Risico van verspreiding van pathogene organismen uit de omgeving van een riooloverstort via baggerspecie

Vergelijkbare documenten
Doel van deze opleiding:

BVD, het aanpakken waard! Ruben Tolboom Intervisie 2014

EHEC-tiek. Samenvatting van de Duitse uitbraak. Eelco Franz RIVM

Beoordeling van veterinaire risico's van het verspreiden van baggerspecie nabij riool overstorten

Spoelwormen leven in de darmen van honden en katten.

Beoordeling van risico's van het verspreiden van baggerspecie nabij

Basisprincipes van hygiëne bij verminderde weerstand

Waterkwaliteit: Microbiologie

Kamervragen aan de ministers van VWS en LNV over de explosieve stijging van het aantal Q-koorts gevallen in Brabant

PRAKTISCH Toxoplasmose

Landelijke onderwijsdag PZ 23 november 2010 Aver Heino. Piet Vellema

Bijlage. Micro-organismen

Niet altijd treden ziekteverschijnselen op. Als er ziekteverschijnselen optreden, gebeurt dat meestal 3-4 dagen na de besmetting.

Voor een goed. Voor een goed ontwormadvies. ontwormadvies. Wormen: niet te zien, wel te bestrijden!

BVD, het aanpakken waard! Monique Driesse en Ruben Tolboom Januari 2015

Problematiek Escherichia coli - EHEC in vleesbereidingen

Gastro-enteritis. Ziektebeeld. Incubatieperiode

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 28 oktober 2009 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Bloederkalveren: waakzaamheid blijft geboden! Tekst: Jef Laureyns Faculteit Diergeneeskunde UGent

De rol van virussen bij verteringsstoornissen bij varkens en pluimvee. Naomi de Bruijn

Situatie rundertuberculose

Prevalentie en karakteristieken

E. coli-infecties. Ziektebeeld. Incubatieperiode

Bescherm uw huisdier en uw gezin

ESBLAT Symposium Veilig voedsel produceren. Similariteitsanalyse. Dick Heederik IRAS UU

Op het diagram hieronder is schematisch weergegeven hoe de besmettingsroute van Neospora loopt. Bron: GD Diergezondheid

Aan de directeur van de directie Keuren van de NVWA. Advies van de directeur bureau Risicobeoordeling & onderzoek

Rundertuberculose. (Boviene tuberculose) Informatie over de ziekte en de procedures van de NVWA voor dierhouders

BVD aanpak in de praktijk. Pauline Athmer DAP Nijkerk-Wellensiek

Aanvraag feces diagnostiek: Hoe en wat?

Sommige infecties bij runderen blijven gedurende lange tijd aanwezig op een rundveebedrijf

Gevaren van hondenpoep Utrecht, Kennisnetwerk Zoönosen Midden Nederland 6 juni 2018

Speed Giardia TM. Virbac Nederland B.V., Postbus 313, 3770 AH Barneveld Tel

Casus: Campylobacter fetus in rauwmelkse schapenkaas

Veehouderij & Gezondheid stand van zaken onderzoek oktober Renske Nijdam Adviseur milieu & gezondheid

Emissies van broeikasgassen door de land- en tuinbouw,

Agenda. Hondenpoep: meer dan overlast alleen! 2. Risico s (volks)gezondheid. 1. Problemen hondenpoep. Parvo. 2.a.

Cobactan 2,5% Eerste hulp bij hersenvliesontsteking.

Humane salmonellose overgedragen door reptielen

Welk inzicht hebben we in de relatie veehouderij en gezondheid? Dick Heederik IRAS Universiteit Utrecht

Welkom bij de Arbomiddag voor de Vleessectoren de Vleeswarenindustrie

Dierenkliniek Goeree Overflakkee

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Amoxicilline trihydrat. (= Amoxicilline 150 mg) Polysorbat. 80 Alum. Monostearas Ethyl. oleas q.s. ad 1 ml.

Intensieve veehouderij en. hoe groot zijn de risico s? HWA Jans, arts Maatschappij en Gezondheid, profiel medische milieukunde en chemicus

*PDOC01/268847* PDOC01/ De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage. Geachte Voorzitter,

Informatiebrochure voor de consument. Een uitgave van het Wetenschappelijk Comité van het Voedselagentschap. Rauwe melk. verhitten vóór consumptie!

