y Raad van Lelystad 2013 N 64



Vergelijkbare documenten
2011 N 486. de heer S.G.J. van Erk (VVD), plaatsvervangend voorzitter;

2012 N 561. mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter;

2013 N 518. de heer S.G.J. van Erk (VVD), voorzitter;

c^rr Raad van Lelystad 2013 N 206

c_siy y Raad van Lelystad 2011 N 491

Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11).

mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter;

2011 N 592. de heer S.G.J. van Erk (VVD), plaatsvervangend voorzitter;

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

y Raad van Lelystad 2013 N 438

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Raad van Lelystad 2013 N 88

2006 N 258. mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter;

mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter;

Initiatiefvoorstel Beter debatteren in commissie en raad

Openbaar lichaam PlusTeam. Reglement van Orde van het Algemeen Bestuur

c^rr Raad van Lelystad 2013 N 180

Programma van de vergadering, lijst met onderwerpen die op de vergadering worden behandeld.

Raad van Lelystad 2012 N 160

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 3 september 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Reglement van orde voor de raad, verordening op de raadscommissies en huishoudelijk reglement van het presidium

mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter;

Notitie functioneringsgesprekken

Notitie raadsvragen in soorten en maten

Raad van Lelystad 2012 N 138

2014 N 1. mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter;

Rapport. Datum: 18 december 2003 Rapportnummer: 2003/486

2: vergaderen VASTE VOORZITTER EN NOTULIST

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 14 februari 2008 over de Raad voor het concurrentievermogen.

2013 N 525. mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter;

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Uitnodiging. 1) Opening. 2) Mededelingen Mw. Gooijer heeft gemeld afwezig te zijn en haar reactie vooraf door te geven.

Polderen voor beginners

Aan Provinciale Staten van Overijssel

Besluitenlijst van de vergadering van de raad van de gemeente Eemsmond gehouden op donderdag 4 december 2014 in het gemeentehuis te Uithuizen.

y Raad van Lelystad 2011 N 77

BESLUITENLIJST. Vaststelling agenda

18 DECEMBER 2008: Besluit project Atalanta ( project dierenpark / centrum / theater)

BAWI/U Lbr. 08/170

Aan de orde is de behandeling van: - het verslag van een schriftelijk overleg over de vaste boekenprijs (32641, nr. 16).

constaterende dat de Wet passend onderwijs scholen per 1 augustus 2014 een zorgplicht voor elke leerling oplegt;

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Leijten (SP) over de indicatiestelling door professionals (2015Z06168).

2015D08919 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

RAPPORT. Het klachtenformulier is gedateerd 10 juli 2012 en bij het secretariaat ingeboekt op 11 juli 2012 onder nummer

Besluitenlijst RAADSVERGADERING

Beïnvloeding Samen sta je sterker

Raadsvergadering van 14 maart 2013 Agendanummer: 9.1. Onderwerp: Inrichting stelsel Zorg voor jeugd (transitie jeugdzorg)

Besluitenlijst van de vergadering van de raad van de gemeente Eemsmond gehouden op donderdag 23 april 2015 in het gemeentehuis te Uithuizen.

Vergadering van De commissie Onderzoek van de Rekening. 15 april 2009 COR Status verslag Concept. de heer Romijn

Onderwerp: Gemeentelijke opschaling, regionale samenwerking en decentralisaties

y Raad van Lelystad 2010 N 599

BESLUIT: vast te stellen het navolgende Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van het college.

Rapport. Datum: 15 juli Rapportnummer: 2013/087

Besluitenlijst van de commissievergadering Ruimtelijke Zaken van 8 december 2011

Passend Onderwijs voor de kinderen op school: samen met ouders en leerkracht

Voorstel Gemeenteraad VII- R

Eerste Kamer der Staten-Generaal

BELEIDSKADER SOCIAAL DOMEIN (NIEUWE WMO EN JEUGDWET)

Reglement van orde voor de vergaderingen van burgemeester en wethouders van Voorst.

Huiselijk geweld tussen zussen

Voorzitter: Van Miltenburg. Mededelingen

Ad Jongenelen, Carola van t Schip en Frank Reiber

HOE WERKT DE GEMEENTE? Het beïnvloeden van beleid en besluitvorming

BESLUITEN VAN HET COLLEGE VAN DE GEMEENTE LELYSTAD

mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter;

Reglement van orde Rekenkamercommissie Stichtse Vecht

Tweede Kamer der Staten-Generaal

23. Instemmen met de Agenda Duurzaamheid

Welkom. bij de. gemeenteraad

Hoofdstuk 2. Contact maken, inlichtingen verstrekken en onderhandelen

Rapport. Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110

Aan de leden van de gemeenteraad Sliedrecht. Hierbij bieden wij u bijgevoegde stukken aan voor: besluitvorming zienswijze kennisname

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 20 december 2007 over het wapenexportbeleid.

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 15 november 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

2016D30138 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Geachte heer/mevrouw,

2016D22881 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter;

Memorie van antwoord. Convenant actieve informatieplicht

Raad V versie 3 december Verordening functioneringsgesprekken burgemeester

* IJsselstein. Besluitenijst

Besluitenlijst gemeenteraad Lelystad 2 december 2014

7 WWB-onderwerpen en Participatiewet

besluit van de gemeenteraad

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 25 april TFI/U / Lbr. 19/ Herziening Gemeentefonds.

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, (t.a.v. J. van der Meer)

Rapport. Verzoeker De X. te Almelo, verder te noemen verzoeker. Het verzoek is ingediend door de gemachtigde, de heer Y.

Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

1.1 klopt dit? en zo ja, waarom alleen met coalitiefracties?

Allereerst wil ik de organisatoren van deze dag, de Stichting Lezen en Schrijven

Handboek Politiek. Derde Kamer der Staten-Generaal

2014 N 111. de heer S.G.J. van Erk (VVD), voorzitter;

2. Vaststelling agenda De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.

Kompaan en De Bocht. Datum 7 maart 2014 Betreft Uw brief van 26 februari 2014 over effecten van herverdeling decentralisatie-uitkering vrouwenopvang

U wordt gevraagd (achteraf) in te stemmen met bijgevoegde conceptbrief aan Bureau Jeugdzorg waarin de eerder gemaakte afspraken worden verwoord.

Speech Voorzitter bij het afscheid van Jan de Wit op 1 april 2014

2013 N 1. mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter;

2014D02444 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Datum Uw kenmerk Ons kenmerk In behandeling bij DIR/DB (0162)

Voor agendapunt 7 Vragen halfuur voor raadsleden (raadsvergadering 25 september)

Transcriptie:

y Raad van Lelystad 2013 N 64 NOTULEN van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lelystad, gehouden op dinsdag 12 februari 2013 om 21.00 uur in het Stadhuis van de gemeente Lelystad. Aanwezig zijn: mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter; mevrouw J. d Arnaud-Appelo (PvdA), de heer P.L.W.J. Baaten (InwonersPartij), mevrouw D.B.J. Bergman (D66), de heren F. van den Brink (InwonersPartij), D.W. Bussink (CDA), L.J.J. Caniels (CDA), S.G.J. van Erk (VVD), H.W. Gerritzen (VVD), P.C.W. Hamstra (VVD), E. van der Herberg (PvdA), E. Hers (VVD) en J.M. van den Heuvel (SP), mevrouw J.J.P. van der Hoek-Dubois (Bindend Lokaal), de heren C.J.J. Homan (Bindend Lokaal) en J.L. Jonker (VVD), mevrouw E.C. van der Kleij (PvdA), de heren H.P.M. van der Kolk (GroenLinks), E.H.G. Marseille (VVD) en M. El Mhassani (PvdA), mevrouw E.W. Middelkoop-Ferron (PvdA), mevrouw O.J. Niezen-Vos (Lelystads Belang), de heren S. Polman (Lijst Simon Polman), W.L.G. Raijmakers (Lelystads Belang) en S.M. de Reus (GroenLinks), mevrouw A.F.M. van Rijnsoever (InwonersPartij), de heren J. Schoone (Bindend Lokaal) en P.A. Schot (D66), mevrouw K. Senf (InwonersPartij), de heren K.B.P. Slump (ChristenUnie) en H.P. Soomers (PvdA), mevrouw J.W. Sparreboom-van der Spoel (VVD), de heren C. van Veluwen (ChristenUnie) en B.E. Visscher (InwonersPartij) en mevrouw E. van Wageningen (ChristenUnie), leden van de raad; alsmede mevrouw M. Jacobs-Haagen en de heren J.A. Fackeldey, W. de Jager, W. Jansen, en R. Luchtenveld, wethouders; en de heren N. Versteeg, gemeentesecretaris, en J. Woltjer, griffier. Afwezig is: de heer J. van de Beek (PvdA), lid van de raad.

