GROTE VROUWEN EN DE GROTE OORLOG (WO 1)



Vergelijkbare documenten
100 jaar geleden. t Is Oorlog! Een lesmap voor het vierde, vijfde en zesde leerjaar, door juffrouw Anita en de papa van Anna.

De tentoonstelling De Groote Oorlog rond de Kluis Spionage

Naam: NEDERLAND IN OORLOG Begin WO2 (1932 tot 1940)

IZEGEM TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

HOOGLEDE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

Lesbrieven WOI. 100 jaar Groote Oorlog

STADEN TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

Fototentoonstelling WO I

Geschied- en Heemkundige Kring vzw

KACHTEM TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

GITS TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

OPDRACHTEN BIJ DE TENTOONSTELLING TEGEN-STRIJD: DE GROOTE OORLOG IN HET LAND VAN DENDERMONDE

EMELGEM TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

Datum: Ons koningshuis. 1. Hoe heet onze huidige koning? 3. Hij volgde zijn broer na diens dood op. Hoe heette hij?

SLYPSKAPELLE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

MOORSLEDE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

HET DROOMMUSEUM VAN DRE

Dit boekje is van. Doodgewone Helden

Grote vrouwen. en de Groote Oorlog. Hoe vrouwen het verschil maken in tijden van oorlog BOEKHOUTE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG BUNDEL LEERLINGEN

DIT BOEKJE IS VAN DOODGEWONE HELDEN

2 de graad lager onderwijs

3 de graad lager onderwijs

Mijn mond zat vol aarde

Naam: KASTELEN. Vraag 1a. Waarvoor moeten we onze huizen tegenwoordig beschermen? ... pagina 1 van 6

OOSTNIEUWKERKE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

OORLOG IN OVERIJSSEL 2015

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 2. Bronnenboekje. KB-0125-a-12-2-b

LICHTERVELDE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

OEKENE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

INGELMUNSTER TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

Lesbrief Iedereen betaalt belasting

De Romeinen. Wie waren de Romeinen?

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1. Bronnenboekje. KB-0125-a-14-1-b

Kinderen zonder papieren

OP STAP DOOR 4 JAAR GROOTEN OORLOG IN EVERGEM

Hitler op weg naar de macht Wie was Adolf Hitler?

Werkblad: Slag om de Schelde en de invloed op het Nieuwe land. 1

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

SPIONAGE EN SMOKKEL IN HET MEETJESLAND

Zo werden er vanaf 1942 honderden tonnen boeken, brieven en andere geschriften per vrachtwagen naar de Van Gelderfabriek in Wormer vervoerd. Al dat pa

een zee van tijd een zee van tijd Ze laten zien dat ze geen leger meer willen. Werkblad 12 Ω De Tweede Wereldoorlog Ω Les 1: Wat er vooraf ging Naam:

OP STAP DOOR 4 JAAR GROOTEN OORLOG IN ERTVELDE

Tijd van de wereldoorlogen: De tweede wereldoorlog

Originele stereofoto: 'Douamont. Cheveaux morts'

Brandaan. Geschiedenis WERKBOEK

Dagboek Sebastiaan Matte

groetjes Thijs Bezoek kasteeltje Geijsteren.

OP STAP DOOR 4 JAAR GROOTEN OORLOG IN SLEIDINGE

RUMBEKE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

een zee van tijd een zee van tijd Werkblad 12 Ω De Tweede Wereldoorlog Ω Les 1: Wat er vooraf ging Naam: Hitler

Daar mogen jullie niet naar kijken!

Stortingslijst van het archief van Centrale van Belgische Metaalbewerkers ( ) (S/1985/020) Rik De Coninck

Voorwoord. Daarna ging ik praten met Chitra, een Tamilvrouw uit Sri Lanka. Zij zette zich in voor de Tamilstrijd.

Naam: FLORIS DE VIJFDE

Wat is de aanleiding tot de Eerste Wereldoorlog? De moord op Frans-Ferdinand van Oostenrijk.

ROESELARE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

Ik staar over het water

Over het toneelstuk Gijsbrecht van Amstel

Door welke oorzaak voelde Saul zich alleen en onbeschermd? En wat had hij vernomen?

Welke wapens worden voor het eerst gebruikt in de Eerste Wereldoorlog? 1. Geweren en gifgas. 2. Machinegeweren en gifgas. 3. Gifgas en pistolen.

