Specifieke bepalingen voor School of Arts KASK- Koninklijk Conservatorium.



Vergelijkbare documenten
Specifieke bepalingen voor School of Arts KASK- Koninklijk Conservatorium.

ongewettigde afwezigheid van meer dan 25% aanleiding geven tot de quotatie afwezig voor het volledige opleidingsonderdeel.

School of Arts KASK-Koninklijk Conservatorium. reglement BC/B/2016/ONDW/ bijlage 6 - pag. 1/58

Deliberatiebijeenkomsten van de School of Arts. A. SITUERING

Aanvulling onderwijs- en examenreglement RITS School of Arts

RITCS School of Arts Aanvulling onderwijs- en examenreglement

Aanvulling onderwijs- en examenreglement RITCS School of Arts

INTAKEPROCEDURE VOOR DE BACHELOR NA BACHELOR IN DE LANDSCHAPSONTWIKKELING

Bijzondere examenreglementen

AANVULLING OP HET ALGEMEEN ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT EN DE ALGEMENE RECHTSPOSITIEREGELING. ו Royal Institute for Theatre, Cinema & Sound

Onderwijs- en examenreglement opleiding gerechtsvertalen en tolken academiejaar

STAGEREGLEMENT WERKPLEKLEREN FBO

Algemene informatie voor docenten: 1 ste examenperiode januari/februari academiejaar

! " #" $ % & $ & "! ' ( ) & ) & ) * + *,+ *,+ + -.& / 0 (

Algemene informatie voor studenten: 1 ste examenperiode januari/februari academiejaar

AFWIJKENDE TOELATING AUHL Reglement

Bijlage II: uitvoeringsmodaliteiten

FAQ Frequently Asked Questions Master na master Notariaat

EXAMENCONTRACT VOOR HET VERWERVEN VAN EEN DIPLOMA

Besluit inzake het inrichten van de Doctoraatsopleiding Vrije Universiteit Brussel

Beoordelingsreglement voor de opleiding Getuigschrift Vervolmaking in de pedagogische wetenschappen

Beoordelingsreglement voor de opleiding Getuigschrift Bijzondere Leergang Pensioenrecht

Leidraad voor aanvragen van vrijstellingen (EVK - EVC) Departement HB. PBA Bedrijfsmanagement: Accountancy-Fiscaliteit in avondonderwijs

Facultaire aanvullingen op de Onderwijs- en Examenregeling (OER) Faculteit Bedrijf en Organisatie Academiejaar

Aanvraagformulier toelatingsprocedure Faculteit Theologie en Religiewetenschappen

Onderwijs- en examenreglement opleiding gerechtsvertalen en tolken cursusjaar

Beoordelingsreglement voor cursisten van permanente vormingsopleidingen met getuigschrift 1

Beoordelingsreglement voor de opleiding Gedragstherapie bij kinderen en jongeren

Voor wie is het leerkrediet (en dus deze folder)?

Ouderinfo-avond Flexibel hoger onderwijs: creditsysteem en studievoortgangsbewaking

Leidraad voor aanvragen van vrijstellingen (EVK)

Sjabloon aanvraag voor het aanbieden van een anderstalige initiële bachelor- en/of masteropleiding

Algemene informatie voor docenten: 1 ste examenperiode januari/februari academiejaar

STUDIEGIDS (v. 3.0) INLEIDING

Examenreglement ten behoeve van de interuniversitaire opleidingen waarvoor inschrijving kan worden genomen aan meer dan één universiteit

FACULTEIT GENEESKUNDE EN FARMACIE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL Laarbeeklaan Brussel AANVULLEND FACULTAIR DOCTORAATSREGLEMENT

Aanvraagformulier toelatingsprocedure Faculteit Theologie en Religiewetenschappen

Examenreglement ten behoeve van de interuniversitaire postgraduaatsopleiding Innoverend Ondernemen voor ingenieurs

Onderwijs- en examenreglement opleiding gerechtsvertalen en tolken cursusjaar

Stad Antwerpen College van burgemeester en schepenen

FAQ Frequently Asked Questions Master na master Notariaat

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011

Bij het quoteren worden geen negatieve cijfers toegekend per vraag van een examen, uitzondering: toepassing van gis -correctie.

Facultair reglement FBO

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

Nota betreffende Examens & Rapporten voor leerlingen en ouders.

Studiegelden : raad van bestuur B1565/165/

Handleiding voor het samenstellen van een individueel collegerooster

Facultair reglement FBO

DEPARTEMENTALE AANVULLING OP HET ALGEMEEN ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT EN DE ALGEMENE RECHTSPOSITIEREGELING

Wat komt er aan bod? Begrippen hoger onderwijs Leerkrediet Examens - resultaten tolerantie deliberatie Studievoortgang Heroriënteren Begeleiding

Mededeling aan de leden van de Vlaamse Regering

Provincieraadsbesluit

VERKORTE TRAJECTEN extra ONDERWIJSVAK (SECUNDAIR ONDERWIJS)

Doctoraatsreglement van de FPPW

Facultair reglement FBO

Reglement EVC-EVK Associatie K.U.Leuven

U I T S P R A A K

Reglement voor het toelatingsexamen van accountant en/of belastingconsulent

Facultair reglement FBO

Leerkrediet

Beoordelingsreglement voor de opleiding Prenatale Echografie en Foetale Geneeskunde

Examenreglement ten behoeve van de interuniversitaire masteropleidingen waarvoor inschrijving kan worden genomen aan meer dan één universiteit

DEPARTEMENTALE AANVULLING VAN HET ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT

STAGEREGLEMENT FBO. academiejaar Algemene bepalingen

STAGEREGLEMENT FBO. Algemene bepalingen

Protocol toelatingsproeven Koninklijk Conservatorium Antwerpen

GIT-infobundel. Academiejaar ALGEMENE INFORMATIE FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

Leerkrediet

FAQ deeltijds studeren opleiding vroedkunde Turnhout

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Spaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

EXAMENREGLEMENT TEN BEHOEVE VAN HET INTERUNIVERSITAIR EXAMEN GEDEELTELIJKE GELIJKWAARDIGHEID DIPLOMA ARTS VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD

2014/2015. Koninklijk Conservatorium Antwerpen. specifieke lerarenopleiding muziek, drama, dans

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Aanpassingen OER 14-15

EXAMENREGLEMENT Opleiding juridisch / gerechtelijk expert September 2016

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

Studievoortgangsbeleid AJ 18-19

Gedragscode Onderwijstaal Universiteit Antwerpen UITGANGSPUNTEN

Aanvullingen bij het examenreglement Studiegebied industriële ingenieurswetenschappen

HUISHOUDELIJK REGLEMENT. Opleiding Pastoraal werk(st)er in de zorg

FACULTEIT DER LETTEREN EN WIJSBEGEERTE MASTERPROEF GESCHIEDENIS REGLEMENT

Handleiding elektronisch herinschrijven en samenstellen studieprogramma Opleidingen Muziek Academiejaar

Algemene bepaling DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de organisatie van het toelatingsexamen arts en het toelatingsexamen tandarts

LUCA SCHOOL OF ARTS. STUDEREN IN VLAANDEREN Bachelors & Masters in de Kunsten

Masterproef en stage kunnen worden geïntegreerd, maar de masterproef moet meer zijn dan een loutere beschrijving van de stagewerkzaamheden.

Examenreglement

Hoe meld ik me aan voor een postgraduaat?

communicatiemanagement

Artikel II van de Codex Hoger Onderwijs.

Kan de minister voor de studierichting Bachelor in de Verpleegkunde volgende vragen beantwoorden.