2013 N 65 Agenda 1 Opening N 65 2 Mondelinge vragen N 65 3 Vaststelling agenda N 72 4 Notulen van de raadsvergadering van 29 januari 2013 N 72 5 Ingekomen stukken N 72 6 Beantwoording schriftelijke vragen van PvdA N 72 7 Vaststelling A-stukken N 79 8 Moties vreemd aan de orde van de dag N 80 1. Opening De voorzitter: Dames en heren. Ik open de raadsvergadering. Bericht van verhindering is ontvangen van de heer Van de Beek. 2. Gelegenheid tot het stellen van mondelinge vragen (art. 37 RvO) De heer Gerritzen: Mevrouw de voorzitter. Ik heb drie vragen over drie verschillende onderwerpen, dus misschien ga is ze afzonderlijk doen. Enige tijd geleden hebben wij via Omroep Flevoland kennis kunnen nemen van het voornemen tot verscherping van de handhaving van de venstertijden in het Stadshart. Het eerste deel van deze vraag is: welke problematiek signaleert het college ineens, die ons volstrekt ontgaat. En kan het college aangeven of in deze verscherping van de handhaving elementen gaan zitten welke aan de raad zullen worden voorgelegd? Wethouder Jansen: Mevrouw de voorzitter. U had ook kennis kunnen nemen van het collegebesluit dat we daarover genomen hebben. In december 2012 heeft de raad het tarievenstelsel voor het verkrijgen van een ontheffing voor rijden door het voetgangersgebied aangepast in de legesverordening. In die zin hebben we dat aangepast. Verder is er niets aangepast aan de regels voor venstertijden, laden, lossen et cetera, in het Stadshart. De afspraken die in 2008 door deze raad zijn gemaakt en door het college met de marktpartijen zoals EVO en TLM, zijn nog steeds van toepassing. Qua handhaving is het college ook niet voornemens om die werkwijze aan te passen. Het beeld dat er kennelijk heerst, dat het jachtseizoen is geopend op het verkeer dat in het centrum rijdt, is niet aan de orde, evenals niet aan de orde is dat er een voorstel aan de raad zal worden voorgelegd om daarin een wijziging aan te brengen. Overigens ligt er al wel een afspraak om daarover nog helderheid en duidelijkheid te verschaffen met mensen van het BIS en mensen van de brancheorganisatie TLM. De voorzitter: Uw volgende vraag. De heer Gerritzen: Ook weer via dezelfde Omroep Flevoland, maar dit keer via de radio, hebben wij kennis kunnen nemen van het voornemen van het college om ten aanzien van de taxistandplaatsen bij het NS-station mogelijk een sluis te gaan aanleggen. In datzelfde radio-interview konden we beluisteren dat de meeste taxichauffeurs niets zagen in dat plan. De vraag is: kunnen wij hiervan een voorstel aan de raad tegemoet zien. Wethouder Jansen: Ook op dit punt heeft het college een besluit genomen, om kleine reconstructies te doen van een groot aantal haltes. De aanpassingen zijn gericht op doorstroming en veiligheid van de gebruikers, het verbeteren van de bruikbaarheid van de wijkbus, Regiotaxi en taxi en het realiseren van extra

2013 N 66 gehandicaptenparkeerplaatsen. Daar waar het de taxistandplaatsen betreft en het bericht van Omroep Flevoland, heeft Omroep Flevoland het bericht inmiddels gerectificeerd. Zij verklaarden eerst in een persbericht dat er een soort van sluis zou komen, wel conform het Amsterdamse model maar niet met slagbomen. De taxichauffeurs worden niet afgesloten. De kleine maatregelen, die we overigens met BDU-geld hebben bekostigd, worden heel sober en doelmatig uitgevoerd. Overigens niet in overleg met de chauffeurs maar wel in overleg met de taxi-eigenaren die hier in het kantoor zijn geweest om daarover te praten. Zij ondersteunden de eerste maatregelen die we aan hen hebben voorgelegd. Op basis daarvan worden er tekeningen uitgewerkt. Over die tekeningen wordt nogmaals overleg gevoerd, of dat de beste manier is om op een sobere en doelmatige manier deze maatregelen daadwerkelijk te gaan toepassen. De voorzitter: Dank u wel. Uw derde vraag. De heer Gerritzen: De laatste en daarover heb ik al eerder vragen gesteld enkele maanden geleden en dat is de reden dat we er nu op terugkomen. Het is inmiddels al bijna negen maanden geleden dat besloten is tot wijziging van de busroute door de Atolwijk en al weer bijna twee maanden geleden dat er vragen zijn gesteld door onze fractie waarom de bushokjes nog niet zijn verplaatst. Wij mogen ervan uitgaan dat de aanbesteding inmiddels ruimschoots heeft kunnen plaatsvinden in die negen maanden. Daar horen we graag het antwoord van het college op. We hebben ook kunnen vaststellen dat in de laatste negen maanden slechts drie weken sprake is geweest van enig winterweer, waarbij we overigens hebben kunnen constateren dat een hele hoop bouwactiviteiten gewoon doorgaan. Kan het college nu aangeven wanneer deze bushokjes eindelijk wel verplaatst worden? Wethouder Jansen: Dat kan ik. Er is nu een voorstel dat volgende week in het college besproken wordt. We hebben ervoor gekozen, juist vanwege de financiële omstandigheden en de budgetten waarbinnen wij die bushokjes allemaal moeten verplaatsen, om ze te groeperen. In totaal moeten er 47 bushaltes en bushokjes verplaatst dan wel gereconstrueerd worden. In die gegroepeerde samenstelling gaan ze in de aanbesteding. Wij verwachten dat de uitvoering in maart c.q. april aan de orde zal zijn. De heer Gerritzen: Die staan niet allemaal in de Atolwijk mag ik aannemen. Wethouder Jansen: Bij die 47 haltes zat onder andere de Atolwijk. De heer Van Veluwen: Mevrouw de voorzitter. Ik wou het even met u hebben over de hanen. Op 10 april hebben we naar aanleiding van een ingekomen brief u een vraag gesteld over de verordening inzake het hanengekraai. Er was een klacht. Kunt u zich dat nog herinneren? De voorzitter: Dat kan ik me herinneren. Het is ook uitgezocht. De heer Van Veluwen: Ik heb nog niets gezien. De voorzitter: Het is niet gerapporteerd aan u. De heer Van Veluwen: Nee, en dat wou ik u graag vragen, of dat alsnog kan. De voorzitter: Ik zal dat even keurig in een brief naar u laten toekomen.

2013 N 67 De heer De Reus: Mevrouw de voorzitter. Het schijnt dat er twee jaar na de opening een evaluatie is van de gebruikers van Atolplaza. Misschien heb ik deze gemist, maar kan het college mij vertellen of er inderdaad een evaluatie is en zo ja, of de raad die kan ontvangen. Wethouder Jacobs: Dat klopt. Die is vorige week in het college geweest en wordt verspreid via bureau agenda naar u toe. Ik had verwacht dat hij al op het RIS was geplaatst, maar u kunt hem denk ik morgen verwachten. De heer Homan: Mevrouw de voorzitter. Er is in het Wold nogal wat rep en roer over een te plaatsen zendmast. We hadden er daarnet ook gemak van bij de A-sessie. Er werd nogal wat ingesproken. Bindend Lokaal heeft al een aantal vragen ingestuurd en wij hopen dat we daar straks een goed antwoord op krijgen, mondeling of misschien ook nog schriftelijk. De vragen zijn: 1. Is het verhuren aan een telecombedrijf van een oppervlakte grond met groenbestemming voor het plaatsen van een zendmast wettelijk toegestaan en heeft de gemeente daarvoor de vereiste procedures doorlopen. 2. Is de bewoners duidelijk gemaakt welke soort zendmast beoogd wordt te plaatsen. 3. Is het aflopen van de huidige licentie per 28 februari a.s. een beletsel en hoe wordt hiermee omgegaan. 4. Op welk vermogen is de installatie afgezekerd. 5. Indien het vermogen meer dan 4 kw bereik bedraagt, is in dat geval reeds een milieuvergunning aangevraagd of afgegeven. 6. Heeft T-Mobile op basis van onvoldoende ontvangstmogelijkheid van bewoners behoefte aan het plaatsen van een zendmast. 7. Is in een vroegtijdig stadium aan betrokkenen, de bewoners, de vraag voorgelegd van nut en noodzaak van die zendmast. 8. Is het zoeken naar een alternatieve plek voor de zendmast niet het verplaatsen van het probleem in plaats van het oplossen daarvan. 9. Bent u bereid om met betrokken bewoners te overleggen over een alternatieve plek of plaatsen. 10. Is plaatsing überhaupt noodzakelijk. Is medegebruik van een andere, bestaande mast niet een veel sympathieker oplossing voor betrokken omwonenden. Dit is een eerste serie vragen. Ik heb nog twee series voor andere collegeleden. Wethouder Fackeldey: Mevrouw de voorzitter. Ik zal proberen het met u door te lopen. Misschien een algemene opmerking vooraf. Ik heb afgelopen vrijdagochtend met vertegenwoordigers van de bewoners hierover gesproken. Bovendien hebben we de bewoners in de hele bezwarenprocedure de gelegenheid gegeven om hun bezwaren in te brengen. Veel van de antwoorden die ik nu ga geven, staan in de repliek of de verdediging zoals T-Mobile die heeft gevoerd tijdens de zitting. Inderdaad, op uw eerste vraag, dat mag. Net als trafohuisjes. Er is een recht van opstal gevestigd en er is naar gekeken met landschapsarchitecten en met anderen. Hij staat in principe aan de rand van een woongebied bij een parkeerplek waar een trafohuisje staat. Dat mag op die manier. In de bijbehorende stukken kan iedereen zien wat daar geplaatst werd. Dan heb ik het over de bezwaarprocedure. De licentie speelt op zich geen rol. Dat is de verantwoordelijkheid van de telecommaatschappij. Overigens hebben zij een nieuwe licentie gekocht, bleek mij vandaag, met een duur van 17 jaar, dus ze hebben hem nog nodig ook. Het afgezekerd zijn. T-Mobile heeft aangegeven dat het gaat om drie antennes met een zeer laag vermogen, tussen de 6 en 30 Watt. Daarmee blijft men dus ver onder de norm van de 4 kw voor de vergunningsplicht enzovoort. Als ze iets willen met een

