Het bos doorheen de bomen...



Vergelijkbare documenten
Beplantingen en de wet. Door de bomen het bos niet meer zien

AGROFORESTRY - JURIDISCHE ASPECTEN

Bomen buiten het bos. Bomen buiten het bos

NATUURBELEID EN RUIMTELIJKE ORDENING

Aanvraag van een vergunning voor het wijzigen van vegetatie of van kleine landschapselementen

AGROFORESTRY - JURIDISCH ASPECTEN. Infoavond Agroforestry 17 augustus 2012

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

versie 01/2019 Handleiding Omgevingsloket Vegetatiewijzigingen omgevingvlaanderen.be natuurenbos.be

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

NATUURVERGUNNINGSAANVRAAG

meldings- en vergunningsplicht

Tijdelijk ruimtegebruik in de Vlaamse wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening. Studienamiddag tijdelijk ruimtegebruik 23 februari 2016

Bomen en het recht. Bomen en het recht

Workshop watertoets 4

Mestdecreet. pesticiden. Toepassing artikel 21 mestdecreet. Enige artikel waarvoor ANB bevoegd is

1. Inleiding: situering van de wetgeving

Het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013

Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en. Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt :

meldings- en vergunningsplicht

REGLEMENT KAPVERGUNNING MET BETREKKING TOT BEPLANTINGEN

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

zonevreemde woningen en gebouwen: Regularisatiemogelijkheden voor overtredingen

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

Wegwijs. in de wetgeving op het wijzigen van vegetaties en kleine landschapselementen

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag:

Overzicht. Toelichting bij het voorontwerp-natuurwetboek. Algemeen opzet. Algemeen opzet. Beginselen van natuur- en landschapsbeleid

Kaartenreeks 5: Beleid open ruimte

BPOST N.V. Muntcentrum 1000 Brussel

Ministerieel besluit houdende de uitbreiding van het erkend natuurreservaat Heidebos (nr. E-147)

Stedenbouwkundig uittreksel Inlichtingenformulier vastgoedinformatie

NATUURBELEID EN RUIMTELIJKE ORDENING 1

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag: IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 10 juni 2016;

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig?

Samenhang tussen stedenbouwkundige voorschriften en decretale bepalingen bij een ruimtelijk uitvoeringsplan.

AGENDAPUNT VAN DE GEMEENTERAAD VAN HAMME IN ZITTING VAN 28/02/2007

MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST

WegWijs. in de Wetgeving op het Wijzigen van vegetaties en kleine landschapselementen. (actualisatie)

VR DOC.0003/2

Aanvraag van een planologisch attest

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN DECREET. van de heer Joachim Coens c.s.

Veurne - Westkust. 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76)

Roeselare - Tielt. 1. Reservegebieden voor woonwijken (KB 17/12/79)

Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig?

Hoofdsleutel. 4 Wegwijs in de wetgeving op het wijzigen van vegetaties en kleine landschapselementen

MLAV1/ /MV/lydr.

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur

ADVIES OVER HET ONTWERP VAN DECREET HOUDENDE MAATREGELEN TOT BEHOUD VAN DE ERFGOEDLANDSCHAPPEN

Notaris Hans Van Overloop

30/09/2010. Inrichten en aanleggen volgens de regels Steven Clays, Trage Wegen vzw. Overzicht van de presentatie

C U R S U S. Natuurmanagement. Natuurwetgeving voor beleidsadviseurs

MELDINGSFORMULIER HOOFDSTUK V LANDSCHAPSVERORDENING PROVINCIE UTRECHT 2011 (LSV), VELLEN VAN BOMEN

Oudenaarde. 1. Vallei of brongebieden (KB 24/02/77)

Bomen, vegetatie en kleine landschapselementen verwijderen of aanpassen

Publicatie :

Oostende - Middenkust

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

Natuurvergunning voor wijziging vegetatie en kleine landschapselementen

Als gevolg aan uw aanvraag van 4/12/2017, ontvangen op 4/12/2017, met referentie gevraagde gegevens over. IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

Aan Federaal Aankoopcomité Kruidtuinlaan 50 bus Brussel

Onroerenderfgoeddecreet. 13 november 2014 Vastgoedforum Onroerend Erfgoed. Inleiding

Notaris Ines van Opstal

Vastgoedinformatie IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED 1/6. Telefoon

Dienst Dienst Ruimtelijke Ordening Datum 15 september Uw kenmerk Mail dd 18/08/2016 Tel. 02/ RO/RO/KJ/16. SU2016/0683 Fax 02/

