DE RC-OPLEIDINGEN: Onderwijs: STAND VAN ZAKEN EN TOEKOMSTPERSPECTIEF



Vergelijkbare documenten
Maak de sprong naar de opleiding tot registercontroller. business in control

& control. opleiding

CONTROLLING (RC/EMFC)

Accountancy in deeltijd

Voorlichtingsdag Bedrijfskunde. Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde

Arbeidsmarkt. Bedrijfskunde. Technische bedrijfskunde

Verschillen tussen Economische opleidingen

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs!

KWALITEIT RC-OPLEIDINGEN IS GOED PROFILERING EN INTERNATIONA- LE ERKENNING ZIJN NIEUWE UITDAGINGEN

Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken.

Regeling Permanente Educatie Public Controlling

Inhoudsopgave. Inleiding 4. Programma 5. Module Management Accounting & Control 5. Module Externe Verslaggeving 6

Executive Master of Finance and Control De post-masteropleiding tot registercontroller

hbo wo accountancy & fiscale economie - Keuzegids Universiteiten 2014 Keuzegids Masters

Tax Control voor Bestuurders

«nvao. fluit. w nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

22 augustus en 13 januari april april 2017 ja, positief besluit van 16 mei 2013

Enquête over beleid en praktijk van instructies in Informatievaardigheden in Nederlandse universiteiten

Stichting Registered Tax Assurance Providers. Reglement toetreding register. Vastgesteld en in werking getreden op 12 september 2012

Strategisch sturen in stedelijke gebiedsontwikkeling MCD. master city developer

Alumnionderzoek opleiding Bedrijfseconomie Hogeschool Arnhem en Nijmegen 2009

Uitgebreide Pilot Nominaal = Normaal aan de Erasmus Universiteit Rotterdam

22 augustus en 13 januari april april 2017 ja, positief besluit van 16 mei 2013

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Betrokkenheid van onderzoekscholen bij het ontwikkelen van onderzoeksgerichte masteropleidingen

1. Jurriaan Vogel. 2. Mark van Wijgerden. Waarde medestudenten,

wth gro Executive Master of Finance and Control (EMFC)

Big data in de publieke sector. Leergang voor ervaren public controllers en professionals.

27 oktober Terugkomavond SLO-alumni

Kwaliteit RC-opleidingen is goed

Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA

Handreiking bij een spirituele zoektocht.

Indeling hoger onderwijs

LEADERSHIP, ENTREPRENEURSHIP, STEWARDSHIP. BROCHURE VOOR WERKGEVERS, RECRUITERS EN HR afdeling NYENRODE. A REWARD FOR LIFE

Taken en competenties getrainde secretarissen en coördinatoren

samenvatting 1. Context, opdracht en aanpak

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

Premaster Managementwetenschappen

BIJ DIE WERELD WIL IK HOREN! HANS ROMKEMA 3 MAART 2010, DEN HAAG

Koninklijk Nederlands Instituut van Registeraccountants

EXECUTIVE MASTER OF FINANCE & CONTROL DEELTIJD

Europese toppositie voor Management onderzoek van Erasmus Universiteit Rotterdam

Profiel leden Raad van Toezicht vereniging Ingrado

PROFIEL. Lid Raad van Toezicht profiel Onderwijs. Stichting Regio College Zaanstreek - Waterland

Het hoger onderwijs verandert

Taken en competenties gecertificeerde secretarissen en coördinatoren

FiT. Mastering Financiality. In tien maanden tijd je circle of influence vergroten

Revisie Keuzegids Universiteiten 2015

Najaarsbijeenkomst Sectie Onderwijs van de MOA

Studeren in Nederland

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING ONDERZOEKSCHOOL Huizinga Instituut

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Voor toelating tot de opleiding Mediastudies komt in aanmerking de bezitter van

Annelies Knoppers Hoogleraar pedagogiek en didactiek van sport en lichamelijke opvoeding Universiteit Utrecht

STUDIEGIDS PREMASTERPROGRAMMA ACCOUNTING & CONTROL

Onderwijs Onderzoekschool Politieke Geschiedenis

Public Administration Arbeidsmarkt

Nominaal is normaal bij FSW

Inhoudsopgave. Inleiding 4. Programma 5. Module Theoretische Fundament 5. Module Praktijkproject 5. Rooster 6. Opleidingskosten 6

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden:

Uitvoeringsregeling bij de Onderwijs- en examenregeling wo-bacheloropleiding Bedrijfskunde

Vraag 1. Wanneer zijn outsourcingprojecten van belang voor medewerkers?