2013 N 68 vermogen dat meer dan 4 kw bedraagt, maar dat is hier niet het geval, dan zouden ze een melding moeten doen in het kader van het milieu. Waarom is die mast nodig, is uw volgende vraag. Dan moet je een onderscheid maken tussen dekking en capaciteit. Dekking is eigenlijk nergens in Nederland meer een probleem, maar capaciteit, zeker met de mogelijkheden van nieuwe telefonie, is dat vaak wel. Daarom is het nodig dat er masten worden bijgeplaatst. Er is hier de normale procedure gevolgd. Dat wil zeggen, dat het voor de vergunningverlening in de Flevopost gepubliceerd wordt. Daar kan men kennis van nemen. Dat hebben ze ook gedaan, want er is bezwaar ingediend en er is een bezwaarprocedure gevoerd. Overigens moet je je realiseren, en dat is misschien mal maar wel waar, dat het feitelijk alleen gaat om het plaatsen van die mast. Dat is waarvoor een omgevingsvergunning vereist was. Als men het ergens op een dak had willen neerzetten, was er helemaal geen vergunning nodig geweest. Is zoeken naar een alternatieve plek dan niet het verplaatsen van het probleem in plaats van het oplossen ervan. Dat zou kunnen, want iedere plek heeft zo zijn eigen voor- en nadelen. Dus voor een deel is dat natuurlijk zo. Ik heb overigens tegen de bewoners gezegd, dat is uw 9e vraag, niet dat ik ga zoeken naar een alternatieve plek want dan zou ik wel zeggen dat deze plek niet goed is, maar dat ik bereid ben om met T-Mobile in gesprek te gaan, met de landschapsarchitect erbij, over de vraag: is dit nu echt de enige of de beste plek of zijn er nog alternatieven. Ik wist dat niet op het moment dat ik dat gesprek voerde. We gaan daarover met T-Mobile in gesprek en we gaan de omwonenden de uitkomsten van dat gesprek per brief melden. Of men gebruik wil maken van bestaande masten, dat is natuurlijk aan T-Mobile zelf. Zij zeggen: wij willen onze eigen mast hier neerzetten. Ze willen het om allerlei redenen kennelijk niet bijschroeven bij andere masten. Als zij dat nodig vinden voor hun capaciteit, is dat aan hen. Ik weet dat het gebeurt, maar daar heeft men hier niet voor gekozen. Het kan alles te maken hebben met de afstand tot hun andere zenders en andere technische vereisten. De heer Homan: Mag ik even op de antwoorden reageren. De voorzitter: Niet uitgebreid. U mag nog één korte vraag stellen daarover, hebben we afgesproken. De heer Homan: De korte vraag is: wil het college met de betrokken bewoners in een goed overleg de bestaande situatie welke voorligt, bespreken. Wethouder Fackeldey: Dat heeft het college al gedaan, want ik heb afgelopen vrijdagochtend met de bewoners gesproken. Daar heb ik gehoord wat hun bezwaren waren en ik heb op basis daarvan gezegd: ik zal mij verstaan met T-Mobile om nog een keer uitgelegd te krijgen, en u die uitleg doorgeven, waarom gekozen is voor deze plek en of zij alternatieven zien. Dat ga in hen melden zodra ik dat weet. De heer Homan: Ik kom daar straks bij het indienen van de motie vreemd aan de orde van de dag op terug. Een tweede stel vragen, voor dezelfde wethouder waarschijnlijk, betreft de vliegclub Lenticularis. Dat is een club waarbij gevlogen wordt met modelvliegtuigen, die met een angstaanjagende snelheid, naar onze informatie, de verkeersstroom op de Houtribweg reeds heeft bedreigd. Er zijn al bijna ongelukken gebeurd. Wij hebben daar twee vragen over. Is het college zich bewust van de onveilige situatie voor het verkeer op de Houtribweg richting Batavia Stad en terug, die veroorzaakt wordt door leden van de vliegclub met hun vliegende tijdbommen? Is het college zich ervan bewust dat zij door het gedogen van de

2013 N 69 onwettelijke situatie, verantwoordelijkheid op zich neemt voor de eventuele noodlottige ongevallen als gevolg van het vlieggedrag van die leden? De onwettige situatie bestaat hieruit, dat men mag gebruikmaken van een clubhuis dat in feite niet meer gebruikt hoort te worden en mag worden. Het wordt gedoogd. Dit even ter toelichting. Wethouder Fackeldey: Men heeft een milieuvergunning aangevraagd en die is ook verleend. In die milieuvergunning is in bijlage 1002 het praktisch vlieggebied aangegeven. Daarin staan voorschriften aangegeven, dat niet bovenover bomen van de Houtribweg en de IJsselmeerdijk wordt gevlogen, om het verkeer niet in gevaar te brengen. Dat zijn eisen in het kader van de milieuvergunning. Mij zijn geen klachten bekend dat men zich niet aan die vergunning houdt, maar als dat gebeurt dan gebeurt hetzelfde als bij iedereen die zich niet aan de milieuvergunning houdt, dan sturen wij er handhavers op af. Ons is het echter niet bekend. Dat zullen ze ook niet snel doen schat ik in, want wat u vliegende bommen noemt, zijn redelijk dure vliegtuigjes en daar hebben ze ook geen baat bij om die in een boom te laten landen, om maar iets te noemen. De heer Homan: Het gebeurt wel. Wethouder Fackeldey: Kennelijk hebt u andere informatie dan ik heb. In ieder geval, dit is zoals we het geregeld hebben in de milieuvergunning. Die hebben ze wel degelijk en daar wordt ook op gehandhaafd. Het tweede. Om precies te zijn, het is niet zo dat we iets gedogen, er is een wrakingsbrief gestuurd die zegt dat men tot 1 januari 2015 gebruik mag maken van een gebied dat wij op dat moment niet voor andere zaken nodig hebben. Je moet je realiseren dat dat wel vaker gebeurt. Omdat daar verder geen directe omwonenden zijn en deze club voor haar sport ruimte nodig heeft om die te kunnen uitoefenen en omdat het Flevokustgebied in ontwikkeling was gekomen, is daarvoor die ruimte geboden. Overigens moeten ze wel aan alle voorschriften en eisen voldoen en wordt daar ook op gehandhaafd. Wij zijn overigens in gesprek over de situatie met dat gebouw en de eventuele herbouw of wat dies meer zij, voor de korte duur waarvoor dat is. Ik hoop dat we daarover binnen een aantal weken nadere afspraken kunnen maken. De heer Homan: Dank u wel voor de beantwoording van deze vragen. Ik heb een serie vragen die voor het college bestemd zijn en in het bijzonder wethouder Jansen. De voorzitter: Hoeveel vragen hebt u nog? De heer Homan: Dat zijn er maar vijf. Het zijn korte vragen. De voorzitter: Dan hebt u in totaal twintig vragen gesteld. De heer Homan: Ik zal de volgende keer misschien wat gepaster gebruikmaken van dit recht. De voorzitter: Dat lijkt mij wel, ook gezien de tijd. Gaat u verder. De heer Homan: "Maak van de nul een punt. Dat is de slogan duidend op een aantal verkeersslachtoffers. Die slogan hanteren provincies in Nederland met betrekking tot het planmatig vergroten van de verkeersveiligheid. In Zuid-Holland maar ook in Noord-Brabant is daaraan al heel veel aandacht geschonken. Woensdag 30 januari jl. werden in het provinciehuis van Flevoland de ins en outs van die actie gepresenteerd; we hebben het natuurlijk niet over niets. Er bleek dat het vervolg van

2013 N 70 de provinciale actie verkeersveiligheid niet is beschreven in een concreet plan voor onze provincie. Het wordt overgelaten aan de Flevolandse gemeenten. Vandaar de vraag aan u. De aanwezigheid van enkele ambtenaren doet vermoeden dat het college planbereid is. Inmiddels is bekend dat Dronten en Noordoostpolder acties hebben opgepakt. De vragen: 1. Is het college van B&W van mening dat de provinciale verkeersveiligheidactie "Maak van de nul een punt ook in onze gemeente tot een actie moet leiden. 2. Is het college voornemens om hiervoor een goed plan op te zetten, of is er al met vooruitziende blik aan een plan gewerkt. 3. Wanneer mogen wij, de raad van Lelystad, verwachten dat een plan wordt voorgelegd. 4. Hebben we in Lelystad op dit punt een probleem. Hoeveel verkeersslachtoffers zijn er hier de afgelopen drie jaar te betreuren. 5. Hoe zit het met de zogenaamde blackspots in onze stad. Welke situaties kunnen of moeten we als zodanig benoemen. Dank u wel voor uw geduld, en mijn collega s voor de luisterbereidheid. Ik ben nieuwsgierig naar de antwoorden; u ook hoop ik. De vragen zijn mede ingediend door de SP en de ChristenUnie. Eigenlijk moet dus het aantal vragen door drie gedeeld worden, mevrouw de voorzitter. Wethouder Jansen: Ik zal proberen ze kort te beantwoorden. Vraag 1. Een volmondig ja. Het is bij verkeersvoorlichting en -educatie goed om aan te haken bij de provinciale en/of regionale verkeersveiligheidactie, al is het alleen al dat je daarmee de kosten gezamenlijk dekt en aanpakt. De kosten zijn in ieder geval lager dan wanneer je het solitair zou doen. Vraag 2. Lelystad werkt al jaren aan werkplannen waarin de aanpak van verkeersvoorlichting en -educatie en de daarop afgestemde verkeershandhaving is uitgewerkt. Dit werkplan wordt ambtelijk afgestemd met de regio in de werkgroep Verkeer en Vervoer en uiteraard bestuurlijk afgedekt in het Verkeers- en Vervoersoverleg dat we structureel met elkaar hebben. Vraag 3. Ik heb daarnet al gezegd dat het werkplan jaarlijks ambtelijk zal worden vastgesteld en vastgesteld in de regionale bestuursgroep Verkeer en Vervoer, omdat het met de subsidie vanuit de provincie, BDU-geld, gedekt wordt. Vraag 4. Ik kan u vertellen dat in 2009 er 2 verkeersdoden waren te betreuren, dat zijn er natuurlijk twee teveel, en 19 ziekenhuisongevallen. In 2010 waren er 2 verkeersdoden en 16 ziekenhuisongevallen. In 2011 was er 1 verkeersdode en 5 ziekenhuisongevallen. De meeste ziekenhuisongevallen vinden niet binnen de bebouwde kom plaats maar buiten de bebouwde kom. De heer Homan: Op de Larserringweg bedoelt u waarschijnlijk. Wethouder Jansen: Die bedoelen wij hier niet mee. De laatste vraag gaat over blackspots. Wij hebben sinds 2010 geen blackspots meer in de gemeente Lelystad; dus nul is het antwoord. De heer Homan: Heel kort een reactie. De ins en outs op de 30e januari zouden kunnen dienen als goede injecties voor een herschreven plan. Graag aanbevolen. De heer Polman: Mevrouw de voorzitter. Ik zal u geruststellen, ik heb slechts één vraag. Ik ben afgelopen donderdag op het congres van Metropoolregio Amsterdam geweest. Daar heb ik de burgemeester van Amsterdam horen vertellen hoe goed het allemaal gaat binnen de metropool en dat hij geweldig samenwerkt met Haarlem, met Almere en zelfs met Eindhoven. Toen kwam de minister aan het woord, Schultz van Haegen. Eigenlijk hadden ze met elkaar gestudeerd, want het was weer Almere,

