Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 21 501-02 Algemene Raad Nr. 196 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage, 17 april 1997 Conform de bestaande afspraken heb ik de eer U hierbij aan te bieden de geannoteerde agenda van de Algemene Raad d.d. 29/30 april 1997. De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, M. Patijn 7K1283 ISSN 0921-7371 Sdu Uitgevers s-gravenhage 1997 Tweede Kamer, vergaderjaar 1996 1997, 21 501-02, nr. 196 1
Geannoteerde Agenda voor de Algemene Raad d.d. 29 april 1997 Associatie-Raad met Polen: vaststelling van het standpunt van de Unie En marge van de a.s. Algemene Raad zal, op dinsdag 30 april 1997, de vierde Associatie-Raad met Polen plaatsvinden. De Algemene Raad zal worden gevraagd het gemeenschappelijk standpunt vast te stellen voor deze Associatie-Raad. Nederland kan instemmen met het ontwerp-gemeenschappelijke standpunt. Tijdens de Associatie-Raad zal onder meer worden gesproken over de stand van de bilaterale betrekkingen onder het Europa-Akkoord, over de voortgang in de voorbereiding op de toetreding en over regionale samenwerking. Associatie-Raad met Hongarije: vaststelling van het standpunt van de Unie En marge van de a.s. Algemene Raad zal, op dinsdag 30 april 1997, de vierde Associatie-Raad met Hongarije plaatsvinden. De Algemene Raad zal worden gevraagd het gemeenschappelijk standpunt vast te stellen voor deze Associatie-Raad. Nederland kan instemmen met het ontwerp. Tijdens de Associatie-Raad zal onder meer worden gesproken over de stand van de bilaterale betrekkingen onder het Europa-Akkoord, over de voortgang in de voorbereiding op de toetreding en over regionale samenwerking. Handelsvraagstukken Preferentiële akkoorden van de Gemeenschap De Raad zal zich uitspreken over een concept-rapport inzake het EU-beleid t.a.v. het aangaan van vrijhandelszones met derde landen. De conclusies van het rapport komen grosso modo overeen met de Nederlandse uitgangspunten, zoals vervat in de notitie «regionalisme versus multilateralisme in de handelspolitiek», die Uw Kamer reeds eerder toeging. WTO-panel inzake de Helms Burton Wet Op 11 april jl. werd ad referendum een akkoord met de VS bereikt over intrekking van het WTO-panel inzake de Helms Burton Wet. In het akkoord is bedongen dat de VS een «waiver» toezegt voor titel III (schadeclaims) en IV (weigering visa) van de Helms Burton Wet als ook voor de D Amato Wet. Daarnaast werd afgesproken dat de EU en de VS in het kader van het (nog in onderhandeling zijnde) Multilateraal Investerings Akkoord een regeling zullen treffen die toekomstige investeringen inzake in het verleden onteigende goederen moet tegengaan. De EU zou het recht behouden om op elk moment het WTO-panel weer op te starten, wanneer de VS zijn beloften niet zou nakomen. De lidstaten moeten zich nog over het akkoord uitspreken. Naar het zich thans laat aanzien, zullen zij dit moeten doen vóór de Raad van 29 april a.s. daar op 21 april a.s. de (reeds uitgestelde) deadline zal verstrijken. Nederland stemt in met het compromis akkoord. Voorstel voor een verordening van de Raad tot verlaging van het bij invoer in het kader van het WTO-tariefcontingent voor bepaalde levende runderen toe te passen recht De Raad zal worden gevraagd in te stemmen met een voorstel van de Commissie om het tarief van een WTO-contingent levende runderen (van 169 000 stuks) te verlagen tot het tarief dat geldt binnen de Europa- Akkoorden voor een dito contingent van 331 000 uit de geassocieerde Tweede Kamer, vergaderjaar 1996 1997, 21 501-02, nr. 196 2
landen van Midden-Europa. Zonder die verlaging zou de EG, naar de mening van de Commissie, in strijd handelen met WTO-verplichtingen. Nederland is reeds akkoord gegaan, maar Duitsland, Frankrijk, Ierland, België en Oostenrijk blijven zich verzetten vanwege de door de BSE-crisis verstoorde rundvleesmarkt in de EG. LGO-rijst Mogelijk zal de Raad, op verzoek van Italië, over het onderwerp LGO-rijst spreken. Italië zal vermoedelijk nadere toelichting van NL vragen n.a.v. de uitspraak in Kort Geding van 21 maart jl. door het Europese Hof van Justitie. Het Hof besliste negatief op het verzoek van NL. NL heeft verzocht de door de Raad ingestelde vrijwaringsmaatregelen tegen de invoer van rijst