de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie



Vergelijkbare documenten
Raad van de Europese Unie Brussel, 9 september 2014 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 30 juni 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 december 2014 (OR. en) BEGELEIDENDE NOTA de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. betreffende het onderwerpen van 5-(2-aminopropyl)indool aan controlemaatregelen

Raad van de Europese Unie Brussel, 30 juni 2015 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 september 2013 (OR. en) 13590/13 Interinstitutioneel dossier: 2013/0207 (NLE) CORDROGUE 84 SAN 334

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

11212/17 CS/sht DGD 2. Raad van de Europese Unie Brussel, 20 juli 2017 (OR. en) 11212/17. Interinstitutioneel dossier: 2017/0152 (NLE)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. betreffende het onderwerpen van 4-methylamfetamine aan controlemaatregelen

Raad van de Europese Unie Brussel, 30 juni 2015 (OR. en)

1. De Horizontale Groep drugs heeft het bovengenoemde voorstel op 5 september 2007 besproken.

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 mei 2014 (OR. en) 10071/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0134 (NLE) AVIATION 120 COEST 175 NIS 27 RELEX 437

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 september 2014 (OR. en)

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 juni 2014 (OR. en) 11190/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0188 (NLE) AVIATION 137 ISR 2

L 127/32 Publicatieblad van de Europese Unie

Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid. van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

Raad van de Europese Unie Brussel, 20 oktober 2014 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 14 april 2015 (OR. en)

de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 november 2007 (16.11) (OR. en) 15314/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0244 (CNS) LIMITE AGRILEG 171

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 maart 2006 (29.03) (OR. en) 7813/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0037 (CNS)

RICHTLIJN (EU) 2017/2103 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Raad van de Europese Unie Brussel, 13 januari 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 26 september 2017 (OR. en)

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 maart 2002 (18.03) (OR. fr) 7244/02. Interinstitutioneel dossier: 2002/0068 (ACC) LIMITE UD 17

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 januari 2002 (22.01) (OR. fr) 5297/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0114 (CNS) LIMITE DROIPEN 1 CORDROGUE 9

Raad van de Europese Unie Brussel, 20 februari 2018 (OR. en)

de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 mei 2010 (18.05) (OR. en) 9846/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0123 (NLE) EEE 18 BUDGET 30 MI 149

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 19 november 2012 (21.11) (OR. en) 16449/12 AGRILEG 170

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 februari 2010 (10.02) (OR. fr) 6290/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0011 (NLE) HR 8 CORDROGUE 25

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 december 2012 (OR. en) 17603/12 FISC 194

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 november 2016 (OR. en)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

OTA het voorzitterschap de Horizontale Groep drugs Ontwerp-conclusies van de Raad over nieuwe psychoactieve stoffen

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van, kenmerk ;

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D011014/02

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 augustus 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 maart 2012 (OR. en) 7909/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0052 ( LE) ACP 37 FI 217 PTOM 7

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 juli 2010 (05.08) (OR. en) 12675/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0206 (APP)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 februari 2010 (OR. en) 6056/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0028 (NLE) ANTIDUMPING 8 COMER 16

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 maart 2009 (OR. en) 7850/09 Interinstitutioneel dossier: 2009/0041 (C S) PECHE 74

Raad van de Europese Unie Brussel, 19 juli 2017 (OR. en)

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

Raad van de Europese Unie Brussel, 13 oktober 2014 (OR. en)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 8 februari 2012 (09.02) (OR. en) 6293/12 Inte rinstitutioneel dossier: 2012/0021 (NLE)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de uitgifte van euromunten

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D015695/01.

Raad van de Europese Unie Brussel, 12 januari 2015 (OR. en)

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 27 januari 2012 (30.01) (OR. en) 5859/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0002 ( LE) FISC 15

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D021997/02.

Hierbij gaat voor de delegaties document COM(2014) 476 final - BIJLAGEN 1 tot en met 2.

