(Vrijstellingen) bodemonderzoek op basis van de Bodemkwaliteitskaart en het Bodembeheerplan Smallingerland



Vergelijkbare documenten
(Vrijstellingen) bodemonderzoek op basis van de Bodemkwaliteitskaart en het Bodembeheerplan Gemeente Overbetuwe

Handreiking bodemonderzoek gemeente Smallingerland

NOTITIE TOEPASSING PARKEERNORMEN. 1. Inleiding

O M G E V I N G S V E R G U N N I N G

NOTITIE TOEPASSING PARKEERNORMEN

Bodemrapportage. Dynamisch Rapport Legenda. Bodemlocaties

Legenda Plangebied (Toemaakdek beheergebied ODWH) Gemeentegrenzen Toemaakdek binnen plangebied Toemaakdek buiten plangebied

Bouwverordening Gemeente Drimmelen 2016

Bodemfunctiekaart Hof van Twente Besluit Bodemkwaliteit

Beleidsregels binnenplans afwijken van het bestemmingsplan (artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1 Wabo)

Verkennend bodemonderzoek plangebied t Spieghel, Grontmij, maart 2004

Notitie Bodemfunctieklassenkaart gemeente Noordwijk

2010/ Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Beverwijk,

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela

Notitie. Beleid ten behoeve van. Ontheffingen in het kader van de Wet ruimtelijke ordening

MELDINGENFORMULIER NADER ONDERZOEK EN/OF SANERINGSPLAN

Bijlage: nog te hanteren tarieven uit Legesverordening 2009 tot aan inwerkingtreding Wabo.

NOTITIE. 1. Inleiding. 2. Beleidsruimte. Gemeente Bunnik. J. Neyssen

Omgaan met vrijkomende grond. Notitie. Gemeente Heumen

Notitie oppervlakteregeling aan- en uitbouwen en bijgebouwen Buitengebied Steenwijkerland

BESLUIT VERLENING OMGEVINGSVERGUNNING

O M G E V I N G S V E R G U N N I N G

Raadsvergadering : 28 februari 2011 Agendanr. 16

"Nota Paardenbakkenbeleid Woudrichem"

Voorlichtingsbijeenkomst Regionaal bodembeleid Voorne-Putten

De bodemkwaliteitskaart en het Besluit bodemkwaliteit

Handreiking waterbodemkwaliteitskaart Delfland

Notitie. wonen; industrie; landbouw, natuur (Achtergrondwaarde).

2. DOELSTELLING PROTOCOL GRONDVERZET

Wilhelminapark!23!! Haarlem!

Hergebruik van grond in Dordrecht

De Minister van Economische. Zaken en. De Minister van Infrastructuur en Milieu. Overwegende dat:

Milieudienst West-Holland. Bestemmingsplan Limes. Resultaten onderzoek bodem

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk ehv.344.N001rev1 24 mei 2011 cab. Betreft Historisch onderzoek perceel S 539 te Someren

de bodemkwaliteitskaart delen Leidschenveen, kenmerk , 17 juli 2003, vast te stellen en bekend te maken.

Overzicht behorende bij het Algemeen delegatiebesluit De Ronde Venen 2008

Bodemrapportage. Bodemrapportage_Burg._Willemstraat_te_Hoensbroek. Geselecteerde locatie. Bodemlocaties

Vraagprijs) ) ,=)kosten)koper)

Vraagprijs) ) ,=)kosten)koper)

Meesterjoostenlaan!27!! Haarlem!

Beleidsregels planologische afwijkingsmogelijkheden 2017

ONTWERPBESLUIT. aan de aanvraag planologische medewerking kan worden verleend middels het nemen van een projectbesluit;

D *D * Besluit op aangevraagde omgevingsvergunning (gedeeltelijk verleend)

afdeling ruimtelijke en economische ontwikkeling, I. Feenstra, telefoonnummer (0521) ;

Kern Klundert 1 e herziening. identificatiecode: datum: status:

Informatie over bodemgesteldheid

Gegevens aanvraag Datum aanvraag 29 jan 2015 Datum rapportage 29 jan 2015

Project Besluit bodemkwaliteit en Nota bodembeheer

Verklarende woordenlijst

OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 6 augustus 2015

(ONTWERP) OMGEVINGSVERGUNNING

Morinnesteeg!12!! Haarlem!

Vraagprijs) ) ,=)kosten)koper)

Beleidsregel bed & breakfast en/of gastenverblijf. Vastgesteld door burgemeester en wethouders op 26 augustus Bekendgemaakt op 3 september 2014

Bodemfunctiekaart Wierden

BODEMVERONTREINIGING Tot én met de bodem uitgezocht...

Inhoudsopgave DEEL C - PROCEDURE 1

Gemeente ř Bergen op Zoom

MILIEUBELEIDSPLAN. ONDERDEEL BODEM visiedocument. Terneuzen gaat een schone toekomst tegemoet Koning Willem III

Alleen basisgegevens in te vullen door bevoegd gezag

Ruimtelijke onderbouwing bij projectbesluit ten behoeve van Sport & Science, Hoeflingweg 20 te Lochem

Ontwerp Omgevingsvergunning

Aan de Gemeenteraad. Raad. Onderwerp : Vervangende nieuwbouw van een vrijstaande woning op het perceel Boelenswei 76 te Boelenslaan.

Van!Oldenbarneveltlaan!3!! Haarlem!

Hoofdstuk 2 De aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen

ONTWERP Omgevingsvergunning Zaaknummer

- beschikking - niet ernstige bodemverontreiniging Locatie gelegen achter Korte Linschoten Westzijde 1 te Linschoten (Montfoort) 1.

NOTITIE TOEPASSING PARKEERNORMEN

mi in HI ui in iii iii nu i Raad d.d.\u <( l^> Aan de gemeenteraad Agendapunt: 6.1/ Documentnr.: RV Roden, 9 januari 2013 Onderwerp

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken en bijlagen deel uitmaken van de vergunning.

