Spelend leren en ontdekken Handboek drama voor het basisonderwijs Schema: leerlijn drama voor de leerlingen per twee leerjaren Bijlage 2 bij hoofdstuk 4 Etje Heijdanus-de Boer Anouk van Nunen Hans Boekel Diane Carp Petra van der Veer-Borneman bussum 2016
Deze bijlage hoort bij de eerste druk van Spelend leren en ontdekken van Etje Heijdanus-de Boer, Anouk van Nunen, Hans Boekel, Diane Carp en Petra van der Veer-Borneman. 2016 Uitgeverij Coutinho bv Alle rechten voorbehouden. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16h Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.stichting-pro.nl). Uitgeverij Coutinho Postbus 333 1400 AH Bussum info@coutinho.nl www.coutinho.nl Noot van de uitgever Wij hebben alle moeite gedaan om rechthebbenden van copyright te achterhalen. Personen of instanties die aanspraak maken op bepaalde rechten, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met de uitgever. ISBN 9789046905074 NUR 846 Bijlage 2, Hoofdstuk 4 bij Spelend leren en ontdekken 2 van 8
Indicatoren vakinhoudelijke competentie: onderzoekend vermogen Hier gaat het erom dat de leerlingen over drama kunnen leren en dit kunnen toepassen. exploreren verschillende bewegingen en gebaren; tonen binnen de lessen drama hun nieuwsgierigheid en durf; ervaren verschillende mogelijkheden van taal en beweging als instrumenten van dramatisch spel; ervaren verschillende dramatische werkvormen; maken kennis met eenvoudige vaktermen drama (begrippen en concepten) als de leerkracht over dramatisch spel spreekt. exploreren verschillende betekenisvolle bewegingen en gebaren; tonen op authentieke, gepaste wijze binnen de lessen drama hun nieuwsgierigheid en durf; exploreren specifieke mogelijkheden van taal en beweging als instrumenten van dramatisch spel; onderzoeken basaal hoe ze dit in een dramaproduct kunnen gebruiken; exploreren mogelijkheden en varianten van dramatische werkvormen; exploreren met eenvoudige vaktermen drama (begrippen en concepten) als ze over dramatisch spel spreken; nemen kennis van gelegenheden waarbij dramatisch spel onderdeel is van een sociaal verband of een culturele uiting. exploreren verschillende betekenisvolle houdingen en gebaren in een juiste context; leren op authentieke, gepaste en in het proces relevante wijze binnen de lessen drama uiting en vorm te geven aan hun nieuwsgierigheid en durf; leren specifieke mogelijkheden van taal en beweging als instrumenten van dramatisch spel te hanteren; leren inventariseren en onderzoeken hoe ze hiermee een dramaproduct kunnen ontwerpen; leren over de mogelijkheden, varianten en technieken van dramatisch spel; leren eenvoudige vaktermen drama (begrippen en concepten) gebruiken als ze over dramatisch spel spreken; leren waar ze informatie over drama en dramavoorstellingen kunnen vinden; ervaren hoe drama met andere vormen van creatieve uitingen en kunst te verbinden is; leren doel en functie van drama in eigen land en ook wereldwijd te onderzoeken; leren over culturele en historische achtergronden van dramatisch spel. leren experimenteren met verbale en non-verbale mogelijkheden in dramatisch spel; leren op authentieke, gepaste en in het proces relevante wijze binnen de lessen drama uiting en vorm te geven aan hun nieuwsgierigheid en durf; leren specifieke mogelijkheden van taal en beweging als instrumenten van dramatisch spel te hanteren; leren inventariseren en onderzoeken hoe ze een dramaproduct kunnen ontwerpen; leren over de mogelijkheden, varianten en technieken van dramatisch spel; leren aan drama gerelateerde taal (begrippen en concepten) gebruiken als ze over dramatisch spel spreken; leren waar ze informatie over drama en dramavoorstellingen kunnen vinden en leren die te gebruiken bij het bespreken van wat voor drama relevant is; leren drama met andere vormen van creatieve uitingen en kunst te verbinden en dit te verwoorden; leren doel en functie van drama in eigen land en ook wereldwijd te onderzoeken; leren over culturele en historische achtergronden van dramatisch spel. Bijlage 2, Hoofdstuk 4 bij Spelend leren en ontdekken 3 van 8
