CIRCULAIRE GEMEENTEFONDS van 16 maart 2004



Vergelijkbare documenten
Doorkiesnummer : (0495) Agendapunt: 8 ONDERWERP

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Doorkiesnummer : (0495) Agendapunt: 8 ONDERWERP AANLEIDING EN DOELSTELLING PROBLEEMSTELLING OPLOSSINGSRICHTINGEN

gemeentefonds bekendmaking van beleid en het geven van informatie

Gemeente Bladel MEDEDELING. Aan de raad. Economisch hart van de Kempen IllililllilllllUllllililliUlll. : R : Septembercirculaire 2017

Algemene uitkering

OXT.?W III III MUI MUI INI II Advies B&W. Beslissing. Bespreken. Burgemeester Gelok. Registratienummer

Postbus AA Bezoekadres Stadsplein LZ IBAN: NL49 BNGH BIC: BNGHNL2G

VNG-Bureaunotitie Bedragen voor lokale omroepen in gemeentefonds, stand van zaken juli 2018

UITWERKING MEICIRCULAIRE bijlage -

Collegebesluit. Onderwerp: Decembercirculaire 2014 Reg. Nummer: 2015/ Inleiding

Memo Reg.nr.: O-FIN/2013/16 / RIS

datum voor Afdeling/cluster 23 juni 2015 Leden van de Raad Bedrijfsvoering

: Aanvullend voorstel voor voorjaarsnota 2006 en kadernota 2007

Collegevoorstel. Zaaknummer Decembercirculaire 2016 gemeentefonds

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus AG Hoofddorp

Aan het college van Burgemeester en wethouders van Haarlemmerliede en Spaarnwoude. Onderwerp: Standaardrapport naar aanleid9ing van decembercirculaire

Raadsinformatiebrief llllllllllllllll llll! llllllllllllllllllll illllillllillllllii

Raadsinformatiebrief. Onderwerp Septembercirculaire 2014 algemene uitkering

Specificatie algemene uitkering Albrandswaard decembercirculaire Toelichting op mutatie Mutaties integratie-uitkering sociaal domein

Bijlage 1 bij de raadsmededeling meicirculaire 2017 gemeentefonds

C. Taakmutaties voor domeinen D. Doeluitkeringen voor domeinen E. Decentralisaties sociaal

Bestuursdienst / advies aan Burgemeester en Wethouders

In de bijgevoegde analyse wordt weergegeven waardoor de verschillen ten opzichte van de meicirculaire zijn ontstaan.

Raadsinformatiebrief 73

Tweede Kamer der Staten-Generaal

gemeentefonds bekendmaking van beleid en het geven van informatie

Gemeente Langedijk. 2e Kwartaalrapportage Verzonden aan de raad 23 juli e Kwartaalrapportage Gemeente Langedijk - 1 -

Bestuursdienst / advies aan Burgemeester en Wethouders

Provinciefonds. Maartcirculaire 2018

Algemene uitkering Beginstand algemene uitkering

- = voordeel (bedragen x 1.000)

UITWERKING MEICIRCULAIRE bijlage 2 -

Vervolgens zijn de resultaten vergeleken met de ramingen voor de jaren , welke zijn gebaseerd op de meicirculaire 2014.

Voorts geven wij ook inzicht in de voorlopige financiële consequenties van de ontwerp-najaarsnota 2015.

i^v RAADSINFORMATIEBRIEF

1. Kennis te nemen van de maart- en meicirculaire en de (financiële) gevolgen daarvan

Vervolgens zijn de resultaten vergeleken met de ramingen voor de jaren , welke zijn gebaseerd op de meicirculaire 2015.