* * omgevingsvergunningomgevingsvergunning

Bodeminformatie. Otto'slaan 2 te Hilversum. Legenda. Wet milieubeheer bedrijven

: Aanwijzing categorieën verklaring van geen bedenkingen (Wabo, artikel A. onder 3)

Beleidsregel voor het tijdelijk plaatsen van vervangende woonruimte (artikel 2.12, lid 2 en artikel 2.23 Wabo)

het oprichten van een appartementengebouw Onyxdijk 167 te Roosendaal

Vraagprijs) ) ,=)kosten)koper)

Meldingsformulier BODEMVERONTREINIGING / -SANERING

Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Beverwijk,

Vraagprijs) ) ,=)kosten)koper)

Vraagprijs) ) ,=)kosten)koper)

datum 22 oktober 2015 uw kenmerk ons kenmerk onderwerp Briefrapport historisch vooronderzoek Laan van Romen 25 te Berkel en Rodenrijs

Oranjekade!7!! Haarlem!

Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Verlengen van de omgevingsvergunning (zaaknummer ) voor het plaatsen van een tijdelijk kantoor

Gijsbrecht!van!Aemstelstraat!221!! Haarlem!

Generaal!Bothastraat!40!! Haarlem!

TOELICHTING. op het wijzigingsplan Dwarsweg 17, behorende bij het bestemmingsplan Horstermeer van de gemeente Wijdemeren

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften Plankaart 10

BODEMFUNCTIEKLASSENKAART GEMEENTE NOORDENVELD

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING VOOR BOUW VAN EEN WONING AAN DE MASTER DE JONGWEI 37, DE TIKE.

Bodeminformatie. Naarderstraat 55 te Hilversum. Legenda. Wet milieubeheer bedrijven

Memo. Aan Gemeente Dordrecht, de heer E. Hoff. Van Sander Jansen. Zaaknummer Z Datum 12 februari 2018

D *D * Besluit op aangevraagde omgevingsvergunning (verleend)

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a.

Vergaderdatum Gemeenteblad 2011 / Agendapunt. Aan de Raad

8 juli 2014 Mevrouw B. Bartelds mei 2013 Projectomgevingsvergunning

Historisch onderzoek Hoofddorp Noord. Bodemkwaliteit in relatie tot bestemmingsplan

Uw kenmerk: Uw brief van: Ons kenmerk: Behandeld door: tel.nr.: bijlagen: V Bert Jan Bakker

Beleid paardenbakken (buitenmaneges)

R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T

Transcriptie:

(Vrijstellingen) bodemonderzoek op basis van de Bodemkwaliteitskaart en het Bodembeheerplan Smallingerland Gemeente Smallingerland, MBG, 26 januari 2006 1

Inhoudsopgave Pagina 1. Inleiding 1 2. Uitgangspunten zoneringsbeleid, terugsaneerwaarden, 2 vrijstellingenbeleid 3. Bodemonderzoek bij bouwvergunningen 3 4. Bodemonderzoek bij bestemmingsplannen 5 5. Bodemonderzoek bij aanlegvergunningen 6 6. Bodemonderzoek bij grondtransacties 6 7. Bodemonderzoek bij openbare werken 7 8. Conclusie 7 Bijlagen 1. Grondstromenmatrix BKK 2. Tabel 4.1. BBP gehaltes waaraan toe te passen grond moet voldoen 3. Stroomschema bodemonderzoek bij bouwvergunning 4. Historische toets BKK 5. Tabel bodemonderzoeksmethodiek bij bestemmingswijzigingen 6. Samenvatting voorstellen zoneringsbeleid, terugsaneerwaarden en vrijstellingen bodemonderzoek op basis BKK 2

1. Inleiding Op 26 oktober 2004 zijn de gemeentelijke bodemkwaliteitskaart (BKK) en het Bodembeheerplan (BBP) van kracht geworden. Een BKK is een ruimtelijke rangschikking van informatie over de fysieke en chemische samenstelling van de bodem. De kaarten zelf zijn geen beleidsinstrument, maar maken de ontwikkeling en uitvoering van lokaal bodembeleid wel beter mogelijk. De BKK en het bijbehorend BBP beogen een verruiming (meer bewegingsruimte ) van het grondverzet binnen gelijkwaardige bodemkwaliteitszones te bewerkstelligen, doordat er geen bodemonderzoek nodig is. Uiteraard geldt dit alleen voor onverdachte locaties. Het BKK en BBP zijn in samenwerking met de gemeenten Dantumadeel, Tytsjerksteradiel en Achtkarspelen tot stand gekomen. De onderhavige notitie is niet in samenwerkingsverband opgesteld, omdat er binnen de verschillende gemeenten op andere wijzen gebruik wordt gemaakt van de BKK en het BBP. Daarnaast zijn de door ons voorgestelde vrijstellingen met name gebaseerd op ontwikkelingsgebieden, welke alleen door Smallingerland in een aparte zone zijn weergegeven (in verband met het vele grondverzet de komende periode). In deze beleidsnotitie wordt weergeven wanneer een bodemonderzoek nodig is bij bouw- en ROprocedures. Daarnaast beoogt deze notitie een kader te scheppen voor een mogelijke vrijstelling van bodemonderzoeken op basis van de BKK en in relatie tot vergunningverlening (bouw, aanleg, milieu), grondtransacties (aankoop, verkoop) en civiele werkzaamheden. De voorgestelde vrijstellingen voor bodemonderzoek gelden niet voor grondwater- en waterbodemonderzoek en bodemonderzoek ter plaatse van gedempte sloten, omdat dergelijk onderzoek geen onderdeel uitmaakt van de BKK en het BBP. 2. Uitgangspunten zoneringsbeleid, terugsaneerwaarden, vrijstellingenbeleid Na invoer van de beschikbare bodemonderzoeken in het gemeentelijk bodeminformatiesysteem (BIS4all), zijn deze gegevens ingezet voor het vervaardigen van een BKK. Hiermee is een zodanig inzicht in de bodemkwaliteit van de gemeente verkregen dat hierop een grondstromenbeleid (zoneringsbeleid), een ruimtelijk gedifferentieerd saneringsbeleid (vaststellen terugsaneerwaarden) en een vrijstellingenbeleid (bodemonderzoek) kan worden gebaseerd. Op het vrijstellingenbeleid wordt in de hoofdstukken 3 t/m 7 verder ingegaan. De BKK kan ook worden gebruikt bij het uitoefenen van de loketfunctie om derden (burgers of bedrijven) te informeren over de bodemkwaliteit op gebiedsniveau. De bodemkwaliteit is immers met een bepaalde (statistische) zekerheid bekend en indien de achtergrondgehalten beneden een bepaalde risiconorm liggen, is er dus geen risico te verwachten. Een bodemonderzoek zal dan niet leiden tot andere inzichten. Zoneringsbeleid De Ministeriële Vrijstellingsregeling Grondverzet (MVG) maakt het mogelijk om licht verontreinigde (gebieds)eigen grond her te gebruiken als bodem. Voorwaarde voor de toepassing van de regeling is dat de gemeente beschikt over een BKK met bijbehorend BBP (bodembeheerplan, waarin opgenomen het zoneringsbeleid), welke zijn opgesteld overeenkomstig de eisen als gesteld in de Interim Richtlijn bodemkwaliteitskaarten. Smallingerland beschikt over een BKK en BBP. In het BBP is een grondstromenmatrix opgenomen waarin per zone is aangegeven of er vrij grondverzet mogelijk is of dat er bodemonderzoek nodig is bij de toepassing elders binnen de gemeente Smallingerland (zonering, zie hiervoor bijlage 1). Smallingerland kent in totaal 22 zones, waarvan 5 niet schone zones. Grond uit zones met gelijkwaardige kwaliteit mag onderling worden uitgewisseld zonder dat hiervoor bodemonderzoek nodig is. Uitzondering hierop is het centrumgebied waarbinnen alle grondverzet moet worden voorzien van een partijkeuring vanwege de in dit gebied aanwezige historische verontreinigingen (er is sprake van een sterk wissellende bodemkwaliteit (heterogeniteit) binnen deze zone). 3

