JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD

Vergelijkbare documenten
JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Oostzaan Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Waterland en de regio (%) Waterland 209 scholieren

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Beemster Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Wormerland en de regio (%) Wormerland 286 scholieren Onderwijstype en klas

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Zeevang Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren die wonen in Edam-Volendam. Er is apart gekeken naar de woonkernen Edam en Volendam.

Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren die wonen in Purmerend.

Hoe gaat het met de leerlingen van Openbare scholengemeenschap Willem Blaeu? Schoolrapportage Emovo 2014/2015

Gemeente Purmerend. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Gemeente Zaanstad. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Gemeente Zaanstad en Molenwerf

Gemeente Wormerland. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Regius College VMBO en Praktijkonderwijs 2015/2016. Aanvullende tabellen bij schoolrapportage Emovo. Leeswijzer

Regius College Wilhelminalaan Tabellenboek bij schoolrapportage Emovo 2015/2016

Gemeente Zeevang. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO

Gemeente Waterland. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO

Gemeente Beemster. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Zaanstad Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Gemeente Oostzaan. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO

JEUGDMONITOR EMOVO Gemeente Heemstede

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO

Gemeente Landsmeer. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD

Gemeente Edam-Volendam

E-MOVO 2010: gezondheid, welzijn en leefstijl. Een scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO

Jongerenmonitor : Gemeente Deventer

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO

Gezondheidsmonitoren jongeren en ouderen. Meta Moerman Cie Welzijn gemeente Neerijnen 19 juni 2012

havo/vwo jongens meisjes

Samenvatting Jong; dus gezond!?

KERNCIJFERS JONGERENPEILING 2013 NOORDWIJKERHOUT versie 2/

Tabellenboek jongerenmonitor Olst-Wijhe

Tabellenboek jongerenmonitor 2015 Raalte

Schoolbeleving klas 2 klas 4 Totaal Regio % % % % Beleving school (Hartstikke) leuk Gaat wel Niet leuk/vreselijk

Schoolbeleving klas 2 klas 4 Totaal Regio % % % % Beleving school (Hartstikke) leuk Gaat wel Niet leuk/vreselijk

vmbo havo vwo

Schoolbeleving klas 2 klas 4 Totaal Regio % % % % Beleving school (Hartstikke) leuk Gaat wel Niet leuk/vreselijk

Schoolbeleving klas 2 klas 4 Totaal Regio % % % % Beleving school (Hartstikke) leuk Gaat wel Niet leuk/vreselijk

Tabellenboek jongerenmonitor 2015 Ommen

Tabellenboek jongerenmonitor 2015 Deventer

Tabellenboek jongerenmonitor 2015 Steenwijkerland

Kinderen in Noord gezond en wel?

Schoolbeleving klas 2 klas 4 Totaal Regio % % % % Beleving school (Hartstikke) leuk Gaat wel Niet leuk/vreselijk

Gezondheid DEEL 1 LICHAMELIJKE GEZONDHEID. Ervaren gezondheid

Jeugd in Rivierenland Resultaten van een onderzoek naar gezondheid, welzijn en leefstijl van 2e en 4e klassers van het voortgezet onderwijs

Kinderen in West gezond en wel?

Genotmiddelengebruik ebruik en psychische problemen van jongeren in Noord-Holland Noord Resultaten van het EMOVO-onderzoek

E-MOVO Hoe gezond zijn jongeren in de regio Nijmegen?

Jeugd. Gezondheid, welzijn en leefstijl

Themarapport. Gezonde Leefstijl. Voortgezet onderwijs. april Inleiding. Roken

GENOTMIDDELEN. Jongerenmonitor % ooit alcohol gedronken. Klas 2. Klas 4. 5% ooit wiet gebruikt. 24% weleens gerookt.

Tabellenboek. GO Jeugd 2012

PSYCHOSOCIALE GEZONDHEID

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

Gezondheid, welbevinden en leefstijl van scholieren in het voortgezet onderwijs

Gezondheid, welbevinden en leefstijl van scholieren in het voortgezet onderwijs

Gezondheid, welbevinden en leefstijl van scholieren in het voortgezet onderwijs

Cijfers gezondheidssituatie gemeente Leeuwarderadeel

Gezondheid, welbevinden en leefstijl van scholieren in het voortgezet onderwijs

1566 en 1567 Hoe zorgen we ervoor dat kinderen en jongeren in Saendelft gezond blijven?

Kinderen in Oost gezond en wel?

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Gezondheid, welbevinden en leefstijl van scholieren in het voortgezet onderwijs

VOEDING, BEWEGEN EN GEWICHT

Themarapport. Voeding en bewegen

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

ONDERZOEK GENOTMIDDELENGEBRUIK SCHOLIEREN BASISONDERWIJS DEN HAAG 2003

Kernboodschappen Gezondheid Almelo

Kinderen in Centrum gezond en wel?

GEZONDHEID, WELZIJN EN LEEFSTIJL VAN JONGEREN. Regio Gelderland Midden

Kinderen in Zuid gezond en wel?

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Kinderen in Nieuw-West gezond en wel?

Samenvatting Losser. 2 van 5 Twentse Gezondheids Verkenning Losser. Versie 1, oktober 2013

Tabellenboek Jij en je gezondheid 2017/2018

Kernboodschappen Gezondheid Losser

Resultaten van het EMOVO-onderzoek

Resultaten screening. Boxmeer. 9 % % heeft soms klas 2 VO Medische problemen. gewicht. aandachtsleerlingen. ernstig ondergewicht

Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten

Pascal Zuid Vmbo Emovo

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Gezondheid, welzijn en leefstijl van scholieren in Heemstede. Resultaten van het Emovo-onderzoek

Transcriptie:

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD GEMEENTERAPPORTAGE

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD GEMEENTE KOGGENLAND Auteurs: Corrien Waardenburg, epidemioloog Esther Duin-de Boer, epidemiologisch onderzoeksmedewerker Miriam Levijn, epidemioloog Judith Sinnige, epidemiologisch onderzoeksmedewerker Bettina de Leeuw den Bouter, epidemioloog Gea Breebaart, beleidsmedewerker gezondheidsbevordering Correspondentie: GGD Hollands Noorden, sector GBO (epidemiologie) Postbus 324 1740 AH Schagen 0224 720 633 epi@ggdhollandsnoorden.nl www.ggdhollandsnoorden.nl Kenmerk: U.2011-0581 Oplage: 6 Datum: Juni 2011

Inhoudsopgave SAMENVATTING 3 1 INLEIDING 5 1.1 EMOVO 5 1.2 Gemeente 5 1.3 Leeswijzer 6 2 ACHTERGRONDKENMERKEN 7 2.1 Onderwijs 7 2.2 Etnische herkomst 7 2.3 Woon- en gezinssituatie 8 2.4 Religie 8 3 LICHAMELIJKE GEZONDHEID 9 3.1 Ervaren gezondheid 9 3.2 Chronische aandoeningen 9 3.3 Allergie 10 3.4 Mondgezondheid 11 3.5 Ongevallen 12 3.6 Samenvatting lichamelijke gezondheid 14 4 WELZIJN 15 4.1 Psychische gezondheid 15 4.2 Kwaliteit van leven 16 4.3 Psychosociale gezondheid 17 4.4 Mishandeling 18 4.5 Zelfdoding 19 4.6 Samenvatting welzijn 20 5 VOEDING EN BEWEGEN 21 5.1 Voeding 21 5.2 Bewegen 22 5.3 Sporten bij een sportvereniging 24 5.4 Inactiviteit 24 5.5 Samenvatting voeding en bewegen 25 6 GENOTMIDDELEN 27 6.1 Roken 27 6.2 Alcohol 28 6.3 Drugs 30 6.4 Samenvatting genotmiddelen 32 7 SEKSUALITEIT 33 7.1 Seksuele activiteit 33 7.2 Onveilig vrijen 34 7.3 Ongewenste seksuele ervaring 35 7.4 Houding ten aanzien van homoseksualiteit 36 7.5 Samenvatting seksualiteit 37 1

