Splash RPX-i Color Server. Gids voor taakbeheer



Vergelijkbare documenten
2 mei Remote Scan

Fiery Remote Scan. Fiery Remote Scan openen. Postvakken

Fiery Remote Scan. Verbinden met Fiery servers. Verbinding maken met een Fiery server bij het eerste gebruik

Versienotities voor de klant Xerox EX Print Server Powered by Fiery voor de Xerox igen4 Press, versie 3.0

Splash RPX-ii Color Server. Gids voor taakbeheer

Versienotities voor de klant Fiery EX4112/4127, versie 2.5

Versienotities voor de klant Fiery EXP4110, versie 1.1SP1 voor Xerox 4110

Splash TM RPX-ii voor de DocuColor Gids voor taakbeheer

System Updates Gebruikersbijlage

Afdrukken uit Mac OS. Fiery Network Controller voor DocuColor 240/250

Versienotities voor de klant Fiery EX4112/4127, versie 1.0

Versienotities voor de klant Xerox EX 560 Print Server, Powered by Fiery, versie 2.0

Fiery EX4112/4127. Afdrukken uit Mac OS

Splash RPX-iii Xerox 700 Digital Color Press. Gids voor taakbeheer

Fiery Driver Configurator

Afdrukken vanaf Macintosh OSwerkstations

Afdrukken vanaf Windowswerkstations

Geavanceerde opties. Afdrukken op deelpagina's. Phaser 5500-laserprinter. In dit onderwerp wordt het volgende besproken:

Fiery WebSpooler gebruiken

LeesMij Aangepaste uitvoerprofielen voor de Fiery-afdrukcontroller maken met Fiery Color Profiler Suite: System 9R2

Xerox EX Print Server, Powered by Fiery, voor de Xerox 700 Digital Color Press. Afdrukken uit Mac OS

Versienotities voor de klant Splash RPX-ii voor de DocuColor 5000, versie 2.0

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom

Installatiegids Command WorkStation 5.5 met Fiery Extended Applications 4.1

Versienotities voor de klant Fiery EXP8000 Color Server, versie 1.0

Geavanceerde opties. Deelpagina's afdrukken. Phaser 4500-laserprinter

Installatiegids Command WorkStation 5.6 met Fiery Extended Applications 4.2

Gebruik van het Brother SmartUI Control Center op basis van Windows voor PaperPort 8.0 en Windows XP

Fiery Network Controller voor DocuColor 250/240 SERVER & CONTROLLER SOLUTIONS. Hulpprogramma s

Xerox EX Print Server, Powered by Fiery, voor de Xerox 700 Digital Color Press. Afdrukken uit Mac OS

Splash RPX-i Color Server. Configuratiegids

D4600 Duplex Photo Printer

tentoinfinity Apps 1.0 INLEIDING

Geavanceerde opties. Deelpagina's afdrukken. Phaser 7750-kleurenlaserprinter

Xerox WorkCentre 6655 multifunctionele kleurenprinter Bedieningspaneel

Windows 98 en Windows ME

Versienotities voor de klant Xerox EX Print Server, Powered by Fiery, voor de Xerox D kopieermachineprinter,

Scannen. WorkCentre C2424-kopieerapparaat-printer

Welkom bij de Picture Package Producer 2. Picture Package Producer 2 starten en afsluiten. Stap 1: Beelden selecteren

2017 Electronics For Imaging, Inc. De informatie in deze publicatie wordt beschermd volgens de Kennisgevingen voor dit product.

Fiery Network Controller voor DocuColor 242/252/260. Hulpprogramma s

Snel aan de slag met BasisOnline en InstapInternet

Versienotities Color Controller E-3200/E-5200, versie 1.0

Welkom bij de Picture Package Producer 2

Versienotities voor de klant Xerox EX Print Server, Powered by Fiery voor de Xerox Color 800/1000 Press, versie 1.3

BEKNOPTE HANDLEIDING INHOUD. voor Windows Vista

Handleiding instellingen vrijgave van afdrukken

HANDLEIDING INFOGRAPHIC SOFTWARE Versie 2.3 / jan 2014

Gebruikershandleiding MFP kleur systemen. Aanteken vel. infotec kenniscentrum. Infotec gebruikershandleiding

Xerox ColorQube 8700 / 8900 Bedieningspaneel

Splash RPX-ii Color Server. Handleiding voor probleemoplossing

Fiery Command WorkStation

De Fiery-software installeren voor Windows en Macintosh

Fiery Network Controller voor de WorkCentre 7300-serie. Variabele gegevens afdrukken

Versienotities voor de klant Splash RPX-iii Xerox 700 Digital Color Press, versie 3.0

Mac OS X 10.6 Snow Leopard Installatie- en configuratiehandleiding

Versienotities voor de klant Fiery Network Controller voor Xerox WorkCentre 7800 Series, versie 1.0

Migratie van Instant PDF

10. Pagina-instellingen

Doe het zelf installatiehandleiding

Fiery EXP8000 Color Server SERVER & CONTROLLER SOLUTIONS. Afdrukken uit Mac OS

Xerox 700 Digital Color Press met Integrated Fiery Color Server. Variabele gegevens afdrukken

Configuratiesoftware voor NetWare-netwerken

Inloggen in AccountView online voor Mac OS 30 april 2015 versie 9.1 en hoger

Fiery Network Controller voor DocuColor 250/240 SERVER & CONTROLLER SOLUTIONS. Welkom

Xerox EX Print Server, Powered by Fiery, voor de Xerox 700 Digital Color Press. Hulpprogramma s

Algemene basis instructies

Fiery Network Controller voor de WorkCentre 7300-serie. Afdrukken uit Windows

Fiery Command WorkStation 5.8 met Fiery Extended Applications 4.4

Via het tabblad Pagina-indeling, groep Pagina-instelling kun je de afdrukstand en het papierformaat instellen.

Google Drive: uw bestanden openen en ordenen

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! WEBINTERFACE GEBRUIKERSHANDLEIDING

Dick Grooters Raadhuisstraat GM Best tel: Printen en Scannen

Aan de slag met AdminView

Versienotities voor de klant Fiery Server voor igen3, versie 4.0

Geavanceerde opties. Deelpagina's afdrukken. Phaser 8400-kleurenprinter

BASIS TEKSTBEWERKING deel 2

Sharpdesk Mobile V1.1 Gebruikershandleiding

7 stramienen. maken en gebruiken. Stramienen maken. Wat ken je na dit hoofdstuk? Tips en richtlijnen voor werken met stramienen

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom


Head Pilot v Gebruikershandleiding

Installatiehandleiding MF-stuurprogramma

Gids Instelling Verzenden

Uitgebreide aanleverspecificaties: een drukgerede PDF in 4 stappen met InDesign CS2-CS6 CC

Hulp krijgen. Systeemberichten. Aanmelden/Afmelden. Pictogrammen op het bedieningspaneel

Splash TM RPX-ii voor de DocuColor Introductie

Afdrukopties aanpassen

U krijgt de melding dat uw browser geen cookies aanvaardt? Volg dan onderstaande weg om ze wel te accepteren.

Welkom bij de Picture Package DVD Viewer. De Picture Package DVD Viewer starten en afsluiten. Beelden bekijken. Beelden naar een computer kopiëren

Windows 2000, Windows XP en Windows Server 2003

Handleiding instellingen vrijgave van afdrukken

Fiery Network Controller voor Xerox WorkCentre 7800 Series. Welkom

Cloudplatform. Versie 1.0. Gebruikershandleiding

P-touch Transfer Manager gebruiken

Handleiding Joomla CMS

Welkom bij de Picture Package DVD Viewer

Kopiëren. WorkCentre C2424-kopieerapparaat-printer

GEBRUIKERSHANDLEIDING ELBAPRINT SERVICE

Een overzicht van beschikbare lettertypen bekijken

Transcriptie:

Splash RPX-i Color Server Gids voor taakbeheer

2006 Electronics for Imaging, Inc. De informatie in deze publicatie wordt beschermd volgens de Kennisgevingen voor dit product. 45054824 16 juni 2006

