Werkstuk Aardrijkskunde Suriname

Vergelijkbare documenten
Geschiedenis van Suriname. De creolen na de afschaffing van de slavernij

: de verbroederingspolitiek

SO 2 Tijdvak I AVONDMAVO Staat en Natie. Dit SO bestaat uit 37 vragen. 29 openvragen en 8 meerkeuze vragen.

Geschiedenisvan Suriname. 1980: de staatsgreep

7.6. Paragraaf 1 Suriname ontstaat als slavenkolonie. Boekverslag door H woorden 31 januari keer beoordeeld

Toetsvragen Geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 7 Toetsvragen

PULO / MULO staatsexamen lesmateriaal Vak: Geschiedenis Les 6

Geschiedenis groep 6 Junior Einstein

Het mysterie: Moord op Lumumba

Hoe zit het met de Surinaamse geschiedenis, de betrokkenheid van Nederland bij Suriname en de macht van Desi Bouterse?

Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten

Werkstuk Geschiedenis Nederland in de 19e eeuw

TIJDVAK 7 Bepoederde pruiken, bruisende ideeën

5.2. Praktische-opdracht door een scholier 1531 woorden 18 september keer beoordeeld. Geschiedenis. Inleiding

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme

6.1. Boekverslag door woorden 17 december 2002 Inleiding: Vak Geschiedenis. 319 keer beoordeeld

Toetsvragen geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 8 Toetsvragen

Opstel Aardrijkskunde Conflicten in Syrie

DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: Hebben alle partijen min of meer gelijke kansen in de campagneperiode?

2,1: Nederlands-Indië, 19 e eeuw

5,7. Werkstuk door een scholier 2162 woorden 23 januari keer beoordeeld. Geschiedenis. Voorwoord

Welke wapens worden voor het eerst gebruikt in de Eerste Wereldoorlog? 1. Geweren en gifgas. 2. Machinegeweren en gifgas. 3. Gifgas en pistolen.

Welke woorden komen bij je op als je deze beelden ziet?

5,9. Samenvatting door een scholier 1292 woorden 15 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer


Samenvatting Geschiedenis geschiedenis samenvatting H4

Samenvatting Geschiedenis Module 5

Verenigde Staten Ontwikkeling van de burgerrechten

Na de WOI vluchtte de keizer naar Nederland

Indonesian Times blz. 4 toch niet vrij? en spotprent

Examenopgaven VMBO-KB 2004

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6

Industriële Revolutie

Bevolkingsgroepen DOE KAART 1. Naam van het project. Als je voor deze opdracht kiest leer je meer over een bepaalde bevolkingsgroep.

5,8. Werkstuk door een scholier 1392 woorden 14 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Inleiding

5.7. Werkstuk door een scholier 1836 woorden 20 mei keer beoordeeld. Geschiedenis. Opdracht: Politieke brandhaarden

Veel Europese landen (vooral Engeland, Frankrijk, Portugal en Nederland) veroverden veel (overzeese) gebieden, kolonies. Waarom?

Geschiedenis kwartet Tijd van jagers en boeren

Tijd van monniken en ridders Vroege Middeleeuwen. Tijd van jagers en boeren Prehistorie v C

Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland

Suriname in de kijker

Spreekbeurt Aardrijkskunde De Verenigde Staten: land van migranten

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB

GESCHIEDENIS SO3 TV

S.O. 2 Tijdvak I AVONDMAVO

Werkstuk Geschiedenis Vlaams Waals conflict

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 10: tijd van televisie en computer


Antwoorden Maatschappijleer Hoofdstuk 2

De indianen als 1e bewoners. 2 De komst van de Europeanen. 3 De komst van de Afrikanen. Boekverslag door M woorden 14 juni 2007

Een democratie is een staatsvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming.

Suriname onder Nederlands bestuur

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties

Het zeilschip, de Lala Rookh dat op 5 juni 1873 in ons land arriveerde, had... immigranten aan boord. A Chinese B Hindostaanse C Javaanse D Portugese

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Nederlands buiten Europa

Examen VMBO-GL en TL 2005

MODULE I EUROPA: NOOIT MEER OORLOG!

Werkstuk Aardrijkskunde Suriname

: de komst van contractarbeiders

een zee van tijd een zee van tijd Werkblad 17 Ω Over Indië en Suriname Ω Les 1: Van Batavia tot Jakarta Naam:

Eindexamen geschiedenis vwo II

Tijd van burgers en stoommachines Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd?

