De kracht van het Vrijwilligerswerk in Zaanstad



Vergelijkbare documenten
Kortom: Een schaatsvereniging is er dóór leden en vóór leden. De vereniging is intern gericht, waarbij de leden bepalen wat er gebeurt.

Vrijwilligersbeleid MVV 29 per januari 2013

Plan Aanpak promotie en programmering Kulthus Wekerom

Vrijwilligersonderzoek Een onderzoek naar vrijwilligersorganisaties in de gemeente Groningen Meting 2 Samenvatting

Vrijwillige inzet is de basis

Werven & Behouden. Programma. Kennismaken. Vrijwilligers 7/22/2013

De nieuwe vrijwilliger

Hoofdstuk 19. Vrijwilligerswerk

Plan van Aanpak. Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo. Onderdeel. Maatschappelijke Stage

Hoofdstuk 20. Vrijwilligerswerk

Werkboek. In 7 stappen aan de slag met maatschappelijke stage. Maatschappelijke stage in en rond de kerk. In 7 stappen

Vrijwilligersbeleidsplan

Concept: Een beroep doen op de werknemers om twee keer per jaar een mannelijke middelbare scholier mee te nemen voor een meeloopdag.

HET PROJECTPLAN. a) Wat is een projectplan?

Onderzoek naar de nieuwe vrijwilliger in de sport in Ommen en Hardenberg. Rapportage 31 mei 2017

De NSA i.s.m. de KNSB. Vrijwilligersbeleid

Vrijwilliger bij Amsta. Informatiebrochure

Alle kinderen kunnen Roefelen Stichting Roefelen zoekt partners

=PLNk_H44EXxX-IVhVcFdC5pPMgaIex4FZQ

Tevredenheidsonderzoek vrijwilligersorganisaties 2014

Inzet van vrijwilligers. Niels Hermens (Verwey-Jonker Instituut en Wageningen University) Michiel Smit (Stichting Fier4Grunn)

Enquête onder de vrijwilligers van de Gemiva-SVG Groep 2010

Vrijwilligersbeleidsplan. Achilles

Vrijwilligersbeleid 1 vrijwilligersbeleid 'van Houten&co' eigenaar coördinator vrijwilligers november 2017

26 actieve leden van VET-Vught en ECSchijndel hebben de enquête ingevuld.

Bijlage 1 Operationele Doelstellingen. Accommodatiebeleid

Maatschappelijke stage in gemeentebeleid. Typetest

Uitvoeringsprogramma Vrijwilligerswerkbeleid Oostzaan

1. VRIJWILLIGERSBELEID- EN WERVING

Tevredenheidsonderzoek onder vrijwilligers Gelre ziekenhuizen

Module 2: Vrijwilligersbeleid binnen de sportvereniging Van beleid tot uitvoering in de praktijk

Advies van de Stedelijke Wmo-Adviesraad Amsterdam over Concept Uitvoeringsprogramma Vrijwillige Inzet. Datum: 2 september 2010

Hand-out Maatschappelijke Stage in de sport

Subsidieverlening voor landelijke deskundigheidsbevordering van vrijwilligers.

Werkvloer mantelzorg en vrijwilligers

Deze cirkel bestaat uit vijf stappen die u kunt doorlopen om uw wervingscampagne systematisch op te zetten. Waar wil je vrijwilligers voor werven?

Vrijwilligersbeleid. Workshop tijdens 3 e KNBSB-congres 19 november 2016 Roy Vink. Manager Breedtesport & Competitiezaken

Stichting Vrienden van Buddyzorg Limburg

Jaarverslag Vrijwilligers Informatiepunt Zandvoort 2014

Stand van zaken Organisaties Ontwerpfactoren MDT Uitvoering Impact en vervolg. *respons: 100% van de 41 proeftuinen

15 manieren om goed personeel te vinden én te behouden

Evaluatie nota vrijwilligerswerkbeleid Oostzaan. Aan de Waterkant

Jongeren aan het werk in de BIZ

Samenwerken met re-integratiebedrijven

Succesvolle werving van vrijwilligers in de sportvereniging. Nel Garrelfs

Samen voor een sociale stad

Inventarisatie scholingsaanbod. voor vrijwilligers in de gemeente Venlo. Samenvatting resultaten

Bijlagen bij: Vrijwilligersonderzoek Een onderzoek naar vrijwilligersorganisaties in de gemeente Groningen Meting 2

Startnotitie. Vrijwilligerswerk Vrijwilligers maken het verschil! Versie: 21 april

tips voor het sollicitatiegesprek

RAPPORTAGE RESULTATEN 1 E METING 28 JANUARI 20 MAART respondenten respons = 49%

Adviesraad Wmo Arnhem Jaarplan 2017

Rapport onderzoek Afgevaardigden

Subsidieregels Hof van Twente 2016

Vrijwilligerswerk loont!

Nota vrijwilligersbeleid Milieudefensie

Waarderen en Belonen van vrijwilligers

RING PASS DELFT Het Vrijwilligersbeleid

Sportweetje. Het Katwijkse. sportieve toekomst! naar een. Nieuws, trends en tips voor een gezond en sportief verenigingsleven

Beleidsplan Stichting The Dutch Tulip


De makelaarsfunctie vrijwilligerswerk en maatschappelijke stage: de stand van zaken begin 2009

Beste vrijwilliger, Bestuur, directie en medewerkers Welzijn Castricum

WIJKACCOMMODATIES: BREDER EN BETER Groeiend nut en noodzaak van het netwerk van wijkaccommodaties in de stad Groningen

Inge Test

De stand van mediation

Deelsubsidieverordening Ondersteuning Vrijwilligerswerk

PROCEDURE EN CRITERIA VOOR VERSTREKKING

Met de wervingscirkel kun je stap voor stap een wervingsactie voorbereiden:

Format Projectplan. Zo kan het ook! 20 juni

Steunpunten vrijwilligers en mantelzorg

Nieuwe kansen voor intermediairs

Vrijwilligerswerk bij de Voedselbank Dordrecht

Actieplan Seniorenontmoetingspunt De Bergse Plaat Rustig aan is van de baan Stichting Wij(k) en Wijkcommissie De Bergse Plaat

S A M E N V A T T I N G

Quickscan cultuursensitiviteit van organisaties

W / Evaluatie waardering vrijwilligers

Waarom bent u huurderswerk gaan doen?

WERVINGSCIRKEL. De juiste persoon op de juiste plaats

O O * Uitvoeringsregels tegenprestatie Omdat iedereen van toegevoegde waarde is

Unal College. Professionele zorg, aandacht voor culturele achtergrond

Missie en Visie van Maximina

Management summary - Flitspeiling: Week van passend onderwijs

This is APP! Jongerenparticipatie Gemeente Appingedam

Nieuwsbrief Maart 2011

Alles uit handen, maar niet de touwtjes

Inleiding. En uw parochie kan daaraan meedoen!