Inhoudsopgave. Afkortingenlijst / 11. Inleiding / 13

Huisartsen & Dierenartsen Samen Werken aan Zoönosen & Antibioticareductie. Theo Verheij, huisarts David Speksnijder, dierenarts

Tele-ARENA (Telefonisch Aangenaam Refereren En Netwerken AMPHI) Zoönose onderzoek

BESCHERM UW HUISDIER TEGEN. Lees hoe u kunt voorkomen. dat uw huisdier wordt besmet met deze vaak onzichtbare parasieten. Ontworm met MILPRO

Ongewone ziekte en sterfte bij reeën op Funen, Denemarken

Klik om stijl te bewerken

Importrisico s van Echinococcus granulosis in runderen

PROFICIENCY TEST PT

Mastitis is gewoon irritant

Focus op Neospora. Praktische handleiding

Expertise en ondersteuning infectiepreventie

Centrum Zoönosen en Omgevingsmicrobiologie

Dientamoeba fragilis, de case-control studie en hoe verder?

Paratuberculose. in (melk)geiten. Nieuwe inzichten en praktische handvatten

RIVM-RIKILT FRONT OFFICE VOEDSELVEILIGHEID

Publicatieblad van de Europese Unie COMMISSIE

Watergebruik in de teelt ONDERWERPEN VERSIE. Paul Bol. Voorzitter. Technisch comité Plantaardige productie WAAROM AL DEZE AANDACHT

MICRO-ORGANISMEN A: BACTERIËN

Besmet met IBR. Congres Gezonde melkveehouderij En hoe nu verder? copyright Gezondheidsdienst voor Dieren 1. Inhoud presentatie IBR

Zijn er micro-organismen in mijn kaasmakerij?

Veterinaire volksgezondheid en vogelinfluenza

Infecties : Er is een verschil tussen virusziektes en bacteriã«le ziektes. Bij de hond

Wormen. Zorg voor uzelf 12

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw. Autopsie rundvee 2009 bijzonderste bevindingen

MILQUESTRA. Een onzichtbaar probleem...

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Amoxicilline trihydrate (= Amoxicilline 150 mg) Alum. Stearaat gefractioneerde kokosnootolie q.s. ad 1 ml.

kwalificatiedossier Agrocluster - Veehouderij Module niveau 3/4 Gezondheid algemeen Hoofdstuk 5 One Health

BEWAREN VAN GROENTEN EN FRUIT OPLOSSINGSFICHE 3 HET MICROBIËLE GEVAAR

Nederlands Centrum voor Beroepsziekten. Informatiemap Leptospirosen. Map voor professionals. A.P. Nauta, bedrijfsarts juli 1997 ACHTERGROND DIAGNOSE

Kalverdiarree voorkomen en aanpakken

Aanpak van griep bij het varken: een uitdaging? Dr. Tom Meyns MERIAL Belgium

Werkgroep Diergeneeskunde BAPCOC

Sleutelwoorden Ernst gevaar, Analyseprogramma, pathogenen, hygiëne-indicatoren, levensmiddelen

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw. Autopsie rundvee en kleine herkauwers bijzonderste bevindingen

Diergezondheidszorg midden in de samenleving. 25 jaar melkgeitenhouderij in Nederland Landgoed Heerlijkheid Mariënwaerdt

TOEZICHT OP ANTIMICROBIËLE RESISTENTIE (AMR) IN LEVENSMIDDELEN (2017)

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2005 (02.12) (OR. en) 14116/05 LIMITE AGRILEG 166

Leidt antibioticumgebruik in dieren tot risico's voor de volksgezondheid? Dik Mevius

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw. Autopsie rundvee 2016: bijzonderste bevindingen

Niet technische samenvatting. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Wormen VRAAG OVER UW MEDICIJNEN?

Memo. Vragen gemeenteraadsfractie Partij voor de Dieren. aan

Regelmatig ontwormen is belangrijk om uw gezin en uw hond te beschermen tegen wormen.

Biestmanagement, zo kan het ook. Inge Nijhoving MSD Animal Health - NL

AT-10. Beheersing Salmonella. Ver BT-12 v0.12

Circulaire Biologische agentia op de werkplek en vaccinaties

Het dilemma van de toezichthouder. Drs. H.N. de Groot Hoofdinspecteur NVWA

Porcilis ColiClos. Samen de juiste E. coli / Clostridium vaccinatiestrategie bepalen

De problemen van de oude hen. Algemene gezondheid van hennen op leeftijd. Deel 1. Wat zien we nu eigenlijk het meeste bij de oude hen?

