De omschreven werkvelden waarin de genetisch consulent werkzaam is, zijn: - oncogenetica; - cardiogenetica;



Vergelijkbare documenten
Competentieprofiel van de genetisch consulent

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

1.4. De kinderverpleegkundige organiseert en coördineert de verpleegkundige zorg rond het zieke kind.

Verzamelen en interpreteren van gegevens

De opleiding tot dialyseverpleegkundige. De context

Bij de MSF (verwijzers) is het verplicht minimaal 3 verwijzers een vragenlijst te sturen, voor de

Intensivecareverpleegkundigen werken op de afdeling Intensive Care, intensivecarekinderverpleegkundigen

De eindtermen van de opleiding tot recovery verpleegkundige

Intensivecareverpleegkundigen werken op de afdeling Intensive Care, intensivecarekinderverpleegkundigen

Opleiding tot Genetisch Consulent Studiegids

Intensivecareverpleegkundigen werken op de afdeling Intensive Care, intensivecarekinderverpleegkundigen

Competentieprofiel arts Maatschappij en Gezondheid

De specifieke verpleegkundige zorg voor een patiënt met een neurologische aandoening

De opleiding tot recoveryverpleegkundige 1. De context

Toelichting De kerncompetentie vakinhoudelijk handelen vormt de rode draad van elke leerweg. De andere kerncompetenties zijn daarbij ondersteunend.

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige

Medisch Informatieprofessional 3.0 Waar sta jij (be)sta jij nog? Miebet Wilhelm St. Antonius ziekenhuis dinsdag 9 mei 2017

Landelijk Opleidingscompetentieprofiel. Master Physician Assistant

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

De opleiding tot Restauratief Tandarts van de Nederlands Vlaamse Vereniging voor Restauratieve Tandheelkunde

Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige

Deskundigheidsgebied en Eindtermen van de opleiding tot Endoscopieverpleegkundige

Gedragsindicatoren HBOV cohort

OPLEIDING INTENSIVE CARE VERPLEEGKUNDIGE

De 7 kerncompetenties

De opleiding tot mediumcareverpleegkundige. De context

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care kinderverpleegkundige

Algemene competenties van de openbaar apotheker specialist

De opleiding tot cardiaccareverpleegkundige. De context

Inleiding DE VERPLEEGKUNDIGE VERVOLGOPLEIDINGEN

Kwaliteitsprofiel Verloskundige Echoscopist maart 2011

Kerncompetenties psychotherapeut

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot dialyse verpleegkundige

Het competentieprofiel van de verzekeringsarts

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

Reglement Disfunctioneren

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

Visie op verpleegkundige professionaliteit

Context. Eindtermen Opleiding Pijnconsulent Erasmus Zorgacademie / versie 6 mei 2011

Deskundigheidsgebied en de eindtermen van de opleiding tot Sedatie Praktijk Specialist

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

Centraal College Medische Specialismen

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

Patiëntklachten. Van Statistiek naar Casuïstiek. Beoordeling functioneren medisch specialisten: 1. MSRC 2. IFMS 3. Module disfunctioneren

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

De klinisch chemisch analist legt de verkregen waarden vast in de daarvoor beschikbare informatiesystemen.

De 7 kerncompetenties

In de praktijk wat kan, op school wat moet

Korte Praktijk Beoordeling

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

TUSSENPROFIEL VAN DE HUISARTS IN OPLEIDING. Jaar 1. Versie 2

Klinische Stage Interne Geneeskunde. Bijlage 1

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137

Factsheet Verpleegkundig Specialisten

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

Verklarende woordenlijst

2. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Oordeel voldoende / onvoldoende * Instelling: Fase: 1 2 3*

1 Samenvatting: een nieuw beroepenhuis V&V

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care neonatologie verpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot obstetrische en gynaecologische verpleegkundige

Algemene competenties van de medisch specialist

OPLEIDING TOT BIJZONDERE BEKWAAMHEID HUNTINGTONZORG voor de specialist ouderengeneeskunde

VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk Jeugdzorg BOL Leerjaar 2 Praktijk

Predictieve genetische tests

Tijd Doel Werkvorm Benodigdheden

Intern. Extern. En indien nodig met: Rolbeschrijving Zorgconsulent Palliatieve Zorg

Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem

Competenties van de klinisch psycholoog. Ger Keijsers

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

EINDTERMEN OPLEIDING SEDATIE PRAKTIJK SPECIALIST In deze eindtermen wordt voor de Sedatie Praktijk Specialist (SPS) de mannelijke vorm gehanteerd. Van

