Inhoud Woord vooraf 8 Bij de tweede druk 9 Inleiding 11 Indeling 12 1 Spel 14 1.1 Inleiding 14 1.2 Wat is spel? 14 1.3 Kenmerken van een speelse intentie 16 1.4 Spel herkennen 22 1.5 Verschijningsvormen van spel 23 1.6 Van spontane speelsheid naar games en kunstzinnige activiteiten 30 2 Het nut van kinderspel 32 2.1 Inleiding 32 2.2 Spel en de adaptatietheorie 33 2.3 Spel en psychoanalyse 41 2.4 Spel en activatietheorie 45 2.5 Integrerend voorbeeld Tjits 51 3 Spel en kunst als sociaal-culturele vrijplaats 54 3.1 Inleiding 55 3.2 Van spontaan spel naar vaste kaders 55 3.3 Vrijplaats 58 3.4 Van spontaan naar sociaal-cultureel 59 3.5 Sociaal-culturele vrijplaats 61 3.6 Andere dan de alledaagse werkelijkheid 68 3.7 Soorten spel 69 3.8 Spel en de kunsten 70
6 Het woord aan de verbeelding 4 De optimale vrijplaatservaring: flow 73 4.1 Inleiding 73 4.2 Concentratie en alledaagsheid 73 4.3 Optimale vrijplaatservaring 75 4.4 Spel en flow 78 4.5 Voorwaarden voor flow 78 4.6 Functies van flow 82 4.7 Gevaren van flow 85 5 Het agogisch uitlokken van vrijplaatservaringen: arrangeren 87 5.1 Inleiding 87 5.2 Arrangeren 89 5.3 Vrijplaatsarrangementen 89 5.4 Appels hanteren 91 5.5 Indeling van appels en appelwaarden 92 5.6 Structuur 99 5.7 Structuren hanteren 103 5.8 Behoeftenbasis 105 5.9 Doelgerichte hantering van appels, structuren en persoonlijke basis 107 5.10 Analyse van het voorbeeld 109 5.11 Onderzoekers over het hanteren van de vrijplaats 109 6 Vernieuwing van betekenis: creatieve processen en ervaringsleren 115 6.1 Inleiding 115 6.2 Creatief proces: op weg naar iets nieuws 116 6.3 Referentiekader: een sociaalconstructivistische visie 119 6.4 Vernieuwing van betekenisverlening 121 6.5 Creatief proces als vernieuwing van betekenisverlening 122 6.6 Ervaringsleren als ingang voor creatieve processen 126 6.7 Ervaringsleren, een praktisch handelingsmodel 128 7 Communicatie en kunstzinnige media 135 7.1 Inleiding 136 7.2 Communicatieproces 137 7.3 Linker- en rechtermodus en communicatie 139 7.4 Innerlijke beelden en verbeelding 142 7.5 Verbeelding 143
Inhoud 7 7.6 Verbale taal 144 7.7 Zintuiglijke communicatie 145 7.8 Beeldtaal 146 7.9 Lichaamstaal 148 7.10 Muziek 154 7.11 Nieuwe registratiemogelijkheden 155 7.12 Esthetische illusie 156 8 Narratief werken 160 8.1 Inleiding 160 8.2 Narratief werken 160 8.3 Kunst en narratieve reconstructies 164 8.4 Metaforen 168 8.5 Narratieve dialoog 169 9 Toepassen van non-verbale talen en de vrijplaats in groepswerk 174 9.1 Inleiding 174 9.2 Groepswerk 175 9.3 Alledaagse inrichting 176 9.4 Alledaagse activiteiten 180 9.5 Agogische mogelijkheden van zintuiglijke communicatie 182 9.6 Gearrangeerde vrijplaatsactiviteiten 187 9.7 Functies van gearrangeerde vrijplaatsactiviteiten 189 9.8 Spontane vrijplaatsen 193 9.9 Animatietechnieken 195 9.10 Dramatechnieken 199 Literatuur 206 Over de auteur 209 Register 210
Woord vooraf Dit boek is tot stand gekomen in antwoord op een vraag van de opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening te Nijmegen, de oude Kopse Hof. Mij werd gevraagd om een inmiddels rijke traditie van spel en kunstzinnige middelen in werkveld en opleiding, opnieuw te ordenen en van actuele theoretische onderbouwing te voorzien. Ik nam deze taak met veel plezier aan, niet wetende hoeveel bloed, zweet en tranen deze mij zou kosten. De klus is nu in zoverre geklaard dat ik een volgens mij relevant gedeelte van de schier eindeloze toepassingsmogelijkheden in kaart heb gebracht en deze zo goed als binnen mijn mogelijkheden lag, theoretisch heb onderbouwd. Verder onderzoek, ordening en discussie zijn echter nodig om de rijke mogelijkheden van spel en kunstzinnige middelen voor het sociaal agogisch werk verder te kunnen oogsten. Hopelijk worden mijn bevindingen bediscussieerd, genuanceerd, aangevuld en verder uitgewerkt, vooral vanuit het perspectief van praktische toepassingsmogelijkheden in het sociaalagogisch werk. Ik had dit boek nooit