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

DE BASIS EN SPEERPUNTEN VOOR

Medezeggenschap van Vrijwilligers

Evaluatie Vrijwilligers Informatie Punt

Plan van Aanpak Vrijwilligerswerk in gemeente De Bilt

Vrijwilligersbeleid. Vrijwilligers worden in Het Mennistenerf/WSP Dirk Prins gezien als niet betaalde medewerkers.

VRIJWILLIGERSBELEID (VASTGESTELD IN MAART 2015 DOOR DIRECTEUR-BESTUURDER EN MT)

DESKUNDIGHEIDSBEVORDERING

Stappenplan Taalcoach. Uitgangspunt: Hoe zet je een taalcoachproject op?

Stichting Present Sneek Rabobank

Klanttevredenheidsonderzoek vrijwilligersorganisaties Actieradius najaar 2011

Transcriptie:

De kracht van het Vrijwilligerswerk in Zaanstad Radar, John Autar en Marieke Megens

De kracht van het Vrijwilligerswerk in Zaanstad Amsterdam, april 2012 Dit rapport is geschreven in opdracht van de gemeente Zaanstad Colofon Radar John Autar en Marieke Megens Veemarkt 83 1019 DB Amsterdam tel.: 020-4635050 fax: 020-4635051

Inhoudsopgave 1. Doelstellingen onderzoek en werkwijze 6 1.1. Doelstellingen onderzoek 6 1.2. Werkwijze en verloop van de gesprekken 6 2. Het gemeentelijk beleid 7 2.1. Inleiding 7 2.2. Het beleid 2.3. Acties en knelpunten 7 3. De Vrijwilligersorganisaties 9 3.1. Werving en continuïteit 9 3.1.1. Druk 9 3.1.2. Werving voor structurele activiteiten en voor specifieke functies 9 3.1.3. Werving van specifieke groepen 10 3.1.4. Continuïteit en contacten 11 3.1.5. De Vrijwilligerscentrale 11 3.2. De Aard van de vrijwilliger 12 3.2.1. Zelfstandigheid en flexibiliteit 12 3.2.2. Professionaliteit 12 3.2.3. Motivatie t.o.v. verplicht of betaald 13 3.2.4. Sociale activering 13 3.3. Een krap budget 13 3.3.1. Deskundigheid 13 3.3.2. Blijken van waardering 14 4. Conclusie 5. Aanbevelingen 17 5.1. Promotie 5.2. Werving/bereik nieuwe groepen 5.3. Deskundigheidsbevorderimg/ondersteuning 20

Bijlage A: Enquête lokaal vrijwilligerswerk Bijlage B: De uitkomsten uit de enquete Bijlage C: De gesprekspartners

Voorwoord De gemeente Zaanstad wil het lokale vrijwilligerswerk een extra impuls geven. In het kader van de Tijdelijke Stimuleringsregeling Vrijwilligerswerk van het Ministerie van VWS heeft de gemeente daarom Radar gevraagd een onderzoek te verrichten naar de mogelijkheid na te gaan wat er nodig is om dit te bewerkstelligen. Hiervoor wil de gemeente een inventarisatie naar knelpunten en oplossingsrichtingen in het vrijwilligerswerk. De inventarisatie, vervat in dit rapport, zal vervolgens uitmonden in een projectplan. In dit interne rapport wordt een beeld geschetst van de huidige praktijk van het vrijwilligerswerk in Zaanstad. Op basis van deze gegevens wordt een eerste aanzet gegeven voor ideeën die een extra impuls kunnen geven aan het vrijwilligerswerk in Zaanstad. Deze ideeën, gekristalliseerd uit de gesprekken, dienen als input voor de terugkoppelingsbijeenkomst met de betrokken organisaties. Dit rapport was niet tot stand gekomen zonder de bereidwilligheid van de beleidsmakers van de gemeente Zaanstad, de bestuurders en professionals van vrijwilligersorganisaties en de Vrijwilligerscentrale; hun enthousiasme en openheid staan aan de basis van dit rapport en geven vertrouwen in de toekomst van het vrijwilligerswerk in Zaanstad. Radar 5

1. Doelstellingen onderzoek en werkwijze 1.1. Doelstellingen onderzoek De doelstelling van dit onderzoek is tweeledig. Ten eerste wil de gemeente Zaanstad beter zicht krijgen op de huidige situatie van het vrijwilligerswerk, waarbij gekeken zal worden naar knelpunten maar ook naar succesfactoren, waar men in het vrijwilligerswerk in Zaanstad tegenaan loopt. Ten tweede zal een inventarisatie van ideeën en activiteiten gemaakt worden om te bezien in welke mate de gemeente Zaanstad in de toekomst het vrijwilligersbeleid een extra kan stimuleren. 1.2. Werkwijze en verloop van de gesprekken Voor dit onderzoek zijn de volgende methoden toegepast: Gesprekken met ambtenaren van verschillende beleidsterreinen waarbinnen vrijwilligerswerk een rol speelt. Er zijn gesprekken gevoerd met Sociale zaken, Welzijn, Ouderenbeleid, Cultuur, Recreatie, Zorg, en Onderwijs. De meeste ambtenaren hebben een subsidierelatie met de vrijwilligersorganisaties. Enquête vrijwilligersorganisaties 1. Samen met de gemeente Zaanstad zijn 400 enquêteformulieren naar alle vrijwilligersorganisaties gezonden. Daarvan zijn er ongeveer 200 teruggestuurd en geanalyseerd. Gesprekken met organisaties die vrijwilligers in dienst hebben 2. In de interviews zijn de thema s uit de enquête verder uitgediept en zijn verdiepingsvragen gesteld over ervaringen ten aanzien van werving, over knelpunten en successen, over het bereiken van bijzondere groepen als allochtonen, jongeren, klanten in het kader van de sociale activering en over mogelijke activiteiten die de gemeente zou kunnen uitvoeren om het vrijwilligersbeleid te stimuleren. Er is hierbij getracht een zo divers mogelijk scala aan organisaties te ondervragen. De organisaties variëren in grootte, in mate van professionaliteit (van organisaties met louter vrijwilligers tot organisaties die binnen een professionele structuur vallen) en in werkterrein (welzijn, ouderen, zorg, sport, gehandicapten, cultuur, allochtonen). Iedereen was enthousiast om mee te werken aan het onderzoek en vaak blij dat er aandacht aan het onderwerp besteed wordt. Gesprek met de Vrijwilligerscentrale. De vrijwilligerscentrale is 5 jaar geleden opgezet, als onderdeel van de welzijnskoepel Stichting Welsaen. Bij de Vrijwilligerscentrale zijn 250 organisaties aangesloten. 1 De enquete lokaal vrijwilligerswerk is te vinden in bijlage A 2 De lijst met gesprekspartners is te vinden in bijlage B Radar 6

