10279/17 PAU/ev 1 DG C 1

Vergelijkbare documenten
10997/19 DAU/cg 1 RELEX.1.B

15293/08 cle/gra/jv 1 DG E II

7775/17 van/ons/ev 1 DG C 2B

10254/16 ons/zr/as 1 DGC 2B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Luxemburg, 15 oktober 2012 (OR. en) 14535/12 DEVGEN 264 RELEX 890 ACP 188

9635/17 mou/gys/ln 1 DG E 1C

7935/17 rts/van/fb 1 DG E - 1C

15571/17 ons/cle/ia 1 DG C 1

9131/19 cle/gys/hh 1 RELEX.1.B

8361/17 asd/jel/sl 1 DG B 2B

15573/17 van/gra/fb 1 DG C 1

11246/16 roe/fb 1 DG C 1

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 juni 2016 (OR. en) het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel)

6981/17 ASS/sl 1 DG C 1

10512/16 van/zr/as 1 DG E 1A

De Raad wordt verzocht in zijn zitting van 7 maart 2016 de in de bijlage opgenomen ontwerpconclusies aan te nemen.

9452/16 dau/roe/sv 1 DG G 2B

Voor de delegaties gaan in bijlage dezes de conclusies van de Raad over Jemen, die de Raad in zijn zitting op 18 februari 2019 heeft aangenomen.

10368/1/19 REV 1 DAU/cg 1 LIFE.2.B

9383/17 adw/gys/sv 1 DG C 1

11245/16 roe/fb 1 DGC 1

Tijdens de zitting van 18 mei 2009 heeft de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen de conclusies in bijlage dezes aangenomen.

Voor de delegaties gaan hierbij de conclusies van de Raad over de EU-strategie voor Centraal-Azië, die de Raad op 19 juni 2017 heeft aangenomen.

13645/1/16 REV 1 ev 1 DG E 1C

7749/19 voo/pau/sp 1 TREE 1.B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 oktober 2006 (17.10) (OR. en) 13651/06 SOC 447 NOTA

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C

8792/1/16 REV 1 dui/cle/as 1 DG G 2B

13157/16 cle/van/dp 1 DGG 1A

Commissie ontwikkelingssamenwerking Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid ONTWERPVERSLAG

Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies die de Europese Raad op bovengenoemde bijeenkomst heeft aangenomen.

9895/19 mak/van/hh 1 ECOMP.2B

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

10679/17 dau/jel/fb 1 DG C 1

AANGENOMEN TEKSTEN. Follow-up en stand van zaken van de Agenda 2030 en de doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling

6068/16 YEN/hw 1 DGG 1B

8461/17 nes/ons/sl 1 DGG 2B

9916/17 cle/van/oms/sv 1 DG D 2B

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

10667/16 oms/hh 1 DGG 2B

15312/16 NAF/ev 1 DG D 1B

10482/16 pro/zr/as 1 DGC 1

Raad van de Europese Unie Brussel, 13 juni 2016 (OR. en)

12836/19 hoo/rts/sp 1 RELEX.2.B

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 19 juli 2012 (24.07) (OR. en) 12740/12 Interinstitutioneel dossier: 2011/0411 (COD)

9273/16 gar/zr/as 1 DG B 3A

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 februari 2017 (OR. en)

15633/17 gra/fb 1 DG C 1

8975/15 dau/ons/as 1 DG G 3 C

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 april 2014 (OR. en) 9026/14 JEUN 65 SOC 299

14890/09 gar/gar/sd 1 DG I

12950/17 van/asd/dp 1 DG B 2B

Op 24 mei 2005 heeft de Raad (RAZEB), in zijn samenstelling van ministers van Ontwikkelingssamenwerking, de conclusies in bijlage I aangenomen.

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 19 januari 2009 (20.01) (OR. en) 5365/09 DEVGE 9 RELEX 36 ACP 14 AGRI 16 ALIM 1 PROBA 2 FAO 1

Het Comité van permanente vertegenwoordigers heeft op 27 mei 2009 overeenstemming bereikt over de tekst die in de bijlage gaat.

15445/17 ver/cle/ia 1 DG G 2B

PUBLIC. Brussel, 21 september 2005 (27.09) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 12470/05 LIMITE JEUN 47 EDUC 134 SOC 355

4. Het voorzitterschap verzoekt de Raad de ontwerp-conclusies in de bijlage aan te nemen

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 mei 2009 (19.05) (OR. en) 9976/09 PROCIV 77 JAI 302 COCON 15 RELEX 473 SAN 126 TELECOM 112 COHAFA 28

Alle delegaties gaan thans akkoord met de tekst van bovengenoemde conclusies van de Raad.