kunnen schrijven zonder de inspirerende bijdrage van een aantal collega s, studenten en vrienden. Ik wil een aantal van hen dan ook op deze plaats bedanken. Op de eerste plaats gaat mijn dank uit naar de leden van ons videoclubje. Alice, Giel, Juul, Gaby, Linde en Trees waren voor mij een rijke inspiratiebron. Daarnaast bleken veel van mijn collega s steeds opnieuw bereid met mij in gesprek te gaan en hun ervaringen en visies met mij te delen. Hoewel de opsomming niet volledig is, wil ik met name de volgende mensen hartelijk danken voor hun inspirerende bijdrage: Frans, Ruud, Mart, Paul, Jan van Kol, Albert, Marianne, Berry, Oda, Ben, Cor, Peter, Mieke, Pieter, Netty, Ineke, William, Theo en Ed. Ook wil ik Jan Dankers bedanken voor het scheppen van een aantal voorwaarden. In de loop der jaren zijn met name ook een groot aantal studenten voor mij belangrijk geweest. Hun kritische noten en praktijkvoorbeelden waren een belangrijke inspiratiebron voor mij.
Woord vooraf 9 Daarnaast wil ik mijn actieve zussen Franca, Lia, Els, Erna en Ineke hartelijk danken voor hun betrokkenheid en inhoudelijke bijdrage. Tot slot gaat mijn speciale dank uit naar Floor de Graaff en Marijke van Bommel voor hun kritische opmerkingen en kanttekeningen. Jan van Rosmalen Nijmegen, juli 1999 Bij de tweede druk De eerste versie van dit boek verscheen in 1999. Het was geschreven in antwoord op de vraag naar onderbouwing van de bijzondere mogelijkheden van spel en kunstzinnige media in het agogisch werk. Anno 2012 voldoet het boek in zijn oude vorm niet meer. Ik realiseer me dat ik destijds vooral heb geschreven vanuit de intentie volledig en onderbouwd te willen zijn. Dit ging soms ten koste van de communicatieve waarde van het boek. In deze rigoureus herziene uitgave leg ik meer het accent op leesbaarheid dan op volledigheid. Er is veel afleidende informatie geschrapt, waardoor de rode draad duidelijker naar voren komt. Ook zijn er tekeningen, foto s en schematische overzichten toegevoegd. Dit doet de titel meer eer aan en zorgt ook voor meer overzicht en overdracht. Waar nodig, is de informatie up-to-date gemaakt en met onderzoek onderbouwd. Zo is er meer te lezen over narratief werken en is het hoofdstuk over beeldtaal ingrijpend aangepast. Het begrip creativiteit is uitgekleed en verlaten als uitgangspunt voor het boek, dat zich nu meer in de breedte richt op de mogelijkheden van spel en kunst in de agogische beroepen - voor mijzelf een ware bevrijding. Alle geschrapte informatie is wel bewaard gebleven op een website die aan het boek is gekoppeld. Op deze website staan tevens opdrachten en extra voorbeelden. De website zal tussentijds aangevuld worden met gesorteerd beeldmateriaal, met daarin extra voorbeelden en praktijkcasussen. Kortom, dit boek is meer aangepast aan de eisen van de student van deze tijd: vlot geschreven, toegankelijk en met gebruikmaking van digitale mogelijkheden ter verdieping. Het woord aan de verbeelding is qua omvang sterk verminderd, maar juist gegroeid wat impact en inhoud betreft. Ik vond het bij deze herziening erg fijn om samen te werken met Gabi Rets en ben blij met de speelse en soms grappige tekeningen die zij naar aanleiding van mijn voorbeelden over Tjits en Tjats heeft gemaakt. Harry Haakman was een kritische en betrokken redacteur, die in zijn correcties en opmerkingen voordurend respectvol bleef omgaan met de door mij aangeleverde teksten. Ook met betrokken mensen
10 Het woord aan de verbeelding van Bohn Stafleu van Loghum heb ik prettig kunnen samenwerken: dankjewel! Dan wil ik Shireen bedanken voor haar vaak nuchtere en wijze opmerkingen als ik er even niet uitkwam. Mijn kinderen waren erg inspirerend. Niet in het minst omdat zij mij dagelijks laten ervaren waar ik over schrijf. Ik draag deze herziene versie dan ook op aan Reena en Tees. Ik vind het ook bijzonder dat Reena de tekening op de voorkant van het boek heeft gemaakt. Jan van Rosmalen Nijmegen, maart 2012