Oefenteksten: Vergelijking

35 oefenvragen over de Tweede Wereldoorlog 1

Eindexamen geschiedenis havo I

De tijd die ik nooit meer

Voor den kop geschoten

SCHOOLONDERZOEK GESCHIEDENIS

Verhaal: Jozef en Maria

Overal in ons land is water. Het water

IK OVERLEEFDE AUSCHWITZ

Werkbladen voortgezet onderwijs. Naam leerling:

Registratie Mondelinge Geschiedenis Het leven van de bevolking tijdens de Tweede Wereldoorlog

b) Waarom? Roeselare wordt in oktober 1914 veroverd en wordt dus bezet gebied. Het ligt aan de Duitse kant van het front

DORST IN DE OORLOGSJAREN.

Stiekem over de grens

De Doodendraad De elektrische draadversperring aan de Oost- en Zeeuws-Vlaamse grens tijdens de Eerste Wereldoorlog

Leerlingen hand-out stadswandeling Amsterdam

Geschied- en Heemkundige Kring vzw

Het gezicht van de Groote oorlog

WEBQUEST L6-02 oorlog & vrede

DADIZELE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

2 maart maart Leerlingen groep 7 en 8 De Meeander Heelweg

Op één voetje en één kleppertje

Dag 6 & 7: dag 6 zondag & dag 7 bezoek ver weg

Princelijke Vierschaar

Inhoud. Inleiding...4 Hoofdstuk 1 Het ontstaan van mensenrechten...6 Hoofdstuk 2 Dertig mensenrechten...14

DIE VIJF DAGEN IN MEI

Naam: DE BEELDENSTORM Ketters Luther en Calvijn

Vraag 1b. Wat was de oorzaak van deze ramp? Vraag 1a. In welke provincie was de Watersnoodramp van 1953? ...

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties

algemene informatie Ook voor de Merelbeekse scholen is er een boeiend erfgoedaanbod!

JODENVERVOLGING IN TWAALF PORTRETTEN. Davidson. Dit is de lesbrief over Barend Davidson. Zoek zijn portret op in de tentoonstelling en

DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: Hebben alle partijen min of meer gelijke kansen in de campagneperiode?

EENS KIJKEN WAT WE AL WETEN

TOESPRAAK. Dodenherdenking Hoeksche Waard

twee belangrijke maatregelen genomen die het democratische karakter de onverenigbaarheid van de kerk met het nationaalsocialisme werd

Thema: voeding. Opdracht. De Hongerwinter

Waar gebeurde het? Korte omschrijving. Lesdoel. Lesbeschrijving. Materiaal. Docentenblad

Dames en heren, Mijn besef van oorlog en vrede. heb ik meegekregen van mijn. vader, die de gastvrijheid van. de Duitse bezetter aan den lijve

Kastelen in Nederland

DEUTSCHE DIENSTPOST NIEDERLANDE Elk land heeft zijn eigen postadministratie: in v r i j

Transcriptie:

GROTE VROUWEN EN DE GROTE OORLOG (WO 1) BOEKHOUTE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG Hoe vrouwen het verschil maken in tijden van oorlog. Boekhoute is een van de weinige, om niet te zeggen de enige gemeente waar er tijdens WO 2 achttien vrouwen ter dood werden gebracht.