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 27 juli 2011 (OR. en) 13267/11 DE LEG 109

Richtlijn 2006/121/EG van het Europees Parlement en de Raad. van 18 december 2006

de heer Jeppe TRANHOLM-MIKKELSEN, secretaris-generaal van de

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 11 juni 2012 (12.06) (OR. en) 11197/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0145 (COD)

7566/17 eer/gys/sl 1 DGG 3B

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 mei 2008 (22.05) (OR. en) 9192/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0096 (CNB) UEM 110 ECOFIN 166

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D023041/03.

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 19 februari 2012 (OR. en) 6596/13 Interinstitutioneel dossier: 2013/0050 ( LE) ECO 22 E T 54 MI 113 U ECE 6

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2011) 516 definitief

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 september 2008 (10.09) (OR. en) 12600/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0030 (COD) LIMITE

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 september 2004 (OR. fr) 12704/04 COMER 168

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 april 2016 (OR. en) het Comité van permanente vertegenwoordigers/gemengd Comité

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

13425/17. de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

PUBLIC. Brussel, 2 juni 2003 (11.06) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. 9919/03 Interinstitutioneel dossier: 2002/0286 (CNS) LIMITE FISC 87 ENER 164

7079/17 gys/van/sv 1 DG D 1C

Transcriptie:

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 juni 2014 (OR. en) 11068/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0183 (NLE) CORDROGUE 48 VOORSTEL van: ingekomen: 16 juni 2014 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie COM(2014) 362 final Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het onderwerpen van 4 jood-2,5 dimethoxy-n-(2 methoxybenzyl)fenethylamine (25I- NBOMe), 3,4 dichloor-n-[[1 (dimethylamino)cyclohexyl]methyl]benzamide (AH-7921), 3,4 methyleendioxypyrovaleron (MDPV) en 2 (3 methoxyfenyl)-2 (ethylamino)cyclohexanon (methoxetamine) aan controlemaatregelen Hierbij gaat voor de delegaties document COM(2014) 362 final. Bijlage: COM(2014) 362 final 11068/14 hh DG D 2C NL

EUROPESE COMMISSIE Brussel, 16.6.2014 COM(2014) 362 final 2014/0183 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het onderwerpen van 4-jood-2,5-dimethoxy-N-(2-methoxybenzyl)fenethylamine (25I-NBOMe), 3,4-dichloor-N-[[1-(dimethylamino)cyclohexyl]methyl]benzamide (AH-7921), 3,4-methyleendioxypyrovaleron (MDPV) en 2-(3-methoxyfenyl)-2-(ethylamino)cyclohexanon (methoxetamine) aan controlemaatregelen NL NL

