OEFENINGEN BIJ HET OPLEIDINGHANDBOEK MZG



Vergelijkbare documenten
Casus 3: De Intensieve patiënt OPLOSSING

Codeerhandleiding Minimale Ziekenhuis Gegevens

Onderzoek van de resultaten. Enkele klinische scenario s met behulp van de dynamische feedback tool

Casus 2: De pediatrische patiënt OPLOSSING

Casus 4: De geriatrische patiënt OPLOSSING

Casus 1: De chirurgische patiënt OPLOSSING

Codeerhandleiding. Minimale Ziekenhuis Gegevens

FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu DG 1 Dienst Datamanagement. CODEERHANDLEIDING Verpleegkundige Gegevens van de MZG

FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu DG 1 Dienst Datamanagement

FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu DG 1 Dienst Datamanagement. CODEERHANDLEIDING Verpleegkundige Gegevens van de MZG

FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu DG 1 Dienst Datamanagement

Katholieke Universiteit Leuven

OPLEIDINGSDAG 24/10/2017

VG-MZG Algemene Nationale feedback E-audit van de verpleegkundige gegevens September Algemene Nationale feedback verpleegkundige gegevens:

CODEERHANDLEIDING VG-MZG 2.0

Coordinatie--ZH--KB bepaling-regels---mee-te-delen-ziekenhuisgegevens.doc

CODEERHANDLEIDING VG-MZG

Richtlijnen bij het gebruik van de evaluatieschaal

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Openbare instelling opgericht bij de wet van 9 augustus 1963 TERVURENLAAN BRUSSEL

FAQ ZORGKUNDIGE. 1. Welke verpleegkundige handelingen kunnen worden gedelegeerd aan de zorgkundige sinds de lijst van 12 januari 2006?

ZAKHANDBOEK. Verpleegkundige Gegevens van de Minimale Ziekenhuis Gegevens

Verpleegkundige registratie: codeerhandleiding VG-MZG versie 1.6 Samenvatting van wijzigingen/aanvullingen

GELIEVE DEZE VRAGENLIJST VOLLEDIG IN TE VULLEN

Actualisatie MVG: Illustratie van concrete voorbeelden

Deel I: Sociaal verslag

BIJLAGE 41. heeft gedeeltelijke hulp nodig om zich te wassen boven of onder de gordel

VG-MZG frequently asked questions

2. Sociale gegevens. 3. Medische gegevens Woonsituatie van de aanvrager voor de opname: 2.2. Welke toekomstmogelijkheden worden voorzien?

Er was eens 09u35. Het San Joaquinpatiëntenclassificatiesysteem. Johan Engels. Op de dienst spoedgevallen 16/04/2013. Mevr.

AANVRAAG ZORGVERBLIJF DRIE EIKEN

AANVRAAG ZORGVERBLIJF DRIE EIKEN

Externe vraag tot opname op de dienst revalidatie

Aanvraag tot opname. Sociaal verslag. Faxen naar of mailen naar Adres:

ITEM 1 : ZORGEN M.B.T. HYGIENE REGISTRATIE

VERPLEEGKUNDIGEN Art. 8 pag. 1 officieuze coördinatie

WAT IS VERPLEEGKUNDE?

Aanvullende tabellen op de algemene federale feedback MVG 2006

VERPLEEGKUNDIGE OVERDRACHT PALLIATIEVE ZORG

CM Zorgverblijven Aanvraag oriënterende zorg

Patiënteninformatie. Sondevoeding

AANVRAAG TOT OPNAME IN EEN ASSISTENTIEWONING.

Week Verpleegkunde Procedures. Marc Van Bouwelen JAG

... Contactpersoon. Telefoon.. Mutualiteit Verbond.. Inschrijvingsnummer Hoedanigheid. 2)... 3)...

Scholingsaanbod vanaf 1 september 2014 t/m eind 2014

Voorbeelden informatiepakketten

AANVRAAG TOT OPNAME. Te zenden naar: Datum intake: Datum aanvraag: Door:.. Aanvraag: Dringend Preventief. Sociale dienst: 1. ADMINISTRATIEVE GEGEVENS

VERPLEEGKUNDIGEN Art. 8 pag. 1 officieuze coördinatie

Samenwerking tussen zorgkundigen en verpleegkundigen

PATIËNTENBROCHURE Decubituspreventie

Sondevoeding in de thuissituatie

AANVRAGEN DOOR PROFESSIONELEN

VERPLEEGKUNDIGEN Art. 8 pag. 1 officieuze coördinatie

Verpleegkundige gegevens MZG Analyse en meta-analyse van (test)gegevens uit een verpleegkundige registratie in verschillende Vlaamse ziekenhuizen

AANVRAAG TOT OPNAME. vast verblijf

Proces verantwoordelijke. Hiërarchisch Verantwoordelijke

N Beschrijving. Datum van de registratie (dd/mm/jjjj): Dienst : Bedindex : Specialisme : ETIKET

Nr Naam informatie-item Verplicht Type Lengte Invulkolom Codering Opmerkingen Naam X Alfanumeriek 40. X Alfanumeriek 40

Hoe u doorligwonden (decubitus) kunt voorkomen

Couplet care op N* I DON T WANT TO MISS A THING

Deskundigheidsniveau medewerkers

OPLEIDINGSDAG NRG NEW 26/10/2018

K.B In werking B.S

AANMELDINGSDOCUMENT ZORG M./Mw..

