland van 30 oktober 2012

Verordening Starterslening. gemeente Lingewaard 2013

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet Maastricht-Heuvelland 2015

Verordening Ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen gemeente

Verordening toeslagen op en verlagingen van de bijstandsnorm Dronten

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 maart 2002, nr. 55/02; b e s l u i t : VERORDENING ALGEMENE BIJSTANDWET 2002

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

VERORDENING TOESLAGEN WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE GELDERMALSEN 2012

gelet op de artikelen 4, 5, 7, 9, 10, 11, 12, 13, 18, 19 en 20 van de Huisvestingswet 2014 en de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet;

VERORDENING STARTERSLENING GEMEENTE STEIN 2014

Toeslagenverordening WWB 2012-A gemeente Diemen

Toeslagenverordening WIJ. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d.; 1 december 2009

Huisvestingsverordening Papendrecht 2005

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

Verordening Tegenprestatie Participatiewet 2015

Verordening gegevensverstrekking basisregistratie personen 2014

Subsidieverordening sociale woningbouw gemeente Zoeterwoude 2017

Gemeente Boxmeer I-SZ/2012/724 / RIS (6)

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Verordening verhoging en verlaging bijstandsnormen

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 september 2012

Raadsvoorstel agendapunt

Toeslagenverordening WWB ISD BOL 2012

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting Gorredijk 2016

Nadere regels AOW- en Jeugdtegoed Rotterdam Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand gemeente Nijkerk

gezien het advies van de raadscommissie d.d. 2 juni 2015; besluit vast te stellen de Huisvestingsverordening Terschelling 2015

Gewijzigde verordening langdurigheidstoeslag Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2012

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van Onderbanken d.d. 19 februari 2013;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 maart 2013, nr ;

Verordening Bedrijveninvesteringszone de Briellaerd

Ambtelijke bijstand: Mw. Drs. J. Bolt 1

gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet en artikel 8, eerste lid onder c en artikel 30 van de Wet werk en bijstand;

TOESLAGENVERORDENING WWB GEMEENTE PUTTEN

Transcriptie:

Verordening doelgroepen sociale woningbouw en middenhuur Gemeente Barneveld Nummer 17-98 De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nummer 17-98 gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet; artikelen 1.1.1 en 3.1.2 van Besluit ruimtelijke ordening besluit: vast te stellen de Verordening sociale woningbouw en middenhuur gemeente Barneveld Artikel 1 Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder: a) Sociale huurwoning: een huurwoning met een aanvangshuurprijs onder de grens als bedoeld in art. 13, eerste lid, onder a, van de Wet op de huurtoeslag. b) Sociale koopwoning: een koopwoning met een koopprijs vrij op naam (VON) van ten hoogste 175.000,- die in aanmerking komt voor een lagere sociale grondprijs per m2. Indexering van deze VON-prijs vindt in de gemeentelijke Notitie grondprijzen plaats die jaarlijks wordt geactualiseerd. Indien deze woning een lagere energieprestatie coëfficiënt (EPC) heeft, of een nul op de meter woning betreft, dan wat op dat moment wettelijk volgens het Bouwbesluit vereist is, dan kan de maximale koopprijs vrij op naam met maximaal 10.000 worden verhoogd. c) Geliberaliseerde woning voor middenhuur: huurwoning met een aanvangshuurprijs van ten minste het bedrag, bedoeld in art. 13, eerste lid, onder a, van de Wet op de huurtoeslag en ten hoogste een bedrag van 950,00. Gemeentelijke indexering van deze maximale huurprijsgrens gebeurt aan de hand van de Consumenten Prijs Index (CPI) van het CBS, vanaf 1 januari 2019 (jaarmutatie). d) Onzelfstandige woonruimte: woonruimte welke niet door één persoon of één huishouden kan worden bewoond, zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte (zoals een eigen voordeur, keuken, toilet en badkamer), welke voorzieningen gedeeld worden met anderen, met uitzondering van een kamer in een verzorgings- of verpleeghuis. e) Gebruiksoppervlakte: gebruiksoppervlakte als bedoeld in NEN 2580, hierna te noemen gbo, is de bruikbare vloeroppervlakte, geschikt voor het beoogde gebruik. f) Huishouden: een huishouden, bestaande uit een natuurlijk persoon en zijn niet duurzaam gescheiden echtgenoot of geregistreerd partner, of degene die met hem een gezamenlijke huishouding voert of zal gaan voeren in de te huren of aan te kopen woning, niet zijnde kinderen of pleegkinderen conform artikel 4 Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen. g) Huishoudeninkomen: (gezamenlijke) verzamelinkomen(s) als bedoeld in artikel 2.18 van de Wet inkomstenbelasting 2001 van het huishouden, of, wanneer geen inkomstenbelasting wordt geheven, het belastbare loon krachtens de Wet op de loonbelasting 1964 in het peiljaar. h) Peiljaar: kalenderjaar voorafgaand aan de datum van start bouw van de betreffende woning.