8 OMGEVING 39 8.1 Ouders en vrienden 39 8.2 Veiligheid 39 8.3 Slachtoffer strafbaar feit 40 8.4 Woonomgeving 41 8.5 Samenvatting omgeving 41 9 CONCLUSIES, AANBEVELINGEN EN ADVIES VAN DE GGD 43 9.1 Conclusies 43 9.2 Aanbevelingen 45 9.3 Advies van de GGD 45 BIJLAGE 1 ACHTERGRONDINFORMATIE 47 BIJLAGE 2 TABELLEN 49 2

SAMENVATTING Tussen oktober 2009 en maart 2010 hebben ruim 10.000 jongeren uit de regio Noord-Holland Noord (NHN) meegedaan aan een vragenlijstonderzoek uitgezet door de GGD Hollands Noorden: EMOVO. EMOVO staat voor Elektronische Monitoring en Voorlichting. Leerlingen van de 2e en 4e klassen van zo n 40 scholen voor voortgezet onderwijs beantwoordden tijdens een lesuur op school via internet vragen over hun gezondheid, thuissituatie, leefstijl en vrije tijd. De GGD Hollands Noorden heeft bij dit onderzoek samengewerkt met de vier andere Noord-Hollandse GGD-en. In totaal deden ruim 50.000 scholieren mee. Voor de gemeente Koggenland waren vragenlijsten van 296 jongeren bruikbaar voor analyse. Het gaat om jongeren die in gemeente Koggenland wonen en buiten Koggenland op school zitten; in totaal zaten deze jongeren op 15 verschillende scholen. Resultaten: Lichamelijke gezondheid 82% van de jongeren in Koggenland ervaart de eigen gezondheid als goed tot heel goed, 16% van de jongeren noemt zijn of haar gezondheid gaat wel en 2% vindt de eigen gezondheid niet zo best of slecht; dit percentage komt overeen met dat in WF (3%) en NHN (3%). Een derde van de jongeren (34%) heeft één of meer chronische aandoeningen; dit wijkt niet af van WF of NHN. Meisjes en 4 e klassers hebben vaker een chronische aandoening dan jongens en 2 e klassers. 26% van de jongeren heeft één of meer allergieën; dit is lager dan in WF (32%) en wijkt niet af van het percentage in NHN (30%). In Koggenland bezoekt 14% van de jongeren minder dan 2 keer per jaar de tandarts en 23% poetst zijn of haar tanden minder dan 2 keer per dag. Deze percentages wijken niet af van de percentages in WF en NHN. Jongens poetsen hun tanden minder vaak dan meisjes. 27% van de jongeren in Koggenland heeft een ongeval gehad waarvoor medische behandeling nodig was. Dit percentage is lager dan in WF (33%) en NHN (33%). Welzijn 14% van de jongeren in Koggenland heeft een lage score voor psychische gezondheid (psychisch minder gezond en/of psychische klachten); in WF en NHN is respectievelijk 17% en 18% psychisch ongezond. Van de jongeren heeft een kwart een lage kwaliteit van leven (25%), in WF 29% en in NHN 28%. Op basis van de SDQ is bij 4% van de jongeren in Koggenland sprake van psychosociale problematiek. Dit percentage komt overeen met dat in WF en NHN (beiden 5%). 21% van de jongeren geeft aan ooit lichamelijk of geestelijk mishandeld te zijn. In WF en NHN zijn dit ongeveer evenveel jongeren, namelijk 22%. Van de jongeren in Koggenland heeft 21% het afgelopen jaar serieuze gedachten gehad over zelfdoding. Dit percentage wijkt niet af van NHN (19%) of WF (20%). 3% van de jongeren heeft het afgelopen jaar daadwerkelijk een poging tot zelfdoding ondernomen. Voeding en bewegen 13% van de jongeren in Koggenland slaat regelmatig het ontbijt over, in WF en in NHN is dit 16%. 79% van de jongeren eet niet dagelijks groente en 63% eet niet dagelijks fruit. Jongeren in Koggenland eten minder vaak dagelijks groente dan jongeren in WF of NHN, waar respectievelijk 73% en 68% niet dagelijks groente eet. Van de jongeren beweegt 16% onvoldoende; dit wijkt in positieve zin af van WF (28%) en NHN (32%). 4 e klassers en vmbo-leerlingen bewegen vaker onvoldoende dan 2 e klassers en havo/vwoleerlingen. Bijna een kwart van de jongeren (24%) is geen lid van een sportvereniging. Dit is lager dan in WF (29%) en NHN (30%). 64% van de jongeren in Koggenland zit dagelijks 2 uur achter de computer of tv (4 e klassers vaker dan 2 e klassers). 3

Genotmiddelen 11% van de jongeren in Koggenland rookt regelmatig; dit komt overeen met de regio. 4 e klassers (18%) roken vaker dan 2 e klassers (5%). Van de jongeren in Koggenland heeft 59% wel eens alcohol gebruikt (in NHN 62%) en 50% heeft actueel alcohol gebruikt; het zijn veel vaker 4 e klassers (74%) die actueel drinken dan 2 e klassers (27%). 37% van de jongeren heeft in de afgelopen maand overmatig alcohol gebruikt (> 5 glazen op een gelegenheid). 39% van de jongeren in Koggenland (41% in WF en 42% in NHN) is ooit aangeschoten of dronken geweest; 25% in de afgelopen maand. Van de jongeren heeft 11% wel eens softdrugs (hasj of wiet) gebruikt en 7% heeft in de afgelopen maand softdrugs gebruikt; deze percentages wijken in positieve zin af van WF en NHN. Het softdruggebruik is hoger onder 4 e klassers dan onder 2 e klassers. 5% van de jongeren gebruikt wel eens op één avond zowel alcohol als drugs. Seksualiteit Bijna één op de zes jongeren in Koggenland (16%) heeft geslachtsgemeenschap gehad; dit is lager dan in NHN (21%). Van deze jongeren is 54% met meerdere partners naar bed geweest. 51% van de jongeren vrijt niet altijd met een condoom. In WF vrijt 45% niet altijd veilig, in NHN is dit 46%. Van de jongeren die (wel eens) zonder een condoom vrijen, denkt 88% ten onrechte geen risico te lopen op een soa; 12% schat terecht in dat zij risico lopen op een soa. 6% van de jongeren in Koggenland heeft een ongewenste seksuele ervaring gehad. Dit percentage komt overeen met dat in WF (8%) en NHN (7%). Ruim de helft van de jongeren in Koggenland (56%) staat negatief ten opzichte van homoseksualiteit. In NHN zijn minder jongeren negatief over homoseksualiteit (50%). Jongens zijn vaker negatief dan meisjes. Omgeving 6% van de jongeren in Koggenland denkt dat zijn/haar ouders niet van hem/haar houden. In NHN hebben meer jongeren het gevoel dat hun ouders niet van hun houden, namelijk 9%. 3% van de jongeren voelt zich niet begrepen door zijn of haar ouders en 2% vindt dat hij/zij onvoldoende vrienden heeft. Deze percentages komen overeen met de (sub)regio. Van de jongeren in Koggenland voelt 44% zich wel eens onveilig; dit zijn vaker meisjes (54%) en vmbo-leerlingen (50%) dan jongens (34%) en havo/vwo-leerlingen (35%). Een kwart van de jongeren (25%) is het afgelopen jaar slachtoffer geworden van één of meer strafbare feiten. Dit percentage wijkt in positieve zin af van WF (32%) en NHN (30%). In Koggenland vindt de helft van de jongeren (50%) dat er onvoldoende wordt georganiseerd voor jongeren en 61% mist een ontmoetingsplek in de buurt. Conclusies, aanbevelingen en advies Hoewel de meerderheid van de jongeren in Koggenland zich overwegend gezond gedraagt, is de leefwijze van de jongeren in Koggenland voor verbetering vatbaar. Vooral waar het gaat om het gebruik van genotmiddelen (roken, alcoholgebruik en druggebruik), seksueel risicogedrag, psychische gezondheid, voedingsgewoonten en beweging. Er is een aanzienlijke gezondheidswinst te boeken met preventie, onder andere via het bevorderen van gezond gedrag. Uit de resultaten van EMOVO voor de jongeren in Koggenland volgen de volgende aanbevelingen waar aandacht aan kan worden besteed om de gezondheidstoestand van de jongeren te verbeteren: het stimuleren van een gezond voedingspatroon en voldoende beweging; het terugdringen van het gebruik van genotmiddelen, met name het alcoholgebruik; het terugdringen van seksueel risicogedrag door het stimuleren van veilig vrijen en condoomgebruik; het verbeteren van de relatief ongunstige psychische gezondheid, met name bij meisjes. 4

