Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Vergelijkbare documenten
Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarde]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Ascert BCA Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker] Postbus AE Oisterwijk

RAADSVOORSTEL. Beslispunten. Waarom naar de raad? Middelen

Postbus AE Oisterwijk. Tel: Rabobank NL79RABO KvK Arnhem BTW NL B01.

Bijlage G Model werkplan

Stelselwijzing arbo-certificaten en de gevolgen voor asbest

Bezwaarschriftencommissie Hoogeveen

ONS KENMERK: DOORKIESNUMMER: DATUM ADVIES: BMO/JZ/R&M/BZ augustus 2013 en

8e Landelijke Asbest Praktijkdag PRAKTIJKSESSIES

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Bezwaar en beroep februari 2013

categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 11 04/696 Onderwerp: Bezwaarschrift Sluyter Advocaten tegen besluit raad m.b.t.

Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus AG BUSSUM T: F:

van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Rapport. Oordeel. Datum: 18 april 2017 Rapportnummer: 2017/053

Het nieuwe stelsel van wettelijke arbo-certificaten

Toelichting op Certificatieschema Asbestinventarisatie en Asbestverwijdering. Sijmen Versteegt december 2016

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar A.H.M. Boevink

Datum Betreft beslissing op bezwaar met betrekking tot het dwangsombesluit Wapse

Kiwa Bezwaarprocedure. Versie

U I T S P R A A K

ECLI:NL:RBMNE:2014:5220

Afweging Er zijn geen redenen om af te wijken van het advies van de commissie. Het voorstel is om het bezwaarschrift niet-ontvankelijk te verklaren.

ECLI:NL:CRVB:2017:2833

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413

Rapport. Datum: 19 februari 2001 Rapportnummer: 2001/048

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

ECLI:NL:CRVB:2013:2879

Bezwaar tegen een beslissing van de gemeente. (versie 01/04/2013)

Koepel Nederlandse Traditionele Schutters

tegen de mondelinge uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 10 november 2010, nummer AWB 10/1037, in het geding tussen

2. Bij besluit van eveneens 6 juli 2010 heeft de Consumentenautoriteit bepaald dat het sanctiebesluit openbaar wordt gemaakt. 3

ECLI:NL:RVS:2013:1522

Procedure Bezwaar en Beroep certificering arbodiensten

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Pagina 1/6. Ons kenmerk: CA/IB/878/27 Zaaknummer: 878 Datum: 24 oktober 2013

ECLI:NL:RVS:2016:3050

ECLI:NL:CRVB:2016:3651

Handelwijze bij vragen en klachten over een ISO of OHSAS certificaat versie 18 november 2008

Reglement behandeling bezwaarschriften Certificatie-instellingen

BESLUIT. Openbare versie. 1 Verloop van de procedure. Openbaar

ECLI:NL:RBMNE:2016:707

Ontvankelijkheid. Belangenbehartiging niet-opdrachtgever. Ongepast optreden. Misleiding.

BESLUIT. 4. Op 31 mei 2011 heeft Careyn bezwaar tegen het bestreden besluit ingesteld. Careyn heeft op 6 september 2011 gronden van bezwaar ingediend.

LJN: BO7059, Rechtbank Amsterdam, AWB 09/3604 AOW. Datum uitspraak: Datum publicatie:

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558

Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. UITSPRAAK

ECLI:NL:CRVB:2015:3533

de Rechtspraak Rechtbank Den Haag PER FAX Over het beroep met zaaknummer SGR 13/9215 BESLU V258 deel ik u het volgende mee.

Beslissing op bezwaar

besluit op bezwaarschrift tegen besluit toepassing bestuursdwang

2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen.

Reglement bezwaarprocedure SVWN

ECLI:NL:CRVB:2016:4517

uitspraak van de meervoudige kamer van 27 juli 2016 in de zaak tussen

Risico s beperken, leefbaarheid vergroten.

Reglement inzake de behandeling van bezwaarschriften

Uitspraak. RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD Sector Bestuursrecht Registratienummer: Awb 10/895. uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

ECLI:NL:RVS:2015:1768

1.2. Het Gerechtshof heeft nagelaten te onderzoeken hoe de Belgische autoriteiten de beschikking hebben gekregen over de deze microfiches.

