Antwoorden Latijn Verbetering Atrium oef. p 205-210 en p 217-223 Antwoorden door een scholier 1167 woorden 20 maart 2017 0 keer beoordeeld Vak Latijn Als onderwerp komt een infinitiefzin vaak voor bij: een onpersoonlijk werkwoord; Constat / Lücium laetum esse.// Het staat vast dat Lucius blij is. functie: gez. ond. Wat staat vast? Dat Lucius blij is. een naamwoordelijk gezegde met een onzijdig NDG. Püeros in lüdum Ïre/ bbnum est.// Het is goed dat kinderen naar school gaan. functie: ond. gez. è Wat is goed? Dat kinderen naar school gaan. d. De vertaling van een infinitiefzin Wanneer het gezegde waarbij de infinitiefzin hoort, een tegenwoordige tijd is, vertalen we de infinitief presens met een tegenwoordige tijd. Lücius vïdet praedônes abésse. LUCiUS ziet dat de rovers weg zijn. Wanneer het gezegde waarbij de infinitiefzin hoort, een verleden tijd is, vertalen we de infinitief presens met een verleden tijd. LÜcius vidit praedônes abésse. LUCiUS zag dat de rovers weg waren. De infinitiefzin bij werkwoorden als iubëre, vetâre en côgere vertalen we met een infinitief. Eum venïre iübeo. lk beveel hem te komen. 'Vauouv Verhaal over Marcus, een va ebond... LV 1. Quòniam hiems* 5derat, Marcuslin 6ppido manëre upïvit. (* hiems: winter) substantief in de acc. O infinitief O infinitiefzin o Pagina 1 van 6
Omdat het winter was, verlangde Marcus om in een stad te blijven. 2. Sed kum in 6ppidum pervënerat, hultos cïves aegros* essevïdit. (* aeger: ziek) substantief in de acc. O infinitief o infinitiefzin e Maar wanneer hij was aangekomen in de stad, zag hij dat vele burgers ziek waren. quartum 205 3. Nam pestiléntia*, morbus* gràvis multos iam hômines pprésserat*. (* pestiléntia: de pest; * morbus: ziekte*; oppréssi < opprïmere: overvallen) substantief in de acc. infinitief o infinitiefzin o Want de pest, een vreselijke ziekte, had reeds vele mensen overvallen. LV ild 4. Marcus, Uia hunc morbum nëmini* pércere scïvit, eïbi in perïculo esse ntelléxit. (* nëmini: dat. van nëmo) substantief in de acc. O infinitief O infinitiefzin Omdat Marcus wist dat deze ziekte niemand spaarde, begreep hij da hi' daar in gevaar verkeerde. Ttaque, uôniam nôndum morbo adféctus ërat urbem elïquit etin silva ïniit. substantief in de acc. O infinitief O infinitiefzin o En zo verliet hij de stad omdat hij nog niet door de ziekte getroffen was en hij trok naar de bossen. òcum tütum 6. In silvâ ïbi uaerëbat, cum sübito Vïro ignôto occérrit Hïc i ixit: substantief in de acc. infinitief o infinitiefzin o In het bos was hij een veilige plaats voor zichzelf aan het zoeken, toen hij plots een onbekende tegenkwam. Deze zei hem: man 7. 'Omnem famïliam meam pestiléntiâ* mértuam* esse ôleo*. 206 -- Atrium 5cium antief 9. Ideo uaero." subs in de acc. infinitief o infinitiefzin O Pagina 2 van 6
Daarom ben ik op zoek naar een gezel." e òcios esse 10. Ttaque hi duo v5gi* per silvas errâban et audëbant*. (* vàgus: zwerver; * gaudëre: blij zijn) substantief in de acc. O infinitief o infinitiefzin En zo zwierven deze 2 zwervers door de bossen en ze waren blij da e kameraden waren. substantief in de acc. O infinitief infinitiefzin o En op die manier konden ze dit barre seizoen doorkomen. Nare gebeurtenis voor de twee vagebonden De twee vagebonden komen tijdens hun zwerftocht aan in een heel rustig stadje waar alle mensen vriendelijk zijn. Ze besluiten daar een tijdje te blijven. Maar de eerste nacht wordt er een diefstal gepleegd bij een belangrijke burger en I s morgens staat het hele stadje in rep en roer... ultos cïve d scëleris lòcum désse LV 1. Marcus ïdit. ond. O Marcus zag dat er veel burgers aanwezig waren bij de plaats van de misdaad. Een van de burgers zei dat de dieven misschien nog in de stad waren. a quartum - 207 ww 5 os sse füre 4. Dixit: "Constat nam hëri* hüc* pervenërunt. (* vàgus: zwerver; * eri: gisteren; Üc: hierheen) ond. LV O Pagina 3 van 6
Hij zei: "Het staat vast dat de zwervers de dieven zijn, want gisteren zijn zij hier aangekomen. ond. LV O Daarom is het nodig dat wij hen vangen; zo niet zullen ze immers weldra uit de stad wegvluchten. Quamquam Marcus id vërum nôn esse clamâbat tàmen omnes cïve eu cepërunt. 6. ond. o LV Hoewel Marcus riep dat dat niet waar was, grepen alle burgers hem toch. arcum e* ad sôcium dücer 7. Tum iussërunt. se: hen) ond. LV e Toen be alen ze dat Marcus hen naar zijn makker moesten brengen. ond. O o Maar het was onrechtvaardig dat de burgers de 2 zwervers beschuldigden en hen Marcus zei dat dat een grote vergissing was, maar niemand luisterde naar hem. Bepaal de functie en de dominant van de vetgedrukte accusatief behoort. 1. Cïves ex émnibus civitâtis pértibu ad Psychen venërunt. functie: BWB dominant: venerunt Burgers uit alle delen van de staat kwamen naar Psyche. 2. Vénus mnes cïves Psychen spectârelvïdit. WW & functie: onderwe dominant: spectare Venus zag dat alle burgers naar Psyche keken. Pagina 4 van 6
Wi (ILC 3. Fïlium SIJUm, Amôrem, amôre puéllam accéndere ôluit. functie: onderwerp cl CCV sch Ze wilde dat haar zoon, Amor, het meisje in liefde deed ontbranden. 4. Cïve functie: De burgers hielden niet op het meisje geschenken aan te bieden. 5. Maar Psyche kon de vrucht van haar schoonheid niet plukken. 6. Saepe solitüdinem sua flëbat. functie: LV dominant: flebat Vaak beweende ze haar eenzaamheid. qtjartum - 209 7. Hômines voluntâtem* deae füqere ôn possunt. (* voléntas: wil) functie: LV dominant: fugere Mensen kunnen de wil van een godin niet ontvluchten. 8. Fïliam intérfici paréntibus atrox est. fu ctie: onderwerp dominant: interfici Het is vreselijk voor de ouders dat hun dochter gedood wordt. C9.1 Hi aerëbant flebéntqu per multos dies. (* maerëre: treuren) Pagina 5 van 6
flebant functie: BWB dominant: Zij treurden en weenden gedurende vele dagen. 10. Constâbat s-chen infelïcem esse. functie: NDG dominant: Psychen en esse Het stond vast dat Psyche ongelukkig was. - Atrium antwootden.-1hdd -1 Pagina 6 van 6