1 Inleiding 1.1 EMOVO Tussen oktober 2009 en maart 2010 hebben ruim 10.000 jongeren uit de regio Noord-Holland Noord (NHN) meegedaan aan een vragenlijstonderzoek uitgezet door de GGD Hollands Noorden: EMOVO. EMOVO staat voor Elektronische Monitoring en Voorlichting. Leerlingen van de 2e en 4e klassen van zo n 40 scholen voor voortgezet onderwijs beantwoordden tijdens een lesuur op school via internet vragen over hun gezondheid, thuissituatie, leefstijl en vrije tijd. Het doel van het onderzoek is om scholen, gemeenten en de GGD inzicht te geven in de gezondheid en leefstijl van de jeugd. De leerlingen zelf konden na het invullen van de vragenlijst hun persoonlijke gezondheidsprofiel lezen via internet en eventueel doorklikken naar websites met meer informatie over de onderwerpen uit hun profiel. Dit persoonlijke gezondheidsprofiel met voorlichting en advies is alleen op te vragen door de leerling zelf en is toegesneden op de situatie van de leerling. De GGD Hollands Noorden heeft bij dit onderzoek samengewerkt met de vier andere GGD-en in de provincie Noord-Holland. In totaal zijn ruim 50.000 scholieren uit de provincie Noord-Holland in dezelfde periode gevraagd de vragenlijst in te vullen. Een soortgelijk onderzoek is in een groot deel van Noord-Holland 4 jaar geleden ook via scholen uitgevoerd. Naast de schoolrapporten, de gemeenterapporten en het regiorapport is naar aanleiding van EMOVO een aantal themarapporten verschenen, onder andere over alcoholgebruik, seksualiteit en psychische gezondheid. In de themarapporten en het regiorapport worden de resultaten, waar mogelijk, vergeleken met landelijke cijfers en met het EMOVO-onderzoek uit 2005. 1.2 GEMEENTE In dit rapport worden de resultaten van de jongeren uit de gemeente Koggenland beschreven. In deze rapportage zijn vooral die onderwerpen opgenomen die relevant zijn voor de gemeente. Voor de gemeente Koggenland waren de vragenlijsten van 296 jongeren bruikbaar voor analyse. Het gaat om jongeren die in Koggenland wonen en buiten Koggenland op school zitten; in totaal zaten deze jongeren op 15 verschillende scholen. In de gemeente Koggenland wonen 2.081 jongeren in de leeftijd van 12 tot 19 jaar. Dit betekent dat 14% van alle jongeren bereikt is met dit onderzoek. 5

1.3 LEESWIJZER In dit rapport worden de resultaten van de gemeente Koggenland weergegeven, uitgesplitst naar geslacht, klas en schooltype van de jongeren. Ter vergelijking worden de resultaten van de gemeente Koggenland afgezet tegen de resultaten van alle jongeren woonachtig in West-Friesland die hebben meegedaan aan EMOVO en tegen de resultaten van alle jongeren woonachtig in Noord-Holland Noord. In de tabellen en figuren worden deze resultaten aangegeven met Koggenland, WF en NHN. In de analyses is telkens onderzocht of er verschillen zijn tussen jongens en meisjes, tussen leerlingen van de 2 e klas en de 4 e klas, tussen leerlingen van het vmbo en het havo/vwo en tussen jongeren uit Koggenland en jongeren uit andere gemeenten in NHN. Indien in dit rapport wordt aangegeven dat er een verschil bestaat tussen verschillende groepen jongeren, dan duidt dit op een statistisch significant (p<0,05) verschil. Dit betekent dat de kans klein is (in dit geval maximaal 5%) dat een gevonden verschil op toeval berust. In bijlage 2 zijn alle resultaten weergegeven in tabellen. In de hoofdstukken 2 t/m 8 worden de resultaten beschreven en hoofdstuk 9 behandelt de conclusies, aanbevelingen en het advies van de GGD aan de gemeente. In de bijlagen zijn alle resultaten in tabelvorm weergegeven en vindt u achtergrondinformatie over EMOVO. 6

2 Achtergrondkenmerken 2.1 ONDERWIJS De ingevulde vragenlijsten van 296 jongeren uit Koggenland waren bruikbaar voor analyse. De verdeling jongens/meisjes van deze jongeren wijkt niet af van West- Friesland (WF) of van Noord-Holland Noord (NHN). Ook wijkt de verdeling van de jongeren over de 2 e en 4 e klas niet significant af van de regio. Van de jongeren in Koggenland die hebben meegedaan aan EMOVO volgt 39% een havo/vwo-opleiding en 61% volgt een vmbo-opleiding. In WF volgt 40% een havo/vwo-opleiding en in NHN 49%. Achtergrondkenmerken Gemeente Koggenland West-Friesland Noord-Holland Noord aantal % aantal % aantal % jongens meisjes 146 150 49,3 50,7 1.474 1.441 50,6 49,4 5.224 5.262 49,8 50,2 2 e klas 4 e klas 153 143 51,7 48,3 1.528 1.387 52,4 47,6 5.101 5.385 48,6 51,4 vmbo havo/vwo 179 117 60,5 39,5 1.757 1.158 60,3 39,7 5.363 5.123 51,1 48,9 12 jaar 1 0,3 12 0,4 62 0,6 13 jaar 101 34,1 955 32,8 3.133 29,9 14 jaar 45 15,2 533 18,3 1.826 17,4 15 jaar 90 30,4 782 26,8 2.976 28,4 16 jaar 55 18,6 551 18,9 2.116 20,2 17 jaar 4 1,4 76 2,6 340 3,2 >17 jaar 0 0,0 6 0,2 30 0,3 totaal 296 100 2.915 100 10.486 100 2.2 ETNISCHE HERKOMST Voor een indeling naar etnische herkomst van de jongeren is gebruik gemaakt van de standaarddefinitie van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) *. Van de jongeren in de gemeente Koggenland is 92% van Nederlandse afkomst en 8% van de jongeren heeft een allochtone herkomst; 4% van de jongeren heeft een niet-westerse achtergrond en 3% van de jongeren is afkomstig uit een westers land. In WF is 86% van de jongeren van Nederlandse afkomst, 9% van niet-westerse allochtone afkomst en 5% van westerse allochtone herkomst. In NHN is 85% van de jongeren van Nederlandse afkomst, 9% van niet-westerse allochtone afkomst en 6% van westerse allochtone herkomst. 1% van de jongeren in Koggenland behoort tot de 1 e generatie allochtonen en 7% behoort tot de 2 e generatie allochtonen. In WF behoort 3% tot de 1 e generatie allochtonen en 11% behoort tot de 2 e generatie. In NHN behoort 4% tot * Een jongere is van Nederlandse herkomst als beide ouders in Nederland zijn geboren. Een jongere is van niet- Nederlandse herkomst als tenminste één ouder in het buitenland is geboren. Ontbreekt informatie over het geboorteland van beide ouders dan wordt aangenomen dat het geboorteland van deze ouders hetzelfde is als van de jongere. 7