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Afweging. Zaaknummer: OLOGyd02. beslissing op bezwaarschrift C.H. Verbunt

SAMENVATTING. de heer A te B, ouder van C, een leerling op de regionale scholengemeenschap D, klager

ECLI:NL:CRVB:2015:872

COMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN

Bezwaar maken - hoe en wat

BEZWAARSCHRIFTENCOMMISSIE Awb DELFLAND secretariaat : Postbus 3061, 2601 DB Delft telefoon : fax :

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak op het verzet (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht) van:

U I T S P R A A K en

Beslissing op bezwaar last onder dwangsom perceelafscheiding Tongerloostraat, Elshout

Datum 15 maart 2019 Betreft Beslissing op bezwaarschrift Wet openbaarheid van bestuur Wob/2018/072. Geachte,

ECLI:NL:RBOBR:2017:1690

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

JAARVERSLAG 2011 COMMISSIE VOOR BEZWAARSCHRIFTEN HEEMSTEDE

ECLI:NL:RBMNE:2015:8351

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ4756

ECLI:NL:RVS:2016:2861

Handleiding vergoeding kosten bezwaar en administratief beroep

Ontwerp eisen aan een decontaminatie-unit

Rapport. Rapport over de Commissie voor de Beroep- en Bezwaarschriften van de gemeente Leiden. Datum: 11 april Rapportnummer: 2011/106

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Arbeidsomstandighedenregeling wordt als volgt gewijzigd:

ECLI:NL:RBZWB:2017:800

ADVIES. [het samenwerkingsverband], gevestigd te [vestigingsplaats], verweerder

Transcriptie:

Postbus 239 5060 AE Oisterwijk info@ascert.nl Niet in geschil is dat op grond van toetspunt nr. 27 en artikel 7.14.4, onder 9, van SC-530 de decontaminatie-unit direct aan het werkgebied moet zijn gekoppeld, tenzij dat technisch niet mogelijk is. Gesteld noch gebleken is dat koppeling van de decontaminatie-unit aan het werkgebied bij de saneringswerkzaamheden niet mogelijk was. Anders dan [bezwaarmaker] stelt, kan naar het oordeel van de commissie op grond van bijlage G, onder 3, bij SC-530 alleen in geval van bijzondere omstandigheden een uitvoeringswijze worden toegepast die afwijkt van de regels van SC-530. In dat geval dient tevoren een schriftelijke goedkeuring op basis van een plan van aanpak (risico-inventarisatie) te worden verkregen van een Arbokerndeskundige. Als het standpunt van [bezwaarmaker] zou worden gevolgd, zou steeds met een risico-inventarisatie van een Arbokerndeskundige van de in SC-530 geregelde werkwijzen kunnen worden afgeweken. In artikel 37 van de nieuwe Bijlage XIIIA, die op 1 maart in werking is getreden, worden afwijkende werkmethoden beperkt tot gevallen waarin sprake is van ernstige risico s die niet aan asbest zijn gerelateerd. De Rl&E met het advies van de Arbokerndeskundige [naam] d.d. 26 februari 2016 betreft een generieke inventarisatie en evaluatie en kan niet als een schriftelijke goedkeuring op basis van een plan van aanpak voor een specifieke asbestverwijdering worden gezien, waarmee kan worden afgeweken van de regeling in SC-530. Op grond van artikel 23, zevende lid, van Bijlage XIIIe leidt een categorie II-afwijking niet meer tot schorsing van het procescertificaat, maar tot een voorwaardelijke schorsing voor ten hoogste 90 dagen. Nu er geen overgangsrecht is op grond waarvan anders moet worden bepaald, dienen de bestreden besluiten in zoverre te worden herroepen dat de opgelegde schorsingen worden omgezet in voorwaardelijke schorsingen voor ten hoogste 90 dagen. BCA 17003 Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker] Het bezwaar [Gemachtigde] maakt bij brief van 3 februari 2017 bezwaar namens [bezwaarmaker] tegen een drietal besluiten van 25 januari 2017 van [de CI]. Bij de bestreden besluiten heeft [de CI] het SC-530-certificaat van [bezwaarmaker] geschorst.

