GESCHIEDENIS LES 2 STAP VOOR STAP VOORUIT



Vergelijkbare documenten
Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland

Tegenwoordig werken jonge kinderen niet. Tot 1874 is dat anders. Kinderen. Waarom vinden mensen het goed dat kinderen werken?

Tegenwoordig werken jonge kinderen niet. Tot 1874 is dat anders. Kinderen. Waarom vinden mensen het goed dat kinderen werken?

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6

Toetsvragen geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 8 Toetsvragen

Werkstuk Geschiedenis Nederland in de 19e eeuw

Burgers en Stoommachines. Tot 1:20

Tijd van burgers en stoommachines Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd?

Samenvatting Geschiedenis 51 een nieuw koninkrijk - 52 liberale revolutie gelijkheid voor iedereen

Tijd van burgers en stoommachines Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd?

Samenvatting Geschiedenis Module 5

Les 1: Kinderarbeid. Bedelende jongen

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl I

Welke wapens worden voor het eerst gebruikt in de Eerste Wereldoorlog? 1. Geweren en gifgas. 2. Machinegeweren en gifgas. 3. Gifgas en pistolen.

Politieke stromingen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl II

Samenvatting Geschiedenis H5

DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: Hebben alle partijen min of meer gelijke kansen in de campagneperiode?

2,1: Nederlands-Indië, 19 e eeuw

In 1813 werden de Fransen verjaagd en de zoon van de laatste stadhouder werd koning

Theorie hoofdstuk 1 geschiedenis

Politieke stromingen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Informatie over Kinderarbeid.

A. Kuyper

QUIZ: DE PIENTERSTE MENSCH GESCHIEDENIS VAN DE PARLEMENTAIRE DEMOCRATIE IN NEDERLAND

Hitler op weg naar de macht Wie was Adolf Hitler?

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB

André Rouvoet ChristenUnie. Foto: Marie Cecile Thijs

TROELSTRA IS TERUG LES 1 BENODIGHEDEN LESDOELEN BENODIGDE VOORKENNIS

Opdracht behorend bij les Schrijf een goede betogende brief bij geschiedenis

Stem dan ChristenUnie. André Rouvoet ChristenUnie

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

Handboek Politiek. Derde Kamer der Staten-Generaal

Emancipatie EMANCIPATIE

Dit is het verkiezingsprogramma van de ChristenUnie. Dit vindt de ChristenUnie belangrijk voor Nederland. Lees maar!

Module 7 Staatsinrichting en rechtsstaat

Begrippenlijst Geschiedenis Politiek en staatsinrichitn in Nederland en Europa (H1-H3)

Tijd van burgers en stoommachines De sociale kwestie.

Lei en griffel: Kinderen schreven met een griffel op een lei. Soms leerden ze lezen met een ABC-boekje.


GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB

DE MIDDELEEUWEN. Gemaakt Door: Amy van der Linden Leonardo Middenbouw groep 6

Examen VMBO-GL en TL 2006

Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten

5,9. Samenvatting door een scholier 1292 woorden 15 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer

Stelling Wanneer een man met een ander geloof, of zonder geloof, in de synagoge komt, moet ook hij een keppeltje opzetten.

Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer voor jou Hoofdstuk 3 Politiek

De tijd die ik nooit meer

Les 4: De enquête van 1887

1 keer beoordeeld 31 oktober 2015


VERKIEZINGEN IN KOEDIJK

Puzzel Historische ontwikkelingen parlementair stelsel

Instructie: Landenspel light

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties

e Kamer Derde Kamer Handboek Politiek 2 der Staten-Generaal

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 de industri?le samenleving

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 2. Bronnenboekje. KB-0125-a-12-2-b

Examen VMBO-KB geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1 maandag 18 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

7.2 Terugblik. Een slechte gezondheidszorg in de negentiende eeuw zorgde voor een hoge kindersterfte. Willem-Jan van der Zanden

Hoofdstuk 1 Democratisering van Nederland

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

Eureka 2M volledig herziene 5 e druk,

germaans volk), een sterke Franse groepering. Ze verkochten haar aan de Engelsen die haar beschuldigden van ketterij (het niet-geloven van de kerk).