» Standaard 3: De opleiding beschikt over een adequaat systeem van toetsing en toont aan dat de beoogde eindkwalificaties worden gerealiseerd.

Op 7 juli 2017 wordt in Maastricht bij Zuyd Hogeschool een Confucius Instituut geopend. Het

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam

Uitkomsten CFO-bijeenkomst Prestatieafspraken in het HBO

Samenvatting aanvraag

Onderzoeksopdracht Crossmedialab. Titel Blended Learning & Crossmedia

Reglement van Toelating

Resultaten 2 e ESAA Accountantspanel: nieuwe controleverklaring en afzonderlijke beoordelingsverklaring

Uitvoeringsregeling bij de Onderwijs- en examenregeling wo bacheloropleiding Bedrijfskunde

Universiteit van Amsterdam wo-bachelor Biologie (180 EC) 23 maart 2016 Bachelor of Science voltijd Amsterdam

Utrecht Business School

Nanotechnologie voor de VWO bovenbouw

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar

Aanvraagformulier Nieuwe opleiding macrodoelmatigheidstoets beleidsregel Msc in Accounting & Financial Management

1. De Vereniging - in - Context- Scan Wijk-enquête De Issue-scan en Stakeholder-Krachtenanalyse Talentontwikkeling...

Profiel leden Raad van Toezicht Ingrado

Master Accounting en Control in deeltijd

Courtesy Vertaling. Onafhankelijk onderzoek naar de rapportageprocedure van het IPCC. Taakomschrijving

: 180 ECTS en 60 ECTS : 12 december 2011 '. 25 en 26 januari 2012 : 21 juni 2012 : 7 mei 2013

Competentiescan Propedeuse Academie voor Beeldende Vorming Tilburg

Economie en Bedrijfseconomie. Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde

Highlights Nationale Studenten Enquête 2015

21PE - Erasmus Universiteit. 21PB - Universiteit Leiden. Rotterdam

Profilering derde graad

Hulp bij ADHD. Scholingsaanbod

U I T S P R A A K

Amsterdam, 3 juli Betreft: Reactie VV&A aan MinFin inzake MiFiD II. Geachte heer, mevrouw,

MASTERCLASS FINANCIEEL MANAGEMENT & BEDRIJFSVOERING IN DE PUBLIEKE SECTOR

Auditrapportage Bijlage 1 Typologieën en het fasemodel. Dynamiek onderweg

Schoolleider tussen functie en beroep

Inhoudsopgave. Inleiding 4. Persoonlijk intakegesprek master 4. Module Management Accounting & Control 5. Module Externe Verslaggeving 6

Best practices in academische vaardigheden bij bèta-bacheloropleidingen

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN

STUDIEGIDS PREMASTERPROGRAMMA ACCOUNTING & CONTROL

Toetsing en beoordeling en de beperkte opleidingsbeoordeling

Boost uw carrière. Zo kiest u de MBAopleiding die bij u past. Deze whitepaper is mede mogelijk gemaakt door

Transcriptie:

Onderwijs: DE RC-OPLEIDINGEN: STAND VAN ZAKEN EN TOEKOMSTPERSPECTIEF DEELNEMERS RONDETAFELDISCUSSIE RC-OPLEIDINGSPROGRAMMA S Mevrouw H. de Boer, Universiteit van Amsterdam (UvA) De heer prof.dr.ir. J.M. Bots, NIVRA-Nyenrode (NN) De heer prof.dr.ir. M.H. Corbey, Tias Businesschool (TiasNimbas) De heer drs. H. Geerkens, Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) De heer prof.dr. H.F.D. Hassink RA, Universiteit Maastricht (UM) De heer prof.dr. D.M. Swagerman, Rijksuniversiteit Groningen (RuG) Mevrouw drs. M.C.J.A. Trommelen RC, Vrije Universiteit Amsterdam (VU) De heer prof.dr. E.H.J. Vaassen RA, Universiteit Maastricht en Universiteit van Amsterdam (UM/UvA) De heer prof.dr. R.F. Speklé, Redactie MCA, discussieleider (MCA) 24 Chris Hill: beeld