blad 2 De procedure Bij brieven van 3 februari 2017 aan de Rechtbank Oost-Brabant heeft [de CI] aangegeven de uitvoering van de sancties te zullen opschorten tot de besluiten op het bezwaar zijn genomen. Naar aanleiding van het bezwaar heeft [de CI] bij brief van 22 februari 2017 een verweerschrift ingebracht. Betrokken partijen zijn in de gelegenheid gesteld te worden gehoord tijdens op 17 februari 2017 en 10 maart 2017 gehouden hoorzittingen. De ontvankelijkheid Het bezwaarschrift voldoet aan de eisen die de Algemene wet bestuursrecht (Awb) ten aanzien van de ontvankelijkheid stelt, zodat het bezwaar ontvankelijk is. De gronden van bezwaar [Bezwaarmaker] voert de volgende gronden van bezwaar aan. - [De CI] heeft het certificaat van [bezwaarmaker] bij besluit van 20 juli 2016 reeds ingetrokken. Een reeds ingetrokken besluit kan niet ook nog worden geschorst. - In alle drie de gevallen heeft [bezwaarmaker] zienswijzen ingediend tegen de voorgenomen schorsingen. In strijd met artikel 5.5.4.4 van SC-530 heeft [de CI] geen beoordeling van de zienswijzen gegeven voordat zij tot de schorsingen overging. - In alle drie gevallen zou [bezwaarmaker] toetspunt nr. 27 hebben overtreden, omdat [bezwaarmaker] de decontaminatie-unit onjuist zou hebben geplaatst. - [Bezwaarmaker] heeft bij onderhavige drie werken, zoals bij elk werk dat [bezwaarmaker] uitvoert, een sluis gekoppeld aan het containment / de vuile ruimte. Dat betekent dat de medewerkers direct vanuit het containment de sluis konden betreden. In deze sluis zijn de medewerkers vervolgens voorzien van extra kleding die over hun vuile kleding heen werd aangetrokken. Vanaf daar gingen zij gecontroleerd naar de mobiele douche-eenheid die buiten stond opgesteld. Aldaar werd de extra kleding alsmede de kleding daaronder, die gebruikt was bij de werkzaamheden in het containment, uitgetrokken en volgde de gebruikelijke decontaminatieprocedure. [Bezwaarmaker] volgt deze werkwijze (sluisprocedure) al jaren en welbewust, omdat zij deze ziet als de beste beschikbare techniek of werkwijze. Het voordeel van een mobiele douche-eenheid, een beduidend 'zwaardere' versie van een douche-eenheid op locatie, is namelijk dat deze selfsupporting is en daardoor niet afhankelijk is van de doorgaans beperkte en ontoereikende omstandigheden ter plaatse. Een mobiele douche-eenheid is standaard voorzien van onderdruk, effectieve kachels, vloerverwarming, vorstbeveiliging, etc. en biedt gelegenheid om te douchen in een comfortabele omgevingstemperatuur. Juist door het douchen in een aparte, deugdelijk verwarmde en niet tochtende ruimte te laten plaatsvinden, spelen geen gezondheidsproblemen, terwijl de decontaminatie beter wordt verwezenlijkt door grondig douchen te veraangenamen in een aanvaardbare omgevingstemperatuur. [Bezwaarmaker] werkt al jaren volgens deze methode, onderbouwd met een document van de Arbo Unie Oost Brabant uit 1999, dat is opgenomen in de risico-inventarisatie en evaluatie (Rl&E). Dit is geen afwijking van SC-530, maar op grond van bijlage G, onder 3, bij SC- 530 toegestaan. In bijlage G, onder 3, staat: "Voor een uitvoeringswijze die afwijkt van de regels van SC-530 dient tevoren een schriftelijke goedkeuring op