In augustus 1914 brak de Eerste Wereldoorlog uit, een conflict dat naar schatting aan twintig miljoen mensen het leven zou kosten. Hoewel het voor de tijdgenoten onmogelijk was om de omvang van de oorlog in te schatten, besloot het gemeentebestuur van Boekhoute op 14 augustus de feestelijkheden rond een landbouwtentoonstelling in het dorp voorlopig af te lasten. Al snel werd de impact van de oorlog duidelijk. Boekhoute werd immers geconfronteerd met vluchtelingen uit steden die al bezet waren, zoals Antwerpen en Mechelen en voelde zelf de gevolgen van de bezetting. Het front lag in de Westhoek, de rest van België en een deel van Noord- Frankrijk werd door het Duitse leger bezet en ingedeeld in verschillende zones. In het Etappengebiet, een van deze zones, waar ook Boekhoute toe behoorde, golden veel strengere regels dan in andere delen. Er was niet alleen een speciale toelating nodig om de grens met Nederland te mogen oversteken, maar ook om de eigen gemeente te mogen verlaten. Heel wat vissers konden hun schepen in de haven op Nederlands grondgebied niet meer bereiken. Ook landbouwers met velden over de grens werden van hun bron van inkomsten afgesneden. In grensdorpen als Boekhoute was de isolatie van het bezette gebied heel tastbaar. Vanaf september 1914 installeerde de bezetter immers prikkeldraad om het oversteken van de grens met Nederland te bemoeilijken. Deze afsluiting werd gedurende de oorlog steeds verder uitgebreid: in april 1915 werd het een elektrische draad, begin 1916 was de volledige lengte van de grens hierdoor afgesloten. De grens oversteken kon alleen langs enkele zwaar bewaakte grensposten. De oorlog woog zwaar op de Boekhoutenaren. Al vanaf de eerste oorlogsmaanden startten de Duitse opeisingen van goederen en levensmiddelen. Om de bevolking in het bezette gebied te helpen, werden in heel België hulporganisaties opgericht. Het uitbreken van de oorlog bracht overal gemeentelijke hulpinitiatieven op gang. Al snel sloten ze zich aan bij het Brusselse hulpnetwerk en werd er een landelijk Hulp- en Voedingscomité opgezet. Dit netwerk bereikte ook Boekhoute. In de tentoonstelling wordt ingegaan op de rol van vrouwen in Boekhoute in de Eerste Wereldoorlog: in het verzet, de liefdadigheid en de visserij. Voor de oorlog was de rol van vrouwen in het publieke leven beperkt. In Groot-Brittannië nam de tewerkstelling van vrouwen in de oorlogsindustrie (tijdelijk en in bepaalde sectoren) toe. In het bezette België zaten de meeste mannen én vrouwen tijdens de oorlog werkloos thuis. Er was geen geallieerde oorlogsindustrie waarin vrouwen konden gaan werken en een groot deel van de bestaande industrie lag stil. In Boekhoute stopte de visserij. Na de oorlog veranderde er in België slechts weinig aan het statuut van de vrouwen. Dit betekent echter niet dat de oorlog niets veranderde aan de beeldvorming over de vrouw. Enkele categorieën speelden daarin een rol, in het bijzonder de verzetsvrouw en de verpleegster. Daarnaast betekende hun inzet in de liefdadigheidsorganisaties voor sommige vrouwen een kennismaking met een rol in het maatschappelijk leven.

Na de stabilisatie van het front in de Westhoek deelde de Duitse bezetter de rest van België in verschillende zones in. Hoe dichter bij het front, hoe strenger het regime. Boekhoute lag in het Etappngebiet. De bewoners hadden weinig bewegingsvrijheid. Er was een speciale toelating nodig om de gemeente te verlaten en om de grens met het neutrale Nederland over te steken. De bezetter oefende strenge controle uit over het verkeer van goederen, mensen en informatie over de grens. Smokkel was streng verboden. Vanaf september 1914 werd de grens zelfs afgesloten, eerst met prikkeldraad, vanaf april 1915 met een draad onder elektrische spanning. Langs beide kanten van de draad stond een afspanning van prikkeldraad met om de 50 tot 500 meter bewakingsposten. Begin 1916 zou dit niet alle Boekhoutenaren tegenhouden.

Identiteitskaart Op de identiteitskaart van de Boekhoutenaar gaven stempels aan dat hij in het Etappengebiet woonde, dat hij een bewohner des Grenzgebietes was en dat zijn regio onder bevel van de Kommandantur Ertvelde en het vierde leger viel. Mannen tussen 18 en 45 jaar kregen nog een stempel in überwachung Zij moesten zich maandelijks melden in het

gemeentehuis zodat ze niet naar Nederland zouden kunnen vluchten om het Belgische leger te vervoegen. Voor de oorlog was de rol van de vrouw in het publieke leven beperkt, ze hadden bijvoorbeeld geen stemrecht. Hun ideale plaats was aan de haard, als moeder en huisvrouw. In de gezinnen uit de lagere sociale klassen moest iedereen echter bijdragen aan het gezinsinkomen, maar vrouwen hadden weinig kansen op de arbeidsmarkt. De Eerste Wereldoorlog bracht in andere landen soms toegenomen arbeidsmogelijkheden voor vrouwen met zich mee, onder andere in de oorlogsindustrie. In het bezette België zaten echter vele mannen en vrouwen werkloos thuis. Er was immers geen oorlogsindustrie en een groot deel van de economie lag stil. Na de oorlog veranderde er in België weinig aan het statuut van vrouwen. Het algemeen stemrecht dat in 1919 werd ingevoerd, gold enkel voor mannen. Toch kreeg ook een beperkt aantal vrouwen stemrecht: zij die wegens verzetsdaden gevangen hadden gezeten of een man of zoon verloren hadden in de oorlog. De oorlog had zo ook zijn impact op de situatie van vrouwen en op hun ervaringen en keuzes.