Vaststellen terugsaneerwaarden Bij het uitvoeren van grondsaneringen binnen Smallingerland wordt momenteel de streefwaarde als terugsaneerwaarde gehanteerd (multifunctioneel saneren). Op basis van de BKK en het BBP is het mogelijk om de zonekwaliteit van de BKK te gebruiken als achtergrondwaarde. Voorgesteld wordt om het principe multifunctioneel saneren te blijven hanteren indien de bestemming hiertoe aanleiding geeft, tenzij: - de sanering is gelegen in een zone waar een hogere achtergrondwaarde geldt (zie tabel 4.1 BKK gehaltes waaraan toe te passen grond moet voldoen, bijlage 2). Dit in dit schema weergegeven waarden worden beschouwd als terugsaneerwaarden; - het een locatie betreft waar een functiegerichte sanering is/wordt uitgevoerd. Hierbij wordt de sanering afgestemd op het beoogde gebruik van de bodem (dit kan alleen bij niet-mobiele verontreinigingen, zoals zware metalen). In overleg met het bevoegd gezag (GS bij ernstig geval van bodemverontreiniging) kan gemotiveerd worden afgeweken van de vastgestelde achtergrondwaarden, als het gebruik van de bodem daartoe aanleiding geeft (bijvoorbeeld bodemafdichtende bebouwing, geen (moes)tuin, afsluitende verharding, etc.). 3. Bodemonderzoek bij bouwvergunningen De verplichting tot het uitvoeren van een bodemonderzoek bij een bouwvergunning is afhankelijk van een aantal zaken, te weten de bouwverordening, het besluit indieningsvereisten, het soort bouwvergunning dat moet worden aangevraagd en het feit of er vermoedelijk sprake is van een (ernstige) bodemverontreiniging. Bouwverordening en Besluit Indieningvereisten In paragraaf 4 van de gemeentelijke bouwverordening wordt het onderdeel het tegengaan van bouwen op verontreinigde grond beschreven. Artikel 2.4.1 Verboden tot bouwen op verontreinigde bodem Op een bodem die zodanig is verontreinigd dat schade of gevaar is te verwachten voor de gezondheid van de gebruikers, mag niet worden gebouwd voorzover dat bouwen betrekking heeft op een bouwwerk: a. waarin voortdurend of nagenoeg voortdurend mensen zullen verblijven; b. voor het bouwen waarvan een reguliere bouwvergunning is vereist; en - dat de grond raakt, of - waarvan het bestaande, niet-wederrechtelijke gebruik niet wordt gehandhaafd. Artikel 2.4.2 Voorwaarden bouwvergunning In afwijking van het bepaalde in artikel 2.4.1 en onverminderd het bepaalde in artikel 4 van het Besluit indieningvereisten en letter e van artikel 1.2.6 van de bij dit besluit behorende bijlage, kunnen burgemeester en wethouders voorwaarden verbinden aan de bouwvergunning, in het geval zij op grond van het in het Besluit indieningvereisten bedoelde onderzoeksrapport en/of andere bij hen bekend onderzoeksresultaten dan wel op grond van het overeenkomstig het tweede lid van artikel 39 van de Wet bodembescherming goedgekeurde saneringsplan bedoeld in artikel 39, eerste lid, van die Wet van oordeel zijn, dat de bodem niet geschikt is voor het beoogde doel maar door het stellen van voorwaarden alsnog geschikt kan worden gemaakt. Soorten bouwvergunningen Het uitvoeren van bodemonderzoek is afhankelijk van het type vergunning voor het bouwwerk. Hierbij is sprake van 3 typen bouwwerken: 1. Bouwvergunningvrij bouwwerk; 2. Licht bouwvergunningsplichtig bouwwerk; 3. Regulier bouwvergunningplichtig bouwwerk. Bij bouwvergunningvrije bouwwerken bestaat er geen verplichting tot het indienen van een bodemonderzoek, omdat er geen bodemtoets plaatsvindt. Wel blijft de bouwer verantwoordelijk voor de toets ten aanzien van bouwen op (ernstig) verontreinigde grond. 4