Wat zijn de oorzaken en gevolgen van het afschaffen van de kinderarbeid in Nederland?

FAIRTRADE. Een beter leven. Wat is Fairtrade

Dagboek Sebastiaan Matte

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197

3,6. Antwoorden door een scholier 3031 woorden 2 november keer beoordeeld. Geschiedenis. Paragraaf 1

IK OVERLEEFDE AUSCHWITZ

Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel

Praktische opdracht Geschiedenis Rolverdeling in het gezin

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

Voor jongeren in het praktijkonderwijs. Verdriet om Nelson Mandela. gediscrimineerd door de blanke regering. Deze tijd wordt apartheid genoemd.

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

DE RIJKE MAN, DE ARME MAN

Leven in veiligheid. Artikel 1, Vluchtelingenverdrag van Genève, 1951

Tijdwijzer. Het begin. Voor en na Christus

Cursus Politiek Actief Bijeenkomst 1: Introductie, algemene staatsinrichting en verkiezingen

geschiedenis en staatsinrichting CSE BB

2.1 Omcirkel het juiste antwoord.

Wat vindt de ChristenUnie belangrijk

Van-A-3 Verkiezingen

Deze partijen doen mee aan de verkiezingen voor de Tweede Kamer in Naam van de partij. Vrijheid en Democratie VVD. Arbeid P.v.d.A.

De vorm van het verhaal

5.4. Boekverslag door B woorden 2 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer. Inhoudsopgave

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl I

Samenvatting Maatschappijleer 1 Politiek

Samenvatting Maatschappijleer Politiek

hoe we onszelf zien, hoe we dingen doen, hoe we tegen de toekomst aankijken. Mijn vader en moeder luisteren nooit naar wat ik te zeggen heb

1 Het ontstaan van het Koninkrijk De geboorte van een prins De jeugd van prins Willem-Alexander 20

Geschiedenis groep 6 Junior Einstein

Spreekbeurtinformatie Millenniumdoelen

Baarmoederhalskanker

verwerkingsopdrachten Willem-Alexander

Kastelen in Nederland

Tweede Kamerverkiezingen. groep 7 en 8

Transcriptie:

GESCHIEDENIS LES 2 STAP VOOR STAP VOORUIT

Wie zei: Het is mijn taak om dit land goed te besturen. Maar al die ministers moeten zich er niet mee bemoeien. 1. koning Willem I 2. koning Willem II 3. koning Willem III

Hoe werd Willem I koning? 1. Zijn vader was ook koning. 2. Hij werd gevraagd door een aantal rijke en belangrijke mensen. 3. De boeren wilden dat graag.

Welke koning werd zo bang dat hij toch maar besloot dat de burgers meer te vertellen mogen hebben? 1. koning Willem I 2. koning Willem II 3. koning Willem III

Welke koning vond het maar niets dat ons land een beetje democratischer was geworden? 1. koning Willem I 2. koning Willem II 3. koning Willem III

Wat wil een liberaal? 1. Dat de regering alles regelt. 2. Dat de koning alles beslist. 3. Dat de regering zich niet overal mee bemoeit.

Wie was Thorbecke? 1. Thorbecke vocht tegen de koning. 2. Thorbecke ontwierp de grondwet. 3. Thorbecke bedacht het kinderwetje.

Wie mochten er vanaf 1896 stemmen? 1. Rijke mannen. 2. Rijke mensen 3. Iedereen

Wat was geen reden om te mogen stemmen? 1. Een bepaald bedrag aan belasting betalen. 2. Een examen gehaald hebben. 3. Goed voor andere mensen zorgen.

Wie mocht in 1900 stemmen? 1. De rijke fabrieksdirecteur. 2. De vrouw van de rijke fabrieksdirecteur. 3. De arbeiders in de fabriek.