Arbeidsefficiëntie op melkveebedrijven

Monitoring van zoönosen bij gezelschapsdieren in Nederland

Transcriptie:

Risico van verspreiding van pathogene organismen uit de omgeving van een riooloverstort via baggerspecie dr. G.A.L. Meijer ir. H.P. van Dokkum dr. J.A. Wagenaar ID TNO Diervoeding TNO-MEP ID-Lelystad Inleiding Sinds enkele jaren is er aandacht voor de mogelijke risico's van riooloverstorten in het landelijk gebied voor weidevee. Eén van de vragen die speelt is of baggerspecie uit sloten in de nabijheid van riooloverstorten veilig op de kant gezet kan worden. Volgens het "Besluit vrijstellingen stortverbod buiten inrichtingen" (Staatsblad 1997, 664) hebben eigenaren van percelen de plicht om onderhoudsspecie van klasse 0, 1 of 2 te accepteren op hun land. De baggerspecie wordt conform de "Regeling vaststelling klasse-indeling onderhoudsspecie" in een klasse ingedeeld op basis van de concentraties zware metalen en polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK's). Pathogene micro-organismen worden niet geanalyseerd. Naar aanleiding van een recente motie in de Tweede Kamer hebben de Unie van Waterschappen en de Vereniging van Nederlandse Gemeentes echter een nieuwe beleidslijn uitgezet, waarin baggerspecie uit de nabijheid van overstorten geanalyseerd moet worden op aanvullende parameters die de gezondheidsrisico's van het op de kant zetten van baggerspecie voor grazend melkvee bepalen. Uit een studie die recent is uitgevoerd, blijkt dat pathogene micro-organismen voor een belangrijk deel het risico voor vee bepalen (zie pagina xxx in dit nummer). Het doel van dit artikel is om aan te geven welke pathogenen in dit kader relevant zijn, en wat de praktische mogelijkheden zijn om de risico's ten gevolge van pathogenen te bepalen. Hierbij is aandacht besteed aan risico's voor diergezondheid en voor productveiligheid. De conclusie van deze studie is dat baggerspecie uit de klasse 0,1 of 2 uit de nabijheid van een overstort vrij moet zijn van Salmonella en Mycobacterium paratuberculosis. Het is praktisch goed mogelijk om baggerspecie op afwezigheid van Salmonella te controleren voordat deze op de kant wordt gezet. Voor het snel en betrouwbaar analyseren van Mycobacterium paratuberculosis is nog geen geschikte methode beschikbaar. De huidige op kweektechnieken gebaseerde methode kan tot zes maanden duren. Met betrekking tot het risico van verhoogde blootstelling aan de protozoën Cryptosporidium, Giardia en Neospora is meer onderzoek nodig. Methode De vraag in hoeverre de gezondheid van koeien of jongvee bedreigd wordt door baggerspecie uit de nabijheid van een riooloverstort, die op het land verspreid wordt, hangt vooral af van de kans dat pathogenen via een overstort in de baggerspecie komen en de overlevingstijd van deze organismen in baggerspecie die al dan niet op de kant is gezet. Ziektekiemen kunnen in rioolwater komen via de ontlasting van de mens en van huisdieren, dit laatste vooral via afspoeling van verharde oppervlakken. Ook kan rioolwater rechtstreeks besmet raken met ziektekiemen die de gezondheid van koeien bedreigen, bijvoorbeeld door erfafspoeling en afvalwater van bijvoorbeeld slachthuizen. Omdat de overlevingstijd van de verschillende kiemen in baggerspecie niet voor alle organismen bekend is, zijn ook gegevens verzameld over de bekende overlevingstijd in andere milieu's zoals water, grond en op het gewas. Naast een risico voor de diergezondheid kunnen sommige kiemen een risico vormen voor de veiligheid van het dierlijke product. In de huidige risicoanalyse is dit aspect tevens beoordeeld. 1