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

SCHOOL OF ARTS - KONINKLIJK CONSERVATORIUM - AP HOGESCHOOL ANTWERPEN OPLEIDING MUZIEK

Onderwijs- en examenreglement. Academiejaar

Specifieke lerarenopleiding maatschappijwetenschappen en filosofie

EXAMENREGLEMENT EPB-VERSLAGGEVER

Stap. Studieadviespunt Gent. Handleiding bij de PowerPoint-presentatie Flexibilisering

EEN INSPIRERENDE LERAAR IS BREED GEORIËNTEERD

INFORMATIEBROCHURE VOOR KANDIDAAT STUDENTEN MASTER OF SCIENCE IN DE REVALIDATIEWETENSCHAPPEN EN KINESITHERAPIE

Transcriptie:

Onderwijs-en examenregeling Artikelsgewijze reglementering Deel: Specifieke bepalingen voor School of Arts KASK- Koninklijk Conservatorium. 2013-2014 1

I Onderwijsregeling 1. Toelatingsvoorwaarden Artikel 1. Artistieke toelatingsproef tot de opleidingen Beeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Drama en Muziek 1. De artistieke toelatingsproef 1 De artistieke toelatingsproef is de proef door de kandidaat-student afgelegd vóór hij studies in de opleidingen Beeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Drama en Muziek in de school of arts Hogeschool Gent kan aanvangen. Het slagen in de artistieke toelatingsproef maakt deel uit van de algemene toelatingsvoorwaarden. De geslaagde artistieke toelatingsproef is voor één aansluitend academiejaar rechtsgeldig in de Hogeschool Gent. Een student die in de loop van zijn studies in de school of arts Hogeschool Gent gedurende één academiejaar zijn studies stopzet kan zijn studies hervatten zonder opnieuw aan de artistieke toelatingsproef te participeren. 2 Voor alle opleidingsonderdelen die men met een creditcontract wenst op te nemen dient men eveneens te slagen in een artistieke toelatingsproef die betrekking heeft op de opleiding, afstudeerrichting, specialisatie of instrument die samenhangt met de opleidingsonderdelen waarvoor men wenst in te schrijven. 2. Organisatie van de toelatingsproeven 1 De artistieke toelatingsproeven voor de studies in de opleidingen Beeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Drama en Muziek van de school of arts worden ieder jaar georganiseerd vóór de aanvang van het nieuwe academiejaar. De proeven worden meerdere malen ingericht. Een kandidaat-student kan aan de proeven van verschillende opleidingen, afstudeerrichtingen, specialisaties of instrumenten deelnemen. 2 De kandidaat-studenten moeten zich vooraf inschrijven voor de proef. Alle informatie, inhoud en organisatiemodaliteiten over de artistieke toelatingsproef zijn raadpleegbaar op de website van de school of arts (www.schoolofarts.be). 3 Om toegelaten te worden tot de artistieke toelatingsproef dient de kandidaat-student een inschrijvingsgeld te betalen van 10 euro. Kandidaat-studenten die aan verschillende toelatingsproeven deelnemen dienen slechts één maal het bedrag aan inschrijvingsgeld te betalen. 4 Een kandidaat-student kan binnen eenzelfde academiejaar niet herkansen voor dezelfde toelatingsproef. 5 Voor de opleiding Muziek geldt dat indien de kandidaat-student tijdens sessie 1 van de toelatingsproef slaagde voor het praktisch gedeelte maar niet slaagde voor het onderdeel theorie (Solfège, gehoorvorming en algemene muziekleer), hij dit theoretisch deel van de toelatingsproef wel kan herkansen in sessie 2. 3. De examencommissie van de artistieke toelatingsproeven 2

1 De examencommissie van de artistieke toelatingsproeven bestaat uit: - de decaan of zijn afgevaardigde die ambtshalve voorzitter is - een secretaris die belast is met het examensecretariaat - De leden van de examenjury. 2 De examenjury is belast met het afnemen van de artistieke toelatingsproef. De examenjury beslaat minstens twee interne juryleden en één externe deskundige. Interne juryleden zijn docenten die les geven in de betrokken opleiding, afstudeerrichting of specialisatie. 3 De inhoud en de organisatiemodaliteiten van de toelatingsproef worden, in overleg met de examencommissies van de artistieke toelatingsproeven, vastgelegd door de faculteitsraad. Bij de eindbeoordeling worden de prestaties door de examencommissie op de verschillende selectiecriteria gemotiveerd. 4. Deliberatie en feedback Na de proeven delibereren de examencommissies en worden de resultaten geproclameerd. Van de deliberatie wordt een proces-verbaal opgemaakt. Er wordt vóór de proclamatie aan de kandidaten geen informatie verstrekt over het al dan niet geslaagd zijn van de kandidaat. De kandidaten moeten op de proclamatie aanwezig zijn. Voor kandidaten die dit wensen, is er onmiddellijk na de proclamatie een gelegenheid voor een nabespreking, waarbij ook derden kunnen aanwezig zijn. Nadien kunnen kandidaten op geen enkele wijze nog aanspraak maken op feedback. 5. Toelatingsproef buiten de vastgestelde perioden. In uitzonderlijke omstandigheden kan de decaan toelating verlenen om een toelatingsproef af te leggen buiten de vastgelegde perioden. Hiertoe dient de kandidaat een schriftelijk gemotiveerd verzoek in bij de decaan. 6. Heroriëntering Een student die in de loop van zijn studies binnen dezelfde opleiding van afstudeerrichting wenst te veranderen, moet geen nieuwe toelatingsproef afleggen. De wijziging wordt gezien als een heroriëntering waarbij er een goedkeuring is met een commissie van betrokken titularissen van de ontvangende afstudeerrichting. De beoordeling gebeurt op basis van het voorgelegde werk, een motivatiegesprek en desgewenst een bijkomende proef. 7. Vrijstellingen / EVC-EVK Voor de academische opleidingen dient bij de instroom via een bewijs van bekwaamheid via EVK de kandidaat ook een volledige toelatingsproef af te leggen. De inschaling van het artistieke niveau wordt in dit geval bepaald door de examencommissie van de toelatingsproef. Op basis van deze inschaling wordt het studietraject bepaald. Voor de academische opleidingen zal bij instroom via een bewijs van bekwaamheid via EVC, eventueel gekoppeld aan bewijs van bekwaamheid via EVK, de school of arts het EVC-dossier onderzoeken. Indien uit het onderzoek blijkt dat de competenties die getoetst worden op de toelatingsproef bewezen zijn, wordt het EVC-dossier als toelatingsproef beschouwd. Indien dit niet het geval is, dient de kandidaat de artistieke toelatingsproef af te leggen. De inschaling van het artistieke niveau wordt in dit geval bepaald door de examencommissie van de toelatingsproef. 3

Artikel 2. Artistieke toelatingsproef tot de opleiding master Solist Hedendaagse Muziek 1. Toelatingsvoorwaarden Kandidaat-studenten die zich wensen in te schrijven voor de opleiding dienen te beschikken over het diploma van master in Muziek of over een daarmee gelijkgesteld diploma. Ze moeten eveneens geslaagd zijn in een toelatingsproef tot de opleiding. De geslaagde artistieke toelatingsproef is voor één aansluitend academiejaar rechtsgeldig in de Hogeschool Gent. 2. Toelatingsproef 1 Er wordt verstaan onder toelatingsproef: proef door de kandidaat-student afgelegd vóór deze de opleiding van de school of arts kan aanvangen. Het slagen in deze toelatingsproef maakt deel uit van de toelatingsvoorwaarden. 2 Deze toelatingsproef wordt georganiseerd tijdens het 2 de semester van het academiejaar dat voorafgaat aan het academiejaar waarvoor de kandidaat wil inschrijven. De data van de toelatingsproeven worden ten laatste tijdens de maand januari van het lopende academiejaar op de website bekendgemaakt. Een kandidaat-student kan binnen eenzelfde academiejaar slechts éénmaal deelnemen aan deze proef. 3 De examenjury is belast met het afnemen van de artistieke toelatingsproef. De examenjury beslaat minstens twee interne juryleden en één externe deskundige. Interne juryleden zijn docenten die les geven in de betrokken opleiding. 4 De examencommissie van de toelatingsproeven bestaat uit: - voorzitter: de decaan of zijn afgevaardigde; - de leden van de examenjury; - een secretaris die belast is met het examensecretariaat; 5 De inhoud en de organisatiemodaliteiten van de toelatingsproef worden, in overleg met de examencommissies van de artistieke toelatingsproeven, vastgelegd door de faculteitsraad. Bij de eindbeoordeling worden de prestaties door de examencommissie op de verschillende selectiecriteria gemotiveerd. 6 De kandidaat-studenten moeten zich vooraf inschrijven voor de proef via de website waar ook alle informatie terug te vinden is. 3. Deliberatie en feedback Na de proeven delibereren de examencommissies en worden de resultaten geproclameerd. Van de deliberatie wordt een proces-verbaal opgemaakt. Er wordt vóór de proclamatie aan de kandidaten geen informatie verstrekt over het al dan niet geslaagd zijn van de kandidaat. De kandidaten moeten op de proclamatie aanwezig zijn. Voor kandidaten die dit wensen, is er onmiddellijk na de proclamatie een gelegenheid voor een nabespreking, waarbij ook derden kunnen aanwezig zijn. Nadien wordt er op geen enkele wijze feedback (noch via gesprek, telefoon, mail, ) gegeven over behaalde resultaten. 4. Toelatingsproef buiten de vastgestelde perioden In uitzonderlijke omstandigheden kan de decaan toelating verlenen om een toelatingsproef af te leggen buiten de vastgelegde perioden. Hiertoe dient de kandidaat 4

