Samenvatting Biologie Biologie Hoofdstuk 9: vertering, ademhaling, verbranding, bloedsomloop

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Biologie, 8.1 t/m 8.5

Samenvatting Biologie 1-1 tot 1-3

BASISSTOF 1 HET BLOED OM TE ONTHOUDEN

Samenvatting Voeding en Vertering Biologie voor Jou VMBO 4. M.b.v. melkzuurbacteriën kun je melk omzetten in yoghurt Kaas en zuurkool

2,7. Samenvatting door Niels 1791 woorden 6 december keer beoordeeld. Biologie voor jou

1. Bloedvatenstelsel geeft zuurstof en glucose aan spierstelsel; water aan uitscheidingstelsel; CO² aan ademhalingsstelsel.

basisstof 1 gaswisseling bij dieren om te onthouden

Verbranding bij een kaars: kaarsvet + zuurstof --> water+ koolstofdioxide (+ energie)

> waterdamp < zuurstof Aan ingeademde lucht = stikstof

Gaswisseling. Samenvatting voor de toets

6.9. Werkstuk door E woorden 25 juni keer beoordeeld. Biologie voor jou. Inhoudsopgave

Spijsverteringsstelsel. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Naam: BLOEDSOMLOOP. Vraag 1. Waaruit bestaat bloed?

7. Het gebit De bouw van het gebit Tanden en kiezen noem je gebitselementen. kroon. wortel

Werkstuk Biologie Lichaamstelsels

SAMENVATTING BIOLOGIE SE WEEK 2

Samenvatting Biologie Voeding en vertering

5,2. bs.1 Verbranding. bs 2 Ingeademde en uitgeademde lucht. Samenvatting door een scholier 1756 woorden 7 november keer beoordeeld

6.5. Opdracht 1. Opdracht 2. Opdracht 4. Boekverslag door K woorden 10 mei keer beoordeeld. Basisstof 1

5,2. Antwoorden door een scholier 1376 woorden 19 februari keer beoordeeld. Basisstof 1; samenstelling van bloed

Samenvatting NaSk Verbranding en ademhaling

Thema: Transport HAVO. HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 2

Samenvatting Biologie Transport

Spijsvertering vmbo-b12

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 4

6 groepen voedingsstoffen: eiwitten, koolhydraten, vetten, water mineralen en vitamines. Je hebt alle 6 voedingsstoffen nodig om gezond te blijven.

7,9. Samenvatting door een scholier 2305 woorden 16 juni keer beoordeeld. Biologie thema 3. Basistof 2

slagaders haarvaten aders uitzonderingen Bevat kleppen - - X Aorta, longslagader Gespierde dikke wand

aerobe dissimilatie gaswisseling ademhaling

Samenvatting. Functie: zuurstof en voedingsstoffen afgeven aan de cellen, en koolstofdioxide en andere afvalstoffen opnemen in het bloed.

Transport door het lichaam. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

6,8. Samenvatting door een scholier 2043 woorden 8 december keer beoordeeld. Biologie voor jou

beschermende bouwstoffen brandstoffen reservestoffen eiwitten x x vetten x x x vitamine x x water x Mineralen x x koohlydraten x x x

Oefen Repetitie KGT thema Bloedsomloop

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 2

Bij eencellige dieren transport via diffusie (over kleine afstand). Het transporteren van zuurstof en afvalstoffen (traag proces).

4,3. Samenvatting door een scholier 1547 woorden 28 februari keer beoordeeld

Samenvatting Biologie thema 2 voeding en vertering

Antwoorden door een scholier 1481 woorden 26 februari keer beoordeeld. Biologie voor jou

Thema 6 Gaswisseling en uitscheiding Basisstof 1

boek: biologie voor jouw ; klas 5 hoofdstuk 4 voeding hoofdstuk 4 paragraaf 1 geen belangrijke informatie hoofdstuk 4 paragraaf 2 voedingsmiddelen:

Voeding en vertering. Hoofdstuk 2

Samenvatting Biologie H3 Organen en cellen

- Bij dierlijke voedingsmiddelen wordt bederf vaak veroorzaakt door salmonellabacteriën.