Indicatoren creativiteit exploreren impulsief met door de leerkracht aangereikte enkelvoudige gegevens; combineren impulsief door de leerkracht aangereikte enkelvoudige gegevens; vinden impulsief een andere oplossing voor eenzelfde eenvoudig probleem; vinden soms na voorbereiding een (nieuwe) oplossing; vinden soms impulsief zelfstandig een (nieuwe) oplossing. exploreren met door de leerkracht aangereikte enkelvoudige gegevens; combineren door de leerkracht aangereikte enkelvoudige gegevens; vinden met begeleiding van de leerkracht een andere oplossing voor eenzelfde eenvoudig probleem; vinden in samenwerking met en met begeleiding van de leerkracht een (nieuwe) oplossing voor een eenvoudig probleem. exploreren met door de leerkracht aangereikte gegevens; combineren door de leerkracht aangereikte gegevens; vinden met begeleiding van de leerkracht een andere oplossing voor eenzelfde probleem; vinden in samenwerking met en met begeleiding van de leerkracht een (nieuwe) oplossing voor een probleem. exploreren met aangereikte gegevens; combineren aangereikte gegevens en vinden een andere oplossing voor eenzelfde probleem; vinden na voorbereiding een (nieuwe) oplossing; vinden zelfstandig een (nieuwe) oplossing. Indicatoren vakinhoudelijke competentie: receptief vermogen De leerlingen spelen niet alleen, ze kijken ook naar dramatisch spel. Het is belangrijk dat ze leren om zich voor het dramatisch spel van anderen open te stellen. kijken naar dramatisch spel van medeleerlingen en beleven daar zichtbaar plezier aan; worden zichtbaar geraakt door het dramatische spel van medeleerlingen en reageren basaal in spel, in woorden of in een beeldende vorm op het dramatische spel van anderen; ontlenen inspiratie aan het kijken naar dramatisch spel: ze spelen globaal mee met hun medespelers. ervaren zichtbaar plezier in het leren van en over dramatisch spel door ernaar te kijken; kunnen zichtbaar geraakt worden door dramatisch spel van anderen en kunnen dit verwoorden; ontlenen inspiratie aan het kijken naar dramatisch spel: ze spelen in grote lijnen mee met hun medespelers. ervaren zichtbaar plezier in het leren van en over dramatisch spel door ernaar te kijken; kunnen zichtbaar geraakt worden door dramatisch spel van anderen en kunnen dit verwoorden; kunnen zich zichtbaar inleven in wat dramatisch spel verbeeldt; ontlenen inspiratie aan het kijken naar dramatisch spel en passen dit toe in hun eigen spel. ervaren zichtbaar plezier in het leren van en over dramatisch spel door ernaar te kijken; kunnen zichtbaar geraakt worden door dramatisch spel van anderen en kunnen dit verwoorden; kunnen zich zichtbaar inleven in wat dramatisch spel verbeeldt; gebruiken dramatisch spel dat ze hebben gezien ook om hun eigen fantasie en zelfontdekking te vergroten; gebruiken de lessen drama om hun eigen mogelijkheden en talenten te ontwikkelen. Bijlage 2, Hoofdstuk 4 bij Spelend leren en ontdekken 4 van 8
Indicatoren vakinhoudelijke en culturele competentie: creërend vermogen De leerlingen kunnen zelf dramatisch spel bedenken, creëren, produceren en presenteren. Hiervoor zijn vakinhoudelijke kennis en creërend vermogen nodig. exploreren en leven zich in in verschillende emoties; exploreren mogelijkheden om in dramatisch spel eigen vondsten te verwerken; oefenen stilstaan in een gegeven houding; oefenen meedoen in rollen en handelingen in een verhaal. leven zich in in een verzonnen persoon en oefenen ermee dit vorm te geven met hun lichaam; passen eenvoudige eigen vondsten toe in dramatisch spel en ontdekken daarvoor nieuwe mogelijkheden; exploreren betekenisvolle houdingen, bewegingen en gebaren; exploreren aangereikte oplossingen voor speltechnische vragen en spelmogelijkheden; oefenen met het presenteren van dramatisch spel of een korte scène aan anderen; kunnen out of the box denken bij het verzinnen van dramatisch spel in eenvoudige spelopdrachten. geven door middel van dramatisch spel vorm aan hun gevoelens, ervaringen en ideeën; maken eigen dramatisch spel en ontdekken en creëren onder begeleiding nieuwe mogelijkheden; oefenen onder begeleiding speltechniek en spelvaardigheden en maken daarmee dramatisch spel en/of een presentatie; kunnen via gerichte zoekopdrachten op internet verhalen en sprookjes vinden om een verhaallijn te vinden; zoeken naar variaties aan oplossingen voor eenzelfde categorie speltechnische vragen, spelmogelijkheden en -moeilijkheden als ze dramatisch spel maken en uitvoeren; presenteren (improvisatie)spel, een scène of een basale productie aan anderen; verbinden op hun eigen basale manier drama met andere kunstzinnige uitingen; kunnen out of the box denken of dat in