Bij een licht bouwvergunningplichtig bouwwerk is de bodemtoets beperkt tot de toetsing of er een vermoeden bestaat dat op het bouwperceel sprake is van een ernstig geval van bodemverontreiniging (op basis van de dan beschikbare gegevens). Bij reguliere bouwvergunningen is in bepaalde situaties vrijstelling van bodemonderzoek mogelijk (zie hiervoor stroomschema bodemonderzoek bij bouwvergunning, bijlage 3 en Besluit indieningvereisten aanvragen bouwvergunning), deze betreffen: - Vergunningen voor gebouwen die niet bestemd zijn voor langdurig gebruik van mensen (minder dan 2 uur per persoon per dag, zoals een opslagloods); - Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde (zoals bruggen, gemalen, RWZI s, etc.); - Bouwwerken die de grond niet raken (niet grondgebonden locaties zoals dakkapel, inpandige verbouwing op eerste etage); - Bouwwerken met een te verwezenlijken bebouwingsoppervlakte van ten hoogste 50 m2; - Voor tijdelijke bouwwerken als bedoeld in artikel 45 van de Woningwet, mits uit vooronderzoek conform NVN 5725 blijkt dat de locatie als onverdacht kan worden aangemerkt, dan wel dat de gerezen verdenkingen een volledig veldonderzoek volgens NEN 5740 niet rechtvaardigen; - Wanneer reeds bruikbare onderzoeksresultaten bij de gemeente aanwezig zijn (art 2.1.5., lid 3, bouwverordening). Resumerend wordt gesteld dat de bodemonderzoeksplicht geldt voor elk regulier bouwvergunningplichtig bouwwerk (niet vallend onder bovengenoemde vrijstellingen) en voor lichte bouwvergunningen bij (vermoedelijke) gevallen van ernstige bodemverontreiniging. Ter verduidelijking is in bijlage 3 een stroomschema bodemonderzoek bij bouwvergunningen opgenomen. Bodemonderzoek en kwaliteit Het bodemonderzoek ten behoeve van de bouwvergunning moet in beginsel uitgevoerd worden overeenkomstig de volgende methodiek: NEN 5740 (gebaseerd op een vooronderzoek (NVN 5725)). Het bodemonderzoek moet zijn uitgevoerd voordat de bouwvergunning verleend wordt. In uitzonderingsgevallen kan hiervan worden afgeweken, door de uitvoering van het bodemonderzoek voorafgaand aan de bouw, als voorwaarde in de bouwvergunning op te nemen. Hierbij kan gedacht worden aan locaties die eerst gesloopt dienen te worden, alvorens het mogelijk is om een bodemonderzoek uit te voeren. De bodemkwaliteit is van invloed op het al dan niet verlenen van een bouwvergunning. In onderstaande tabel is deze invloed op het vervolg van de bouwvergunningprocedure weergegeven. Kwaliteit bodem Invloed op bouwvergunning Schone grond Bouwvergunning verlenen zonder beperkingen of aanvullende voorwaarden Licht verontreinigde grond Bouwvergunning verlenen onder voorwaarden 1 Matig verontreinigde grond Nader bodemonderzoek (afperking verontreiniging) Sterk verontreinigde grond Nader bodemonderzoek (afperking verontreiniging) a. Sterk verontreinigde grond (< 25 m3 grond en 100 m3 grondwater, niet ernstig ) niet bouwen op verontreinigde grond, bouwvergunning verlenen onder voorwaarden (op basis van plan van b. Sterk verontreinigde grond (> 25 m3 grond en 100 m3 grondwater, ernstig en niet-urgent/urgent) c. Sterk verontreinigde grond (> 25 m3 grond en/of 100 m3 grondwater, ernstig en urgent) Tabel 1: Bodemkwaliteit en invloed op bouwvergunning aanpak sanering), saneren alvorens bouwen Aanhouden bouwvergunning, Provincie bevoegd gezag, saneringsplan, bouwen alleen indien dat deel van het terrein gesaneerd is Aanhouden bouwvergunning, Provincie bevoegd gezag, saneringsplan 2, 1 Aanvullende voorwaarden: o.a. partijkeuring Bsb/AP04, toepassen grond op eigen locatie, toepassen grond binnen zone met gelijkwaardige bodemkwaliteit, indienen melding categorie 1-grond bij toepassing in een werk. 2 Indien (mogelijk) sprake is van een ernstige bodemverontreiniging in kader Wet bodembescherming (> 25 m3 grond en/of > 100 m3 grondwater), wordt op grond van art. 52A woningwet de beslissing om bouwvergunning te verlenen aangehouden door college B&W. Aanhouding duurt totdat bevoegd gezag in beschikking saneringsplan heeft goedgekeurd of vaststellen geen ernstige verontreiniging. Na beëindiging aanhouding beslist het college B&W op aanvraag bouwvergunning en verleent deze al dan niet met voorwaarden. De aanhoudingsplicht geldt zowel voor reguliere bouwvergunningen als aanvragen om een lichte bouwvergunning. 5

Vrijstellingen bodemonderzoek op basis BKK Onder soorten bouwvergunningen (paragraaf 3, pagina 3,4) is aangegeven wanneer bodemonderzoek moet worden uitgevoerd ten behoeve van bouwvergunningen en welke vrijstellingen het Besluit Indieningvereisten aanvragen bouwvergunningen hiervoor biedt. Daarnaast wordt voorgesteld om op basis van de BKK de mogelijkheid te bieden tot het verlenen van vrijstelling van bodemonderzoek bij ontwikkelingsgebieden (zone Bbg7/Bog7 BKK) en uitleg- of aanloopgebieden (voorheen landelijk gebied). Hierbij zal er sprake moeten zijn van landelijk gebied (vml. weilanden, niet bebouwd, geen verdachte locaties (schone gebieden)). Om te bepalen of er sprake is van een niet verdachte locatie, zal gebruik moeten worden gemaakt van de historische toets in bijlage 4 van deze notitie. Verdachte locaties zijn nl. uitgezonderd van de BKK en daarmee bestaat er geen mogelijkheid tot vrijstelling van de bodemonderzoeksverplichting. Deze vrijstelling geldt niet voor het centrum van Drachten (en andere kernen) en bij de zogenoemde postzegel plannen (inbreidingsplannen en individuele bouwplannen binnen bebouwd gebied). Dit vanwege de grotere diversiteit in bodemkwaliteit (heterogeniteit). Binnen deze gebieden is nl. veelal sprake van reeds opgebrachte grond en intensiever gebruik van het terrein, waardoor er geen sprake is van een algemene bodemkwaliteit (homogeniteit). Met het vervallen van de bodemonderzoeksverplichting, vervalt niet de onderzoeksverplichting voor grondwater en gedempte sloten, omdat dergelijk onderzoek geen onderdeel uitmaakt van de bodemkwaliteitskaart. 4. Bodemonderzoek bij bestemmingsplannen Wet op de Ruimtelijke Ordening Het wettelijk kader voor het opstellen van bestemmingsplannen wordt gevormd door de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO, artikel 10). Bij het opstellen van bestemmingsplannen is de bodemkwaliteit van groot belang, omdat daaruit kan blijken dat bepaalde te realiseren functies niet of minder geschikt zijn vanwege de aanwezigheid van bodemverontreiniging. De aanwezige bodemkwaliteit is ook een aandachtspunt bij het gebruik van vrijstellingen/ wijzigingen. Bij het aanpassen van het gebruik binnen de vigerende bestemming middels vrijstelling of het wijzigingen van de bestemming binnen de kaders van het plan kan het zijn dat voor het nieuwe gebruik/ de nieuwe functie andere, zwaardere bodemkwaliteitseisen gelden dan voor de bestaande functie. Dit geldt mn. voor een bestemming waarbinnen meerdere verschillende gebruiksvormen mogelijk zijn (bv. een bestemming centrumdoeleinden, waaronder zowel winkels, horeca c.a. als wonen zijn inbegrepen). Bodemonderzoeksmethodiek bij bestemmingsplannen Bij bestemmingsplannen zijn er drie mogelijkheden: 1. nieuwe bestemmingsplannen; 2. te wijzigen bestemmingsplannen; 3. reeds vastgestelde bestemmingsplannen, waarvoor nog geen bouwvergunning is verleend. In principe moet er bij het vaststellen van nieuwe bestemmingsplannen een bodemonderzoek conform NEN 5740 worden uitgevoerd. Als uit bodemonderzoek blijkt dat de bodem (of delen daarvan) binnen het plan in zodanige mate zijn verontreinigd dat overeenkomstig de Wet bodembescherming sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging, dan moet gelijktijdig met het bestemmingsplan een door het bevoegd gezag (GS bij ernstig geval van bodemverontreiniging) goedgekeurd saneringsplan worden overlegd. Hierin dient nadrukkelijk rekening gehouden te worden met de toegekende functies in het bestemmingsplan. Indien er sprake is van niet-ernstige bodemverontreiniging welke niet verenigbaar is met de toegekende functie, dan dient middels een plan van aanpak duidelijkheid te worden verschaft hoe deze verontreiniging gesaneerd zal worden alvorens de gewenste functie binnen het bestemmingsplan kan worden toegekend. 6