INHOUD 3 INHOUD INLEIDING 7 Terminologie en conventies 7 Over dit document 8 DE SPLASH RPX-I GEBRUIKEN 9 De Splash RPX-i starten 9 De interface van de Splash RPX-i 10 Beheerdersstatus 10 Werkbalk Hulpprogramma s 11 De weergave van de werkbalk wijzigen 12 Knop Starten/stoppen 13 Afdrukwachtrijen 14 Kolomtitels van de afdrukwachtrijen 16 Voorbeeldvenster 18 Statusindicatoren 19 Splash RPX-i hoofdmenu s 20 Taakinstellingen 20 Standaard taakinstellingen 25 Standaard taakinstellingen bewerken 25

INHOUD 4 Rasterbestanden beheren 26 Verwerking tijdens afdrukken 27 Verwerking tijdens ontvangst 27 Verwerking tussen taken 27 Instant-herdruk 27 Opeenvolgende taken afdrukken 27 Taakfouten controleren 28 Preflight 28 Postflight kleur 29 GEAVANCEERDE FUNCTIES VAN DE SPLASH RPX-I 30 Lade-uitlijning 30 Functies voor Lade-uitlijning 33 Printinfo 34 Afdrukinfo configureren 34 Infostrook afdrukken inschakelen 35 Beveiligde toegang 36 Beveiligde toegang op clientwerkstations gebruiken 37 Afdrukken met beveiligde toegang 37 Gebruikers instellen 38 Rekeningen 39 Rastervoorkeuren 40 Opties Takenlogboek 42 Inslag 43 Inslaginstellingen 44 Een boekje afdrukken 46 Hulpmiddelen voor kleurbeheer 47

INHOUD 5 HOT FOLDERS EN VIRTUELE PRINTERS 48 Ondersteunde bestandsindelingen 48 Slepen en afdrukken met Drop Folders 49 Afdrukken naar Drop Folders 50 Hot Folders 51 Hot Folders maken 51 Hot Folders beheren 52 Afdrukken naar Hot Folders 54 Hot Folders delen 55 Virtuele printers 56 Virtuele printers instellen op clientcomputers 56 GA File Converter 67 SPLASH RPX-I PRODUCTIEFUNCTIES 72 Set Builder 73 Een documentset afdrukken met Set Builder 73 Afwerkingsopties instellen 75 Set Builder-taken beheren 76 Dubbelzijdige taken en taken met afwijkende lengte 76 Voorbeelden 76 Fouten in documentsets van Set Builder 76 Gemengde media 77 Soorten gemengde media 79 Tabbladen afdrukken 85 Taak plannen 86 Foutbericht 87 Afdrukken hervatten 87 Afdrukken opnieuw starten 87

INHOUD 6 SPLASH SERVER REMOTE 88 Splash Server Remote gebruiken 89 Functies van Splash Server Remote 91 Beheerdersverbindingen 92 Gebruikersverbindingen 92 SCANNEN 93 Postvakken instellen 94 Scannen vanaf de kopieermachine 96 Splash Remote Scan gebruiken 97 Splash Remote Scan configureren 97 Een scan ophalen 97 WEB QUEUE MANAGER 99 Web Queue Manager gebruiken 100 Taken in de afdrukwachtrij beheren 102 Installatieprogramma s en bestanden downloaden van de Web Queue Manager 103 Splash Installer Downloads 103 SPLASH RPX-I SERVERMENU S 104 Kolomtitels Afdrukwachtrij 104 Hoofdmenu s 105 Menu Taken in afdrukwachtrij 109 Takenlogboekinformatie 110 INDEX 113

INLEIDING 7 INLEIDING Dit document beschrijft de functies voor taakbeheer van de Splash RPX-i Color Server voor Apple Mac OS - en Microsoft Windows-computers. De Splash RPX-i Color Server is een superieure oplossing voor kleurendruk voor gebruik op Power Mac OS G5-platformen. De de Splash-gebruikerssoftware kunnen Mac OS- of Windows-computers afdruktaken via een geschikt netwerk naar de Splash RPX-i Color Server versturen, die de taken verwerkt en naar de kopieermachine verstuurt. Als u niet vertrouwd bent met de procedures van uw platform voor het afdrukken of voor het integreren van printers in de netwerkomgeving (Windows 2000/XP/Server 2003, AppleTalk, UNIX, Novell, en Microsoft TCP/IP), raadpleegt u de documentatie bij uw computersysteem. Terminologie en conventies Dit document gebruikt de volgende terminologie en conventies. Term of conventie Fiery Verwijst naar Fiery Network Controller Kopieermachine DocuColor 240/250 Mac OS Splash RPX-i Titels in cursief Mac OS 9, Mac OS X Splash RPX-i Color Server Andere documenten in dit pakket Windows Windows 2000, Windows XP, Windows Server 2003

INLEIDING 8 Over dit document Dit document beschrijft de serverinterface, functies en opties voor taakbeheer van de Splash RPX-i. De volgende onderwerpen worden behandeld: Gebruikersinterface van de Splash RPX-i Geavanceerde functies van de Splash RPX-i Productiefuncties van de Splash RPX-i Splash Server Remote Sleepmappen, Hot Folders, Virtuele printers en de GA File Converter (GA-bestandsomzetter) Web Queue Manager Splash Remote Scan

DE SPLASH RPX-I GEBRUIKEN 9 DE SPLASH RPX-I GEBRUIKEN Dit hoofdstuk geeft een inleiding tot de grafische gebruikersinterface van de Splash RPX-i en zijn basisfuncties. De Splash RPX-i starten Opdat u de Splash RPX-i zou kunnen gebruiken, moet hij met Directe verbinding of Netwerkverbinding aangesloten zijn op de Fiery. Met directe verbinding is de Splash RPX-i altijd aangesloten op de Fiery. Als u Netwerkverbinding gebruikt, gaat u als volgt te werk om de verbinding te configureren. Vraag uw netwerkbeheerder het IP-adres van de Fiery. Raadpleeg Introductie voor meer informatie over Directe verbinding en Netwerkverbinding. DE FIERY AANSLUITEN 1 Klik op het pictogram Splash Server in het Dock onderaan het Macintosh-bureaublad van de Splash RPX-i of dubbelklik op het pictogram Splash Server in de map Programma s Splash. OPMERKING: Het Dock verschijnt wanneer u de muis naar de onderkant van het scherm brengt. 2 Als de Fiery waarmee u verbinding wilt maken voorkomt in de lijst in het venster Verbinding met controller, selecteert u de naam en het IP-adres in de lijst en klikt u op OK. 3 Als de gewenste Fiery niet in de lijst voorkomt, typt u zijn IP-adres in het tekstveld Voer handmatig een IP-adres in en klik op OK. Het hoofdvenster van Splash RPX-i wordt geopend. Om de Splash RPX-i-toepassing te verlaten, keert u terug naar het hoofdvenster en drukt u op Command+Q of kiest u Splash-server afsluiten in het menu Splash Server.

DE SPLASH RPX-I GEBRUIKEN 10 De interface van de Splash RPX-i Wanneer u de Splash RPX-i-toepassing start en verbinding maakt met de Fiery wordt het hoofdvenster geopend. Het hoofdvenster toont informatie over het beheer van afdrukwachtrijen, het beheer van de serverfuncties en de controle van de taken in de afdrukwachtrijen. 1 Splash RPX-i werkbalk 2 Knop Starten/stoppen 3 Wachtrij Actief 4 Wachtrij Blokkeren 5 Wachtrij Fout 6 Voorbeeldvenster 7 Laden 8 Apparaatstatus 9 Status van de Splash-server 3 4 1 2 6 7 5 8 9 De volgende secties beschrijven elke component van de interface van de Splash RPX-i. Beheerdersstatus Om met beheerdersrechten in te loggen op de Splash RPX-i kiest u Server:Aanmelden en typt u het beheerderswachtwoord. Het wachtwoord is standaard blanco. Stel een wachtwoord in om de instellingen van de Splash RPX-i te beveiligen tegen ongeoorloofde wijzigingen. Raadpleeg de Configuratiegids voor meer informatie. OPMERKING: Wanneer u met beheerdersrechten inlogt op de Splash RPX-i kut u de voorkeuren en instellingen van de Splash RPX-i wijzigen en alle hulpprogramma s gebruiken. Als u niet met beheerdersrechten inlogt, zijn sommige functies niet beschikbaar.