Wat betekent: democratisch? 1. Iedereen is de baas. 2. De bevolking kiest zijn eigen regering. 3. Niemand heeft iets te zeggen over een ander.

Wat staat er niet in de grondwet? 1. Ons land wordt bestuurd door de koning en een aantal ministers. 2. Alleen een minister mag een nieuwe wet voorstellen. 3. De koning beslist of die wet en ook echt komt.

Welke drie rechten staan er in de grondwet? 1. Vrijheid van onderwijs, meningsuiting en seksualiteit. 2. Vrijheid van meningsuiting, geloof en werk. 3. Vrijheid van geloof, meningsuiting en onderwijs.

Waarom heette koning Willem I ook wel de koning-koopman? 1. Hij handelde in van alles. 2. Hij bevorderde de handel in het hele land. 3. Hij handelde liever dan dat hij regeerde.

Waarom braken in 1848 in veel steden rellen uit? 1. De mensen wilden meer te vertellen hebben. 2. Dat is gewoon leuk. 3. De mensen verveelden zich.

Wat wil een socialist? 1. Dat de arbeiders niet meer hoeven te werken. 2. Dat de maatschappij eerlijker en rechtvaardiger wordt. 3. Dat de koning weg gaat.

Wat heeft Samuel van Houten gedaan? 1. Hij haalde alle kinderen uit de fabrieken. 2. Hij bedacht het kinderwetje. 3. Hij stichtte scholen.

Wat stond er in het kinderwetje van van Houten? 1. Kinderen onder de achttien jaar mogen niet werken. 2. Kinderen onder de twaalf jaar mogen niet werken. 3. Kinderen onder de acht jaar mogen niet werken.

Wat staat er in de Arbeidswet van 1889? 1. Vrouwen mogen niet langer dan elf uur per dag werken. 2. Vrouwen en kinderen van twaalf tot achttien mogen niet meer dan elf uur per dag werken. 3. Niemand mag meer dan elf uur per dag werken.

Wat is een vakbond? 1. Een club waar je leuke dingen doet. 2. Mensen die in de regering willen zitten. 3. Een vereniging van mensen die hetzelfde beroep hebben.

Wat doet een vakbond? 1. Die zorgt dat de arbeiders samen sterk staan. 2. Die organiseert leuke reisjes. 3. Die geeft mensen geld als ze ziek zijn.

Wat is geen politieke partij? 1. De SDAP 2. De ARP 3. De vakbond

Wie was Abraham Kuyper? 1. Een socialistische politicus. 2. Een christelijke politicus die opkwam voor de arbeiders. 3. Een voorzitter van een vakbond.

Waar zal een vakbond niet voor strijden? 1. Een beter loon 2. Alle fabrieken gesloten. 3. Kortere werkdagen.

Wat gebeurde er voor en na 1900 als je ziek werd? 1. Voor 1900: je werd ontslagen, na 1900: je mocht blijven. 2. Voor 1900: je mocht niet naar een dokter, na 1900: je mocht wel naar een dokter. 3. Voor 1900: je kreeg geen loon, na 1900: je kreeg wel loon.

Wat betekent VVD en PVDA 1. Veel Vrijheid en Democratie Partij voor de Adel 2. Volkspartij voor Vrijheid en Democratie Partij van de Arbeid

Wie was Pieter Jelles Troelstra? 1. Een liberaal. 2. Een socialist. 3. Een schoolmeester.

In 1890 was het werk zo verdeeld: 1. Mannen werkten in de fabriek, vrouwen deden de huishouding. 2. Vrouwen en mannen werkten in de fabriek, en ze deden samen de huishouding. 3. Vrouwen en mannen werkten in de fabriek, vrouwen deden het huishouden.

In 1890 deed een rijke vrouw: 1. zelf de huishouding 2. vooral leuke dingen 3. het meeste werk

Wat wil een feministe vooral? 1. Dat vrouwen de baas zijn. 2. Dat mannen meer meehelpen in huis. 3. Dat mannen en vrouwen gelijke rechten en plichten hebben.