Bij het wijzigen van een bestemmingsplan (hieronder wordt ook verstaan de vrijstelling overeenkomstig art. 19 WRO) ligt dit anders. Afhankelijk van de bodemkwaliteit kunnen activiteiten binnen een bepaalde bestemming niet of niet zonder meer mogelijk zijn. Zeker met het oog op de landelijke tendens om functiegericht te saneren en niet meer alleen multifunctioneel te saneren is dit een belangrijk aandachtspunt. Het kan bijvoorbeeld zijn dat er op de locatie een leeflaag aanwezig is van 1 meter en dat de kwaliteit van de bodem onder de leeflaag zodanig is, dat er maatregelen (uit een oogpunt van milieuhygiëne en/of volksgezondheid) noodzakelijk zijn als deze grond wordt geroerd. Bijvoorbeeld bij het omleggen van een riolering of de aanleg van een (parkeer)kelder kan dit aan de orde komen. In bijlage 5 is een tabel opgenomen met de bodemonderzoeksmethodiek bij bestemmingswijzigingen. Tot slot komt het ook voor dat er voor een bepaalde locatie al een bestemmingsplan is vastgesteld, maar waar tot op heden nog niet gebouwd is (braakliggend of open terreinen waarvoor dus al een bestemming is aangegeven). Deze wijzigingen in de omgeving komen niet als bestemmingsplanwijziging naar voren (hierin is inmiddels reeds voorzien). Ook hiervan zijn diverse percelen binnen Smallingerland. Indien dergelijke percelen niet zijn gelegen in Ontwikkelingsgebieden, aanleg- of uitleggebieden, dient er voor de afgifte van een bouwvergunning een bodemonderzoek conform NEN 5740 te worden uitgevoerd om vast te stellen of er sprake is van bodemverontreiniging. Vrijstellingen bodemonderzoek bestemmingsplannen op basis BKK Bij nieuwe bestemmingsplannen voor ontwikkelings-, uitloop- en uitleggebieden kan inzicht in de bodemkwaliteit gegeven worden door de BKK. Dergelijke zones (ontwikkelingsgebieden en landelijk gebied) uit de bodemkwaliteitskaart betreffen schone zones (er is sprake van een homogene bodemkwaliteit). Bij wijzigingen in bestemmingsplannen is er m.n. sprake van kleinere, binnen het stedelijke gebied vallende wijzigingen (zgn. postzegelplannen). Hierbij is er sprake van kleinere gebieden binnen stedelijke zones (er is sprake van een grotere heterogeniteit in bodemkwaliteit), waardoor het gebruik van de bodemkwaliteitskaart tot grotere risico s zal leiden. Voorgesteld wordt om op basis van de BKK vrijstelling van bodemonderzoek bij nieuwe bestemmingsplannen te verlenen indien er sprake is van: 1. een niet-verdachte locatie (vaststellen op basis van een door de gemeente uit te voeren historische toets), en; 2. een ontwikkelings-, uitloop- of uitleggebied (schone zones), en; 3. vml. weilanden (landelijk gebied), geen bebouwd(e) perceel. Aanvullend wordt opgemerkt dat deze vrijstelling niet geldt voor het onderzoek naar de kwaliteit van het grondwater, de waterbodem en de verdachte locaties zoals gedempte sloten en vml. bedrijfslocaties, omdat deze zijn uitgezonderd van de BKK. Voorwaarde is wel dat bij de contractsvorming expliciet in de overeenkomst melding wordt gemaakt van de beschikbare bodeminformatie (BKK, BBP, gedempte sloten wel/niet verdachte locaties, grondwater- en waterbodemonderzoek) en dat deze informatie niet wordt opgenomen in de algemene voorwaarden. Immers in privaatrechtelijke zin heeft de gemeente (professioneel verkoper) een omvangrijkere informatieplicht naar de koper (geen ontwikkelaar, en daarmee een niet professionele koper). Om zeker te stellen dat hetgeen de koper van de gemeente denkt te kopen ook overeenkomt met hetgeen de gemeente hem levert (conformiteitbeginsel) is het zaak zo transparant mogelijk te communiceren over wat nu wel en niet onderzocht is en hoe de risicoverdeling tussen partijen is ten aanzien van later aan te treffen verontreinigingen. Hieraan gekoppeld moet worden dat indien de kopers meer zekerheid willen omtrent de bodemgesteldheid, zij dan op eigen kosten nader bodemonderzoek mogen laten uitvoeren, omdat de beschikbare bodeminformatie als voldoende wordt geacht voor het afgeven van een bouwvergunning op betreffend perceel en de verkoop daarvan voor het doel waarvoor het bestemd is. 7