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen

Functieprofiel doktersassistent(e)

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Beroepssituaties. A. Beroepssituaties eerstelijns praktijk. Beroepssituatie 1: Telefonisch consult (prenataal, nataal, postnataal)


PROFESSIONEEL STATUUT VOOR EEN HUISARTS IN DIENST BIJ EEN HUISARTS

Standaard-actieplan stage 4 (PL4)

Deskundigheidsgebied en Eindtermen van de opleiding tot Verpleegkundig Endoscopist

Inleiding Werkwijze Uitgangspunten

Visie Dimence Groep op VerpleGinG en VerzorGinG

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Dik-Faber (CU) over het testen van erfelijke ziekten via de huisarts (2018Z09228).

Competentieprofiel van de opleider CHVG

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

Toekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

Functieomschrijving Circulation Practitioner

De afdeling radiotherapie vormt een werkomgeving met zeer geavanceerde apparatuur.

Genetische kennis, attitudes en vaardigheden onder artsen niet werkzaam op het terrein van de genetica

Naast de patiënten uit de kliniek zijn er patiënten die worden doorverwezen vanuit diverse poliklinieken en door externe verwijzers.

De 6 Friesland College-competenties.

Hart voor je patiënt, goed in je vak, trots op je werk

Naam: Roshie Naseer. Opleiding: MANP. Cohort: GGZ 2009/2010. Studentnummer: Bedrijf: Parnassia Bavogroep. Naam mentor: Marjolein Hollaar

Competentieprofiel kaderhuisarts

Standaard-actieplan stage 3 (PL3)

Transcriptie:

De opleiding tot genetisch consulent De context Het specialisme Klinische Genetica is gericht op zorgvragen van adviesvragers die samenhangen met erfelijke en aangeboren aandoeningen. Adviesvragers kunnen met hun vragen rondom erfelijke en aangeboren aandoeningen terecht bij afdelingen Klinische Genetica, die aan de universitaire medische centra zijn verbonden. Via de eerste - of tweedelijns gezondheidszorg kan een adviesvrager naar een Klinisch Genetisch Centrum worden verwezen. De patiëntencategorie Aangeboren afwijkingen vormen tegenwoordig de belangrijkste oorzaak van sterfte op de kinderleeftijd. Het wordt daarbij steeds duidelijker bij welke afwijkingen en ziekten erfelijkheid een rol speelt en hoe de overerving plaatsvindt doordat het humane ge noom in kaart is gebracht. De mogelijkheden van diagnostiek en preventie zijn daardoor enorm uitgebreid. Adviesvragers kunnen meer te weten komen over de oorzaken van het krijgen van een kind met aangeboren afwijkingen, de herhalingskans en de mogelijkhede n tot preventie. De invloed van erfelijke factoren op aandoeningen op latere leeftijd, bijvoorbeeld verschillende oncologische en cardiologische aandoeningen wordt ook steeds duidelijker. Het aantal adviesvragen over erfelijke aandoeningen neemt daardoor toe en daarmee de vraag naar erfelijkheidsadvisering. De Klinische Genetica is echter volop in ontwikkeling en beslaat een voortdurend groeiend terrein van ziekten en aandoeningen. Er worden vijf algemene thema s onderscheiden waarop de werkzaamheden binnen de Klinische Genetica van toepassing zijn: - diagnostiek en erfelijkheidsadvisering in verband met kinderwens; - diagnostiek en erfelijkheidsadvisering in verband met eigen gezondheid; - postnatale syndroomdiagnostiek; - prenatale diagnostiek; - familiaire implicaties van genetische diagnostiek. De omschreven werkvelden waarin de genetisch consulent werkzaam is, zijn: - oncogenetica; - cardiogenetica; - prenatale diagnostiek; - bindweefselaandoeningen; - neurogenetica; - hematogenetica; - overige frequent voorkomende genetische aandoeningen. De deskundigheid van de genetisch consulent Omdat het indicatiegebied voor genetisch onderzoek en advies zich sinds de opkomst van het vakgebied enorm aan het uitbreiden is, werd en wordt voortdurend een taakherschikking van klinisch genetici naar genetisch consulenten gerealiseerd. De kerntaak van de genetisch consulent is counseling van patiënten en hun familie. Counseling is resultaatgericht en pragmatisch van aard. Het doel van counseling is het helpen van patiënten bij: - het oplossen of hanteren van problemen; - het vinden van antwoorden op vragen; - het aanpassen van de levenssituatie aan de hand van de aandoening; - het benutten van ongebruikte mogelijkheden; - het ontwikkelen van kennis en vaardigheden.