een schriftelijk gemotiveerd verzoek in bij de decaan. Artikel 3. Beroep tegen onregelmatigheden bij beslissingen over de artistieke toelatingsproef 1. Indienen van een beroep De kandidaat-student die oordeelt dat een ongunstige artistieke toelatingsproefbeslissing aangetast is door een schending van het recht, heeft toegang tot een interne beroepsprocedure. De kandidaat-student stelt een verzoek tot heroverweging van een artistieke toelatingsproefbeslissing in binnen een vervaltermijn van 5 kalenderdagen, die ingaat op de dag na deze waarop de beslissing wordt bekendgemaakt (proclamatie) aan de student. De kandidaat-student dient hiertoe een gemotiveerd beroep te richten ter attentie van de decaan. Het beroep moet aangetekend verstuurd worden (de datum van de poststempel telt als bewijs) of in tweevoud afgegeven worden op het secretariaat van de decaan, waarbij een exemplaar wordt afgestempeld en ondertekend door het secretariaat en terugbezorgd aan de student. 2. Bevoegdheid tot behandelen van een beroep Het beroep wordt behandeld door de voorzitter van de examencommissie artistieke toelatingsproeven. 3. Behandeling van het beroep De interne beroepsprocedure leidt tot: 1 De gemotiveerde afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid ervan. De voorzitter van de examencommissie artistieke toelatingsproeven oordeelt over de ontvankelijkheid van het beroep. Hij brengt de betrokkene onverwijld op de hoogte van zijn gemotiveerde beslissing. 2 Een beslissing die de oorspronkelijke beslissing op gemotiveerde wijze bevestigt of herziet. In geval het beroep door de voorzitter van de examencommissie artistieke toelatingsproeven als ontvankelijk wordt beoordeeld, stelt de voorzitter van de examencommissie artistieke toelatingsproeven of een daartoe gemachtigde, een dossier samen waarbij hij alle informatie omtrent de klacht inwint. De examencommissie artistieke toelatingsproeven in bijzondere zitting neemt een beslissing die de oorspronkelijke beslissing op gemotiveerde wijze bevestigt, of herziet. De kandidaat-student kan op zijn verzoek gehoord worden in de buitengewone zitting van de commissie artistieke toelatingsproeven of door de decaan. Hij kan zich laten bijstaan. De bedoelde beslissingen worden aan de kandidaat-student ter kennis gebracht binnen een termijn van vijftien kalenderdagen die ingaat op de dag na deze waarop het beroep is ingesteld. 4. Extern beroep bij onregelmatigheden (zie http://www.ond.vlaanderen.be/hogeronderwijs/raad/) Er werd een Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen opgericht bij het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. De Raad doet als administratief rechtscollege uitspraak over het beroep tegen studievoortgangsbeslissingen dat door kandidaat-studenten wordt ingesteld, na uitputting van de interne beroepsprocedure. 5

Artikel 4. Aanmeldingsprocedure en bijkomende toelatingsvoorwaarden voor de master Beeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Muziek en Drama en de Engelstalige master Visual Arts, Audiovisual Arts en Music 1. Externe kandidaten die niet binnen de school of arts rechtstreeks doorstromen van de bacheloropleiding naar de masteropleiding alsook kandidaten die rechtsstreeks doorstromen maar van opleiding of afstudeerrichtingen wensen te veranderen, dienen tijdig een aanmeldingsdossier in te dienen. Er zijn twee aanmeldingsrondes: één in de lente en één in de zomer voorafgaand aan de start van het academiejaar. De oriënteringscommissie van de gekozen opleiding of afstudeerrichting behandelt het aanmeldingsdossier en geeft na een gesprek met de kandidaat advies over instroom in de opleiding. Deadlines alsook inhoud en organisatiemodaliteiten met betrekking tot de instroomprocedure worden bekend gemaakt via de website www.schoolofarts.be. 2. Het correct doorlopen van de aanmeldingsprocedure is een bijkomende toelatingsvoorwaarde. De inschrijving van kandidaat-studenten die de aanmeldingsprocedure niet correct doorlopen, kan geweigerd worden. Artikel 5. Aanmeldingsprocedure en bijkomende toelatingsvoorwaarden voor het volgen van een schakelprogramma Beeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Drama en Muziek 1. Kandidaat-studenten die in het bezit zijn van één van de hieronder opgesomde professionele bachelor diploma s, komen in aanmerking voor inschrijving voor het schakelprogramma: Ten aanzien van de opleiding Beeldende Kunsten: bachelor Interieurvormgeving, bachelor Beeldende Vormgeving, bachelor Audiovisuele Technieken, bachelor Beeld- Geluid-Montage, bachelor Film-Tv-Video, bachelor Fotografie, bachelor Technologie Assistentie, bachelor Modetechnologie, bachelor Textieltechnologie, bachelor Landschaps-en Tuinarchitectuur. Ten aanzien van de opleiding Audiovisuele Kunsten: bachelor Audiovisuele Technieken, bachelor Beeld-Geluid-Montage, bachelor Film-Tv-Video, bachelor Technologie Assistentie. Ten aanzien van de opleiding Drama: bachelor in de Dans. Ten aanzien van de opleiding Muziek: bachelor in de Pop-en Rockmuziek, bachelor in de Musical. 2. Kandidaat-studenten die wensen in te schrijven voor een schakelprogramma volgen dezelfde aanmeldingsprocedure zoals vastgelegd voor kandidaten voor de master Beeldende en Audiovisuele Kunsten (artikel 4). Op basis van de procedure alsook bewijzen van bekwaamheid geeft de oriënteringscommissie advies over de samenstelling van het schakelprogramma. 3. Kandidaat-studenten met een bachelordiploma uit het buitenland die geen gelijkwaardigheidserkenning academisch niveau kunnen voorleggen, dienen eveneens de aanmeldingsprocedure te volgen zoals vastgelegd voor kandidaten voor de master Beeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Drama en Muziek. De school of arts beslist, op advies van de oriënteringscommissie, of de kandidaat kan toegelaten worden via een schakelprogramma. 4. Het correct doorlopen van de aanmeldingsprocedure is een bijkomende toelatings- 6