Tijdens zijn zitting van 26 mei 2015 heeft de Raad de conclusies van de Raad in de bijlage bij deze nota aangenomen.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 november 2018 (OR. en)

7875/17 oms/rts/sl 1 DGG 2B

Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies die de Europese Raad op bovengenoemde bijeenkomst heeft aangenomen.

ADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2015/2254(INL) van de Commissie constitutionele zaken

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 mei 2017 (OR. en) het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad

13640/15 nes/ass/fb 1 DG E - 1C

8463/17 ass/ons/sl 1 DGG 2B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 april 2010 (20.04) (OR. en) 8570/10 ENFOPOL 99

9798/15 nes/hh 1 DGD 1C

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 november 2010 (16.11) (OR. en) 15697/1/10 REV 1 ENER 301 CONSOM 100

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 31 oktober 2012 (08.11) (OR. en) 15647/12 JEU 88 SOC 873 EDUC 319 CULT 138 RELEX 986

14098/15 VER/mt 1 DG C 1

7370/11 van/lep/lv 1 DG G 2B

8653/19 voo/mak/hh 1 TREE.1.B

Conclusies van de Raad betreffende de bestrijding van het tabaksgebruik

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 februari 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 december 2016 (OR. en) het Comité van permanente vertegenwoordigers (2e deel)

8273/1/18 REV 1 dui/ass/sv 1 DG E 1C

9381/17 ver/dau/cg 1 DG C 1

Embargo tot de datum waarop deze toespraak wordt gehouden / toetsen aan deze datum

B8-0025/2014 } B8-0026/2014 } B8-0029/2014 } B8-0054/2014 } B8-0057/2014 } RC1/Am. 8

De Raad (Buitenlandse Zaken/Ontwikkelingssamenwerking) heeft tijdens zijn zitting van 12 december 2014 de conclusies in bijlage dezes aangenomen.

10159/17 mak/gra/fb 1 DG D 1C

EUROPEES PARLEMENT Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken ONTWERPVERSLAG

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS- EU

AANGENOMEN TEKSTEN. Resolutie van het Europees Parlement van 6 april 2017 over Bangladesh, met inbegrip van kinderhuwelijken (2017/2648(RSP))

PRIORITEITEN VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE 60e ZITTING VAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN DE VERENIGDE NATIES

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

PUBLIC. Brussel, 6 oktober 2006 (17.10) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13590/06 LIMITE SOC 443 WTO 163 DEVGEN 239

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 juli 2014 (OR. en)

13200/17 gar/dau/ev 1 DG D 2C

16891/14 GAR/sv 1 DG B 4A

10370/17 DAU/ev 1 DG C 1

EUROPEES PARLEMENT. Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/2103(INI) Ontwerpadvies Corina Creţu (PE v01-00)

Transcriptie:

Raad van de Europese Unie Brussel, 19 juni 2017 (OR. en) 10279/17 DEVGEN 135 ACP 59 RELEX 528 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 19 juni 2017 aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig doc.: 9049/17 Betreft: De samenwerking van de EU met het maatschappelijke middenveld in de externe betrekkingen - Conclusies van de Raad (19 juni 2017) Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies van de Raad over de samenwerking van de EU met het maatschappelijk middenveld in de externe betrekkingen, die de Raad tijdens zijn 3551e zitting op 19 juni 2017 heeft aangenomen. 10279/17 PAU/ev 1 DG C 1 NL