UITWERKING MEICIRCULAIRE bijlage -

Raadsbesluit. Heemstede. Raadsvergadering: 8 en 9 november ONDERWERP Eerste begrotingswijziging 2019

De netto verschillen tussen de meicirculaire 2016 en de decembercirculaire 2015 zijn als volgt:

Economisch hart van de Kempen

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 juni 2010 Betreft kinderopvangtoeslag vanaf 2011

Onderwerp : Gevolgen meicirculaire 2013 voor de Voorjaarsnota 2013 en de Kadernota

Financiën Ingekomen stuk D5 (PA 13 november 2013) Concern Financiën. Ons kenmerk FA20/ Datum uw brief

Tweede Kamer der Staten-Generaal

CIRCULAIRE PROVINCIEFONDS van 3 maart 2011

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 8 juni 2018 U Lbr. 18/030. Hoofdpunten meicirculaire 2018.

B en W d.d

Onderwerp Meicirculaire 2009 Gemeentefonds en aanpassingen begroting 2009

Ten opzichte van de kadernota ontwikkelt de algemene uitkering zich als volgt in de meicirculaire: [zie volgende pagina]

Begrotingsbeleid bij het Rijk en de relatie met gemeentefinanciën

Doorkiesnummer : (0495) Agendapunt: 7 ONDERWERP

Inleiding Op 31 mei 2016 is de meicirculaire verschenen, in dit advies worden de gevolgen voor de gemeente Krimpen toegelicht.

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 14 november 2017 U Lbr. 17/068 (070)

23 juni 2015 Financiële gevolgen meicirculaire 2015 gemeentefonds M.A. Bouter

Aanvullende informatie bijstelling macrobudget inkomensdeel per 18 mei 2006

- Daarnaast is in 2012 de bijdrage van werkgevers verhoogd van ruim 700 miljoen naar ruim 1 miljard.

Doorkiesnr.:

Vaststelling brief aan de raad over actuele financiele ontwikkelingen

Afweging Het voorstel is om kennis te nemen van de uitkomsten van de meicirculaire en de raadsleden te informeren met het bijgevoegde memo.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Samenvatting Voorjaarsnota - decembercirculaire

Voorjaarsnota 2018 Uitgangspunten begroting 2019 en meerjarig kader Provincie Gelderland

Raadsvoorstel: Onderwerp: Septembercirculaire 2015

CIRCULAIRE PROVINCIEFONDS van 6 december 2010

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Collegebesluit. Onderwerp: Septembercirculaire 2013 Gemeentefonds Reg. Nummer: CS/CC 2013/ 1. Inleiding

Kader Dit besluit vloeit over het algemeen voort uit de Financiële Verhoudingswet en heeft specifiek betrekking op het Gemeentefonds.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Uw brief van: Ons kenmerk: Bijlage(n): 1 Doorkiesnummer: adres: Datum: 19 juni 2017

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Raadsmemo. Datum: 24 juni Gemeenteraad van Hof van Twente. Kopie aan: B.M.J. Eshuis. Jeroen te Molder, Financiële zaken

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Raadsinformatiebrief1

Onderwerp Zaaknummer Uw kenmerk Datum Septembercirculaire 2013

Aan de raad van de gemeente Lingewaard

Besluit tot vaststelling van de bedragen per eenheid voor de uitkering uit het gemeentefonds over het uitkeringsjaar 2013

Meicirculaire 2018 gemeentefonds

Ons kenmerk Rfv/ Doorkiesnummer

gemeente Eindhoven 0,6 1,5 3,6 4,0 2,8 5,9 7,9 8,2

R P 3 M E R A L. OKT r '"> No. Kcnnisi temen Afdoen Bespreken Advies

Raadsinformatiebrief 81

No.ZA /DV en No.ZA.17/065646/DV , afdeling Middelen en Advies. Onderwerp: Bestuursrapportage 2017 / septembercirculaire 2017

2 a. Toelichting van de VNG bij de financiële aspecten van het Bestuursakkoord.