In 2006 zijn de RC-opleidingen gevisiteerd door een commissie onder voorzitterschap van prof.dr. A.J. Bindenga RA. Waar voorheen de accreditatie alleen een zaak was van de VRC, is nu gekozen voor een visitatie door een onafhankelijk accreditatie-instituut, de NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie). Een ander verschil met de vorige visitatie is dat deze keer is ingezet op accreditatie voor de EMFCtitel, de Executive Master of Finance and Control. De aanleiding voor deze veranderingen is gelegen in de invoering van de bachelor-masterstructuur in het hoger onderwijs. Universiteiten die in die nieuwe structuur een erkende mastertitel willen uitgeven, hebben een accreditatie nodig van de NVAO. Roland Speklé: De uitkomsten van de visitatie zijn inmiddels bekend: alle opleidingen zijn positief beoordeeld. Toch had de visitatiecommissie ook een aantal kritische kanttekeningen bij de opzet en inrichting van de opleidingen. Deze uitkomsten zijn aanleiding geweest om de directeuren van de opleidingen (of hun vertegenwoordigers) uit te nodigen voor een discussie over de bevindingen van de visitatiecommissie en meer algemeen over de opleidingsprogramma s en de ontwikkelingen daarin. Een eerste reactie Gevraagd naar een eerste reactie op hun ervaringen met de visitatie, geven alle aanwezigen aan dat zij zich in hoofdlijnen herkennen in het door de visitatiecommissie geschetste beeld van hun opleidingen. Men is blij met de erkenning door een onafhankelijk orgaan en de uitkomst maakt veel goed van de aanzienlijke administratieve inspanningen die een visitatie nu eenmaal met zich meebrengt. Jan Bots (NN) merkt daarbij op dat nu de opleidingen het recht hebben verworven zelfstandig de EMFC-titel toe te kennen, de VRC een extra stimulans heeft gekregen om de uitstraling in de markt van de het RC-merk te onderhouden. Door te opteren voor een EMFC-accreditatie hebben de opleidingen overigens wel het een en ander over zichzelf afgeroepen. Het EMFC-programma is formeel gepositioneerd als een postinitiële masteropleiding op wetenschappelijk niveau, terwijl vanuit de verwachtingen van zowel de studenten als hun werkgevers de beroepsvorming voorop moet staan. Deze spagaat is ook waargenomen door de visitatiecommissie en hoewel de visitatiecommissie blijkens haar adviezen een open oog heeft gehad voor het belang van professionele ontwikkeling, kon zij de wetenschappelijke kant niet negeren. En een wetenschappelijke masteropleiding heeft nu eenmaal als kenmerk dat zij opleidt tot het doen van zelfstandig wetenschappelijk onderzoek. Een ander aspect heeft betrekking op de in de naamgeving besloten liggende suggestie dat in de opleiding gelijkwaardige aandacht zou bestaan voor de vakgebieden finance en control, terwijl de programma s feitelijk worden gedomineerd door controlgerelateerde vakken. Deze twee thema s zijn in het verloop van de discussie verder uitgediept. Daarnaast is gesproken over de vraag of de opleidingen voldoende ruimte ervaren om een eigen inhoudelijke koers te varen en over de maatregelen om studievoortgang te bevorderen. De wetenschappelijke inbedding Waar de visitatiecommissie constateert dat de opleidingen goed voorbereiden op de verwachtingen die in de markt bestaan ten aanzien van de professionele competenties en vakkennis van een controller, merkt zij tevens op dat de opleidingen niet zijn ge- 25