de 1 e generatie allochtonen en 11% tot de 2 e generatie. Alle jongeren in de gemeente Koggenland rekenen zichzelf tot de Nederlandse bevolkingsgroep. In WF voelt 96% zich Nederlands en in NHN 97%. Etnische herkomst Gemeente Koggenland West-Friesland Noord-Holland Noord aantal % aantal % aantal % Autochtoon 273 92,2 2.491 85,6 8.937 85,3 Niet-westerse allochtoon 13 4,4 272 9,3 929 8,9 Westerse allochtoon 10 3,4 147 5,1 611 5,8 2.3 WOON- EN GEZINSSITUATIE 82% van de jongeren in Koggenland woont bij zijn of haar twee eigen (biologische) ouders. 7% van de jongeren woont in een gezin met twee ouders waarvan één van de twee ouders een stiefouder is. 8% van de jongeren woont bij één ouder. Bij 2% van de jongeren is er sprake van co-ouderschap. Jongeren in Koggenland wonen naar verhouding minder vaak in een eenoudergezin dan jongeren in WF (14%) of in NHN (13%). Woon- en gezinssituatie Gemeente Koggenland West-Friesland Noord-Holland Noord aantal % aantal % aantal % Eenoudergezin 22 7,5 402 13,8 1.349 12,9 Geen eenoudergezin 273 92,5 2.502 86,2 9.087 87,1 2.4 RELIGIE Ruim de helft van de jongeren in Koggenland geeft aan geen geloof te hebben (55%); dit percentage is lager dan dat in WF (63%) of in NHN (70%). Rooms katholiek is door de jongeren in Koggenland het meest genoemde geloof (39%), gevolgd door protestants christelijk (4%). Het percentage rooms katholieke jongeren is in de gemeente Koggenland hoger dan in WF of NHN. In NHN is 16% rooms katholiek en in West-Friesland 24%. 2% van de jongeren in Koggenland heeft een ander geloof, zoals islam, boeddhisme, Jodendom of hindoeïsme. In WF heeft 7% een ander geloof en in NHN eveneens 7%. Religie Gemeente Koggenland West-Friesland Noord-Holland Noord aantal % aantal % aantal % Geen 164 55,4 1.825 62,7 7.377 70,4 Rooms katholiek 114 38,5 709 24,3 1.716 16,4 Protestants christelijk 12 4,1 173 5,9 600 6,3 Islam 1 0,3 124 4,3 244 3,4 Anders 5 1,4 81 2,8 542 3,5 8

3 Lichamelijke gezondheid 3.1 ERVAREN GEZONDHEID De ervaren gezondheid, ook wel gezondheidsbeleving genoemd, geeft een samenvattend oordeel over de eigen algemene gezondheid. De meerderheid van de jongeren in Koggenland ervaart de eigen gezondheid als goed tot heel goed (82%). 16% van de jongeren noemt zijn of haar gezondheid gaat wel en 2% vindt zijn of haar gezondheid niet zo best of slecht. Dit percentage wijkt vrijwel niet af van het percentage in WF en NHN (beiden 3%) Vanwege te kleine aantallen is het voor de gemeente Koggenland niet mogelijk om een uitspraak te doen over mogelijke verschillen tussen jongens en meisjes, 2 e en 4 e klassers en tussen vmbo-leerlingen en havo/vwo-leerlingen. Dit geldt ook voor de uitsplitsing tussen autochtone en allochtone jongeren en jongeren uit een eenoudergezin en een gezin met twee ouders. In NHN ervaren 4 e klassers hun gezondheid iets minder goed dan 2 e klassers (3% versus 2%); hetzelfde geldt voor vmbo-leerlingen (3%) ten opzichte van havo/vwo-leerlingen (2%). 3.2 CHRONISCHE AANDOENINGEN Het voorkomen van ziekten en aandoeningen is nagevraagd aan de hand van een lijst met tien ziekten en aandoeningen. 34% van de jongeren in Koggenland heeft één of meer chronische aandoeningen die al dan niet zijn vastgesteld door een arts. Dit percentage wijkt niet af van het percentage in WF of in NHN, waar 39% van de jongeren één of meer chronische aandoeningen heeft. Zowel in Koggenland als in NHN hebben 4 e klassers vaker een chronische aandoening dan 2 e klassers. Van de jongeren in Koggenland heeft 29% van de 2 e klassers en 40% van de 4 e klassers een chronische aandoening; regionaal is dit respectievelijk 35% en 42%. Ook hebben meisjes vaker een chronische aandoening dan jongens; van de meisjes heeft 41% een chronische aandoening (regionaal 46%) en van de jongens 27% (regionaal 32%). Er is in Koggenland geen verschil tussen vmbo-leerlingen (35%) en havo/vwo-leerlingen (33%) wat betreft het vóórkomen van chronische aandoeningen. In NHN hebben vmbo-leerlingen (41%) vaker één of meer chronische aandoeningen dan havo/vwo-leerlingen (36%). In NHN is er een significant verschil tussen westerse allochtonen (42%), niet-westerse allochtonen (43%) en autochtone jongeren (38%) wat betreft het vóórkomen van een chronische aandoening; hetzelfde geldt voor jongeren uit een eenoudergezin (45%) en uit een gezin met twee ouders (38%). In Koggenland zijn het, net als regionaal, vaker jongeren uit een eenoudergezin die een chronische aandoening hebben dan jongeren uit een gezin met twee ouders (59% versus 32%). Er kan, vanwege te kleine aantallen, geen uitspraak worden gedaan over mogelijke verschillen tussen autochtone en allochtone jongeren. 9

De meest voorkomende chronische aandoeningen van jongeren in Koggenland zijn: migraine (12%) eczeem (10%) ADHD (8%) chronische vermoeidheid (7%) buikklachten (6%) astma (5%) In NHN wordt eveneens migraine (14%) het meest genoemd, gevolgd door astma (11%), eczeem (10%), chronische vermoeidheid (8%), buikklachten (6%) en ADHD (5%). Eén of meer chronische aandoeningen (%) totaal jongens meisjes klas 2 klas 4 vmbo havo/vwo 0 10 20 30 40 50 NHN Koggenland WF 3.3 ALLERGIE In EMOVO is nagevraagd of jongeren allergisch zijn voor pollen of stuifmeel, huisstof of huismijt, bepaalde huisdieren, bepaalde medicijnen en voor bepaald voedsel. In Koggenland heeft ruim een kwart van de jongeren (26%) één of meer allergieën, al dan niet vastgesteld door een arts. Dit percentage wijkt niet af van het percentage in WF (30%), en is lager dan het percentage in NHN (32%). In Koggenland is er geen verschil tussen jongens en meisjes wat betreft het hebben van een allergie. Regionaal zijn meisjes (34%) iets vaker allergisch dan jongens (31%). Zowel in Koggenland als in NHN is er geen verschil tussen jongeren uit de 2 e klas of 4 e klas en tussen vmbo-leerlingen of havo/vwo-leerlingen wat betreft het hebben van één of meer allergieën. 10

In NHN hebben niet-westerse allochtonen (41%) iets vaker een allergie dan westerse allochtonen (37%) of autochtone jongeren (31%). Vanwege te kleine aantallen kan dit in Koggenland niet worden onderzocht. Er is geen verschil tussen jongeren uit een eenoudergezin of een gezin met twee ouders wat betreft het vóórkomen van een allergie; dit geldt zowel in Koggenland als regionaal. De meest voorkomende allergieën bij jongeren in Koggenland zijn: pollen/stuifmeel (15%) voedsel (9%) huisdieren (9%) huisstof/huismijt (9%) medicijnen (3%) In NHN is 17% van de jongeren allergisch voor pollen of stuifmeel, 12% is allergisch voor huisstof of huismijt, 11% voor bepaald voedsel, 11% voor huisdieren en 5% voor medicijnen. Allergieën (%) totaal jongens meisjes klas 2 klas 4 vmbo havo/vwo 0 5 10 15 20 25 30 35 NHN Koggenland WF 3.4 MONDGEZONDHEID Door tandartsen wordt aanbevolen om één à twee keer per jaar een controlebezoek aan de tandarts te brengen. Van de jongeren in Koggenland bezoekt 14% minder dan 2 keer per jaar de tandarts; dit komt overeen met het percentage in WF en NHN (beiden 15%). 11