Voorbeeld informatieverstrekking koopcontract: Voor het ontwikkelings-, uitloop- of uitleggebied (locatienaam) is de volgende bodeminformatie beschikbaar: - Bodemkwaliteitskaart en Bodembeheerplan Gemeente Smallingerland, 29 september 2004; - Grondwater- en waterbodemonderzoek, (bureau, datum en nummer invullen); - Bodemonderzoek ter plaatse van gedempte sloten, (bureau, datum en nummer invullen); - Wel/niet verdachte locaties; - Nader bodemonderzoek verdachte locaties (indien van toepassing, bureau, datum en nummer invullen); De beschikbare bodeminformatie wordt als voldoende geacht voor het afgeven van een bouwvergunning op genoemd perceel; Indien de kopers meer duidelijkheid wensen omtrent de bodemgesteldheid, mogen zij op eigen kosten nader bodemonderzoek laten uitvoeren. Bovenstaan voorbeeld geeft een passage weer die kan worden opgenomen in het verkoopcontract van een kavel binnen een ontwikkelings-, uitleg- of aanloopgebied. 5. Bodemonderzoek bij aanlegvergunningen Bij aanlegvergunningen wordt grond m.n. toegepast met als uiteindelijke bestemming bodem (geen werk overeenkomstig Bsb). Indien de toe te passen grond afkomstig is uit een schone zone van de BKK Smallingerland, dan kan toepassing plaatsvinden zonder aanvullend bodemonderzoek (overeenkomstig BBP). Als de grond afkomstig is uit een niet-schone zone, dan wordt toepassing als zijnde bodem bij een aanlegvergunning alleen toegestaan naar een gelijkwaardige zone. Toepassing naar en schonere zone is niet toegestaan. Hiervoor wordt verwezen naar de grondstromenmatrix van de BKK (zie bijlage 1). Indien de toe te passen grond afkomstig is van buiten de gemeente, dan dient een partijkeuring conform Bsb (AP04) te worden overlegd, alvorens wordt bepaald of toepassing van de partij mogelijk is. Een uitzondering geldt voor een partij grond afkomstig uit de drie andere met ons samenwerkende gemeenten. 6. Bodemonderzoek bij grondtransacties In verband met privaatrechtelijke aansprakelijkheidstelling wordt er voor gekozen om bij transacties in principe geen vrijstelling van de bodemonderzoekverplichting te verlenen. Een uitzondering kan worden gemaakt worden voor: - verkoop grond in ontwikkelings-, uitleg- en uitloopgebieden (geen verdachte locaties, geen bebouwde locaties); - aankoop grond in ontwikkelings-, uitleg- en uitloopgebieden (geen verdachte locaties, geen bebouwde locaties). Reden hiervoor is dat er sprake is van gebieden die zich kenmerken door voormalig weiland/landelijk gebied, waarbij er volgens de BKK sprake is van schone zones. Door de gebiedseigen grond en het relatief weinige grondverzet is er sprake van een homogene kwaliteit (weinig wisseling in kwaliteit binnen dezelfde zone). Voorgesteld wordt om voor ontwikkelings-, uitleg- en uitloopgebieden vrijstelling van bodemonderzoek te verlenen, mits aanvullend onderzoek wordt uitgevoerd naar de kwaliteit van het grondwater, de waterbodem(s) en eventueel gedempte sloten binnen het gebied, omdat zij geen deel uitmaken van de BKK. 7. Bodemonderzoek bij Openbare werken Bij civiel technische werken worden geen vrijstelling verleend voor het uitvoeren van bodemonderzoek van wegen en de aanleg van o.a. rioleringsleuven en leidingstroken, omdat deze zijn uitgezonderd van de BKK. Er is hier m.n. sprake van geen gebiedseigen grond (het betreft opgebrachte grond en andere funderingslagen). Voor deze werken zal dus regulier bodemonderzoek (inclusief funderingslagen) moeten worden uitgevoerd op het moment dat er sprake is van afvoer van grond en funderingslagen. Bij tijdelijke uitname is de onderzoeksplicht niet van toepassing. 8

Wel wordt een uitzondering gemaakt voor de ontwikkeling van een bedrijventerrein c.q. woongebied op de in BKK aangegeven ontwikkelingsgebieden (tot 2,0 m-mv, hetgeen is de reikwijdte is van de BKK). Voor de hierbij vrijkomende grondstromen geldt dat toepassing overeenkomstig de BKK mogelijk is (zie grondstromenmatrix in bijlage 1). Wel dient aanvullend de kwaliteit van het grondwater, de waterbodems en eventueel gedempte sloten te worden onderzocht, omdat deze geen onderdeel uitmaken van de BKK. 8. Beleidsregels in relatie tot Algemene Wet Bestuursrecht Bovenstaande voorstellen tot het verlenen van vrijstellingen van bodemonderzoek, zijn beleidsregels in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Per 1 januari 1998 is de derde tranche van de Awb in werking getreden. Een van de wijzigingen heeft betrekking op de publicatie van beleidsregels (art. 4:81 t/m 4:84 AWB). Een beleidsregel houdt in: dat het bestuursorgaan, in dit geval uw college van burgemeester en wethouders, een besluit neemt waarbij een algemene regel, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift, wordt vastgesteld over de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan (zie art. 1:3 lid 4 Awb). Als uw college een besluit moet nemen over een bepaalde kwestie, kan ter motivering van dat besluit worden verwezen naar een vaste gedragslijn mits deze in een beleidsregel is vastgelegd. Voor alle betrokkenen bij een besluit moet dan wel de mogelijkheid (hebben) bestaan om kennis te nemen van een dergelijke beleidsregel. Vandaar dat de Awb nu voorschrijft dat dergelijke beleidsregels bekend gemaakt dienen te worden. Na vaststelling van genoemde beleidsregels inzake het verlenen van vrijstellingen voor bodemonderzoek, zal de publicatie en ter inzagelegging van de beleidsregels plaatsvinden. 9. Verzoek tot toetsing Een verzoek tot het verlenen van vrijstelling voor bodemonderzoek kan worden ingediend bij MBG (zoals dit nu met verzoeken omtrent het nodig zijn van bodemonderzoek ook al het geval is). Hierbij draagt MBG de eindverantwoordelijk voor de toetsing van de mogelijkheden tot het verlenen van een vrijstelling. Een advies wordt altijd schriftelijk vastgelegd door MBG en gearchiveerd in het bodemdossier van de betreffende locatie. Hiertoe zal een standaardtoetsingsformulier worden opgesteld. 10. Conclusie De gemeente stelt dat door het opstellen van de BKK een algemeen beeld van de kwaliteit van zones wordt gegeven. Door het uitzonderen van verdachte locaties van deze kaart en het aanvullend laten onderzoeken van grondwater, waterbodem en eventueel aanwezige gedempte sloten, is de kans dat er sprake zal zijn van een bodemverontreiniging en daarmee tot het onterecht verlenen van vergunningen c.q. vaststellen van bestemmingsplannen tot een minimum beperkt. De bodemkwaliteit is immers met een bepaalde (statistische) zekerheid bekend en indien de achtergrondgehalten beneden een bepaalde risiconorm liggen, is er dus geen risico te verwachten. Een bodemonderzoek zal dan niet leiden tot andere inzichten. Een korte samenvatting van de voorgestelde vrijstellingen voor bodemonderzoek op basis van de BKK is opgenomen in een tabel in bijlage 6. Na het vaststellen van de beleidsregels door ons college, de publicatie en ter inzage legging overeenkomst de Algemene Wet Bestuursrecht, zullen de beleidsregels inzake de vrijstelling van bodemonderzoek in werking treden. Tot slot wordt opgemerkt dat in het verkoopcontract van een kavel binnen een ontwikkelings-, uitlegof aanloopgebied, expliciet een tekstdeel zal worden gewijd aan de verstrekte bodeminformatie (zie 4 Bodemonderzoek bij bestemmingsplannen). Indien kopers niet akkoord met de geleverde bodeminformatie, dan kan op eigen kosten een aanvullend bodemonderzoek worden uitgevoerd. 9