Stoelgang. die niet vanzelf gaat

AANVRAAG TOT OPNAME. Datum intake: Datum aanvraag: Te zenden naar: Door:.. Aanvraag: Open afdeling. Sociale dienst: Gevraagde periode VAN TOT.

Keizersnede INFORMATIEBROCHURE VOOR DE PATIËNT

ZORGLEEFPLAN ACTIEKAART Indicatie AWBZ:

Zorgpad Hartinfarct. Cardiologie

WAT BLIJFT IN DE SCHEMERZONE en onrechtstreeks via Vlaams Statuut?

De Savera Schaal. De SAVERA Schaal. De Savera Schaal. Inleiding. Definitie. Terminale zorg. Kantelmoment. Onderzoeksvraag

Chronisch Hartfalen. Wat is chronisch hartfalen?

Informatiebrochure patiënten. Naar huis met TPN. Totale Parenterale Voeding

1. PRIVACY WETGEVING:

1. ADMINISTRATIEVE GEGEVENS VAN DE KANDIDAAT BEWONER

Kinderdagziekenhuis Informatiebrochure

K.B In werking B.S

AANVRAAG TOT OPNAME Administratieve gegevens

1.1. Inventaris van de diensten waar cytostatica mogen toegediend worden: In de ziekenhuizen worden op verschillende diensten cytostatica toegediend.

CYSTECTOMIE MET NEOBLAAS VOLGENS STUDER

K.B In werking B.S

WZC Ter Meeren is zeer verheugd u mogelijks in de toekomst als medebewoner/bezoeker kortverblijf te mogen ontvangen.

PATIËNTEN INFORMATIE. onthaalbrochure

De weg naar zelfzorg bij de stomapatiënt. Luc De Kimpe Julie Ramon AZ- Sint Lucas Gent Abdominale heelkunde (straat 64)

DAGZIEKENHUIS VOOR KINDEREN. campus Sint-Lucas, campus Volkskliniek

urologische vragenlijst vrouw

AFDELINGSPROFIEL GER3 BE

Specifieke adviezen. Wondverzorging / hechting / pleister: Douche en bad beleid: Activiteiten: Eten: Diversen:

urologische vragenlijst man

31/05/ : In Art. 21septies van KB nr. 78 wordt al bepaald hoe de registratie van de zorgkundigen moet gebeuren.

K.B B.S In werking

SP Locomotorisch. Dienst specifieke informatie

Anamnese (volgens de gezondheidspatronen van Gordon)

Kindergeneeskunde. Opname pasgeborene op de babyafdeling

Klinische hongerprovocatie

Stoelgang. die niet vanzelf gaat

HOOFDSTUK IV. - VERLOSSINGEN

K.B In werking B.S

Advies Avis. Plenumvergadering Réunion plénière.

keizersnede Materniteit

Verwijderen van wijsheidstanden. Informatiebrochure

Transcriptie:

OEFENINGEN BIJ HET OPLEIDINGHANDBOEK MZG Een realisatie van de cel audit verpleegkunde van de dienst data management DG1 Concept en redactie Lieven De Maesschalck Brigitte De Maerteleire Josine Morren Gustin Luce Hofmann Eddy Terryn

2 Bescherming van auteursrechten Dit document is auteursrechterlijk beschermd door de wet van 30 juni 1994 m.b.t. het auteursrecht (B.S. 27 juli 1994; Err. B.S. 22 november 2004). Elk gebruik of reproductie, zelfs gedeeltelijk, van dit werk voor commerciële doeleinden is totaal verboden.

Inhoudstafel (1/5) Terminologie 3 Item A100: Lichamelijke oefeningen Item B100: Zorgen aan het kind (< 5 jaar) m.b.t. de uitscheiding Item B210: Urinaire uitscheiding: het opvolgen v/d mictie van de urinair continente patiënt Item B220: Urinaire uitscheiding: ondersteuning van de urinair continente patiënt Item B230: Urinaire uitscheiding: zorg bij de urinair incontinente patiënt Item B240: Urinaire uitscheiding: zorg aan een urinair stoma Item B250: Urinaire uitscheiding: zorg aan een urinaire verblijfssonde Item B300: Uitvoeren van een blaassondage Item B410: Fecale uitscheiding: het opvolgen van de defecatie van de fecaal continente patiënt Item B420: Fecale uitscheiding: ondersteuning van de fecaal continente patiënt Item B430: Fecale uitscheiding: zorgen bij de fecaal incontinente patiënt Item B440: Fecale uitscheiding: zorgen mbt fecaal stoma/pouch Item B500: Toediening lavement en/of verwijderen faecalomen en/of het plaatsen van een rectale canule ter preventie of ter behandeling van obstipatie Item B600: Educatie m.b.t. urinaire en/of fecale uitscheiding Item C110: Installatie van de bedlegerige patiënt Item C120: Installatie van de niet bedlegerige patiënt Item C200: Hulp bij verplaatsen van de patiënt binnen de afdeling Item C300: Transport van de patiënt buiten de afdeling Item C400: Aanwezigheid van tractie Item D110: Hulp bij voeding (in de patiëntenkamer) Item D120: Hulp bij voeding (in de eetzaal) Item D130: De patiënt is 24u nuchter Item D200: Zorg bij fles en/of borstvoeding aan een kind Item D300: Toediening van sondevoeding Item D400: Toediening van TPN

