Verslag SVOB excursie Hoogvliet 3 oktober 2006 Vooraf In juni 2006 heeft de SVOB een workshop georganiseerd over het mengen van verschillende bevolkingsgroepen in herstructureringsgebieden. Als vervolg daarop is door de SVOB een excursie georganiseerd naar een van de grootste herstructureringsgebieden van Nederland, de deelgemeente Hoogvliet van Rotterdam. Wij werden daar ontvangen door: Ronald Bijnaar, werkzaam bij deelgemeente Hoogvliet in de sector projecten Jacqueline Cornelissen, portefeuillehouder Ruimtelijke Ordening en Onderwijs Peter van Druten, voorlichter deelgemeente Hoogvliet Herman Broers, veiligheidscoördinator bij de deelgemeente Hoogvliet. Inleiding door Jacqueline Cornelissen De planningsgeschiedenis van Hoogvliet begint kort na de Tweede Wereldoorlog. Het concept was een satellietstad van de grote stad, geïnspireerd op het Tuinstadmodel. Vanaf 1950 werd er in hoog tempo gebouwd. 80% van de woningvoorraad viel in de categorie sociale woningbouw. Hoogvliet was toen een erg gewilde woonplaats. In 1968 vond er een calamiteit plaats in Pernis, zonder slachtoffers maar met een grote schrikreactie als gevolg. Dit heeft aan de populariteit van Hoogvliet een knauw gegeven. Vanaf 1985 kwam er een grote stroom nieuwkomers uit Suriname en de Antillen. Eind jaren 80 kwam er een sterke stijging van de criminaliteit. Er was sprake van een crimineel getto in een deel van Hoogvliet, De Waaier, wat zo ernstig werd, dat er leegstand optrad. De orde werd bewaakt door straatbazen, dat wil zeggen, de (criminele) bewoners hadden het voor het zeggen in de buurt.
In die tijd ontstond het plan om structureel iets aan de problemen te doen door sloop en nieuwbouw, gericht per wijk en niet per blokje. Daarnaast investeren op het gebied van sociaal, economisch en veiligheid. Het moest een beleid zijn wat meer was dan stenen stapelen, en waarbij bewoners nadrukkelijk betrokken moesten worden.
In 1998 vielen er bij 7000 huishoudens een brief in de bus. De opties die bewoners kregen, waren de volgende: op korte termijn wordt uw woning gesloopt op lange termijn wordt uw woning gesloopt uw woning wordt niet gesloopt en u kunt uw woning, als u wilt, kopen. Die brief sloeg in als een bom. Het betekende dat de deelgemeente 2 jaar lang aan de praat was met de bewoners. Er werden veel diepte-interviews met bewoners gehouden door corporaties, en de straatbazen werden aangepakt. Bewoners toonden zich sterk betrokken, een bijeenkomst over de plannen trok doorgaans volle zalen. Als medewerker van de deelgemeente moest je wel een beetje gek zijn om al die bijeenkomsten en andere (soms heftige) contacten met bewoners vol te blijven houden. Daarnaast werkten de woningcorporaties heel hard en effectief aan het probleem. Beide corporaties (Vestia en Woonbron) waren groot (dus hadden de nodige financiële rek en professionaliteit in huis) en stelden zich flexibel op. Er waren 20 tot 50 corporatiemedewerkers bezig met de herstructurering van Hoogvliet, afhankelijk van wat er op dat moment speelde. Het mengen van verschillende bevolkingsgroepen gaat niet automatisch altijd goed. Bij het project Hofeiland waren bijvoorbeeld opstartproblemen. De verhouding was daar 70% sociaal en 30% markt. In andere projecten kan de verhouding omgekeerd zijn, en in het project De Grienden is de verhouding 50:50, en gaat het goed. In het project Digna treden problemen op, maar die worden opvallend genoeg niet door de sociale huurders veroorzaakt maar juist door de eigenaren. In dat project zijn bovendien ontwerp fouten gemaakt, de zichtbaarheid is slecht en er is een probleem met tocht. Er is geen patroon in te zien wanneer het goed gaat of fout. Wat je in ieder geval moet doen om de kans op opstartproblemen te verkleinen, is een geforceerde kennismaking tussen de nieuwe bewoners organiseren met interview-, straatafspraken en straatactiviteiten. Corporaties moeten durven optreden. Bijvoorbeeld in de parkeergarage van het project Hofeiland ontstonden al vrijwel direct na de oplevering illegale bedrijven. Daar moet je dan bovenopzitten vanaf het begin. Als je