2. Het gemeentelijk beleid 2.1. Inleiding De gemeente Zaanstad telt 136.000 inwoners. Van deze inwoners zijn 13,5% allochtonen uit niet-westerse landen. Geschat wordt dat er 25 tot 35.000 vrijwilligers werkzaam zijn in de gemeente, dat is 18 tot 25 % van de bevolking. Er zijn ca. 600 vrijwilligersorganisaties actief in verschillende sectoren. Een groot deel van deze organisaties heeft een subsidierelatie met de gemeente 3. 2.2. Het beleid In zijn algemeenheid kan gezegd worden dat de gemeente geen specifiek vrijwilligersbeleid heeft ontwikkeld. De gemeente heeft ook geen nota welzijnsbeleid. Er is een welzijnsverordening, waarin de regels met betrekking tot het verstrekken, beheren en controleren van subsidiegelden vastgelegd zijn. De meeste beleidsafdelingen hebben weinig zicht op het vrijwilligerswerk en men is onvoldoende op de hoogte van elkaars werkzaamheden binnen de sectoren ten aanzien van vrijwilligerswerk. Uit de gesprekken met de beleidsmakers kwam naar voren dat binnen hun beleidsterreinen veel aan vrijwilligerswerk wordt gedaan, alleen heeft men, door de tweedelijns relatie, niet voldoende zicht in de dagelijkse praktijk. Coördinatie ontbreekt in activiteiten van de gemeente op het terrein van vrijwilligerswerk: formeel valt het thema onder de afdeling Beleidsontwikkeling van de dienst Wijken. De Vrijwilligerscentrale is ondergebracht bij de welzijnskoepel, de stichting Welsaen. 2.3. Acties en knelpunten Er heeft de afgelopen tijd al een aantal acties plaatsgevonden bij verschillende beleidsterreinen: De afdeling Sport heeft kort geleden een enquête uitgezet in het kader van vrijwilligerswerk onder alle sportverenigingen. De afdeling Cultuur heeft begin dit jaar een succesvolle bijeenkomst georganiseerd voor amateur kunstverenigingen. Binnen de sector onderwijs is sinds vorig jaar het driejarig project Brede School ontwikkeling gestart. De Brede School is een wijkgerichte vindplaats voor diverse activiteiten uit verschillende sectoren, waar veel vrijwilligers een rol zullen spelen. De volgende knelpunten ten aanzien van het beleid kunnen genoemd worden: Een steeds terugkerend thema is dat men in de gemeente Zaanstad een samenhangend beleid ten aanzien van vrijwilligerswerk mist. Wellicht is er mede door het gebrek aan visie onvoldoende afstemming tussen en binnen de beleidsterreinen. Er is binnen sommige beleidsterreinen onvoldoende zicht op de eigen vrijwilligers, op de praktijk. 3 In de enquête geeft 61,6% aan een subsidierelatie met de gemeente te hebben. Radar 7

De organisatie die binnen de gemeente als een soort schakel op het gebied van vrijwilligerswerk zou kunnen fungeren, de Vrijwilligerscentrale, is beperkt zichtbaar. Uit de enquête blijkt dat 27,4 % van de vrijwilligersorganisaties gebruik maakt van de diensten van de Vrijwilligerscentrale. In het vrijwilligerswerk zelf signaleert de gemeente problemen op de gebieden werving en behoud. Een brede participatie van verschillende bevolkingsgroepen wordt verder als een streven gezien, maar concrete activiteiten hierin zijn nog niet ten uitvoer gebracht. Radar 8

3. De Vrijwilligersorganisaties In dit hoofdstuk komen thema s aan bod uit de enquête voor de vrijwilligersorganisaties 4, maar ook nieuwe thema s die uit de gesprekken als belangrijk naar voren zijn gekomen. Het accent ligt hierbij op de knelpunten die vrijwilligersorganisaties ondervinden. Gaandeweg zal echter ook duidelijk worden welke successen er behaald zijn. Er zal worden ingegaan op de volgende thema s: werving en continuïteit, de aard van de vrijwilliger, en het budget. 3.1. Werving en continuïteit Hier zullen we kijken naar de consequenties van het gebrek aan vrijwilligers, zoals onmisbaarheid van de zittende vrijwilligers en daaraan gerelateerde werkdruk. Maar ook de mogelijke oorzaken van het tekort aan vrijwilligers, zoals de moeite met het bereiken van nieuwe groepen en de relatieve onbekendheid met de diensten van de Vrijwilligerscentrale komen aan de orde. 3.1.1. Druk Een groot deel van de organisaties heeft door het tekort aan bestuursleden, problemen op het gebied van het managen van de organisatie. Het is niet meer vanzelfsprekend om vrijwilligerswerk te doen en mensen hebben of maken er geen tijd meer voor. Tijdgebrek blijkt een belangrijk argument dat mensen aandragen om geen vrijwilligerswerk te doen of te stoppen met vrijwilligerswerk 5. Uit het enquêteonderzoek blijkt dat 39,2% van de vrijwilligers er mee stopt wegens een drukke baan of studie. Groepen mensen die traditioneel veel aan vrijwilligerswerk deden, zoals huisvrouwen en mensen die geen betaalde baan konden krijgen, zijn door de veranderde maatschappij minder voorhanden. Ook jongeren, die de tijd zouden hebben om vrijwilligerswerk te doen, blijken een bijbaantje en vrijetijdsactiviteiten te verkiezen boven vrijwilligerswerk. Dit alles maakt dat het werk in de vrijwilligersorganisaties vaak neer komt op de schouders van te weinig en steeds dezelfde mensen, wat het zwaar maakt. Zij moeten vaak zorgdragen voor allerlei randvoorwaarden die veel tijd in beslag nemen, waardoor de hoofdtaak van de organisatie in het gedrang kan komen. 3.1.2. Werving voor structurele activiteiten en voor specifieke functies Specifiek wordt aangegeven dat de werving voor structurele activiteiten in de meeste sectoren een groot probleem is: mensen willen best een keer meewerken aan een project of aan een thema, maar ze willen zich niet vastleggen voor een langere periode. Het werven van vrijwilligers met specifieke kwaliteiten is een stuk moeilijker geworden. Het vinden van nieuwe bestuurders met kwaliteiten als financieel deskundig, bekend zijn met milieuwetgeving of een technisch achtergrond, wordt als heel problematisch ervaren. Veel van de mensen die op dit moment deze functies bekleden in de vrijwilligersorganisaties moeten door het tekort dan ook extra werk verzetten. In sommige gevallen heeft de daling van de beschikbare capaciteit ervoor gezorgd dat een aantal activiteiten stopt of alleen 4 Zie bijlage A 5 Uit: Feiten en Cijfers, een onderzoek van de Nederlandse Organisatie van Vrijwilligers, NOV Radar 9