drama oefenen; kunnen bij het maken van dramatisch spel verschillende fases herkennen en benoemen. geven door middel van dramatisch spel genuanceerd vorm aan hun gevoelens, ervaringen en ideeën; maken eigen dramatisch spel en ontdekken en creëren nieuwe mogelijkheden; oefenen speltechniek en spelvaardigheden en maken daarmee dramatisch spel en/of een presentatie; kunnen via zoekopdrachten op internet materialen, verhalen, sprookjes, teksten enzovoort vinden om een verhaallijn te vinden of te creëren; zoeken naar al dan niet nieuwe oplossingen voor speltechnische vragen, spelmogelijkheden en -moeilijkheden als ze dramatisch spel maken en uitvoeren; presenteren (improvisatie)spel, een scène of een productie aan anderen; verbinden op hun eigen manier drama met andere kunstzinnige uitingen; kunnen out of the box denken of dat in drama oefenen; kunnen bij het maken van dramatisch spel verschillende fases onderscheiden, uitleggen en bespreken. Bijlage 2, Hoofdstuk 4 bij Spelend leren en ontdekken 5 van 8
Indicatoren creativiteit exploreren impulsief met door de leerkracht aangereikte enkelvoudige gegevens; combineren impulsief door de leerkracht aangereikte enkelvoudige gegevens; vinden impulsief een andere oplossing voor eenzelfde eenvoudig probleem; vinden soms na voorbereiding een (nieuwe) oplossing; vinden soms impulsief zelfstandig een (nieuwe) oplossing. exploreren met door de leerkracht aangereikte enkelvoudige gegevens; combineren door de leerkracht aangereikte enkelvoudige gegevens; vinden met begeleiding van de leerkracht een andere oplossing voor eenzelfde eenvoudig probleem; vinden in samenwerking met en met begeleiding van de leerkracht een (nieuwe) oplossing voor een eenvoudig probleem. exploreren met door de leerkracht aangereikte gegevens; combineren door de leerkracht aangereikte gegevens; vinden met begeleiding van de leerkracht een andere oplossing voor eenzelfde probleem; vinden in samenwerking met en met begeleiding van de leerkracht een (nieuwe) oplossing voor een probleem. exploreren met aangereikte gegevens; combineren aangereikte gegevens; vinden een andere oplossing voor eenzelfde probleem; vinden na voorbereiding een (nieuwe) oplossing; vinden zelfstandig een (nieuwe) oplossing. Bijlage 2, Hoofdstuk 4 bij Spelend leren en ontdekken 6 van 8
Indicatoren vakinhoudelijke en culturele competentie: reflectief vermogen De leerlingen kunnen dramatisch spel van zichzelf en anderen analyseren, interpreteren en waarderen. vertellen onder begeleiding over hun eigen spel en het samenspel daarbij; kunnen opvallende verschillen tussen dramatisch spel van henzelf en anderen benoemen; kunnen basale feedback accepteren op hoe ze spelen; ervaren dat dramatisch spel deel uitmaakt van de eigen leefwereld. beschrijven hun eigen spel en het samenspel daarbij; kunnen en willen hun eigen reacties en emoties bij dramatisch spel verwoorden en uiten; kunnen verschillen tussen dramatisch spel van henzelf en dat van anderen benoemen en geven daar een basale rechtvaardiging voor; benoemen op basale wijze wat de waarde van bepaalde spelelementen binnen drama is; accepteren basale feedback op hoe ze spelen; kunnen en willen de bedoelingen van de persoon of groep die speelt verwoorden; kunnen en willen basale feedback van anderen toepassen in hun spel; nemen kennis van en praten over gelegenheden waarbij dramatisch spel onderdeel is van een sociaal verband of een culturele uiting. beschrijven met gebruikmaking van de juiste terminologie hun eigen spel en het samenspel daarbij; kunnen en willen hun eigen reacties en emoties bij dramatisch spel verwoorden en uiten; benoemen verschillen tussen dramatisch spel van henzelf en van anderen en geven daar een rechtvaardiging voor; benoemen wat de waarde van bepaalde spelelementen binnen drama is; accepteren feedback op hoe ze spelen; kunnen verschillen tussen feiten en meningen over dramatisch spel onder woorden brengen en geven daarmee basale kritiek op spel, zowel dat van henzelf als dat van anderen; kunnen en willen de bedoelingen van de persoon of groep die speelt verbeelden of verwoorden; kunnen en willen feedback van anderen toepassen in hun spel; praten over dramatisch spel als vrijetijdsbesteding; komen in contact met en praten over dramatisch spel uit verschillende culturen in Nederland. beschrijven hun eigen spel en het samenspel daarbij; kunnen