Samenvatting Biologie Thema 1: Organen en cellen

6,5. Samenvatting door een scholier 1940 woorden 21 januari keer beoordeeld. Biologie voor jou

Ademhalingsorganen/luchtwegen. Ademhaling. De neus. De neus. De keelholte. De keelholte Bouw algemeen Van binnen naar buiten

Hart = pomp --> spier --> trainen --> krans(slag)aders vertakken verder --> hart krijgt meer voedingsstoffen

8.3. Boekverslag door T woorden 19 januari keer beoordeeld. Biologie voor jou. Thema 4. 2 voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Thema 4 voeding en vertering

- Yoghurt: aan melk worden speciale soorten bacteriën toegevoegd. Deze bacteriën zetten energierijke stoffen in melk om in melkzuur.

Samenvatting door een scholier 1661 woorden 10 december keer beoordeeld

5,8. Bs 1 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen. Samenvatting door een scholier 1678 woorden 31 oktober keer beoordeeld.

1) Wat is het verschil tussen de grote en kleine bloedsomloop? 2) Tot welke bloedsomloop behoren je hersenen?

6,1. Werkstuk door een scholier 2069 woorden 7 april keer beoordeeld. 2 Vertering

Aantekeningen B4T1 Voeding en vertering

VWO HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA

halvemaanvormige kleppen) Doordat de hartkamers het bloed met kracht wegpompen.

5,5. Verslag door A woorden 2 maart keer beoordeeld. Biologie voor jou. Basisstof 1 : Wat is verbranding?

Zijn er bij deze onderwerpen deficiënties, dan kun je via de volgende sites je kennis vergroten: - -

Examentrainer. Vragen. Vertering. Wat is de naam van P?

5,9. Werkstuk door een scholier 2073 woorden 16 juli keer beoordeeld

A. de hersenen en het ruggenmerg B. het hersenvlies en de hersenstam C. het cerebrospinaal vocht en de gevoelszenuwen D. de klieren en de lymfevaten

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 6

Toets Anatomie Opleiding Sport en Bewegen. Behaalde punten Hulpmiddelen geen

Samenvatting Biologie Voeding en vertering

- melkzuurbacteriën maken van melk yoghurt - melkzuurbacteriën worden gebruikt om zuurkool te maken

6,5. Antwoorden door Een scholier 2083 woorden 16 juni keer beoordeeld. Biologie voor jou

Samenvatting H H7 Eten H9 Je lichaam werkt

THEMA: VOEDING EN VERTERING VWO

Werkstuk ANW Spijsvertering

Spijsvertering. Voorwoord. Mijn spreekbeurt gaat over de reis van het voedsel. Met een moeilijk woord heet dat Spijsvertering.

Voedingsleer. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? Voedingsleer en het plantenrijk

Hart anatomie en fysiologie

Als het bloed uit de holle ader verder stroomt, in welk bloedvat komt het dan?

Cellen aan de basis.

Samenvatting Biologie Thema 2 voeding en vertering.

Gaswisseling Uitscheiding

Proefexamen ANATOMIE EN FYSIOLOGIE

1. Waarvan is DNA een belangrijke bouwstof? A) Van de celmembraan. B) Van de chromosomen. C) Van de kernmembraan.

Examen Voorbereiding Transport

Boekverslag door Anoniem 860 woorden 16 april Samenvatting Hoofdstuk 2 Voeding en vertering

Ademhalingsstelsel vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Samenvatting door Een scholier 2020 woorden 23 mei keer beoordeeld. Biologie voor jou. Samenvatting Biologie Thema 1.

7,7. Samenvatting door een scholier 2220 woorden 23 januari keer beoordeeld. Biologie voor jou. Thema 4: Voeding en vertering

Werkstuk Biologie Roken

5.8. Boekverslag door M woorden 24 januari keer beoordeeld

Bloed en lymfe systeem. Bloed en lymfe systeem. Bloed stelsel. Bloed stelsel. Samenstelling van het bloed. Bloedplasma

6,9. Samenvatting door E woorden 6 november keer beoordeeld. Biologie voor jou

Casuïstiek voor doktersassistenten Ik heb pijn op de borst ISBN Hoofdstuk 1: Medische achtergrondkennis

Elke spier neemt toe in dikte en kracht door hem regelmatig harder te laten werken (trainen).