concentreert op momenten wanneer er veel behoefte is. In sommige sectoren, zoals sport, is werving niet zo n groot probleem als in de overige sectoren; men kan redelijk gemakkelijk nieuwe vrijwilligers uit het ledenbestand werven. Wel ontstaan er knelpunten wanneer men iemand zoekt met specifieke kennis zoals wetgeving of veiligheid met betrekking tot Legionella besmetting. Soms vindt de match tussen vraag en aanbod niet plaats: ouderen hebben bijvoorbeeld liever overdag bezoek van vrijwilligers dan in de avonduren. Jongeren die bereidwillig zijn daarentegen, zijn vanwege hun werk of studie alleen beschikbaar in de avonduren. Voorts zijn er tientallen vluchtelingen en asielzoekers (waaronder AMA s) die zich overdag vervelen en zich graag willen inzetten voor het vrijwilligerswerk. Deze nieuwe groepen hebben de weg naar de vrijwilligersorganisaties nog niet gevonden. 3.1.3. Werving van specifieke groepen Allochtonen Veel organisaties zitten om vrijwilligers verlegen. Hierdoor doen weinig organisaties, uitzonderingen daar gelaten, dan ook een echte screening, als een vrijwilliger zich aanmeldt. Wat voor iedereen voorop staat is dat degene die zich aanmeldt gemotiveerd is en iets heeft met het soort werk dat moet worden gedaan. Toch geven enkele organisaties aan graag meer mensen van een bepaalde bevolkingsgroep bij de organisatie te willen. Uit de enquête blijkt dat 73,7% geen allochtone vrijwilligers heeft. Van de organisaties die wel allochtone vrijwilligers hebben, is ongeveer de helft uitgesproken positief over de samenwerking. Vooral organisaties die in wijken opereren met veel mensen van allochtone afkomst zouden puur voor het teruglopend aantal ook meer vrijwilligers van allochtone afkomst willen. Een organisatie uit de zorgsector geeft aan meer allochtone vrijwilligers te willen voor de communicatie in eigen taal met allochtonen bij een eventuele ramp in een wijk met veel allochtonen. Een aantal buurthuizen heeft goede ervaringen met allochtonen. Sommige wijken organiseren specifiek op allochtonen gerichte activiteiten; deze trekken dan veel allochtonen aan. Als randvoorwaarde wordt door veel organisaties aangegeven dat allochtonen wel de Nederlandse taal moeten beheersen. Wat werving betreft komt uit de gesprekken naar voren dat bij deze specifieke groepen het volgen van de geijkte paden (bijv. via de bestaande vrijwilligers of leden, via advertenties in buurtkranten of posters) vaak niet voldoende is om de mensen te bereiken. Er moet gezocht worden naar andere manieren om vrijwilligers van allochtone afkomst te betrekken bij het vrijwilligerswerk. Een aantal organisaties heeft de folder vertaald in het Turks en Arabisch. In de wijken speelt men het WAVE-spel (een soort triviant); deze bevordert de interculturele contacten tussen met name vrouwen. Toch zijn de contacten met de allochtone organisaties zijn nog niet optimaal. De allochtone organisaties zijn bereidwillig maar voelen zich vaak gepasseerd en willen contacten en afspraken over werkzaamheden uit de eerste hand. Jongeren Verreweg het meest frequent kwam naar voren dat het aantrekken van meer jonge vrijwilligers gewenst is. Dit onder andere om de vergrijzing van het vrijwilligerswerk tegen te gaan. Bij een zorgorganisatie bijvoorbeeld, is de jongste vrijwilliger 58. De gedachte is dat door jonge mensen binnen te halen de continuïteit van de organisatie en van het vrijwilligerswerk in zijn algemeenheid voor een stuk wordt gewaarborgd. Uit het enquêteonderzoek blijkt dat 40,3% van de organisaties geen vrijwilliger heeft onder de 25 jaar. Radar 10

Probleem is echter hoe deze druk bezette jonge mensen te bereiken en te interesseren voor vrijwilligerswerk. Sommige organisaties hebben liever geen jongeren; zij hebben nog onvoldoende levenservaring, waardoor het werken met bijvoorbeeld ouderen lastiger zal zijn. Het werk, de verantwoordelijkheid en de structurele inzet zijn factoren die een rol kunnen spelen bij het feit dat nieuwe, potentiële vrijwilligers terugschrikken van de verplichtingen. Sommige sectoren hebben een specifieke cultuur waarin andere groepen zich niet thuis zullen voelen. Andere organisaties vinden dat ze een stoffige imago hebben, waardoor ze bepaalde groepen als jongeren niet aantrekken. 3.1.4. Continuïteit en contacten Er zijn grote verschillen in het netwerk dat organisaties hebben opgebouwd. De ene organisatie is een plaatselijke afdeling van de landelijke organisatie en beschikt over een groot netwerk, de andere organisatie opereert meer wijkgericht of meer in een bepaalde sector. Een bijkomend probleem is dat vaak slechts een enkele persoon binnen de organisatie alle contacten onderhoudt en de wegen kent om aan financiering of andere ondersteuning te komen. Het levert niet alleen veel werkdruk op voor de persoon in deze spilfunctie, maar een ander gevaar wat hierin schuilt is dat deze persoon zichzelf onmisbaar maakt. 3.1.5. De Vrijwilligerscentrale Sinds 1997 bestaat de Vrijwilligerscentrale, als onderdeel van de welzijnskoepel Stichting Welsaen. In het bedrijfsplan 2002 heeft de centrale haar doel als volgt geformuleerd: De toegankelijkheid van de verschillende soorten vrijwilligerswerk voor iedere burger uit Zaanstad te vergroten en maatschappelijke organisaties te steunen bij het vinden en binden van vrijwilligers. Het werk van de Vrijwilligerscentrale is verdeeld over 6 functies: - bemiddeling en begeleiding; - promotie; - deskundigheidsbevordering; - informatie en advies; - ontwikkeling. Bij de Vrijwilligerscentrale zijn 250 organisaties aangesloten. Deze hebben ca. 400 vacatures gemeld. Hier zijn 7 betaalde krachten (1 manager, 2 bemiddelaars, 3 uit sociale activering en 1 beheerder) werkzaam, verdeeld over 5,7 fte s. De centrale wordt gefinancierd door de gemeente (welzijnsbudget en sociale activering) en de provincie Noord Holland. De Centrale speelt een voorname rol bij de bemiddeling en begeleiding van klanten vanuit de sociale activering. Met allochtone vrijwilligers heeft de centrale voornamelijk ervaring via de sociale activering: 25% van de klanten van sociale activering zijn van allochtone afkomst. Uit het enquêteonderzoek blijkt dat 27,4% van de organisaties gebruik maakt van de diensten van de Vrijwilligerscentrale. Op de vraag of men gebruik wil maken van ondersteuning van de Centrale ten aanzien van werving, heeft 31,7 % positief gereageerd. Daartegenover hebben 38,7% aangegeven geen behoefte te hebben aan ondersteuning van de Vrijwilligerscentrale. 21,5% van de organisaties wil graag ondersteuning op het gebied van publiciteit en promotie. In ondersteuning bij het formuleren van beleid is maar 3,8% geïnteresseerd. 12,9% wil ondersteuning bij deskundigheidsbevordering. De Vrijwilligerscentrale ervaart de volgende knelpunten: Radar 11