en willen hun eigen reacties en emoties bij dramatisch spel verwoorden en uiten; kunnen verschillen tussen dramatisch spel van henzelf en anderen benoemen; zijn in staat om te benoemen wat de waarde van bepaalde spelelementen binnen drama is; kunnen feedback accepteren op hun eigen spel; kunnen verschillen tussen feiten en meningen over dramatisch spel onder woorden brengen; kunnen en willen de bedoelingen van de persoon of groep die speelt verbeelden of verwoorden; kunnen en willen feedback van anderen toepassen in hun spel; kunnen nadenken over de rol van drama in hun eigen sociale, culturele en emotionele leven, en in dat van anderen; geven een onderbouwde mening over drama-uitingen van verschillende culturele achtergronden en momenten in de geschiedenis. Bijlage 2, Hoofdstuk 4 bij Spelend leren en ontdekken 7 van 8
Indicatoren culturele competentie: sociaal vermogen De leerlingen kunnen hun emoties op een duidelijke en sociaal aanvaardbare manier uiten. Ze waarderen en respecteren de emoties van andere leerlingen en spelen en werken samen. spelen met en kijken en luisteren naar het dramatische spel van medeleerlingen; kunnen individueel en samen basaal dramatisch spel maken; tonen op sociaal acceptabele wijze hun (gespeelde) emoties in de klas; respecteren de emoties van zichzelf en van anderen zoals die worden geuit in het dramatisch spel; geven gevoelens en emoties van andere leerlingen de ruimte; tonen aan dat ze kunnen luisteren naar een ander; ervaren dat zij gevoelens, ervaringen en ideeën vormgeven met behulp van dramatisch spel. spelen onder begeleiding met anderen samen of juist alleen, met respect voor elkaar; kunnen individueel en samen basaal dramatisch spel maken en presenteren; kunnen in hun eigen groep onder begeleiding basaal reflecteren op eigen en andermans vormen van samenwerking; tonen op sociaal acceptabele wijze hun (gespeelde) emoties in de klas of voor een klein publiek; respecteren de emoties van zichzelf en van anderen zoals die worden geuit in het dramatisch spel of een basale presentatie; geven gevoelens en emoties van andere leerlingen de ruimte en bespreken ze zo nodig onder begeleiding; tonen aan dat ze kunnen luisteren naar een ander; kunnen en willen hun eigen reacties en emoties in dramatisch spel uiten; kunnen onder begeleiding gevoelens, ervaringen en ideeën vormgeven met behulp van dramatisch spel. spelen met anderen samen of juist alleen, met respect voor elkaar; kunnen individueel en samen dramatisch spel maken en presenteren; kunnen in hun eigen groep reflecteren op eigen en andermans vormen van samenwerking; tonen op sociaal acceptabele wijze hun (gespeelde) emoties in de klas of voor publiek; respecteren de emoties van zichzelf en van anderen zoals die worden geuit in het dramatische spel of in de presentatie; geven gevoelens en emoties van andere leerlingen de ruimte en bespreken ze zo nodig onder begeleiding; tonen aan dat ze kunnen luisteren naar een ander en kunnen onder begeleiding doorvragen naar gronden en motieven van anderen; kunnen en willen hun eigen reacties en emoties in dramatisch spel uiten en onder begeleiding vergelijken met die van anderen; kunnen onder geringe begeleiding gevoelens, ervaringen en ideeën vormgeven met behulp van dramatisch spel. spelen met anderen samen of juist alleen, met respect voor elkaar; kunnen individueel en samen dramatisch spel maken en presenteren; kunnen in hun eigen groep reflecteren op eigen en andermans vormen van samenwerking om tot een resultaat te komen; tonen op sociaal acceptabele en genuanceerde wijze hun (gespeelde) emoties in de klas of voor publiek; respecteren de emoties van zichzelf en van anderen zoals die worden geuit in het dramatische spel of in de presentatie; geven gevoelens en emoties van andere leerlingen de ruimte en bespreken ze zo nodig; tonen in gedrag en woord dat ze kunnen luisteren naar de ander en kunnen doorvragen naar gronden en motieven van wat die anderen in het gesprek over drama inbrengen; kennen het verschil tussen discussiëren en samen bespreken en tonen dat door niet te vervallen in een wellesnietesdebat; kunnen en willen hun eigen reacties en emoties in dramatisch spel uiten en vergelijken met die van anderen; kunnen gevoelens, ervaringen en ideeën vormgeven met behulp van dramatisch spel. Bijlage 2, Hoofdstuk 4 bij Spelend leren en ontdekken 8 van 8