Maurice Vervack Ook in wandelstokken, parasols en paraplus werden boodschappen verstopt. Sommige vrouwen gingen de grens over met hun kinderen, in veel gevallen was er menig boodschap of briefje verstopt onder, of in het kraagje van de hemdjes van de kinderen.

Alice Vervack Werkte als spionne bij de dienst POES Vanaf 1915 werden bij Alice thuis documenten afgeleverd die zij en haar broer Maurice vervolgens over de grens smokkelden.

Brief van Alice Vervack (kladversie). Vermoedelijk voor het bekomen van erkenning na de oorlog. Ze beschrijft hoe ze te werk ging, onder meer door Duitse soldaten om te kopen om de berichten over de grens te smokkelen.

De dienst Poes werd in het voorjaar van 1917 volledig opgerold, net zoals de dienst De Pauw van Emilie en Leonie. Wellicht was er verraad in het spel. Bij het overbrengen van een bericht waren veel mensen betrokken. Als een van hen gearresteerd werd en tijdens de verhoren (denk in veel gevallen aan folteringen) namen vrijgaf van collega s of documenten bij zich had die naar andere agenten leidden, kon één arrestatie de ontmanteling van een volledige dienst veroorzaken. Of zelfs van meerdere diensten wanneer deze samenwerkten, zoals in de regio het geval was. Daarom werkten de verschillende diensten naarmate de oorlog vorderde steeds minder samen en rekruteerden zij voor elke taak hun eigen agenten. Zo was elke agent zo weinig mogelijk op de hoogte van de identiteit en activiteiten van zijn collega s. Een andere veiligheidsmaatregel was dat agenten die al eens gearresteerd waren door de bezetter niet opnieuw werden ingezet. Ze trokken immers de aandacht o werden misschien door de bezetter gemanipuleerd. Iets meer dan een maand na de arrestatie van Leonie en Emilie werden op 29 mei ook Alice en haar broer Maurice gearresteerd. Ze werden veroordeeld voor spionage. Hun straffen waren echter milder: Maurice kreeg 3 jaar gevangenisstraf. Alice werd tot 15 jaar dwangarbeid veroordeeld. Maurice vertelt over het wedervaren van zijn zus en zichzelf en over hun strijd voor herkenning na de oorlog. (Verteld door Joost van Hyfte)

Tijdens de oorlog werden er 18 vrouwelijke verzetslieden geëxecuteerd Vrouwen kregen minder vaak de doodstraf dan mannen. In de gevangenisstraffen was geen merkbaar verschil. Maar van de geëxecuteerden was slechts 4% een vrouw alhoewel ze minstens 85 % van de dienst uitmaakten. Voor dit lage aantal executies zijn verschillende redenen. Vrouwen bekleedden minder hoge posten dan mannen. Ze werden door de bezetter als naïef en onverantwoordelijk beschouwd. Er werd vaak van uit gegaan dat een vrouw deelnam aan de activiteiten onder druk van haar man. Doordat we niet exact weten voor welke activiteiten de Boekhoutse vrouwen veroordeeld zijn, is het onmogelijk na te gaan of Leonie en Emilie in verhouding zwaarder gestraft werden dan andere vrouwen en of ze gelijk behandeld werden als de mannen die samen met hen terechtstonden. Had hun veroordeling te maken met het feit dat ze ongehuwd waren? Of hadden ze gewoon pech dat ze terechtstonden op een ogenblik dat de bezetter een voorbeeld wilde stellen. Het proces van 3, 4 en 5 juli leidde immers tot 15 executies. Overzicht van het aantal executies