blad 3 basis van een Plan van aanpak (risico-inventarisatie) te worden verkregen van een Arbokerndeskundige. Het door die deskundige getoetste Plan van aanpak dient als bijlage aan het werkplan te worden toegevoegd. De onderhavige Rl&E bevat ook een advies van de gecertificeerde Arbokerndeskundige [naam] die deze afwijking van SC-530 formeel heeft gesanctioneerd. Dit advies zit standaard bij de werkplannen van [bezwaarmaker] en in die werkplannen staat de afwijking van SC-530 ook expliciet beschreven. Ook bij het werk aan de Loopkantstraat 25 te Uden. Dit advies is opgesteld op 26 februari 2016. Daarin is niet alleen het tochtrisico opgenomen, maar ook het uit recent onderzoek gebleken risico op mogelijke blootstelling aan asbest waaraan saneerders worden blootgesteld tijdens douchen en afval uitsluizen. Daaruit blijkt dat de geldende procedures niet voorkomen dat er asbest uit het containment wordt meegesleept tot in de zones waarin de saneerder zich veilig waant zonder masker. Het risico op meeslepen van asbestvezels is relatief het hoogst wanneer er sprake is van hoge asbestconcentraties in het containment, zoals bij risicoklasse 3-werkzaamheden, zoals in deze casus. In de Rl&E zijn maatregelen opgenomen die de bestaande transitmethode zodanig verbeteren dat er geen sprake meer is van meesleep van vezels uit het containment. [De CI] gaat ten onrechte niet in op dit advies van de Arbokerndeskundige en de regelconforme wijze (bijlage G, onder 3) waarop dat in het werkplan correct was verwerkt. Terwijl dit toch de kern van de discussie is. Daar zij aan toegevoegd dat [bezwaarmaker] al sinds december 1999 op deze wijze werkt en deze situatie derhalve jaarlijks een tiental inspecties van de voorgaande certificerende instellingen, [naam] en [naam], heeft doorstaan, evenals vele tientallen inspecties per jaar in de laatste jaren door de gemeentelijke handhavers en de omgevingsdiensten. Bij elkaar kan in de loop van circa zestien jaar van honderden inspecties door meerdere instanties worden gesproken, waarbij deze transitroute nooit eerder als een onveilige situatie of afwijking werd aangemerkt. Per 4 januari 2016 is [bezwaarmaker] echter overgestapt van [naam] naar [de CI] en sindsdien is het raak. Dit terwijl [bezwaarmaker] aan [de CI] ook van tevoren per email in alle openheid gewezen heeft op deze door haar gevolgde werkwijze en op haar beweegredenen om dit te doen. Hierop heeft [de CI] overigens geen enkele reactie gegeven. - Bij het werk aan de Walravenstraat 16 te Uden zou volgens [de CI] ook sprake zijn van afwijking van toetspunt nr. 29 van bijlage H van SC-530. [Bezwaarmaker] heeft naar aanleiding hiervan een corrigerende maatregel voorgesteld om herhaling te voorkomen. Op grond van artikel 5.5.2.1 van SC- 530 dient [de CI] de voorgestelde corrigerende maatregel te beoordelen en moet zij nagaan of deze juist wordt geïmplementeerd. Pas als dat niet het geval zou zijn, kan worden overgegaan tot schorsing van het certificaat. In dit geval heeft [de CI] niet gereageerd op de voorgesteld corrigerende maatregel. Het is dan in strijd met artikel 5.5.2.1 van SC-530 om het certificaat te schorsen. Het wettelijk kader Het wettelijk kader wordt gevormd door de Arbeidsomstandighedenwet, het Arbeidsomstandighedenbesluit en de Arbeidsomstandighedenregeling. Op 1 maart 2017 is de Arbeidsomstandighedenregeling gewijzigd en zijn het Werkveldspecifiek certificatieschema voor het Procescertificaat Asbestinventarisatie (Bijlage XIIIa of SC-540) en het Werkveldspecifiek certificatieschema voor het