voorwaarde. De inschrijving van kandidaat-studenten die de aanmeldingsprocedure niet correct doorlopen, kan geweigerd worden. Artikel 6. Toelatingsvoorwaarden voor de opleiding bachelor na bachelor in de Landschapsontwikkeling. 1 Een kandidaat-student die wenst in te stromen in de bachelor na bachelor in de Landschapsontwikkeling dient te beschikken over een diploma dat rechtstreeks toegang geeft tot deze opleiding. Indien een kandidaat student niet beschikt over een diploma dat rechtstreeks toegang geeft tot de opleiding dient hij de aanmeldingsprocedure te volgen zoals vastgelegd voor kandidaten voor de bachelor na bachelor in de Landschapsontwikkeling. De oriënteringscommissie van de opleiding behandelt het aanmeldingsdossier en geeft na een gesprek met de kandidaat advies over instroom in de opleiding. Deadlines alsook inhoud en organisatiemodaliteiten met betrekking tot de aanmeldingsprocedure worden bekend gemaakt via de website www.schoolofarts.be. 2. Volgende diploma s geven rechtstreeks toegang tot de opleiding landschapsontwikkeling: - Bachelor in de agro-en biotechnologie (afstudeerrichting groenmanagement) - Bachelor in de landschaps-en tuinarchitectuur - Bachelor in de toegepaste architectuur - Bachelor of Science in de architectuur - Master of Science in de architectuur - Bachelor of Science in de ingenieurwetenschappen architectuur - Master of Science in de ingenieurswetenschappen architectuur - Bachelor of Science in de geografie en de geomatica - Bachelor of Science in de geografie - Master of Science in de geografie - Master of Science in de stedenbouw en de ruimtelijke planning 3. Het correct doorlopen van de aanmeldingsprocedure is een bijkomende toelatingsvoorwaarde. De inschrijving van kandidaat-studenten die de aanmeldingsprocedure niet correct doorlopen, kan geweigerd worden. 4. In de bachelor na bachelor in de Landschapsontwikkeling wordt bij inschrijving de mogelijkheid geboden om in functie van de vooropleiding(en) van de student bepaalde opleidingsonderdelen te vervangen. Op basis van de reeds behaalde competenties / credits in de vooropleiding(en) kunnen, voor maximaal 6 studiepunten, de opleidingsonderdelen Planmethodiek, Ruimtelijke Planning, Landschapsanalyse, Landschapsgenese, Natuur- en Landschapsbeheer, Bosbeheer, Recreatiekunde en Verkeerskunde vervangen worden door aanverwante opleidingsonderdelen te kiezen uit het aanbod van de Associatie Universiteit Gent, na goedkeuring door de opleidingscommissie. Dit geldt evenwel niet voor de opleidingsonderdelen Landschap en Beleid, Projecten Landschapsontwerp I, Projecten Landschapsontwerp II, Stage en Rapportering, GIS I en GIS II. Artikel 7. Toelatingsvoorwaarden voor de opleiding Specifieke lerarenopleiding (SLO). 1. De student kan, mits een bijkomende inschrijving en de betaling van het vastgelegde 7

studiegeld, opleidingsonderdelen van de specifieke lerarenopleiding gedeeltelijk tijdens of geheel na de master volgen. 2. De omvang van een Specifieke Lerarenopleiding bedraagt 60 studiepunten, waarvan 30 studiepunten theorie- en 30 studiepunten praktijkcomponent. 3. De student van de opleiding Muziek kan de 30 studiepunten theoriecomponent reeds in de master Muziek, keuzeoptie muziekeducatie, laten indalen. Deze indaling is bedoeld om te faciliteren dat studenten het diploma van de Specifieke lerarenopleiding en de bijhorende lesbevoegdheid verwerven. Voor studenten die deze lesbevoegdheid reeds hebben verworven, via een diploma Specifieke lerarenopleiding of een ander diploma, is dit zonder voorwerp. Deze studenten kunnen de keuze-optie muziekeducatie niet kiezen. Artikel 8. Toelatingsvoorwaarden voor de nascholing Geografisch Informatie Systeem (GIS). 1. De nascholing GIS is opengesteld voor personen die in het bezit zijn van een graad van bachelor (of gelijkwaardig). Kandidaat deelnemers met relevante aantoonbare beroepservaring kunnen eveneens worden toegelaten. Zij dienen hiertoe een gemotiveerde aanvraag in bij de studietrajectbegeleider. 2. Het maximum aantal inschrijvingen voor de nascholing GIS bedraagt 25. De datum van inschrijving van de kandidaten bepaalt de rangorde. De school of arts behoudt zich het recht voor deze nascholing niet te laten plaatsvinden bij een onvoldoende aantal inschrijvingen. Artikel 9. Toelatingsvoorwaarden voor het postgraduaat Tentoonstelling en Beheer van Actuele Kunsten. 1. Een kandidaat die wenst in te schrijven voor het postgraduaat Tentoonstelling en Beheer van Actuele Kunsten (TEBEAC) dient houder te zijn van een masterdiploma of equivalent. 2. Uitzonderlijk kunnen ook kandidaat-studenten worden toegelaten die zijn ingeschreven in een masteropleiding en hun masterdiploma in de januari-examenperiode van het academiejaar kunnen behalen. Het getuigschrift van TEBEAC kunnen deze kandidaten echter pas ontvangen indien ze ook effectief houder zijn van dat masterdiploma op het moment van afstuderen binnen de opleiding TEBEAC. 3 Alle kandidaten hebben in de periode augustus/september voorafgaand aan de start van het academiejaar een gesprek met de oriënteringscommissie van de opleiding.. Enkel bij een positieve evaluatie van dit intakegesprek kan de kandidaat-student zich inschrijven voor de opleiding TEBEAC.Deadlines alsook inhoud en organisatiemodaliteiten met betrekking tot de aanmeldingsprocedure worden bekend gemaakt via de website www.schoolofarts.be. Artikel 10. Taalvoorwaarden 1. Voor de opleidingen Interieurvormgeving, Landschaps- en Tuinarchitectuur en Landschapsontwikkeling gelden de algemene taalvoorwaarden zoals beschreven in de Onderwijs- en examenregeling van HoGent. 2. Voor de bachelor- en masteropleidingen Beeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Muziek en Drama alsook voor de master Visual Arts, Audiovisual Arts en Music geldt dat 8

het taalniveau van anderstalige kandidaat studenten wordt beoordeeld als onderdeel van de toelatingsproef. Anderstalige kandidaat studenten die zich willen inschrijven en waarvan de kennis van de onderwijstaal tijdens de artistieke toelatingsproef onvoldoende blijkt, kunnen geweigerd worden. Anderstalige kandidaat-studenten die slagen op de artistieke toelatingsproef kunnen inschrijven voor een diplomacontract. Zij moeten zich inschrijven in een taalinstituut indien ze niet beschikken over een certificaat taalniveau 5 van het Universitair Centrum voor Talenonderwijs of een gelijkwaardig certificaat in het Europees Referentie Framework (voor de Nederlandstalige opleidingen) of over het specifiek taalbewijs dat binnen de Onderwijs- en examenregeling van HoGent voorzien is. De studietrajectbegeleider zal de behaalde resultaten aan het taalinstituut jaarlijks evalueren en kan jaarlijks bindende voorwaarden opleggen in het kader van studievoortgangsbewaking. Artikel 11 Procedure toelatingsonderzoek: afwijkende toelatingsvoorwaarden in het kader van virtuositeit 1. Kandidaat-studenten die niet voldoen aan de toelatingsvoorwaarden kunnen toelating verkrijgen om zich in te schrijven voor een bacheloropleiding indien ze slagen in een toelatingsonderzoek (zie webpagina http://www.hogent.be). Om zich uiteindelijk te kunnen inschrijven dient de kandidaat ook te voldoen aan de eventuele bijkomende toelatingsvoorwaarden voor de opleiding waarvoor de kandidaat wenst in te schrijven. 2. Onverminderd de regelingen met betrekking tot het toelatingsonderzoek binnen de Hogeschool Gent en de Associatie universiteit Gent wordt bij een toelatingsonderzoek op gronde van virtuositeit volgende procedure gevolgd: 1 Stap 1 Student dient een dossier in bij de Associatie Universiteit Gent. Dit dossier omvat steeds minstens een CV, reflectie- en motivatietekst en een artistiek portfolio. 2 Stap 2 De HOGent-begeleider toelatingsonderzoek stuurt, via de trajectbegeleider van de betrokken opleiding, het dossier door aan de decaan. De decaan stelt een expertencommissie samen van docenten, aangevuld met minstens 1 externe expert. Een expertencommissie bestaat uit minstens 2 commissieleden en aangevuld met de voorzitter van de opleidingscommissie als commissievoorzitter. De trajectbegeleider van de opleiding is de secretaris van de commissie. 3 Stap 3 De expertencommissie brengt een oordeel uit of de kandidaat de discipline op een uitzonderlijke wijze beheerst en maakt een schriftelijk verslag op. De commissie nodigt daarbij steeds de kandidaat uit voor een interview en/of praktische proef. De commissie heeft steeds de mogelijkheid om verdere deelproeven te organiseren indien men meent dat dit nodig is om een volwaardig besluit te kunnen nemen. Het onderzoek van de expertencommissie zal tevens doorgaan als artistieke toelatingsproef. Indien de kandidaat het statuut van virtuoos verwerft zal hij geen bijkomende artistieke toelatingsproef moeten doen. 4 Stap 4 De trajectbegeleider legt als secretaris van de expertencommissie het schriftelijk verslag ter goedkeuring voor aan de decaan en van de beslissing wordt een facultaire beslissing opgemaakt. De trajectbegeleider maakt de facultaire beslissing over aan de HoGentbegeleider toelatingsonderzoek en aan de kandidaat. Bij een positief resultaat kan de student zich inschrijven voor de opleiding. 9