uit de LGO ongedaan te maken of tenminste te verzachten. De tegelijkertijd ingestelde zgn. bodemprocedure loopt evenwel nog door. Een definitieve uitspraak is pas over een jaar of twee te verwachten. Transatlantische Betrekkingen Het Voorzitterschap en de Commissie zullen een overzicht geven van de stand van zaken m.b.t. de implementatie van de Nieuwe Transatlantische Agenda. De verwachting is dat tijdens de EU-VS Top van 28 mei a.s. een aantal resultaten kunnen worden gepresenteerd (o.a. akkoorden inzake chemische precursoren, douanesamenwerking en KEDO). Punt van aandacht is momenteel nog m.n. de afronding van de voor het bedrijfsleven zeer belangrijke Mutual Recognition Agreements (wederzijdse erkenning van normen en standaarden). Betrekkingen met Zwitserland De onderhandelingen van de Commissie met Zwitserland over een zestal akkoorden transport (wegvervoer en luchtvaart), vrij personenverkeer, landbouw, onderzoek, overheidsaanschaffingen en erkenning van diploma s, verkeren mogelijk in de eindfase. Nederland wil trachten een doorbraak te bereiken bij het belangrijkste struikelblok in de onderhandelingen, het wegvervoer. De Raad zal trachten over alle onderwerpen m.u.v. transport een politiek akkoord te bereiken. Het transportdossier zal vervolgens in de transportraad worden behandeld, thans voorzien op 17 18 juni of in een eventuele extra transportraad. Middellandse-Zeebeleid: stand van zaken van de onderhandelingen met Egypte, Jordanië en Libanon De Commissie zal een toelichting geven op de stand van zaken van de onderhandelingen met een aantal Mediterrane landen over Euro-mediterrane associatie-verdragen. De onderhandelingen met Egypte, Jordanië en Libanon bevinden zich in een vergevorderd stadium. Voornaamste struikelblok in de onderhandelingen met Egypte vormen de concessies op landbouwterrein. Egypte verwacht van de EU vergaande concessies voor een aantal gevoelige produkten, zoals rijst, nieuwe aardappelen, sinaasappelen en snijbloemen. Daarnaast heeft Egypte aanvullende wensen op sociaal terrein (verdere verbetering van de positie van de Egyptische werknemers in de EU-landen, vergemakkelijking personenverkeer). Egypte acht de wens van de EU tot opname in het verdrag van een terugnamebepaling beledigend. Voorts heeft het land problemen met een aanvullende verklaring ten aanzien van te treffen maatregelen in geval van schending van de rechten van de mens of de democratische beginselen. Tweede Kamer, vergaderjaar 1996 1997, 21 501-02, nr. 196 3
De onderhandelingen met Jordanië bevinden zich in de eindfase. Ook Libanon heeft aanvullende wensen op landbouw- en sociaal terrein. Daarnaast heeft ook Libanon problemen met opname van een terugnamebepaling in het verdrag, en heeft het grote aarzelingen met opname van bepalingen over liberalisatie van de dienstensector. Libanon lijkt zijn definitieve positiebepaling aan te houden totdat een doorbraak is bereikt in de onderhandelingen met Egypte. Europees Observatorium voor Racisme en Xenofobie De Europese Raad van Dublin heeft aangedrongen op de voltooiing van de voorbereidende werkzaamheden voor de oprichting van een waarnemingscentrum voor racisme en xenofobie. Onder Nederlands Voorzitterschap is op basis van een voorstel van de Commissie een ontwerp-statuut voor het waarnemingscentrum opgesteld, dat ter goedkeuring aan de Raad wordt voorgelegd. Het waarnemingscentrum krijgt als belangrijkste taak het vergaren, analyseren en verspreiden van informatie over racisme en vreemdelingenhaat. Bij de redactie van de tekst van het statuut is met name aandacht besteed aan de taken van het waarnemingscentrum, de relatie van het waarnemingscentrum met de Raad van Europa en de keuze voor de rechtsbasis van het centrum. Nederland kan met de voorliggende statuuttekst instemmen. Voorbereiding Associatie Raad Turkije De Raad zal worden gevraagd de gezamenlijke EU-positie voor de bijeenkomst van de Associatieraad EG/Turkije op 29 april a.s goed te keuren. Op het politieke terrein zullen o.m. mensenrechten en Cyprus aan de orde komen. Voorts zullen o.a. de financiële samenwerking, handelsvraagstukken en mogelijke Turkse deelname in communautaire programma s op het gebied van opleiding (Leonardo, Socrates, etc) worden besproken. Het is nog onduidelijk