Een deel van de counselingen verloopt op eenzelfde wijze en kan volgens protocol door genetisch consulenten verricht worden. Dit betreft vooral adviezen over erfelijke kanker, hartziekten en prenatale diagnostiek, maar ook bij de overige counselingen kan de ervaren genetisch consulent delen van de taak van de medisch specialist overnemen. De werkzaamheden van genetisch consulenten kunnen daardoor op alle bovengenoemde thema s van toepassing zijn. De genetisch consulent worden al sinds de tweede helft van de jaren negentig ingezet om de vragen van adviesvragen onder medische eindverantwoordelijkheid van klinisch genetici te beantwoorden. De genetisch consulent werkt zelfstandig en neemt zijn eigen professionele verantwoordelijkheid voor de beroepsuitoefening in acht. Taakherschikking (het structureel overdragen van taken) wordt binnen de Klinische Genetica voortdurend gerealiseerd. Doordat oorzaken van aangeboren en verworven afwijkingen steeds beter in kaart zijn - en nog steeds worden gebracht, is sprake van een toename van verrichtingen die protocollair kunnen worden verricht. Een toename van protocollaire verrichtingen bij de verschillende thema s betekent ook dat de genetisch consulent op meer dan één aandachtsgebied kan worden ingezet. En dat betekent vervolgens dat de genetisch consulent breed opgeleid dient te worden waardoor deze bredere inzet ook daadwerkelijk te realiseren is.

Eindtermen van de opleiding tot genetisch consulent 1. Vakinhoudelijk handelen Verzamelen en interpreteren van gegevens 1.1. De genetisch consulent verzamelt systematisch gegevens om de (uitgangs)situatie van de patiënt in kaart te brengen. Hij maakt daarbij gebruik van de medische anamnese, hetero anamnese en observatiegegevens van de patiënt. Plannen van zorg 1.2. De genetisch consulent formuleert, op basis van verpleegkundige, medische en paramedische diagnostiek, de beoogde resultaten van zorgverlening en beargumenteert de keuze en prioriteitsstelling voor interventies. Uitvoeren van zorg en bewaking 1.3. De genetisch consulent gaat met zijn patiënten/adviesvragers een counseling- en behandelrelatie aan. Hij doet dit binnen de grenzen van de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO), de aandachtsgebieden waarin hij deskundig is, zijn persoonlijke bekwaamheid, de voorkeuren en de leefsituatie van de patiënt/adviesvrager. De zorg die hij verleent wordt gekenmerkt door een wetenschappelijk, economisch en ethisch verantwoorde praktijkvoering en door doelmatige communicatie met patiënten/adviesvragers en allen die direct of indirect bij de zorg voor de patiënt/adviesvrager betrokken zijn. In de praktijk betekent dit dat de genetisch consulent de patiënt/adviesvrager helpt om: - de medische feiten betreffende de aandoening te begrijpen; - inzicht te krijgen in hoe erfelijkheid een rol speelt bij een bepaalde aandoening en wat de kans van optreden is; - te begrijpen wat de keuzemogelijkheden zijn; - te begrijpen wat het betekent voor zijn/haar familie; - alle informatie op een zinvolle wijze te gebruiken, zodat negatieve psychologische gevolgen zoveel mogelijk voorkomen worden en persoonlijke controle toeneemt; - een keuze te maken die passend is in relatie tot de kans van optreden van de aandoening en tot de persoonlijke doelen, familiedoelen en omstandigheden en te handelen in overeenstemming met de gemaakte keuze; - de best mogelijke aanpassing met betrekking tot de aandoening en/of de kans van optreden te realiseren. 1.4. De genetisch consulent organiseert en coördineert de zorg rond de patiënt en initieert hierbij op het juiste moment verschillende overlegsituaties. Hij coördineert en participeert in deze overlegsituaties. 1.5. De genetisch consulent voert werkzaamheden uit aan de hand van evidence based/ best practice protocollen, standaarden en richtlijnen. De genetisch consulent legt verantwoording af over de werkzaamheden, de keuze van interventies, die afwijken van protocollen, standaarden en richtlijnen en over interventies in situaties, waarin deze protocollen, standaarden en richtlijnen ontbreken. 1.6. De genetisch consulent stelt de zorg bij aan de hand van de resultaten verkregen door systematische evaluatie van de gegevens en zorgresultaten van de patiënt.