Gunstig voor gaswisseling: - kleine diffusie afstand, grote gezamenlijke oppervlak, concentratie verschillen van O2

Samenvatting Biologie wat je moet weten voor proefexamen 3

Examen VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 1 dinsdag 18 mei uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

Hart en bloedsomloop hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Transcriptie:

Samenvatting Biologie Biologie Hoofdstuk 9: vertering, ademhaling, verbranding, bloedsomloop Samenvatting door Madelief 1197 woorden 7 februari 2018 5,2 16 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Paragraaf 1 Van groot naar klein: Organisme = levend wezen; Orgaanstelsel = groep van samenwerkende organen (bijv. ademhalingsstelsel, verteringsstelsel, skelet, bloedvatenstelsel, spierstelsel, zenuwstelsel); Orgaan = deel van een organisme met een of meerdere functies; Weefsel = groep cellen met dezelfde vorm en functie (bijv. beenweefsel, spierweefsel, zenuwweefsel); Cel. Middenrif = spierwand die de romp in de borstholte en buikholte scheidt Orgaanstelsel: Functie: Uitscheidingstelsel Afvalstoffen uit lichaam verwijderen (o.a. longen, lever en nieren) Verteringsstelsel Voedsel kleiner maken en opnemen in het bloed AdemhalingsstelselZuurstof opnemen en koolstofdioxide afgeven aan de lucht Bloedvatenstelsel Zenuwstelsel Vervoeren van zuurstof en voedingsstoffen naar de spieren/organen. Afvoeren van koolstofdioxide en afvalstoffen Informatie van je zintuigen naar je hersenen sturen en van je hersenen informatie naar je spieren sturen Bij verbranding komt energie vrij in de vorm van beweging en warmte Glucose + zuurstof -> water + koolstofdioxide + energie De cel is opgebouwd uit: Celkern: regelt alles in de cel en bevat DNA; Cytoplasma: water met opgeloste stoffen; Celmembraan: vliesje om cel die regelt wat cel in en uit gaat; Ribosomen: maken eiwitten; Mitochondriën: maken energie uit glucose. Paragraaf 2 Voedingsmiddelen = alles wat je eet of drinkt Pagina 1 van 5

Voedingsstoffen = bruikbare bestandsdelen van voedingsmiddelen Alle organen die samenwerken voor de vertering = verteringsstelsel Doel vertering = voedingsstoffen afbreken tot verteringsproducten die wel door de darmwand opgenomen kunnen worden in het bloed Stoffen die wel door darmwand opgenomen worden (en niet verteerd hoeven te worden): water, glucose, mineralen en vitamines Stoffen die wel verteerd moeten worden: eiwitten, vetten en meeste koolhydraten Verteringsklieren maken verteringssappen; deze bevatten enzymen Enzymen = stoffen die scheikundige reacties versnellen. Ze worden gebruikt en niet verbruikt! Een enzym kan maar 1 soort reactie uitvoeren. Werking enzymen hangt af van: 1. 2. Zuurgraad; Temperatuur (minimum, optimum en maximumtemperatuur). Bij een afwijkende zuurgraad of te hoge temperatuur veranderen enzymen van vorm en verliezen hun werking Darmperistaltiek = beweging die darmen maken om voedsel voort te stuwen = peristaltische bewegingen > door samenwerking van kringspieren en lengtespieren Ook tot doel om voedselbrij te kneden en te mengen met de sappen Voedingsvezels: Alle onverteerbare stoffen in plantaardig voedsel; Prikkelen de spieren in de (dikke) darmwand, waardoor peristaltiek gestimuleerd wordt. Mondholte en keelholte: Speeksel = water, slijm (betere glijbaarheid) en enzym (om zetmeel te verteren) Huig sluit neusholte af tijdens het slikken Strotklepje sluit luchtpijp af tijdens slikken Slokdarm maakt peristaltische bewegingen om voedsel voort te bewegen m.b.v. kringspieren en lengtespieren Maag: Functie: opslag voedsel + afgeven/maken maagsap Maagsap bevat water, maagzuur (bacteriën in voedsel doden) en enzym (voor afbraak eiwitten) Kringspier op einde van de maag = maagportier > laat voedsel door naar 12-vingerige darm In 12-vingerige darm monden uit: Afvoerbuis van de lever (maakt gal) en galblaas (opslagplaats gal). Gal maakt van grote vetdruppels kleinere vetdruppels (let op: niet verteren dus) Afvoerbuis van de alvleesklier: maakt alvleessap (bevat enzymen voor vertering eiwitten, zetmeel en vetten) Dunne darm: Heeft darmsapklieren > enzymen voor vertering eiwitten en koolhydraten Opnamen van voedingsstoffen/verteringsproducten in het bloed Wand is opgebouwd uit darmplooien, die weer darmvlokken (uitstulpingen) bevatten. Darmvlok heeft veel haarvaten, waardoor voedingsstoffen opgenomen worden uit de voedselbrij in het bloed Door darmplooien > oppervlaktevergroting Pagina 2 van 5