2. Inschrijving Artikel 12. Inschrijving met een creditcontract 1. Toelating tot een opleidingsonderdeel of opleidingsonderdelen met een creditcontract uit masterprogramma s worden enkel goedgekeurd indien de kandidaat-student het onderliggende bachelordiploma heeft behaald. 2. De faculteit kan bij goedkeuring van het creditcontract van de kandidaat-student eisen dat verschillende opleidingsonderdelen simultaan worden opgenomen. Het gaat hierbij om praktijkgerichte en/of theoretische opleidingsonderdelen die omwille van inhoudelijke redenen niet afzonderlijk gevolgd kunnen worden. Welke opleidingsonderdelen samen opgenomen moeten worden, is vastgelegd in een facultaire beslissing. Artikel 13. Combineren van opleidingsonderdelen van verschillende opleidingen, afstudeerrichtingen of afstudeeropties Voor het combineren van meerdere inschrijvingen van opleidingsonderdelen uit verschillende opleidingen, afstudeerrichtingen en/of afstudeeropties binnen de Beeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Drama en Muziek is de toelating van de decaan vereist. Een aanvraag hiervoor kan bij de studietrajectbegeleider worden ingediend. Artikel 14. Een inschrijving in de master Muziek voor kandidaten die reeds een masterdiploma Muziek behaalden 1. Kandidaten die reeds een masterdiploma Muziek hebben behaald kunnen enkel een tweede diplomacontract aangaan voor de masteropleiding Muziek indien men bij een tweede masteropleiding in de Muziek een andere afstudeerrichting of een andere instrumentenfamilie kiest. Studenten die binnen dezelfde instrumentenfamilie wensen een tweede masteropleiding te volgen, kunnen enkel verder studeren via creditcontract. 2. Bij de goedkeuring van het creditcontract wordt ook rekening gehouden met artikel 12 2. Naargelang het reeds gevolgde curriculum kan een kandidaat-student een pakket van opleidingsonderdelen krijgen waarvoor hij dient in te schrijven met een creditcontract. In elk geval dient de student steeds de opleidingsonderdelen die slaan op klein ensemble en groot ensemble als bijkomende opleidingsonderdelen op te nemen. 3. Bij de goedkeuring van het creditcontract wordt tevens rekening gehouden met de motivatie en beweegredenen van de kandidaat. Indien wordt vastgesteld dat motivatie en profiel van de kandidaat beter aansluiten bij de master Solist Hedendaagse Muziek, kan de kandidaat geweigerd worden voor een tweede masteropleiding. 4. Volgende instrumenten worden gedefinieerd als behorende tot dezelfde instrumentenfamilie: - Klarinet en basklarinet; - Trombone en bastrombone - Viool en Altviool - Hobo en Althobo 10

Artikel 15. Keuze van lesgever door studenten van de opleidingen Muziek Iedere student kiest vrij -indien er een keuzemogelijkheid voorhanden is- zijn/haar lesgever instrument of zang in de afstudeerrichting Uitvoerende Muziek optie klassiek. Ook de student in de afstudeerrichting Scheppende Muziek - Compositie kiest vrij, indien de keuzemogelijkheid voor handen is- zijn/haar lesgever voor het opleidingsonderdeel compositie. De student dient voor de aanvang van het academiejaar zijn keuze kenbaar te maken aan het studentensecretariaat. Bij laattijdige inschrijvingen dient de keuze van lesgever bij inschrijving meegedeeld te worden. Artikel 16. Ondertekening curriculum 1. Het curriculum van de student moet voor 1 december van het lopende academiejaar ondertekend zijn. Voor inschrijvingen na 1 december of wijzigingen in het curriculum van de student inzake opleidingsonderdelen van het tweede semester moet de student zijn curriculum ondertekenen voor 1 maart.. 2. Het curriculum van de student wordt na inschrijving, herinschrijving of wijziging studieprogramma elektronisch aan de student aangeboden ter ondertekening. Indien de student materiële vergissingen opmerkt in het voorgelegde curriculum neemt de student contact op met de trajectbegeleider. Indien de student zijn curriculum niet ondertekent, wordt de student geacht het voorgelegde curriculum te aanvaarden. Artikel 17. Inschrijving voor keuzevakken 1. Studenten kunnen zich inschrijven voor keuzevakken tot maximaal één week na de start van de onderwijsactiviteiten van de betrokken opleidingsonderdelen. De aanvraag tot inschrijving voor keuzevakken meer dan één week na de start van de onderwijsactiviteiten kan geweigerd worden. 2. Studenten die zich na 1 november uitschrijven voor opleidingsonderdelen van het eerste semester behorende tot een verplicht keuzepakket binnen de opleiding, kunnen zich datzelfde academiejaar niet meer inschrijven voor opleidingsonderdelen van het tweede semester die behoren bij hetzelfde keuzepakket. 3. Uitzonderingen op 1 en 2 van dit artikel kunnen op gemotiveerde wijze aangevraagd worden bij de studietrajectbegeleider van de opleiding. De decaan neemt een beslissing in het dossier. Artikel 18. Aanvraag geïndividualiseerd traject (GIT) 1. Een geïndividualiseerd traject behelst maximum 66 studiepunten behalve voor de bachelor- en masteropleidingen Muziek. In de opleiding Muziek behelst het maximum aantal op te nemen studiepunten 75. Studenten die in hun geïndividualiseerd traject meer dan het maximum vastgelegde aantal studiepunten wensen op te nemen, dienen hiertoe een gemotiveerde aanvraag in te dienen bij de studietrajectbegeleider. De studietrajectbegeleider adviseert, in overleg met de voorzitter van de opleidingscommissie of zijn vervanger, de decaan die een beslissing neemt. 2. Bij de opbouw van de opleidingsprogramma s werd de volgtijdelijkheid en gelijktijdigheid 11

van opleidingsonderdelen bepaald. De volgtijdelijkheid en gelijktijdigheid geeft weer welke opleidingsonderdelen achtereenvolgens én gelijktijdig gevolgd moeten worden. De student moet bij de opbouw van zijn geïndividualiseerd studietraject deze volgtijdelijkheid en gelijktijdigheid respecteren. Studenten die in hun geïndividualiseerd traject willen afwijken van de regels van volgtijdelijkheid en gelijktijdigheid, dienen hiertoe een gemotiveerde aanvraag in te dienen bij de studietrajectbegeleider. De studietrajectbegeleider adviseert, in overleg met de voorzitter van de opleidingscommissie of zijn vervanger, de decaan die een beslissing neemt. 3. Bij programmawijzigingen wordt door de respectievelijke opleidingscommissie de concordantie vastgesteld, qua inhoud en studieomvang, tussen de opleidingsonderdelen uit het oude en het nieuwe programma. Studenten die met een geïndividualiseerd traject herinschrijven dienen de concordantietabel te respecteren bij het samenstellen van hun geïndividualiseerd studieprogramma. Artikel 19. Bijkomende regelgeving aanvraag geïndividualiseerd traject (GIT) voor de opleidingen Beeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Drama, Muziek en de Engelstalige masteropleidingen Visual Arts, Audiovisual Arts en Music Bij het combineren van opleidingsonderdelen bachelor met een inschrijving in de master, worden volgende restricties gevolgd: 1. Studenten die nog één of meerdere hoofdpraktijkopleidingsonderdelen uit de bacheloropleiding dienen af te leggen, kunnen niet inschrijven voor hoofdpraktijkopleidingsonderdelen alsook de scriptie uit de master. 2. Studenten die enkel nog theoretische opleidingsonderdelen uit de bachelor dienen af te leggen, kunnen starten in de master. De school of arts kan wel restricties opleggen ten aanzien van het maximaal op te nemen studiepunten binnen het geïndividualiseerd programma. 3. Voor studenten van wie de studievoortgang in de bachelor niet optimaal was, en die nog opleidingsonderdelen dienen af te leggen waarvoor zij voor een derde keer inschrijven, zal de inschrijving in de master worden geweigerd. 4. Voor studenten die nog voor meer dan 27 studiepunten opleidingsonderdelen moeten afleggen uit de bachelor, zal de inschrijving in de master worden geweigerd. 5. Voor kandidaat-studenten die hun bachelordiploma alsnog dienen te behalen aan een andere onderwijsinstelling, zal de inschrijving in de master worden geweigerd. 6. Uitzonderingen op 1 tot en met 5 van dit artikel kunnen op gemotiveerde wijze aangevraagd worden bij de studietrajectbegeleider van de opleiding. De decaan neemt een beslissing in het dossier. Voor studenten uit de bacheloropleiding drama die opleidingsonderdelen uit het 1 e en/of 2 e modeldeeltraject willen combineren met opleidingsonderdelen uit het 3 e modeldeeltraject geldt: 7. Een aanvraag waarin de opleidingsonderdelen dramaproject I, dramaproject II en/of dramaproject III worden opgenomen, zal slechts goedgekeurd worden indien de student zich binnen de lessenrooster vrij kan maken voor deze opleidingsonderdelen én indien een inschrijving voor één van deze opleidingsonderdelen noodzakelijk is om minstens 27 studiepunten te kunnen opnemen. 12