blad 4 Procescertificaat Asbestverwijdering (Bijlage XIIIb of SC-530) vervangen door het Werkveldspecifiek certificatieschema voor de Procescertificaten Asbestinventarisatie en Asbestverwijdering (Bijlage XIIIa) en het Werkveldspecifiek document voor Aanwijzing van en Toezicht op certificerende instellingen die Procescertificaten Asbestinventarisatie en Procescertificaten Asbestverwijdering afgeven (Bijlage XIIIe). Artikel 48, derde lid, van Bijlage XIIIa bepaalt dat, indien een certificaathouder voor 1 maart 2017 ten behoeve van een bepaald project werkzaamheden inzake asbestverwijdering heeft gemeld, ten aanzien van dat project de eisen gelden op basis van Bijlage XIIIb (SC-530) zoals deze luidden op 28 februari 2017. In bijlage H van SC-530 wordt onder toetspunt nr. 27 als een afwijking projectlocatie genoemd: De decontaminatie-unit is, indien technisch mogelijk, niet direct gekoppeld aan het werkgebied. Op grond van de tabel in bijlage H is een afwijking projectlocatie toetspunt nr. 27 een categorie II-afwijking. In bijlage H van SC-530 wordt onder toetspunt nr. 29 als een afwijking projectlocatie genoemd: De decontaminatieprocedure of de transitprocedure wordt niet correct uitgevoerd, bij risicoklasse 3 werkzaamheden, bij risicoklasse 2 werkzaamheden. Op grond van de tabel in bijlage H is een afwijking projectlocatie toetspunt nr. 29 een categorie II-afwijking. In artikel 23, eerste lid, van Bijlage XIIIe is bepaald dat, indien de certificaathouder niet voldoet of voldaan heeft aan of één meer bepalingen uit Bijlage XIIIa, sprake is van een afwijking en het procescertificaat van de certificaathouder door de certificerende instelling wordt ingetrokken, onvoorwaardelijk geschorst voor 30 dagen, voorwaardelijk geschorst voor ten hoogste 90 dagen of de certificerende instelling geeft de certificaathouder een waarschuwing. Het tweede lid van artikel 23 bepaalt dat de certificerende instelling bij het toepassen van het eerste lid de categorie-indeling van afwijkingen volgt, zoals opgenomen in bijlage 1. Op grond van artikel 23, zevende lid, wordt het procescertificaat voorwaardelijk geschorst voor ten hoogste 90 dagen in geval van een categorie II-afwijking. De beoordeling 1. Bij de bestreden besluiten heeft [de CI] het SC-530-certificaat van [bezwaarmaker] geschorst. Aan de schorsingen heeft [de CI] de volgende afwijkingen ten grondslag gelegd. - Tijdens een audit op 6 oktober 2016 bij de asbestverwijdering door [bezwaarmaker] aan de Derpt 11 te Vorstenbosch is door de auditor vastgesteld dat de decontaminatie-unit niet direct aan het werkgebied was gekoppeld, terwijl dit technisch wel mogelijk was. Dit is een afwijking projectlocatie toetspunt nr. 27. Op grond van artikel 5.5.2.3 van SC-530 wordt deze afwijking als een categorie II-afwijking beschouwd. - Tijdens een audit op 16 november 2016 bij de asbestverwijdering door [bezwaarmaker] aan de Walravenstraat 16 te Uden is door de auditor weer vastgesteld dat de decontaminatie-unit niet direct aan het werkgebied was