TOELICHTING 1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL Besluit 2005/387/JBZ van de Raad inzake de uitwisseling van informatie, de risicobeoordeling en de controle ten aanzien van nieuwe psychoactieve stoffen 1 voorziet in een driestappenprocedure waardoor een nieuwe psychoactieve stof in de Unie aan controlemaatregelen kan worden onderworpen. Op 28 januari 2014 heeft de Raad overeenkomstig artikel 6, lid 1, van bovengenoemd besluit van de Raad verzocht om een beoordeling van de risico s die voortvloeien uit het gebruik of de vervaardiging van of de handel in de nieuwe psychoactieve stoffen 25I-NBOMe, AH- 7921, MDPV en methoxetamine, de betrokkenheid van de georganiseerde criminaliteit en de mogelijke gevolgen van controlemaatregelen die ten aanzien van die stoffen worden ingevoerd. De risico s van 25I-NBOMe, AH-7921, MDPV en methoxetamine zijn beoordeeld door het wetenschappelijk comité van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EMCDDA), dat optrad overeenkomstig de bepalingen van artikel 6, leden 2, 3 en 4, van het besluit van de Raad. Op 23 april 2014 heeft de voorzitter van het wetenschappelijk comité het verslag van de risicobeoordeling bij de Commissie en de Raad ingediend. De belangrijkste resultaten van de risicobeoordeling zijn: 25I-NBOMe is een derivaat van 2C-I, een bekend synthetisch derivaat van fenethylamine met stimulerende en hallucinogene eigenschappen, dat in 2003 aan een risicobeoordeling en controlemaatregelen is onderworpen. De stof is zeker sinds mei 2012 op de drugsmarkt in de EU verkrijgbaar en is in 23 lidstaten en in Noorwegen aangetroffen. Er zijn vier sterfgevallen geregistreerd in drie lidstaten waarbij sprake was van een verband met 25I-NBOMe. Ernstige toxiciteit in verband met het gebruik ervan is gerapporteerd in vier lidstaten, die 32 niet-dodelijke intoxicaties hebben gemeld. Volgens informatie die is verkregen uit in beslag genomen en verzamelde monsters zou 25I-NBOMe op de illegale markt worden verkocht als lsd. AH-7921 is een structureel atypisch opioïde analgeticum, dat zeker sinds juli 2012 in de EU verkrijgbaar is en in acht lidstaten en in Noorwegen is aangetroffen. Er zijn 15 sterfgevallen met AH-7921 in verband gebracht, die zich alle in een kort tijdsbestek, namelijk tussen december 2012 en september 2013, hebben voorgedaan. Ernstige toxiciteit is gemeld door één lidstaat, waar zich zes niet-dodelijke intoxicaties hebben voorgedaan. Kennelijk wordt AH-7921 sinds 2011 door internetdealers te koop aangeboden als onderzoeksstof of legaal opioïde. MDPV is een synthetisch derivaat met ringsubstitutie van cathinon, dat chemisch verwant is aan pyrovaleron; deze beide stoffen zijn aan controle onderworpen uit hoofde van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake psychotrope stoffen van 1971. Er zijn in acht lidstaten en in Noorwegen tussen september 2009 en augustus 1 PB L 127 van 20.5.2005, blz. 32. NL 2 NL

2013 108 sterfgevallen geregistreerd waarbij MDPV in post mortem genomen biologische monsters is aangetroffen of deze stof met de doodsoorzaak in verband us gebracht. Acht lidstaten hebben in totaal 525 niet-dodelijke intoxicaties gemeld die met MDPV in verband worden gebracht. MDPV is al sinds 2008 op de drugsmarkt in de EU aanwezig. Hoeveelheden MDVP van meerdere kilogrammen zijn in 27 lidstaten en in Noorwegen en Turkije in beslag genomen. MDVP wordt doorgaans als zodanig verkocht en is in ruime mate verkrijgbaar bij internetleveranciers en -handelaars, headshops en straatdealers. Methoxetamine behoort tot de arylcyclohexylaminen en is chemisch verwant aan ketamine en fencyclidine (PCP). Methoxetamine heeft net als ketamine en PCP dissociatieve eigenschappen. Zes lidstaten hebben circa twintig sterfgevallen gemeld waarbij de stof in post mortem genomen monsters werd aangetroffen. Alleen of in combinatie met andere stoffen is methoxetamine door vijf lidstaten ook aangetroffen bij twintig niet-dodelijke intoxicaties. 23 lidstaten en Turkije en Noorwegen hebben sinds november 2010 gemeld dat zij methoxetamine hebben aangetroffen. Methoxetamine wordt volgens de beschikbare informatie als zodanig verkocht en gebruikt, maar ook als legale vervanger voor ketamine verkocht door internethandelaars, headshops en straatdealers. Overeenkomstig artikel 8, lid 1, van Besluit 2005/387/JBZ van de Raad moet de Commissie binnen zes weken na de datum van ontvangst van het risicobeoordelingsverslag bij de Raad een initiatief indienen om de nieuwe psychoactieve stoffen in de hele Unie aan controlemaatregelen te laten onderwerpen, of een verslag voorleggen waarin wordt uiteengezet waarom zij een dergelijk initiatief niet nodig acht. Hoewel de wetenschappelijke gegevens betreffende de algemene risico s van 25I-NBOMe, AH-7921, MDPV en methoxetamine in dit stadium nog beperkt zijn, is de Commissie van mening dat er aanleiding is om de stof in de Unie aan controlemaatregelen te onderwerpen. De voornaamste reden is dat volgens de informatie in de risicobeoordelingsverslagen de acute toxiciteit van 25I-NBOMe, AH-7921, MDPV en methoxetamine zodanig is dat deze stoffen ernstige schade kunnen toebrengen aan de gezondheid van de gebruikers. Bovendien worden de risico s vergroot door het feit dat deze stoffen in sommige gevallen onbewust door sommige gebruikers zouden worden gebruikt samen met of in de plaats van andere stimulantia. 2. DOEL VAN HET VOORSTEL Dit voorstel voor een besluit van de Raad heeft tot doel de lidstaten op te roepen om 25I- NBOMe, AH-7921, MDPV en methoxetamine te onderwerpen aan de controlemaatregelen en strafrechtelijke sancties waarin hun wetgeving voorziet overeenkomstig hun verplichtingen uit hoofde van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake psychotrope stoffen van 1971. NL 3 NL