3 Organisatie van de onderwijsactiviteiten Artikel 20. Bijzondere studiegelden In de faculteitsraad worden de bijzondere studiegelden voor de opleidingen bachelor na bachelor in de Landschapsontwikkeling, master Solist Hedendaagse Muziek, nascholing GIS, Postgraduaat TEBEAC: Tentoonstelling en Beheer van Actuele Kunst en de regeling rond de terugbetaling van deze bijzondere studiegelden bij uitschrijving of wijziging van het jaarprogramma vastgelegd. De vastgelegde bijzondere studiegelden bedragen voor academiejaar 2012-2013: - Bachelor na bachelor in de Landschapsontwikkeling: 1000 euro - Master na master Solist Hedendaagse Muziek: 1500 euro - Nascholing GIS: 300 euro - Postgraduaat TEBEAC: Tentoonstelling en Beheer van Actuele Kunst: 1500 euro Artikel 21. Bijzondere studiekosten voor de opleidingen Beeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Muziek, Drama, Interieurvormgeving, Landschaps- en Tuinarchitectuur en de Specifieke Lerarenopleiding 1. Alle studenten die zich inschrijven voor de opleidingen Audiovisuele Kunsten, Beeldende Kunsten, Muziek, Drama, Interieurvormgeving, Landschaps- en Tuinarchitectuur en de Specifieke Lerarenopleiding van de school of arts betalen naast het door de Hogeschool Gent vastgestelde studiegeld een bedrag voor bijzondere studiekosten. Deze studiekosten, in de niet-muziekopleidingen ook wel ateliergeld genoemd, zijn verbonden met specifieke gebruiks- en verbruikskosten voor studenten in de faculteit als geheel en in de diverse afstudeerrichtingen. De faculteitsraad beslist over de besteding van dit geld. Het wordt aangewend voor: - cursussen en fotokopieën, waaronder ook extra opdrachten en oefeningen, toelichting bij opdrachten, tekstfragmenten, partituren, plannen, examens enz. - de basisgebruiks- en verbruiksmiddelen voor ateliers - afvalverwerking van specifiek ateliergebonden activiteiten - gezamenlijke studiereizen en studie-uitstappen - aankoop, beheer, onderhoud en herstelling van ontlenings- en gebruiksapparatuur, inclusief instrumenten, voor studenten in de lokalen, ateliers of in de diverse uitleendiensten - gezamenlijke kosten bij projecten - uitrusten en beheren van zelfstudie- en repetitielokalen, ook buiten de lesuren en de normale openingsuren Deze bijdrage in de studiekosten bedraagt: 25 voor de Specifieke Lerarenopleiding 150 voor Muziek (alle afstudeerrichtingen behalve instrumentenbouw) 250 voor Interieurvormgeving, Landschaps- en Tuinarchitectuur, bachelor Vrije Kunsten Schilderkunst, master Vrije Kunsten en Muziek instrumentenbouw 300 voor Drama, Fotografie, Grafisch Ontwerp, Multimediale Vormgeving, bachelor Vrije Kunsten (behalve schilderkunst), Mode, Textielontwerp 400 voor Film en Animatiefilm 2. De bijzondere studiekosten worden individueel berekend per student en per 13

ingeschreven opleiding op basis van het aantal opgenomen studiepunten (SP) en de verhouding van praktijkgebonden studiepunten tot het totaal volgens onderstaande tabel: opgenomen SP 45 100% 30 < opgenomen SP < 45 opgenomen praktijk-sp 21 100% opgenomen praktijk-sp < 21 opgenomen theorie- SP 21 100% opgenomen theorie-sp < 21 50% opgenomen SP 30 opgenomen praktijk-sp 18 50% 8 opgenomen praktijk-sp < 18 opgenomen praktijk-sp < 8 opgenomen theorie-sp 12 opgenomen theorie-sp < 12 opgenomen theorie-sp 12 opgenomen theorie-sp < 12 50% 25% 25% 0 3. Studenten krijgen na inschrijving een voorlopige aanrekening gebaseerd op de opgenomen studiepunten. Na het definitief vastleggen van de individuele trajecten in de tweede semester, wordt er een definitieve berekening gemaakt, waarna er een terugbetaling of bijkomende betaling mogelijk is. 4. Het betalen van de bijzondere studiekosten is naast het betalen van het studiegeld een noodzakelijke voorwaarde om deel te nemen aan de onderwijsactiviteiten en de examens. Artikel 22. Terugbetaling van de bijzondere studiekosten 1. Studenten die zich uitschrijven voor de opleiding vóór de start van het academiejaar krijgen het volledige bedrag terug. 2. Studenten die zich uitschrijven voor de opleiding vóór 1 november betalen een vierde voor deelname in de kosten. 3. Studenten die zich uitschrijven voor de opleiding tussen 1 november en 31 december betalen de helft voor deelname in de kosten. 4. Studenten die zich uitschrijven voor de opleiding na 31 december kunnen niet meer genieten van een terugbetaling. 5. Studenten die met een Eramusbeurs een periode in het buitenland studeren kunnen niet 14