In Tabel 1 wordt een overzicht gegeven van pathogenen waarvan bekend is dat ze een risico kunnen vormen voor de diergezondheid of de productveiligheid. Daarbij is aangegeven wat de kans op aanwezigheid in overstortwater is, de overlevingstijd in verschillende milieu's en de risico's voor diergezondheid en de productveiligheid. Virussen Humane enterovirussen mogen verwacht worden in overstortwater en baggerspecie, maar zijn niet gezondheidsbedreigend voor melkvee (Massimo et al. 1995; Meijer et al. 1997) en vormen ook geen risico voor de kwaliteit van het dierlijke product. Rhinovirussen die door de mens worden uitgescheiden bij griep en verkoudheidsverschijnselen worden in zeldzame gevallen geassocieerd met vergelijkbare symptomen bij jonge kalveren (Strauch, 1991). Het risico van verspreiding van virussen die de gezondheid van melkvee bedreigen via een riooloverstort wordt klein geacht. Bacteriën E. coli is een darmbacterie die bij vrijwel alle diersoorten en de mens voorkomt. Slechts enkele typen kunnen ziekte veroorzaken bij mens en koe. De soort wordt gebruikt als indicator voor besmetting met faecaliën zoals bij rioolwater. De overlevingstijd van E. coli in de waterbodem en grond is echter te kort om ook enige tijd na een overstort als veilige indicator voor andere pathogene micro-organismen te kunnen dienen. E.coli O157:H7 - Type van E.coli dat bij de mens aanleiding geeft tot diarree en soms tot ernstige complicaties kan leiden (haemolytisch uremisch syndroom of HUS). De overlevingstijd in water is sterk afhankelijk van de temperatuur. Bij lage temperatuur (8 C) is deze > 80 dagen (Wang en Doyle 1998). De overlevingstijd in baggerspecie is onbekend. De kiem is niet gezondheidsbedreigend voor vee, maar besmet vlees kan leiden tot de "Hamburger disease" bij de mens. Campylobacter spp. - Wordt verspreid via effluent en zuiveringsslib alsook via overstortwater. De kiem leidt bij de mens tot diarree. Er worden ca. 300.000 campylobacterinfecties per jaar geregistreerd. In 1% van de gevallen kunnen dergelijke infecties tot complicaties leiden. Veel dieren (koeien, varkens, pluimvee) zijn besmet met Campylobacter Bij de koe leiden deze kiemen zelden tot gezondheidsproblemen. De overlevingstijd van Campylobacter is in vergelijking met overige micro-organismen kort (ca. 2 weken). De verspreiding van Campylobacter via riooloverstorten vormt geen extra risico voor diergezondheid en productveiligheid, gezien het wijd verbreide voorkomen in het milieu. Listeria spp. - Veel mensen en dieren zijn symptoomloos drager van Listeria. Listeria kan bij de mens leiden tot abortus en hersenvliesontsteking. De overlevingstijd in baggerspecie is enige maanden tot jaren. Verwacht wordt dat de opname van Listeria uit baggerspecie door koeien te laag is om een risico te vormen voor de diergezondheid. Kuilvoer is een andere belangrijke besmettingsroute. De kiem vormt bij lage opnames geen bedreiging voor de diergezondheid, maar is vooral van belang voor de veiligheid van rauwe melkproducten. Mycobacterium bovis en Brucella abortus - De Nederlandse melkveestapel is in principe vrij van deze pathogenen. Mycobacterium bovis leidt tot tuberculose, Brucella abortus onder meer tot abortus. Beide kiemen bedreigen zowel de gezondheid van de koe als van de mens. Uitbraken komen slechts zeer sporadisch voor. De kans dat deze pathogenen via rioolwater verspreid kunnen worden wordt zeer klein geacht, maar kan bij een uitbraak niet uitgesloten worden. De kiemen overleven lang in het milieu. Mycobacterium paratuberculosis - Deze kiem leidt bij de koe op latere leeftijd tot chronische darmontsteking en diarree. De infectie treedt op bij jongvee. Het is onduidelijk of, en zo ja in 2