2013 N 71 Haarlem, en de Markerwaard kwam ook nog aan de orde. Wat mij verbaast, er waren daar ook een 300 tot 400 werkgevers. Ik heb maar zitten wachten: wanneer gaan ze het nu eens over Lelystad hebben, want we hebben een prachtig project samen met Amsterdam. Ik heb helemaal niets gehoord. Mijn vraag: moet er niet veel meer agressiviteit en activiteit in die promotie van Lelystad komen. Wethouder Luchtenveld: Mevrouw de voorzitter. Ik ben ook bij dat congres geweest. Overigens was de gemeentesecretaris daar ook. We proberen in de Metropoolregio altijd goed vertegenwoordigd te zijn, hebben ook verschillende gedeputeerden van de provincie daar gezien. Wat dat betreft hebben we het daarover gehad. We hebben ons nog het meest geërgerd aan de volstrekt foutieve informatie - die hebben we besproken en zullen we nog apart op terugkomen - die werd gegeven over onze luchthavenontwikkeling. Er werd namelijk verondersteld dat het nog heel veel jaren zou duren voordat op Lelystad gevlogen gaat worden. Er zijn daar echt verkeerde beelden geschetst. Wij maken daar ook werk van. Er zijn ook goede dingen gezegd. U noemde zelf al de Markerwaard en dergelijke die wel in beeld zijn gebracht. We zullen het zeker nog in de verschillende gremia nabespreken. Ook wij vonden te veel de nadruk liggen op Noord-Holland en Amsterdam en te weinig op Flevoland in zijn algemeenheid. Almere is een aantal keren genoemd. Lelystad is wel een paar keer in de discussiegroepen aan de orde geweest, maar wat ons betreft te weinig en een aantal keren met foutieve informatie. De heer Raijmakers: Mevrouw de voorzitter. Naar aanleiding van de Flevokust heb ik een volgende vraag. Zou het mogelijk zijn dat een delegatie van de raad op werkbezoek gaat bij de firma Van Bentum om te ruiken, te voelen en te horen wat dat bedrijf nu eigenlijk doet? Want van alle woorden en feiten opsommen worden we niet veel wijzer. De voorzitter: We hebben verleden keer gesproken in het presidium over protocollen en gedragscodes. Lopende een proces is het niet verstandig om daar naartoe te gaan. Wat wel kan als het afgerond is, want er zijn een aantal vragen gesteld en onderzoek naar aanleiding van het debat hier van vorige keer, dat het ingepland wordt op een juist moment. Dat juiste moment moeten we wel met elkaar goed bepalen. Dat is om beïnvloeding vooraf te voorkomen. Het kan ook omgedraaid worden. U wilt juist kijken om informatie op te slaan, maar het kan ook andersom gebruikt worden. We moeten daar zorgvuldig mee omgaan. Laten we dat even goed afstemmen en dan in het presidium terug laten komen. De heer Van den Heuvel: Mevrouw de voorzitter. In de gemeente Dronten is enige commotie in de raad geweest over het bekend zijn van de nieuwe vliegroutes met betrekking tot onze luchthaven. De SP vraagt zich af wanneer de raad nadere informatie kan krijgen van ons college, want de andere colleges in onze provincie hebben de nadere informatie blijkbaar al wel. Wethouder Fackeldey: In mijn beleving de raad ook. Wat er gebeurd is, is dat op enig moment het ministerie op de website, overigens zonder ons dat te melden, informatie over de voorontwerp luchtruimstudie - dat is dus nog wel een tijdje weg, dat zijn nog zeker geen definitieve routes - gepubliceerd heeft. Die informatie hebben wij, althans ik heb hem bij mij zien weggaan, de raad toegezonden met een brief erbij waarin we zeggen: dit is de informatie zoals het ministerie op de website gepubliceerd heeft. Kennelijk is die nog niet gearriveerd, dus moeten we even kijken waar hij is blijven steken. Die brief is al ongeveer twee weken geleden in het college geweest. In mijn

2013 N 72 beleving had u die informatie al, maar als dat niet het geval is gaan we dat meteen herstellen. Ik hoor van linkerzijde dat hij op het RIS staat. 3. Vaststelling agenda De heer Visscher: Mevrouw de voorzitter. Ik wou graag een motie vreemd aan de orde van de dag aankondigen inzake gemeentelijk beleid UMTS-masten. De voorzitter: Dat wordt agendapunt 8 en maakt onderdeel uit van de beraadslagingen. Mevrouw d Arnaud: Mevrouw de voorzitter. Bij punt 6, beantwoording schriftelijke vragen van de PvdA, wil ik graag een motie vreemd aan de orde van de dag indienen. De voorzitter: Dat noemen we niet vreemd aan de orde, want het past bij het onderwerp. U kunt hem indienen bij agendapunt 6. De heer Homan: Mevrouw de voorzitter. Zoals aangekondigd daarnet, een motie vreemd aan de orde van de dag over betrokkenen betrekken bij een algeheel overleg over plaatsing zendmast. De voorzitter: Dat wordt dan punt 9 van de agenda. Met inachtneming van bovengenoemde wijzigingen wordt de agenda vastgesteld. 4. Notulen van de raadsvergadering van 29 januari 2013 De notulen van de op 29 januari 2013 gehouden openbare raadsvergadering worden conform ontwerp vastgesteld. 5. Ingekomen stukken (stuk nr. A12-03569) -1 Voor kennisgeving aangenomen. -2 Voor kennisgeving aangenomen. -3 Ter afdoening in handen van het college gesteld. 6. Beantwoording schriftelijke vragen (art. 38 RvO) van de fractie van de PvdA e.a. inzake korting rijksmiddelen jeugdzorg (stuk nr. Z12-251947) Motie "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 12 februari 2013 Constaterend dat: - de overdracht van de jeugdzorg van provincie naar gemeenten gepaard zal gaan met forse bezuinigingen; - met de door het Rijk beoogde financiële kaders, een korting van meer dan 15% op het macrobudget, de transitie een zware opgave is voor alle partijen; - Lelystad in de top 10 staat van gemeenten met hoogste percentage kinderen met indicatie jeugdzorg, te lezen in 'Kinderen in Tel 2012'* Overwegend dat:

2013 N 73 - de raad zich zorgen maakt over de door het Rijk aangekondigde kortingen op het jeugdzorgbudget tijdens en na de overdracht van jeugdzorg van provincie naar gemeenten; - de raad zich ernstig zorgen maakt over het hoge percentage jongeren met indicatie jeugdzorg in Lelystad; - de raad de combinatie van kortingen op de overdracht van de jeugdzorgtaken en het hoge percentage jongeren met jeugdzorgindicatie in Lelystad zeer verontrust; - de raad de intentie heeft de zorg voor jongeren die afhankelijk zijn van jeugdzorg na de transitie van jeugdzorg van provincie naar gemeente te continueren; - de raad zich bewust is van het gegeven dat Lelystad ook relatief meer jongeren heeft in bijvoorbeeld het speciaal onderwijs en de Wajong-regeling; - de raad belang hecht aan inzicht in de stapelingseffecten van de kortingen voor gemeenten in het brede sociale domein. Roept het college op: in contact te treden met de gemeenten met het hoogste percentage kinderen met indicatie jeugdzorg genoemd in overzicht 'Kinderen in Tel 2012' te weten: Goirle, Veldhoven, Uden, Maastricht, Landerd, Helmond, Heerlen, Leudal, Oss, Zoetermeer, Veghel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo en s Hertogenbosch, om gezamenlijk als nadeelgemeenten bij het Rijk en de VNG aandacht te vragen voor een objectieve verdelingssystematiek van de jeugdzorgbudgetten waarbij rekening wordt gehouden met nadeel- en voordeelgemeenten. En gaat over tot de orde van de dag. (Deze motie is ingediend door de fracties van PvdA, ChristenUnie, Lijst Simon Polman, GroenLinks, Bindend Lokaal, D66, SP, CDA en Lelystads Belang) Bijlage: pagina 61 uit 'Kinderen in Tel 2012' *http://www.kinderenintel.nl/databoek2012.htm - percentage kinderen met indicatie jeugdzorg per gemeente. Mevrouw d Arnaud: Mevrouw de voorzitter. Jeugdzorg staat ons allen na aan het hart; de PvdA, de raad en het college. In 2015 worden we daar met zijn allen verantwoordelijk voor, maar wel met forse kortingen omdat het Rijk vindt dat wij zorg dichtbij goedkoper kunnen regelen. Dat is waarschijnlijk ook wel zo, maar dit is voor ons een driedubbele korting. Er is 10% met de VNG afgesproken, 2,65% met het Lenteakkoord en 5% met het regeerakkoord en dat vinden we allemaal fors. Daarbij komt, dat wij Lelystad in de top 10 staan van gemeenten met kinderen met een indicatie jeugdzorg. Dat heeft de PvdA deze schriftelijke vragen doen stellen. Achterover leunen en wachten welk rijksbudget er naar ons toe komt, is de PvdA te gemakkelijk. We zijn daarin dan ook teleurgesteld in de beantwoording van het college. Binnen de PvdA trekken wij natuurlijk aan iedere bel die er is. Ik heb met onze gedeputeerde Mark Witteman regelmatig overleg en die staat aan onze zijde. Hij weet er alles van. Ons PvdA Tweede Kamerlid Loes Ypma is voormalig wethouder in Woerden met Wmo in de portefeuille. Zij heeft mij aangeraden contact op te nemen met de VNG. Dat heb ik ook gedaan, maar ik heb nog geen antwoord gekregen. Ik heb onze staatssecretaris Martin van Rijn gesproken over onze Lelystadse situatie en hij heeft mij gezegd: stuur mij de gegevens. Dat heb ik gedaan, dus daar is ook aandacht ervoor. Wij hebben onszelf de opdracht gegeven in deze economische recessie: denk out of the box. Omdenken, of hoe je het ook wilt noemen. Denken vanuit wat nog kan en niet blijven hangen in hoe het was. De fractie van de PvdA vindt dat we als raad iets moeten doen, iets moeten laten horen, maar dan niet als nadeelstad gemeente Lelystad maar samen met de tien andere nadeelgemeenten, zoals benoemd in het