genieten van bijzondere terugbetaling buiten de hierboven beschreven regeling. Artikel 23. Ontlening van materiaal en instrumenten door studenten 1. Een student kan materiaal of instrumenten ontlenen i.h.k.v. de opleiding aan de school of arts of voor pedagogische, onderzoeksgerelateerde of artistiek-culturele activiteiten ondersteund of geïnitieerd door de school of arts. 2. De faculteitsraad legt de bepalingen rond het ontlenen vast in een ontleningsreglement, dat integraal online gepubliceerd wordt en in elke uitleendienst beschikbaar is. 3. Meer in het bijzonder zijn volgende krachtlijnen van toepassing: De betrokken vakgroep kan extra uitleenvoorwaarden bepalen, zoals het akkoord van de betrokken titularis, ingeschreven zijn in een bepaalde opleiding en/of afstudeerrichting, het verplicht gevolgd hebben van een specifieke opleiding over het gebruik enz. Voor instrumenten en een selecte lijst materiaal dient er een kleine huurprijs betaald te worden. Een student die materiaal of een instrument ontleent, moet de werking en het gebruik ervan voldoende kennen, het beheren tijdens de ontlening volgens de principes van de goede huisvader en het niet ter beschikking stellen van derden. Tijdens de ontlening is de student verantwoordelijk voor het materiaal of het instrument en zal moeten instaan voor een schadevergoeding bij schade of diefstal. De waarde wordt bepaald op basis van een gepaste herstelling of vernieuwing. Indien het voorwerp verzekerd is binnen de Hogent-verzekeringspolis, dan staat de student in voor het vrijstellingsbedrag. Een student die het ontleningsreglement niet respecteert, zal uitgesloten worden van ontlening. Artikel 24. Aanwezigheid tijdens onderwijsactiviteiten met permanente evaluatie en/of niet-periode gebonden evaluaties. 1. Bij opleidingsonderdelen die vallen onder het systeem van de permanente evaluatie of niet-periode gebonden evaluatie, is de aanwezigheid van studenten verplicht. De student zorgt ervoor dat hij voldoet aan het verwachtingspatroon van actieve deelname aan het onderwijsgebeuren. Iedere student draagt de verantwoordelijkheid om op regelmatige basis contact te onderhouden met zijn titularissen en hen op de hoogte te houden van zijn werkzaamheden. Regelmatig werk ter bespreking voorleggen is hierbij noodzakelijk. 2. Werkstukken die ter bespreking of ter beoordeling worden voorgelegd zijn altijd het resultaat van een onderwijsproces dat in samenspraak of in overleg met de lesgevers is gevoerd. 3. Aanwezigheid kan worden vastgesteld door de handtekening van de student in de aanwezigheidslijst. De door de studenten getekende aanwezigheidslijsten worden door betrokken docenten bewaard tot drie maand na sluiting van de derde examenperiode (= tweede zittijd) van het lopende academiejaar. 4. Naast de regeling van niet-periode gebonden evaluaties, zoals beschreven in het onderwijs-en examenreglement artikel 45, kan een ongewettigde afwezigheid van meer 15

dan 25% aanleiding geven tot de quotatie afwezig voor het volledige opleidingsonderdeel. Artikel 25. Algemene bepaling voor het indienen van werkstukken en opdrachten. Werkstukken en opdrachten in het kader van de studie- en onderwijsactiviteiten, beoordelingen en examens moeten steeds op de vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd. In geval de student wettig verhinderd is aanwezig te zijn, zorgt hij ervoor dat het werk door iemand anders wordt binnengebracht. Indien een opdracht of artistiek werk door geval van overmacht niet tijdig klaar geraakt, wordt het werk op dag van de beoordeling voorgelegd of gepresenteerd in de staat waarin het zich bevindt. Artikel 26. Algemene regelingen m.b.t. beschikbaarheid voor producties van de opleiding Muziek Volgende regeling is geldig voor elke student van de opleiding Muziek ongeacht of de vernoemde opleidingsdelen tot hun curriculum behoren: 1. Tijdens het academiejaar, maar ook tijdens de vakantieperiodes en de introductieweek worden de studenten geacht zich ter beschikking te houden van de school of arts voor eventuele deelname aan de voorbereiding en uitvoering van concerten of grote producties, zoals: Kleine ensembles-, Grote ensembles-, Improvisatie-, en koorproducties. Deze producties worden steeds tijdig en in overleg met de studenten gecommuniceerd. 2. De studenten kunnen ook opgeroepen worden voor de activiteiten die de school of arts inricht tijdens het academiejaar en die de uitstraling van Hogeschool Gent en de school of arts ten goede komen. Eventuele afwezigheden wegens ziekte of heerkracht voor deze manifestaties moeten gestaafd worden door een attest. Deze activiteiten worden steeds tijdig en in overleg met de studenten gecommuniceerd. 3. Studenten die participeren aan de orkestbegeleiding van de operaproducties kunnen hiervoor, indien ingeschreven, gequoteerd worden binnen de opleidingsonderdelen Grote ensembles of begeleidingspraktijk / begeleiden (voor pianisten). Indien deze prestaties boventallig zijn, geschiedt de verrekening van de quotatie conform artikel 42. Artikel 27. Opleidingsonderdelen uitgesloten van studentenuitwisseling Bepaalde opleidingsonderdelen kunnen in het kader van studentenuitwisseling niet gevolgd worden in een andere onderwijsinstelling. Omwille van de finaliteit van het opleidingsonderdeel is de student steeds ingeschreven voor het opleidingsonderdeel in de eigen onderwijsinstelling. Dit is het geval voor volgende opleidingsonderdelen: Masterproef, Scriptie en Bachelorproef. Artikel 28. Aanwezigheid op projectweek / projecten De aanwezigheid van studenten is verplicht tijdens projectmatige activiteiten o.a. tijdens de projectweken. Artikel 29. Aanwezigheid op infomomenten en onthaalweek 16

De studenten zijn geacht om aanwezig te zijn op de onthaalactiviteiten en op andere momenten waarbij belangrijke informatie wordt verstrekt (deze momenten worden via de elektronische leeromgeving bekendgemaakt). Artikel 30. Begrips- en functieomschrijving en organisatie m.b.t. de master in de opleidingen Beeldende Kunsten en Audiovisuele Kunsten 1. Voorstel tot masterproject: een tekst van minimaal 1, maximaal 2 pagina s getypt. De tekst bevat: - werktitel - een concrete omschrijving van het uit te voeren project - een persoonlijke motivering vanuit de eigen historiek als student - eventueel bijlagen: script van een film, plannen, schetsen, enz. 2. Masterproject/masterproef: het artistiek project waaraan de student zich wijdt gedurende de periode dat hij het masterdiploma wenst te behalen. 3. Mentor: een persoonlijke begeleider van de masterproef van een bepaalde student. Elke student heeft minstens één mentor uit de praktijk en één uit de theorie. De ateliermentor wordt in de regel gekozen uit de docenten van de hoofdateliers van de afstudeerrichting. Afwijkingen hierop kunnen enkel bij goedkeuring door de mastercoördinator. Een lid van het onderwijzend personeel komt in aanmerking als mentor theorie wanneer hij/zij is aangesteld in een ambt van assistent, praktijkassistent, docent, hoofddocent, of als gastprofessor en het grootste gedeelte van de opdracht bestaat uit niet artistiekgebonden onderdelen. Een lid van het onderwijzend personeel komt in aanmerking als mentor praktijk wanneer hij/zij is aangesteld in een artistiek ambt (artistiek assistent, artistiek praktijkassistent, artistiek docent, artistiek hoofddocent) of als gastprofessor en het grootste gedeelte van de opdracht bestaat uit artistiek-gebonden onderdelen. De ateliermentor is titularis van het opleidingsonderdeel Masterproef van de betrokken student. De theoriementor is titularis van het opleidingsonderdeel Scriptie van de betrokken student. Ze begeleiden samen de masterproef én scriptie van de betrokken student en zijn bijgevolg respectievelijk co-titularis. Studenten kunnen desgevallend een derde mentor aanvragen (eventueel externe mentor). Deze is niet verplicht. Externe mentor: een persoonlijke begeleider van de masterproef van een bepaalde student, die geen personeelslid is van de school of arts. Een externe mentor dient goedgekeurd te worden door de interne mentoren. Bij de eindbeoordeling behoort de externe mentor tot de groep van externe juryleden. 4. Scriptie: een tekst die het resultaat is van een autonoom discursief en artistiek onderzoek gevoerd door de student. In de scriptie wordt een vraagstelling behandeld die in mindere of meerdere mate los staat van de masterproef. 5. Mastercoördinator: per afstudeerrichting wordt er één coördinator aangeduid. Hij volgt in overleg met de trajectbegeleiding eventuele dossierproblemen op van de masterkandidaten. Tijdens de opleiding regelt hij eventuele infrastructurele kwesties, structureert een periodiek overleg tussen de mentoren en organiseert de samenstelling van de externe jury en het toonmoment van de eindbeoordeling. Hij is tevens voorzitter van de jury, tenzij er iemand anders wordt aangeduid. Artikel 31. Begrips- en functieomschrijving en organisatie m.b.t. de master in de opleiding Muziek Definities 17