Jongens in Koggenland bezoeken niet significant vaker de tandarts dan meisjes (12% versus 15% gaat minder dan 2 keer per jaar). Regionaal gaan jongens minder vaak naar de tandarts dan meisjes (17% tegenover 14%). Er is in Koggenland geen verschil tussen 2 e en 4 e klassers en vmbo- en havo/vwo-leerlingen wat betreft het regelmatig naar de tandarts gaan. In NHN gaan 4 e klassers (17%) en vmbo-leerlingen (18%) minder vaak naar de tandarts dan 2 e klassers (14%) en havo/vwo-leerlingen (13%). Vanwege te kleine aantallen kan er voor de gemeente Koggenland geen uitspraak gedaan worden over mogelijke verschillen tussen jongeren van allochtone of autochtone herkomst en tussen jongeren uit een eenoudergezin of uit een gezin met twee ouders. In NHN gaan niet-westerse allochtonen minder vaak naar de tandarts dan westerse allochtonen of autochtonen. In NHN brengen jongeren uit een eenoudergezin minder vaak een bezoek aan de tandarts dan jongeren uit een gezin met twee ouders, namelijk 20% ten opzichte van 15%. 23% van de jongeren in Koggenland poetst zijn of haar tanden minder dan 2 keer per dag; dit wijkt niet significant af van de jongeren in WF (26%) of NHN (24%). In Koggenland poetsen jongens minder vaak hun tanden dan meisjes; 31% van de jongens ten opzichte van 16% van de meisjes poetst de tanden minder dan twee keer per dag. Ook in NHN poetsen jongens hun tanden minder vaak dan meisjes. Er is in Koggenland geen verschil in poetsgedrag tussen jongeren uit de 2 e en 4 e klas. Regionaal poetsen 4 e klassers iets minder vaak de tanden dan 2 e klassers. In Koggenland lijken vmbo-leerlingen, net als in de regio, minder vaak de tanden te poetsen dan havo/vwo-leerlingen (26% versus 19% poetst de tanden minder dan 2 keer per dag). Dit verschil is echter niet significant. In NHN is er geen significant verschil in poetsgedrag tussen jongeren van allochtone of van autochtone herkomst. De aantallen van de jongeren in Koggenland zijn te klein om daar uitspraken over te doen. Er is in Koggenland geen verschil tussen jongeren uit een eenoudergezin of een gezin met twee ouders; regionaal poetsen jongeren uit een eenoudergezin (28%) vaker hun tanden minder dan 2 keer per dag dan jongeren uit een gezin met twee ouders (24%). 3.5 ONGEVALLEN In Nederland worden jaarlijks 210.000 jongeren in de leeftijd 13 tot 25 jaar behandeld op een spoedeisende eerste hulpafdeling (SEH) van een ziekenhuis als gevolg van letsel door een ongeval, geweldpleging of door zelfverwonding. In Koggenland heeft 27% het afgelopen jaar één of meer ongevallen gehad waarvoor medische behandeling noodzakelijk was. Dit percentage wijkt in positieve zin af van WF of NHN (beiden 33%). In Koggenland is er geen verschil tussen jongens en meisjes, 2 e en 4 e klassers of tussen vmbo-leerlingen en havo/vwo-leerlingen wat betreft ongevallen in het afgelopen jaar. In NHN hebben meer 4 e klassers (34%) dan 2 e klassers (32%) en meer vmbo-leerlingen (36%) dan havo/vwo-leerlingen (30%) een ongeval gehad in het jaar voorafgaand aan het onderzoek. In Koggenland kan er vanwege kleine aantallen geen 12

uitspraak worden gedaan over mogelijke verschillen tussen jongeren van allochtone en autochtone afkomst. In NHN lijken niet-westerse allochtonen (33%) en autochtonen (33%) iets vaker een ongeval te hebben gehad dan westerse allochtonen (28%). Er is zowel in NHN als in Koggenland geen verschil wat betreft ongevallen in het afgelopen jaar tussen jongeren uit een eenoudergezin of een gezin met twee ouders. Oorzaak ongeval (%) 25 20 15 10 5 0 sporten anders verkeer betaald werk geweld zelfverwonding WF Koggenland NHN Zowel in Koggenland als in WF en NHN gebeuren de meeste ongevallen tijdens het sporten. Van de jongeren in Koggenland heeft 17% een sportongeval gehad; in WF en NHN heeft 21% van de jongeren een sportongeval gehad. Na sporten vinden de meeste ongevallen plaats tijdens betaald werken (2% Koggenland en 2% NHN). Enkele jongeren in Koggenland zijn het afgelopen jaar gewond geraakt in het verkeer, als gevolg van geweld of door zelfverwonding. 13

3.6 SAMENVATTING LICHAMELIJKE GEZONDHEID 82% van de jongeren in Koggenland ervaart de eigen gezondheid als goed tot heel goed, 16% van de jongeren noemt zijn of haar gezondheid gaat wel en 2% vindt de eigen gezondheid niet zo best of slecht; dit percentage komt overeen met dat in WF (3%) en NHN (3%). Een derde van de jongeren (34%) heeft één of meer chronische aandoeningen; dit wijkt niet af van WF of NHN. Meisjes en 4 e klassers hebben vaker een chronische aandoening dan jongens en 2 e klassers. 26% van de jongeren heeft één of meer allergieën; dit is lager dan in WF (32%) en wijkt niet af van NHN (30%). In Koggenland bezoekt 14% van de jongeren minder dan 2 keer per jaar de tandarts en 23% poetst zijn of haar tanden minder dan 2 keer per dag. Deze percentages wijken niet af van de percentages in WF en NHN. Jongens poetsen hun tanden minder vaak dan meisjes. 27% van de jongeren in Koggenland heeft een ongeval gehad waarvoor medische behandeling nodig was. Dit percentage is lager dan in WF (33%) en NHN (33%). 14

4 Welzijn 4.1 PSYCHISCHE GEZONDHEID In EMOVO is de psychische gezondheid gemeten door gebruik te maken van de Mental Health Inventory-5 (MHI-5). De MHI-5 is een internationaal gebruikte vragenlijst met vijf vragen waarmee de psychische gezondheidstoestand in de algemene bevolking kan worden gemeten. De uitslag wordt bepaald door de balans tussen de mate van negatieve en positieve gevoelens. Voor de MHI-5 geldt dat een hogere score een betere psychische gezondheid weergeeft. Psychisch ongezond/psychische klachten (%) totaal jongens meisjes klas 2 klas 4 vmbo havo/vwo 0 5 10 15 20 25 NHN Koggenland WF De meeste jongeren in Koggenland hebben een goede psychische gezondheid, namelijk 86%. 14% heeft een lage score voor psychische gezondheid; dit wil zeggen dat deze jongeren psychisch minder gezond zijn en psychische klachten hebben. Het percentage jongeren in Koggenland met psychische klachten komt overeen met dat in WF (17%) of in NHN (18%). In de gemeente Koggenland is er wat betreft psychische gezondheid geen verschil tussen jongens en meisjes, 2 e en 4 e klassers en tussen vmbo-leerlingen en havo/vwo-leerlingen. Regionaal hebben meisjes (23%), 4 e klassers (20%) en vmboleerlingen (20%) vaker een minder goede psychische gezondheid dan jongens (12%), 2 e klassers (15%) en havo/vwo-leerlingen (15%). Vanwege te kleine aantallen kan er in Koggenland geen uitspraak gedaan worden over mogelijke verschillen in 15

psychische gezondheid tussen jongeren van allochtone of autochtone herkomst en tussen jongeren uit een eenoudergezin of een gezin met twee ouders. In NHN hebben niet-westerse allochtonen (22%) vaker een lage score voor psychische gezondheid dan westerse allochtonen (20%) en autochtonen (17%). Ook hebben jongeren uit een eenoudergezin (21%) regionaal vaker een lage score voor psychische gezondheid dan jongeren uit een gezin met twee ouders (17%). 4.2 KWALITEIT VAN LEVEN Kwaliteit van leven is een belangrijke indicator ten behoeve van een brede diagnostiek van gezondheid en welbevinden. Kwaliteit van leven wordt gedefinieerd als de eigen ervaring van personen over hun functioneren op fysiek, psychisch en sociaal gebied. Kwaliteit van leven in EMOVO is gemeten met de KIDSCREEN, een vragenlijst bestaande uit 10 vragen. De vragenlijst is gebaseerd op de WHO definitie van kwaliteit van leven. Een kwart van de jongeren in Koggenland (25%) heeft een lage kwaliteit van leven, 45% heeft een gemiddelde kwaliteit van leven en 31% heeft een hoge kwaliteit van leven. Jongeren in Koggenland hebben niet vaker een lage kwaliteit van leven dan jongeren in WF (29%) of NHN (28%). Lage kwaliteit van leven (%) totaal jongens meisjes klas 2 klas 4 vmbo havo/vwo 0 10 20 30 40 NHN Koggenland WF In NHN hebben meisjes vaker een lage kwaliteit van leven dan jongens (36% versus 21%). Ook in Koggenland lijken meisjes (29%) vaker een lage kwaliteit van leven te hebben dan jongens (21%), maar dit verschil is niet significant. Er is in Koggenland 16