4 Inhoudstafel (2/5) Item D500: Educatie m.b.t. voeding Item E100: Symptoommanagement: Pijn Item E200: Symptoommanagement: Nausea en braken Item E300: Symptoommanagement: Moeheid Item E400: Symptoommanagement: Sedatie Item F110: Hygiënische zorgen aan lavabo, bed(waskom) of couveuse Item F120 Hygiënische zorgen in bad of douche Item F200: Educatie en training m.b.t. hygiënische verzorging Item F300: Hulp bij dagkledij Item F400: Zorgen m.b.t. zelfbeeld Item F500: Bijzondere mondzorg Item G100: Beleid van de vocht en voedingsbalans Item G200: Beleid bij een evacuerende maagsonde Item G300: Glycemiebeleid Item G400: Bloedwaardenbeleid: bloedgassen, stolling, hemoglobine of ionen Item G500: Beleid m.b.t. dialyse Item H100: Toediening geneesmiddelen SC/ID/IM Item H200: Toediening van het aantal verschillende geneesmiddelen IV Item H300: Het meest frequent toegediende geneesmiddel IV Item H400: Toediening geneesmiddelen via aërosol, puff of zuurstoftent Item H500: Toediening geneesmiddelen via vaginale weg Item I100: Bewaking van de neurologische functie d.m.v. een meetinstrument Item I200: Intracraniële drukmeting zonder of met drainage

5 Inhoudstafel (3/5) Item K100: Aspiratie van luchtwegen Item K200: Ondersteunende middelen voor de ademhalingsfunctie Item K300: Kunstmatige ventilatie Item L100: Toezicht op een wonde, wondomgeving en verbandmateriaal (zonder verzorging) Item L200: Verzorging van wonden met suturen en/of insteekpunten Item L300: eenvoudige verzorging van een open wonde Item L400: Complexe verzorging van een open wonde Item L500: Verzorging van huidlaesies als gevolg van dermatologische aandoeningen Item M100: Opvolgen van de thermoregulatie van de baby in de couveuse Item N100: Toediening van bloed en bloedcomponenten Item N200: Toezicht en/of verzorging van een artificiële toegangspoort: veneus, arterieel, subcutaan, intramusculair, intrapleuraal, intrathecaal, epiduraal, intraperitoneaal, intra osseus Item N300: Veneuze bloedafname Item N400: Arteriële bloedafname Item N500: Capillaire bloedafname Item N600: Cardio circulatoire ondersteuning: elektrisch hulpmiddel Item N700: Cardio circulatoire ondersteuning: mechanisch hulpmiddel Item O100: Activiteitenbegeleiding Item O200: Zorg m.b.t. gedragsstoornissen

6 Inhoudstafel (4/5) Item P100: Zorgen aan de patiënt met een cognitief verminderd functioneren Item Q100: Bevorderen van de communicatie bij communicatiemoeilijkheden Item R110: Basis emotionele ondersteuning Item R120: Gerichte emotionele ondersteuning Item R130: Opvang van een emotionele crisis Item S100: Gerichte educatie en voorlichting Item S200: Voorlichting bij operatie of onderzoek Item V100: Decubituspreventie: gebruik van dynamische antidecubitus materialen Item V200: Decubituspreventie: wisselhouding Item V300: Bewaken van de biologische vitale parameters m.b.t. hart, longen en lichaamstemperatuur: continue monitoring Item V400: Bewaken van de biologische vitale parameters m.b.t. hart, longen en lichaamstemperatuur: discontinue meting Item V500: Staalafname van weefsel of lichamelijk excretiemateriaal Item V600: Isolatiemaatregelen: bijkomende voorzorgsmaatregelen Item V700: Beschermingsmaatregelen bij desoriëntatie Item W100: Zorgen i.v.m. relaxatie, gebonden aan de voorbereiding op de bevalling Item W200: Zorgen ante partum: opvolging uterine activiteit Item W300: Bevalling uitgevoerd door een vroedkundige Item W400: Post partumverzorging Item W500: Kangoeroezorg Item X100: Rooming in van familie of significante naaste

7 Inhoudstafel (5/5) Item Y100: Interculturele bemiddeling Item Y200: Verpleegkundige anamnese Item Z100: Assessment functioneel, mentaal, psycho sociaal Item Z200: Ondersteuning van de arts bij een niet delegeerbare medische handeling Item Z300: Multidisciplinair overleg Item Z400: Contact met andere instellingen