richt op de verdere ontwikkeling van onderzoeksvaardigheden van studenten. De opleidingen erkennen dat dit laatste ook niet het doel is van de programma s; de RC-opleiding is een wetenschappelijk gegronde, academische beroepsopleiding en geen onderzoekersopleiding. Dat betekent volgens Harold Hassink (UM) dat het belangrijk is dat studenten in aanraking komen met wetenschappelijk onderzoek en dat zij leren de resultaten daarvan te interpreteren op een wijze die voor hun beroepsuitoefening relevant is. Onderzoek is dus instrumenteel; het moet helpen bij het oplossen van praktische problemen. Maar de opleiding is er niet op gericht de studenten betere onderzoekers te maken. Michael Corbey (TiasNimbas) en Eddy Vaassen (internationale opleiding van de UM en de UvA) onderschrijven deze zienswijze. Het is hun ervaring dat de studenten zeker geïnteresseerd zijn in de resultaten van wetenschappelijk onderzoek, maar dat zij niet veel affiniteit hebben met de manier waarop die resultaten zijn verkregen. In het Tilburgse programma worden met regelmaat onderzoekers uitgenodigd om hun werk te presenteren en in de internationale opleiding hebben veel van de eigen (vaak Amerikaanse) docenten een sterk onderzoeksprofiel. Studenten stellen dat op prijs, mits de onderzoeker in zijn college niet te veel aandacht besteedt aan methoden en methodologie. Uit het gesprek blijkt dat het uitnodigen van onderzoekers in het opleidingsprogramma een gebruikelijke figuur is om de academische ambities invulling te geven. Zo laat NIVRA-Nyenrode een deel van het programma verzorgen door wetenschappers die vanuit hun eigen onderzoek een wetenschappelijk kader aanreiken dat studenten vervolgens moeten toepassen op hun eigen praktijksituatie. De Erasmus Universiteit kent het vak International Research in Management Accounting & Control, waarin een vijftal internationaal bekende onderzoekers een inleiding verzorgen en daarbij ook uitdrukkelijk aandacht besteden aan de aansluiting tussen hun onderzoek en controllingvraagstukken vanuit de praktijk. Ook in de scriptie moet het wetenschappelijk karakter gestalte krijgen. De opleidingen verwachten van de student, dat hij of zij in staat is om een praktisch probleem te lijf te gaan op een wetenschappelijk verantwoorde wijze. De vraag is wat dat laatste nu precies betekent. In ieder geval dient de student gebruik te maken van state-of-theart wetenschappelijke kennis. Dat betekent volgens Studenten moeten praktische problemen wetenschappelijk aanpakken Harold Hassink (UM) niet dat een scriptie een min of meer uitputtend overzicht moet geven van de relevante literatuur. Dat is iets dat meer past bij een scriptie in de (initiële) masterfase. Maar de theoretische en empirische inkadering van het probleem dat in de scriptie centraal staat, is wel essentieel en de student moet laten zien dat hij of zij dat kader beheerst en instrumenteel kan inzetten. In haar adviezen lijkt de visitatiecommissie te accepteren dat in de opleidingen de wetenschappelijke vorming niet vooropstaat. Wel toont de commissie zich gevoelig voor de organisatorische relatie van de controllersopleidingen met de universiteit. Met name de instituten die de RC-opleiding hebben ondergebracht in een aparte organisatorische entiteit die relatief autonoom opereert ten opzichte van de faculteiten hebben dit ervaren. In voorkomend geval heeft de commissie zich afgevraagd of die structuurkeuze niet ten koste gaat van de wetenschappelijke inbedding. Dirk Swagerman (RuG) onderschrijft de zienswijze van de visitatiecommissie: De Groningse controllersopleiding maakt deel uit van de faculteiten Economie en Bedrijfskunde. We hebben er nadrukkelijk voor gekozen om de opleiding niet op afstand te plaatsen. Wij willen de studenten een voortgezette academische vorming kunnen bieden, maar met een toegepast accent. Daar hoort ook toegepast wetenschappelijk onderzoek bij. Dit speerpunt zal met een apart onderzoeksfonds in de komende jaren nog worden versterkt. Ook Hendrik Geerkens (EUR) kan zich iets voorstellen bij het standpunt van de visitatiecommissie. In Rotterdam was de controllersopleiding oorspronkelijk ondergebracht in een aparte BV (EURAC). Hoewel de opleiding vanzelfsprekend banden onderhield met de faculteit, was volgens Geerkens de gekozen organisatorische figuur toch een barrière voor een gezonde interactie. Mede om deze reden is in 2005 de Erasmus School of Accounting & Assurance (ESAA) opgericht, waarin EURAC en de faculteit in een gedeeld bestuur nauw samenwerken op het gebied van accounting onderwijs en onderzoek. De aandacht voor Finance De visitatiecommissie maakt voor bijna alle opleidingen kritische opmerkingen met betrekking tot 26