Jongeren en allochtone groepen worden slechts in geringe mate bereikt; Er is een hoge mate aan vergrijzing in het bestand van de vrijwilligers; Er is geen klantvolgsysteem van vrijwilligers. Er is nog onvoldoende terugkoppeling door de organisatie waar iemand geplaatst is. Zelf wordt door de Vrijwilligerscentrale nog onvoldoende aandacht geschonken aan nazorg; Er is een tekort aan financiële middelen; met name voor de bemiddeling, voor het ontwikkelen en uitvoeren van trainingen en workshops. De huidige kadertrainingen worden uit eigen middelen gefinancierd; Valkuil: Men wil vaak de activiteiten voor vrijwilligers op een zo goedkope manier invullen, omdat het toch niet om professionele krachten gaat; Er vindt onvoldoende uitwisseling plaats tussen vrijwilligersorganisaties. Kansen voor de Vrijwilligerscentrale: De jaarlijks terugkerende Vrijwilligersprijs is een goed initiatief, het werkt wervend; Afgelopen jaar hebben zich, na het evenement, 40 vrijwilligers aangemeld. Met 10 bedrijven is de Vrijwilligerscentrale in gesprek. Met de bedrijven wil de centrale afspraken maken met betrekking tot de werving en andere mogelijkheden tot samenwerking; Met een middelbare school zijn gesprekken gaande; dit om het vrijwilligerswerk te integreren met maatschappelijk oriënterende vakken; Interculturalisatie: een kleinschalige aanpak in de wijken, met behulp van de allochtone zelforganisaties zal zeker het beoogd effect opleveren. 3.2. De Aard van de vrijwilliger 3.2.1. Zelfstandigheid en flexibiliteit De kracht van de vrijwilliger ligt voor een groot deel in het feit dat deze flexibel is. Als de vrijwilliger werkt, kiest hij of zij ervoor om te werken en gaat er dan ook echt voor. Daarnaast kan een vrijwilliger vrij gemakkelijk kiezen om eens niet te werken. Daar hoort een stuk flexibiliteit bij van de organisatie naar de vrijwilliger. De mate van flexibiliteit verschilt weliswaar van organisatie tot organisatie, maar over het algemeen zijn de afspraken stukken minder strikt dan bijvoorbeeld in het bedrijfsleven. Praktisch gezien betekent dit dat mensen vaak niet verplicht kunnen worden om te komen werken en dat er minder eisen aan de werkzaamheden van de vrijwilligers gesteld kunnen worden. Zelfstandigheid en het verantwoordelijkheidsgevoel zijn vaak ook zaken die de vrijwilliger meer naar zich toetrekt, vaak omdat deze zaken niet goed binnen de organisatie geregeld zijn. Daar ligt dan ook duidelijk de kracht van de vrijwilliger omdat hij juist deze aspecten in het werk apprecieert. 3.2.2. Professionaliteit Sommige organisaties geven aan dat ze het lastig vinden dat ze niet met zekerheid kunnen zeggen wanneer ze op vrijwilligers kunnen rekenen. Voor sommige werkzaamheden als het bezorgen van maaltijden voor ouderen kan het plotseling wegvallen van een kracht, funest zijn. Niet alleen voor het uitvoeren van de werkzaamheden is dat lastig, ook het vooruit plannen van bijvoorbeeld projecten wordt erdoor bemoeilijkt. Radar 12

Verder geeft een enkele organisatie aan dat de ambities naar hun idee verder reiken dan met vrijwilligers te bewerkstelligen is en dat hier dan ook professionele krachten bij zouden moeten. Professionele krachten zouden in dit kader extra expertise met zich mee brengen en in die zin een goede ondersteuning zijn voor de vrijwilligers. Uit het enquêteonderzoek blijkt 57,5% van de organisaties geen professionele krachten in dienst te hebben. Ook de keuze voor het onderbrengen van een of meerdere vrijwilligersorganisaties onder een professionele overkoepelende structuur of in een bedrijfsverzamelgebouw, zijn vaak geuite wensen. Uit de enquête blijkt 14,5% van de organisaties huisvesting te delen met anderen. De gemeente zou hierin een faciliterende rol kunnen spelen. 3.2.3. Motivatie t.o.v. verplicht of betaald Zoals in paragraaf 3.1 over werving al is aangegeven, gaat het de organisaties er niet zozeer om wat voor een vrijwilliger ze binnen krijgen, maar vooral om de motivatie. De een ziet dat als gaan voor de goede zaak van de desbetreffende organisatie. De ander verstaat daaronder dat de vrijwilliger zelf graag bij deze specifieke organisatie komt of dat nu is om er iets te leren of om sociale contacten op te doen. Men komt ook voor zich zelf om een beter mens te worden of omdat het moet. Door het laatste ontstaat een spanningsveld tussen mensen die uit zich zelf vrijwilligerswerk doen en mensen die vrijwilligerswerk doen in het kader van sociale activering. 3.2.4. Sociale activering Enkele organisaties zijn bang dat vrijwilligers in het kader van sociale activering minder intrinsieke motieven hebben. Zij vrezen dat deze mensen het werk doen zonder er specifiek iets mee te hebben en dus niet genoeg gemotiveerd zullen zijn. Uit het enquêteonderzoek blijkt dat 16,7 % van de organisaties ervaring heeft met sociale activering. Maar er liggen nog mogelijkheden; 34,9% van de organisaties geeft aan belangstelling te hebben voor het werken met vrijwilligers in dit kader. Voor enkele organisaties is dit gebaseerd op een ideëel motief, voor anderen betekent dit puur het opvullen van openstaande vacatures. Naast twijfels over de intrinsieke motivatie van deze mensen schrikken sommigen daarbij echter terug voor de mogelijkheid dat het werken met deze vrijwilligers veel begeleiding en tijd zal kosten. 3.3. Een krap budget Veel organisaties hebben te maken met een krap budget. Hierdoor beschikt men niet over voldoende financiële middelen voor het vergoeden van onkosten van vrijwilligers. 3.3.1. Deskundigheid De vrijwilligersorganisaties willen graag wat professioneler worden, en zien dit vooral in de vorm van (bij) scholing van de eigen vrijwilligers. Sommige organisaties willen graag deskundigheidsbevordering krijgen voor het aansturen en omgaan met bepaalde ledengroepen. Ook op andere vlakken is bijscholing gewenst; zoals specifieke technische vaardigheden, kadercursus (voorzitten, notuleren en vergaderen) milieuwetgeving, financiën, pr & communicatie en het leren schrijven van een subsidieaanvraag of een projectvoorstel. Radar 13

3.3.2. Blijken van waardering Vrijwilligersorganisaties hebben over het algemeen niet genoeg ruimte in het budget voor extra uitgaven ten behoeve van de vrijwilligers. Sommige organisaties willen het door de Bijstandswet toegestane maximale vergoeding bieden, andere vinden een kerstpakket, een attentie op de verjaardag van de vrijwilliger belangrijk, maar ook geld voor een uitje of voor een feest met vrijwilligers. Omdat veel vrijwilligerswerk niet erg zichtbaar werk is en ook geen beloning voor ontvangen wordt, zijn deze blijken van waardering noodzakelijk. Hieruit spreekt de waardering die een organisatie voor haar vrijwilligers heeft. Dit zorgt voor betrokkenheid bij de organisatie en ook voor behoud van de vrijwilligers. Radar 14