De oorlog bezorgde huisvrouwen heel wat kopzorgen. Hun mannen of zonen vochten aan het front of zaten werkloos thuis. De vele opeisingen door de Duitsers zorgden voor een algemene verarming. Op elk moment kon een Duitse patrouille binnenvallen om te controleren of de opeisingen nageleefd werden. Met een steeds krapper gezinsbudget trachtte de huisvrouw de eindjes aan elkaar te knopen. De oorlog bepaalde haar dag. Inkopen doen werd een erg tijdrovende bezigheid, het gezin elke dag een maaltijd voorschotelen een niet te onderschatten uitdaging. Iedereen was voortdurend in de weer met rantsoenbonnen, -zegels en kaarten en schoof geduldig aan in de wachtrij voor een kom soep. De goederen van de lokale hulpcomités werden aangevuld met producten van de zwarte markt of van een bevriende boer. De huisvrouw moest haar potje koken met vreemde ingrediënten zoals rijst of maïs, die ze kreeg van de Amerikaanse Commission for Relief. Heel wat producten waren niet meer verkrijgbaar en moesten door minderwaardige Erzatzproducten vervangen worden.

De bewoners van de grensstreek, zoals de Boekhoutenaren, speelden een grote rol in het overbrenegen van informatie, mensen en smokkelwaar over de grens met Nederland. Naaar schatting 25 % van deze spionnen waren vrouwen. Soms waren ze lid van georganiseerde verzetsbewegingen, waar ze verschillende functies bekleedden. Gabrielle Petit en Louise de Bettignies stonden zelfs aan het hoofd van zo n dienst. Vrouwen wekten minder aandacht op bij de bezetter en konden makkelijker documenten verstoppen in hun haren of kledij. Soms namen ze kinderen mee op pad om er nog minder verdacht uit te zien. Dit verzet was voor vrouwen een van de weinige manieren om hun land te verdedigen: zij werden immers niet toegelaten in het leger. Hun deelname aan het verzet stuurde het traditionele en passieve imago van vrouwen een beetje bij. Toch moest Gabrielle Petit haar activiteiten met de dood bekopen.

Om de bevolking in het bezette gebied te helpen, werden in gans België hulporganisaties opgericht. Deze comités werden gecoördineerd door het Nationaal Hulp- en Voedingscomité. Met Amerikaanse steun zorgde de commission for relief in Belgium voor de aankoop en het transport van buitenlandse goederen en de plaatselijke comités organiseerden de lokale verdeling ervan. De Duitse bezetter stond dit met enig wantrouwen toe. Hij begreep dat de hulp nodig was om voedselrellen te voorkomen. Het bestuur van deze lokale voedingscomités was meestal in handen van mannen, maar vrouwen speelden een belangrijke rol, meestal in uitvoerende functies, soms ook in het bestuur. Voor sommige vrouwen betekende hun inzet in de liefdadigheid een kennismaking met een nieuwe rol in het maatschappelijk leven. De soepbedeelsters waren (meestal) onbezoldigde vrijwilligers, schoonmaken en afwassen werd gedaan door betaalde arbeidsters.

Tijdens de oorlog speelden vrouwen ook een belangrijke rol als verpleegsters. Meisjes uit alle lagen van de bevolking staken de handen uit de mouwen. Sommigen werkten in het Verenigd Koninkrijk of in de onbezette Westhoek, waar ze eigen soldaten konden verzorgen. Zo assisteerde Koningin Elisabeth, hierboven afgebeeld als verpleegster, af en toe tijdens operaties in hospitaal L Océan in De Panne. Anderen werkten in de hospitalen in bezet gebied, waar ze burgers en Duitse soldaten verzorgden. Enkele verpleegsters in bezet gebied deden echter meer. In het begin van de bezetting zochten ze onderduikplaatsen voor gewonde geallieerde soldaten die na de terugtrekking van hun legers waren achtergebleven. De verpleegsters smokkelden hen uit de ziekenhuizen, zodat deze mannen niet gevangen genomen werden maar hun leger opnieuw konden vervoegen. Ze regelden ook schuilplaatsen in kloosters of kastelen van waaruit ze s nachts de grens overgebracht werden. Ook Belgische jonge mannen werden via Nederland naar het Belgische leger gesmokkeld. Ongeveer 40.000 soldaten vervoegden op die manier (opnieuw) de geallieerde troepen.

Geirnaert Maria Op 17 februari 1917 ging Maria samen met Nathalie Raets als helpster in dienst bij de volkssoep. Daarmee boden ze ondersteuning aan Nathalie Debrie die dezelfde dag als kookster werd aangesteld.