Blindedarm > ligt vlak onder plek waar dunne darm over gaat in dikke darm > uitstulping aan de onderkant = wormvormig aanhangsel = appendix (bij blindedarmontsteking is dit gedeelte ontstoken) Dikke darm: Water opnemen uit voedsel (bij diarree ontregelt) Bevat bacteriën = darmflora > deze hebben enzym om celwanden af te breken van plantaardige resten Endeldarm: Opslagplaats van onverteerde voedselresten Via de anus (een kringspier) verlaten resten (= ontlasting) het lichaam Paragraaf 3 Twee manieren van ademhaling: 1. Ribademhaling (=borstademhaling) Inademen -> ribben en borstbeen bewegen omhoog door tussenribspieren -> borstholte groter -> lucht naar binnen gezogen Uitademen -> ribben en borstbeen bewegen omlaag -> borstholte kleiner -> lucht naar buiten geperst 2. Middenrifademhaling (=buikademhaling) Middenrif = stevig gespierd vlies tussen buik, - en borstholte Inademen -> middenrif beweegt omlaag (trekt samen) -> borstholte groter -> longen worden groter -> lucht stroomt naar binnen Uitademen -> middenrif gaat omhoog, doordat buikspieren samentrekken -> borstholte kleiner -> longen kleiner -> lucht stroomt naar buiten Ademhalingsstelsel: Neusholte - Bekleed met neusslijmvlies (met slijm producerende cellen) -> maakt ingeademde lucht vochtig en warmer - Bevat neusharen -> grote stofdeeltjes tegen houden - Bevat trilhaarcellen -> slijm (met stofdeeltjes en ziekteverwekkers) naar keelholte vervoeren - Bevat reukzintuig -> waarschuwingsorgaan Mondholte Keelholte - Huig -> sluit neusholte af bij slikken Strottenhoofd - Bevat stembanden - Strotklepje -> sluit luchtpijp af bij voedsel slikken Luchtpijp - Wand bevat kraakbeenringen Bronchiën (2 x) - Wand bevat kraakbeenringen Luchtpijptakjes - Wand bevat nu spiertjes Longblaasjes - Zitten op einde van luchtpijptakjes - Heel groot oppervlakte - Heel dunne wand en omgeven door netwerk van haarvaatjes -> gaswisseling tussen longblaasjes en longhaarvaten (zuurstof gaat het bloed in en koolstofdioxide wordt afgegeven) Luchtpijp en bronchiën zijn bekleed met slijm producerende cellen en trilhaarcellen, die stof en ziekteverwekkers afvoeren naar de keelholte Astma Spiertjes in de luchtpijptakjes trekken zich samen Luchtwegen vernauwen, ademhalen gaat moeilijker Vaak ook slijmvlies aan binnenkant luchtwegen verdikt Longvolume Pagina 3 van 5