Onderwerp : Verwerking septembercirculaire 2014 in de begroting, als 1 e begrotingswijziging op de programmabegroting 2015

CPB Notitie. 1 Inleiding. Datum: 15 september 2015 Betreft: Raming van het bijstandsvolume in MEV 2016

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

35000-B Vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2019

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Uw brief van Ons kenmerk Behandelend ambtenaar Zoetermeer

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Sector : 2 Afdeling/Project : SZ Samensteller(s) : Hans Stegeman en Frans Suijker Nummer : 113 Datum : 17 maart 2005

VNG Ledenbrief Financiële gevolgen regeerakkoord voor gemeenten

Transcriptie:

Datum 16 maart 2004 Ons kenmerk FO2004/57623 Onderdeel Afd. Financiële Organisatie Binnenlands Bestuur Inlichtingen zie onder CIRCULAIRE GEMEENTEFONDS van 16 maart 2004 Aantal bijlagen geen Bezoekadres Schedeldoekshaven 200 2511 EZ Den Haag Aan Onderwerp Doelstelling Relatie met andere circulaires De gemeentebesturen gemeentefonds bekendmaking van beleid en het geven van informatie junicirculaire van 2003 (FO2003/70507), septembercirculaire van 2003 (FO2003/78176), circulaire van 18 november 2003 (FO2003/83655) Postadres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Geldig tot 1 juli 2004 Inlichtingen 9-11 uur: b.g.g. R.L.J. de Neef N.P. Passchier Y. Drese (070) 426 6208 (070) 426 6259 (070) 426 6277 E-mail Internet Dienstpostbus.BFO@minbzk.nl www.minbzk.nl/ www.minfin.nl/

2

3 1 Inleiding In deze circulaire informeer ik u, mede namens de staatssecretaris van Financiën, over de ontwikkeling van het gemeentefonds. De voornaamste onderwerpen zijn de nacalculatie van het accres van het uitkeringsjaar 2003 en de verrekening van de behoedzaamheidsreserve over dat jaar. In aanvulling daarop doen wij u enige nadere mededelingen met betrekking tot het fonds. 2 Uitkeringsjaar 2003 2.1 Opbouw uitkeringen Tabel 2.1 geeft de definitieve Opbouwtabel 2003. Deze is geactualiseerd ten opzichte van de septembercirculaire van 2003 aan de hand van de nacalculatie van het accres en de verrekening daarvan met de behoedzaamheidsreserve. Voorts zijn enkele kleinere mutaties verwerkt. De tabel is zoveel mogelijk gecomprimeerd. Bij clusters waar zich sinds de septembercirculaire geen wijzigingen hebben voorgedaan, is alleen het totaalbedrag van de mutaties vermeld. Tabel 2.1 Opbouw uitkeringen 2003 (mln ) September- circulaire van 2003 1 Raming deze circulaire Uitkeringen 2002 13.038,657 algemene mutaties - accres 568,799 - accres (gerichte verdeling) -13,600 - behoedzaamheidsreserve, inhouding -208,739 - behoedzaamheidsreserve, uitkering 8,820 pm - wachtgelden herindeling 0,010-0,110 - A + O fonds 2-0,256-0,265 - overige algemene mutaties 3 21,293 376,327 cluster sociale dienst/bijstand - implementatie Wet Werk en Bijstand 4 20,000 # - overige mutaties sociale dienst/bijstand 3-7,632 12,368 cluster zorg 3 31,156 cluster fysiek milieu 3-1,407 cluster oudheid 3 0,500 cluster bestuursorganen 3 13,813 cluster overig/algemene ondersteuning 3-2,450 Uitkeringen 2003 13.468,964 13.440,015 waarvan - algemene uitkering/aanvullende uitkeringen 13.376,082 13.347,133 - overige uitkeringen 3 92,882 1 2 3 4 De vergelijking met de septembercirculaire is alleen opgenomen als de raming van het betreffende onderdeel is gewijzigd. Het teken # geeft een onderdeel aan dat niet werd geraamd in die circulaire. Technische correctie. De mutatie vermeld in de septembercirculaire, 4.4, verschuift naar het uitkeringsjaar 2004. Zie voor de afzonderlijke onderdelen en hun toelichting de circulaires van juni of september 2003. Zie de circulaire van 18 november 2003, 2.