2013 N 74 overzicht van het databoek Kinderen in Tel 2012. Daar zijn behalve Lelystad nog zes gemeenten uit de G32 benoemd. Daarom dienen wij samen met de ChristenUnie, Lelystads Belang, Lijst Simon Polman, GroenLinks, Bindend Lokaal, Socialistische Partij, CDA en D66 een motie in, waarbij wij het college oproepen om contact op te nemen met deze nadeelgemeenten om met een gezamenlijke brief bij het Rijk en de VNG aandacht te vragen voor onze nadeelpositie en pleiten voor een eerlijke verdeelsleutel bij het verdelen van de rijksbudgetten van de decentralisatie van de jeugdzorg, want samen staan we sterker. Dat betekent dat gemeenten die relatief weinig jeugdzorgproblemen hebben, een relatief klein budget krijgen toegekend en gemeenten zoals Lelystad een wat groter budget, zodat wij onze jeugd in de toekomst verantwoorde zorg op maat kunnen blijven geven. W ant de jeugd heeft de toekomst. Daarin willen wij investeren. De voorzitter: Dank u wel. De motie maakt onderdeel uit van de beraadslagingen. Wie wil reageren vanuit de raad? Mevrouw Sparreboom. Mevrouw Sparreboom: De VVD-fractie is niet op voorhand overtuigd van de toegevoegde waarde van deze motie. We zijn nog niet aan zet. De conceptteksten van de Jeugdwet zijn recent aangepast en het gehele proces van de zijlijn volgende denken we dat er door de G4, de G32 in samenwerking met de VNG hard gewerkt wordt aan een aantal van belang zijnde onderwerpen, waarbij de financiële kaders en het verdeelmodel een zeer prominente plaats innemen. Het gaat wat ons betreft om het gehele plaatje. De overheveling van verantwoordelijkheden en de daaraan gekoppelde financiën. Beide zijn nog niet gereed. Wij willen dan ook eerst graag de wethouder horen over de toegevoegde waarde van deze motie. Mevrouw Senf: Net als de VVD en alle partijen en het college delen wij de zorgen over de zaken die worden aangekaart in deze motie, maar wij vinden de motie overbodig. Wij denken dat het nog heel onduidelijk is wie de nadeelgemeenten zullen zijn. We kunnen dan ook niet spreken en de handen ineenslaan met die andere gemeenten om die brief te sturen naar het Rijk. Wij vertrouwen ook op het college daarin. Wij willen niet in de uitvoering gaan zitten en willen dat het college niet deze motie wordt opgelegd, dat ze ingekaderd worden in hun uitvoering en dat ze veel effectiever hun weg kunnen gaan. Wij vinden het ook, aangezien deze motie zo overbodig is, meer een motie voor het podium dan dat hij daadwerkelijk effectief zal zijn. De voorzitter: Mevrouw d Arnaud, wilt u reageren? Mevrouw d Arnaud: Om op het laatste in te haken, een motie voor het podium is het ten enenmale niet natuurlijk. Het gaat om onze jeugd en daarin hebben wij een groot hart. Wij weten dat er heel veel kortingen naar ons toekomen. Wij weten dat we een nadeelgemeente zijn, dat staat beschreven in het databoek. Dat is niet zomaar een greep, dat is bekend. Waarom zullen wij dan niet samen met de andere nadeelgemeenten bij het VNG en bij het Rijk laten weten dat wij ons zorgen maken? Natuurlijk wordt er goed geregeld en natuurlijk is er overleg, dat weet ik ook, maar het kleine beetje extra wat we hiermee doen, het laten zien dat de raad deze motie aan het college opdraagt, is toch weer een klein beetje meer jeugdzorg dichterbij halen. Mevrouw Senf: Mag ik daarop reageren? Ik denk dat met wat u aankaart en met wie u allemaal gesproken hebt, u veel te veel op de uitvoering gaat zitten en dat het meer aan het college is om dat soort gesprekken te voeren. Ik denk dat we veel te vroeg zijn om dit aan te kaarten.

2013 N 75 Mevrouw d Arnaud: Het is natuurlijk geen uitvoering. Uitvoering is beleid. Het gaat mij om de financiën. Het kabinet bestaat uit PvdA en VVD, dus ik voel mij wel betrokken. Als PvdA-lid mag ik best vanuit mijn plaatselijke kennis, hoe het in een stad is, bij de landelijke PvdA aan de bel trekken. Dat is mijn goed recht. Mevrouw Senf: Mag ik daarop reageren? Ik denk dat beleid en uitvoering twee verschillende dingen zijn. Ik denk dat er achter raadsvoorstellen die wij voorgelegd krijgen een beleid zit, maar dat de uitvoering van het beleid bij het college ligt. Natuurlijk is voor iedereen, ook voor onze partij, de jeugd heel erg belangrijk. Daar moeten we goed voor zorgen. Maar we moeten effectief te werk gaan en niet te vroeg aan die bel gaan trekken. De heer Van den Heuvel: Mag ik reageren? Mevrouw Senf ziet het wel heel zwart/wit; laat eerst het Rijk maar beslissen en laat het college maar iets gaan doen. Wij als raad stellen kaders en wij geven hier een kader richting Rijk hoe wij zien dat het op ons afkomt en dat vind ik belangrijk. Mevrouw Senf: Ik denk dat we met deze motie geen kaders stellen. De heer Bussink: De heer Van den Heuvel haalt mij de woorden uit de mond. Wij als raad kunnen wel degelijk een koers meegeven en we kunnen niet vroeg genoeg aan de bel trekken, ook in dit dossier. Als we het laten lopen, wordt er over ons beslist. Dat hebben we onlangs wel gezien met het VNG-bestuursakkoord. Dus we kunnen hier niet tijdig genoeg bij zijn. Wij steunen deze motie van harte. Mevrouw Van Wageningen: Wij steunen deze motie ook van harte en danken mevrouw d Arnaud voor haar gloedvolle betoog voor de jeugd van onze stad. Aan de VVD zou ik willen vragen waarom de VVD zegt: wij volgen het aan de zijlijn. Als je kijkt naar wat er op ons afkomt, we maken ons daar allemaal enorme zorgen om. Als je iets kunt doen om te proberen er op voorhand al iets aan te doen, waarom zouden we dat niet mogen doen? Waarom moeten we vanaf de zijlijn de zaak volgen? Dat ben ik ook niet zo van u gewend. Mevrouw Sparreboom: Wij volgen de ontwikkeling van de wet vanaf de zijlijn en wij volgen de ontwikkeling van het verdeelmodel. Zo zijn de feiten en zo staat het ervoor. Wij horen graag van de wethouder, zoals aangekondigd, hoe dat proces loopt. Mevrouw Bergman: D66 heeft zich ook van harte aangesloten bij deze motie. Ook wij denken dat de lijn richting Den Haag heel goed is om te kijken of we daar wat beïnvloeding kunnen uitoefenen. Aan de zijlijn volgen en wachten tot het je overkomt, dat is toch niet helemaal wat voor ons speelt. De voorzitter: Iedereen vanuit de raad gehad? W ethouder Jacobs. Wethouder Jacobs: Mevrouw de voorzitter. Eén ding is heel duidelijk en daar dank ik de raad voor, de betrokkenheid bij onze jeugd. Ik kan u vertellen dat dat bij het college ook hoog in het vaandel staat. Ik wil enkele dingen uitleggen. Wij leunen zeker niet achterover. Zoals mevrouw d Arnaud aangeeft met alle contacten die zij heeft in Den Haag, ik kan u verzekeren dat die contacten misschien nog opgeplust ook door het college worden bewandeld. Natuurlijk maken wij ons ook zorgen, maar wij vragen u wel tijd te geven om op het juiste moment op uw motie terug te komen. Ik wil dat even duidelijk uitleggen, want anders krijgen we spraakverwarring over waar we het over hebben.