8 Terminologie Definities De volgende paragrafen verduidelijken enkele definities van de termen die gebruikt worden in het beschrijven van de items. De termen die gebruikt worden in de beschrijving van de items worden met een indexcijfer aangeduid om te verwijzen naar de definitie (bv. patiëntendossier²). 1) Definitie zorgverlener In deze registratiebundel zal de verzamelnaam zorgverlener gebruikt worden. Een zorgverlener is een professionele hulpverlener, die deel uitmaakt van de verpleegequipe (cfr. 1.3.2.). 2) Definitie patiëntendossier Een patiëntendossier is het geheel van patiëntgegevens. Dit is ruimer dan enkel het verpleegdossier. Met patiëntendossier wordt het geheel van medisch, verpleegkundig paramedisch en sociaal psychologisch dossier bedoeld, dat wordt gearchiveerd door de instelling na het verblijf van de patiënt. Dit kan bestaan uit zowel elektronische als niet elektronische documenten. 3) Meetinstrument. Het betreft een gevalideerd wetenschappelijk meetinstrument. De validiteit werd minstens erkend door een publicatie in een wetenschappelijk tijdschrift en bij voorkeur in peer reviewd wetenschappelijk tijdschrift terug te vinden (Medline, CINAHL, INIST CNRS, BDSP). De wetenschappelijke referenties van het gebruikte meetinstrument kunnen voorgelegd worden aan de verpleegkundige auditeurs. De handleiding en de wetenschappelijke referenties moeten beschikbaar zijn op de verpleegeenheid. 4) Definitie significante naaste Dit is een familielid, partner of nauwe vriend/kennis die de patiënt in het ziekenhuis bijstaat en/of de patiënt thuis zal begeleiden wanneer deze uit het ziekenhuis wordt ontslagen. 5) Definitie educatie De educatie bestaat uit een verpleegkundige zorg met de bedoeling het kennen, het kunnen en het handelen van de patiënt eenvoudiger te maken. Het opzet is een verandering van gedrag te bekomen bij de patiënt, zijn familie of significante naaste. Een standaardeducatieplan moet minstens bestaan uit een evaluatie van kennis en handelen, geprogrammeerde educatiesessies en een evaluatie van de bekomen resultaten. home

9 Terminologie Definities 6) Definitie standaardplan Een standaardplan is een referentie voor gebruik bij een specifieke verpleegkundige diagnose of probleem. Het omvat de omschrijving van het probleem, de geplande interventies in relatie tot het probleem en een evaluatie van de verkregen resultaten. 6bis) Definitie protocol Een protocol beschrijft de uitvoeringswijze (gebruikt materiaal, producten manier van verzorgen) van een bepaalde medische of verpleegkundige techniek. 7) Definitie 24u op 24u of ononderbroken verblijf op een zorgeenheid. De vermelding 24h/24h betekent continu tijdens het verblijf op de verpleegeenheid en dit van 0 tot 23u59. Indien de patiënt minder dan 24 uur verblijft op de verpleegeenheid (onderzoek, ingreep, transfer naar een andere verpleegeenheid,.) betekend 24u het gedurende het ganse verblijf van de patiënt op de verpleegeenheid. Indien een patiënt voor de volledige duur van de registratie verblijft op een eenheid maar afwezig is wegens een onderzoek, een chirurgische ingreep, dan wordt deze afwezigheid niet in aanmerking genomen, dwz. dat de zorgperiode als ononderbroken wordt aanzien. Bv. de patiënt verblijft op de interne afdeling D2 van 0 tot 10 u., vervolgens gaat hij naar radiologie voor een abdominale foto van 10 tot 12u. en komt hij terug naar D2 van 12 tot 23u59. In deze situatie registreert men één zorgperiode. Indien, gedurende het verblijf, de patiënt verblijft op verschillende eenheden waar MZG geregistreerd wordt, dan gelden er verschillende zorgperioden. Bv. de patiënt verblijft op de afdeling C1 van 0 tot 9u30., van 9u30 tot 17u. verblijft hij op OK en ontwaakzaal, van 17 tot 21u. verblijft hij op IZ en daarna keert hij terug naar C1 van 21 tot 23u59. In deze situatie worden er 3 zorgperioden geregistreerd (want er is geen registratie op OK en ontwaakzaal). home

10 Terminologie Definities 8) de woorden benoemd, aangeduid en genoteerd in het dossier Indien de woorden benoemd, aangeduid en genoteerd in het dossier vermeld worden onder de rubriek controle dan wordt hieronder verstaan dat men zowel de planning als uitvoering van de zorg dient neergeschreven te zien. Een planning wordt gewoonlijk opgesteld vooraleer men de zorg uitvoert. Na het uitvoeren van de zorg wordt de volgende gepland. In noodsituaties gebeurt de planning en validering van de zorg op het ogenblik van de uitvoering. 9) multidisciplinair Drie disciplines, waarvan minstens één verpleegkundige/vroedkundige, stellen een gemeenschappelijk zorgplan op en/of evalueren het zorgplan tijdens een overlegvergadering. Discipline dient begrepen te worden als beroep bepaald in het K.B. 78. 10) verpleegprobleem Een verpleegprobleem of verpleegkundige diagnose is een klinische uitspraak over de reacties van een persoon, gezin of groep op feitelijke of dreigende levensprocessen. De verpleegkundige diagnose is de grondslag voor de keuze van verpleegkundige interventies. home

11 MZG Doelstellingen niveau 1 niveau 2 home

12 MZG Doelstellingen Niveau 1 Deze zijn bedoeld voor de verpleegkundigen die werken op een afdeling waar MZG wordt geregistreerd Doelstelling: kennisname en demonstratie van het begrip van de items Niveau 2 Deze zijn gericht naar de codeur van MZG Doelstelling: vertrouwd raken met de codering van items en de codeerproblemen kunnen oplossen evenals pertinente en noodzakelijke vragen kunnen stellen

13 MZG oefening niveau 1 Oefening Vind het domein, klasse en item vertrekkende van een verpleegkundige interventie of situatie, nadat de synthesekaart is bestudeerd en zijn structuur is geanalyseerd

14 MZG oefeningen niveau 2 Beginner: kies de domeinen, de klassen, de items, de codeermogelijkheden in een eenvoudige klinische situatie. Identificeer de cumulatieve items en niet cumulatieve en past de codering adequaat toe in een eenvoudige klinische situatie Gevorderde: Kies de domeinen, de klassen, de items, de codeermogelijkheden in een complexe klinische situatie Kies de domeinen, de klassen, de items, de codeermogelijkheden in een complexe klinische situatie en hou rekening met de controlecriteria en de opmerkingen. Expert: Codeer MZG vertrekkende vanuit een eenvoudig en complex verpleegdossier rekening houden met de controlecriteria en de opmerkingen. Raad geven aan de beginnelingen en gevorderden Oplossen van probleemsituaties

15 Bevorderen van activiteiten en lichaamsbeweging: Domein? Lichamelijke oefeningen: Domein? Klasse? Codeer: Gestructureerde oefeningen lichamelijke oefeningen in revalidatieplan: actief of passief. Domein? Klasse? items? Revalidatieschema: gepland in het dossier. Item? Ja/Neen?