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD 2014/0183 (NLE) betreffende het onderwerpen van 4-jood-2,5-dimethoxy-N-(2-methoxybenzyl)fenethylamine (25I-NBOMe), 3,4-dichloor-N-[[1-(dimethylamino)cyclohexyl]methyl]benzamide (AH-7921), 3,4-methyleendioxypyrovaleron (MDPV) en 2-(3-methoxyfenyl)-2-(ethylamino)cyclohexanon (methoxetamine) aan controlemaatregelen DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Gezien Besluit 2005/387/JBZ van de Raad van 10 mei 2005 inzake de uitwisseling van informatie, de risicobeoordeling en de controle ten aanzien van nieuwe psychoactieve stoffen 2, en met name artikel 8, lid 3, Gezien het initiatief van de Europese Commissie, Overwegende hetgeen volgt: (1) Overeenkomstig artikel 6 van Besluit 2005/387/JBZ zijn door een bijzondere vergadering van het uitgebreide wetenschappelijk comité van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving risicobeoordelingsverslagen opgesteld over de nieuwe psychoactieve stoffen 25I-NBOMe, AH-7921, MDPV en methoxetamine, die vervolgens op 23 april 2014 aan de Commissie en de Raad zijn voorgelegd. (2) 25I-NBOMe, AH-7921, MDPV en methoxetamine zijn op het niveau van de Verenigde Naties nog niet aan een beoordeling onderworpen, maar zullen in juni 2014 worden geëvalueerd door het deskundigencomité inzake drugsafhankelijkheid van de Wereldgezondheidsorganisatie. (3) 25I-NBOMe, AH-7921, MDPV en methoxetamine hebben noch in de humane, noch in de veterinaire geneeskunde een gevestigde of erkende medische toepassing. Deze stoffen worden naar aanleiding van het verschijnen ervan op de drugsmarkt gebruikt in analytische referentiematerialen en in wetenschappelijk onderzoek naar hun chemische, farmacologische en toxicologische eigenschappen, en wat 25I-NBOMe betreft ook op het gebied van de neurochemie, maar er zijn geen aanwijzingen voor gebruik van deze stoffen voor andere doeleinden. 2 PB L 127 van 20.5.2005, blz. 32. NL 4 NL