4. Conclusie De gemeente Zaanstad wil aan de slag met het vrijwilligerswerk! Vrijwilligerswerk is echter geen overkoepelend beleidsterrein binnen de gemeente en het is verspreid over verschillende beleidsterreinen waarbij een eenduidige visie en samenhang node gemist wordt. Daarbij is er vaak niet het overzicht van wat er speelt bij de eigen vrijwilligers. De Vrijwilligerscentrale De organisatie die de schakel vormt tussen de gemeente en de organisaties, de Vrijwilligerscentrale, is nog onvoldoende zichtbaar en bekend. De Vrijwilligerscentrale beschikt voorts niet over voldoende middelen. Voor nieuwe activiteiten is men genoodzaakt tot het aanvragen van projectsubsidies. Hierop aansluitend is het niet vreemd dat van de kant van de vrijwilligersorganisaties juist wordt aangegeven dat men een eenduidige, sterke facilitator mist ten behoeve van deskundigheidsbevordering, ondersteuning, financiën, informatie en advies. Door het ontbreken van gemeentelijk beleid, zijn er geen vastgelegde spelregels of minimale eisen waaraan een vrijwilligersorganisatie zou moeten voldoen. Hierin zou dan werk liggen voor de facilitator. Werving van nieuwe vrijwilligers Het is moeilijk om aan nieuwe mensen te komen. De grootste oorzaak is de krapte op de arbeidsmarkt. Verder wordt voor een deel gezocht in de veranderde maatschappij: mensen zijn nu meer individualistisch ingesteld, en voor elke actie wordt de vraag gesteld: wat levert het mij op? Voor een ander deel moet ook gezocht worden in het imagoprobleem waar de vrijwilligersorganisaties mee te kampen hebben, waardoor vrijwilligerswerk niet aantrekkelijk genoeg is voor de mensen. De meest gebruikte wervingsbronnen, aangegeven in het enquêteonderzoek, is het eigen ledenbestand en via de eigen leden; goed voor 60% van de vrijwilligers. Dit is een vorm van coöptatie. Een nadeel hiervan is dat men alleen blijft zoeken binnen de eigen deels opgedroogde- referentiekader. Door wervingsproblemen, moet vaak hetzelfde hoeveelheid werk gebeuren door een kleiner aantal vrijwilligers. De werving van specifieke groepen en voor specifieke functies is hierbij nog onbekend. Door het gebrek aan mensen komen (te) veel taken op de schouders van (te) weinig mensen terecht. Dit in combinatie met de verantwoordelijkheid en betrokkenheid die veel vrijwilligers voelen met betrekking tot hun werk zorgt soms voor overspannen situaties. Er is nog onvoldoende ervaring met de werving van allochtonen. De meeste organisaties zitten wat interculturalisatie betreft nog in een oriëntatiefase. Men probeert in contact te komen met organisaties van allochtonen. De allochtone organisaties ondervinden ook vergelijkbare wervingsproblemen maar hebben doorgaans iets minder moeite bij de werving van vrijwilligers. Volgens deze organisaties is bij de reguliere vrijwilligersorganisaties nog onvoldoende besef tot interculturalisatie. Hierbij moet gedacht worden aan het ontwikkelen van een omslag in de bestaande visie en structuur: ten aanzien van het doel, de activiteiten, de plaats, de medewerkers en de (consumerende) burgers. Volgens de allochtone organisaties zou de gemeente, de welzijnskoepel st. Welsaen en de Vrijwilligerscentrale hierin een voorbeeldfunctie kunnen vervullen. Behoud van vrijwilligers Radar 15

Om de kracht en de dynamiek van het vrijwilligerswerk te behouden is het nodig dat de vrijwilliger een zekere zelfstandigheid en inspraak heeft in het verrichten van zijn of haar werk, anders leidt dit tot minder motivatie en onzekerheid. Voor het behoud van de aanwezige vrijwilligers is het verder belangrijk dat deze mensen zich gewaardeerd voelen in hun werk, hetgeen een krap budget soms bemoeilijkt. Veel organisaties missen een netwerk voor ondersteuning en/of financiën. De informatie is te weinig verbreid en de ingangen worden lang niet altijd gevonden. De plaatselijke afdelingen van koepelorganisaties zijn relatief goed georganiseerd. De werkwijze is gestandaardiseerd. Ze hebben wel vaak last van een saaie imago. Sociale activering Met betrekking tot sociale activering hebben sommige organisaties hun bedenkingen. Ten eerste omdat men denkt dat deze mensen niet intrinsiek gemotiveerd zijn en ten tweede omdat zij wellicht meer begeleiding nodig hebben. Een extra vergoeding voor de begeleiding kan soelaas bieden. Desalniettemin heeft het dubbele dan het huidige aantal organisaties dat met vrijwilligers in het kader van sociale activering werkt, te kennen gegeven belangstelling te hebben voor deze groep. Betrekken van het bedrijfsleven en scholen Bedrijven en scholen zijn over het algemeen weinig bekend met vrijwilligerswerk, waardoor het moeilijk is hen te betrekken. Beide kunnen echter, gezien hun specifieke positie, zeker een positieve impuls leveren aan het vrijwilligerswerk in Zaanstad. Radar 16