Uit naastenliefde, om sociale status te verwerven, om iets te verdienen of omwille van een combinatie van deze verschillende factoren, gingen vrouwen uit verschillende maatschappelijke klassen aan de slag binnen de hulpcomiteiten. Maria Geirnaert kwam als helpster in dienst bij de volkssoep en was van dichtbij getuige van de economische moeilijkheden die de gezinnen in Boekhoute troffen. De soepbedeling was voor vele mensen een noodzakelijke steun. Tijdens WO 1 werd de Duitse Mark het officiële betalingsmiddel. Het Nationaal Hulp- en voeding comiteit zorgde voor de verdeling van voedsel, kleding en andere hulpgoederen. (hopelijk werkte dit comité beter dan dat in Rieme, waar de jeugd ofwel twee linkse- of twee rechtse botinnes en een das kregen!) De vissersfamilies verloren hun broodwinning en de vissers (mannen en zonen) zaten werkloos thuis. Ook hun vrouwen moesten zich schikken in deze nieuwe situatie. Het dagelijks runnen van hun gezin was geen evidentie door onder andere het gebrek aan inkomen, de moeilijke voedselbevoorrading, de vele opeisingen en alle beperkingen die de Duitsers de bevolking oplegden. Er werd zelfs een speciaal kookboekje uitgegeven: Ons oorlogskookboekje (Het koste toen wel 5 frank!) (Zie ook de teksten over Boekhoute onder <ENVIRONMENT> )

De grens met Nederland was afgesloten door Den Draad. Deze bestond uit stroomdraden die door middel van porseleinen isolatoren aan houten palen werd bevestigd. Hierdoor konden Boekhoutse vissers hun haven niet meer bereiken. (Zie ook de vele artikels over de (doden)- draad onder de rubriek hierboven Ertvelde Rieme) Lijsten van gevorderde goederen

Rammeloo Leonie Leonie Ralleloo en Emelie Schatteman werden op 10 april 1917 gearresteerd op verdenking van spionage. Hoewel ze al in het voorjaar van 1918 gestopt waren met hun spionageactiviteiten. Ze werden gevangen gehouden in de nieuwe wandeling in Gent en op 12 september 1917 gefusilleerd.

Van arrestatie tot veroordeling De arrestaties van Emilie en Leonie waren het gevolg van bekentenissen door andere verzetslieden uit de regio. Meestal werd een gearresteerde enkele dagen vastgehouden op het politiebureau, waar hij soms hardhandig verhoord werd. Daarna werd hij overgebracht naar een gevangenis. Emilie en Leonie verbleven in de gevangenis van Gent. Hun proces voor de militaire Duitse rechtbank vond plaats van 3 tot 5 juli 1917. Ook Isidoor van Vlaanderen uit Boekhoute die met Emilie en Leonie had samengewerkt- en 30 anderen stonden terecht. Hoogstens enkele dagen na het proces kregen de verdachten het verdict te horen. 20 van de 33 beklaagden werden ter dood veroordeeld. 5 van hen kregen uiteindelijk gratie. De 15 anderen waaronder Emilie, Leonie en Isidoor kregen in september het nieuws dat ze daadwerkelijk geëxecuteerd zouden worden. Ter dood veroordeelden werden in hun laatste uren bijgestaan door een aalmoezenier, meestal een Duitser, soms een Belg. Deze priester nam hen de biecht af, las de mis en diende de laatste sacramenten toe. In de gevangenis van Gent was er een kapel waar de veroordeelden nog een dienst mochten bijwonen voor hun executie. De aalmoezenier van Emilie en Leonie vertelt over hun gevangenschap en hun laatste uren. (Verteld door Daan Hugaert). Rekrutering De agenten werden vooral gerekruteerd in stedelijke gebieden. De netwerken zochten intensief naar spionnen in het grensgebied met Nederland. 9 % van de agenten was actief in Oost-Vlaanderen. 38 % van de agenten was tussen de dertig en de veertig jaar oud, en naar schatting was 25 % vrouw. De gegevens die de lokale inlichtingendiensten in het bezette gebied verzamelden, moesten binnen enkele dagen bij de bureaus in Nederland geraken, anders verloren ze hun waarde. Een lokale inlichtingendienst verzamelde alle informatie van haar agenten en liet deze door koeriers naar de grensregio brengen. Daar werden ze door passeurs de grens overgesmokkeld. Emilie verteld hoe passeurs te werk gingen en hoe ze zelf samen met Leonie berichten de grens overbrachten. (Verteld door Liesa Naert).