16 Bevorderen van activiteiten en lichaamsbeweging: Domein 1 Zorg bij de elementair fysiologische functies Lichamelijke oefeningen: Domein1; Klasse A: lichamelijke oefeningen Codeer: Gestructureerde lichamelijke oefeningen in revalidatieplan: actief of passief: Domein1; Klasse A: Item: A100 score 1 Revalidatieschema: gepland in het dossier: Item: A100 score 1, indien men in het dossier het plan, de doelstellingen en de wekelijkse evaluatie terugvindt.

17 Item A100: Gestructureerde oefeningen Interventies gericht op de ondersteuning bij lichamelijke activiteiten en het energiebehoud en verbruik. Item A1**: Lichamelijke oefeningen A100: Gestructureerde lichamelijke oefeningen Definitie Passieve of actieve lichamelijke oefeningen, begeleid en opgevolgd door een zorgverlener, die geïntegreerd zijn in een standaard zorgplan of specifiek voorgeschreven zijn voor een patiënt en geïntegreerd in het zorgplan. Dit standaard zorgplan of het zorgplan, specifiek voor een patiënt, is uitgeschreven door een kinesist, arts, verpleegkundige of een multidisciplinair team. Passief: bewegingsoefeningen van de patiënt die uitgevoerd worden door een zorgverlener Actief: bewegingsoefeningen, uitgevoerd door de patiënt, en dit onder het permanent toezicht van de zorgverlener Scoremogelijkheid 1 = Aanwezig. Controle Het standaard zorgplan of het zorgplan specifiek voor een patiënt is aanwezig in het patiëntendossier. Op minstens wekelijkse basis moet er in het patiëntendossier een verslag terug te vinden zijn waarin de doelstellingen geëvalueerd worden. home

18 Zorg voor uitscheiding: Domein? Zorg bij urinaire uitscheiding: Domein? Klasse? Zorg aan een urinair stoma: Domein? Klasse? Verwijderen van fecalomen: Domein? Klasse? Codeer: verzorging van een urinaire verblijfsonde. Domein? Klasse? Item?

19 Zorg voor uitscheiding: Domein 1 Zorg bij urinaire uitscheiding: Domein1; Klasse B: zorg voor uitscheiding Zorg aan een urinair stoma: Domein1; Klasse B: zorg voor uitscheiding Verwijderen van fecalomen: Domein1; Klasse B: zorg voor uitscheiding Codeer: verzorging van een urinaire verblijfsonde. Domein1; Klasse B: zorg voor uitscheiding; Item: B250 1

20 Item B100: Zorgen aan het kind (< 5 jaar) m.b.t. de uitscheiding Definitie Interventies gericht op de totstandkoming en instandhouding van regelmatige uitscheidingspatronen en de zorg voor de gevolgen van gewijzigde patronen. Item B1**: Zorgen aan het kind (<5jaar) m.b.t. uitscheiding B100: Zorgen aan het kind (<5jaar) m.b.t. uitscheiding Definitie Het geheel van zorgen m.b.t. de uitscheiding van het kind jonger dan 5 jaar zoals bv. luier verversen, aanbrengen van crème/poeders, installatie van, en /of toezicht op een kind dat op het toilet (potje) zit. Scoremogelijkheid 1. Zorg aan het kind dat zindelijk is, maar wordt bijgestaan door een zorgverlener 1. Bv. het kind wordt tijdens de toiletgang in het oog gehouden en/of bijgestuurd m.b.t. de uitscheiding. 2. Zorg aan het kind dat overdag zindelijk is, maar s nachts bijgestaan wordt door een zorgverlener wegens niet zindelijk zijn. 3. Zorg aan het niet zindelijke kind zowel overdag als s nachts. bv. op regelmatige tijdstippen de luier controleren en verversen. Controle Leeftijd van de patiënt. De zorgen m.b.t. de uitscheiding worden benoemd in het patiëntendossier². Opmerking Indien aan het leeftijdscriterium niet is voldaan, wordt dit item niet gescoord. Als criterium voor de leeftijdsbepaling wordt de leeftijd genomen op de dag van opname. Voor het scoren van de uitscheiding bij een kind < 5 jaar is dit item voldoende tenzij een sonde, of een stoma aanwezig is. (bv. Urinaire uitscheiding: zorg aan een urinair stoma (B240), Urinaire uitscheiding: zorg aan een urinaire verblijfssonde (B250), Uitvoeren van een blaassondage (B300), Fecale uitscheiding: zorg m.b.t. een fecaal stoma/pouch (B440), Toediening lavement en/of verwijderen fecalomen en/of het plaatsen van een rectale canule ter preventie of ter behandeling van obstipatie (B500) en educatie m.b.t. urinaire en/of fecale uitscheiding (B600)). home

