9 e Directie Dienst 91 Kunst en Cultuur Provincieraadsbesluit betreft verslaggever REGLEMENT LOKAAL CULTUURBELEID voorleggen voorstel tot uitbreiding reglement betreffende de ondersteuning van initiatieven in het kader van het lokaal cultuurbeleid de heer Jean-Pierre Van Der Meiren De Provincieraad, Gelet op artikel 65, lid 1, en artikel 85 van de Provinciewet ; Gelet op het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid ; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 11 januari 2002 ter uitvoering van het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid ; Gelet op het advies van de provinciale adviescommissie voor gemeentelijk cultureel werk ; Overwegende dat in de begroting 2004 de nodige kredieten worden ingeschreven voor de subsidiëring van initiatieven in het kader van het lokaal cultuurbeleid ; Overwegende dat het aangewezen is de toekenning van de subsidies te laten gebeuren op basis van een provinciaal reglement ; besluit : 1. ALGEMENE BEPALINGEN Art. 1 : Binnen de perken van de kredieten, daartoe goedgekeurd op de begroting van de Provincie Oost-Vlaanderen, kan de Bestendige Deputatie subsidies verlenen voor initiatieven die in Oost-Vlaanderen plaatsvinden en die een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid ondersteunen. De verdeelsleutel van het krediet wordt jaarlijks bepaald door de Bestendige Deputatie, op advies van de commissie voor Gemeentelijk Cultureel Werk.
p. 2/6 Art. 2 : Een subsidieaanvraag kan uitgaan van : - een cultuurcentrum dat gesubsidieerd wordt door de Vlaamse Gemeenschap op basis van het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid, of een gemeenschapscentrum dat gevestigd is in een gemeente met een door de minister goedgekeurd cultuurbeleidsplan ; - een door de bestendige deputatie erkend intergemeentelijk samenwerkingsverband met of zonder rechtspersoonlijkheid, zoals omschreven in het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, bestaande uit minstens 4 aangrenzende gemeenten en waarvan één van de deelnemende gemeenten over een gesubsidieerd gemeentelijk cultuurcentrum beschikt of een goedgekeurd gemeentelijk cultuurbeleidsplan heeft. Bij overgangsmaatregel voor 2004 en 2005 kan dit ook als de gemeente een cultuurbeleidsplan bij de Vlaamse administratie heeft ingediend, maar door die administratie nog niet is goedgekeurd. - een gemeentelijke cultuurbeleidscoördinator of een gemeentelijke cultuurfunctionaris in een gemeente zonder gesubsidieerd cultuur- of gemeenschapscentrum 2. SUBSIDIËRINGSVOORWAARDEN Art. 3 : De volgende initiatieven komen in aanmerking voor subsidiëring op basis van dit reglement : 1. De dagprogrammatie met regionale uitstraling van podiumkunsten en de educatieve randactiviteiten bij tentoonstellingen, verzorgd door externe educatieve begeleiders, van een cultuurcentrum of een gemeenschapscentrum. 2. Intergemeentelijke duurzame samenwerkingen, gecreëerd met het oog op de afstemming van het cultuuraanbod en de cultuurcommunicatie, van een door de bestendige deputatie erkend samenwerkingsverband met of zonder rechtspersoonlijkheid.
p. 3/6 3. a. Cultuurspreidende projecten van een cultuurcentrum of gemeenschapscentrum die beoordeeld worden op basis van de volgende criteria : - het bovenlokaal karakter, - de bevordering van de cultuurcommunicatie, 3. b. Gemeenschapsvormende projecten Projecten die zich situeren binnen een tentoonstellings-, erfgoed-, of sociaalartistieke context krijgen een gunstig vooroordeel. Art. 4 : Om aanspraak te maken op subsidiëring moet de aanvrager een subsidieaanvraag indienen, gericht aan het Provinciebestuur van Oost-Vlaanderen, Dienst 91 Kunst en Cultuur, Gouvernementstraat 1 te 9000 Gent: 1. Vóór 31 augustus voor de subsidiëring van de dagprogrammatie van het voorbije seizoen dat loopt van 1 juli tot 30 juni, 2. Vóór 31 augustus voor de subsidiëring van de intergemeentelijke samenwerkingen, tijdens het voorbije seizoen dat loopt van 1 juli tot 30 juni, 3. Vóór 1 mei voor de subsidiëring van projecten die plaatsvinden in het komende seizoen dat loopt van 1 juli tot 30 juni. 3. INHOUD VAN DE SUBSIDIEDOSSIERS Art. 5 : De respectieve aanvraagdossiers bestaan uit : 1. voor de dagprogrammatie : - een volledige opgave van de dagprogrammatie van de podiumkunsten en de educatieve randactiviteiten bij tentoonstellingen, - een gedetailleerde begroting van inkomsten en uitgaven. 2. voor de intergemeentelijke samenwerkingen : - een inhoudelijke omschrijving van het samenwerkingsinitiatief, - een gedetailleerde begroting van inkomsten en uitgaven. 3. voor de projecten : - een nauwkeurige beschrijving van het project met inbegrip van doelstelling, doelpubliek, methodieken, tijdsverloop, plaats, thema, geplande promotie ; - een gedetailleerde begroting van inkomsten en uitgaven. - een motivering waarom volgens de aanvrager het initiatief in aanmerking komt voor provinciale subsidiëring