2. Communicatie 2.1. De genetisch consulent bouwt effectieve behandel- en counselingrelaties met patiënten/adviesvragers op. Hij communiceert vanuit het perspectief van de patiënt/adviesvrager en interpreteert informatie in de juiste context. 2.2. De genetisch consulent hanteert effectieve communicatiemethoden en verkrijgt doelmatig relevante patiënteninformatie. 2.3. De genetisch consulent informeert patiënten/adviesvragers schriftelijk en mondeling, met kennis en inzicht over het verwachte verloop van de aandoening en behandeling, doelgericht, efficiënt en effectief binnen de eigen beroepsgrenzen op een zodanige manier dat deze beschikken over kennis die nodig is om verantwoorde keuzes te kunnen maken binnen de context van de hulpvraag/het hulpverleningsproces. 2.4. De genetisch consulent herkent en hanteert daarbij de eigen gevoelens en gedrag in de zorgrelatie, in het bijzonder met betrekking tot: - nabijheid, toegankelijkheid en empathie; - overdracht en tegenoverdracht; - het verschil tussen inhouds- en betrekkingsniveau; - op ziekte of stoornis berustende typische wijze van interacteren; - respect voor de eigenheid en privacy van de patiënt en zijn naasten; - levensbeschouwing van de patiënt; - vertrouwelijkheid; - ethische afwegingen. 2.5. De genetisch consulent doet adequaat mondeling en schriftelijk verslag over patiëntencasus zodat de continuïteit gewaarborgd is. 3. Samenwerking 3.1. De genetisch consulent bevordert een effectieve samenwerking en afstemming tussen de leden van het multidisciplinaire zorgteam zodat de patiënt/adviesvrager optimaal kan profiteren van de totale deskundigheid van het team en de continuïteit wordt gewaarborgd. 3.2. De genetisch consulent heeft inzicht in de grenzen van haar eigen deskundigheid en verwijst zo nodig adequaat door met inachtneming van de wet- en regelgeving. 3.3. De genetisch consulent rapporteert en draagt de gegevens over de verleende zorg over aan andere betrokken in het behandelteam. 3.4. De genetisch consulent levert een bijdrage aan de ethische besluitvorming met betrekking tot de behandeling en de zorg voor de patiënt door actief te participeren in overlegsituaties op patiënten- en afdelingsniveau. 3.5. De genetisch consulent verleent effectief consult en advies aan verpleegkundigen en overige beroepsbeoefenaren met betrekking tot de patiëntenzorg. 3.6. De genetisch consulent bespreekt relevante informatie adequaat met de supervisor.

4. Kennis en wetenschap 4.1. De genetisch consulent beschouwt medische informatie kritisch. 4.2. De genetisch consulent houdt zich goed op de hoogte van wetenschappelijke vakkennis. Met betrekking tot de aandachtgebieden beschikt de genetisch consulent over de in bijlage 1 aangegeven kennis. 4.3. De genetisch consulent bevordert de ontwikkeling en verdieping van wetenschappelijke vakkennis door het leveren van een bijdrage aan praktijkonderzoek en innovatieprojecten. 4.4. De genetisch consulent past evidence based/best practice toe in de dagelijkse beroepspraktijk. Hij - formuleert op basis van ervaringen in de dagelijkse beroepspraktijk concrete probleem- of vraagstellingen om de beroepspraktijk te verbeteren; - zoekt vanuit deze concrete probleem- of vraagstelling relevante evidence based/best practice in de vakliteratuur; - toetst nieuwe informatie en werkwijzen kritisch en aan de hand van relevante wetenschappelijke, maatschappelijk en ethische aspecten; - handelt in de dagelijkse beroepspraktijk volgens deze evidence based/best practice. 4.5. De genetisch consulent kan zich mondeling en schriftelijk goed uitdrukken en o.a. een mondelinge presentatie geven en een publicatie schrijven volgens de daarvoor geldende eisen. 4.6. De genetisch consulent volgt bij- en nascholing. 4.7. De genetisch consulent bevordert de deskundigheid van studenten, collegae, patiënten/adviesvragers en andere betrokkenen bij de gezondheidszorg. 5. Maatschappelijk handelen 5.1. De genetisch consulent bevordert de gezondheid van individuele patiënten/ adviesvragers, hun familie en de samenleving. 5.2. De genetisch consulent stimuleert de patiënt/adviesvrager om zich als kritische consument op te stellen en stelt daaruit voortvloeiende onderwerpen ter discussie. 5.3. De genetisch consulent handelt met inachtneming van de relevante wettelijke bepalingen. 5.4. De genetisch consulent concretiseert de kwaliteitseisen uit wet- en regelgeving die aan het behandel- en zorgproces worden gesteld. 5.5. De genetisch consulent treedt adequaat op bij incidenten in de zorg. 6. Organisatielidmaatschap 6.1. De genetisch consulent stelt prioriteiten in zijn werk en weet een balans te vinden tussen alle aspecten van de zorg: patiëntenzorg, organisatie van de zorg, onderwijs en onderzoek. 6.2. De genetisch consulent werkt effectief en doelmatig binnen een gezondheidszorgorganisatie.