Samenvatting Geschiedenis Van Accra tot Amsterdam

Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat

De kloof wordt breder. Boekverslag door H woorden 15 februari keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Hitler op weg naar de macht Wie was Adolf Hitler?

Werkstuk Aardrijkskunde Suriname

Tijd van burgers en stoommachines Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd?

VAK : GESCHIEDENIS DATUM: DONDERDAG 17 JULI 2008 TIJD : UUR TIJDSBEPALING

Werkstuk Geschiedenis Jodenhaat in de Tweede Wereldoorlog

: 8270 km2 (1/4e van Nederland).

Praktische opdracht Aardrijkskunde Criminaliteit in Nederland

Samenvatting Maatschappijleer Politiek

Schoolonderzoek II Geschiedenis Staat en Natie Tijdvak I

Vervolg en einde van De Koude Oorlog: (10.1 & 10.3)

Onderzoeksvraag: Welke motieven hadden de Europeanen om in Afrika en Zuidoost-Azië een groot koloniaal imperium op te bouwen?

Werkstuk Geschiedenis Franse Revolutie

GESCHIEDENIS VOOR VMBO BOVENBOUW 3 VMBO KGT-EDITIE WERKBOEK

5.4. Boekverslag door B woorden 2 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer. Inhoudsopgave

Les 11 Van zeehelden/ontdekkingsreizigers tot kolonisators

5,1. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders.

Instructie: Landenspel light

Tijd van pruiken en revoluties

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5: Durf te denken! / de Verlichting

5,8. Par 1: Staat! Par 2: Rechtstaat! Stelling door een scholier 1818 woorden 3 november keer beoordeeld.

Opdracht Maatschappijleer Integratie en immigratie

Samenvatting Aardrijkskunde Afrika

Geschiedenis Amerika en Frankrijk in de tijd van pruiken en revoluties: een overzicht. Een les van: Bor

GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1

Geschiedenis en Staatsinrichting TL Bohemen, Houtrust, Kijkduin

Werkstuk Geschiedenis Spaanse burgeroorlog

VAK : GESCHIEDENIS DATUM : DINSDAG 14 JULI 2015 TIJD : UUR UUR. Tijdsbepaling 1

Tijd van burgers en stoommachines De sociale kwestie.

Tijd van burgers en stoommachines Het moderne imperialisme

1. Het begrip kan weg, omdat de overgebleven begrippen. Het begrip kan ook weg, omdat de overgebleven begrippen

Spreekpunten mw Bijleveld Nationale herdenking Slavernijverleden 1 juli

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen

Transcriptie:

Werkstuk Aardrijkskunde Suriname Werkstuk door een scholier 2598 woorden 16 maart 2004 5,5 120 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde H1: De situatie in Suriname voor de Dekolonisatie. - Sociaal: In de zeventiende en achttiende eeuw hadden de Nederlanders meegedaan met de slavenhandel van de Europeanen. Zo hadden ze grote aantallen slaven uit Afrika naar Suriname gebracht. Die moesten werken op de plantages. In 1863 werd de slavernij in Suriname afgeschaft. Daardoor begonnen de Nederlanders nieuwe arbeiders in te voeren: Javanen uit Indonesië en Hindoes uit India. Zo kwamen er allerlei verschillende groepen te wonen: Indianen, creolen (dat zijn mensen van Afrikaanse afkomst), Javanen, Hindoes en Nederlanders. Elke groep had zijn eigen normen en waarden, taal en godsdienst. De groepen leefden gescheiden van elkaar. - Politiek: Doordat de bevolking uit zoveel aparte groepen bestond, was het nationalisme in Suriname niet zo sterk als in Indonesië. Creolen, Hindoes en Javanen richtten hun eigen politieke partijen op, ze wilden wel meer zelfbestuur, maar geen onafhankelijkheid. In 1954 werd Suriname een zelfstandig onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden. - Cultureel: In 1863 was al negentig procent van de vroegere slaven officieel protestants of katholiek geworden. Toch gaven veel creolen hun traditionele godsdienst niet helemaal op, ze vonden dat het christendom en magie best goed bij elkaar pasten. De andere kleine groep van de bevolking in Suriname hield hun eigen godsdienst. Godsdienstige conflicten waren er niet in Suriname. De verschillende etnische groepen leefden vreedzaam naast elkaar, maar dat kwam ook meestal doordat ze gescheiden van elkaar leefden. https://www.scholieren.com/verslag/werkstuk-aardrijkskunde-suriname-15348 Pagina 1 van 7