Een stevige Finance-bagage is waardevol voor de moderne controller het aandeel Finance in de opleidingen. Doorgaans is het aandeel van het vakgebied Finance in het totale programma zo n tien tot vijftien procent en de commissie is van mening dat dit te weinig is voor een opleiding die recht geeft op de titel EMFC. Nu de commissie tegelijkertijd vaststelt dat de opleidingen wel goede aansluiting bieden op de praktijk van het controllervak, rijst de vraag of dit kritiekpunt van de commissie wezenlijk is, of slechts is ingegeven door de titel, die althans naar het oordeel van de commissie een meer gelijkwaardige aandacht voor de vakgebieden Finance en Control zou suggereren. Eddy Vaassen (UM/UvA) merkt hierover op dat toen enige jaren terug de UvA en de internationale opleiding de EMFC-titel introduceerden, zij de term Finance hebben toegevoegd om de simpele reden dat de afdelingen waar controllers werkzaam zijn vaak de termen Finance en Control in hun naam hebben en dat met Finance dan de financiële functie wordt bedoeld en niet zozeer het vak Financiering. Hermien de Boer (UvA) stelt dat haar opleiding ongeacht de discussie over de naamgeving al langer meer aandacht aan Finance wilde besteden en heeft deze wens inmiddels gerealiseerd in een extra Finance-vak. Datzelfde geldt volgens Maryse Trommelen voor de VU. Harold Hassink (UM) benadrukt dat het aandeel Finance in het programma feitelijk al groter was dan de visitatiecommissie heeft waargenomen. Dat komt doordat in Maastricht typische Finance-componenten geïntegreerd waren opgenomen in kernvakken als Treasury Management, Financial Auditing en Financial Accounting. Dit was volgens Michael Corbey (TiasNimbas) ook de situatie in Tilburg, waar nu de naamgeving van een aantal vakken is aangepast om de grote financiële component van die vakken uitdrukkelijker naar voren te brengen. Ook Dirk Swagerman (RuG) herkent deze situatie. Zo kent de opleiding in Groningen het vak Beslissingscalculaties, dat destijds in het curriculum is opgenomen naar aanleiding van de eerste visitatie door de commissie-traas. Deze commissie constateerde dat studenten meer training nodig hadden in investeringscalculaties en Groningen is aan die wens tegemoetgekomen in het genoemde vak. Dit vak is echter door de huidige visitatiecommissie niet meegenomen als Finance-vak. NIVRA- Nyenrode had al een relatief groot aandeel Finance in de opleiding, dus de noodzakelijke verzwaring was daar marginaal. Maar dat alles neemt niet weg dat de betrokkenen onderschrijven dat een stevige Finance-bagage waardevol is voor de moderne controller en dat de opleidingen daarop moeten inspelen. Vrijheid in gebondenheid of keurslijf? Roland Speklé (MCA) legt de aanwezigen de stelling voor dat de door de verschillende universiteiten aangeboden controllersopleidingen enerzijds heel erg sterk op elkaar lijken en anderzijds nog heel sterk lijken op de opleidingen van zo n tien jaar geleden. Hij vraagt zich af of deze relatief grote homogeniteit wenselijk is en of de opleidingen voldoende gevoelig zijn voor de veranderingen in de wereld om ons heen. De aanwezigen bevestigen dat de respectievelijke programma s een zekere homogeniteit kennen. De achtergrond daarvan is dat zij allen wensen te voldoen aan de eisen van de VRC. Deze eisen worden echter niet als een keurslijf ervaren. Een bepaalde mate van standaardisatie is juist wenselijk omwille van het gezicht naar de markt en het vestigen van een stevige reputatie: de markt moet weten waar de RC-titel voor staat. Tegelijkertijd hebben de aanbieders veel vrijheid in de programmering van hun onderwijsaanbod. Daar bestaan ook feitelijk verschillen. De meeste universiteiten programmeren wekelijkse colleges op de vrijdag. Maar de internationale opleidingen van Maastricht en Amsterdam (UvA) hebben gekozen voor een zestal modules van twee weken elk. NIVRA-Nyenrode doceert om de week op vrijdag en zaterdag. En er zijn wel degelijk inhoudelijke verschillen, zoals in de sfeer van de geboden specialisaties en de accenten die in de respectievelijke programma s worden gelegd. Overigens bestaat de indruk dat studenten zich bij hun studiekeuze veelal meer laten leiden door pragmatische overwegingen, zoals de nabijheid van de universiteit, dan door inhoudelijke verschillen tussen de geboden programma s. Dat het curriculum van nu nog veel gelijkenis vertoont met het programma van tien jaar geleden is gedeeltelijk waar, maar deels ook schijn. Qua samenstelling van het curriculum als zodanig is er inderdaad niet veel veranderd, maar het is nu ook weer niet zo dat de dynamiek zo groot is geweest dat de controllerprofessie een volstrekt nieuwe inhoud 27