2013 N 76 Het verdeelmodel voor de jeugdzorg wordt in de meicirculaire bekendgemaakt. Dan zijn er twee opties mogelijk. Er wordt direct of in de beginperiode aangesloten bij de historische budgetten. Dus de budgetten waarvan u aangegeven hebt: minus de 10%, de 5% en de 2,65%. Of er wordt gewerkt met een objectieve verdeelsleutel, zoals ook de vraag in de motie is, die heel veel herverdeeleffecten zal hebben. Realiseert u zich dat. 28 februari a.s. wordt dit besproken in de begeleidingsgroep VNG en Cebeon. Cebeon is de organisatie die voor het Rijk alle zaken voor het verdeelmodel berekent. De VNG zet duidelijk in op die twee verdeelsleutels naast elkaar, zowel historisch als objectief, zodat bestuurders dadelijk kunnen kiezen welk traject men wil. Het is nog onduidelijk of Cebeon op korte termijn een objectief verdeelmodel kan leveren. Het is namelijk een zeer krap tijdspad. VWS en VNG zullen als er een objectief model is, als ze daarmee op tijd klaar zijn, regiobijeenkomsten organiseren om gemeenten te consulteren. Op basis daarvan zal VNG een standpunt innemen. Het is absoluut de vraag of dat traject gehaald wordt voordat de meicirculaire is afgerond. Wij betwijfelen dat. Daarna moet de raad van de gemeentefinanciën uiteindelijk het model nog vaststellen of dat helemaal juist is, gehoord hebbende alle partijen. Dus hoe het traject precies gaat lopen, kan het college u niet meegeven. Ik zou willen dat het college u daarin wat meer duidelijkheid kon geven, maar wij moeten ook even afwachten hoe die twee trajecten lopen. Wij denken, wat ik net aangaf, waarschijnlijk gevolgen van de krappe tijdspanne die er nu is en de aanzienlijke verschuivingen die bij een objectieve meting naar boven komen, naast al die grote kortingen die u ook aangaf, of het nu wel gewenst is om te kijken naar effectieve verdeelmethoden, want op korte termijn, wordt nu al gesuggereerd vanuit Den Haag, gaat men voor de eerste jaren voor het historische model - dat betekent het volledige budget minus de drie kortingen - omdat het objectieve model zo ongelooflijk moeilijk is met de verdeelsleutel. Hoe kunnen wij dan het proces beïnvloeden. Dat vraagt u in feite aan het college: beïnvloed het proces, wij zijn ongerust, we staan voor onze jongeren. Laat ik u vertellen dat daar geen licht tussen zit bij dit college. U gaat ervan uit dat wij al nadeelgemeente zijn maar dat is absoluut nog niet aan de orde. We hebben een hoog percentage kinderen in de jeugdzorg, maar dat wil nog niet zeggen dat we nadeelgemeente zijn. Als het op historische basis wordt verdeeld, dan krijgen wij het geld minus de kortingen naar ons toe binnen de historie die er nu ligt. Dus of wij nadeelgemeente zijn, is nog helemaal niet bekend. Op het moment dat er wel iets bekend is, als het feitelijk is dat wij nadeelgemeente zijn door die objectieve verdeelsleutel, gaan wij kijken wie daar in diezelfde negatieve tranche zit. Dan zoeken wij die contacten op om samen op te trekken met de nadeelgemeenten die dan bekend zijn, net als indertijd bij de Wmo in 2006. Uiteindelijk heeft dat 1.000 meer geld opgeleverd, dus dat was maar marginaal. Datzelfde traject wat toen gevoerd is, gaan we dan weer doen. Dan gaan we naar de regiobijeenkomsten, de VNG subcommissie Jeugd, de G32, het VNG-bestuur en natuurlijk allemaal onze eigen politieke kanalen. De vraag is dus óf wij nadeelgemeente zijn. Van de 10 gemeenten die u aangeeft, waarvan er 5 a 6 ook in de G32 zitten en die de belangen via dat gremium goed onder de aandacht brengen, weten we niet of zij door die verdeelsleutel, of het nu historisch wordt of objectief, wel nadeelgemeente zijn. Daar is op dit moment niets over te zeggen. Als u het dan hebt in de motie over het stapelingseffect: er start op dit moment een landelijk onderzoek naar dat stapelingseffect van de verschillende maatregelen voor bepaalde cliëntgroepen. Op initiatief van de G32, overgenomen door het ministerie en in samenwerking met het CBS en Platform 31, komt er naar verwachting in juni dit jaar een monitor beschikbaar om al die stapelingseffecten zichtbaar te maken voor de steden. Er komt inderdaad nogal wat op ons af en hoe

2013 N 77 werkt die stapeling uit voor de mensen. Ik kan u vertellen dat Lelystad participeert in deze monitor om goed te kijken naar die stapelingseffecten. Samenvattend, als reactie op uw motie vraagt het college u: laten we het goed doen op het juiste moment en met wie. Dat is in feite de conclusie. Wij delen uw zorgen, daarover is geen enkel verschil van mening. We zijn allereerst natuurlijk ontzettend ongerust over de kortingen, maar ook over de mogelijke herverdelingseffecten, want waar gaat men naar kijken. Alleen het aantal inwoners? Gaat met kijken naar de oude jeugdzorgaantallen? Wij weten nog niet, terwijl we daar bovenop zitten wekelijks, hoe die herverdelingseffecten komen. Zodra de objectieve verdeelsleutel bekend is en dat voor ons ongunstig uitpakt, zullen wij alle kanalen gebruiken die we daarvoor hebben. We zullen dan ook, wat ik aangaf, de samenwerking zoeken met alle gemeenten die dan negatief uitpakken. Wij concluderen op dit moment dat het nu niet effectief is om op voorhand die samenwerking te zoeken met de tien door u genoemde gemeenten, omdat wij niet weten of zij nadeelgemeenten zijn. Op dit moment vragen wij u om tijd. De voorzitter: Dank u wel. Mevrouw d Arnaud. Mevrouw d Arnaud: Ik zou even willen schorsen om te overleggen. De voorzitter schorst de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering. Mevrouw d Arnaud: Mevrouw de voorzitter. Na overleg met de mede-indieners hebben wij besloten om de motie te handhaven, want wij willen dat er nu wordt gelobbyd voor onze stad Lelystad. Zoals wij in het databoek zien, zijn wij een nadeelgemeente. Die lobby moet nu starten en wij willen zeker dat er naar die objectieve verdeelsleutel wordt gekeken. We vragen u met klem om toch de gemeenten te benaderen die genoemd zijn in het databoek om te kijken of zij met ons kunnen meegaan. Wethouder Jacobs: Ik vind het met het uitvoerige betoog dat ik heb gehouden jammer dat niet de essentie daarvan is opgepakt, maar dat staat u natuurlijk vrij. U geeft aan dat de tien gemeenten die genoemd zijn in het rapport, wel nadeelgemeente zijn inclusief Lelystad. Dat hebben wij heel vaak geverifieerd, dat is niet zo. Het geeft alleen aan het aantal procenten van de jeugdzorg die daar aanwezig is en het heeft nog niets te maken met nadeelgemeente. Als er nu een historische verdeelsleutel komt, dan houdt dat in dat gemeenten met dat hoge percentage meer geld krijgen. En als er dadelijk een objectieve verdeelsleutel is, kan dat wel eens uitgaan van heel andere criteria en kunnen heel andere gemeenten nadeelgemeente worden. Dat heeft het college u proberen uit te leggen. Als dat niet zo is overgekomen als het college bedoeld heeft, dan spijt ons dat, maar wij zien juist heel groot gevaar in die objectieve criteria, omdat wij nog niet weten wat die criteria zijn en er wel eens niet naar de historie gekeken kan worden. Daar maken wij ons druk om en daarom zijn wij bang dat het heel andere nadeelgemeenten worden dan nu in de top 10 staan. De voorzitter: Dank u wel. Mevrouw Van Wageningen. Mevrouw Van Wageningen: Ik denk dat de bedoeling van deze motie is dat er gelobbyd wordt voor onze stad, omdat we zorgen hebben over de hoeveelheid kinderen in de jeugdzorg en we zeggen: doe nu dat wat voor de stad Lelystad het beste is. U noemt objectieve criteria, historische criteria. Iets zal nadelig zijn voor onze stad en iets zal misschien voordelig zijn voor onze stad, maar samen met die