Schatteman Emilie Emilies tante en oom waren in 1915 naar Nederland gevlucht. Zij benaderden Emilies vriendin Leonie Rammeloo. Met de vraag of beide meisjes voor een inlichtingendienst wilden werken. Zo werden Emilie en Leonie passeurs bij de dienst De Pauw. Ze smokkelden informatie de grens over. Afscheidsbrief van Emilie Schatteman

De executie Op 12september 1917 werden Emilie en Leonie gefusilleerd. Bij een executie werd een peleton van 10 soldaten opgesteld. Behalve de militairen waren alleen een aalmoezenier aanwezig en een dokter, die de dood moest vaststellen. Meestal werden de veroordeelden vastgebonden aan een paal en geblinddoekt. Leonie kreeg erkenning van het Britse Koningshuis. Op Leonies bidprentje werd geciteerd uit haar afscheidsbrief.

De aanplakbrief met de namen van de slachtoffers, die gefusilleerd werden Belgische burgers in geallieerde inlichtingenbureaus De geallieerde troepen probeerden zo veel mogelijk strategische informatie te verzamelen over de Duitse bezetter. Daarvoor deden ze beroep op Belgische burgers. De Britse, Franse en Belgische overheden hadden in Nederland inlichtingenbureaus geïnstalleerd, die contacten legden met mogelijke agenten in het bezette gebied. Door de harde bezettingsmaatregelen waren de Duitsers zeer onpopulair bij de Belgische bevolking (op de meelopers na). De bereidheid om de geallieerden te helpen, was dus groot. Sommige agenten observeerden treinen om te weten te komen welke Duitse legereenheden naar welke regio s werden overgeplaatst. Anderen gingen na welke Duitse troepen zich waar bevonden, wat de leeftijd, de morele en fysieke toestand van de soldaten was en welke defensiewerken ze uitvoerden. Ze brachten de materiaal- en munitiedepots, hospitalen, luchtafweergeschut en luchthavens in kaart. Ze rapporteerden welke maatregelen de bezetter nam en wat de resultaten van geallieerde bombardementen waren.

Overzicht van de leeftijd en de plaatsen waar agenten actief waren Militaire situatie in Boekhoute

Na de val van Antwerpen vluchten heel wat Belgische soldaten via Boekhoute naar Nederland. Op 9 oktober verschenen de eerste Duitse soldaten. Twee dagen later waren er al 50 militairen in het dorp. Het zouden er op sommige momenten een paar honderd worden. De ligging van Boekhoute zorgde voor een hoger aantal bezettingstroepen, de grens moest immers bewaakt worden. Omdat het kasteel niet volstond om alle soldaten onder te brengen werden ook burgers verplicht om de bezetter te huisvesten. In 1915 liep Mijnheer Kamiel door de boekhoutse straten. Boekhoute kreunde onder het strenge bewind van deze commandant van de Feldgedarmerie. Hij stond erom bekend met een zweep rond te lopen en er niet terug voor te deinzen deze te gebruiken. De bezettingstroepen waren niet de enige vorm van militaire aanwezigheid waarmee de bevolking te maken kreeg. Op een bepaald moment zweefde er een Duitse zeppelin boven het dorp, volgeladen met bommen bedoeld voor de Britse vijand. In de kerktoren zat een Duitse observatiepost.

Kommandatur op hoek Meuleken en Weststraat Regels en verordeningen De impact van de vele verordeningen en bevelen was voor alle Boekhoutenaren voelbaar. Ze moesten leven volgens het Duitse uur, al weigerden sommigen principieel hun klok een uur verder te draaien. De Duitse Mark werd ingevoerd en portretten van het Belgisch vorstenpaar moesten in de klaslokalen van de school weggehaald worden. De meeste herbergen moesten de deuren sluiten. Uit schrik een doelwit te vormen voor bommenwerpers, moesten vanaf 7 uur s avonds de lichten gedoofd worden. De Duitsers konden ieder moment binnenvallen op zoek naar koper, nikkel of ander opgevorderd materiaal.