Bijlage 1: Grondstromenmatrix BKK 10

Bijlage 2: Tabel 4.1. BBP gehaltes waaraan toe te passen grond moet voldoen Tabel 4.1 : Gehaltes (gemeten gehalten in mg/kg) waaraan toe te passen grond moet voldoen Stof Ontvangende zone B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7 B8 O1 O2 O3 O4 O5 O6 O7 O8 As S S S S S S S S S S S S S S S S Cd S S S S S S S S S S S S S S S S Cr S S S S S S S S S S S S S S S S Cu S S S S S S S S S S S S S S S S Hg S S S S S S S S S S S S S S S S Pb 97,7 S S S S S S S S S S S S S S S Ni S S S S S S S S S S S S S S S S Zn 96,1 S S S S S S S S S S S S S S S PAK 8,6 1,8 1,6 2,3 S 1,5 S 5,1 S S S S S S S S M.O.* 80,0 68,0 S 42,2 52,0 79,6 S 100,0 99,6 33,2 29,4 50,7 39,4 72,2 S 372,0 EOX* S 0,4 S S S S S S S S S S S S S 1,6 Stof Ontvangende zone Lbg1 Lbg2 Lbg3 Log1 Log2 Log3 As S S S S S S Cd S S S S S S Cr S S S S S S Cu S S S S S S Hg S S S S S S Pb S S S S S S Ni S S S S S S Zn S S S S S S PAK S S S S S S M.O.* 48,2 66,3 84,6 131,0 37,0 S EOX* S S 0,5 1,0 S 0,5 * voor minerale olie en EOX geldt een uitzonderingssituatie. Voor beide stoffen hoeft in principe de toets van vergelijkbare kwaliteit niet plaats te vinden [15], mits beide stoffen op basis van (historisch) gebruik niet verdacht zijn. Dit is ter beoordeling aan de Afdeling Milieu. 11

Bijlage 3: Stroomschema bodemonderzoek bij bouwvergunning 12

Bijlage 4: Historische toets bij meldingsformulier Locatie-ligging: * Stedelijk/industrie/bodembescherming/agrarisch/buitengebied-overig:. Bestemmingsplan:.. In gebruik als:.. In het verleden een bodemonderzoek uitgevoerd?: Nee*, Ja*: afschrift(en) rapport bijgevoegd:.. Bestaande bebouwing op de locatie?: Nee*: van. tot in gebruik geweest als erf/tuin bij woning/bedrijfsterrein/landbouw/natuur Ja*: van. tot woning/bedrijf/opslagruimte/veestalling/overig: Brandstof opslag? Nee* Ja*: in ondergrondse/bovengrondse tanks/vaten/bussen, inhoud liters diesel/benzine/petroleum/stookolie/overig: Is de opslag nog in gebruik? Nee*/Ja*: Kiwa-keuringscertificaat bijgevoegd. Is de opslag gesaneerd? Nee*/Ja*: Kiwa-keuringscertificaat bijgevoegd. Mestopslag? Nee*, Ja*: soort mest: vaste mest/drijfmest/overig..., hoeveelheid.. m3, wijze van opslag: op bodem, mestplaat, mestkelder/foliebassin/overig:.. Terreingebruiken verhardingen op de locatie: Verhardingsoppervlak. m2 Bebouwingsoppervlak m2 Perceel opgehoogd: Nee*, Ja*: in de periode.. is de locatie. meter opgehoogd met. Grondverzet uitgevoerd: Nee*,Ja*:wanneer.hoe/waar Sloot aanwezig/gedempt: Nee*,Ja*:... hoe/waar Gebouw gesloopt: Nee*,Ja*:... hoe/waar Fundering/puin/afval ed: Nee*,Ja*:... wat/waar Kabels/leidingen/riool: Nee*,Ja*:... wat/waar Lozingen van afvalwater: Samenstelling: Huishoudelijk/bedrijfsafvalwater/spoelwater/proceswater Aansluiting op riolering: Nee*,Ja*: wanneer... hoe Lozing in sloot: Nee*,Ja*: waar... hoe Lozing in de bodem: Nee*,Ja*: waar... hoe Septic-tank aanwezig: Nee*,Ja*: waar..... Zinkput aanwezig: Nee*,Ja*: waar..... Afvalwaterbehandeling: Nee*,Ja*: omschrijving..... Bodeminfiltratie-voorziening: Nee*,Ja*: waar..... Calamiteiten in het verleden: Lek raken tank(s)/overlopen opslag/brand inboedel en/of opstal/afvalverbranding/anders, nl: * omcirkelen wat van toepassing is en volledig invullen! 13