(4) 25I-NBOMe is een krachtig synthetisch derivaat van 2C-I, een klassiek serotonerg hallucinogeen dat op het niveau van de Unie in 2003 aan een risicobeoordeling en aan controlemaatregelen en strafrechtelijke sancties is onderworpen. (5) De specifieke fysieke effecten van 25I-NBOMe zijn moeilijk te bepalen, omdat er geen studies zijn gepubliceerd naar de acute en chronische toxiciteit, de psychologische en gedragseffecten en het verslavingspotentieel van deze stof, en omdat slechts in beperkte mate informatie en gegevens beschikbaar zijn. Klinische observatie van personen die deze stof hebben gebruikt, wijst op hallucinogene effecten en op het vermogen van deze stof om ernstige agitatie, verwardheid, intense auditieve en visuele hallucinaties, agressie, gewelddadige ongevallen en zelfverwonding teweeg te brengen. (6) In drie lidstaten zijn vier sterfgevallen geregistreerd waarbij er sprake was van een verband met 25I-NBOMe. Ernstige toxiciteit in verband met het gebruik ervan is gerapporteerd in vier lidstaten, die 32 niet-dodelijke intoxicaties hebben gemeld. Als deze nieuwe psychoactieve stof in ruimere mate beschikbaar komt en meer wordt gebruikt, zouden de gevolgen voor de individuele en de volksgezondheid groot kunnen zijn. Er is geen informatie voorhanden over de sociale risico s die aan 25I- NBOMe zijn verbonden. (7) Door 22 lidstaten en door Noorwegen is bij het EMCDDA en Europol gemeld dat zij 25I-NBOMe hebben aangetroffen. Er zijn geen prevalentiegegevens beschikbaar over het gebruik van 25I-NBOMe, maar de beperkte informatie die wel beschikbaar is, wijst erop dat het in zeer uiteenlopende omgevingen wordt gebruikt, zoals thuis, in bars en nachtclubs en op muziekfestivals. (8) 25I-NBOMe wordt openlijk op internet te koop aangeboden als onderzoeksstof ; uit informatie die afkomstig is van confiscaties, monsters, gebruikerswebsites en internetdealers blijkt dat de stof als zodanig wordt verkocht en tevens als legaal vervangingsmiddel voor lsd. Het EMCDDA heeft meer dan vijftien internetdealers geïdentificeerd die deze stof aanbieden en mogelijk in de Unie en in China zijn gevestigd. (9) Uit het risicobeoordelingsverslag blijkt dat er over 25I-NBOMe slechts beperkt wetenschappelijk bewijs voorhanden is en dat verder onderzoek nodig is om de gezondheids- en sociale risico s ervan te bepalen. De beschikbare gegevens geven er echter voldoende aanleiding toe om 25I-NBOMe aan controlemaatregelen in de Unie te onderwerpen. Gezien de gezondheidsrisico s, die blijken uit het feit dat de stof is aangetroffen bij verschillende gemelde gevallen met dodelijke afloop, het feit dat gebruikers de stof kunnen gebruiken zonder dat zij zich daarvan bewust zijn en het ontbreken van medische waarde of bruikbaarheid, moet 25I-NBOMe in de Unie aan controlemaatregelen worden onderworpen. (10) Zes lidstaten houden toezicht op 25I-NBOMe op grond van nationale wetgeving om aan hun verplichtingen op grond van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake psychotrope stoffen van 1971 te voldoen, en zeven lidstaten houden toezicht op de stof op grond van andere wettelijke maatregelen; de onderwerping van deze stof aan controlemaatregelen in de Unie zou derhalve helpen voorkomen dat er zich obstakels voordoen bij de grensoverschrijdende rechtshandhaving en justitiële samenwerking, NL 5 NL