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

23 juli 1998: Besluit VR ter uitvoering decreet natuurbehoud Laatste aanpassing: 07/03/2008

ZONEVREEMDE CONSTRUCTIES. (meer info vindt u op

Aanduiding ankerplaatsen - erfgoedlandschappen. Wetgeving: procedure en gevolgen

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag: IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE

IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER IDENTIFICATIE VAN HET PERCEEL

23070_E_0141_V_000_00

Ieper - Poperinge. 1. Reservegebieden voor beperkte industriële uitbreiding (KB 14/08/79)

Inhoud. Natuurwetgeving. Wet- en regelgeving. Wet- en regelgeving. Wet- en regelgeving. Wet- en regelgeving 13/01/2017

INHOUD. Inhoud. 3. Woord vooraf. 11

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

Gelet op de artikelen 14 en 15 van de Wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen;

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur

BOS IN SINT-TRUIDEN Nota

INHOUD. Inhoud 3. Woord vooraf 11

Uittreksel uit het vergunningenregister

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag:

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

23016_D_0145_X_003_00

Naar aanleiding van uw vraag vindt u hierbij het gevraagde uittreksel voor het perceel met de volgende coördinaten:

U vindt hierbij een uittreksel uit het plannenregister en uit het vergunningenregister (vanaf 1986).

Directie Uw kenmerk Dossiernummer Datum Integraal stedelijk beleid BMB

Aan IMMO VOS VASTGOED Kelfsstraat(WAK) Haacht

23016_D_0157_H_011_00

Naar aanleiding van uw vraag vindt u hierbij het gevraagde uittreksel voor het perceel met de volgende coördinaten:

MELDINGSFORMULIER HOOFDSTUK 5.5 VERORDENING NATUUR EN LANDSCHAP PROVINCIE UTRECHT 2017 (VNL), VELLEN VAN BOMEN

IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED. Adres: Streepstraat 26 IDENTIFICATIE VAN HET PERCEEL. Adres: Streepstraat 26 IDENTIFICATIE VAN HET PERCEEL

Transcriptie:

Het bos doorheen de bomen... Leidraad doorheen de wildgroei aan wetgeving rond houtige kleine landschapselementen. 1

2

Voorwoord Onze West-Vlaamse regio onderging de laatste decennia grote veranderingen. Oprukkende ruimte-eisen van industrie en bewoning, schaalvergroting in de landbouw, etc. veranderden de aanblik van onze regio gevoelig. Een constante bij deze veranderingen is dat vele houtige kleine landschapselementen letterlijk voor de bijl gingen en gaan! Een trieste evolutie, zo vinden velen, en daarom ook nam de wetgever al meermaals initiatief om deze negatieve spiraal om te buigen. Dit leidde uiteraard steeds met de beste bedoelingen niet altijd naar een even helder en toepasbaar resultaat. Meer zelfs, we kunnen begrijpen dat menigeen ondertussen het bos doorheen de bomen niet meer ziet! Uit het verleden weten de meeste onder ons wel dat in veel gevallen voor het vellen van een hoogstammige boom een stedenbouwkundige vergunning nodig is. Maar hoe zit dat nu in beschermde landschappen? Wat mag en kan er daar wel of niet? 3

Er blijkt in sommige gevallen zelfs een onderhoudsplicht! Hoe zit dat nu juist? Wat is het toepassingsgebied van de natuurvergunning (de jongste telg in ons vergunningenstelstel)? En wat als zou blijken dat tegelijkertijd een verplichting tot natuurvergunning én een verplichting tot stedenbouwkundige vergunning geldt Omdat wij vanuit het provinciebestuur vinden dat streekeigen groen de bescherming moet krijgen die het verdient, hebben wij deze leidraad opgesteld, die duidelijkheid moet verschaffen binnen de wirwar van regelgeving rond houtige kleine landschapselementen. Wat mag? (en onder welke voorwaarden?) Wat mag niet? En vooral: waarom wel of waarom niet? Wij zijn ervan overtuigd dat dit document de zoektocht gevoelig zal vergemakkelijken En durven te hopen dat we onder meer met dit instrument kunnen bijdragen tot een aangenamere leefomgeving. Jan Durnez, Gedeputeerde voor leefmilieu 4