21 Item B210: Urinaire uitscheiding: het opvolgen van de mictie van de urinair continente patiënt Definitie Interventies gericht op de totstandkoming en instandhouding van regelmatige uitscheidingspatronen en de zorg voor de gevolgen van gewijzigde patronen. Item B2**: Zorg bij urinaire uitscheiding (Indien er meerdere keuzemogelijkheden zijn op de dag van registratie, wordt de interventie aangeduid met de hoogste MZG code: B250>B240>B230>B220>B210) B210: Urinaire uitscheiding: het opvolgen van de mictie van de urinair continente patiënt Definitie Het opvolgen van de mictie van de urinair continente patiënt. Bv. navragen laatste mictie, toezicht houden op de urinaire uitscheiding (bv. frequentie, volume, kleur en geur) Scoremogelijkheid 1 = Aanwezig. Controle De opvolging moet in het dossier terug te vinden zijn (bv.navragen laatste mictie). Opmerking Deze keuzemogelijkheid kan niet gescoord worden samen met het item zorgen bij het kind (<5jaar) m.b.t. uitscheiding (B100). home

22 Item B220: Urinaire uitscheiding: ondersteuning van de urinair continente patiënt Definitie Interventies gericht op de totstandkoming en instandhouding van regelmatige uitscheidingspatronen en de zorg voor de gevolgen van gewijzigde patronen. Item B2**: Zorg bij urinaire uitscheiding (Indien er meerdere keuzemogelijkheden zijn op de dag van registratie, wordt de interventie aangeduid met de hoogste MZG code: B250>B240>B230>B220>B210) B220: Urinaire uitscheiding: ondersteuning van de urinair continente patiënt Definitie De patiënt is continent, maar kan niet op eigen krachten of op onvoldoende veilige wijze de nodige hulpmiddelen hanteren om te urineren. Meer concreet wordt de patiënt geholpen op het toilet of op de toiletstoel, of wordt de bedpan of urinaal aangereikt. Scoremogelijkheid 1 = Aanwezig. Controle De zorgen m.b.t. de uitscheiding worden benoemd in het patiëntendossier². Opmerking Deze keuzemogelijkheid kan niet samen gescoord worden met het item zorgen aan het kind (<5jaar) m.b.t. uitscheiding (B100) home

23 Item B230: Urinaire uitscheiding: zorg bij de urinair incontinente patiënt Definitie Interventies gericht op de totstandkoming en instandhouding van regelmatige uitscheidingspatronen en de zorg voor de gevolgen van gewijzigde patronen. Item B2**: Zorg bij urinaire uitscheiding (Indien er meerdere keuzemogelijkheden zijn op de dag van registratie, wordt de interventie aangeduid met de hoogste MZG code: B250>B240>B230>B220>B210) B230: Urinaire uitscheiding: zorg bij de urinair incontinente patiënt Definitie De patiënt krijgt preventief of curatief hulpmiddelen voor het opvangen van urine (bv. luiers, onderleggers, condoomkatheter). Regelmatige controle, lediging of vernieuwing is vereist. De incontinentie wordt in het patiëntendossier 2 gespecificeerd als een verpleegprobleem. Scoremogelijkheid 1 = Aanwezig. Controle De zorgen m.b.t. de uitscheiding worden benoemd in het patiëntendossier². Opmerking Een patiënt bij wie een verblijfssonde is aangebracht is niet incontinent. Zorg aan een urinaire verblijfssonde wordt gescoord in item B250. Deze keuzemogelijkheid kan niet gescoord worden samen met het item zorgen bij het kind (<5jaar) m.b.t. uitscheiding (B100). home

24 Item B240: Urinaire uitscheiding: zorg aan een urinair stoma Definitie Interventies gericht op de totstandkoming en instandhouding van regelmatige uitscheidingspatronen en de zorg voor de gevolgen van gewijzigde patronen. Item B2**: Zorg bij urinaire uitscheiding (Indien er meerdere keuzemogelijkheden zijn op de dag van registratie, wordt de interventie aangeduid met de hoogste MZG code: B250>B240>B230>B220>B210) B240: Urinaire uitscheiding: zorg aan een urinair stoma Definitie Verzorging van een patiënt met urinaire uitscheiding via een urinair stoma (= plakplaat + zakje). De patiënt heeft hulp nodig van een zorgverlener 1 voor één of meerdere aspecten van de verzorging aan het urinair stoma. Scoremogelijkheid 1 = Aanwezig. Controle De zorgen m.b.t. de uitscheiding worden benoemd in het patiëntendossier². Opmerking De wondverzorging aan een recente stoma operatiewonde wordt gescoord bij L200. Van zodra de suturen of andere hechtingen verdwenen zijn bij een stoma operatiewonde spreekt met niet meer van een recente stoma operatiewonde. Indien een sonde of suprapubische sonde aanwezig is, spreekt men van een verblijfssonde (B250). Enkel wanneer een plakplaat op de huid gekleefd is, spreekt men van een stoma, ongeacht de aanwezigheid van bv. urethercatheters. M.a.w. een plakplaat is het criterium om te spreken van een urinair stoma. home