hoeverre, rundvlees en melk een rol spelen bij de overdracht van deze kiem naar de mens, en zo ja, of deze kiem een rol speelt bij het ontstaan van de ziekte van Crohn bij de mens. Verspreiding via overstortwater is mogelijk. De kiem kan ook in het milieu komen via de verspreiding van rundermest. De kiem kan goed overleven in het milieu. Mycobacterium paratuberculosis kan ook via koemest over het land verspreid worden. Daarom wordt momenteel aanbevolen jonge kalveren tot een leeftijd van 6 maanden niet bloot te stellen aan geteelde gewassen (en de daaraan verbonden grond) van percelen waar koemest is toegepast (Haagsma en Van der Giessen, 1993). Vibrio cholera (type non O1) - De stammen die veel in brak water gevonden worden zijn niet de verwekker van de ziekte cholera bij de mens. Bij landbouwhuisdieren kunnen deze stammen echter diarree en acute sterfte veroorzaken (Visser 1994; Visser et al., 1999). De overlevingstijd in water is kort (1 maand Massimo et al., 1995). De overlevingstijd in grond en op gewas is nog korter (zie Tabel 1). Salmonella spp. - De kans bestaat dat Salmonella via overstortwater verspreid wordt. Salmonella overleeft vrij lang in het milieu. In grond kan de soort 5 tot 6 maanden overleven. Sommige salmonella-soorten leiden bij de koe tot darmontsteking, bloedvergiftiging en abortus (Meijer et al. 1997). Bovendien kan bij het slachten besmetting van het vlees optreden. Parasieten De protozoën Cryptosporidium en Giardia komen in het milieu via overstorten, maar vooral ook via verspreiding van dierlijke mest. Besmetting van oppervlaktewater wordt toegeschreven aan afspoeling van oöcysten afkomstig uit dierlijke mest. Beide organismen kunnen darmproblemen geven, vooral bij jongvee. Gezien het uitgebreide voorkomen van deze parasieten in het milieu en bij vee is de kans op een extra gezondheidsrisico door overstorten klein. Neospora is een protozo die aanleiding geeft tot abortus bij rundvee. De hond treedt op als tussengastheer en meestal wordt bij een Neospora-uitbraak de hond op het bedrijf verdacht als infectiebron. Veel stadshonden hebben antistoffen tegen Neospora, en spelen dus mogelijk een rol spelen bij de verspreiding. Het is daarom niet uitgesloten dat Neospora oöcysten na afspoeling van verharde oppervlakken via een riooloverstort in de sloot komen. Over de overleving van Neospora oöcysten in het milieu is weinig tot niets bekend. Nader onderzoek is nodig. Ascaris suum is een spoelworm die voorkomt bij varkens. Deze kan aanleiding geven tot gezondheidsproblemen (hoest) bij melkvee (Borgsteede et al. 1992). Kans op verspreiding via overstort lijkt nihil. Andere Ascaris soorten, zoals die die bij de mens voorkomen, vormen geen bedreiging voor de gezondheid van vee (Meijer et al. 1997). Taenia saginata - Lintworm die bij de mens voorkomt en de koe als tussengastheer kent. Lintworm bij mensen kent een lage incidentie en snelle behandeling (Meijer et al. 1997). De risico's op verspreiding zijn klein, maar niet uitgesloten. Lintwormeieren hebben een lange overlevingstijd in slib en grond. De worm vormt geen bedreiging voor de koe. Besmet vlees wordt afgekeurd, hetgeen een kostenpost voor de veehouder oplevert. Ook dit komt echter weinig voor. Bij voldoende verhitting van vlees treedt geen besmetting op. Conclusies en Aanbevelingen De protozoën Cryptosporidium spp., Giardia spp. en Neospora spp. en de bacteriën Mycobacterium paratuberculosis en Salmonella spp. zijn de pathogenen die de gezondheidsrisico's van op de kant gezette baggerspecie voor weidevee bepalen. Naast 3