4 2.2 Ontwikkeling uitkeringsbasis Nadere gegevens over de ontwikkeling van de uitkeringsbasis geven aanleiding tot verlaging van de uitkeringsfactor voor het jaar 2003 met twee punten. Uit definitieve meetgegevens blijkt dat de dynamiek bij enige recent ingevoerde maatstaven groter is dan aanvankelijk werd geraamd. Dit geldt met name voor de maatstaven die betrekking hebben op de aantallen leerlingen en op de oppervlakten van de bebouwing. Om die reden zijn de ramingen van deze maatstaven voor het jaar 2003 aangepast. Dit heeft een negatief effect op de uitkeringsfactor van afgerond twee punten. 2.3 Nacalculatie accres en verrekening met de behoedzaamheidsreserve Wij verhogen de algemene uitkering met 8,820 miljoen in verband met de nacalculatie van het accres over het jaar 2003 en de verrekening daarvan met de behoedzaamheidsreserve. In totaal wordt 199,919 miljoen in mindering gebracht op de behoedzaamheidsreserve van 208,739 miljoen. De nacalculatie 2003 Ten opzichte van 2002 zijn de voor de normeringssystematiek relevante rijksuitgaven gestegen met circa 2,2 miljard. Dit resulteert in een definitief nominaal accrespercentage voor het uitkeringsjaar 2003 van 2,81. De groei is met name te herleiden tot hogere uitgaven bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen ( 1,2 miljard), het ministerie van Financiën ( 0,4 miljard) en bij de ministeries van Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ( 0,3 miljard). Het accrespercentage 2003 werd aanvankelijk geraamd op 3,00. Op dit voorlopige percentage werd de bevoorschotting in eerste instantie gebaseerd (zie de meicirculaire van 2002, 4.3). Na de Voorjaarsnota 2003 is het accrespercentage geactualiseerd tot 4,36, hetgeen leidde tot een herziening van de bevoorschotting (zie de junicirculaire van 2003, 2.3). Na toepassing van de normeringssystematiek resulteren de uitkomsten van de Voorlopige Rekening 2003 van het Rijk nu in een nagecalculeerd accrespercentage van 2,81. Tabel 2.3 geeft een overzicht van het verloop van het accres 2003 vanaf mei 2002. Tabel 2.3 Het verloop van het accres 2003 accresberekeningen / circulaires accres % mln verschil raming Voorjaarsnota 2002/ mei 2002 (1e stand bevoorschotting) 3,00% 390,000 raming Miljoenennota 2003 / september 2002 5,35% 699,838 +309,838 raming Voorjaarsnota 2003 / juni 2003 (2e stand bevoorschotting) 4,36% 568,799-131,039 raming Miljoenennota 2004 / september 2003 3,62% 472,260-96,539 realisatie Voorlopige Rekening 2003 / maart 2004 (nacalculatie) 2,81% 368,880-103,380 De neerwaartse aanpassing van het accres met 1,55% ten opzichte van de junicirculaire van 2003 is veroorzaakt doordat de voor het gemeentefonds relevante netto gecorrigeerde rijksuitgaven per saldo circa 1,6 miljard lager zijn uitgevallen dan werd verwacht in het voorjaar van 2003. Eerder informeerden wij u reeds over de daling van het accrespercentage naar 3,62 tussen de juni- en de septembercirculaire van 2003 (zie de septembercirculaire van 2003, 4.3). Na