Artikel 2 Doelgroep sociale huurwoningen De doelgroep voor sociale huurwoningen zijn huishoudens met een Huishoudeninkomen zoals bedoeld in de Woningwet 2015. Artikel 3 Doelgroep sociale koopwoningen De doelgroep voor sociale koopwoningen zijn huishoudens die op het moment van de start van de inschrijfprocedure voor de desbetreffende woning(en) een gezamenlijk Huishoudeninkomen van maximaal 50.000,- bruto hebben. Het college van burgemeester en wethouders kan dit norminkomen jaarlijks aanpassen. Artikel 4 Doelgroep middenhuur woningen De doelgroep voor middenhuur woningen zijn huishoudens die op het moment van de start van de inschrijfprocedure voor de desbetreffende woning(en) een gezamenlijk Huishoudeninkomen van maximaal 50.000,- bruto hebben. Het college van burgemeester en wethouders kan dit norminkomen jaarlijks aanpassen. Artikel 5 Prijs-/kwaliteitsverhouding 1. Een onzelfstandige woonruimte dient een oppervlakte van ten minste 18 m2 gbo te hebben. 2. Een sociale huurwoning tot de kwaliteitskortingsgrens, als bedoeld in art. 20, eerste lid, van de Wet op de huurtoeslag, dient een woonoppervlakte van ten minste 30 m2 gbo te hebben. 3. Een sociale huurwoning tot de 1 e aftoppingsgrens, als bedoeld in art. 20, tweede lid, onder a, van de Wet op de huurtoeslag, dient een woonoppervlakte van ten minste 40 m2 gbo te hebben. 4. Een sociale huurwoning tot de 2 e aftoppingsgrens, als bedoeld in art. 20, tweede lid, onder b, van de Wet op de huurtoeslag, dient een woonoppervlakte van ten minste 45 m2 gbo te hebben. 5. Een sociale huurwoning boven de 2 e aftoppingsgrens tot de grens, bedoeld in art. 13, eerste lid, onder a, van de Wet op de huurtoeslag dient een woonoppervlakte van ten minste 55 m2 gbo te hebben. 6. Een sociale koopwoning dient een oppervlakte van ten minste 60 m2 gbo te hebben. 7. Een middenhuur woning dient een oppervlakte van ten minste 60 m2 gbo te hebben. Het college van burgemeester en wethouders kan deze oppervlaktematen voor een specifiek project gemotiveerd wijzigen. Artikel 6 Differentiatie woningbouw In woningbouwplannen van ten minste 10 woningen wordt de minimale eis van 25% sociale woningbouw (huur en/of koop) en 5% middenhuur verlangd. Ook onzelfstandige woonruimten behoren tot de categorie sociale woningbouw. Van dit streefbeeld kan gemotiveerd worden afgeweken door het college van burgemeester en wethouders. Artikel 7 Instandhouding 1. Sociale huurwoningen dienen gedurende een termijn van ten minste 10 jaren na eerste ingebruikname, voor de doelgroep als sociale huurwoning beschikbaar te blijven. 2. Sociale koopwoningen dienen gedurende een termijn van ten minste 1 jaar tot maximaal 10 jaren na eerste ingebruikname, voor de doelgroep als sociale koopwoning beschikbaar te blijven. 3. Middenhuur woningen dienen gedurende een termijn van ten minste 10 jaren na eerste ingebruikname, voor de doelgroep als middenhuur woningen beschikbaar te blijven.

Artikel 8 Hardheidsclausule Het college van burgemeester en wethouders kan één of meer artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard. Artikel 9 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2018. Artikel 10 Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening doelgroepen sociale woningbouw en middenhuur gemeente Barneveld. Vastgesteld in de openbare vergadering van 13 december 2017. De raad voornoemd, de griffier, de voorzitter,