- Economisch: In de periode 1945-1975 ging het niet zo goed met de economie van Suriname. Suriname was een van de vele ontwikkelingslanden. Als we kijken naar het BBP(Bruto Binnenlands Product:) in deze tijd kun je drie perioden onderscheiden. 1. Van 1954 tot 1963 steeg het BBP jaarlijks ongeveer met 5%. De bevolking nam in die periode echter toe met 3,6%, daardoor was er maar een lichte groei van het inkomen per hoofd van de bevolking, met gemiddeld 1,4% per jaar. 2. In de periode 1963-1968 steeg het BBP jaarlijks gemiddeld 13%. De bevolkingsgroei nam in deze periode iets af van 3,6% in 1963 tot 3,1 % in 1968. De sterke groei van het BBP komt doordat in deze periode de vraag naar aluminium steeg. Bauxiet is een belangrijke grondstof voor aluminium. De groei van bauxiet steeg daarom ook heel sterk. 3. Na 1968 is het BBP nauwelijks meer gestegen. In de periode 1968-1974 was er wel een groei van de lonen van zo 46% maar helaas stegen ook de prijzen met 44% dus dat scheelde eigenlijk niet veel. In 1974 bedroeg het inkomen per hoofd van de bevolking gemiddeld $1150, waarmee Suriname echt niet tot de armste van de ontwikkelingslanden hoorde. Dit redelijk hoge inkomen vergeleken met de andere ontwikkelingslanden, kwam vooral omdat er vanuit het buitenland veel vraag was naar bauxiet. Bauxiet was daardoor een van de belangrijkste inkomens voor het land. Het aandeel van de export waarde hiervan liep op van 82% in 1951 tot 91% in 1971. Door de concentratie van de Surinamers in de bauxietindustrie nam de kleinschalige landbouw af. Het aantal hectare grond waarop gewassen werden verbouwd bleef van 1930 tot 1970 hetzelfde, alleen nam de bevolking met zo n 150% toe. Ook ontstond er door de mechanisatie geen hogere productie en nam de werkgelegenheid in de agrarische sector alleen maar af. Nadelig was dat door de bauxietindustrie Suriname erg afhankelijk was van het buitenland, door de grote vraag van andere landen naar bauxiet. Ook het feit dat Suriname veel geld kreeg voor ontwikkelingshulp en de grote financiële bijdrages van de Nederlandse regering, maken dat ze erg afhankelijk waren van het buitenland. H2: De oorzaken voor de Dekolonisatie van Suriname. De verschillende partijen hebben aan de oorzaken van de dekolonisatie bijgedragen. Laten we beginnen met de Nederlanders. De Nederlanders waren niet tegen de dekolonisatie. Zij waren er zelfs vóór! De reden hiertoe was dat de Nederlanders van hun slechte imago af wilden. Het slechte imago hadden de Nederlanders opgelopen tijdens de slavenhandel. Nederland was één van de landen die het meest aan slavenhandel deed. De Nederlanders hadden hun slechte imago ook te danken aan het feit dat ze de mensen in hun kolonies slecht behandelden. Zo is er vastgesteld, dat op sommige plantages soms maar 1 blanke was op de 60 zwarte mensen. Maar om er voor te zorgen dat de zwarte mensen niet in opstand zouden komen, werden https://www.scholieren.com/verslag/werkstuk-aardrijkskunde-suriname-15348 Pagina 2 van 7