DE SPLASH RPX-I GEBRUIKEN 11 Werkbalk Hulpprogramma s De werkbalk van de Splash RPX-i geeft u toegang tot de toepassingen en hulpprogramma s van de Splash. DE WERKBALK GEBRUIKEN Klik op de knop van het hulpprogramma op de werkbalk dat u wilt openen. De standaard werkbalk toont knoppen voor de volgende hulpprogramma s: ColorCal geeft u de mogelijkheid om kleurenkalibraties uit te voeren Raadpleeg de Kleurengids voor meer informatie. Profile Loader geeft u de mogelijkheid om ICC-profielen toe te voegen. Raadpleeg de Kleurengids voor meer informatie. CopyCal geeft u de mogelijkheid om profielen te maken die de uitvoer van elke kleurenprinter kunnen simuleren. Raadpleeg de Kleurengids voor meer informatie. ColorTuner geeft u de mogelijkheid om de kleurenuitvoer van een verwerkte taak te bewerken voor alle exemplaren worden afgedrukt. Raadpleeg de Kleurengids voor meer informatie. Set Builder geeft u de mogelijkheid om verscheidene taken te combineren en als een enkel gecollationeerd document af te drukken. Zie pagina 73 voor meer informatie. Scannen geeft u de mogelijkheid om taken direct van de Splash RPX-i te scannen. Een afzonderlijke invoegtoepassing voor Adobe Photshop geeft u de mogelijkheid om met Photoshop te scannen. Zie pagina 93 voor meer informatie. U kunt knoppen toevoegen voor de volgende hulpprogramma s en functies: Steunkleureditor geeft u de mogelijkheid om steunkleuren toe te voegen en te verwijderen, en om de uitvoerwaarde van elke steunkleur te wijzigen. Raadpleeg de Kleurengids voor meer informatie. Kleurprofielen geeft u de mogelijkheid om kleurprofielen te selecteren. Omvat een koppeling naar Profile Loader. Raadpleeg de Kleurengids voor meer informatie. Gemengde mediaa geeft u de mogelijkheid om verschillende papiersoorten en laden op te geven voor indivudiele pagina s of paginabereiken binnen eenzelfde taak. Zie pagina 77 voor meer informatie. Plannen geeft u de mogelijkheid om een tijdstip te kiezen voor het afdrukken van een taak en de taak op dat tijdstip automatisch af te drukken. Zie pagina 86 voor meer informatie.

DE SPLASH RPX-I GEBRUIKEN 12 Preflight controleert taken die in een wachtrij op de Splash RPX-i zijn geplaatst op afdruktaken voor de taak wordt verwerkt. Zie pagina 28 voor meer informatie. Postflight kleur voert invoerkleuren uit als een tint van een specifieke primaire uitvoerkleur, afhankelijk van de aard van de taak en de aard van de invoerkleur. Raadpleeg pagina 28 en de Kleurengids voor meer informatie. De weergave van de werkbalk wijzigen U kunt de weergave van de werkbalk wijzigen door knoppen toe te voegen of te verwijderen in de Voorkeuren van Splash RPX-i. Raadpleeg voor meer informatie over het instellen van voorkeuren de Configuratiegids en de Kleurengids. DE WEERGAVE VAN DE WERKBALK WIJZIGEN 1 Kies Voorkeuren in het menu Splash Server. 2 Klik op Knoppenbalk. 3 Sleep knoppen naar of uit de lijst Geladen knoppen om ze aan de werkbalk toe te voegen of eruit te verwijderen. 4 Klik op OK.

DE SPLASH RPX-I GEBRUIKEN 13 Knop Starten/stoppen De knop Starten/stoppen geeft u de mogelijkheid om de verwerking van bestanden te starten en te stoppen. Ze start of stopt alle afdruktaken die momenteel op de Splash RPX-i actief zijn. Clientwerkstations kunnen afdruktaken naar de Splash RPX-i verzenden terwijl de verwerking gestopt is. Taken die via Afdrukken en opslaan of Afdrukken en verwijderen zijn verzonden, worden naar de opstartschijf gestuurd en verschijnen in de wachtrij Actief. Om het afdrukken door clients te controleren, kunt u de Splash RPX-i configureren om alle inkomende afdruktaken in wachtrij te plaatsen en te blokkeren, zodat de beheerder de taken kan bekijken en prioriteiten kan bepalen. Als een afdruktaak in de wachtrij Actief staat terwijl de serververwerking wordt gestopt, stopt de Splash RPX-i alle taken op het eerste logische stoppunt en laat hij ze in de wachtrij Actief, behalve voor taken die op dat ogenblik worden verwerkt of afgedrukt, die kunnen terugkeren naar de wachtrij Blokkeren. De volgorde van de taken wordt door deze optie niet beïnvloed. DE VERWERKING VAN TAKEN STARTEN EN STOPPEN 1 Om de verwerking te starten of te hervatten, klikt u op de knop Starten/stoppen of kiest u Server>Starten met verwerken. De achtergrond van het logo rechts van de knop verandert van rood in groen. 2 Om de verwerking van alle huidige taken op de Splash RPX-i te stoppen, klikt u op Starten/ stoppen of kiest u Verwerken stoppen op het menu Server. De achtergrond van het logo rechts van de knop verandert van groen in rood.

DE SPLASH RPX-I GEBRUIKEN 14 Afdrukwachtrijen De afdrukwachtrijen in het hoofdvenster tonen de status Actief, Blokkeren of Fout van alle in wachtrij geplaatste taken. Actief toont de afdruktaak die momenteel wordt verwerkt en de taken die op automatische verwerking wachten. Blokkeren toont de afdruktaken die de server heeft verwerkt en de taken die met Verwerken en blokkeren of Afdrukken en blokkeren in wachtrij zijn geplaatst. Fout toont de afdruktaken waarvan het afdrukken geheel of gedeeltelijk is mislukt. In de Servervoorkeuren van de Splash RPX-i en in de afdrukopties van Bestandsbeheer kunt u voorkeuren voor de verwerking van taken instellen die bepalen of een taak naar de wachtrij Actief of de wachtrij Blokkeren wordt verzonden. Raadpleeg voor meer informatie de Configuratiegids en de Afdrukgids. Wanneer u een Hot Folder instelt, geeft u instellingen voor de taakverwerking op in het tabblad Extra s. Het taakbeheer van de afdrukwachtrijen wordt in de volgende procedures beschreven. DE GROOTTE VAN EEN WACHTRIJ WIJZIGEN Om de grootte van een afdrukwachtrij te wijzigen, klikt u op de tab die ze van een andere wachtrij scheidt en sleept u hem naar boven of naar onder. OPMERKING: U kunt de grootte van een wachtrij niet zodanig wijzigen dat ze een andere wachtrij verbergt. TAKEN IN EEN AFDRUKWACHTRIJ SELECTEREN Klik op een taak in een van de wachtrijen om ze te selecteren. Om verscheidene opeenvolgende taken te selecteren, klikt u op een taak, drukt u de Shift-toets in en klikt u op de laatste taak van de reeks. Houd Ctrl ingedrukt en klik om meerdere niet-opeenvolgende taken te selecteren. Als een geselecteerde taak een voorbeeldweergave heeft, verschijnt ze in het venster Voorbeeld van het hoofdvenster. TAKEN TUSSEN WACHTRIJEN VERPLAATSEN Om een taak in de wachtrij Blokkeren af te drukken, sleept u de taak naar de wachtrij Actief. Om een taak naar de wachtrij Blokkeren te verplaatsen, sleept u ze uit de wachtrij Actief of Fout. U kunt ook een taak selecteren in de wachtrij Actief en Blokkeren kiezen in het menu Taken. Om de verwerking van een taak in de wachtrij Blokkeren verder te zetten, sleept u de taak naar de wachtrij Actief, kiest u Blokkering verwijderen in het menu Taken of drukt u op Command+R terwijl de taak geselecteerd is.