Inhoudstafel Voorwoord 3 Inhoudstafel 5 Inleiding 9 Toepassingsgebied van deze leidraad 10 Opbouw van deze leidraad 10 Centraal stroom schema 11 Toelichting bij het stroomschema (de titelnummers verwijzen naar het stroomschema) 13 1. Algemeen geldende principes in de omgang met houtige kleine landschapselementen 13 I Normaal beheer is in principe nooit vergunningsplichtig 13 I Wat zijn normale beheerswerken? 14 I Er geldt ten allen tijde een zorgplicht 14 I De zorgplicht moet in alle beleidsdomeinen geïntegreerd worden = het integratiebeginsel 15 2. Werken aan een beschermd monument, stads- of dorpsgezicht 17 I Welke wetgeving is van toepassing? 17 I Hoe gebeurt de bescherming? 17 I Is er een onderhoudsplicht? 18 I Relevante algemene voorschriften uit een beschermingsbesluit 18 I Hoe kan afgeweken worden van de algemene en specifieke voorschriften van het beschermingsbesluit? 19 bronnen 19 info 19 5

3. Beschermde landschappen 21 I Welke wetgeving is van toepassing? 21 I Hoe gebeurt de bescherming? 21 I Is er een onderhoudsplicht? 22 I Relevante algemene voorschriften uit een beschermingsbesluit 22 I Hoe kan afgeweken worden van de algemene en specifieke voorschriften van het beschermingsbesluit? 23 - verplicht adviesvraag bij vergunningsprocedures 23 - verplichte toestemming bij niet vergunningsplichtige werkzaamheden 24 bronnen 24 info 24 4. Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen 25 I Welke wetgeving is van toepassing? 25 I Wat met de bestaande beplantingsverordeningen of kapreglementen? 26 I Wie stelt een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening vast? 26 bronnen 26 info 26 5. Stedenbouwkundige vergunning 27 I Welke wetgeving is van toepassing? 27 I Wat is de algemene regel van de vergunningsplicht? 28 I Wie levert de stedenbouwkundige vergunning af? 28 I Moet de gemachtigde ambtenaar tussenkomen? 28 I Hoe wordt de aanvraag ingediend? 29 I Is een openbaar onderzoek vereist? 29 I Moeten er adviezen worden gevraagd? 30 bronnen 31 info 31 6

6. Vrijstelling op stedenbouwkundige vergunning 33 I Welke vrijstellingen bestaan er op de algemene regel? 33 bronnen 35 info 35 7. Wanneer elementen uit een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning overlappen met natuurvergunningsplicht uit het natuurdecreet 37 8. Verbodsbepalingen, natuurvergunningsplicht en meldingsplicht vanuit het natuurbehoudsdecreet 38 I Welke wet- en regelgeving zijn van toepassing? 39 I Wanneer zijn wijzigingen van houtige KLE ronduit verboden? 39 I In welke gebieden is de natuurvergunning voor de wijziging van KLE en hun bijhorende vegetatie vereist? 40 I Welke wijzigingen van KLE zijn onderworpen aan de natuurvergunning? 41 I In welke gebieden is de meldingsplicht van toepassing? 42 I Welke wijzigingen van KLE zijn onderworpen aan de melding? 42 I Vallen solitaire bomen onder de regelgeving inzake natuurvergunning en melding? 42 bronnen 43 info 44 9. Vrijstelling van het verbod, de natuurvergunnings- of de meldingsplicht 45 I Welke regelgeving is van toepassing? 45 I Welke ontheffingen kunnen er op de verbodsbepalingen? 45 I Algemene ontheffingen zijn misschien toch niet zo algemeen: onvermijdbare en onherstelbare schade in VEN kan in principe nooit! 46 I Welke vrijstellingen bestaan er op de vergunningsplicht en meldingsplicht? 47 I Hoe verhoudt deze vrijstellingsregeling zich tot de stedenbouw- 7

kundige vergunningsplicht voor het vellen van alleenstaande hoogstammige bomen? 48 I Vrijheid van exploitatie voor de landbouw vs. zorgplicht? 48 bronnen 50 info 50 10. Natuurvergunning en melding 51 I Welke regelgeving is van toepassing? 51 I Hoe wordt de aanvraag voor een natuurvergunning ingediend? 51 I Hoe gebeurt een melding? 51 I Wie levert de natuurvergunning af? 51 I Aan wie wordt de melding gedaan? 52 I Is een openbaar onderzoek vereist? 52 I Moeten er adviezen worden gevraagd? 52 bronnen 53 Samenvattende overzichtstabel van de verschillende vergunningsplichten 55 Noten 59 Colofon 63 8