en zou de gebruikers beschermen tegen de risico s die de beschikbaarheid en het gebruik met zich mee kunnen brengen. (11) AH-7921 is een structureel atypisch synthetisch opioïde analgeticum, dat bij internetdealers, op gebruikerswebsites en in de media bekendstaat als doxylam. Het kan gemakkelijk worden verward met doxylamine, een antihistaminicum met sedatief-hypnotische eigenschappen, wat tot onbedoelde overdosering kan leiden. (12) De specifieke fysieke effecten van AH-7921 zijn moeilijk te bepalen, omdat er geen studies zijn gepubliceerd naar de acute en chronische toxiciteit, de psychologische en gedragseffecten en het verslavingspotentieel van deze stof, en omdat slechts in beperkte mate informatie en gegevens beschikbaar zijn. Volgens gebruikers zijn de effecten van AH-7921 vergelijkbaar met die van klassieke opioïden: milde euforie, jeuk en ontspanning; misselijkheid lijkt een typisch negatief effect. Naast zelfexperimentatie met en recreatief gebruik van AH-7921 melden sommige gebruikers dat zij zich deze nieuwe drug zelf hebben toegediend om pijn te verlichten of om ontwenningsverschijnselen door het stoppen van het gebruik van andere opioïden te bestrijden. Dit kan erop wijzen dat AH-7921 het potentieel heeft om zich onder de opioïdeninjecterende populatie te verspreiden. (13) Er zijn geen prevalentiegegevens beschikbaar over het gebruik van AH-7921, maar de informatie die beschikbaar is, duidt erop dat het gebruik niet wijdverbreid is en dat het wordt gebruikt in de thuisomgeving. (14) Tussen december 2012 en september 2013 zijn in drie lidstaten in totaal 15 sterfgevallen gemeld waarbij AH-7921, alleen of in combinatie met andere stoffen, in post mortem genomen monsters is aangetroffen. Hoewel niet met zekerheid kan worden bepaald welke rol AH-7921 bij die sterfgevallen gespeeld heeft, is het in sommige gevallen specifiek vermeld bij de doodsoorzaak. Eén lidstaat heeft zes nietdodelijke intoxicaties gemeld die met AH-7921 in verband worden gebracht. Als deze nieuwe psychoactieve stof in ruimere mate beschikbaar komt en meer wordt gebruikt, zouden de gevolgen voor de individuele en de volksgezondheid groot kunnen zijn. Er is geen informatie voorhanden over de sociale risico s die aan AH- 7921 zijn verbonden. (15) Uit het risicobeoordelingsverslag blijkt dat er over AH-7921 slechts beperkt wetenschappelijk bewijs voorhanden is en dat verder onderzoek nodig is om de gezondheids- en sociale risico s ervan te bepalen. De beschikbare gegevens geven er echter voldoende aanleiding toe om AH-7921 in de Unie aan controlemaatregelen te onderwerpen. Gezien de gezondheidsrisico s, die blijken uit het feit dat de stof is aangetroffen bij verschillende gemelde gevallen met dodelijke afloop, het feit dat gebruikers de stof kunnen gebruiken zonder dat zij zich daarvan bewust zijn en het ontbreken van medische waarde of bruikbaarheid, moet AH-7921 in de Unie aan controlemaatregelen worden onderworpen. (16) Eén lidstaat houdt toezicht op AH-7921 op grond van nationale wetgeving om aan zijn verplichtingen op grond van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake psychotrope stoffen van 1971 te voldoen, en vijf lidstaten houden toezicht op de stof op grond van andere wettelijke maatregelen; de onderwerping van deze stof aan controlemaatregelen in de Unie zou derhalve helpen voorkomen dat er zich obstakels voordoen bij de grensoverschrijdende rechtshandhaving en justitiële samenwerking, NL 6 NL