5 september hebben zich diverse mee- en tegenvallers voorgedaan; per saldo is echter sprake geweest van een verdere daling van de netto gecorrigeerde rijksuitgaven. Deze daling is vooral in de laatste maanden zichtbaar geworden. Bij de onderdelen van het budgettair kader Rijksbegroting in enge zin, die relevant zijn voor het accres, was ten tijde van de Najaarsnota 2003 nog sprake van een lichte overschrijding. Bij de Voorlopige Rekening 2003 blijken de daadwerkelijke uitgaven echter onder het beschikbare budget te zijn gebleven. De omslag heeft zich over de gehele linie voorgedaan; in totaal bedraagt de onderuitputting op de Rijksbegroting 780 miljoen. Zij is vooral veroorzaakt door meevallers op de begrotingen van het Infrastructuurfonds (wijziging kasritme) en op de begrotingen van de ministeries van OCW en Financiën. Deze meevallers leiden tot lagere netto gecorrigeerde rijksuitgaven en daarmee tot een lager definitief accres. Naast deze meevallers heeft zich op de begroting van het ministerie van Buitenlandse Zaken een tegenvaller voorgedaan door hogere afdrachten aan de Europese Unie. Deze werkt echter niet door op het accres van de fondsen, omdat de netto rijksuitgaven worden gecorrigeerd voor EU-afdrachten. Van het budgettair kader Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt (SZA) zijn alleen de begrotingsgefinancierde uitgaven relevant voor het gemeentefonds. Het kader SZA vertoont een overschot van circa 0,6 miljard, waarvan circa 0,25 miljard op de bijstandsuitgaven (begrotingsgefinancierd). Deze meevaller werkt negatief door op het accres 2003, omdat in dat jaar de bijstandsuitgaven nog wel onderdeel uitmaken van de grondslag van de normeringssystematiek. De omvangrijke uitvoeringsmeevallers op de WW en de WAO hebben geen effect op het accres. De verrekening met de behoedzaamheidsreserve Het nagecalculeerd accrespercentage van 2,81 komt overeen met een accres van 368,880 miljoen. Ten tijde van de Voorjaarsnota 2003 werd op grond van de toen beschikbare gegevens een accres verwacht van 568,799 miljoen (zie de Opbouwtabel 2003 in de achtereenvolgende circulaires, zie ook tabel 2.3 hierboven). Het negatieve verschil van 199,919 miljoen is de omvang van de nacalculatie over het uitkeringsjaar 2003. Het resultaat van de nacalculatie wordt verrekend met de behoedzaamheidsreserve die in 2003 is ingehouden (zie voor een algemene toelichting op de wijze van verrekening en verwerking van de behoedzaamheidsreserve de meicirculaire van 1998, 3.4 en 4.3). Wij brengen daarom de nacalculatie 2003 van 199,919 miljoen in mindering op de behoedzaamheidsreserve 2003 van 208,739 miljoen. Hierdoor komt uit deze reserve een bedrag van 8,820 miljoen tot uitkering. Dit bedrag is vermeld in de herziene Opbouwtabel 2003 (tabel 2.1). Het bedrag wordt alsnog toegevoegd aan de algemene uitkering en verdeeld via de uitkeringsfactor (afgerond één punt positief). De doorwerking De nacalculatie over 2003 zal een meerjarig effect hebben op de uitkeringsfactor in de orde van 18 punten (negatief). Dit effect zal voor 2004 en latere jaren verwerkt worden bij de aanstaande meicirculaire. Zoals gebruikelijk worden op dit moment geen mutaties doorgevoerd voor de komende jaren. De uiteindelijke omvang van de uitkering 2004 zal afhankelijk zijn van ontwikkelingen en beleidsbeslissingen, die in hun totaliteit nu nog niet zijn te overzien. Om die reden wordt de besluitvorming over de Voorjaarsnota 2004 afgewacht. In de meicirculaire zullen wij u informeren over de