Longvolume hangt o.a. af van leeftijd/geslacht/bouw Spirometer = apparaat longvolume te meten VC= vitale capaciteit = hoeveelheid lucht die je maximaal kan uitademen na maximale inademing Restvolume = lucht die in longen achterblijft na maximale uitademing TLC = totale longvolume = Restvolume + VC Paragraaf 4 Bloed = bloedplasma met bloedcellen en bloedplaatjes Bloedplasma (= vloeistof) Vervoer van stoffen als: O2, CO2, voedingsstoffen en afvalstoffen Rode bloedcellen Vervoeren zuurstof m.b.v. eiwit hemoglobine Witte bloedcellen Kunnen van vorm veranderen > wand van bloedvaten verlaten naar weefsels Maken ziekteverwekkers onschadelijk Bloedplaatjes Zijn geen cellen, maar delen van uiteengevallen cellen Rol bij bloedstolling 3 soorten bloedvaten: Slagaders Bloed stroomt van hart af Hoge bloeddruk Dikke, stevige en elastische wanden Kunt er hartslag voelen Meestal diep in lichaam Haarvaten Dunne wand, slecht 1s cellaag Vormen in een orgaan een haarvatennetwerk Bloeddruk is sterk afgenomen Vocht met zuurstof en voedingsstoffen kan door de wand om zo cellen te bereiken. Co2 en afvalstoffen worden met dit vocht weer terug in het bloed opgenomen Aders Van organen naar het hart toe Lage bloeddruk Wanden dunner en minder elastisch dan slagader Hartslag niet voelbaar Liggen minder diep in lichaam Veel aders bevatten kleppen (tegen terugstroom bloed) Hart is een spier die zuurstof en voedingsstoffen verbruikt Over het hart lopen bloedvaten: Kransslagaders: rijk aan zuurstof en voedingsstoffen/ vertakking van de aorta Kransaders: afvoeren van CO2 en afvalstoffen/ monden uit in rechterboezem Route van het bloed: Bovenste holle ader of onderste holle ader Pagina 4 van 5

Rechterboezem Rechterkamer Longslagader (2x) Longaders Linkerboezem Linkerkamer Aorta Tussen boezem en kamer > hartkleppen (verhinderen terugstromen bloed naar boezems) Tussen longslagader/rechterkamer en aorta/linkerkamer bevinden zich slagaderkleppen > verhinderen terugstromen bloed in de kamers 3 fasen in werking hart: 1. Samentrekken van de boezems (gestimuleerd door impulsen in sinusknoop) - AV-knoop vangt vervolgens impulsen op en vertraagd ze. Hierdoor kunnen de boezems goed leeg raken en de kamers vol - Via harttussenwand gaan impulsen naar de punt van het hart 2. Samentrekken van de kamers 3. Hartpauze ECG = elektrocardiogram Kleine bloedsomloop Rechterharthelft longen linkerharthelft Doel: Zuurstof opnemen en CO2 afgeven Grote bloedsomloop Linkerharthelft organen in hele lichaam rechterharthelft Doel: Zuurstof en voedingsstoffen afgeven aan cellen en CO2 en afvalstoffenafvoeren van de cellen Inspanning -> meer hartslagen + bloed anders verdeeld over de organen Bloeddruk = druk van bloed tegen de wanden van de bloedvaten - Bovendruk = druk doordat kamers samentrekken - Onderdruk = druk tijdens de hartpauze Paragraaf 5 Witte bloedcellen en vocht kunnen door wand van haarvat Vocht met zuurstof en voedingsstoffen verlaat haarvat o.i.v. de bloeddruk > zo ontstaat weefselvocht buiten de haarvaten/ tussen de cellen Weefselvocht wordt via 2 routes afgevoerd: 1. 2. Terug in de haarvaten Via de lymfevaten (vloeistof = lymfe = water met opgeloste stoffen en witte bloedcellen) Lymfevaten bevatten kleppen en voeren lymfe van organen af naar twee grote lymfevaten: rechterlymfestam en borstbuis. > deze 2 monden beide uit in de aders onder het sleutelbeen Het lymfestelsel bevat ook lymfeknopen (lymfeklieren) > zuiveren de lymfe van ziekteverwekkers Osmose = watertransport door een half doorlaatbare wand (die alleen water doorlaat). Gaat van een lage concentratie opgeloste stoffen naar een plaats met een hoge concentratie stoffen Pagina 5 van 5