DE SPLASH RPX-I GEBRUIKEN 15 TAKEN IN DE WACHTRIJ ACTIEF HERSCHIKKEN Herschik taken in de wachtrij Actief door ze naar een nieuwe positie in de wachtrij te slepen. Door taken in de wachtrij Actief te verplaatsen, kunt u hun planning voor de verwerking of het afdrukken wijzigen zonder ze in de wachtrij Blokkeren te plaatsen. Het herschikken van taken in de wachtrij Actief heeft geen invloed op de huidige status van de taak. Wanneer het afdrukken of verwerken van een taak begonnen is, gaat het verder tot het voltooid is of tot de taak in de wachtrij Blokkeren wordt geplaatst. Wanneer de taak die momenteel wordt verwerkt klaar is en naar de fase Afdrukken is in behandeling gaat, begint de verwerking van de taak in de wachtrij Actief die In behandeling is (de hoogste positie in de wachtrij heeft). Alle taken in de wachtrij Actief worden in deze volgorde verwerkt. EEN TAAK VERWIJDEREN Om een taak uit de wachtrij Blokkeren of Fout te verwijderen, selecteert u ze en drukt u op Delete. Een dialoogvenster vraagt u om deze handeling te bevestigen. Als afbeeldingsbestanden opgeslagen zijn, krijgt u de vraag of de volledige taak of alleen de opgeslagen afbeelding moet worden verwijderd. Om een taak te verwijderen die in de wachtrij Actief wordt verwerkt, selecteert u de taak, sleept u ze naar de wachtrij Blokkeren en kiest u Taak verwijderen in het menu Taken. U kunt de taak ook selecteren en de Delete-toets op het toetsenbord indrukken. U kunt taken bovendien verwijderen door ze naar het pictogra Prullenbak op uw Mac OSbureaublad te slepen. Taken in de wachtrij Actief kunnen niet naar de Prullenbak worden gesleept. OPMERKING: Als u meerdere taken tracht te verwijderen en sommige taken opgeslagen rasters hebben en andere niet, vraagt een dialoogvenster u of u de taak of de afbeeldingen wilt verwijderen, zoals boven beschreven. Als u ervoor kiest de afbeeldingen te verwijderen, worden de rasterbestanden verwijderd voor taken met rasterbestanden en blijven de andere bestanden ongewijzigd. DE TAAKOPTIES VOOR DE WACHTRIJEN OPENEN 1 Selecteer een taak in een wachtrij en klik op de pijlknop rechts boven de wachtrij. U kunt de opties ook via het menu Taken openen. 2 Klik op een optie om ze te selecteren. 3 Klik op Taken bewerken om taakinstellingen te bewerken. Zie pagina 109 voor meer informatie over de opties voor afdrukwachtrijen. Raadpleeg pagina 20 en de Afdrukgids voor meer informatie over taakinstellingen.

DE SPLASH RPX-I GEBRUIKEN 16 Kolomtitels van de afdrukwachtrijen Ga als volgt te werk om de kolomtitels van de afdrukwachtrijen te wijzigen. KOLOMTITELS VAN AFDRUKWACHTRIJEN WIJZIGEN Om de grootte of de positie van een kolomtitel in de wachtrijen Actief, Blokkern of Fout te wijzigen, klikt u op de kolomtitel en sleept u hem naar rechts of links. Om een kolomtitel toe te voegen, klikt u op de pijl rechts van de wachtri, selecteert u Kolom toevoegen en kiest u uit de lijst van mogelijke titels. Om een kolom te wijzigen, klikt u met Ctrl ingedrukt op een bestaande kolomtitel en kiest u uit de lijst van mogelijke titels. Om een kolomtitel te verwijderen, klikt u met Ctrl ingedrukt op de kolomtitel en kiest u Kolom verwijderen. Raadpleeg voor een lijst van alle beschikbare kolomtitels voor wachtrijen en een korte beschrijving van elke titel pagina 104. In de volgende secties wordt aanvullende informatie gegeven over specifieke kolomtitels voor afdrukwachtrijen. Infoveld De uiterst linkse kolom van de wachtrij Blokkeren van de serverinterface van de Splash RPX-i is een veld met taakinfo. Het infoveld heeft twee weergave-opties: Info basis toont een symbool dat over de afdrukstatus van de taak informeert. Info gedetailleerd toont een symbool dat over de afdrukstatus van de taak informeert, met verschillende kleuren voor de achtergrond. Info-basis 1 Pictogrammen van Info-basis 1 DE WEERGAVEOPTIE VAN EEN INFOVELD KIEZEN Om tussen de opties te schakelen, klikt u met Ctr ingedrukt op de kop van de Info-kolom en kiest u Info-basis of Info-gedetailleerd op het menu dat verschijnt. In de wachtrij Actief is de verwerkings- en afdrukstatus van een taak zichtbaar in het veld Status. Wanneer een taak naar de wachtrij Fout wordt verplaatst, verschijnt de oorzaak van de fout in het veld Foutbericht. I: Heeft opgeslagen rasters (Afbeelding) T: Zal Color Tuning toepassen tijdens uitvoering (fijnafstemming)

DE SPLASH RPX-I GEBRUIKEN 17 P: Heeft Preflight-rapport R: Reeds verwerkt (RIP) S: Wordt ontvangen van netwerk (wordt in wachtrij geplaatst) Blanco: Volledig ontvangen, niet verwerkt Kloksymbool: Taak is gepland om later te worden afgedrukt OPMERKING: Wanneer meer dan een statusvoorwaarde op de taak van toepassing is, wordt de informatie in het veld Info-basis weergegeven volgens de bovenstaande hiërarchie. Zo wordt voor een taak met opgeslagen rasters en een Preflight-rapport I weergegeven in het infoveld. Info-gedetailleerd 1 Pictogrammen van Info-gedetailleerd 1 Info-gedetailleerd toont zes kolommen met kleurpictogrammen die de voortgang van een taak weergeven. I: Opgeslagen raster, wordt afgedrukt zonder nieuwe verwerking, symbool is paars als de taak opgeslagen rasters heeft, blanco als dat niet het geval is. T: Past Color Tuning toe tijdens de uitvoering, symbool is magenta als ColorTuner wordt toegepast, blanco als dat niet het geval is. P: Preflight-rapport, symbool is grijs als er een rapport is, blanco als dat niet het geval is. R: Reeds verwerkt (RIP), symbool is geel als de taak reeds verwerkt is, blanco als dat niet het geval is. S: Ontvangen/wordt ontvangen van het netwerk, symbool is blauw als de taak ontvangen is, half blauw als de ontvangst nog bezig is. Kloksymbool: Taak is gepland om later te worden afgedrukt. OPMERKING: Verscheidene velden van Info-gedetailleerd kunnen tegelijk worden weergeven.

DE SPLASH RPX-I GEBRUIKEN 18 Voorbeeldvenster Taken die op de Splash RPX-i zijn verwerkt, omvatten een voorbeeldweergave voor elke pagina van de taak. Als een taak niet verwerkt is, is geen voorbeeldweergave beschikbaar. Wanneer een taak verwerkt is, worden automatisch voorbeeldweergaven voor alle pagina s opgeslagen. Het voorbeeldvenster heeft een vaste grootte en kan niet buiten het hoofvenster van de serverinterface van de Splash RPX-i worden verplaatst. Door op de formaatknop links van het voorbeeldvenster te klikken, kunt u echter een nieuw voorbeeldvenster openen dat niet vast aan het hoofdvenster verbonden is. U kunt dit nieuwe voorbeeldvenster verplaatsen en van formaat veranderen. Het voorbeeldvenster toont ook het paginanummer van de miniatuurweergave. EEN VOORBEELD VAN EEN TAAK BEKIJKEN 1 Selecteer een verwerkte taak in de wachtrij Actief, Blokkeren of Fout. 2 Klik in het voorbeeldvenster op het vergrootglaspictogram. 1 Vergrootglaspictogram 1 1 Gebruik de pijlen om door het document te bladeren 2 Formaathandvat 3 Gebruik in de grotere weergave van het voorbeeld de pijlen om door het document te schuiven. Pas de grootte van het venster aan door de hoek rechts onder te slepen. 1 2

DE SPLASH RPX-I GEBRUIKEN 19 Statusindicatoren Rechts onder op de serverinterface van de Splash RPX-i wordt informatie weergegeven over de status van de laden van de kopieermachine en over de Splash RPX-i. Apparaat toont de status van de printer, met inbegrip van maximum drie foutberichten of waarschuwingen. De geïnstalleerde papierladen worden eveneens weergegeven, met de papierformaten die ze bevatten. Het type van papier dat in de kopieermachine geïnstalleerd is, wordt getoond wanneer u de cursor over de statusbalk van de lade beweegt. Ook de hoeveelheid papier die momenteel in elke lade aanwezig is, wordt weergegeven. De weergavebalken zijn groen als de laden 50% of meer gevuld zijn. De weergavebalken zijn geel als de laden tussen 25% en 50% gevuld zijn. De weergavebalken zijn rood als de laden 25% of minder gevuld zijn. De apparaatstatus informeert ook wanneer de kopieermachine geen papier meer bevat, wanneer er een papierstoring optreedt of het tonerpeil laag is. Splash toont de status van de Splash RPX-i, de netwerkactiviteit, de serverstatus (Niet actief, Gestopt of Bezig met verwerken), de datum van de laatste kalibratie en de beschikbare ruimte op de vast schijf. Het toont eveneens de verbindingsstatus voor het AppleTalk- en LPR-netwerk, de AppleTalk-naam en het IP-adres. Laatst gekalibreerd toont de datum en het tijdstip waarop het kalibratiehulpprogramma ColorCal voor het laatst werd uitgevoerd. Beschikbare schijfruimte toont de beschikbare ruimte op de vaste schuif van de Splash RPX-i, zowel numeriek als visueel.