6 aanpassingen die zullen resulteren uit die besluitvorming. Dan wordt ook het meerjarig effect van de nacalculatie weergegeven. Met nadruk wijzen wij u echter nu reeds op de doorwerking van de nacalculatie. Gezien de actuele situatie van de overheidsfinanciën adviseren wij u om hiermee rekening te houden bij het begrotingsbeleid. 2.4 Wachtgelden herindelingen De algemene uitkering wordt ten opzichte van de eerdere raming eenmalig verhoogd met 0,120 miljoen in verband met de recente ontwikkeling bij het onderdeel Wachtgelden gemeentelijke herindeling op de begroting van BZK. Jaarlijks wordt de algemene uitkering aangepast op grond van de uitputting van het onderdeel Wachtgelden gemeentelijke herindeling op de begroting van BZK. Eerder werd voor 2003 een neerwaartse mutatie voorzien ten opzichte van 2002 van 0,110 miljoen (zie de junicirculaire van 2003, 2.4). Op grond van onderuitputting op het genoemde begrotingsartikel wordt nu 0,120 miljoen toegevoegd aan de algemene uitkering, zodat over 2003 een positieve mutatie resulteert van per saldo 0,010 miljoen ten opzichte van 2002. 2.5 Algemene uitkering, uitkeringsfactor en bedragen per eenheid Wij stellen de algemene uitkering voor het jaar 2003 (inclusief de aanvullende uitkeringen) nu vast op 13.376,082 miljoen. In dit bedrag zijn de ontwikkelingen verwerkt, zoals die zijn vermeld in deze circulaire en in de circulaire van 18 november 2003. Dit betekent een toename van 28,949 miljoen ten opzichte van de septembercirculaire en van 8,949 miljoen ten opzichte van de novembercirculaire. De uitkeringsfactor voor het jaar 2003 stellen wij voorlopig vast op 1,316. Dat is een daling van één punt ten opzichte van de stand van 1,317, die werd vermeld in de septembercirculaire van 2003. Deze mutatie is het saldo van de ontwikkeling van de uitkeringsbasis ( 2.2) en van de nacalculatie ( 2.3). De definitieve vaststelling van de uitkeringsfactor 2003 zal geschieden vóór 31 december 2005. 2.6 Voorschotbetalingen 2003 De stijging van de algemene uitkering leidt tot een nabetaling op de uitkering 2003 van 8,949 miljoen, die zal plaatsvinden op 4 mei 2004. 3 Uitkeringsjaar 2004 3.1 Bijzondere bijstand voor chronisch zieken, gehandicapten en ouderen De algemene uitkering wordt verhoogd met 111,000 miljoen in verband met de bijzondere bijstand voor chronisch zieken, gehandicapten en ouderen. Dit bedrag is opgebouwd uit vier afzonderlijke toevoegingen: a) 50 miljoen die voortvloeit uit een amendement Verburg c.s. bij de begroting van SZW met als doel de gemeenten in staat te stellen bij de invoering van Wet Werk en Bijstand (WWB) maatwerk te leveren via de bijzondere bijstand.