blad 5 gekoppeld, terwijl dit technisch wel mogelijk was. Dit is een afwijking projectlocatie toetspunt nr. 27. Tevens is vastgesteld dat de transitprocedure niet correct werd uitgevoerd. Dit is een afwijking projectlocatie toetspunt nr. 29. Op grond van artikel 5.5.2.3 van SC-530 worden deze afwijkingen als categorie IIafwijkingen beschouwd. - Tijdens een audit op 15 december 2016 bij de asbestverwijdering door [bezwaarmaker] aan het Stationsplein te Helmond is door de auditor weer vastgesteld dat de decontaminatie-unit niet direct aan het werkgebied was gekoppeld, terwijl dit technisch wel mogelijk was. Dit is een afwijking projectlocatie toetspunt nr. 27. Op grond van artikel 5.5.2.3 van SC-530 wordt deze afwijking als een categorie II-afwijking beschouwd. 2. De commissie volgt [bezwaarmaker] niet in haar standpunt dat een reeds ingetrokken certificaat niet kan worden geschorst. SC-530 biedt geen grondslag voor het standpunt van [bezwaarmaker]. Indien in geval van een reeds ingetrokken certificaat geen verdere sancties zouden mogen worden opgelegd, zou [bezwaarmaker] - nu de intrekking van haar certificaat door de voorzieningenrechter is geschorst - niet meer kunnen worden gedwongen aan SC- 530 te voldoen. Wel is het zo dat de door [de CI] opgelegde schorsingen de uitspraak van de voorzieningenrechter niet mogen doorkruisen. [De CI] heeft bij brieven van 3 februari 2017 aan de Rechtbank Oost-Brabant aangegeven de uitvoering van de sancties te zullen opschorten tot besluiten op het bezwaar zijn genomen. Van doorkruising van de uitspraak van de voorzieningenrechter is daardoor geen sprake. 3. Anders dan [bezwaarmaker] stelt, heeft [de CI] wel een beoordeling van de ingediende zienswijzen gegeven. De commissie verwijst naar de brieven van 23 januari 2017 van [de CI]. De grond van bezwaar dat [de CI] geen beoordeling zou hebben gegeven, mist feitelijke grondslag. 4. Toetspunt nr. 27 / decontaminatie-unit niet gekoppeld / categorie II. Op grond van toetspunt nr. 27 is de decontaminatie-unit, indien technisch mogelijk, direct gekoppeld aan het werkgebied. Toetspunt nr. 27 verwijst naar artikel 7.14.4, onder 9, van SC-530, waarin staat dat de decontaminatie-unit bij voorkeur aan het werkgebied is gekoppeld. Indien koppeling van de decontaminatie-unit aan het werkgebied niet mogelijk is, is de reden hiervan in het werkplan vastgelegd. [Bezwaarmaker] volgt naar eigen zeggen al jaren en welbewust een andere werkwijze, waarbij een sluis wordt gekoppeld aan het werkgebied en medewerkers gecontroleerd gaan naar een mobiele douche-eenheid die buiten staat opgesteld. [bezwaarmaker] ziet deze werkwijze als de beste beschikbare techniek. Hiermee worden gezondheidsproblemen voorkomen en wordt de decontaminatie beter verwezenlijkt. De commissie volgt [bezwaarmaker] niet in haar standpunt dat de door haar gevolgde werkwijze - een aan het werkgebied gekoppelde sluis en een buiten opgestelde mobiele douche-eenheid in dit geval aan SC-530 voldoet.

blad 6 Niet in geschil is dat op grond van toetspunt nr. 27 en artikel 7.14.4, onder 9, van SC-530 de decontaminatie-unit direct aan het werkgebied moet zijn gekoppeld, tenzij dat technisch niet mogelijk is. Gesteld noch gebleken is dat koppeling van de decontaminatie-unit aan het werkgebied bij de saneringswerkzaamheden aan de Derpt 11 te Vorstenbosch, de Walravenstraat 16 te Uden en het Stationsplein te Helmond technisch niet mogelijk was. Anders dan [bezwaarmaker] stelt, kan naar het oordeel van de commissie op grond van bijlage G, onder 3, bij SC-530 alleen in geval van bijzondere omstandigheden een uitvoeringswijze worden toegepast die afwijkt van de regels van SC-530. In dat geval dient tevoren een schriftelijke goedkeuring op basis van een plan van aanpak (risico-inventarisatie) te worden verkregen van een Arbokerndeskundige. Als het standpunt van [bezwaarmaker] zou worden gevolgd, zou steeds met een risico-inventarisatie van een Arbokerndeskundige van de in SC-530 geregelde werkwijzen kunnen worden afgeweken. In artikel 37 van de nieuwe Bijlage XIIIA, die op 1 maart in werking is getreden, worden afwijkende werkmethoden beperkt tot gevallen waarin sprake is van ernstige risico s die niet aan asbest zijn gerelateerd. De Rl&E met het advies van de Arbokerndeskundige [naam] d.d. 26 februari 2016 betreft een generieke inventarisatie en evaluatie en kan niet als een schriftelijke goedkeuring op basis van een plan van aanpak voor een specifieke asbestverwijdering worden gezien, waarmee kan worden afgeweken van de regeling in SC-530. Anders dan [bezwaarmaker] stelt, biedt de brief van 30 november 1999 van Arbo Unie geen onderbouwing voor de door [bezwaarmaker] gevolgde uitvoeringswijze. In de brief worden gezondheidsproblemen niet uitgesloten in geval van koppeling van de decontaminatie-unit aan het werkgebied en wordt enkel aangegeven dat een herbezien en een aanpassing van de regeling te overwegen zou zijn. De stelling van [bezwaarmaker] dat zij al sinds december 1999 op deze wijze werkt en deze situatie in de loop van circa zestien jaar honderden inspecties door meerdere instanties heeft doorstaan, kan er niet toe leiden dat van een afwijking van toetspunt nr. 27 geen sprake meer zou zijn. Naar het oordeel van de commissie heeft [de CI] de afwijkingen terecht vastgesteld. 5. Toetspunt nr. 29 / decontaminatieprocedure of transitprocedure niet correct uitgevoerd / categorie II. De auditor heeft op 16 november 2016 bij de asbestverwijdering aan de Walravenstraat 16 te Uden geconstateerd dat de decontaminatieprocedure of de transitprocedure niet correct werd uitgevoerd. Een medewerker pakte zijn transitoveral welke buiten de sluis lag, via de rits van de transitsluis. Een medewerker had de afdekkap van de adembescherming in zijn hand bij het uitvoeren van de transitroute. Dit is niet volgens de opgestelde procedure.