ook geen significant verschil in kwaliteit van leven tussen 4 e klassers en 2 e klassers en tussen jongeren van de verschillende schooltypen. Regionaal is er eveneens geen verschil in kwaliteit van leven tussen vmbo- en havo/vwo-leerlingen, maar zijn het wel vaker 4 e klassers dan 2 e klassers (34% versus 23%). Vanwege kleine aantallen kan er geen uitspraak worden gedaan over mogelijke verschillen in kwaliteit van leven tussen jongeren van allochtone of autochtone afkomst. Regionaal hebben nietwesterse allochtonen (33%) en westerse allochtonen (31%) iets vaker een lage kwaliteit van leven dan autochtone jongeren (28%). Hetzelfde geldt voor jongeren uit een eenoudergezin (33%) ten opzichte van jongeren uit een gezin met twee ouders (28%). In Koggenland is er geen verschil in kwaliteit van leven tussen jongeren uit een eenoudergezin of uit een gezin met twee ouders. 4.3 PSYCHOSOCIALE GEZONDHEID In EMOVO is de psychosociale gezondheid gemeten door gebruik te maken van de SDQ. De SDQ (Strengths and Difficulties Questionnaire) is een betrouwbaar instrument bedoeld om jongeren met een hoog risico op psychosociale problemen te signaleren. De SDQ bestaat uit 25 vragen over emotionele problemen, gedragsproblemen, problemen met leeftijdsgenoten, hyperactiviteit en pro-sociaal gedrag (onder andere hulp bieden, vriendelijk zijn en delen met anderen). Een hoge totaalscore op de SDQ betekent dat een jongere (zeer waarschijnlijk) psychosociale problemen heeft. Psychosociale problemen (%) totaal jongens meisjes klas 2 klas 4 vmbo havo/vwo 0 1 2 3 4 5 6 7 NHN Koggenland WF 17

Op basis van de SDQ is bij 4% van de jongeren in Koggenland duidelijk sprake van een verhoogd risico op psychosociale problematiek. In WF en NHN heeft 5% een ongunstige SDQ score. Er is in Koggenland geen verschil waarneembaar tussen jongens en meisjes of tussen 2 e en 4 e klassers wat betreft psychosociale problematiek. In NHN hebben meisjes (5%) en 4 e klassers (5%) iets vaker een ongunstige score op de SDQ dan jongens (4%) en 2 e klassers (4%). Vmbo-leerlingen in NHN hebben vaker een ongunstige SDQscore (6%) dan havo/vwo-leerlingen (3%). Vanwege te kleine aantallen kan er hierover in Koggenland geen uitspraak worden gedaan. Er kan in Koggenland eveneens geen uitspraak worden gedaan over mogelijke verschillen wat betreft psychosociale problematiek tussen jongeren van autochtone of allochtone afkomst, of uit een eenoudergezin en een gezin met twee ouders. 4.4 MISHANDELING Een goed overzicht van het vóórkomen van kindermishandeling, zowel thuis als buitenshuis, is moeilijk te geven. Het is lastig om via een vragenlijst een betrouwbaar beeld van dit gevoelige onderwerp te krijgen. De onderstaande gegevens moeten daarom worden beschouwd als een indicatie. Ooit lichamelijk of geestelijk mishandeld (%) totaal jongens meisjes klas 2 klas 4 vmbo havo/vwo 0 5 10 15 20 25 30 NHN Koggenland WF 18

Een op de vijf jongeren in Koggenland (21%) geeft aan dat hij/zij ooit lichamelijk of geestelijk mishandeld is. Dit percentage wijkt niet af van het percentage in WF en NHN, beiden 22%. Meisjes en jongens in Koggenland geven even vaak aan dat zij wel eens lichamelijk of geestelijk mishandeld zijn (21%). Er is eveneens nauwelijks een verschil tussen 2 e klassers (20%) en 4 e klassers (22%) of tussen vmbo-leerlingen (20%) en havo/vwoleerlingen (23%). In NHN geven meisjes vaker aan ooit te zijn mishandeld dan jongens (25% versus 20%). Ook zijn het regionaal vaker vmbo-leerlingen (25%) dan havo/vwo-leerlingen (20%) die aangeven ooit mishandeld te zijn. In NHN geven westerse allochtonen vaker aan te zijn mishandeld dan autochtonen of niet-westerse allochtonen. Ook is er regionaal een significant verschil tussen jongeren uit een eenoudergezin (27%) en jongeren uit een gezin met twee ouders (22%) wat betreft lichamelijke of geestelijke mishandeling. In Koggenland kan hier vanwege te kleine aantallen geen uitspraken over worden gedaan. 4.5 ZELFDODING Ernstige psychische problemen kunnen leiden tot (een poging tot) zelfdoding. Zelfdoding bij adolescenten hangt vaak samen met drie factoren: een algemeen gevoel van hopeloosheid en uitzichtloosheid een verstoorde communicatie en conflicterende relaties in het gezin de voorbeeldwerking van andere suïcides, met name door leeftijdsgenoten Bij jongeren moet suïcidaal gedrag vooral worden gezien als een schreeuw om hulp: de verhouding poging: suïcide is ongeveer 40:1. In EMOVO zijn twee vragen gesteld over zelfdoding. Er is gevraagd naar serieuze gedachten over zelfdoding en naar daadwerkelijke pogingen tot zelfdoding in het voorafgaande jaar. 3% van de jongeren in Koggenland heeft het afgelopen jaar een poging gedaan tot zelfdoding. Dit percentage is gelijk aan het percentage in WF en NHN. 21% van de jongeren in Koggenland heeft het afgelopen jaar serieuze gedachten gehad aan zelfdoding. Dit percentage wijkt niet af van het percentage in NHN (19%) of WF (20%). Meisjes (24%) en vmbo-leerlingen (24%) in Koggenland lijken vaker serieus nagedacht te hebben over zelfdoding dan jongens (19%) en havo/vwo-leerlingen (18%), maar deze verschillen zijn niet significant. In NHN zijn de verschillen tussen jongens (14%) en meisjes (24%) en tussen vmbo-leerlingen (23%) en havo/vwoleerlingen (15%) wel significant. Er is zowel in Koggenland als in NHN geen verschil tussen jongeren uit de 2 e klas of uit de 4 e klas wat betreft gedachten aan zelfdoding. Vanwege te kleine aantallen kan er in Koggenland geen uitspraak gedaan worden over mogelijke verschillen tussen jongeren van allochtone of van autochtone herkomst en tussen jongeren uit een eenoudergezin of een gezin met twee ouders. In NHN hebben jongeren van westerse allochtone herkomst (23%) en niet-westerse allochtone herkomst (22%) vaker gedachten aan zelfdoding dan jongeren van autochtone herkomst (18%). Ook denken jongeren uit een eenoudergezin vaker aan zelfdoding dan jongeren uit een gezin met twee ouders (25% versus 18%). 19

4.6 SAMENVATTING WELZIJN 14% van de jongeren in Koggenland heeft een lage score voor psychische gezondheid (psychisch minder gezond en/of psychische klachten); in WF en NHN is respectievelijk 17% en 18% psychisch ongezond. Van de jongeren heeft een kwart een lage kwaliteit van leven (25%), in WF 29% en in NHN 28%. Op basis van de SDQ is bij 4% van de jongeren in Koggenland sprake van psychosociale problematiek. Dit percentage komt overeen met dat in WF en NHN (beiden 5%). 21% van de jongeren geeft aan ooit lichamelijk of geestelijk mishandeld te zijn. In WF en NHN zijn dit ongeveer evenveel jongeren, namelijk 22%. Van de jongeren in Koggenland heeft 21% het afgelopen jaar serieuze gedachten gehad aan zelfdoding. Dit percentage wijkt niet af van NHN (19%) of WF (20%). 3% van de jongeren heeft het afgelopen jaar daadwerkelijk een poging tot zelfdoding ondernomen. 20