2013 N 78 steden die ook zoveel jongeren in de jeugdzorg hebben, vragen wij u om het beste te doen voor Lelystad. Dus om actief nu al te lobbyen voor dat wat het beste is voor Lelystad. Dat is de vraag die achter de motie ligt. Mevrouw Sparreboom: Vraagt dat dan niet een aanpassing van de motie, mevrouw Van Wageningen, want in de motie wordt een heel concreet iets aangegeven en de wethouder geeft aan dat ze grote twijfels heeft of dat op dit moment verstandig is. Mijn concrete vraag richting de wethouder is of die motie op dit moment effectief en uitvoerbaar is. De voorzitter: Volgens mij is dat zojuist beantwoord. Dat gaan we niet herhalen, want dan blijven we circuleren in de vraagstelling. Zijn er nog andere vragen vanuit de raad? De heer Marseille. De heer Marseille: Onze partij stelde een vraag aan de wethouder of de motie op deze manier uitvoerbaar is. Die vraag is naar onze mening door het college niet beantwoord. De voorzitter: W ethouder Jacobs. Wethouder Jacobs: Als het mag wil ik ook even reageren op wat mevrouw Van Wageningen zegt. Het zou heel erg jammer zijn als het college u niet goed heeft bijgepraat over de lobby die wij zelf doen en onze zorgen die wij uiten. Dat betreuren wij dan heel erg, want de activiteiten om de zorg voor Lelystad, want ik praat niet over een andere stad, onder de aandacht te brengen daar waar het moet, bij de VNG, G32, G4, in het eigen gremium bij de politieke partijen en alle congressen of waar je ook bent, moge duidelijk zijn. Als wij dat niet duidelijk hebben gemaakt dan spijt mij dat, maar dat doen we zo ongeveer dagelijks. Op de vraag van mevrouw Sparreboom: alle moties zijn in principe uit te voeren. Wij kunnen als college natuurlijk die andere negen gemeenten benaderen en zeggen: hoe hebben jullie je lobbycircuit. Dat is een kwestie van een brief schrijven en kijken hoe zij daarop reageren; en dan de goede brief schrijven en je niet met een jantjevan-leiden ervan afmaken. Ik wil er toch nog even op inhaken. Historisch gezien krijgen wij meer geld dan bij de objectieve criteria die wij nog niet kennen. Realiseert u zich dat heel goed. Wij kunnen dus de motie uitvoeren, maar of het rendement heeft, dat hoort u dan van ons. De heer Van den Heuvel: Mag ik hierover een vraag stellen aan het college? Hoe bepaalt u dat wij meer geld krijgen op basis van historie, als u het geld dat wij volgens de objectieve criteria krijgen nog niet kent? Wethouder Jacobs: Omdat het budget dat nu beschikbaar is minus de kortingen van 10%, 5% en 2,65% in ieder geval vastligt en wij wel een heleboel jeugdzorg hebben, maar de vraag is: hoe is dat geïndiceerd. Als er dadelijk andere criteria komen voor indicatie, dan betekent dat dat je dat op een heel andere manier gaat verdelen. Daar zit de zorg ook bij de uitvoerenden: hebben wij niet in het verleden, of zelfs heden, een heel snelle indicatie afgegeven. Daar zit een heel grote twijfel. Vandaar dat ik dat zo benoem. De voorzitter: Dank u wel. Zijn wij zover? Mevrouw Senf: Mag ik een stemverklaring afleggen? Wij blijven bij ons standpunt dat wij deze motie niet zullen steunen. Wij begrijpen de goede intentie achter deze motie

2013 N 79 van de andere partijen, maar zeker gezien de uitleg van het college zullen wij ons standpunt handhaven. De voorzitter: Nog anderen een stemverklaring? Mevrouw Sparreboom. Mevrouw Sparreboom: Wij blijven ook bij ons standpunt. Wij denken, de wethouder gehoord hebbende, dat het op dit moment niet zo verstandig is om deze motie uit te voeren. De fracties van PvdA, Bindend Lokaal, ChristenUnie, CDA, D66, GroenLinks, Lelystads Belang, SP en Lijst Simon Polman stemmen voor de motie. De fracties van VVD en InwonersPartij stemmen tegen de motie. Met 22 stemmen voor en 12 stemmen tegen wordt de motie aangenomen. 7. Vaststelling A-stukken a. Voorstel inzake bestuurlijke informatie- en consultatieronde over het Nationaal Deltaprogramma (stuk nr. Z12-251591) De heer Van der Herberg: Mevrouw de voorzitter. Het mag van ons prima een hamerstuk blijven, maar wij hebben wel behoefte aan een stemverklaring. Dit voorstel gaat over het peil van het IJsselmeer en we hebben woningen in Lelystad, met name in Parkhaven, die daar vrij veel belang bij hebben. Nu gaat het om een heel beperkte peilstijging heel ver in de toekomst en ook maar heel erg tijdelijk. De verwachting is niet dat daarvan schade zal ontstaan, maar wij vinden het wel belangrijk om toekomstige discussies daarover voor te zijn en te voorkomen, zowel voor de bewoners van Parkhaven als voor het deugdelijk bestuur van de stad. Daarom zijn wij heel blij met de toezegging van de wethouder, dat hij zal ijveren voor een degelijke nulmeting voordat de veranderingen zullen gaan intreden. Die toezegging van het college doet ons extra enthousiast voor dit voorstel stemmen. Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van het college besloten. b. Voorstel inzake Aanbevelingen rekenkamerrapport Sturen of schaven (stuk nr. 131003458) De heer Van Veluwen: Mevrouw de voorzitter, ik wou graag een stemverklaring geven. Onze fractie is voor het rapport en voor het besluit maar we zullen toch tegenstemmen, omdat het college heeft aangegeven dat het besluit dusdanig veel haken en ogen heeft, dat het nagenoeg niet uitvoerbaar is of zeer kostbaar. Het college heeft in diverse sessies aangegeven dat ze eerst op dit voorstel wil reageren en dat zouden we graag willen afwachten en dan gezamenlijk, want het is een zoektocht die we samen doen, te komen tot goede besluiten. Onze fractie is fundamenteel van mening, en daar zit de crux, geen slechte besluiten te nemen. Alleen maar besluiten die uitvoerbaar zijn en waarvan we de consequenties goed doordacht hebben met elkaar. Daar is in dit geval helaas wat ons betreft geen sprake van. Nogmaals, wij zijn voor sturen en schaven, wij staan ook helemaal achter hetgeen de rekenkamer ons aangeeft, maar wij willen graag een goed besluit. De voorzitter: Nog andere stemverklaringen? Het college, wethouder Luchtenveld?

2013 N 80 W ethouder Luchtenveld: Ik wil graag herhalen wat ik bij de behandeling van de A stukken heb gezegd, dat wij als college een notitie voorbereiden over wat de gevolgen zijn wat ons betreft in de uitvoering als u dit besluit zou nemen vanavond. We hebben diverse problemen aangegeven in de vorige sessie en bij de bespreking van het rekenkamerrapport, met name dat de verslaglegging niet in hetzelfde jaar kan, dat SMART uitkomsten formuleren buitengewoon lastig is, dat het schrijven van een beleidsnota personele en financiële consequenties zal hebben. Die willen wij graag in kaart brengen als u dit besluit neemt, maar daar zit inderdaad een behoorlijk probleem ten aanzien van de uitvoerbaarheid van dit besluit. Het kan in ieder geval niet zonder extra kosten en zonder extra personeel. De voorzitter: Dank u wel. Ik breng het voorstel in stemming. De fracties van VVD, PvdA, InwonersPartij, Bindend Lokaal, CDA, D66, GroenLinks, Lelystads Belang, SP en Lijst Simon Polman stemmen voor het voorstel. De fractie van de ChristenUnie stemt tegen het voorstel. Met 31 stemmen voor en 3 stemmen tegen wordt het voorstel aangenomen. 8. Behandeling moties vreemd aan de orde van de dag Motie vreemd aan de orde van de dag van de fractie van de InwonersPartij inzake gemeentelijk beleid UMTS-masten. "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 12 februari 2013 Constaterende dat er: 1. onlangs 4 licenties voor 4G-netwerken zijn geveild; 3. een extra aanbieder (Tele2) van draadloze communicatie op de markt komt; 4. voor deze (nieuwe) 4G-frequenties bestaande netwerken moeten worden uitgerold en/of aangepast. Overwegende dat: er veel onduidelijkheid bestaat bij de inwoners van Lelystad in het algemeen en bij de bewoners van de Wold in het bijzonder als het gaat om het gemeentelijk UMTSbeleid. Verzoekt het college: Op korte termijn een overleg te (doen) organiseren waarin het college meer duidelijkheid kan geven m.b.t. het gemeentelijk UMTS-beleid en de inpassing van de uitrol van het 4G-netwerk in het bestaande beleid. Tevens kan het college dan antwoord geven op vragen die leven bij de inwoners van deze stad en de Wold in het bijzonder. En gaat over tot de orde van de dag. (Deze motie is ingediend door de fractie van de InwonersPartij) Motie vreemd aan de orde van de dag van de fracties van Bindend Lokaal en Lijst Simon Polman inzake zendmast Wold. "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 12 februari 2013 Constaterende dat: betrokken bewoners van Wold worden geconfronteerd met aanstaande plaatsing van een zendmast telecommunicatie. Van mening dat: goed overleg met alle betrokkenen nog niet heeft plaatsgehad. Verzoekt het college: met betrokken bewoners te overleggen over eventuele alternatieve plaatsing. En gaat over tot de orde van de dag. (Deze motie is ingediend door de fracties van Bindend Lokaal en Lijst Simon Polman)