p. 4/6 Steeds wordt gevraagd : - naam, adres, e-mailadres en telefoonnummer van een persoon die bevoegd is om namens de initiatiefnemer informatie te verstrekken, - het rekeningnummer waarop het eventuele subsidiebedrag kan gestort worden. 4. SPECIFIEKE BEPALINGEN BETREFFENDE DE PROJECTSUBSIDIERING Art. 6 : Art. 7 : Bij de beoordeling van de aanvragen voor een projectsubsidie zullen ondermeer de volgende criteria gehanteerd worden : - de gebruikte methodieken en processen, - de doelstellingen, - de actieve betrokkenheid van de verschillende actoren/partners/vrijwilligers van binnen en buiten de gemeente, - de reikwijdte en uitstraling - de financiële, materiële en immateriële middelen die voorzien worden, - het belang van de subsidiëring voor de realisatie van het project, - de professionele omkadering, zowel in de formulering van de doelstellingen als in de realisatie van het proces, - het maatschappelijk en culturele gebeuren dat rond het project ontwikkeld wordt, - de gemeenschapsvormende meerwaarde voor de lokale gemeenschap. Posten die ondermeer in aanmerking komen voor subsidiëring zijn : - de uitkoopsommen voor optredende groepen en kunstenaars, - de honoraria en/of reiskosten voor lesgevers, sprekers of medewerkers, niet behorend tot het personeel van de aanvrager, - publiciteit- en promotiekosten, zoals brochures, uitnodigingen, affiches, - huur van apparatuur, - huur van tentoonstellingsmateriaal. Art. 8 : Posten die niet in aanmerking komen voor subsidiëring zijn ondermeer : - de huur van ruimten met inbegrip van de kosten voor onderhoud, verwarming en verlichting, - de representatiekosten en uitgaven voor recepties en banketten, - andere reis- en verblijfkosten dan opgesomd in artikel 8,
p. 5/6 - de uitgaven voor geschenken en attenties, - de eigen personeelskosten, - de aankoop van uitrusting. Art. 9 : Het subsidiebedrag wordt bepaald door - het begrotingskrediet, - het relatieve belang van de activiteit, ook in relatie tot de overige ingediende initiatieven, - de toegezegde inbreng van het gemeentebestuur, - de eventuele subsidiëring door andere overheidsbesturen. Art. 10 : Art. 11 : De aanvrager aan wie een subsidie werd toegekend, verbindt zich ertoe : - het project uit te voeren binnen de vooropgestelde timing in het aanvraagdossier, - de data van eventueel aan het project verbonden activiteiten tijdig door te geven aan de dienst 91 Kunst en Cultuur, - indien het een culturele activiteit betreft een uitnodiging te sturen naar de leden van de Bestendige Deputatie, de Dienst 91 en de leden van de bevoegde adviescommissie, zodat bijwonen van de activiteit mogelijk is, - elke daartoe gemachtigde afgevaardigde van de Provincie Oost-Vlaanderen toe te laten ter plaatse de activiteit en de aanwending van de toegekende subsidie te controleren, - steeds het logo en/of de ondersteuning van de Provincie Oost-Vlaanderen te vermelden bij de bekendmaking van het project (drukwerk, publicaties, persmededelingen...). Uiterlijk binnen de twee maanden na het plaatsvinden van het project dienen de volgende gegevens aan het Provinciebestuur bezorgd te worden : a) de rekening van inkomsten en uitgaven, samen met de financiële bewijsstukken, b) het verslag betreffende het project, gestaafd met documenten, zodanig dat het provinciebestuur een juist beeld van de activiteit verkrijgt. De bestendige deputatie kan op gemotiveerd verzoek van de initiatiefnemer een voorschot verlenen op de projectsubsidie, dat echter niet meer dan 50% kan bedragen van de toegezegde subsidie. Het saldo wordt als tweede schijf overgemaakt na ontvangst van het verslag en de afrekening. Indien uit de ingestuurde afrekening blijkt dat de uiteindelijke kosten voor het project lager liggen dan de oorspronkelijke raming, zal de subsidie verhoudingsgewijs aangepast worden.
p. 6/6 Art. 12 : Indien het project waarvoor subsidie werd aangevraagd niet kan plaatsvinden of wijzigingen zijn opgetreden in de bij de subsidieaanvraag verstrekte gegevens, deelt de initiatiefnemer dit onmiddellijk mee aan het Provinciebestuur. 5. SLOTBEPALINGEN Art. 13 : Art. 14 : Art. 15 : Art. 16 : Art. 17 : Art. 18 : Het indienen van foutieve aangiften of het verstrekken van onjuiste gegevens hebben de gehele of gedeeltelijke schrapping of terugvordering van de subsidie tot gevolg. Komen niet in aanmerking voor subsidiëring op basis van dit reglement : De initiatieven die : 1. ressorteren onder een afzonderlijke, door de provincieraad goedgekeurde reglementering, of waarvoor specifieke kredieten ingeschreven zijn op de begroting, 2. uitsluitend georganiseerd worden door scholen, 3. te laat worden ingediend, 4. een commercieel oogmerk hebben. De Bestendige Deputatie neemt een beslissing over de aanvragen voor een subsidie, na het advies van de terzake bevoegde Provinciale Adviescommissie voor Gemeentelijk Cultureel Werk. Alle betwistingen en interpretatieproblemen betreffende dit reglement worden beslecht door de Bestendige Deputatie, na advies van de Provinciale Adviescommissie voor Gemeentelijk Cultureel Werk. Voor 2004 wordt een overgangsmaatregel voorzien waarbij de aanvragen voor gemeenschapsvormende projecten die plaatsvinden tussen 1 juli 2004 en 30 juni 2005 moeten ingediend worden op uiterlijk 30 september 2004. Dit reglement treedt in werking vanaf 1 september 2004 en heft het reglement dd. 11.12.2003 op. Gent, Namens de Provincieraad : de Provinciegriffier de Voorzitter