Wie was Aletta Jocobs? 1. Een vrouw die arts wilde worden, en dat ook deed. 2. Een vrouw die arts wilde worden, maar dat niet mocht. 3. Een vrouw die met een beroemde arts trouwde.

Waar streed Wilhelmina Drucker voor? 1. Kiesrecht voor vrouwen en kinderen. 2. Kiesrecht voor vrouwen en beter onderwijs voor meisjes. 3. Beter onderwijs.

Waar komt de naam Dolle Mina vandaan? 1. Dat was de bijnaam voor Wilhelmina Drucker. 2. Dat waren meisjes die voor koningin Wilhelmina werkten. 3. Dat was de bijnaam voor koningin Wilhelmina.

Wie hadden het beter in de negentiende eeuw? 1. Arme vrouwen, zij mochten werken. 2. Rijke vrouwen, zij mochten niet werken.

Wat zou je liever zijn geweest in de negentiende eeuw, en waarom? 1. Een rijke man. 2. Een rijke vrouw. 3. Een arme man. 4. Een arme vrouw.

Wat leerden jongedames op school? 1. Lezen, rekenen en schrijven. 2. Frans, wiskunde en Duits. 3. Borduren, pianospelen en goede manieren.

Beorepen die vrouwen nu wel kunnen uitoefenen, maar in de negentiende eeuw niet, zijn: 1. boerin, arts, verkoopster 2. fabrieksarbeidster, leraar, boerin 3. arts, leraar, advocaat

Aletta Jacobs hield een gratis spreekuur voor arme mensen. Waarom? 1. Vrouwen hoorden geen geld te verdienen, dat deden hun echtgenoten wel. 2. Ze vond dat iedereen recht had op gezondheidszorg. 3. Dat deden alle artsen toen.

Welk doel van de feministen is nog niet helemaal behaald? 1. Gelijke beloning voor mannen en vrouwen. 2. Dezelfde onderwijskansen voor jongens en meisjes. 3. Vrouwen mogen alle beroepen uitoefenen.

Wat was de Arend? 1. Een roofvogel. 2. Een vliegtuig. 3. Een trein.

Hoe werd de Arend voortbewogen? 1. Met stoom. 2. Met een paard. 3. Met een electromotor.

Wat bedacht Samuel Morse? 1. De stoomtrein. 2. Een manier om over grote afstanden berichten over te brengen. 3. De gloeilamp.

Morse kun je gebruiken met: 1. De telegraaf. 2. De telefoon. 3. De televisie.

Hoe hard reed de Arend? 1. Ongeveer 100 km per uur. 2. Ongeveer 40 km per uur. 3. Ongeveer 10 km per uur.

De fonograaf is de voorloper van onze 1. televisie 2. MP3-speler 3. computer

Wat ontdekte Pasteur niet? 1. Bacteriën 2. Hoe je iemand kon inenten. 3. Hoe je melk lekkerder kon maken.

Wat betekent pasteuriseren? 1. Voedsel verhitten zodat de bacteriën dood gaan. 2. Mensen inenten tegen ziekten. 3. Melk koken.

Wat is niet waar? 1. Door de uitvindingen van Pasteur werden de mensen ouder. 2. Door de uitvindingen van Pasteur werden de mensen gezonder. 3. Door de uitvindingen van Pasteur werden de mensen rijker.

Waardoor werden er minder mensen ziek? 1. Door een betere hygiëne. 2. Doordat Pasteur alle bacteriën gedood had. 3. Door de riolering.

Wie vond de telefoon uit, en wie verbeterde hem? 1. Alexander Bell en Thomas Edison. 2. Thomas Edison en Emil Berliner 3. Emil Berliner en Alexander Bell

Waarvoor gebruikt men een seinsleutel? 1. Om de deur te openen van een seinhuisje. 2. Om berichten in morse te verzenden. 3. Om geheimschrift te ontcijferen.