1 Masterproef: is het opleidingsonderdeel dat het sluitstuk vormt tot het behalen van een master. Per opleiding, afstudeerrichting en per specialisatie varieert de masterproef op formeel en inhoudelijk vlak. Voor de opleidingen muziek bestaat de masterproef uit verschillende onderdelen. Doelstellingen en inhouden staan beschreven in de studiefiche van het opleidingsonderdeel. 2 Mentor: is de titularis of een ander lid van het onderwijzend personeel, die de student inhoudelijk en vormelijk begeleidt bij de realisatie van het betreffende opleidingsonderdeel. De mentor maakt deel uit van de examencommissie. De student kan in samenspraak met de ombudsman/-vrouw de aangeduide promotor vóór 1 december wraken. 3 Jury: is een college van deskundigen van binnen en/of buiten de school of arts dat de promotor adviseert bij de beoordeling van een student. Deze personen maken geen deel uit van de examencommissie. De decaan is ambsthalve voorzitter van de jury en kan zich laten vervangen. De promotor en de co-promotor maken eveneens deel uit van de jury. II. Examenregeling Artikel 32. Aanvraag Individuele Onderwijs- en examenmaatregelen 1. Om verzekerd te zijn van een tijdige goedkeuring van het dossier alsook van een correcte uitvoering van de verkregen examenmaatregelen dienen examenmaatregelen ten laatste 6 weken voor de start van de examenperiode aangevraagd worden. Verkregen examenmaatregelen blijven het volledige academiejaar geldig. 2. Naargelang de aard van de aanvraag en attestering kunnen afwijkingen op 1 va n dit artikel toegestaan worden. Artikel 33. Aanwezigheid op de examens De studenten dienen bij ieder examen hun identiteitskaart of studentenkaart te kunnen voorleggen en de aanwezigheidslijst te tekenen als bewijs dat zij aan het examen deelgenomen hebben. Artikel 34. Inhaalexamens 1. In toepassing van artikel 45 van de onderwijs- en examenregeling van HoGent kunnen op basis van ernstige redenen of in geval van overmacht inhaalexamens georganiseerd worden. Daartoe kan een formulier Wijziging van examenschikking opgevraagd worden op het examensecretariaat. Het formulier Wijziging van examenschikking is eveneens elektronisch beschikbaar. 2. De student dient het formulier Wijziging van examenschikking in te vullen en het volledig ingevulde formulier in te dienen op het examensecretariaat. De voorzitter van de examencommissie keurt desgevallend de voorgestelde regeling goed of zal de reden van weigering meedelen. 3. Een aanvraag voor een Wijziging van examenschikking kan enkel goedgekeurd worden indien de student voor aanvang van de examens/evaluaties het examensecretariaat op de hoogte brengt van zijn afwezigheid alsook indien de student de nodige bewijsstukken/attesteringen binnen de 24 uren na de datum van het geplande 18

examen/evaluatie samen met het ingevuld formulier Wijziging van examenschikking overmaakt aan het studentensecretariaat. 4. Een aanvraag voor een Wijziging van examenschikking impliceert niet automatisch dat er een inhaalexamen kan georganiseerd worden. Artikel 35. Toekennen van het eindcijfer bij samengestelde opleidingsonderdelen die bestaan uit meerdere deelopleidingsonderdelen 1. Indien de student op alle afzonderlijke deelopleidingsonderdelen minstens de helft van de punten behaalt, wordt het eindcijfer het mathematisch gemiddelde, rekening houdende met de gewichten van de deelopleidingsonderdelen. 2. Indien de student niet op alle afzonderlijke deelopleidingsonderdelen minstens de helft behaalt en indien het mathematisch gemiddelde, rekening houdende met de gewichten van de deelopleidingsonderdelen,na afronding minder is dan 10/20 wordt het eindcijfer als volgt bepaald: 1 Het eindcijfer wordt het mathematisch gemiddelde indien het mathematisch gemiddelde kleiner is dan 9/20. 2 Het eindcijfer wordt vastgelegd op 8/20 indien het mathematisch gemiddelde 9/20 is. 3. Indien de student niet op alle afzonderlijke deelopleidingsonderdelen minstens de helft behaalt en indien het mathematisch gemiddelde, rekening houdende met de gewichten van de deelopleidingsonderdelen, na afronding groter of gelijk is aan 10/20 wordt de som van de absolute tekorten over de deelopleidingsonderdelen mee in rekening gebracht: 1 Indien de som van de absolute tekorten niet groter is dan 1, wordt het eindcijfer bepaald door het mathematisch gemiddelde, rekening houdende met de gewichten van de deelopleidingsonderdelen. 2 Indien de som van de absolute tekorten groter is dan 1, wordt het eindcijfer van het opleidingsonderdeel vastgelegd op 8/20. Artikel 36. Evaluaties van praktijkgebonden opleidingsonderdelen met permanente evaluaties en/of jury s. 1. De evaluaties van dergelijke opleidingsonderdelen vallen uitsluitend in de 1 ste examenzittijd tenzij de studiefiche anders vermeldt. 2. De faculteitsraad kan op advies van de examencommissie om zeer uitzonderlijke redenen voor een student toestaan dat er voor dergelijke opleidingsonderdelen een evaluatie in de 2 de examenzittijd wordt ingericht. Artikel 37. Samenstelling examenjury s en algemene bepalingen voor een jurybeoordeling. 1. De samenstelling van de examenjury s, de organisatie en coördinatie van de jureringen gebeurt onder verantwoordelijkheid en goedkeuring van de decaan. 2. Jureringen kunnen slechts plaatsvinden buiten de gebouwen van de school of arts mits goedkeuring van de decaan. 3. Een examenjury bestaat uit een voorzitter, de titularis en leden van het onderwijzend 19

personeel die al dan niet co-titularis zijn. (De co-titularissen zijn de andere leden van het onderwijzend personeel die mede betrokken zijn bij de studie- en onderwijsactiviteiten van het opleidingsonderdeel.) Deze toegevoegde leden van het onderwijzend personeel vormen de groep van interne juryleden. Een examenjury kan aangevuld worden met één of meerdere externe juryleden, zoals dit zeker het geval is voor de jurering van de afstudeer- of eindprojecten in de afstudeerjaren van de professionele bachelors en academische masters.. 4. De samenstelling van een examenjury in een examenperiode wordt via de elektronische leeromgeving bekendgemaakt uiterlijk 2 weken vóór de aanvang van de desbetreffende jurering. 5. De voorzitter bakent voor iedere student een moment af waarbij de student de gelegenheid krijgt om zijn werk te presenteren, uit te voeren, toe te lichten en/of te verdedigen. Hij zorgt ervoor dat dit moment correct en sereen verloopt, waarbij alleen de betrokken juryleden aan de beoordeling deelnemen. 6. Het moment van de uitvoering/presentatie/verdediging/toelichting is openbaar. Het publiek mag tijdens dit moment niet tussenbeide komen en mag de beoordeling niet beïnvloeden. 7. Bij de beoordeling van werkstukken door een examenjury is het niet altijd noodzakelijk dat de studenten aanwezig zijn op het moment van de jurering. In voorkomend geval worden de studenten hiervan op de hoogte gebracht. Aangezien de examens openbaar zijn, kan een student altijd op voorhand vragen om toch aanwezig te zijn en eventueel zijn werk te verdedigen tegenover de examenjury. 8. De examenjury trekt zich na de uitvoering/presentatie/verdediging/toelichting terug om te beraadslagen. Deze beraadslaging is niet openbaar. Artikel 38. Specifieke regelgeving i.v.m. de quotering van de opleidingsonderdelen Masterproef II in de master Audiovisuele Kunsten en Beeldende Kunsten alsook in de opleiding drama 1. De mastercoördinator is de voorzitter van de jury, tenzij er iemand anders wordt aangeduid. De jury omvat zowel interne als externe juryleden. De interne juryleden zijn de beide mentoren van de student. 2. Het accent van de beoordeling van Masterproef II ligt bij de productevaluatie. 3. De externe juryleden beoordeelt Masterproef II en kent adviserend een cijfer toe. 4. Tijdens de beraadslaging wordt het cijfer van de externe jury besproken met de interne jury en wordt het eindcijfer in consensus vastgelegd. 5. Indien er geen consensus wordt bereikt, wordt het cijfer van de externe jury voor 4/5 en het cijfer van de interne jury voor 1/5 verrekend. Artikel 39. Specifieke regelgeving voor het toekennen van de punten voor het opleidingsonderdeel Bachelorproef van de 3 de bachelor Interieurvormgeving 20