te lang wacht is het tij bijna niet meer te keren. In het huidige systeem van woningtoewijzing (op basis van inschrijving) kun je geen toelatingsbeleid meer voeren. Wel kun je intakegesprekken houden met nieuwe bewoners op basis van de marketingconcepten en de identiteiten van de verschillende woongebieden. Zo kun je sturen dat mensen terechtkomen in het gebied waar ze zich thuis voelen. Het behoud van sociale verbanden in de wijken wordt belangrijk gevonden. In de bestaande bouw (die niet gesloopt wordt) worden bewoners nog steeds bij de planvorming betrokken, ook al raakt het hun eigen woning niet. In blokken die gesloopt moeten worden wordt er naar gestreefd om bewoners bloksgewijs te laten doorschuiven, wel moeten ze bijna altijd naar een ander gebied binnen
Hoogvliet. Wat helpt is dat je flexibele plattegronden maakt waar bewoners op in kunnen spreken. Een stapje verder is het vormen van een woongroep. Dit komt vooral voor in de hofjes waar veel oudere wonen. De ouderen willen daar alleen weg als ze samen ergens een woongroep kunnen beginnen in Hoogvliet. Dat hoeft dan niet in een hofje te zijn, het kan ook een verdieping van een flatgebouw zijn met een eigen centrale gemeenschappelijke ruimte op die etage of een groot dakterras. Voor iedereen worden informatieavonden in de wijk gehouden, minimaal 1 maal per jaar, zelfs als er niets nieuws te melden is. Om bepaalde bevolkingsgroepen te betrekken die niet zo happig zijn op vergaderingen en informatiebijeenkomsten, moet je meer doen. Wanneer je bijvoorbeeld bijeenkomsten met muziek erbij organiseert, kan de zaal vol zitten. In Hoogvliet worden in principe geen ruimten bij flatgebouwen geprivatiseerd door middel van hekken. De meeste buitenruimten zijn destijds goed ontworpen, en kunnen openbaar blijven. Ook in de nieuwbouw wordt het maaiveld doorgaans niet bij de woningen getrokken.
Om de betrokkenheid van bewoners bij de openbare ruimte te vergroten, zijn constructies geprobeerd met verenigingen van eigenaren in het project Tigna. Ook in een bestaande wijk van het deelgebied Oudeland is dit geprobeerd. In beide gevallen mislukte het omdat er een verschil ontstond in de woonkosten. Mensen hebben geen zin om kosten te betalen voor onderhoud van openbare ruimten, terwijl dat in andere wijken door de gemeente wordt gedaan uit de algemene belastingpot en er dus niet speciaal voor hoeft worden betaald. Het is opvallend dat in de nieuwe projecten de woningbouw de lucht in gaat (veel hoogbouw). Hiertoe bestaat noodzaak omdat het gemiddeld woonoppervlak per woning inmiddels is verdubbeld, evenals de parkeernorm. Om dan op dezelfde ruimte evenveel woningen te bouwen moet je wel de lucht in. De afname van het percentage sociale woningbouw betekent niet automatisch dat mensen gedwongen moeten vertrekken omdat er niet voldoende goedkope woningen zijn. Uiteindelijk blijkt 43% van de woningen in de categorie sociale woningbouw te vallen, en dat blijkt genoeg te zijn. Je moet zorgen dat mensen die niet meer kunnen betalen ook werkelijk in de goedkope woningen terecht komen, en andere bewoners uit de sociale woningbouw die iets meer kunnen betalen, kunnen doorschuiven naar de marktsector. Het tempo van de herstructurering wordt aangepast aan het tempo wat haalbaar is in het verhuisplan (doorschuifplan) van de bewoners die wegmoeten.
Er wordt nauwkeurig gemonitord hoelang men gemiddeld bezig is met het zoeken van een nieuwe geschikte woning. Wanneer die zoektijd blijkt te gaan oplopen is het tijd om het tempo van sloop en misschien ook nieuwbouw wat te matigen. Na de inleiding gaan we rondlopen in de aangrenzende wijk Hofeiland waar enkele spraakmakende nieuwe projecten liggen. De projecten zien er heel strak en verzorgd uit, zowel qua architectuur als qua openbare ruimte. We komen ook langs flatblokken die binnenkort gesloopt worden. Door de gordijnen te laten hangen, blijven de flats een bewoond aanzien houden, en wordt voorkomen dat de ruiten ingegooid worden. Pas op het laatste moment gaan de hekken eromheen, en dat is dan het teken dat er echt gesloopt gaat worden.