Controlleronderwijs is van hoge kwaliteit heeft gekregen. Tegelijkertijd wordt de inhoud van de vakken voortdurend geactualiseerd en wordt het totale programma periodiek tegen het licht gehouden om de aansluiting met de wensen en behoeften van het veld te waarborgen. In Rotterdam bijvoorbeeld gebeurt dat door de Raad van Toezicht te betrekken bij het curriculum. Hendrik Geerkens (EUR): De Raad van Toezicht beschikt over een reservoir van vakkennis en ervaring en biedt toegang tot een belangrijk maatschappelijk netwerk. Daar maken we graag gebruik van. Studievoortgang Alle opleidingen constateren dat studenten niet zelden forse studievertraging oplopen in het scriptietraject. In het cursorisch deel van de opleiding lukt het de meeste studenten nog goed om de vaart in hun studie te houden, maar de scriptie lijkt voor velen een moeilijk te nemen hobbel. De oorzaak daarvan ligt meestal bij de studenten zelf die vaak tegen het eind van hun studie een gezin stichten, van baan veranderen of anderszins andere prioriteiten stellen. Ook werkgevers lijken in dat stadium wat minder scheutig in het verlenen van studieverlof. Toch ontwikkelen de opleidingen allerlei initiatieven om studievertraging te beperken. De Universiteit van Amsterdam, de Universiteit Maastricht, de Vrije Universiteit en de Erasmus Universiteit hebben de start van het scriptietraject geprogrammeerd in het cursorisch deel, ondersteund met colleges en bijeenkomsten. Tilburg probeert een zekere sociale druk te creëren door van studenten te verlangen dat zij hun vorderingen presenteren in scriptieklasjes. Groningen werkt met zogenaamde bezemklassen om studenten te helpen het scriptietraject op een gestructureerde wijze aan te pakken. De UvA brengt extra begeleidingstijd aan studenten in rekening, mede in de hoop dat hun werkgevers zich daardoor drukker maken over de studievoortgang. De internationale opleiding begint zes maanden nadat de nominale studieduur is verstreken, maandelijkse facturen van een symbolisch bedrag naar de werkgevers te versturen om hen er zo op te attenderen dat de desbetreffende student nog een zekere inspanning moet leveren om te kunnen afstuderen. En NIVRA-Nyenrode is bezig met de opzet van een studentenvolgsysteem dat de informatie moet bieden die nodig is om tijdig in te grijpen als studievertraging dreigt te ontstaan. Ambities en ontwikkelingen De positieve beoordeling van de visitatiecommissie van elke opleiding geeft aan dat het controlleronderwijs in Nederland van hoge kwaliteit is. Deze hoge kwaliteit moet vanzelfsprekend worden onderhouden en het is de vraag welke ambities en ideeën de opleidingen dienaangaande hebben. Harold Hassink (UM) neemt het voortouw: De ambitie van de Nederlandstalige controllersopleiding van de Universiteit Maastricht is om deskundige controllers af te leveren die geëquipeerd zijn voor zware controllersfuncties op ten minste subtopniveau (in grote organisaties) tot topniveau (in middelgrote organisaties). Deze controllers zijn in staat een waardevolle bijdrage te leveren aan de bedrijfseconomische prestatie en beheersing van de organisatie. Dit wordt gerealiseerd door in de opleiding aandacht te besteden aan wetenschappelijke inzichten en deze te vertalen naar de praktijk waarin controllers werkzaam zijn. Overigens zijn niet alleen kennis, vaardigheden en houding op het moment van afstuderen van belang, maar ook daarna dient de controller in staat te zijn zich verder te ontwikkelen met behulp van tijdens de opleiding ontwikkelde houding, vaardigheden en inzichten. Hier blijven wij aan werken. In dit door Hassink geschetste beeld blijken ook andere controllersopleidingen zich te kunnen vinden. Maryse Trommelen (VU): De controllersopleiding aan de Vrije Universiteit heeft zich tot doel gesteld kundige controllers op te leiden die in staat zijn de juiste vragen te stellen en discussies te objectiveren. Daartoe is de controller ons inziens in staat wanneer de bril waardoor hij kijkt het hem mogelijk maakt problemen van symptomen en hoofd- van bijzaken te onderscheiden, als hij begrip heeft voor de materie die ter discussie staat ofwel: als kijken overgaat in zien. Hiervoor hebben we een specifiek op de kenmerken van de postdoctorale student afgestemde visie op leren ontwikkeld. Wij noemen dit participerend leren. 28