BIJLAGE De samenwerking van de EU met het maatschappelijk middenveld in de externe betrekkingen Conclusies van de Raad 1. De Raad verwelkomt de vooruitgang die sinds de goedkeuring van de desbetreffende Commissiemededeling 1 en de Raadsconclusies van 2012 2 is geboekt op het vlak van de samenwerking van de EU met het maatschappelijk middenveld in de externe betrekkingen, Hij neemt nota van de verschillende gebieden waarop blijkens het Commissieverslag 3 vooruitgang is geboekt, en kijkt uit naar verdere vooruitgang bij de uitvoering van bovengenoemde conclusies. 2. De Raad verklaart opnieuw dat de steun van de EU voor maatschappelijke organisaties in alle partnerschappen een prominentere plaats moet krijgen; ook moet een meer strategische omgang met maatschappelijke organisaties worden geïntegreerd in alle externe instrumenten en programma s en op alle samenwerkingsgebieden, met name in het ontwikkelingsbeleid, het Europees nabuurschapsbeleid en het uitbreidingsbeleid van de EU. 3. Zoals vermeld in de nieuwe Europese consensus inzake ontwikkeling, onderkennen de EU en haar lidstaten de meervoudige rol die maatschappelijke organisaties spelen als pleitbezorgers van democratie, verdedigers van de houders van rechten en van de rechtsstaat, sociale rechtvaardigheid en mensenrechten. Maatschappelijke organisaties zijn actoren van governance én zelf ook actoren voor ontwikkeling, en zijn als zodanig essentiële partners voor een geslaagde uitvoering van de Agenda 2030 en de integrale EU-strategie. Binnen kaders waarbij meerdere belanghebbenden betrokken zijn, dragen maatschappelijke organisaties ook bij tot de implementatie van de beginselen inzake de doeltreffendheid van ontwikkelingshulp, zoals de beginselen van Istanbul inzake de doeltreffendheid van ontwikkelingshulp 4. 1 2 3 4 Doc. 13788/12 - COM(2012) 492 final. Doc. 14535/12. Doc. 8341/1/17 REV 1 - SWD(2017) 136/2 final. http://csopartnership.org/wp-content/uploads/2016/01/hlf4_72.pdf 10279/17 PAU/ev 2

4. De Raad wijst op het belang van maatschappelijke organisaties voor het verwezenlijken van de doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling (SDG s); ook benadrukt hij hun fundamentele rol op economisch, sociaal, politiek, milieu-, ontwikkelings- en humanitair gebied, ter aanvulling van de rol van de staat bij het verschaffen van diensten, het bereiken van kwetsbare en gemarginaliseerde mensen, het uitbannen van armoede en het opbouwen van veerkracht, en het ertoe bijdragen dat niemand aan zijn lot wordt overgelaten. 5. De Raad wijst voorts op de belangrijke rol die maatschappelijke organisaties spelen bij het bevorderen van vreedzame, rechtvaardige en inclusieve samenlevingen, ook in fragiele en conflictsituaties. De Raad bevestigt dat de EU zich sterk maakt voor een goed toegerust en veerkrachtig maatschappelijk middenveld, in al zijn diversiteit, als cruciale bouwsteen van elke democratie bij het ondersteunen van goed bestuur, de rechtsstaat en duurzame ontwikkeling, en bij het propageren van de mensenrechten, gendergelijkheid, de fundamentele vrijheden en de democratische beginselen, zoals inclusie, transparantie en verantwoordingsplicht. 6. De Raad blijft diep bezorgd over het feit dat de ruimte voor het maatschappelijk middenveld in steeds meer landen wordt ingeperkt. Hij is fel gekant tegen en blijft waakzaam ten aanzien van ongerechtvaardigde restricties van de vrijheid van vereniging, meningsuiting en vreedzame vergadering, die hinderpalen zijn voor het werk van mensenrechtenorganisaties, vrouwenorganisaties, pro-democratieactivisten en bredere maatschappelijke bewegingen. De Raad roept de Commissie op haar steun voor het bevorderen van een gunstig klimaat voor maatschappelijke organisaties in partnerlanden te handhaven en te versterken, en de democratische ruimte op alle niveaus, van lokaal tot nationaal, regionaal en mondiaal, te beschermen. De Raad doet tevens een beroep op de EU om een belangrijke rol te spelen bij het bevorderen van sterkere posities inzake burgerlijke vrijheden en tegen de inperking van de democratische ruimte, ook in VN-verband, en inzake meer verantwoordingsplicht. Meer bepaald moet hoge prioriteit en zichtbaarheid worden gegeven aan doelstelling 16 van de Agenda 2030, en aan de subdoelstellingen die verband houden met de democratische ruimte. 10279/17 PAU/ev 3