5. Aanbevelingen Op basis van het voorafgaande en mede dankzij de suggesties en tips die tijdens de gesprekken gedaan zijn, kan gesteld worden dat in een projectvoorstel in ieder geval aandacht geschonken zal moeten worden aan de punten: promotie, werving/bereik nieuwe groepen en deskundigheidsbevordering/ondersteuning. 5.1. Promotie Werken aan het imago van het vrijwilligerswerk Op gemeentelijk niveau zouden de organisaties met elkaar kunnen uitwisselen en samenwerken om het imago van het vrijwilligerswerk op te poetsen. Duidelijk dient gemaakt te worden wat er te winnen valt door vrijwilligerswerk te doen. Daarbinnen zijn twee stromen te onderscheiden. Ten eerste kan de nadruk gelegd worden op vrijwilligerswerk als opleiding en als een plaats om arbeidsritme op te doen. Voor bijvoorbeeld allochtone vrijwilligers kunnen de voordelen (op het gebied van taalstages, duale trajecten, werkervaring en status voor het c.v. ) van het doen van vrijwilligerswerk benadrukt worden. Ten tweede kan de nadruk gelegd worden op het goed doen en de positieve energie die het vrijwilligerswerk oplevert. Een mogelijkheid is om op scholen videobanden te vertonen met rolmodellen die als vrijwilliger figureren. Dit project zou in samenwerking met de NOV gedaan kunnen worden. Op het niveau van de organisatie kan gekeken worden of deze wel jongerenvriendelijk is en kunnen veranderingen op dit gebied doorgevoerd worden. Gedacht kan worden aan het aanbieden van meer andersoortig, meer projectmatig, themagericht, kortdurend vrijwilligerswerk. Jongeren zijn over het algemeen erg geïnteresseerd in ICT en in internationale, multiculturele muziek. Hiermee ontstaan kansen: een muziekgroep in een wijk zou eventueel in samenwerking met de Fanfare, jongeren kunnen aantrekken met het oefenen en maken van muziek; zowel met de klassieke muziekinstrumenten als met de computer. Veel vrijwilligersorganisaties hebben expertise nodig op het gebied van ICT; voor het installeren en beheren van software en hardware tot het ontwerpen van een website; jongeren kunnen hier een belangrijke rol spelen. Aandacht voor vrijwilligers(werk) Zowel voor de vrijwilligersorganisaties als voor de vrijwilligers is het belangrijk om waardering te krijgen binnen de organisatie. Afgelopen jaar, tijdens het VN- jaar van de Vrijwilliger is de Vrijwilligersprijs verstrekt. Iedereen vindt dit een uitstekend initiatief, alleen zijn de meningen over de criteria bij de keuze nog enigszins verdeeld (doe je dat niet samen met de hele organisatie?, wat zijn de criteria; kijk je hoeveel tijd iemand in het vrijwilligerswerk steekt of kijk je naar de kwaliteit?). Dit evenement zou jaarlijks moeten terugkeren. Omdat het een positieve impuls aan het vrijwilligerswerk geeft, zou de gemeente dit moeten stimuleren en waar nodig ondersteunen. Op het evenement moeten naast vrijwilligers, hun organisaties en hun betaalde collega s ook andere groepen uitgenodigd worden zoals allochtone organisaties, bedrijven en verenigingen van bedrijven, scholen en vakorganisaties. Zo creëer je een voedingsbodem voor structureel contact en samenwerking. Communicatie en inspraak Wat betreft het werken onder een professionele structuur moet verder gezegd worden dat het voor het behoud van de werknemers belangrijk is helder te communiceren over Radar 17

plannen en geldstromen naar de vrijwilligers. Het Vrijwilligersjournaal die de stichting Welsaen voor haar eigen vrijwilligers uitbrengt, bereikt zijn effect en zou wellicht gemeentebreed uitgezet kunnen worden. Er kan ook gedacht worden aan het reserveren van een pagina in het huis aan huisblad. Wat inspraak betreft: de gemeente zou een Vrijwilligersraad kunnen installeren. De raad zou dan bestaan uit leden die de sectoren, inclusief bedrijven, allochtone organisaties en onderwijsinstituten vertegenwoordigen. De raad zou de gemeente gevraagd en ongevraagd kunnen adviseren op het gebied van vrijwilligersbeleid op korte en lange termijn. Deze groepen betrekken en mee laten denken, zal zorgen voor afname van onbekendheid voor het vrijwilligerswerk en de onderlinge communicatie zal er op vooruit gaan. De gemeente zou de rol van de raad kunnen vastleggen in een verordening en kunnen faciliteren in de vorm van een professioneel secretariaat. Investeren in waardering Uit de gesprekken met de organisaties bleek dat er vaak weinig ruimte is om wat extra s te doen voor de vrijwilligers, zoals het geven van een blijk van waardering in de vorm van een vergoeding volgens de normen van de Bijstandswet, een kerstpakket of een uitje voor de vrijwilligers. Dit is erg belangrijk voor de betrokkenheid van de vrijwilligers bij de organisatie en voor het welbevinden in het werk. Kortom: voor het behoud van de vrijwilliger. De gemeente zou hier in de spelregels moeten opstellen en in de subsidieverstrekking meer aandacht aan moeten besteden. Het hanteren van een persoonsgebonden budget per vrijwilliger zal stimulerend werken. Coördineren, afstemmen en organiseren van ontmoetingen Over het algemeen is het aan te raden vrijwilligersorganisaties meer met elkaar in contact te laten treden; zowel binnen een sector als daarboven. Dit blijkt ook wel uit positieve reacties op een evenement als de Vrijwilligersprijs. Deze ontmoetingen kunnen ervoor zorgen dat er meer kennisoverdracht tussen de organisaties komt, zodat het wiel niet opnieuw uitgevonden hoeft te worden. Voor de gemeente ligt er de taak verschillende partijen bij elkaar te brengen en te zorgen dat zij elkaar vinden. Ook kan men aansluiten bij bestaande ontmoetingen en voorzieningen als het Wijkpaleis en de 10 e Zaanse Cultuurmarkt op 23 juni aanstaande. Accentueren van de brugfunctie van de Vrijwilligerscentrale De Vrijwilligerscentrale, de aangewezen organisatie voor de connectie tussen (potentiële) vrijwilligers en organisaties, zou een prominentere en duidelijkere rol kunnen krijgen in het kader van de werving. Daarbij moet gelet worden op de uitstraling van de Vrijwilligerscentrale; vrijwilligers moeten de centrale kunnen vinden en het aantrekkelijk vinden er binnen te stappen. Aan de andere kant moet meer contact met de organisaties bewerkstelligd worden om de vraagkant goed in kaart te brengen, wat ten goede kan komen aan een juiste match tussen vrijwilliger en vrijwilligersorganisatie. Door de beperkte capaciteit is het voor de centrale erg moeilijk om na een vacaturemelding een adequate terugkoppeling te geven aan de organisatie. Ook is er op dit moment onvoldoende ruimte om nazorg te geven na een plaatsing. 5.2. Werving/bereik nieuwe groepen Directe aanpak bij werving en interculturalisatie Om als organisatie meer in trek te komen bij de (potentiële) vrijwilligers, lijkt direct contact met de mensen noodzakelijk. Wat dit betreft kan gedacht worden aan het houden van een vrijwilligersmarkt in combinatie met een aantrekkelijk evenement zoals de Vrijwilligersprijs waar de organisaties zich kunnen presenteren. Radar 18