25 Item B250: Urinaire uitscheiding: zorg aan een urinaire verblijfssonde Definitie Interventies gericht op de totstandkoming en instandhouding van regelmatige uitscheidingspatronen en de zorg voor de gevolgen van gewijzigde patronen. Item B2**: Zorg bij urinaire uitscheiding (Indien er meerdere keuzemogelijkheden zijn op de dag van registratie, wordt de interventie aangeduid met de hoogste MZG code: B250>B240>B230>B220>B210) B250: urinaire uitscheiding: zorg aan een urinaire verblijfssonde Definitie Verzorging van een patiënt met een urinaire verblijfssonde (bv. verblijfssonde, suprapubische verblijfssonde, nefrostomiesonde ). De patiënt heeft hulp nodig van een zorgverlener 1 voor één of meerdere aspecten van de verzorging aan de sonde (bv. de uitwendige zorg aan de blaassonde of meatuszorg, het ledigen en/of vervangen van de urinecollector, blaasspoelingen, tijdelijk afklemmen van de sonde etc.). Scoremogelijkheid 1 = Aanwezig. Controle De zorgen m.b.t. de urinaire verblijfssonde worden benoemd in het patiëntendossier² of er wordt verwezen naar een zorgplan. Opmerking In dit item worden urinaire stoma s (B240) en condoomkatheters (B230) niet gescoord. Indien een sonde of suprapubische sonde aanwezig is, spreekt men van een verblijfssonde. Enkel wanneer er een plakplaat op de huid gekleefd is, spreekt men van een stoma, ongeacht de aanwezigheid van bv. urethercatheters. M.a.w. een plakplaat is het criterium om te spreken van een stoma (B240). Indien een verblijfssonde wordt geplaatst op de dag van registratie kan dit gescoord worden bij het item B300 Uitvoeren van een blaassondage. home

26 Plaatsen van een verblijfssonde: Domein? Intermittent sonderen: Domein? Klasse? Codeer: Twee maal intermittent sonderen. Domein? Klasse? Item? Codeer: Verwijderen van een verblijfssonde: Item?

27 Plaatsen van een verblijfssonde: Domein 1 Intermittent sonderen: Domein1 Klasse B: zorg voor uitscheiding Codeer: Twee maal intermittent sonderen. Domein1; Klasse B: zorg voor uitscheiding B 300 2 Codeer: Verwijderen van een verblijfssonde: Item: GEEN!

28 Item B300: het uitvoeren van een blaassondage Definitie Interventies gericht op de totstandkoming en instandhouding van regelmatige uitscheidingspatronen en de zorg voor de gevolgen van gewijzigde patronen. Item B3**: Uitvoeren van een blaassondage B300: Uitvoeren van een blaassondage Definitie Het plaatsen of vervangen van een sonde of een katheter via de urethra of via een stomie, in de blaas of de kunstmatige blaas om tijdelijk of permanent urine te laten afvloeien. Scoremogelijkheid Aantal uitgevoerde blaassondages. Controle Het plaatsen of vervangen van een sonde of een katheter werd genoteerd in het patiëntendossier. Het intermittent sonderen is aangeduid in het patiëntendossier. Dit kan onder de vorm van een aankruising of het neerschrijven van het resultaat (bv. aantal ml urine of coderingssysteem). Opmerking Mislukte pogingen worden niet meegeteld. Enkel het verwijderen van een verblijfssonde is onvoldoende om dit item te scoren. home

29 Opvolgen van de defecatie van de patiënt: Domein? Klasse? Hulpmiddelen ter ondersteuning van defecatie: Domein? Klasse? Codeer: Gebruik van onderleggers Domein? Klasse? Item? Codeer: Gebruik van luiers: Domein? Klasse? Item? Codeer: Verzorging van fecaal stoma: Domein? Klasse? Item?

30 Opvolgen van de defecatie van de patiënt: Domein 1 Klasse B: Zorg voor uitscheiding Hulpmiddelen ter ondersteuning van defecatie: Domein1 Klasse B: Zorg voor uitscheiding Codeer: Gebruik van onderleggers Domein1 Klasse B: Zorg voor uitscheiding Item B 430 1 Codeer: Gebruik van luiers: Domein1 Klasse B: Zorg voor uitscheiding Item B430 1 Codeer: Verzorging van fecaal stoma: Domein1 Klasse B: Zorg voor uitscheiding Item B440 1

Item B410: Fecale uitscheiding: het opvolgen van de defecatie van de fecaal continente patiënt 31 Definitie Interventies gericht op de totstandkoming en instandhouding van regelmatige uitscheidingspatronen en de zorg voor de gevolgen van gewijzigde patronen. Item B4**: Zorg bij Fecale uitscheiding (Indien er meerdere keuzemogelijkheden zijn op de dag van registratie, wordt de interventie aangeduid met de hoogste MZG code: B440>B430>B420>B410) B410: Fecale uitscheiding: het opvolgen van de defecatie van de fecaal continente patiënt Definitie Het opvolgen van de defecatie van de fecaal continente patiënt. ( bv. navragen laatste stoelgang, navragen flatus postoperatief, frequentie, volume, consistentie, geur, kleur, ). Scoremogelijkheid 1 = Aanwezig. Controle De opvolging moet in het dossier terug te vinden zijn Opmerking Deze keuzemogelijkheid kan niet gescoord worden samen met het item zorgen bij het kind (<5jaar) m.b.t. uitscheiding (B100). home