DE SPLASH RPX-I GEBRUIKEN 20 Splash RPX-i hoofdmenu s De volgende menu s worden weergegeven op de Splash RPX-i: Apple, Splash Server, Bestand, Bewerken, Server, Profielen, Taken en Vensters. OPMERKING: Als u niet met beheerdersrechten inlogt, kunnen sommige opdrachten in elk menu uitgeschakeld of alleen-tonen zijn. Bovendien zijn sommige opdrachten functies van Mac OS en zijn ze niet van toepassing op de Splash RPX-i. Zie pagina 105 voor een beschrijving van de menu s. Taakinstellingen In het dialoogvenster Taakinstellingen kunt u de opties voor taken in de wachtrij Blokkeer of Fout bekijken en wijzigen. Raadpleeg de Kleurengids en Afdrukgids voor informatie over specifieke taakinstellingen. TAAKINSTELLINGEN BEWERKEN 1 Om het dialoogvenster Taakinstellingen te openen, dubbelklikt u op de taak in de wachtrij of selecteert u de taak en kiest u Taak bewerken op het menu Taken. 2 Klik om de beurt op de tabbladen om de taakinstellingen te bewerken. Overzicht toont de details van de taak. Als een Preflight-rapport uitgevoerd is, is de knop Preflight-rapport ingeschakeld en kunt u erop klikken om het rapport te openen. Er wordt ook een voorbeeld van de taak weergegeven.

DE SPLASH RPX-I GEBRUIKEN 21 Pagina toont de opties voor de paginaverwerking. Lade toont de opties voor de laden en de mediaverwerking.

DE SPLASH RPX-I GEBRUIKEN 22 Uitvoer toont de afwerkingsopties. Kleur toont de opties voor de kleurverwerking.

DE SPLASH RPX-I GEBRUIKEN 23 Kwaliteit geeft u de mogelijkheid om opties voor het afdrukken van tekst en afbeeldingen in te stellen. Extra s toont de instellingen voor bestandsbeheer en de overzichtsfuncties. Hier kunt u ook taken plannen.

DE SPLASH RPX-I GEBRUIKEN 24 Info toont de details van de taak.

DE SPLASH RPX-I GEBRUIKEN 25 Standaard taakinstellingen De standaard taakinstelingen geeft u de mogelijkheid om standaard afdrukopties in te stellen voor taken die niet worden verzonden met een Splash-PPD, of voor taken die worden verzonden met specifieke taakinstellingen ingesteld op de standaardinstelling voor printer. De instellingen omvatten alle modi voor kleurcorrectie en afdrukken, samen met de papiertypen. Het dialoogvenster Standaard taakinstellingen wordt geopend wanneer u in het menu Taken Standaardinstellingen bewerken kiest. OPMERKING: U moet met beheerdersrechten inloggen om de standaard taakinstellingen te kunnen wijzigen. Standaard taakinstellingen bewerken De volgende procedure legt uit hoe u standaard taakinstellingen bewerkt. STANDAARD TAAKINSTELLINGEN AANPASSEN 1 Kies Standaard taakinstellingen bewerken in het menu Taken. Het dialoogvenster Standaard taakinstellingen wordt weergegeven. 2 Klik op de tabbladen Pagina, Lade, Uitvoer, Kleur, Kwaliteit en Extra s en geef op elk tabblad de instellingen op. 3 Klik op OK om uw instellingen op te slaan. De Splash RPX-i past de standaard taakinstellingen in de volgende situaties toe: Op grafische bestanden (EPS, TIFF, TIFF/IT, CT/NLW, PSD, PDF, PDF-X1/a, ExportPS, en PDF2Go) of PostScript-bestanden die in de Sleepmap geplaatst zijn of naar de wachtrij Actief of Blokkeren gesleept zijn. Op grafische bestanden die van een client op een TCP/IP-netwerk zijn ontvangen. Standaard taakinstellingen voor PostScript-afdrukken De standaard taakinstellingen worden ingesteld op de Splash RPX-i. De standaard taakinstellingen worden toegepast p taken die niet met een Splash RPX-i-PPD zijn verzonden. De standaard taakinstellingen worden toegepast op taken uit de volgende bronnen: Taken van UNIX-clients Mac OS-taken die niet-splash-ppd s gebruiken Windows 2000/XP/Server 2003-taken die niet-splash-ppd s gebruiken Taken van clients als standaardinstelling voor printer gedefinieerde afdrukopties

DE SPLASH RPX-I GEBRUIKEN 26 Rasterbestanden beheren Rasterbestanden kunnen worden opgeslagen met de taakinstellingen voor Bestandsbeheer: Verwerken en blokkeren, Afdrukken en blokkeren of Postflight kleur en blokkeren. Taken met opgeslagen rasterbestanden kunnen opnieuw worden afgedrukt zonder ze opnieuw te verwerken, afhankelijk van de servervoorkeuren van de geselecteerde Splash RPX-i en taakopties. Zo is voor kalibratie geen nieuwe verwerking nodig. Wanneer een taak zodanig wordt bewerkt dat ze opnieuw moet worden verwerkt, krijgt u een waarschuwing dat de aan de taak gekoppelde rasterbestanden zullen worden verwijderd. U moet de bewerking bevestigen of annuleren. De volgende opties vereisen een nieuwe verwerking: Pagina: Paginabereik, Dubbelzijdig, Papierformaat dwingen, Schalen, Pagina roteren en Inslagopties (indien Inslag: Stap en herhaal geselecteerd is, moet het bestand opnieuw worden verwerkt als Aantal exemplaren gewijzigd is.) Lade: Ladekeuze, keuze van het papiertype Kleur: Alle opties Kwaliteit: Alle opties Extra s: Verwerken en blokkeren, Postflight kleur en blokkeren, Scheidingen, Afbeelding negatief, Automatische grijswaardendetectie, Controlestrook afdrukken, Opslaan als TIFF, Afbeelding spiegelen en Infostrook afdrukken Info: Gebruikersnaam en Taakopmerking, als de optie Afdrukinfo voor de taak ingeschakeld is Het bewerken van de servervoorkeuren van de Splash RPX-i vereist geen nieuwe verwerking van de taken. Voor sommige taken kan het nodig zijn dat u het rasterbestand verwijdert en het bestand opnieuw verwerkt opdat de wijzigingen zouden worden toegepast. RASTERBESTANDEN VERWIJDEREN Selecteer de taak en kies Taak verwijderen in het menu Taken, of klik op Verwijderen. Als bestanden die u hebt geselecteerd rasterbestanden hebben, vraagt een dialoogvenster u om te annuleren, het afbeeldingsbestand te verwijderen of de volledige taak te verwijderen. U kunt rasterbestanden bovendien verwijderen door het wachtrijbestand naar het pictogram Prullenbak op het bureaublad van Mac OS te slepen. Wachtrijbestanden en rasterbestanden worden zonder waarschuwing verwijderd.