deze soorten spelen met betrekking tot productkwaliteit de bacteriën E. coli O157 en Salmonella spp. en de lintworm Taenia saginata een rol van betekenis. De protozoën Cryptosporidium spp. en Giardia spp. komen meer of minder algemeen in het milieu voor. Dit betekent dat er behoefte is aan het ontwikkelen van een referentiewaarde, waarmee beoordeeld kan worden of er sprake is van "normale" concentraties in de baggerspecie of van een duidelijk verhoogde concentratie. Met betrekking tot de risico's van besmetting van baggerspecie met Neospora oöcysten is nader onderzoek nodig. Mycobacterium en Salmonella komen niet algemeen in het milieu voor, en mogen bij voorkeur niet in op de kant te zetten baggerspecie aanwezig zijn. De aanwezigheid van Salmonella kan worden uitgesloten door de baggerspecie op Salmonella te analyseren. Een betrouwbare, snelle analysetechniek voor Mycobacterium paratuberculosis is echter nog niet beschikbaar. Als alternatieve maatregel kan besloten worden het perceel voor 6 maanden uit te sluiten van beweiding (vooral jonge kalveren) of de winning van gewas, na verspreiding van de baggerspecie over het land. Het risico op besmetting door E. coli O157 en Salmonella spp. kan sterk verkleind worden door na verspreiding van de baggerspecie 6 maanden geen dieren op het perceel toe te laten. Referenties Borgsteede, F.H.M., W.A. de Leeuw, Th. Dijkstra, G. Alsma, en W. de Vries. 1992. Ascaris suum infecties als oorzaak van klinische problemen bij runderen?. Tijdschrift voor Diergeneeskunde 117:296-298. Dokkum H.P. van, M.G.D. Smit, E.M. Foekema & G.H.M. Counotte (1999): Beoordeling van veterinaire risico's van het verspreiden van baggerspecie nabij riooloverstorten. TNO- MEP Rapport R99/276; RIZA Rapport 99.028 Haagsma, J. en J.W.B. van der Giessen 1993 De mycobacteriën. In: J.L. Cornellisse (Red.) Bacteriële ziekten en mycotische aandoeningen bij dieren. Wetenschappelijke Uitgeverij Bunge,Utrecht. Massimo, R, J. Sowa, P Stepniak. 1994. Meat inspection and prevention of crosscontamination via animal transport. Report of the Department of the Science of Food od Animal Origin. Fac. Vet. Med. University of Utrecht, 3 June 1994. Medema, G.J., H.A.M. Ketelaars. 1995. Betekenis van Cryptosporidium en Giardia voor de drinkwatervoorziening. H 2 O 28:699-704. Meijer, G.A.L., J.A. Wagenaar, J. de Bree, S.F. Spoelstra. 1997. Riooloverstorten: risico's voor de gezondheid van melkvee. ID-DLO rapport nr. 97.028, Lelystad. Olson, M.E. T.A. Mc Allistar, K.J. Cheng. The influence of water-borne diseases on production in ruminants. etc. Strauch, D. 1991. Survival of pathogenic micro-organisms and parasites in excreta, manure and sewage sludge. Revue Scientific et Technique 10(3):813-846. Visser, I.J.R. 1994 Non-O1-Vibrio cholerae in oppervlaktewater in Nederland. Ned. Tijdschr Geneeskd 138:2155-2156. Visser, I.J.R., P. Vellema, H.P. van Dokkum & T. Shimada. 1999. Isolation of Vibrio cholerae spp. from diseased farm animals and surface water in the Netherlands. Vet. Rec. (144):451-452 Wang, Doyle. 1998. J. Food protection 61:662-667. WHO. 1989. Health guidelines for the use of watewater in agriculture and aquaculture. WHO Technical Report Series No. 778, Geneva, 1989. 4

Tabel 1: Overlevingstijd van verschillende (zoönotische) pathogenen in het milieu en de risico's voor gezondheid van melkvee en de kwaliteit van het dierlijke product (melk en vlees) Kans op verspreiding Overleving (d) Risico voor via overstort In water In bagger In grond Op gewas Dier- Product- Referentie specie gezondheid veiligheid Organisme: Enterovirussen ++ < 90 < 100 20-100 15-60 - - 1,2,6 E. coli +++ < 90 20-70 15-30 - - 1,6 E. coli O157 + > 80 - - 3 Campylobacter spp. +++ < 15-6 Listeria spp. ++ 180-1000 - - 2,6 Mycobacterium bovis - 365-550 ++ - 2,6,7 Mycobacterium paratbc. + 365-550 ++ -/? 2,6,7 Vibrio cholera (non-o1) + < 30-10 - 20 2-5 + - 1,4,6 Salmonella spp. + < 115 20-150 15-30 ++ + 1,2,6 Cryptosporidium spp. +++ > 180 +/- - 2,5 Giardia spp. +++ < 90 +/- - 2,5 Neospora spp.?? ++ - 2 Ascaris suum - 800-1800 +/-? 2,6 Ascaris spp. + < 365 > 180 30-60 - - 1,2,6 Taenia saginata + < 200 > 180 30-60 - + 1,2,6 1) WHO 1989 2) Meijer et al. 1997 3) Wang en Doyle 1998 4) Visser 1994 5) Medema en Ketelaars 1995 6) Massimo et al. 1994 5

7) Haagsma & Van der Giessen 1993 6