ze ruw behandeld zodat ze bang werden voor de blanken en dus ook voor de Nederlanders. De Surinaamse bevolking was onder te verdelen in ook weer twee groepen, namelijk de vóór- en de tegenstanders van de dekolonisatie. De tegenstanders wilden wel wat veranderen aan de maatschappij die er toen was, maar wilden het niet zo drastisch doen zodat ze gedekoloniseerd zouden raken. De vóórstanders waren het voor een groot deel wel met de tegenstanders eens. Zij wilden er wel voor zorgen dat ze zouden dekoloniseren en dat ze niet meer onder de hoede van de Nederlanders zouden vallen. Als banen waren, dan kregen de Surinamers altijd de slechtste banen en de Nederlanders namen altijd de beste banen in beslag. H3: Het verloop van de Dekolonisatie van Suriname en waarom daar geen oorlog voor nodig was. Het grote probleem in Suriname bij de realisering van de onafhankelijkheid was dat het land geen échte natie vormde. Van een nationaal cultureel besef was nooit sprake geweest. Ook de groter wordende Westerse culturele invloed droeg er niet aan bij dat de drie grootste bevolkingsgroepen, de Creolen, Hindoes en Javanen, meer een eenheid werden. Ze bleven hun eigen identiteit houden. Deze grote verschillen in cultuur hadden bij de Creolen tot een opwaardering van de eigen cultuur geleid. Zij vonden hun eigen cultuur heel belangrijk. Deze opwaardering riep bij de Hindoes weer een defensieve reactie op. Ook zij begonnen hun eigen cultuur op te waarderen. In 1970 vonden er nieuwe verkiezingen plaats. Het was een overwinning voor de partij van Henck Arron. Het resultaat hiervan was een kabinet zonder Hindoes. Deze ontwikkeling was niet gunstig, omdat de Hindoes geen macht meer hadden. De kans op verbroedering tussen de volken leek te zijn verdwenen. De tegenstellingen tussen Hindoes en Creolen verscherpten zich nadat premier Arron op 15 februari 1974 aankondigde dat zijn kabinet de overdracht van de soevereiniteit, de onafhankelijkheid dus, vóór het einde van 1975 wilde realiseren. De Hindoes waren bang voor een totale Creoolse overheersing. Dit blijkt uit het feit dat de Hindoes massaal naar Nederland vluchtten. De aankondiging van onafhankelijkheid door de (Creoolse) regering maakte de etnische tegenstellingen dus duidelijker dan ooit. Paramaribo werd herhaaldelijk opgeschrikt door brandstichtingen, demonstraties, relletjes en zelfs een keer door een korte gijzeling van premier Arron. Zowel in Suriname als in Nederland waren sterke stromingen aanwezig, die de onafhankelijkheid hadden bepleit. Hierdoor werd de aandacht voor de Surinaamse onafhankelijkheid steeds groter. Dat kwam misschien omdat Nederland op moest letten of de internationale reputatie geen gevaar leed, want nog niet zolang geleden had Nederland met harde hand had opgetreden op de Antillen en daar waren de https://www.scholieren.com/verslag/werkstuk-aardrijkskunde-suriname-15348 Pagina 3 van 7

Nederlanders flink op aangesproken door het buitenland. De premiers Den Uyl, Arron en Evertsz besloten in een protocol dat Suriname op geen later tijdstip dan einde 1975 onafhankelijk zou worden. Er werd besloten dat de Surinaamse bevolking nog vijf jaar vrij konden reizen tussen Suriname en Nederland. Daarna zou de bevolking moeten kiezen tussen de Surinaamse of Nederlands nationaliteit en zou de visumplicht van kracht worden. Een ander belangrijk onderwerp was de financiële afwikkeling. Over dat onderwerp waren de partijen nog minder eensgezind. Nederland wilde 800 miljoen gulden geven, de Surinaamse regering rekende op 10 miljard gulden. De Surinaamse regering misbruikte de angst van Nederland om te worden beschuldigd van kolonistisch en bemoeizuchtig gedrag. Steeds als er een ruzie dreigde te ontstaan, probeerde Nederland dat te voorkomen door meer geld te beloven. Uiteindelijk werd het bedrag vastgesteld op 3,2 miljard. Dat was wel gebonden hulp. Voor overleg en goedkeuring van de bestedingen werd de Commissie Ontwikkelingssamenwerking Nederland Suriname (CONS) opgericht. Zo hield Nederland dus ook na de onafhankelijkheid nog veel invloed op de gang van zaken in Suriname. Een week voor de onafhankelijkheid werd de nieuwe Surinaamse grondwet, waarin alle grondrechten en principes van een parlementair stelsel waren vastgelegd, met algemene stemmen door de regering aanvaard. Na verzoenende woorden en door de toezegging dat binnen acht maanden nieuwe verkiezingen zouden worden gehouden, gaven ook de Hindoes hun stem aan het grondwetsontwerp. Op 25 november 1975 werd de onafhankelijkheid uitgeroepen. Achteraf was Suriname dan wel in grote eensgezindheid onafhankelijk geworden, maar was daar eigenlijk nog niet aan toe. De onafhankelijkheid was vooral het gevolg van het Creoolse nationalisme, de rest van de bevolking had er geen behoefte aan. H4: De situatie in Suriname na de Dekolonisatie. Toen Suriname onafhankelijk werd, had het al een eigen volksvertegenwoordiging en regering. De democratie bleef gewoon bestaan, en de mensen hadden vertrouwen in de toekomst. Maar een paar jaar later was het vertrouwen bij veel mensen verdwenen. De regering werd beschuldigd van verspilling van het Nederlandse geld en er was veel vriendjespolitiek. In 1980 werd de macht in Suriname overgenomen door een groepje legerleiders onder leiding van Desi Bouterse. De mensen waren daar tevreden over, want de politieke partijen hadden een rommeltje van de regering gemaakt. Hij zorgde ervoor dat alle etnische groepen gingen samenwerken. In werkelijkheid moest de regering doen wat Bouterse zei, de mensen kwamen er dus snel achter dat hij geen democratie wilde. Eind 1982 ging de grootste vakbond in Suriname staken en ze kwamen in opstand. Bouterse liet de leiders van die vakbond vermoorden, volgens hem omdat ze een staatsgreep wilden plegen. Maar weinig mensen geloofden dat. In 1988 gaf het leger de macht terug aan de volksvertegenwoordiging. https://www.scholieren.com/verslag/werkstuk-aardrijkskunde-suriname-15348 Pagina 4 van 7