en zou de gebruikers beschermen tegen de risico s die de beschikbaarheid en het gebruik met zich mee kunnen brengen. (17) MDPV is een synthetisch derivaat met ringsubstitutie van cathinon, dat chemisch verwant is aan pyrovaleron; deze beide stoffen zijn aan controle onderworpen uit hoofde van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake psychotrope stoffen van 1971. (18) Informatie over de chronische en acute toxiciteit, de psychologische en gedragseffecten en het verslavingspotentieel van MDPV wordt niet overal in de Unie op dezelfde wijze verzameld. De informatie die uit gepubliceerde studies kan worden afgeleid en door klinische gevallen wordt bevestigd, wijst erop dat het voor MDPV geobserveerde psychofarmacologische profiel vergelijkbaar is met dat voor cocaïne en methamfetamine, zij het dat het effect krachtiger en langduriger is. Bovendien bleek MDPV een tienmaal zo krachtig vermogen te hebben om locomotorische activatie, tachycardie en hypertensie op te wekken. (19) Volgens gebruikerswebsites kan de acute toxiciteit van de stof schadelijk gevolgen hebben voor de mens, vergelijkbaar met die van andere stimulantia. Deze gevolgen omvatten paranoïde psychose, tachycardie, hypertensie, diaforese, ademhalingsmoeilijkheden, ernstige agitatie, auditieve en visuele hallucinaties, extreme angst, hyperthermie, geweldsuitbarstingen, en meervoudige orgaandysfuncties. (20) Er zijn tussen september 2009 en augustus 2013 in acht lidstaten en in Noorwegen 108 sterfgevallen geregistreerd waarbij MDPV in post mortem genomen biologische monsters is aangetroffen of deze stof met de doodsoorzaak in verband wordt gebracht. In totaal zijn door acht lidstaten 525 niet-dodelijke intoxicaties gemeld in verband met MDPV. Als deze nieuwe psychoactieve stof in ruimere mate beschikbaar komt en meer wordt gebruikt, zouden de gevolgen voor de individuele en de volksgezondheid groot kunnen zijn. (21) Sinds 2009 hebben vier lidstaten ook melding gemaakt van het aantreffen van MDPV in biologische monsters die verband houden met dodelijke en niet-dodelijke verkeersongevallen of rijden onder invloed van drugs. (22) MDPV is sinds november 2008 op de drugsmarkt in de Unie aanwezig en 27 lidstaten en Noorwegen hebben meerdere kilogrammen van deze stof in beslag genomen. MDVP wordt als zodanig verkocht, maar is ook aangetroffen in combinatie met andere stoffen. De stof is in ruime mate verkrijgbaar bij internetleveranciers en -handelaars, headshops en straatdealers. Er zijn aanwijzingen dat bij het tabletteren en distribueren van deze stof in de Unie in zekere mate georganiseerd te werk wordt gegaan. (23) Uit het risicobeoordelingsverslag blijkt dat verder onderzoek nodig is om de gezondheids- en sociale risico s van MDPV te bepalen. De beschikbare gegevens geven er echter voldoende aanleiding toe om MDPV in de Unie aan controlemaatregelen te onderwerpen. Gezien de gezondheidsrisico s, die blijken uit het feit dat de stof bij verschillende gemelde gevallen met dodelijke afloop is aangetroffen, het feit dat gebruikers de stof kunnen gebruiken zonder dat zij zich NL 7 NL

daarvan bewust zijn en het ontbreken van medische waarde of bruikbaarheid, moet MDPV in de Unie aan controlemaatregelen worden onderworpen. (24) 21 lidstaten houden toezicht op MDPV op grond van nationale wetgeving om aan hun verplichtingen op grond van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake psychotrope stoffen van 1971 te voldoen, en vier lidstaten houden toezicht op de stof op grond van andere wettelijke maatregelen; de onderwerping van deze stof aan controlemaatregelen in de Unie zou derhalve helpen voorkomen dat er zich obstakels voordoen bij de grensoverschrijdende rechtshandhaving en justitiële samenwerking, en zou de gebruikers beschermen tegen de risico s die de beschikbaarheid en het gebruik met zich mee kunnen brengen. (25) Methoxetamine behoort tot de arylcyclohexylaminen en is chemisch verwant aan ketamine en de internationaal aan controlemaatregelen onderworpen stof fencyclidine (PCP). Methoxetamine heeft net als ketamine en PCP dissociatieve eigenschappen. (26) Er zijn geen studies naar de chronische en acute toxiciteit, de psychologische en gedragseffecten en het verslavingspotentieel van methoxetamine. Gebruikers die hun ervaringen op gebruikerswebsites hebben geplaatst, maken melding van negatieve effecten die vergelijkbaar zijn met die van ketamine-intoxicatie. Deze effecten omvatten misselijkheid en hevig braken, ademhalingsmoeilijkheden, convulsies, disoriëntatie, angst, catatonie, agressie, hallucinaties, paranoia en psychose. Acute methoxetamine-intoxicatie kan bovendien effecten hebben die vergelijkbaar zijn met die van stimulantia (agitatie, tachycardie en hypertensie) en cerebrale verschijnselen, die bij acute ketamine-intoxicatie niet te verwachten zijn. (27) Zes lidstaten hebben twintig sterfgevallen gemeld waarbij de stof in post mortem genomen monsters werd aangetroffen. Alleen of in combinatie met andere stoffen is methoxetamine door vijf lidstaten aangetroffen bij twintig niet-dodelijke intoxicaties. Als deze nieuwe psychoactieve stof in ruimere mate beschikbaar komt en meer wordt gebruikt, zouden de gevolgen voor de individuele en de volksgezondheid groot kunnen zijn. (28) 23 lidstaten en Turkije en Noorwegen hebben sinds november 2010 gemeld dat zij methoxetamine hebben aangetroffen. Methoxetamine wordt volgens de beschikbare informatie als zodanig verkocht en gebruikt, maar ook als legale vervanger voor ketamine verkocht door internethandelaars, headshops en straatdealers. (29) In de Unie zijn meerdere kilogrammen van de stof in poedervorm in beslag genomen, maar er is geen informatie over mogelijke betrokkenheid van de georganiseerde misdaad. Voor het vervaardigen van methoxetamine is geen geavanceerde apparatuur nodig. (30) Prevalentiegegevens zijn beperkt tot twee niet-representatieve studies in twee lidstaten. Deze lijken erop te wijzen dat methoxetamine minder vaak gebruikt wordt dan ketamine. De informatie die beschikbaar is, wijst erop dat de stof in zeer uiteenlopende omgevingen wordt gebruikt, zoals thuis, in bars en nachtclubs en op muziekfestivals. NL 8 NL