Bijlage 5: Tabel bodemonderzoeksmethodiek bij bestemmingswijzigingen (hieronder valt ook een vrijstelling in het kader van artikel 19 WRO) Soort bestemmingswijziging Bouwen binnen de functie erf 3 Incidentele kavels met directe bouwtitel Bestemming bos, natuurterrein, leidingstroken en wegen Nieuwe bedrijfsbestemming, functieverandering vml. bedrijventerrein Vernieuwbouw woningen, winkels, kantoren (afwijking bestemmingsplan) Beëindiging agrarische bedrijven, bouw 2 e bedrijfswoning op locatie 4 Functiewijziging t.a.v. bestemming bijzondere doeleinden Bestemming wijzigen in een gevoeligere bestemming (artikel 11, WRO) Overige gevallen Onderzoeksmethodiek NVN5725 NVN 5725 NVN 5725 NVN5725 + bodemonderzoek NEN 5740 Zie toetsingscriteria bouwvergunning bijlage 3 NVN 5725 + bodemonderzoek NEN 5740 (gehele bouwkavel) NVN 5725 + bodemonderzoek NEN 5740 NVN 5725 NVN5725 + bodemonderzoek NEN 5740 Verdacht/ onverdacht Verdacht Onverdacht Verdacht Onverdacht Verdacht Onverdacht Vervolgaanpak Bodemonderzoek NEN5740 direct aansluitend uitvoeren, voor bestemmingswijziging Geen bodemonderzoek uitvoeren op basis van bestemmingswijziging, zie bijlage 3 voor voorwaarden bodemonderzoek bij bouwvergunning Bodemonderzoek NEN5740 direct aansluitend uitvoeren, voor bestemmingswijziging Geen bodemonderzoek uitvoeren op basis van bestemmingswijziging, zie bijlage 3 voor voorwaarden bodemonderzoek bouwvergunning Bodemonderzoek NEN5740 direct aansluitend uitvoeren, voor bestemmingswijziging Geen bodemonderzoek op basis van bestemmingswijziging, voor toepassing grond elders (Bouwstoffenbesluit (Bsb) of BKK (laatste geldt niet voor leidingstroken en wegen) Bodemonderzoek uitvoeren voor bestemmingswijziging Bodemonderzoek uitvoeren voor bestemmingswijziging Mits er sprake is van een gevoelige functie binnen deze bestemming zoals schoolgebouwen, gemeenschapshuizen, kloosters, etc. Verdacht Bodemonderzoek NEN 5740 Onverdacht Verplichting tot bodemonderzoek opnemen in de voorschriften van desbetreffend bestemmingsplan (bodemonderzoek uitvoeren op moment dat wijzigingsbevoegdheid wordt ingevuld) Bodemonderzoek uitvoeren voor bestemmingswijziging 3 Bouwen binnen de functie erf, zoals garages bij particulieren, kleine bouwwerken zoals trafostations, antennemasten, etc. 4 Beëindiging agrarische bedrijven. Bebouwing krijgt soms een woonbestemming met daarop aansluitende bestemming dan wel een recreatieve bestemming. 14

Bijlage 6: Samenvatting voorstellen zoneringsbeleid, terugsaneerwaarden en vrijstellingen bodemonderzoek op basis BKK Notitie bodemonderzoek en Voorstellen vrijstellingen BKK Zoneringsbeleid 2 Geen voorstellen, de omgang van grondstromen binnen de zones van de BKK Smallingerland is reeds vastgelegd in de grondstromenmatrix behorende bij het BKK (zie bijlage 1); Terugsaneerwaarden 2 Voor het vaststellen van de terugsaneerwaarden wordt tabel 4.1. van het BBP toegepast (zie bijalge 2, gehaltes waaraan toe te passen grond moet voldoen ); Bij functiegericht saneren (alleen bij niet-mobiele verontreinigingen, zoals zware metalen) zijn de terugsaneerwaarden niet van toepassing (er dient gemotiveerd te worden afgeweken van de terugsaneerwaarden); Vrijstellingen bouwvergunningen 3 Voor het vaststellen van de bodemonderzoeksplicht bij bouwvergunningen wordt gebruikt gemaakt van het schema in bijlage 3 (stroomschema bodemonderzoek bij bouwvergunning); Nadere afspraken inzake bodemkwaliteit en de invloed op de bouwvergunning zijn vastgelegd in tabel 1; Voorgesteld wordt om multifunctioneel te saneren, tenzij: - Vrijstelling bodemonderzoek voor ontwikkelings-, uitleg- en uitloopgebieden (Bbg7/Bog7, landelijk gebied) op basis van BKK, indien vml. weilanden, niet bebouwd en niet-verdacht; - Toepassen historische toets (bijlage 4) om te bepalen of sprake is van verdachte locatie; Aanvullend grondwater, waterbodem en gedempte sloten onderzoeken, omdat zij geen onderdeel van de BKK uitmaken; Vrijstellingen bestemmingsplan 4 Bij nieuwe bestemmingsplannen dient een bodemonderzoek conform NVN 5725 en NEN 5730 te worden uitgevoerd; Bij bestemmingswijzigingen dient het schema bodemonderzoeksmethodiek bij bestemmingswijzigingen' te worden toegepast (bijlage 5); Vrijstelling bodemonderzoek bij Ontwikkelings-, uitleg- en uitloopgebieden (vml. weiland, onverdacht, niet bebouwd); Bouwen binnen in verleden vastgesteld bestemmingsplan (middels bouwvergunning wordt wel/niet bodemonderzoek verlangd); Aanvullend grondwater, waterbodem en gedempte sloten onderzoeken, omdat zij geen onderdeel van de BKK uitmaken; Vrijstellingen aanlegvergunningen 5 Geen voorstellen, de toepassing van grondstromen in de zones BKK is vastgelegd in het BBP; Toepassing van grond van buiten gemeente alleen indien partijkeuring Bsb/AP04 en schone grond; Vrijstellingen grondtransacties 6 Vrijstelling bodemonderzoek bij Ontwikkelings-, uitleg- en aanloopgebieden BKK (aan- en verkoop van percelen, mits landelijk gebied, vml. weiland, geen verdachte locaties en geen bebouwing); Wel grondwater-, waterbodemonderzoek en onderzoek gedempte sloten uitvoeren, omdat dit geen onderdeel uitmakt van de BKK ; Vrijstellingen openbare werken 7 Geen vrijstelling bodemonderzoek voor civieltechnische werken als wegen, rioolsleuven en leidingstroken; Vrijstelling bodemonderzoek voor vrijkomende grondstromen bij de realisatie van bedrijventerreinen en woongebieden in Ontwikkelings-, uileg- en uitloopgebieden (tot 2,0 m-mv) 15