2013 N 81 De heer Visscher: Mevrouw de voorzitter. Een korte toelichting op de motie. Onder verzoekt het college wordt genoemd het beantwoorden van vragen van inwoners. Dat kan wellicht door tussenkomst van het agendaoverleg georganiseerd worden en dan in een fasering, waarbij we uitgaan van eerst informatie aan de raad en daarna de mogelijkheid voor de inwoners om duidelijkheid te krijgen. De voorzitter: Dank u wel. De motie maakt onderdeel uit van de beraadslagingen. De heer Caniels. De heer Caniels: Ik ben getuige geweest van de sessie die ging over zendmasten. Ik heb even naar de motie gekeken en daarin wordt gevraagd het gemeentelijk UMTSbeleid uit te leggen. Dat veronderstelt dat u kennis draagt van het gemeentelijk UMTS-beleid. De vraag die ik heb: ik ken dat beleid niet, maar dat kan aan mij liggen, zou het niet verstandiger zijn dat u de motie enigszins ombuigt in de zin dat het college wordt opgeroepen een kader voor te bereiden voor de raad ter vaststelling door de raad van gemeentelijk UMTS-beleid, zoals dat ook bij andere gemeenten het geval is geweest. Ik verwijs naar de gemeente Deventer en de gemeente Bergen. Ik snap de intentie wel, maar u gaat uit van een vastgesteld UMTS-beleid. Ik ken het niet, maar ik zou er wel behoefte aan hebben dat wij op basis van een voorstel van het college als raad daarvoor kaders gaan vaststellen. Wellicht kunnen wij elkaar na een schorsing vinden in een tekst. De heer Visscher: Wij gingen inderdaad ervan uit voor zover ik de informatie begreep van de ambtelijke organisatie, dat er wel een beleid is en dat er ook kaders zijn waarbinnen de gemeente dient te opereren. Daarbij dan de vragen te laten beantwoorden door het college. De heer Caniels: U zegt dat u informatie hebt dat er beleid is. Is dat dan door de raad vastgesteld beleid, of door het college? Dat is mij niet helemaal helder. Ik ken ook het collegebeleid niet. Het enige wat ik tot dusver heb gehoord, is dat er bouwvergunningen worden verleend en dat dat vrij gemakkelijk gaat, als het maar voldoet aan het criterium van kilowatt. Ik denk dat het goed is dat wij als raad eens gaan discussiëren hoe wij met UMTS-masten moeten omgaan en daarbij alle andere aspecten gaan betrekken. De heer Visscher: Ik zou het voorstel van de heer Caniels willen volgen om even te schorsen om te kijken hoe we elkaar kunnen vinden in een eventuele aanpassing. De voorzitter: U wilt nu schorsen? Gaat uw gang. De heer Van Erk: Mevrouw de voorzitter, ik zou nog één vraag voor die schorsing beantwoord willen hebben en dat is van het college of er een beleid is. De voorzitter: Dat is goed. Er is nog een motie vreemd aan de orde van de dag, over hetzelfde thema. U mag die nu ook indienen, mijnheer Homan. De heer Homan: Mevrouw de voorzitter. Wij als Bindend Lokaal hebben goed gehoord dat er veel bewoners zijn van Wold die met onvrede leven, met vragen leven. Het college heeft aangegeven: we hebben contact gehad met een paar bewoners. Maar wij wensen het college toe een goede verstandhouding met die burgers. Daarvoor hoeft alleen maar a la groot onderhoud een bewonersavond georganiseerd te worden, zodat deze mensen met hun vragen gehoor krijgen. Niet iedereen krijgt altijd overal zijn zin, maar met elkaar erover praten klaart de lucht. Dat is onze vraag en ik hoop dat de collega s daarvan ook vinden dat het belangrijk is in deze tijd; ga het gesprek aan met mensen. Met specifiek de plaats van de mast, want

2013 N 82 als de mast straks omvalt, valt hij op drie huizen en een school staat in de onmiddellijke nabijheid. De voorzitter: Dank u wel. Dit amendement maakt ook onderdeel uit van de beraadslagingen. De heer Van Erk: Mag ik een vraag stellen aan de indiener? Ik zou graag willen weten of het gaat om het UMTS-beleid, daarin heb je het geloof ik over frequenties en dergelijke, of over de plaatsing specifiek van de masten. De heer Homan: Dat laatste vinden wij en de heer Polman, die mede heeft ingediend, van belang. De plaats van die mast. De heer Van Erk: Dat is dus een ruimtelijke ordeningskwestie. De heer Homan: Het gaat meer om een gevoelskwestie als u goed begrijpt wat de bedoeling is. De heer Van Erk: Mag ik met gevoel, mevrouw de voorzitter, ook nog vragen hoe de InwonersPartij dit nu precies voorsorteert? Het is wel genoemd, maar ik heb geen uitspraak gehoord. Gaat het om de masten of gaat het om UMTS frequentiebeleid? De heer Visscher: Het uitgangspunt van de InwonersPartij is dat het gaat om het geheel. Het gaat om frequenties, plaatsing masten, vergunningen, et cetera. De voorzitter: Het totale pakket in feite. De heer Van Veluwen. De heer Van Veluwen: Ik heb nog een vraag aan de InwonersPartij. Ik probeer even het proces te doen, eigenlijk een vraag aan Bindend Lokaal. Het is toch zo dat de raad nu aan zet is, of in ieder geval het college en de raad, om duidelijk vast te stellen wat we willen? Als we dat gedaan hebben, dan kunnen we die zaken voorleggen aan onze bewoners. Ik denk dat we munitie genoeg hebben om fatsoenlijk beleid te maken. U knikt van ja, mijnheer Homan, maar in uw motie verzoekt u het college met de betrokken bewoners te overleggen over eventuele alternatieve plaatsing. Met alle respect, dat is nog heel ver. Ik denk dat we aan de voorkant moeten beginnen door eerst goed met elkaar af te spreken wat we willen. In die zin zullen wij uw motie dan ook niet steunen. We kennen de intentie wel. Een vraag aan de InwonersPartij over de laatste zin: tevens kan het college dan antwoord geven op de vragen die leven bij de inwoners van deze stad. Ik heb heel veel vragen gehoord vanavond in de BOB-sessie, ik zou als raad heel graag willen dat we daarmee beginnen en dat we daar goed over kauwen met elkaar wat we daarmee willen. Wat onze fractie betreft, dat kan ik u ook meegeven, is het gezondheidsaspect het speerpunt van alles. Het klinkt arrogant, maar die bouwvergunning vind ik in die zin niet zo belangrijk. Het gaat erom of we goed bezig zijn met elkaar. Die discussie hebben wij als raad met elkaar te voeren. Daarna zullen we dat wel uitrollen in de stad. Dat is ons standpunt. De heer Homan: Mag ik de heer Van Veluwen een vraag stellen? Betekent dit dat hij ook vindt dat de plaatsing van die mast in de Wold maar even naar achteren geschoven moet worden, gelet op die gezondheid? De heer Van Veluwen: Ik wil eerst dat debat in de raad voeren. Wij zitten in die zin op dezelfde lijn. Voor een bouwvergunning waar een mast komt te staan, zijn allerlei procedures. Dat is wel uitgekauwd. Het gaat in dit geval om een stuk volksgezondheid waar onze fractie in ieder geval heel grote zorgen over heeft.

2013 N 83 De heer Homan: Die delen wij. De voorzitter: Anderen nog vanuit de raad? W ethouder Fackeldey. Wethouder Fackeldey: Mevrouw de voorzitter. Ik denk dat we twee dingen goed uit elkaar moeten halen. De specifieke situatie waar het nu over gaat, aan de Wold, en de algemene vraag over het beleid. Als het gaat om de situatie aan de Wold is er een omgevingsvergunning verleend. Daar is bezwaar tegen gemaakt. Dat bezwaar is afgewezen door de commissie. Publiekrechtelijk hebben we wat dat betreft niet veel been meer om op te staan. Je moet je bovendien realiseren, dat het daar specifiek gaat om de mast. Daar is een omgevingsvergunning voor nodig. Dat is ook de reden dat we niet denken dat hij gaat omvallen, want zo n omgevingsvergunning ziet er juist op toe dat het ding qua bouw en veiligheid enzovoort veilig is. Dat gaat niet over de antennes. De plaats van de antenne-installatie is vergunningvrij. Dat zie je ook. Her en der wordt hij op daken zonder enige vorm van vergunning geplaatst. De vergunning gaat specifiek over het oprichten van die mast. Wat heb ik gezegd toen een delegatie van de bewoners afgelopen vrijdagochtend op bezoek was. Ik heb gezegd wat ik wil doen, wat minder ver gaat dan in de motie staat, dat ik nog even contact ga opnemen met de provider en vragen: je hebt nu deze specifieke plek gekozen, ook in overleg met onze landschappers en deskundigen, ook omdat het trafohuisje daar al staat op die parkeerplaats, maar heb je deze plek echt nodig voor je capaciteit en het netwerk waarin hij staat, zijn er nog andere plekken te bedenken, is dat überhaupt bespreekbaar - want hij heeft vergunning, hij kan dus gaan bouwen - en zo ja, wat zou daar dan de ruimte van zijn en daar willen we graag de bewoners over informeren. Een deel van de informatie die gevraagd wordt, stond overigens al in de verdediging van de provider bij de zitting. Daar hebben ze in een voor een juridisch stuk verbluffend heldere tekst uitgelegd wat de bedoeling was. Overigens hebben wij daar eerder op gereageerd, want de heer Polman heeft al in oktober 2012 deze vraag gesteld en hebben wij in deze zin daarop gereageerd. Als we het hebben over het UMTS- en 4G-beleid - daarover zijn al schriftelijke vragen door de InwonersPartij ingediend en die zitten op dit moment in het beantwoordingsproces - dan is er bij mijn weten geen specifiek gemeentelijk beleid dat we daarvoor hebben. Het komt een beetje voort uit mijn vorige opmerkingen, we verlenen vergunning voor het oprichten van die mast, niet voor het aanhangen van de antenne. Ik weet dat we er eerder over gediscussieerd hebben. Het is ook wel ingewikkeld, want je hebt heel veel deskundigen, die het ook niet met elkaar eens zijn als het gaat over de effecten die die masten hebben. We hebben dus geen specifiek eigen gemeentelijk beleid, we volgen daarin het landelijk beleid. Even terugkomend op de motie van de InwonersPartij. Zoals het hier staat zouden wij een bijeenkomst moeten beleggen, maar om wat te doen? Dat is dan de vraag. Er is namelijk geen gemeentelijk UMTS-/G4-beleid. De vraag is ook hoeveel beleidsvrijheid je überhaupt hebt om daarin gemeentelijk beleid te maken, maar daar zou je uiteraard naar kunnen kijken. Vragen beantwoorden kan altijd, maar het is denk ik veel meer aan de provider om die vragen te beantwoorden, want heel vaak zie je dat inwoners vragen hebben, en dat zijn heel logische en begrijpelijke vragen, over wat het betekent qua effect, qua straling, qua geluid en dergelijke. Vooral de provider moet die vragen beantwoorden.