Toelichting Verordening doelgroepen sociale woningbouw en middenhuur gemeente Barneveld Inleiding De Wet ruimtelijke ordening (Wro) biedt gemeenten de mogelijkheid om in bestemmingsplannen te eisen dat een bepaald percentage sociale huur- en/of sociale koopwoningen gerealiseerd moet worden. Sinds 1 juli 2017 is het mogelijk om dit ook voor middenhuur woningen te regelen. Het gemeentelijk woonbeleid voorziet onder meer in sturing op aard en aantal van nieuw te bouwen sociale koop- en huurwoningen alsook middenhuur woningen. In het verlengde van het bovenstaande treft u daarom bijgaand de Verordening doelgroepen sociale woningbouw en middenhuur gemeente Barneveld aan. De verordening ligt ter vaststelling voor en geeft zo de wettelijk vereiste basis om het gemeentelijk woonbeleid over nieuw te bouwen sociale koop- en huurwoningen en middenhuur woningen toe te kunnen passen in nieuwe bestemmingsplannen en exploitatieplannen. In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) heeft de rijksoverheid gedefinieerd wat wordt begrepen onder sociale huur- en koopwoningen en middenhuur woning. De definiëring van de doelgroep voor deze woningen wordt in het Bro echter bij de gemeente gelegd. Dit betekent dat de gemeente een doelgroepenverordening moet hebben om kwalitatieve eisen te kunnen stellen in nieuwe bestemmingsplannen en exploitatieplannen. In de betreffende verordening definieert de gemeente de doelgroepen voor sociale huur- en koopwoningen en middenhuur woningen door middel van inkomensgrenzen. Daarnaast moet in deze verordening de instandhoudingtermijn voor deze woningen worden bepaald, binnen de in het Bro gestelde grenzen. Gemeente Barneveld stelt periodiek een gemeentelijke Woonvisie vast. Hierin is een streefprogramma woningbouw opgenomen om in de gemeente Barneveld die producten te bouwen die passen bij de vraag in relatie tot het beschikbare aanbod. De laatste vastgestelde woonvisie dateert van eind 2016 Samen werken aan Wonen. Woonvisie 2017-2021 met doorkijk tot 2025 en verder. In deze woonvisie is een streefprogramma van gemiddeld 30% sociale woningbouw (huur en/of koop) en 6% middenhuur opgenomen. Minimaal moet er aan 25% sociale woningbouw en 5% middenhuur worden voldaan. De gemeente Barneveld kende tot op heden een Toetsingskader woningbouwplannen gemeente Barneveld, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders. Met de Verordening doelgroepen sociale woningbouw en middenhuur gemeente Barneveld kan dit toetsingskader komen te vervallen, omdat in deze verordening voor de lage- en midden inkomenscategorieën relevante woningbouw categorieën de bijpassende prijs- en kwaliteitsverhouding is opgenomen. Feitelijke informatie In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is de definitie van sociale huur- en koopwoningen en middenhuur woningen opgenomen en hoe lang deze woningen minimaal voor de doelgroep behouden moeten blijven. Een sociale huurwoning is een woning met een aanvangshuurprijs onder de grens van de huurtoeslag. De instandhoudingtermijn is minimaal tien jaar. Een sociale koopwoning is een woning met een koopprijs van ten hoogste 175.000, en eventueel te vermeerderen met 10.000 indien deze woning een EPC kent die 25% lager is dan de op dat moment geldende norm uit het Bouwbesluit. De instandhoudingtermijn is minimaal één en maximaal tien jaar. Een middenhuur woning betreft een huurwoning met een huurprijs boven de grens van de huurtoeslag (in 2017 is dit 710,68) tot maximaal 950. De instandhoudingtermijn is minimaal tien jaar. Voor wat betreft de definiëring van de doelgroep wordt voor wat betreft de sociale huurwoningen aansluiting gezocht bij de Woningwet 2015. Voor sociale koopwoningen en middenhuur woningen geldt een bruto huishoudeninkomen van maximaal 50.000,-.

Voor de 3 categorieën is daarnaast een minimale kwaliteitsprestatie gedefinieerd om een zekere prijs- /kwaliteitsprestatie te bewaken. Dit is gebeurd aan de hand van het benoemen van een minimale woonoppervlakte in relatie tot de hoogte van de huur-/of koopprijs. In 2017 ligt de kwaliteitsgrens bij 414,02, de eerste aftoppingsgrens bij 592,55 en de 2 e aftoppingsgrens bij 635,05. In de vastgestelde woonvisie 2017-2021 is een streefprogramma woningbouw opgenomen met minimum percentages voor wat betreft sociale huur en middenhuur. Nieuwbouwinitiatieven met tenminste 10 woningen worden geacht met deze minimumeisen rekening te houden. Met de vaststelling van de doelgroepenverordening ontstaat een wettelijke basis om, indien nodig, uitvoering van het gemeentelijk woonbeleid in nieuwe bestemmingsplannen en exploitatieplannen af te dwingen.