De huizen vlak bij de grens werden in 1916 verplicht geëvacueerd om smokkel tegen te gaan en plaats te maken voor Duitse soldaten. Meer dan 200 Boekhoutenaren, voornamelijk vissersfamilies werden uit hun woonst gezet en vielen nog meer terug op steun en liefdadigheid. In 1917 moesten alle op huizen tot op 300 meter van de grens ontruimd worden, Aanplakbrieven: Wielrijden zonder licht. Valse geruchten.vogels vangen. Kortom, alles werd door regels en verordeningen aan het publiek bekend gemaakt. De oorlog nooit te boven Vele vissersfamilies ontvluchten Boekhoute onder andere naar Zeebrugge, naar Philippine in Nederland of nog meer naar het noorden om in de Zuiderzee en de Waddenzee te vissen.

Na de oorlog werd de schade duidelijk: vele boten waren verwoest of onbruikbaar. Bovendien was de Nederlandse overheid begonnen met inpolderingen naast de Boekhoutse haven waardoor de voororlogse haven aan de Olmendijk volledig werd afgesloten. In 1919 zorgde de nieuwe Isabellahaven ervoor dat de vissers via een aanloopkanaal de Braakman, een vroegere zeearm van de Westerschelde konden bereiken. Toch kwamen vele vissers de klap van de Eerste wereldoorlog niet te boven. Nu nog dwalen de visschers werkloosch langs de straten, schreef een onderwijzer in 1920. Burgemeester onder Duitse bezetting In een periode waarin heel wat aspecten van het openbare leven veranderden stonden burgemeester, schepenen de gemeenteraad voor continuïteit. De burgemeester probeerde zijn positie te gebruiken om de Duitse opeisingen en verordeningen in te perken. Zo vroeg hij reispassen aan zodat landbouwers en vissers toch velden en haven konden bereiken en ijverde hij voor de vrije doorgang voor een gezin dat het dorp niet meer binnengeraakte. Hij verdedigde landbouwers die niet aan de opeisingen konden voldoen. Eind 1915 bemiddelde hij bij de commandant om de afhaling van opgeëiste dieren niet te versnellen omdat eigenaars geen eten meer hadden om de dieren te voederen. Soms kon hij het bezettingsregime gunstig beïnvloeden, minstens even vaak lukte dit niet. Ook hij was ondergeschikt aan de Duitse verordeningen. De gemeente probeerde om de bevolking te ondersteunen, maar moest zelf lenen bij haar inwoners toen de zware oorlogskosten ervoor zorgden dat de gemeentekas volledig leeg was. Jan-Pieter-Ghislain Van Zele, burgemeester van Bouchoute van 1912 tot 1920

Het Klooster Het klooster van Boekhoute waar ooit een meisjesschool was- speelde een belangrijke rol in de liefdadigheidssector tijdens de oorlog. Tijdens de aftocht van het Belgische leger hielpen de zusters de uitgeputte soldaten aan een bed en een maal. Ook vluchtelingen uit Mechelen vonden hier tijdens het eerste oorlogsjaar onderdak. Moeder Overste en haar zusters ontfermden zich gedurende meerdere weken over mensen die alles hadden moeten achterlaten. Ze omringden de kleine kinderen met zorg en hielpen waar mogelijk. Vanaf 1917 werd een deel van de kloosterscholen bezet door Duitse soldaten. In oktober 1918 werden er opnieuw vluchtelingen ondergebracht, ditmaal uit Ertvelde en omstreken. Na anderhalf jaar bezetting van het klooster konden de zusters opnieuw beschikken over hun klaslokalen. Gesjoemel en plantrekkerij De Boekhoutse gezinnen probeerden hun situatie zelf te verbeteren. Op legale of illegale wijze. De vervanging van vele producten door Erzatzproducten. Hongerige mensen stalen het voedsel rechtstreeks van de velden. Wie kon bewerkte een stukje grond. Anderen smokkelden en kochten en verkochten op de zwarte markt.

Het Volk berichtte dat de Duitse grenswachten op goeden voet staan met de smokkelaars, die levensmiddelen in België komen brengen in ruil voor een deel van de winst, knepen ze een oogje dicht. Eind 1916 werd een Duitse militair geëlektrocuteerd toen hij een stuk zeep van een smokkelaar wilde aannemen. In de zomer van 1915 berichte de krant over een incident van verklikking. Een vrouw zag smokkelaars vlas vanuit België naar Nederland brengen en trachtte de Duitsers met geroep te waarschuwen. De smokkelaars boden haar 40 frank zwijggeld aan, maar de vrouw weigerde en liep naar de grenspost. De smokkelaars moesten 60 balen vlas in brand steken en vluchten. Twee van hen werden aangehouden. Dorpszicht