Bij de verkiezingen werkten de Hindoes, creolen en Javanen goed samen, waardoor ze een grote overwinning behaalden, de partij van Bouterse kreeg maar 3 zetels. In 1975 leek de economie in Suriname er goed voor te staan. Er kwam veel geld binnen door export van bauxiet (voor de productie van aluminium) en door de Nederlandse ontwikkelingshulp. In Suriname waren allemaal Nederlandse bedrijven die flinke winsten opstreken. Het overgrote deel vloeide weer terug naar Nederland. Toen in de machtsperiode van Bouterse de Decembermoorden werden gepleegd, stopte Nederland met de ontwikkelingshulp aan Suriname. Na de onafhankelijkheid bleef Nederlands de officiële taal in Suriname. Iedereen leerde de taal verplicht op school. Daarnaast bleven veel mensen de taal van hun eigen etnische groep spreken. Alleen de taal van de creolen wordt ook door andere bevolkingsgroepen overgenomen. Door de onafhankelijkheid voelden de mensen zich meer samen, iedereen was nu Surinamer geworden. Toch bleef er verdeeldheid. Veel creolen keken neer op Hindoes en Javanen, omdat de creolen de echte Surinamers waren. De Creolen waren er ook trots op dat ze meer van de Nederlandse cultuur afwisten. Huwelijken tussen creolen en Hindoes of Javanen kwamen bijna niet voor. Naast etnische verschillen waren er ook sociale verschillen. Surinamers met een hoge opleiding namen veel van de Nederlandse cultuur over. Door het gewone volk (Javanen, boslandcreolen, en indianen, en ook een groot gedeelte van de creolen) werden zij ook wel imitatie-hollanders genoemd. Omdat de hogere sociale groepen zo erg op de Nederlanders waren gaan lijken, was het moeilijk om een echt Surinaams gevoel te laten ontstaan. Wie hogerop wilde liet zijn eigen cultuur zoveel mogelijk los. Wie weinig aanzien had, zette zich daar vaak tegen af en hield zich vast aan zijn traditionele cultuur. Tussen 1973 en 1980 vertrokken tienduizenden Surinamers naar Nederland. Voor Hindoes en Javanen was de belangrijkste reden dat ze in Suriname bang waren om te overheerst te worden door de creolen. Er waren ook andere redenen om te emigreren naar Nederland: werkloosheid in Suriname, goed onderwijs in Nederland, familie die al in Nederland woonde, enzovoort. Ook veel creolen vertrokken om deze redenen. Suriname is een vrij actueel onderwerp. De verschillende hoofdstukken houden een chronologische volgorde aan. Toen er nog geen Europeanen naar Zuid-Amerika waren gekomen, leefden er verschillende soorten Indianen. Door de komst van de kolonisten zijn velen van hen overleden en is de hele samenstelling van de bevolking veranderd. Er zijn vanuit Europa verscheidene kolonisten gekomen. De Nederlanders hebben vanuit Afrika slaven aangevoerd en later zijn ook nog Javanen en Hindoes als contractanten aangetrokken. Dit zorgde ervoor https://www.scholieren.com/verslag/werkstuk-aardrijkskunde-suriname-15348 Pagina 5 van 7