32 Item B420: Fecale uitscheiding: ondersteuning van de fecaal continente patiënt Definitie Interventies gericht op de totstandkoming en instandhouding van regelmatige uitscheidingspatronen en de zorg voor de gevolgen van gewijzigde patronen. Item B4**: Zorg bij Fecale uitscheiding (Indien er meerdere keuzemogelijkheden zijn op de dag van registratie, wordt de interventie aangeduid met de hoogste MZG code: B440>B430>B420>B410) B420: Fecale uitscheiding: ondersteuning van de fecaal continente patiënt Definitie De patiënt is continent voor feces, maar kan niet op eigen krachten of op onvoldoende veilige wijze de nodige hulpmiddelen hanteren om te defeceren. Meer concreet wordt de patiënt geholpen op het toilet, de toiletstoel, of wordt de bedpan aangereikt. Scoringsmogelijkheid 1 = Aanwezig. Controle Zorgen m.b.t. de uitscheiding worden benoemd in het patiëntendossier². Opmerking Deze keuzemogelijkheid kan niet gescoord worden samen met het item zorgen bij het kind (<5jaar) m.b.t. uitscheiding (B100). home

33 Item B430: Fecale uitscheiding: zorgen bij de fecaal incontinente patiënt Definitie Interventies gericht op de totstandkoming en instandhouding van regelmatige uitscheidingspatronen en de zorg voor de gevolgen van gewijzigde patronen. Item B4**: Zorg bij Fecale uitscheiding (Indien er meerdere keuzemogelijkheden zijn op de dag van registratie, wordt de interventie aangeduid met de hoogste MZG code: B440>B430>B420>B410) B430: Fecale uitscheiding: zorgen bij de fecaal incontinente patiënt Definitie De patiënt krijgt preventief of curatief hulpmiddelen, voor het opvangen van stoelgang (bv. luiers, onderleggers). Regelmatige controle en vernieuwing is vereist. Scoremogelijkheid 1 = Aanwezig. Controle De incontinentie wordt in het patiëntendossier² gespecificeerd als een verpleegprobleem. Zorgen m.b.t. de uitscheiding worden benoemd in het patiëntendossier². Opmerking Deze keuzemogelijkheid kan niet gescoord worden samen met het item zorgen bij het kind (<5jaar) m.b.t. uitscheiding (B100). home

34 Item B440: Fecale uitscheiding: zorg m.b.t. fecaal stoma/pouch Definitie Interventies gericht op de totstandkoming en instandhouding van regelmatige uitscheidingspatronen en de zorg voor de gevolgen van gewijzigde patronen. Item B4**: Zorg bij Fecale uitscheiding (Indien er meerdere keuzemogelijkheden zijn op de dag van registratie, wordt de interventie aangeduid met de hoogste MZG code: B440>B430>B420>B410) B440: Fecale uitscheiding: zorg m.b.t. een fecaal stoma/pouch Definitie Verzorging van een patiënt met fecale uitscheiding via een fecaal stoma (= plakplaat + zakje) (bv. colostomie, ileostomie of pouch). De patiënt heeft hulp nodig van een zorgverlener 1 voor één of meerdere aspecten van de verzorging aan de stoma of pouch: de uitwendige zorg aan de stoma of pouch, het ledigen en/of vervangen van de stoelgangscollector en/of plakplaat. Scoringsmogelijkheden 1. Zorg aan een fecaal stoma. 2. Zorg aan een fecaal pouch. Controle Zorgen m.b.t. de uitscheiding worden benoemd in het patiëntendossier². Opmerking De wondverzorging aan een recente stoma operatiewonde wordt gescoord bij L200. Van zodra de suturen of andere hechtingen verdwenen zijn bij een stoma operatiewonde spreekt met niet meer van een recente stoma operatiewonde. home

35 Uitvoeren van een lavement: Domein? Klasse? Codeer: Het manueel verwijderen van faecalomen: Domein? Klasse? Item? Codeer: Het plaatsen van een rectale sonde Domein? Klasse? Item? Codeer: het preoperatief toedienen van een lavement Domein? Klasse? Item?

36 Uitvoeren van een lavement: Domein1 Klasse B: zorg voor uitscheiding Codeer: Het manueel verwijderen van faecalomen: Domein1 Klasse B: zorg voor uitscheiding Item B500 1 Codeer: Het plaatsen van een rectale sonde Domein1 Klasse B: zorg voor uitscheiding Item B500 1 Codeer: het preoperatief toedienen van een lavement Niet scoren!

37 Item B500: Toediening lavement en/of verwijderen faecalomen en/of het plaatsen van een rectale canule ter preventie of ter behandeling van obstipatie Definitie Het toedienen van een lavement en/of het manueel verwijderen van fecalomen en/of het plaatsen van een rectale canule of sonde ter preventie of ter behandeling van obstipatie houdt in: het spoelen van de darm via rectale weg of via colostomie (met inbegrip van glycerine en andere producten die rectaal of via een stoma worden ingebracht ter behandeling van obstipatie) EN/OF het geheel van zorgen om manueel, via anale weg of stoma, fecalomen te verwijderen. EN/OF het plaatsen van een rectale canule of sonde Scoremogelijkheid 1 = Aanwezig. Controle Het verpleegprobleem moet in het dossier genoteerd staan. Zorgen m.b.t. de uitscheiding worden benoemd in het patiëntendossier². Opmerking Preoperatieve lavementen (of lavementen voor bepaalde onderzoeken) worden niet in dit item gescoord. Ook het toedienen van onopgeloste suppositoria s zijn niet voldoende om dit item te scoren. Tot dit item behoren enkel de lavementen ter preventie of ter behandeling van obstipatie home