DE SPLASH RPX-I GEBRUIKEN 27 Verwerking tijdens afdrukken Automatische RIP-While-Print (Verwerking tijdens afdrukken) beperkt de wachttijd voor het afdrukken, door ervoor te zorgen dat de Splash RPX-i nooit inactief is wanneer er taken aanwezig zijn. RIP-While-Print (Verwerking tijdens afdrukken) traceert alle afdruktaken, met inbegrip van de taken die in transit zijn naar de Splash RPX-i, en stuurt de Adobe CPSI-verwerking (Configurable PostScript Interpreter) van taken, waarbij de taak die op het ogenblik zelf wordt verwerkt de hoogste prioriteit heeft. Verwerking tijdens ontvangst Automatische Verwerking tijdens ontvangst beperkt de wachttijd voor het afdrukken, door ervoor te zorgen dat de Splash RPX-i nooit inactief is wanneer er afdruktaken aanwezig zijn. Verwerking tijdens ontvangst traceert alle afdruktaken, met inbegrip van de taken die in transit zijn naar de Splash RPX-i, en stuurt de CPSI -verwerking. De taak die op het ogenblik zelf wordt verwerkt heeft de hoogste prioriteit en wordt als eerste voltooid, ongeacht het feit of een andere taak volledig in de wachtrij is geplaatst. OPMERKING: In omgevingen waarin zeer grote taken worden afgedrukt, kunt u desgewenst Verwerking tijdens ontvangst uitschakelen, zodat kleine taken worden afgedrukt voor grote taken in de wachtrij geplaatst zijn. Gebruik de servervoorkeuren in het deelvenster Netwerk om Verwerking tijdens ontvangst uit te schakelen. Als een fout optreedt, wordt de taak naar de wachtrij Fout verplaatst nadat ze in wachtrij geplaatst is. U kunt de taak opnieuw starten nadat de fout gecorrigeerd is. De taak moet niet opnieuw vanaf de client worden verzonden. Verwerking tussen taken De Splash RPX-i begint automatisch met de verwerking van een tweede taak zodra de verwerking van de eerste taak voltooid is. Hij wacht niet tot de eerste taak afgedrukt is. Instant-herdruk Instant-herdruk maakt het mogelijk om verwerkte bestanden herhaaldelijk af te drukken zonder de taak elke keer opnieuw te verwerken. Taken met een I in het veld Infogedetailleerd van de afdrukwachtrij worden afgedrukt zonder opnieuw te worden verwerkt. OPMERKING: Instant-herdruk is een functie van de Splash RPX-i-server en vereist geen tussenkomst van de gebruiker. De wijziging van bepaalde taakinstellingen kan ertoe leiden dat de taak opnieuw wordt verwerkt. Zie pagina 26 voor een lijst van deze instellingen. Opeenvolgende taken afdrukken De Splash RPX-i begint de volgende beschikbare taak onmiddellijk af te drukken. De Splash RPX-i moet niet wachten tot de cyclus van de kopieermachine voltooid is voor hij de volgende taak afdrukt. Indien echter binnen de 30 seconden geen taak beschikbaar is, schakelt de Splash RPX-i de kopieermachine uit.

DE SPLASH RPX-I GEBRUIKEN 28 Taakfouten controleren De Splash RPX-i biedt twee manieren om een taak op fouten te controleren voor ze wordt afgedrukt: Preflight en Postflight kleur. U kunt met Preflight controleren of een bestand fouten bevat. Om de elementen in het bestand te identificeren die het probleem veroorzaken, gebruikt u Postflight kleur. Preflight De functie Preflight geeft u de mogelijkheid om taken voor het afdrukken op potentiële problemen te onderzoeken. Ze produceert een tekstrapport dat u kunt bekijken en afdrukken. Potentiële problemen zijn onder meer: PostScript-fouten Ontbrekende lettertypen en lettertypenvervangingen Kleurmodus van elk item (RGB, CMYK, Steun) in het bestand Paginaformaat Steunkleuren die niet door de Splash Server worden gedefinieerd EEN TAAK OP POTENTIËLE FOUTEN ONDERZOEKEN 1 Selecteer de taak in de afdrukwachtrij en kies Preflight in het menu Taken. De taak wordt voor de Preflight-verwerking naar de wachtrij Actief verplaatst en daarna weer naar de wachtrij Blokkeren verplaatst, nadat de verwerking voltooid is. 2 Kies Preflight weergeven in het menu Taken. Het dialoogvenster Resultaten van Preflight wordt weergegeven. 3 Klik op Afdrukken om een rapport op papier af te drukken. 4 Klik op OK om af te sluiten. U kunt het Preflight-rapport nu gebruiken om fouten te identificeren en te herstellen.

DE SPLASH RPX-I GEBRUIKEN 29 Postflight kleur De functie Postflight kleur geeft u de mogelijkheid om te bepalen waar problemen zich bevinden. Wanneer u een Postflight kleur-controle uitvoert, wordt een afdruk van het bestand met kleurencodering geproduceerd. EEN POSTFLIGHT-CONTROLE UITVOEREN Selecteer de taak in de afdrukwachtrij en kies Postflight kleur in het menu Taken. Selecteer de taak in de afdrukwachtrij en klik op het pictogram Postflight kleur op de werkbalk. Wanneer de taak geopend is, selecteert u Postflight en blokkeren in het tabblad Bestandsbeheer van het printerstuurprogramma. De taak wordt voor de Postflight-verwerking en het afdrukken naar de wachtrij Actief verplaatst en daarna weer naar de wachtrij Blokkeren verplaatst, nadat de verwerking en het afdrukken voltooid zijn. Terwijl de taak wordt verwerkt, ziet u een voorbeeld van de Postflight in het voorbeeldvenster. In de afgedrukte Postflight van de taak zijn alle CMYK-gegevens (tekst, afbeeldingen en tekeningen) in cyaan afgedrukt, alle RGB-gegevens in rood, alle steunkleurgegevens in geel en alle grijswaardengegevens in grijswaarden. Als u data van een kleurenmodus naar een andere kleurenmodus wilt omzetten, bijvoorbeeld CMYK naar Steunkleur, gebruikt u de toepassing ColorTuner. Raadpleeg voor meer informatie over ColorTuner de Kleurengids.

GEAVANCEERDE FUNCTIES VAN DE SPLASH RPX-I 30 GEAVANCEERDE FUNCTIES VAN DE SPLASH RPX-I Dit hoofdstuk beschrijft een aantal geavanceerde tools voor taakbeheer die de Splash RPX-i biedt. Deze functies omvatten: Lade-uitlijning Afdrukinfo/Controlestrook Beveiligde toegang Rastervoorkeuren Opties Takenlogboek Inslag Lade-uitlijning Met Lade-uitlijning kunt u verticale en horizontale verschuivingen instellen voor een nauwkeurige uitlijning van afdrukmarges en snijtekens, zowel voor enkelzijdige als voor dubbelzijdige taken. De verschuivingen verschillen voor Zijde 1/simplex en Zijde 2. Wanneer u het dialoogvenster Lade-uitlijning voor het eerst opent, is Zijde 1 automatisch geselecteerd. Lijn Zijde 1 uit en lijn vervolgens Zijde 2 uit. Lade-uitlijning ondersteunt de configuratie van individuele verschuivingen voor elke lade. U kunt dubbelzijdige taken in automatische dubbelzijdige modus naar elke lade verzenden, of dubbelzijdige taken manueel naar Lade 5 verzenden, voor papiersoorten die niet automatisch dubbelzijdig kunnen worden bedrukt. OPMERKING: Lijn Zijde 1 uit om kleine afwijkingen tijdens normaal afdrukken te corrigeren. Als de verschuivingen voor Zijde 1 groter zijn dan enkele pixels, heeft de kopieermachine onderhoud nodig. Bij grote verschuivingen kan afkappen optreden.

GEAVANCEERDE FUNCTIES VAN DE SPLASH RPX-I 31 LADE-UITLIJNING INSTELLEN 1 Kies Lade-uitlijning in het menu Bestand. 2 Klik op Zijde 1 en selecteer een lade. Het papierformaat en het mediatype worden automatisch geselecteerd, behalve voor Lade 5. Voor Lade 5 moet u het papierformaat en het mediatype opgeven. 3 Klik op Taak testen om een testpagina af te drukken. 4 Volg de instructies op de pagina om de waarden voor de verschuiving te meten en in te voeren in de velden Invoerrichting en Kruisrichting. 5 Klik op Taak controleren en kijk het afgedrukte doel na. 6 Als het afgedrukte doel niet goed uitgelijnd is, moet u de waarden aanpassen. 7 Herhaal stappen 4 tot 6 zo vaak als nodig. 8 Klik op Bijwerken wanneer de correcte uitlijning bereikt is.

GEAVANCEERDE FUNCTIES VAN DE SPLASH RPX-I 32 9 Klik op Zijde 2 om uit te lijnen voor een dubbelzijdige taak. 10 Selecteer een lade en een kantlijn. Het papierformaat en het mediatype worden automatisch geselecteerd, behalve voor Lade 5. Voor Lade 5 moet u het papierformaat en het mediatype opgeven. 11 Herhaal stappen 3 tot 8.