5 Voeding en bewegen 5.1 VOEDING De belangrijkste oorzaak voor het ontstaan van overgewicht is een verkeerde balans tussen de voedselinname en de hoeveelheid beweging die iemand heeft. 13% van de jongeren in Koggenland slaat minimaal 2 keer per week zijn of haar ontbijt over. Dit wijkt niet af van het percentage in WF of NHN (beiden 16%). Van de jongeren in Koggenland slaan vmbo-leerlingen vaker het ontbijt over dan havo/vwo-leerlingen; respectievelijk 16% en 8% slaat minstens 2 keer per week zijn of haar ontbijt over. Ook zijn het in Koggenland twee keer zo vaak meisjes (17%) als jongens (8%) die regelmatig het ontbijt over slaan. Er is in Koggenland geen verschil tussen 2 e en 4 e klassers wat betreft ontbijtgewoonten. In NHN ontbijten meisjes, 4 e klassers en vmbo-leerlingen minder vaak dan jongens, 2 e klassers en havo/vwoleerlingen. In NHN slaan jongeren uit een eenoudergezin (25%) vaker het ontbijt over dan jongeren uit een gezin met twee ouders (NHN 15%). Ook zijn het regionaal vaker jongeren van niet-westerse allochtone afkomst (33%) dan van westerse allochtone afkomst (23%) en autochtone afkomst (14%) die minimaal 2 keer per week het ontbijt over slaan. Vanwege te kleine aantallen kan hier in Koggenland geen uitspraak over worden gedaan. Voedingsgewoonten (%) 40 30 20 10 0 <5x per week ontbijten dagelijks groente dagelijks fruit dagelijks 2 stuks fruit WF Koggenland NHN 21

Jongeren in Koggenland eten minder vaak dagelijks groente dan de jongeren in WF en NHN, namelijk 21% van de jongeren in Koggenland ten opzichte van 27% in WF en 32% in NHN. Er is in Koggenland geen verschil tussen jongens en meisjes en tussen jongeren van het vmbo of havo/vwo wat betreft het dagelijks eten van groente. Wel eten 2 e klassers vaker iedere dag groente dan 4 e klassers (28% tegenover 14%). Regionaal eten meisjes iets vaker dagelijks groente dan jongens (34% versus 30%). Ook eten 2 e klassers (34%) en havo/vwo-leerlingen (36%) vaker dagelijks groente dan 4 e klassers (30%) en vmbo-leerlingen (28%). Westerse allochtonen in NHN eten vaker dagelijks groente (42%) dan niet-westerse allochtonen (39%) en autochtone jongeren (31%). Er is regionaal geen verschil in het eten van groente tussen jongeren uit een eenoudergezin of een gezin met twee ouders. In Koggenland kan hierover geen uitspraak worden gedaan. Het eten van fruit is onderverdeeld in 'dagelijks fruit eten en dagelijks minimaal 2 stuks fruit (de aanbevolen norm volgens het Voedingscentrum). Ruim een derde van de jongeren in Koggenland (38%) eet dagelijks fruit en 13% eet dagelijks minimaal 2 stuks fruit. Deze percentages komen overeen met NHN, waar 36% van de jongeren dagelijks fruit eet en 15% voldoet aan de fruitnorm. Ook ten opzichte van WF (35% eet dagelijks fruit en 14% eet dagelijks 2 stuks fruit) is er geen verschil gevonden. In Koggenland is er geen verschil tussen jongens en meisjes wat betreft fruitconsumptie. Regionaal eten meisjes (39%) vaker dagelijks fruit dan jongens (33%). Er is in Koggenland eveneens geen verschil in fruitconsumptie tussen 2 e en 4 e klassers of tussen vmbo- en havo/vwo-leerlingen. In NHN eten 2 e klassers en havo/vwo-leerlingen vaker dagelijks fruit dan 4 e klassers en vmbo-leerlingen; deze groep voldoet ook vaker aan de aanbevolen fruitnorm. Er kan in Koggenland, vanwege te kleine aantallen, geen uitspraak worden gedaan over mogelijke verschillen in fruitconsumptie tussen autochtone en allochtone jongeren. Regionaal voldoen niet-westerse allochtonen en westerse allochtonen (17%) iets vaker aan de fruitnorm dan autochtonen (14%). Van de jongeren in Koggenland lijken diegenen die opgroeien in een eenoudergezin minder vaak dagelijks fruit te eten dan jongeren uit een gezin met twee ouders, namelijk 27% ten opzichte van 39%. Dit verschil is echter niet significant. Regionaal is er wel een significant verschil tussen jongeren uit een eenoudergezin (34%) en uit een gezin met twee ouders (36%) wat betreft het dagelijks eten van fruit. 5.2 BEWEGEN In 1998 is de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) vastgesteld; dit is een landelijk gebruikte norm die aangeeft dat jongeren dagelijks één uur matig intensief moeten bewegen. Om een indruk te krijgen of wordt voldaan aan deze norm is het aantal minuten sport op school, sporten bij een sportclub, ongeorganiseerd sporten/bewegen en het aantal minuten dat een jongere naar of van school fietst of loopt per week opgeteld. Indien een jongere gemiddeld per dag een uur of meer (of 22

420 minuten per week) beweegt, wordt dit beschouwd als een jongere die voldoet aan de beweegnorm. Van de jongeren in Koggenland voldoet 84% aan de beweegnorm van gemiddeld een uur beweging per dag, 16% van de jongeren beweegt onvoldoende; dit wijkt in positieve zin af van WF, daar beweegt 28% van de jongeren onvoldoende. Ook ten opzichte van NHN (32%) bewegen jongeren in Koggenland minder vaak onvoldoende. Er is in Koggenland een verschil in de mate van bewegen tussen 2 e klassers en 4 e klassers en tussen havo/vwo- en vmbo-leerlingen. 4 e klassers (25%) en vmboleerlingen (20%) bewegen vaker onvoldoende dan 2 e klassers (8%) en havo/vwoleerlingen (10%). In NHN worden vergelijkbare verschillen tussen 2 e en 4 e klassers en tussen vmbo-leerlingen en havo/vwo-leerlingen gevonden. In NHN bewegen nietwesterse allochtone jongeren (49%) vaker onvoldoende dan westerse allochtone jongeren (36%) of autochtone jongeren (30%). Hetzelfde geldt voor jongeren uit een eenoudergezin ten opzichte van jongeren uit een gezin met twee ouders (44% versus 30%). In Koggenland kan er vanwege te kleine aantallen geen uitspraak worden gedaan over mogelijke verschillen tussen autochtone en allochtone jongeren en tussen jongeren uit een eenoudergezin of een gezin met twee ouders. Onvoldoende beweging (%) totaal jongens meisjes klas 2 klas 4 vmbo havo/vwo 0 5 10 15 20 25 30 35 40 NHN Koggenland WF 23

5.3 SPORTEN BIJ EEN SPORTVERENIGING Naast vragen over het aantal uur bewegen, zijn er ook vragen gesteld over lidmaatschap van een sportvereniging, sportclub of sportschool. Van de jongeren in Koggenland is driekwart (76%) lid van een sportvereniging; 24% sport niet bij een sportvereniging. In WF en NHN sport respectievelijk 71% en 70% bij een sportvereniging. In tegenstelling tot de regio zijn jongens in Koggenland niet significant vaker lid van een sportvereniging dan meisjes (76% versus 77%). Hetzelfde geldt voor jongeren uit de 2 e klas (79%) of uit de 4 e klas (73%). In NHN zijn jongens (72%) en 2 e klassers (74%) vaker lid van een sportvereniging dan meisjes (69%) en 4 e klassers (67%). Er is alleen regionaal een verschil tussen vmbo-leerlingen en havo/vwo-leerlingen. Van de vmbo-leerlingen sport 64% bij een sportvereniging en van de havo/vwoleerlingen sport 77% bij een sportvereniging. Er is in Koggenland geen verschil tussen jongeren uit een eenoudergezin of een gezin met twee ouders wat betreft sporten bij een sportvereniging. Uitspraken over mogelijke verschillen tussen autochtone of allochtone jongeren kunnen vanwege te kleine aantallen niet gedaan worden. Van de autochtone jongeren en westerse allochtonen in NHN is respectievelijk 72% en 66% lid van een sportvereniging. Van de niet-westerse allochtonen zijn minder jongeren lid van een sportvereniging, namelijk 56%. Ook zijn jongeren uit een gezin met twee ouders vaker lid van een sportvereniging dan jongeren uit een eenoudergezin (72% versus 60%). Van de jongeren in Koggenland sport 46% veel (WF 44%, NHN 44%); dat wil zeggen dat zij 3 uur of meer per week sporten bij een sportvereniging. Sporten bij een sportvereniging Gemeente Koggenland Noord-Holland Noord % % jongens meisjes 75,9 76,7 71,8 69,0 2 e klas 4 e klas 78,9 73,4 74,4 66,7 vmbo havo/vwo 74,2 79,5 64,2 76,8 totaal 76,3 70,4 5.4 INACTIVITEIT Inactiviteit wordt gedefinieerd als dagelijks meer dan 2 uur computeren of tv kijken. Bijna tweederde van de jongeren in Koggenland (64%) zit dagelijks meer dan 2 uur achter de (spel)computer of de tv. De jongeren in Koggenland wijken hierin niet af van NHN (63%) of van WF (64%). Meisjes in Koggenland lijken vaker inactief te zijn dan jongens (66% versus 61%), maar dit verschil is niet significant. Er is in Koggenland ook geen verschil in inactiviteit tussen vmbo- en havo/vwo-leerlingen. Wel zijn 4 e klassers in Koggenland vaker inactief dan 2 e klassers; 72% van de 4 e klassers tegenover 56% van de 2 e 24