blad 7 [Bezwaarmaker] heeft de geconstateerde feiten niet bestreden. Het feit dat [bezwaarmaker] een corrigerende maatregel heeft voorgesteld, waarop [de CI] nog moet reageren, doet aan de vastgestelde afwijking niet af. Naar het oordeel van de commissie is ook de afwijking toetspunt nr. 29 terecht vastgesteld. 6. De commissie komt tot de conclusie dat [de CI] de afwijkingen terecht heeft vastgesteld. Op grond van artikel 23, zevende lid, van Bijlage XIIIe leidt een categorie IIafwijking niet meer tot schorsing van het procescertificaat, maar tot een voorwaardelijke schorsing voor ten hoogste 90 dagen. Nu er geen overgangsrecht is op grond waarvan anders moet worden bepaald, dienen de bestreden besluiten in zoverre te worden herroepen dat de opgelegde schorsingen worden omgezet in voorwaardelijke schorsingen voor ten hoogste 90 dagen. 7. Op grond van artikel 26, eerste lid, van Bijlage XIIIe kan de certificerende instelling slechts afwijken van de bepalingen in deze bijlage en bijlage 1, indien naar haar oordeel een strikte toepassing daarvan voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de bepalingen te dienen doelen, dan wel zou leiden tot onbillijkheden van zwaarwegende aard. In hetgeen [bezwaarmaker] heeft aangevoerd en ook overigens ziet de commissie geen bijzondere omstandigheden op grond waarvan [de CI] de afwijkingen zou moeten terugschalen en een lagere of geen sanctie zou moeten opleggen. De proceskosten [bezwaarmaker] verzoekt om vergoeding van de proceskosten die zij in het kader van deze bezwaarschriftprocedure heeft gemaakt. Op grond van artikel 7:15, tweede lid, van de Awb worden de proceskosten in verband met de behandeling van het bezwaar uitsluitend vergoed voorzover het bestreden besluit wordt herroepen wegens aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid. Uit het vorenstaande volgt dat het bezwaar deels gegrond is en de bestreden besluiten deels moeten worden herroepen. De herroeping van de besluiten is het gevolg van de per 1 maart 2017 gewijzigde Arbeidsomstandighedenregeling. Op het moment dat de besluiten werden genomen, heeft [de CI] terecht de sancties van schorsing opgelegd. Daarom is naar het oordeel van de commissie geen sprake van een onrechtmatigheid die aan [de CI] is te wijten en bestaat er geen aanleiding voor de gevraagde proceskostenvergoeding. Het advies De commissie adviseert [de CI]: 1. het bezwaar deels gegrond te verklaren, de bestreden besluiten in zoverre te herroepen dat de schorsingen van het certificaat worden gewijzigd in voorwaardelijke schorsingen van het certificaat voor ten hoogste 90 dagen, en de bestreden besluiten voor het overige in stand te laten;

blad 8 2. de gevraagde vergoeding van de kosten in verband met de behandeling van het bezwaar af te wijzen. Dit advies is gegeven door... Oisterwijk, 7 april 2017. De Bezwaarschriftencommissie Ascert de secretaris de voorzitter