Inleiding Velen associëren natuur spontaan met bomen en struiken. Nog bij velen hangt hun appreciatie van landschappen ook sterk af van de rijkdom aan bomen, hagen, houtkanten, etc. Natuur en landschap zijn uiteraard veel bredere begrippen, maar dergelijke meningen geven toch de belangrijke plaats van bomen en struiken in onze leefomgeving aan. Ook voor de wetgever zijn bomen en struiken dankbare objecten. In tegenstelling tot waardevolle graslanden zijn ze duidelijk fysisch aflijnbaar en definieerbaar. Vanuit vele hoeken zijn bomen en struiken dan ook reeds voor de wetgever in de kijker gekomen: bescherming van monumenten en landschappen, ruimtelijke ordening, natuurbehoud, De tijd dat enkel de zaag volstond om een boom te vellen ligt ondertussen ver achter ons Meer zelfs, het verhaal is dermate complex dat we van de gemiddelde leek op heden niet kunnen verwachten dat hij/zij op de hoogte is van alle regelgeving hieromtrent. Vandaar deze leidraad! 9

Toepassingsgebied van deze leidraad - Alle wijzigingen aan houtige kleine landschapselementen (bomen, bomenrijen, hagen, houtkanten, boomgaarden, ) op initiatief van particulieren. - Bomen en struiken in bosverband zijn géén voorwerp van deze publicatie. Hun bescherming is apart geregeld in het bosdecreet. Opbouw van deze leidraad Als een dichotome ja/neen sleutel die mits volledig doorlopen - je tot de juiste conclusies leidt. Deze sleutel is weergegeven in een zogenaamd stroomschema. Omdat het stroomschema zelf niet de ruimte biedt voor een woordje uitleg zijn er nummerverwijzingen opgenomen. Deze nummers verwijzen naar aparte tekstblokken over de materie in kwestie die de detailinfo bevatten. In een eerste stap wordt de vraag gesteld of de geplande wijziging aan het houtige kleine landschapselement valt onder de noemer van normaal beheer. Valt de wijziging onder de noemer van normaal beheer dan zijn er geen verbodsbepalingen noch vergunningsplichten. Valt de wijziging niet onder normaal beheer dan wordt het stroomschema verder overlopen... In een volgende stap wordt nagegaan of er een beschermingsbesluit van een beschermd stads- of dorpsgezicht op rust. In de volgende stap wordt de vraag gesteld of de wijziging strijdig is met het beschermingsbesluit van een beschermd landschap. In de volgende stap wordt de vraag gesteld naar een eventueel geldende gemeentelijke stedenbouwkundige verordening. In nog een volgende stap wordt nagegaan of er een algemene stedenbouwkundige vergunningsplicht geldt. Mogelijke vrijstellingen hierop maken het verhaal nog complexer. En in de laatste stap, gebeurt de toetsing aan de verbodsbepalingen, de natuurvergunningsplicht of de meldingsplicht uit het natuurdecreet (ook hier zijn vrijstellingen mogelijk). 10

Centraal stroomschema De geplande wijziging aan het houtige kleine landschapselement Er geldt/er gelden voor de geplande wijziging 1 2 3 4 6 8 9 valt onder de noemer normaal beheer neen is strijdig met het beschermingsbesluit van een beschermd stads-of dorpsgezicht neen is strijdig met het beschermingsbesluit van een beschermd landschap neen is onderhevig aan een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening neen betreft het rooien van een boom met een omtrek van 1 meter op een hoogte van 1 meter (hou de vrijstellingen in de gaten!!!) neen valt onder het toepassingsgebied van de verboden, de natuurvergunningsplichtige of meldingsplichtige wijzigingen uit het natuurbehoudsdecreet (hou de vrijstellingen in de gaten!!!) ja ja ja ja ja ja geen verbodsbepalingen, noch vergunningsplichten een verplichte machtiging van de Vlaamse regering of haar gemachtigde schema verder volgen vanaf 4 een verbod op de wijziging dat kan opgeheven worden via ofwel een verplicht en bindend advies van de afdeling M en L wanneer de wijziging onderdeel uitmaakt van een vergunningsaanvraag ofwel een verplichte toestemming van de afdeling M en L wanneer de wijziging niet vergunningsplichtig is schema verder volgen vanaf 4 een verplichte stedenbouwkundige vergunning van het CBS Handelingen in het kader van een stedenbouwkundige vergunningsaanvraag, die ook natuurvergunningsplichtig zijn, zijn voor dit laatste vrijgesteld, op voorwaarde dat bij de vergunningsaanvraag een advies van de Afdeling Natuur (AMINAL) werd ingewonnen. ofwel een verbod op de wijziging met mogelijke individuele ontheffing via ministerieel besluit ofwel een verplichte natuurvergunning van het CBS ofwel een verplichte melding aan het CBS 5 7 10 neen geen verplichtingen 11