of de reactie van Turkije op de EU-verklaring van 15 juli 1996 aanvaardbaar is voor Griekenland. Indien dit zo is zou dit kunnen leiden tot een deblokkering van de financiële middelen die in het kader van de totstandkoming van de douane-unie beschikbaar zijn gesteld. Albanië De Raad zal de situatie in Albanië bespreken. Daarbij zal naar verwachting worden gesproken over een missie van politiefunctionarissen uit de lidstaten van de Europese Unie ter advisering van de Albanese politie en overige vormen van EU-hulp. Joegoslavië Hoge Vertegenwoordiger Bildt zal verslag uitbrengen aan de Raad over de voortgang van het vredesproces in Bosnië-Herzegovina. Naar verwachting zal de Raad een document aannemen waarin de politieke conditionaliteit van de Regionale Benadering (ten opzichte van Bosnië- Herzegovina, Kroatië, de Federale Republiek Joegoslavië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië) nader is uitgewerkt. Dit document heeft ook betrekking op de EU-relaties met Albanië. Mede naar aanleiding van de verkiezingen op 13 april zal wellicht de toestand in Kroatië aan de orde komen. Voorts zal de Raad mogelijk discussiëren over het verlenen van handelspreferenties aan de Federale Republiek Joegoslavië. Tweede Kamer, vergaderjaar 1996 1997, 21 501-02, nr. 196 4
Wit Rusland De Raad zal een politieke discussie wijden aan de situatie in Belarus. Dit n.a.v. de reactie van de regering van Belarus op de bevindingen van de «fact finding»-missie onder leiding van oud-minister Kosto. Betrekkingen met Iran De hogere rechtbank in Berlijn heeft op 10 april jl. vastgesteld dat de Iraanse overheidsinstanties op het hoogste niveau betrokken waren in de Mykonos-zaak (genoemd naar het restaurant in Berlijn waar in 1992 vier koerdische leiders werden vermoord). In reactie hierop heeft de EU de kritische dialoog met Iran stopgezet en de ambassadeurs van de lidstaten in Teheran teruggeroepen voor «consultaties». De Raad zal op 29 april a.s. de relaties met Iran bespreken en nagaan of verdere maatregelen getroffen zullen worden. Vredesproces in het Midden-Oosten De Raad zal een algemene discussie wijden aan de stand van zaken in het Midden-Oosten Vredesproces, in het licht van de laatste ontwikkelingen. Birma De Raad zal worden verzocht in te stemmen met een verlenging van zes maanden van de maatregelen die in de Gemeenschappelijke Positie inzake Birma zoals vastgesteld door de Algemene Raad van 28/29 oktober 1996 zijn genomen, aangezien geen vooruitgang op het gebied van democratisering in Birma is geboekt. Gebied van de Grote Meren Tijdens de Raad zal worden ingegaan op de laatste stand van zaken in het gebied. Ook zal worden gesproken over mogelijke mensenrechtenschendingen in Oost-Zaïre waarbij de mogelijkheid een uitvoeriger onderzoek te laten instellen door de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN aan de orde zal komen. Ten slotte zal vanwege de toenemende spanning in Kinshasa waarschijnlijk ook de eventuele noodzaak om EU-burgers te evacueren worden besproken. Ondertekening Samenwerkingsakkoorden met de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië En marge van de Algemene Raad zal waarschijnlijk het samenwerkingsakkoord met de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië worden ondertekend. Ondertekening handels- en samenwerkingsakkoord met Cambodja En marge van de Algemene Raad zal de handels- en samenwerkingsovereenkomst EG/Cambodja ondertekend worden. De non-preferentiële, ongemengde overeenkomst behelst bevordering van handel, economische en ontwikkelingssamenwerking, alsook samenwerking op het gebied o.m. milieu. Respect voor de mensenrechten en democratische beginselen vormen de grondslag van de overeenkomst. Tweede Kamer, vergaderjaar 1996 1997, 21 501-02, nr. 196 5
Ondertekening handels- en samenwerkingsovereenkomst met Laos En marge van de Algemene Raad zal de handels- en samenwerkingsovereenkomst EG/Laos ondertekend worden. De non-preferentiële, ongemengde overeenkomst behelst bevordering van handel, economische en ontwikkelingssamenwerking, alsook samenwerking op het gebied o.m. milieu. Respect voor de mensenrechten en democratische beginselen vormen de grondslag van de overeenkomst. Tweede Kamer, vergaderjaar 1996 1997, 21 501-02, nr. 196 6