GEAVANCEERDE FUNCTIES VAN DE SPLASH RPX-I 33 Functies voor Lade-uitlijning De volgende functies in het dialoogvenster Lade-uitlijning geven u de mogelijkheid om enkelzijdige en dubbelzijdige taken te configureren en af te drukken. Testpatroon: Helpt bij het bepalen van de verschuivingswaarden die nodig zijn om de uitvoer op een enkelzijdige pagina te centreren en om de twee zijden van een dubbelzijdige taak correct uit te lijnen. Selecteer een lade voor een enkelzijdige taak of selecteer een lade en een kantlijn voor een dubbelzijdige taak, en klik vervolgens op Taak testen. Een testpatroon wordt afgedrukt met de verschuivingswaarden 0 pixels voor zowel de verticale als de horizontale verschuiving. Het testpatroon bevat instructies om de juiste verschuivingswaarden te bepalen, afhankelijk van de uitlijning voor Zijde 1 (enkelzijdig) of Zijde 2 (dubbelzijdig). Meet voor enkelzijdig het doel met een liniaal en bereken de aanpassing, of schat visueel of de uitvoer gecentreerd is op het doel. Voor dubbelzijdig moet u de patronen op beide zijden van de pagina s met elkaar uitlijnen. Verificatiepatroon: Toont de gevolgen van de ingevoerde verschuivingswaarden. Nadat u de horizontale en verticale verschuivingswaarden hebt ingevoerd, verifieert u de resultaten door op Taak controleren te klikken. Het verificatiedoel wordt afgedrukt met de verschuivingswaarden die u hebt ingevoerd. Onderzoek het afgedrukte doel. Als het niet correct is gecentreerd of uitgelijnd, moet u de waarden aanpassen. OPMERKING: Om de verschuivingswaarden bij te werken zonder een verificatiedoel af te drukken, selecteert u de gewenste lade en kantlijn en klikt u op Bijwerken. Verschuivingswaarden opgeven: De minimale verschuivingswaarde is -999 en de maximale verschuivingswaarde is +999. Als u een verschuiving invoert die tot gevolg zou hebben dat een bepaald paginaformaat de marges buiten het afdrukgebied zou afdrukken, wordt de marge automatisch in de maximale waarde gewijzigd. De linkermarge is bijvoorbeeld -70 pixels. Als u een waarde van -100 invoert voor de verschuiving voor de uitlijning, wordt de marge gewijzigd in -70 voor de dubbelzijdige taak. De instelling voor Ladeuitlijning blijft -100. Als voor een lade geen verschuivingswaarde wordt ingevoerd, wordt de standaard verschuivingswaarde voor de uitlijning op nul gezet. OPMERKING: Als de lade-uitlijning voor Zijde 2 op de printer zeer sterk afwijkt, is het mogelijk dat het doel met het testpatroon een foute afstemming geeft en dat het verificatiedoel niet uitlijnt op 0,0. In dit geval moet u de verschuivingen handmatig afstellen tot het verificatiedoel uitlijnt op 0,0.

GEAVANCEERDE FUNCTIES VAN DE SPLASH RPX-I 34 Printinfo De functie Printinfo geeft u de mogelijkheid om een infostrook af te drukken op een taak. Dit helpt u bij het traceren van de taakinstellingen die worden gebruikt wanneer hetzelfde bestand op verschillende manieren wordt uitgevoerd, zodat u de herkomst van elke uitvoer kunt bepalen. De informatie wordt aan de bovenzijde of de onderzijde van de pagina afgedrukt, afhankelijk van de gekozen locatie, en op elke pagina van de taak. Wanneer u de voorkeuren voor Afdrukinfo instelt, kunt u de controlestrook inschakelen. De controlestrook is een reeks stalen voor kleurencontrole op de rand van de uitvoer. Afdrukinfo configureren De configuratie van Afdrukinfo bepaalt de inhoud en de locatie van de infostrook. Zie pagina 35 om Afdrukinfo voor een taak in te schakelen. Kies Afdrukinfo op het menu Server om Afdrukinfo te configureren. Het dialoogvenster Afdrukinfo wordt weergegeven. Paginaverwerking geeft u de mogelijkheid om de optie Paginaformaat promoten te gebruiken om de taak af te drukken op het volgende grotere beschikbare papierformaat. Hoewel de taak gecentreerd op de pagina wordt afgedrukt, wordt ze niet op het nieuwe papierformaat geschaald. Als Lade 5 gebruiken indien nodig geselecteerd is en er geen papier beschikbaar is (of als het papier niet groot genoeg is) in Laden 1-4, wordt de taak afgedrukt op het paginaformaat van Lade 5. OPMERKING: Deze functie wordt vervangen wanneer u in Taakopties Papierformaat dwingen selecteert.

GEAVANCEERDE FUNCTIES VAN DE SPLASH RPX-I 35 Snijtekens drukt snijtekens af rond het oorspronkelijke papierformaat van de afbeelding van de taak. Als de optie Negatief geselecteerd is en er op de pagina geen plaats is om de snijtekens naar buiten af te drukken, worden de snijtekens naar binnen op de pagina verplaatst. Als Negatief niet geselecteerd is en er op de pagina geen plaats is om de snijtekens naar buiten af te drukken, worden de snijtekens niet afgedrukt. Infostrook geeft u de mogelijkheid om de locatie te kiezen waar de infostrook wordt afgedrukt (bovenzijde of onderzijde van de pagina) en om de grootte van het lettertype te kiezen. OPMERKING: De controlestrook wordt altijd op de onderzijde van de pagina afgedrukt, ongeacht de instelling voor de positie van de infostrook. Afdrukvoorkeuren geeft u de mogelijkheid om op te geven welke informatie op de infostrook wordt afgedrukt. De standaardwaarden zijn gebruikersnaam, taaknaam, taakopmerking en datum en tijdstip van de verwerking. OPMERKING: Alleen de voorkeuren die u selecteert, worden afgedrukt. Als u geen voorkeur selecteert in Voorkeuren afdrukken, wordt geen plaatsaanduiding op de pagina afgedrukt. Controlestrook geeft u de mogelijkheid om de controlestrook in te schakelen en er opties voor op te geven, zoals kleurvlakken, grijsbalans, EPS-bestand (bestandsnaam) en hoogte. De afbeelding van de controlestrook overschrijft de taakafbeelding als ze op hetzelfde deel van de pagina komt. De controlestrook wordt niet afgedrukt op papierformaten die kleiner zijn dan Letter. OPMERKING: De Splash RPX-i levert een standaard controlestrook. Deze controlestrook kan worden vervangen door elke ander bestand in EPS-formaat. Infostrook afdrukken inschakelen Om taak per taak Infostrook afdrukken in te schakelen op de Splash RPX-i of op een clientwerkstation, moet u Taakopties bewerken. INFOSTROOK AFDRUKKEN INSCHAKELEN VOOR EEN TAAK 1 Dubbelklik op de taak in de wachtrij Blokkeren of selecteer de taak en kies Taak bewerken op het menu Taken. Het dialoogvenster Taakopties wordt weergegeven. 2 Selecteer het tabblad Extra s. 3 Selecteer Infostrook afdrukken in het gedeelte Overzichtsfuncties. 4 Klik op OK. 5 Sleep de taak van de wachtrij Blokkeren naar de wachtrij Actief om ze af te drukken. OPMERKING: U kunt Infostrook afdrukken ook inschakelen op het tabblad Standaard taakinstellingen:extra s.

GEAVANCEERDE FUNCTIES VAN DE SPLASH RPX-I 36 Beveiligde toegang Met Beveiligde toegang kunt u het afdrukken naar de Splash RPX-i beperken door combinaties te definiëren van gebruikersnamen, wachtwoorden en rekeningnummers die moeten worden ingevoerd en gecontroleerd voor een taak wordt afgedrukt. U kunt Beveiligde toegang ook gebruiken zonder de controlefunctie, om het loggen van taken te verbeteren door gebruikersnamen en rekeningnummers te vragen voor een taak wordt afgedrukt. Rekeningen met Beveiligde toegang worden op de server ingesteld en beheerd. Gebruikers worden op hun werkstation naar de vereiste informatie gevraagd. De validatie van de informatie, indien vereist, wordt uitgevoerd door de Splash RPX-i. Als de informatie ongeldig is, worden de bezoekers gevraagd de correcte informatie in te voeren voor de taak wordt afgedrukt. BEVEILIGDE TOEGANG STARTEN 1 Meld u aan met beheerdersrechten en kies Beveiligde toegang op het menu Server. 2 Klik op Beveiligde toegang inschakelen.