(31) Uit het risicobeoordelingsverslag blijkt dat verder onderzoek nodig is om de gezondheids- en sociale risico s van methoxetamine te bepalen. De beschikbare gegevens geven er echter voldoende aanleiding toe om methoxetamine aan controlemaatregelen in de Unie te onderwerpen. Gezien de gezondheidsrisico s, die blijken uit het feit dat de stof bij verschillende gemelde gevallen met dodelijke afloop is aangetroffen, het feit dat gebruikers de stof kunnen gebruiken zonder dat zij zich daarvan bewust zijn en het ontbreken van medische waarde of bruikbaarheid, moet methoxetamine in de Unie aan controlemaatregelen worden onderworpen. (32) Negen lidstaten houden toezicht op MDPV op grond van nationale wetgeving om aan hun verplichtingen op grond van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake psychotrope stoffen van 1971 te voldoen, en negen lidstaten houden toezicht op de stof op grond van andere wettelijke maatregelen; de onderwerping van deze stof aan controlemaatregelen in de Unie zou derhalve helpen voorkomen dat er zich obstakels voordoen bij de grensoverschrijdende rechtshandhaving en justitiële samenwerking, en zou de gebruikers beschermen tegen de risico s die de beschikbaarheid en het gebruik met zich mee kunnen brengen, HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD: Artikel 1 De volgende nieuwe psychoactieve stoffen worden in de Unie aan controlemaatregelen onderworpen: (a) (b) (c) (d) 4-jood-2,5-dimethoxy-N-(2-methoxybenzyl)fenethylamine (25I-NBOMe); 3,4-dichloor-N-[[1-(dimethylamino)cyclohexyl]methyl]benzamide (AH-7921); 3,4-methyleendioxypyrovaleron (MDPV); 2-(3-methoxyfenyl)-2-(ethylamino)cyclohexanon (methoxetamine). Artikel 2 De lidstaten nemen [uiterlijk één jaar na de datum van bekendmaking van dit besluit] overeenkomstig hun nationale wetgeving de noodzakelijke maatregelen om de in artikel 1 bedoelde nieuwe psychoactieve stoffen te onderwerpen aan de controlemaatregelen en strafrechtelijke sancties waarin is voorzien door hun wetgeving ingevolge hun verplichtingen uit hoofde van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake psychotrope stoffen van 1971. Artikel 3 Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Gedaan te Brussel, Voor de Raad De voorzitter NL 9 NL