dat Suriname niet echt een natie vormde. Ongeveer tijdens de Tweede Wereldoorlog begon het nationalisme onder de verschillende bevolkingsgroepen op te komen. De Tweede Wereldoorlog had ook andere gevolgen. De economie onderging grote veranderingen. Er was veel vraag naar bauxiet, waarvan wapens gemaakt konden worden. Verder werd er na de Tweede Wereldoorlog het algemeen kiesrecht ingesteld en ontstonden er politieke partijen die door de verschillende etnische groepen werden gevormd. Uiteindelijk werd onder leiding van Henck Arron de onafhankelijkheid op 25 november 1975 uitgeroepen. Na de onafhankelijkheid ging het alleen maar slechter met Suriname en ook met de verhouding tussen Suriname en Nederland. De dictator Desi Bouterse kwam aan de macht die erg anti-nederland was. Onder hem nam ook de drugshandel toe en hij wordt er nog steeds van verdacht daaraan meegewerkt te hebben. Door middel van de verschillende hoofdstukken te beargumenteren komen we op de conclusie of de dekolonisatie van Suriname een ramp of een zege was. Om de Conclusie te kunnen trekken of het een ramp of een zege zullen we eerst moeten kijken wat de plus en wat de min punten zijn. Sociaal gezien: De slavenhandel werd naar Suriname afgeschaft. Doordat er in de tijd toen het nog mocht, met veel verschillende etnische groepen werd gehandeld was de Surinaamse bevolking gaan bestaan uit verschillende etnische groepen. Na de dekolonisatie werd de slavenhandel overal afgeschaft dus konden de machtige landen niet meer handelen in mensen. Dit is een groot pluspunt voor de wereldbevolking en voor het trekken van onze Conclusie. Politiek gezien: De bevolking bestaat voor de dekolonisatie uit verschillende groepen en dus heeft elke groep zijn eigen partij met zijn eigen ideeën over hoe er goed moet worden bestuurd. Een hoop partijen willen wel wat doen aan de situatie maar willen geen onafhankelijkheid maar willen een zelfstandig deel worden van het Koninkrijk der Nederlanden. Hierdoor bleef het democratische beleven bestaan. Het ontwikkelingsgeld wat aan Suriname werd geschonken door Nederland werd verspild door vriendjespolitiek en zo is ook de militaire dictatuur van Desi Bouterse ontstaan. Dit is een duidelijk minpunt voor de vorming van onze eindconclusie. Cultureel gezien: De verschillende groepen wilden hun eigen cultuur niet opgeven, dit feit leidden er toe dat een grote groep hun eigen godsdienst hield. Het goede aan deze cultuur is dat er geen godsdienstige conflicten ontstonden. Na de dekolonisatie was dit nog steeds hetzelfde dus is er qua dit betreft niks veranderd. Het einigste verschil was dat de hogere sociale groepen het hoger op wilden zoeken. Op dit te https://www.scholieren.com/verslag/werkstuk-aardrijkskunde-suriname-15348 Pagina 6 van 7

kunnen doen moesten ze hun eigen cultuur loslaten. Hierdoor ontstond het idee dat ze erg op Nederlanders leken en dat ze geen Surinaams gevoel meer in zich hadden. Door deze conclusie komen we er achter dat dit hetzelfde gebleven is. Economisch gezien: van het jaar 1945 tot 1975 ging het niet goed met de economie, want Suriname was een van de ontwikkelingslanden. Na de dekolonisatie ging het beter met de economiedoor de enorme vraag aan bauxiet(van bauxiet wordt o.a aluminium gemaakt). Het probleem hiervan was dat de bedrijven op het bauxiet te krijgen allemaal Nederlandse bedrijven waren dus ging het geld wat ze verdienden rechtstreeks naar Nederland. Na de December moorden stopte Nederland met het geven van ontwikkelingsgeld. Door dit bij elkaar op te telen komen op een kleine conclusie dat het een pluspunt is maar een pluspunt met een minpunt-staartje omdat het veel beter ging met de economie maar het geld ging en bleef in Nederland. De Conclusie is dat het een zege was want laten we zeggen dat we 1½ pluspunt hebben 1 minpunt en een die hetzelfde is gebleven. Door dit bij elkaar op te tellen komen op een halve pluspunt dus het is een lichte zege geweest voor Suriname. https://www.scholieren.com/verslag/werkstuk-aardrijkskunde-suriname-15348 Pagina 7 van 7