6.3. De genetisch consulent besteedt de beschikbare middelen voor de patiëntenzorg op een verantwoorde wijze. 6.4. De genetisch consulent gebruikt informatietechnologie voor optimale patiëntenzorg en voor bij- en nascholing. 6.5. De genetisch consulent committeert zich aan de rechten en plichten als werknemer en professional in de arbeidssituatie. 7. Professionaliteit 7.1. De genetisch consulent levert hoogstaande patiëntenzorg op integere en betrokken wijze. 7.2. De genetisch consulent toont adequaat persoonlijk en inter-persoonlijk professioneel gedrag. 7.3. De genetisch consulent kent - en handelt binnen - de grenzen van zijn kennis en kunde. 7.4. De genetisch consulent oefent zijn functie uit naar de in de gezondheidszorg gangbare ethische normen.

Specifieke bepalingen van de opleiding tot genetisch consulent Instroomeisen De instroomeisen zijn: - de student heeft een hbo diploma in één van de volgende richtingen: fysische, biologische of gezondheidszorg richting; - de student heeft gedurende de opleiding een dienstverband met een ziekenhuis en is werkzaam op een afdeling klinische genetica. Omvang van de opleiding in klokuren Minimum praktijkuren: 1200 Minimum theorie-uren: 120 Minimum aanstelling per week in klokuren 32 uur per week. Ook bij een parttime dienstverband dient gegarandeerd te zijn dat er 1200 uur in de praktijk wordt gewerkt.

BIJLAGE 1: Kennisgebieden genetisch consulent Eindtermen bij het aandachtsgebied oncogenetica - De genetisch consulent kent de algemene kenmerken van erfelijke kanker. tumorsyndromen. Eindtermen bij het aandachtsgebied cardiogenetica - De genetisch consulent kent de algemene kenmerken van erfelijke hart- en vaataandoeningen. belangrijkste erfelijke hartaandoeningen zoals: de meest voorkomende cardiomyopathieën en de ritme- en geleidingsstoornissen. Eindtermen bij het aandachtsgebied prenatale diagnostiek - De genetisch consulent kent de belangrijkste vormen van onderzoek (voorafgaande aan en) tijdens de zwangerschap. - De genetisch consulent kent de indicaties voor invasieve en niet-invasieve prenatale diagnostiek en prenatale screening en is op de hoogte van de richtlijnen op dit gebied zoals die vanuit de Werkgroep Prenatale Diagnostiek zijn opgesteld. belangrijkste indicaties voor prenatale diagnostiek. - De genetisch consulent heeft inzicht in de mogelijkheden en beperkingen van diagnostisch ultrageluidonderzoek voor de diagnostiek van aangeboren en erfelijke aandoeningen. - De genetisch consulent is in staat te anticiperen op de psychische gevolgen van het afbreken van een zwangerschap vanwege een afwijkende laboratoriumbevinding, zowel naar de zwangere / het paar als naar andere betrokken hulpverleners die daarbij een rol kunnen spelen. Eindtermen bij het aandachtsgebied bindweefselaandoeningen - De genetisch consulent kent de algemene kenmerken van erfelijke bindweefselaandoeningen. belangrijkste erfelijke bindweefselaandoeningen. Eindtermen bij het aandachtsgebied neurogenetica - De genetisch consulent kent de algemene kenmerken van erfelijke neurogenetische aandoeningen. belangrijkste erfelijke neurologische- en spieraandoeningen. Eindtermen bij het aandachtsgebied hematogenetica - De genetisch consulent kent de algemene kenmerken van hematogenetische aandoeningen. belangrijkste erfelijke hematologische aandoeningen. Eindtermen bij het aandachtsgebied overige frequent voorkomende genetische aandoeningen - De genetisch consulent kent de algemene kenmerken van frequent voorkomende chromosomale en autosomaal dominante en recessieve aandoeningen. - De genetisch consulent is bekend met de meest voorkomende medische terminologie in de dysmorfologie.