Door standaardisatie weet de markt waar de RC-titel voor staat Chris Hill: beeld 29

Controllers moeten problemen van symptomen kunnen onderscheiden Bij participerend leren staat het verhogen van het vermogen om te leren centraal. Leren vindt plaats wanneer iemand frictie ervaart tussen de eigen voorkennis en percepties en die van anderen en vervolgens gemotiveerd is die frictie samen met medestudenten en docenten op te lossen. Case-based teaching is een onderdeel van dit leerproces. Onze ambitie is het leerproces en opleidingsprogramma nog beter toe te snijden op deze visie. Michael Corbey (TiasNimbas) verwacht voor Tilburg een groei van het aantal studenten: TiasNimbas is door de Financial Times op de achtste plaats gezet in de ranking van Europese Business Schools. Wij denken dat dit ook uitstraalt naar onze controllersopleiding. Andere opleidingen willen bewust klein blijven. Eddy Vaassen (internationale opleiding van de UM en de UvA) vindt een beperking in de studentenaantallen nodig om het opleidingsprogramma goed af te kunnen stemmen op de individuele student. Ook de UvA vindt kleinschaligheid belangrijk en Hermien de Boer geeft aan een numerus fixus van 40 te willen handhaven. De EUR hanteert ook een instroomlimiet. Hendrik Geerkens (EUR) tekent daarbij aan dat de Erasmus Universiteit zich mag verheugen in een belangstelling die het beschikbare aantal plaatsen overtreft, waardoor de opleiding selectief kan zijn in het toelatingsbeleid. Verschillende opleidingen blijken te hechten aan het in stand houden of versterken van hun eigen profiel. Jan Bots (NN): De opleiding van NIVRA-Nyenrode heeft bepaalde eigen kenmerken. Daarbij denk ik bijvoorbeeld aan onze uitgesproken bedrijfskundige insteek, maar ook aan ons collegerooster met om de twee weken colleges op vrijdag en zaterdag. Dit zijn zaken die wij willen handhaven. Eddy Vaassen (internationale opleiding van de UM en de UvA) denkt aan versterking van het eigen profiel: De iemfc (de internationale opleiding) wil verder internationaliseren door vanaf juli 2007 naast het tweejaarlijkse Boston-seminar ook een tweejaarlijks Shanghai-seminar aan te bieden. Ook Dirk Swagerman (RuG) ziet het belang van profilering: Omdat wij door onze geografische ligging een kleine opleiding zijn, moeten wij innovatief zijn. Zo hebben wij onlangs aangekondigd te starten met een internationale controllersopleiding (EMFC-PI) voor de energiesector. Deze opleiding, met steun van Shell, EDI en PwC, is dan de eerste opleiding die zich specifiek richt op controllers werkzaam binnen één sector. Daarnaast participeren wij in de controllersopleiding voor de non-profitsector die de Rijksacademie voor Financiën en Economie in Groningen verzorgt. Hermien de Boer (UvA) wijst op het belang van een zichtbaar onderzoeksprofiel van de opleidingen iets dat ook in de visitatieronde een rol heeft gespeeld en geeft aan dat de opleiding van de Universiteit van Amsterdam eigen onderzoek wil opstarten. Ook bij NIVRA-Nyenrode is dat een belangrijk thema. Jan Bots (NN): Wij hebben mensen aangetrokken met een duidelijk onderzoeksprofiel en ook in de toekomst willen wij investeren in onderzoek, bijvoorbeeld op het terrein van Management Accounting en Control, Controllerschap en Information Economics. Maar alle aanwezigen lijken het erover eens dat met deze extra aandacht voor onderzoek niet uit het oog mag worden verloren dat de controllersopleiding ook een beroepsopleiding is, waarin professionele vorming vooropstaat. Investeren in onderzoek is essentieel 30