klassers zit dagelijks meer dan 2 uur achter de computer of tv. Regionaal zijn jongens (67%), 4 e klassers (67%) en vmbo-leerlingen (64%) vaker inactief dan meisjes (59%), 2 e klassers (58%) en havo/vwo-leerlingen (61%). Alleen regionaal zijn niet-westerse allochtonen (68%) vaker inactief dan westerse allochtonen (65%) en autochtone jongeren (62%). Ook zitten regionaal jongeren uit een eenoudergezin vaker achter de computer of tv dan jongeren uit een gezin met twee ouders; respectievelijk 66% ten opzichte van 62% is inactief. 5.5 SAMENVATTING VOEDING EN BEWEGEN 13% van de jongeren in Koggenland slaat regelmatig het ontbijt over, in WF en in NHN is dit 16%. 79% van de jongeren eet niet dagelijks groente en 63% eet niet dagelijks fruit. Jongeren in Koggenland eten minder vaak dagelijks groente dan jongeren in WF of NHN, waar respectievelijk 73% en 68% niet dagelijks groente eet. Van de jongeren beweegt 16% onvoldoende; dit wijkt in positieve zin af van WF (28%) en NHN (32%). 4 e klassers en vmbo-leerlingen bewegen vaker onvoldoende dan 2 e klassers en havo/vwo-leerlingen. Bijna een kwart van de jongeren (24%) is geen lid van een sportvereniging. Dit is lager dan in WF (29%) en NHN (30%). 64% van de jongeren in Koggenland zit dagelijks 2 uur achter de computer of tv (4 e klassers vaker dan 2 e klassers). 25

26

6 Genotmiddelen 6.1 ROKEN Jongeren die minstens één keer per week roken, worden als regelmatige rokers beschouwd. Het totale percentage regelmatige rokers in Koggenland (11%) wijkt niet significant af van het percentage in WF (13%) of NHN (14%). Van de jongeren in Koggenland rookt 7% dagelijks en 7% rookt 21 sigaretten of meer per dag. Zowel in Koggenland als regionaal is er geen verschil wat betreft regelmatig roken tussen jongens en meisjes. 4 e klassers roken vaker dan 2 e klassers. Van de 2 e klassers in Koggenland rookt 5% van de jongeren minstens één keer per week en in de 4e klas rookt 18% minstens één keer per week. In NHN zijn deze percentages respectievelijk 7% en 20%. Vmbo-leerlingen in Koggenland lijken vaker te roken dan havo/vwo-leerlingen (14% versus 8%), maar dit verschil is niet significant. In NHN is het verschil tussen vmbo-leerlingen (21%) en havo/vwo-leerlingen (7%) wel significant. Vanwege te kleine aantallen kan er in Koggenland geen uitspraak worden gedaan over mogelijke verschillen tussen jongeren van allochtone of van autochtone afkomst of tussen jongeren uit een eenoudergezin of een gezin met twee ouders. Regionaal roken westerse allochtonen (19%) vaker dan niet-westerse allochtonen (14%) en autochtonen (14%). Ook is er regionaal een verschil in rookgedrag tussen jongeren uit een eenoudergezin (20%) en uit een gezin met twee ouders (13%). Regelmatig roken (minstens één keer per week) (%) totaal jongens meisjes klas 2 klas 4 vmbo havo/vwo 0 5 10 15 20 25 NHN Koggenland WF 27

6.2 ALCOHOL 59% van de jongeren in Koggenland heeft wel eens alcohol gedronken. De gemiddelde leeftijd waarop jongeren in Koggenland voor het eerst alcohol dronken is 12 jaar en 10 maanden (in NHN 12 jaar en 8 maanden). Jongens drinken het liefst bier, breezers en drankjes die zelf gemixt worden; favoriete dranken van meisjes zijn breezers, bier en drankjes die zelf gemixt worden. De helft van de jongeren in Koggenland (50%) heeft in de afgelopen maand alcohol gedronken (actueel alcoholgebruik). Dit percentage wijkt niet af van het percentage in NHN (50%) of WF (48%). Zowel in Koggenland als regionaal is er geen verschil in actueel alcoholgebruik tussen jongens en meisjes. 4 e klassers (74%) hebben in de afgelopen maand veel vaker alcohol gedronken dan 2 e klassers (27%); dit geldt zowel in Koggenland als in NHN. In tegenstelling tot de regio is er in Koggenland geen significant verschil in actueel alcoholgebruik tussen havo/vwo-leerlingen (44%) en vmbo-leerlingen (53%); in NHN drinken vmbo-leerlingen vaker dan havo/vwo-leerlingen (54% versus 45%). In NHN is het actuele alcoholgebruik lager onder de niet-westerse allochtone jongeren (34%) dan onder de westerse allochtone jongeren (48%) en de autochtone jongeren (52%). In Koggenland zijn de aantallen te klein om daar iets over te kunnen zeggen. Er is geen verschil in alcoholgebruik tussen jongeren uit een eenoudergezin of uit een gezin met twee ouders, dit geldt zowel in Koggenland als in de regio. Alcoholgebruik in de afgelopen maand (%) totaal jongens meisjes klas 2 klas 4 vmbo havo/vwo 0 10 20 30 40 50 60 70 80 NHN Koggenland WF 28

Binge drinken staat voor overmatig alcoholgebruik, dat wil zeggen meer dan 5 drankjes per gelegenheid. De maand voorafgaand aan het onderzoek heeft 37% van de jongeren in Koggenland volgens deze norm overmatig alcohol gebruikt. In WF en NHN heeft eveneens 37% van de jongeren overmatig alcohol gebruikt. In Koggenland is er geen verschil tussen jongens en meisjes en tussen vmboleerlingen en havo/vwo-leerlingen wat betreft binge drinken. In NHN doen jongens iets vaker aan binge drinken dan meisjes (39% versus 35%), hetzelfde geldt voor vmbo-leerlingen (43%) ten opzichte van havo/vwo-leerlingen (31%). In Koggenland drinken 4 e klassers (58%) vaker overmatig dan 2 e klassers (17%). Ook regionaal drinken 4 e klassers (56%) vaker overmatig alcohol dan 2 e klassers (16%). Nietwesterse allochtone jongeren in NHN (27%) drinken minder vaak overmatig alcohol dan westerse allochtone jongeren (36%) of autochtone jongeren (38%). In Koggenland zijn de aantallen te klein om te kunnen toetsen. Jongeren uit een eenoudergezin (50%) lijken vaker overmatig te drinken dan jongeren uit een gezin met twee ouders (36%), maar dit verschil is niet significant. Regionaal is dit verschil wel gevonden. Binge drinken (%) totaal jongens meisjes klas 2 klas 4 vmbo havo/vwo 0 10 20 30 40 50 60 NHN Koggenland WF Bijna vier op de tien jongeren in Koggenland (39%) is ooit aangeschoten of dronken geweest en een kwart (25%) is de afgelopen maand dronken of aangeschoten geweest. Deze percentages komen overeen met WF (41% en 24%) en NHN (42% en 25%). 29