Vooral voor het bereiken van potentiële allochtone vrijwilligers lijkt de directe aanpak een vereiste; geijkte methodes als advertenties in kranten werken bij deze groepen over het algemeen slecht en de drempel naar de traditionele vrijwilligersorganisatie is vaak extra hoog. Streetcorner-achtig werk zou hier een uitkomst kunnen bieden waarbij mensen bijvoorbeeld op de Zaanse Schans of via een (multiculturele) braderie in de wijk kunnen worden aangesproken op hun wensen, waardoor een eerste stap richting het doen van vrijwilligerswerk gemaakt wordt. Deze directe aanpak wordt ook wel bare foot recruitment genoemd. Het opzetten van multiculturele activiteiten in de wijk zal drempelverlagend werken. Het organiseren van een multiculturele klederdrachtshow of een volksdans motiveert de buurtcentrum om in contact te treden met allochtone organisaties. Hierdoor wint men respect voor elkaar. Bovendien ontstaat er een langdurige relatie, er is meer know how binnen de organisatie en er zullen meer allochtone consumenten op de activiteiten afkomen, die een potentiële bron voor het vrijwilligerswerk vormen. De Federatie Steunpunt Minderheden (FSM), het Buitenlandse Vrouwen Overleg (BVO) en het Vluchtelingenwerk zouden hierin een trekkersrol kunnen vervullen. Motto hierbij zou moeten zijn: respecteer elkaar en deel de verantwoordelijkheid met elkaar. Zorgen voor draagvlak en een goede match voor klanten sociale activering Aan de ene kant is er behoefte aan vrijwilligers aan de andere kant is er ook wel scepsis richting vrijwilligers in het kader van de sociale activering; zijn deze mensen wel gemotiveerd? Het is belangrijk om vooral bij deze groepen vrijwilligers te zorgen voor een diepgaande intake om wensen, mogelijkheden en motivatie in kaart te brengen en een duidelijk beeld te krijgen van mogelijke sectoren waar men wil werken. Bij de organisaties moet meer informatie komen over deze groepen. Daarnaast moeten de bezwaren in kaart gebracht worden, zodat deze adequaat kunnen worden opgelost. Uit het enquêteonderzoek blijkt dat er nog voldoende kansen liggen op dit gebied. Na het opdoen van de nodige arbeidsritme is sociale activering voor de deelnemer zelf een prima mogelijkheid om eventueel door te stromen naar een vakopleiding of een gesubsidieerde, dan wel betaalde baan. Aanbieden van gesubsidieerde banen I/D-ers en WIW-ers kunnen voor een langere tijd ingezet worden waardoor capaciteitsproblemen aangepakt kunnen worden waardoor de continuïteit van de organisatie gewaarborgd blijft. Deze langdurig werklozen doen dan arbeidsritme op en kunnen na een periode als betaalde vrijwilliger op zoek gaan naar een reguliere baan. Stimuleren van leerlingen/ studenten om vrijwilligerswerk te doen Binnen de scholen kan nog meer gedaan worden op het gebied van vrijwilligerswerk. Onbekend maakt onbemind en de drempel naar vrijwilligerswerk is hoog, terwijl we daarnaast van veel organisaties horen dat als de mensen eenmaal binnen zijn ze het geweldig vinden. Er zou dan ook gestimuleerd moeten worden dat leerlingen aan de slag gaan en zelf in aanraking komen met vrijwilligerswerk. Dit kan in de vorm van een werkstuk of een stage zijn. Op een school heeft een aantal scholieren stages gelopen en werk verricht bij vrijwilligersorganisaties, in het kader van het vak Maatschappijleer. In curricula van maatschappijoriënterende vakken zou stage of vrijwilligerswerk opgenomen kunnen worden. Leerlingen kunnen hiermee studiepunten halen. De gemeente zou hierop voort kunnen borduren door dit ook bij andere scholen te promoten en te stimuleren. Betrekken van het bedrijfsleven Bedrijven zijn steeds meer geïnteresseerd in het vrijwilligerswerk. Je ziet dat bij de personeelsuitjes; bijvoorbeeld de KLM die zijn personeel enkele dagen in de natuur laat werken om, door het doen van nuttig werk, de onderlinge cohesie te vergroten. Radar 19

Ook worden bedrijven vaak benaderd voor sponsoring en veel bedrijven hebben hier een budget voor. Bedrijven als de RABO- of de VSB bank hebben een eigen fonds waar aanvragen voor maatschappelijke activiteiten ingediend kunnen worden. Indirect aan bedrijven gelieerd zijn de sociale clubs van managers zoals de Rotary- of de Lions club. Beide zijn actief in fundraising ten behoeve van zowel activiteiten in de wijk als op internationaal niveau. Het betrekken van de maatschappij bij het ondernemen is de laatste tijd vooral door consumenten en hun organisaties gestimuleerd. Bedrijven willen tegenwoordig steeds meer maatschappelijk of ethisch verantwoord ondernemen. Ook op nationaal niveau (ministerie EZ) en internationaal (EU) staat maatschappelijk verantwoord ondernemen hoog op de agenda. Een aantal bedrijven hebben zich verenigd tot de vereniging Samenleving en Bedrijf. Binnen het personeelsbeleid van bedrijven staat vrijwilligerswerk steeds vaker op de agenda. In het kader van pre-pensionering zou vrijwilligerswerk een prima rol kunnen vervullen. Ook bij herstel na (langdurige) ziekte of bij het loopbaanbeleid kunnen bedrijven gebruik maken van het vrijwilligerswerk. Er gaan zelfs stemmen op om in de CAO s iets op te nemen over maatschappelijk verantwoord ondernemen om zo bedrijven te stimuleren en te faciliteren om meer aan vrijwilligerswerk te doen. Zorgen voor professionele assistentie: databank specialisten Een groot probleem wat mede veroorzaakt wordt door het tekort aan vrijwilligers is dat (te) veel taken op de schouders van (te) weinig mensen terechtkomen. De verantwoordelijkheid en betrokkenheid die veel vrijwilligers voelen met betrekking tot hun werk, zorgt vaak voor overspannen situaties. Het zijn vaak niet de hoofdtaken waar de mensen mee in hun maag zitten, maar alles daar omheen. De gemeente zou ervoor moeten zorgen dat er een mogelijkheid is voor (tijdelijke) ondersteuning door bijvoorbeeld financieel-administratieve, om vooral de mensen in de spilfuncties te ontlasten. Dit zou in de vorm kunnen zijn van een (tijdelijke) assistentie door experts, in een databank, een soort A-team voor het vrijwilligerswerk. 5.3. Ondersteuning Deskundigheidsbevordering In de gesprekken is vaak aangegeven dat het bevorderen van de deskundigheid van de vrijwilligers op verschillende vlakken gewenst is. Zo ervaren bestuurders problemen in het managen van de organisatie en in het omgaan met en aansturen van vrijwilligers. Een bestuurder zegt het als volgt: Alle nieuwe dingen die van buiten komen kosten extra expertise en dus geld. Ook zijn nu andere sociale vaardigheden ten behoeve van de vrijwilliger voor het werk nodig. Het inhuren van een professional die deze bijscholing of begeleiding kan geven is over het algemeen vrij kostbaar. Daarom zou er budget gereserveerd kunnen worden voor opleiding en training: kadercursus, financieel management, leiding geven aan vrijwilligers, PR, sociale vaardigheden, netwerken, en het aanvragen van subsidies bij overheid of particuliere fondsen. Creëren van een helpdesk: informatie, advies en ondersteuning is dat er bij de gemeente of de Vrijwilligerscentrale een faciliterend adviespunt komt, waar alle problemen geïnventariseerd worden en vervolgens adequaat op ingespeeld kan worden. De helpdesk van de gemeente kan meer van de randtaken op zich nemen voor vrijwilligersorganisaties, bijvoorbeeld zaken die voor meerdere organisaties collectief geregeld kunnen worden. Voorbeelden hiervan zijn: collectieve WA-verzekering, informatie en advies over subsidies en sponsoring, informeren over Radar 20