7. De EU en haar lidstaten zullen ruimte voor het maatschappelijk middenveld propageren en meer steun geven voor het vergroten van de capaciteit van maatschappelijke organisaties, zodat ze een krachtigere stem krijgen in het ontwikkelingsproces en de politieke, sociale en economische dialoog kunnen stimuleren. Daartoe benadrukt de Raad dat de EU en haar lidstaten duidelijkere en coherentere benaderingen moeten kiezen, onder meer middels intensievere contextspecifieke analyses van de slinkende ruimte op een strategisch niveau, en concrete maatregelen moeten nemen, en in voorkomend geval gezamenlijke acties ter bescherming en uitbreiding van de ruimte voor het maatschappelijk middenveld. 8. De Raad benadrukt dat meer inspanningen moeten worden geleverd om gendergelijkheid, democratie en mensenrechten te integreren in de omgang van de EU met het maatschappelijke middenveld in de externe betrekkingen. De steun van de EU moet blijven zorgen voor de bescherming van strijders voor democratie en mensenrechten, waaronder organisaties die minderheidsgroepen en alle personen in kwetsbare situaties verdedigen, organisaties die strijden tegen discriminatie, met inbegrip van discriminatie van LGBTI, alsmede organisaties die genderongelijkheid en misbruik van bevoegdheid bestrijden. De Raad wijst met klem op de noodzaak van verdere bevordering en versterking van de rol van vrouwen en meisjes als aanjagers van verandering voor de bevordering van vreedzame en inclusieve samenlevingen, met inbegrip van conflictpreventie, bemiddeling, vredesopbouw en herstel na een conflict. 9. De Raad wijst op de resultaten die zijn geboekt bij het ondersteunen van de deelname van het maatschappelijk middenveld, bij het versterken van het vermogen van maatschappelijke organisaties om te opereren, en bij het verzekeren van een stimulerend klimaat, onder meer door middel van politieke dialoog en beleidsdialoog met de partnerlanden. De Raad is verheugd over de verhoging, sinds 2012, van de financiële middelen van de EU ter ondersteuning van maatschappelijke organisaties via diverse instrumenten en programma s, en merkt op dat de EU de belangrijkste donor is geworden voor lokale maatschappelijke organisaties, met inbegrip van die welke zich bezighouden met humanitaire hulp en de bescherming en bevordering van mensenrechten en democratie. 10279/17 PAU/ev 4

10. De Raad benadrukt het belang van een significante en gestructureerde participatie van maatschappelijke organisaties in de dialogen over beleidsmaatregelen, begrotingen en de prioriteiten op nationaal niveau. De Raad is in dit verband verheugd over de uitwerking van 105 landspecifieke routekaarten van de EU, waarin de inzet van de EU voor de versterking van het maatschappelijk middenveld wordt vertaald in lokale strategieën, en dringt aan op verdere concrete stappen met het oog op de uitvoering ervan. Daarbij moet ervoor worden gezorgd dat deze worden ingepast in en gecoördineerd met andere relevante beleidsdocumenten, zoals het actieplan van de EU voor mensenrechten en democratie en het genderactieplan van de EU. 11. De Raad onderstreept tevens dat werk moet worden gemaakt van de noodzakelijke manoeuvreerruimte en mechanismen, zodat het maatschappelijk middenveld kan worden betrokken bij de politieke en beleidsdialoog met de EU. In dit verband spreekt de Raad zijn waardering uit voor de omvorming van de gestructureerde dialoog met het maatschappelijk middenveld tot een permanent Europees beleidsforum over ontwikkelingsvraagstukken, en voor de deelname van het maatschappelijk middenveld aan alle externe instrumenten van de EU. De Raad is voorts ingenomen met de totstandbrenging van kaderpartnerschapsovereenkomsten met netwerken van maatschappelijke organisaties, en met het positieve effect dat deze strategische partnerschappen op lange termijn kunnen opleveren. 12. De Raad wijst erop dat ontwikkeling, onderwijs en bewustmaking (DEAR) een belangrijke rol kunnen spelen bij het ondersteunen van de actieve betrokkenheid van mensen en bij het verwezenlijken van de doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling, om aldus bij te dragen tot algemene burgerzin en de bevordering van mondiale gerechtigheid en eerbiediging van de culturele verscheidenheid. De EU moet een leidende rol blijven spelen in de ondersteuning van DEAR-initiatieven, onder meer door een strategische benadering te blijven stimuleren om het niveau en de kwaliteit van dergelijke initiatieven te verhogen, alsmede de capaciteit van maatschappelijke organisaties en hun netwerken in dit verband. De Raad erkent ook de waarde en het belang van vrijwilligerswerk als een vorm van actieve betrokkenheid van de burgers. 13. De Raad verzoekt de Commissie de samenwerking met het maatschappelijk middenveld voort te zetten en te versterken, en daarover uiterlijk in mei 2019 verslag uit te brengen aan de Raad. De Raad verzoekt de Commissie verder na te denken en verslag uit te brengen over de problemen in de partnerlanden, en over de lessen die zijn geleerd in verband met landen waar de participatie van maatschappelijke organisaties moeilijk is vanwege interne factoren, zoals procedurele knelpunten of tegenwerking van de kant van de regeringen van de partnerlanden. 10279/17 PAU/ev 5