7 b) 30 miljoen op grond van een verhoging van het voorafgaande bedrag door het kabinet. Daarbij zijn de middelen expliciet aangemerkt als een tegemoetkoming in de kosten die huishoudens met een inkomen op minimumniveau (of vlak daarboven) maken in verband met een chronische ziekte of een handicap. c) 20 miljoen ter beschikking gesteld door de werkgevers bij het Najaarsoverleg. Besloten is dit bedrag additioneel in te zetten voor de inkomensondersteuning van chronisch zieken en gehandicapten. d) 11 miljoen in verband met het extra beroep op bijzondere bijstand, dat zal voortvloeien uit het buiten toepassing laten van een fiscale faciliteit. Recent is de mogelijkheid van fiscale compensatie voor de kosten van ziekte en handicap aanzienlijk uitgebreid. Mensen met een minimuminkomen zouden hierdoor aanspraak kunnen maken op én bijzondere bijstand én fiscale compensatie. Vervolgens zou verrekening moeten plaatsvinden tussen gemeente en Belastingdienst. Om deze bureaucratie te voorkomen, is besloten dat de belanghebbenden een beroep kunnen doen op één regeling om de volledige tegemoetkoming in de kosten te verkrijgen. Met de 11 miljoen worden de gemeenten gecompenseerd voor het vervallen van de mogelijkheid van verrekening van de bijzondere bijstand met de Belastingdienst. Voor nadere informatie over de achtergronden van de maatregelen verwijzen wij naar de brieven van de bewindspersonen van SZW aan de Tweede Kamer over deze aangelegenheid (zie Kamerstukken II 2003/04, 29200 XV, nrs. 64 en 73). Inmiddels is de uitvoering van de koopkrachtmaatregelen ter hand genomen. Een wetsvoorstel om categoriale bijstand aan chronisch zieken en gehandicapten mogelijk te maken, is half februari bij de Tweede Kamer ingediend. Voor de juiste toepassing van de regelingen heeft het ministerie van SZW onlangs een Handreiking voor de verlening van bijzondere bijstand aan chronisch zieken, gehandicapten en ouderen gepubliceerd. De verhoging van de algemene uitkering heeft vooralsnog een incidenteel karakter. De Tweede Kamer heeft door instemming met de motie-weekers c.s. verzocht om de onderdelen (a) en (b) om te zetten in een structurele maatregel. Het kabinet zal de mogelijkheid hiertoe bezien bij de voorbereiding van de begroting 2005. De omvang en het karakter van onderdeel (d) zullen op een later tijdstip aan een nader onderzoek onderworpen worden. Zo nodig komen wij hierop terug in latere circulaires. De middelen worden verdeeld op de wijze die gebruikelijk is bij toevoegingen in verband met bijzondere bijstand. Tabel 3.1 geeft een overzicht. Tabel 3.1 Verdeling extra middelen bijzondere bijstand aan chronisch zieken, gehandicapten en ouderen (bedragen in in basis) maatstaven / onderdelen (a + b) (c) (d) totaal huishoudens met laag inkomen 9,37 2,36 1,30 13,03 bijstandsontvangers 52,75 13,07 7,19 73,01 uitkeringsontvangers 8,98 2,26 1,24 12,48 minderheden 5,17 1,37 0,75 7,29 3.2 Voorschotbetalingen 2004 Zoals gebruikelijk wordt de bevoorschotting over het lopende jaar niet gewijzigd bij de maartcirculaire. Omdat de omvang van het gemeentefonds mede wordt bepaald door de besluitvorming over de Voorjaarsnota 2004 vindt wel een aanpassing van de voorschotbetalingen plaats bij de

8 meicirculaire. Op dat moment wordt ook het effect van de maartcirculaire meegenomen. Zo wordt voorkomen dat de bevoorschotting te vaak wordt bijgesteld. De voorschotbetalingen over 2004 blijven vooralsnog gebaseerd op de verdeeltabel en de uitkeringsfactor, die werden meegedeeld in de circulaire van 18 november 2003. Bij de komende meicirculaire wordt de bovengenoemde mutatie in de Verdeeltabel 2004 opgenomen. Dan wordt ook de structurele doorwerking van 18 punten op de uitkeringsfactor 2004, die voortvloeit uit de nacalculatie over 2003, doorgevoerd. 4 Overige mededelingen 4.1 Informatie over de toekomstige ontwikkeling van de algemene uitkering Wij hebben de berichtgeving over de verdeling van het gemeentefonds op het internet uitgebreid met informatie per gemeente over de toekomstige ontwikkeling van de algemene uitkering. Het betreft meerjarige ramingen, die ter beschikking worden gesteld op verzoek van gemeenten die een inschatting willen maken van de toekomstige ontwikkeling van hun algemene uitkering in lijn met de uitgangspunten die op Rijksniveau worden gehanteerd. Wij achten dit een nuttige ondersteuning van het gemeentelijk begrotingsproces. De informatie bestaat uit een rekenprogramma in Excel, dat kan worden gedownload van de website van het ministerie van Financiën (www.minfin.nl, vanaf de hoofdpagina via Terzake, Gemeente en Provincie en Gemeentefonds kiezen voor de pagina Verdeling). Het programma is een hulpmiddel dat ramingen op een bepaald tijdstip weergeeft. Aan de uitkomsten kunnen geen rechten ontleend worden; voor het gebruik en de interpretatie van de gegevens zijn de gebruikers zelf verantwoordelijk. Het programma bevat een korte handleiding voor het gebruik. DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES, J.W. Remkes