GEAVANCEERDE FUNCTIES VAN DE SPLASH RPX-I 37 3 Selecteer de gewenste opties en selecteer vervolgens Controleren om aan te geven welke opties moeten worden gecontroleerd. U kunt Gebruiker, Wachtwoord en Rekeningnummer verifiëren. OPMERKING: Als u Wachtwoord selecteert, moet u Gebruiker selecteren en Controleren selecteren voor beide instellingen. Met Wachtwoord gewist, kunt u kiezen of u Gebruiker wel of niet controleert. Wanneer de optie Controleren gewist is, verwerkt de Splash RPX-i elke taak waarvoor de geselecteerde informatie verschijnt. De gebruiker en het rekeningnummer worden uitgevoerd naar het takenlogboekbestand. OPMERKING: Bestanden die in de Sleepmap of in een Hot Folder zijn geplaatst of die naar een van de afdrukwachtrijen worden gesleept, geven altijd een fout wanneer Beveiligde toegang ingeschakeld is, tenzij u Sleepmaptaken uitsluiten selecteert. Als deze optie geselecteerd is, worden de bestanden ongeacht de instellingen voor Beveiligde toegang afgedrukt. 4 Typ een foutbericht. Wanneer een gebruiker verkeerdelijk informatie voor Beveiligde toegang invoert op een clientwerkstation, geeft de Splash RPX-i een foutbericht op het werkstation. Bewerk dit foutbericht om specifieke contactinformatie te geven voor gebruikers van een bepaalde server. De velden Foutbericht en E-mailadres aanvaarden maximum 255 tekens. Beveiligde toegang op clientwerkstations gebruiken Wanneer Beveiligde toegang geconfigureerd is op de Splash RPX-i moeten de gebruikers het printerstuurprogramma Beveiligde toegang installeren dat bij de Splash RPX-i wordt geleverd. Raadpleeg voor installatie-instructies Introductie en de Afdrukgids. Afdrukken met beveiligde toegang Afdrukken met het printerstuurprogramma Beveiligde toegang is hetzelfde als afdrukken met het standaard printerstuurprogramma, met het verschil dat het printerstuurprogramma u om de informatie voor Beveiligde toegang vraagt. Voor toepassingen die hun eigen dialoogvenster voor het afdrukken leveren, zoals QuarkXpress en InDesign, moet u de afdrukknop kiezen opdat de toepassing de informatie voor Beveiligde toegang zou vragen.

GEAVANCEERDE FUNCTIES VAN DE SPLASH RPX-I 38 Gebruikers instellen De functie Gebruikers geeft u de mogelijkheid om gebruikers met beveiligde toegang in te stellen of scanpostvakken in te stellen. Zie pagina 94 voor meer informatie over het instellen van postvakken. GEBRUIKERS INSTELLEN 1 Kies Gebruikers in het menu Server. 2 Klik in het deelvenster Identiteit op + om een nieuwe gebruiker toe te voegen. 3 Typ de vereiste informatie in de velden Naam, Wachtwoord en Controleren. Het veld Naam aanvaardt maximum 24 tekens. Het veld Wachtwoord aanvaardt maximum 8 tekens. U kunt een onbeperkt aantal gebruikers toevoegen aan de lijst Gebruikers. Als u echter tracht een gebruiker in te voeren die al bestaat, krijgt u een waarschuwing die vraagt of u de bestaande gebruiker wilt vervangen. 4 Klik op OK. 5 Om de naam of het wachtwoord van een gebruiker te wijzigen, selecteert u de naam van de gebruiker in het deelvenster Identiteit en bewerkt u de informatie. 6 Om een gebruiker uit de lijst te verwijderen, selecteert u zijn naam en klikt u op -.

GEAVANCEERDE FUNCTIES VAN DE SPLASH RPX-I 39 Rekeningen Gebruik Rekeningen om afdrukrekeningen in te stellen voor gebruik met Beveiligde toegang. REKENINGEN INSTELLEN 1 Kies Rekeningen in het menu Server. 2 Klik op + om een nieuwe rekening toe te voegen. 3 Geef indien nodig een rekeningsnaam en een beschrijving op. Het veld Nummer aanvaardt maximum 32 tekens. Het veld Beschrijving aanvaardt maximum 100 tekens. OPMERKING: Gebruik voor rekeningnamen uitsluitend alfanumerieke tekens. De beschrijving van de rekening geeft u de mogelijkheid om meer informatie over de rekening te vermelden dan in de rekeningnaam kan worden bewaard. De beschrijving van de rekening is niet verplicht en wordt door Beveiligde toegang nergens anders gebruikt. 4 Klik op OK. 5 Om rekeninginformatie te bewerken, selecteert u de rekeningnaam en wijzigt u de informatie in de velden Nummer en Beschrijving. 6 Om een rekening te verwijderen, selecteert u de rekeningnaam en klikt u op -.

GEAVANCEERDE FUNCTIES VAN DE SPLASH RPX-I 40 Rastervoorkeuren De functie Rastervoorkeuren geeft u de mogelijkheid om rastermethoden te selecteren, aangepaste rasters te maken, het aantal regels per inch op te geven en sets van rastervoorkeuren te maken. U kunt vervolgens tussen courante rasterconfiguraties schakelen zonder elke keer details te moeten opgeven. RASTERVOORKEUREN INSTELLEN 1 Kies Rastervoorkeuren in het menu Server. 2 Klik op Nieuw om een nieuwe set rastervoorkeuren aan te maken. Het dialoogvenster Rastervoorkeuren wordt weergegeven.

GEAVANCEERDE FUNCTIES VAN DE SPLASH RPX-I 41 3 Maak de gewenste selecties en klik op OK. Frequentie en hoek zijn standaard termen voor halftoonrasters. Steunfunctie is de PostScript-code die het halftoonraster definieert. Klik op Aangepast om dit te bewerken. OPMERKING: Een verkeerd ingevoerde PostScript-code kan tot een verkeerde uitvoer en tot PostScript-fouten leiden. De naam die u de set van rastervoorkeuren hebt gegeven, verschijnt in de lijst van sets van rastervoorkeuren. 4 Om een set van rastervoorkeuren te wijzigen, selecteert u de naam in de lijst en klikt u op Bewerken, Dupliceren of Verwijderen.

GEAVANCEERDE FUNCTIES VAN DE SPLASH RPX-I 42 Opties Takenlogboek Als Takenlogboek ingeschakeld is, kunt u het takenlogboek afdrukken of exporteren. Het takenlogboek is een door tabs gescheiden tekstbestand dat u kunt importeren in Microsoft Excel of andere spreadsheet-toepassingen. U moet Takenlogboek inschakelen in de servervoorkeuren van de Splash RPX-i. Raadpleeg de Configuratiegids voor meer informatie over het instellen van voorkeuren voor het takenlogboek. Wanneer u Takenlogboek hebt ingeschakeld, kunt u op elk ogenblik een takenlogboek afdrukken. HET TAKENLOGBOEK AFDRUKKEN EN EXPORTEREN 1 Kies Takenlogboek afdrukken in het menu Bestand. Het dialoogvenster Takenlogboek afdrukken wordt weergegeven. 2 Selecteer de papierlade, het sorteercriterium en bepaal of de afdruk vanaf het laatste rapport begint of alle ingangen omvat. 3 Klik op OK. Het takenlogboek wordt verwerkt en afgedrukt. 4 Om het takenlogboek te exporteren, kiest u Takenlogboek exporteren in het menu Bestand. Als het takenlogboek met succes naar het bureaublad van de computer is geëxporteerd, bevestigt een boodschap dat de export geslaagd is. U kunt het takenlogboek direct vanaf het bureaublad openen of het naar een spreadsheettoepassing exporteren. Raadpleeg pagina 110 voor informatie over de soorten informatie die in het takenlogboek worden weergegeven. OPMERKING: U kunt vanaf de kopieermachine een rapport van de scangeschiedenis afdrukken.