Toelichting bij het stroomschema (de titelnummers verwijzen naar het stroomschema) 1 Algemeen geldende principes in de omgang met houtige kleine landschapselementen Normaal beheer is in principe nooit vergunningsplichtig Voor alle andere normale beheer, mits uitgevoerd volgens de regels van de kunst, is in principe geen vergunning of tussenkomst van de overheid vereist. We hebben het over : - vorm-, onderhoudssnoei, - knotten van knotbomen - afzetten van houtkanten of bosjes die een hakhoutbeheer verdragen - scheren van hagen - kandelaren van bomen - Enkel de wet op de ruimtelijke ordening maakt geen melding van uitzonderingsregelingen voor normale beheerswerken. Dit betekent in concreto dat voor het vellen van hoogstammige bomen (omtrek 1 meter op 1 meter hoogte) steeds een stedenbouwkundige vergunning nodig is, alhoewel het goed beheer zou voorschrijven dat rooien voor de hand ligt (bijvoorbeeld bij kaprijpe of zieke bomen in een dreef). 13

Wat zijn normale beheerswerken? Het B.Vl. Reg. 23 juli 1998 bij het natuurbehoudsdecreet wordt ondersteund door een Omzendbrief van 10 november 1998. Deze omzendbrief omvat een Code van Goede Natuurpraktijk, die aangeeft wat normale onderhoudswerken zijn voor de in het B.Vl. Reg. geviseerde groenelementen. Enkele bedenkingen bij de code van goede natuurpraktijk: - de Code Goede Natuurpraktijk kan slechts gebruikt worden als een handleiding voor het beoordelen van normale onderhoudswerken, zij kan niet gebruikt worden om het reglementair toepassingsgebied van het uitvoeringsbesluit te bepalen of te verfijnen; - een omzendbrief bindt enkel de besturen die van het Vlaams Gewest afhangen (dus ook provincies en gemeenten) en NIET de individuele burger of een rechter. Op die manier moet de omzendbrief en meerbepaald de code van goede natuurpraktijk gezien worden als een interpretatie van het Vlaamse Gewest die opgelegd wordt aan de ondergeschikte besturen. Op basis van deze omzendbrief kan dus in theorie wel een schorsingsberoep ingesteld worden tegen een beslissing van een gemeente of provincie die de lijn van de omzendbrief niet volgt. Er geldt ten allen tijde een 'zorgplicht' art. 14 van het Natuurbehoudsdecreet luidt : Iedereen die handelingen verricht of hiertoe de opdracht verleent, en die weet of redelijkerwijze kan vermoeden dat de natuurelementen in de onmiddellijke omgeving daardoor kunnen worden vernietigd of ernstig kunnen worden geschaad, is verplicht om alle maatregelen te treffen die redelijkerwijze van hem kunnen worden gevergd om de vernietiging of de schade te voorkomen, te beperken of indien dit niet mogelijk is, te herstellen. 14

Conclusie ten allen tijde dient vermijdbare schade aan houtige kleine landschapselementen vermeden te worden en niet-vermijdbare schade gecompenseerd/ hersteld te worden. De zorgplicht moet in alle beleidsdomeinen geïntegreerd worden = het integratiebeginsel Art. 16 van het Natuurbehoudsdecreet legt elke instantie die een vergunning, machtiging, toestemming moet verlenen of die akte moet nemen van een melding op, om die vergunning enz. te weigeren/gunnen onder voorwaarden, als er alternatieven bestaan die de natuur sparen. Dit betekent niet dat alle schade vermeden moet worden, want dan zou geen enkele vergunning mogen worden verleend! Wel moet de vergunning verlenende overheid een afweging maken tussen de belangen van de aanvrager en het behoud van de op het spel staande natuurwaarden. 15

16

2 Werken aan een beschermd monument, stads- of dorpsgezicht Welke wetgeving is van toepassing? Deze begrippen vinden hun oorsprong in het Decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten. In uitvoering van dit decreet kan een solitaire boom als monument beschermd worden. Denk aan een oude dorpslinde op het kerkplein. Meestal gaat het om bomen waarvan de socio-culturele waarde overweegt op de eigenlijke natuurwaarde. Daarnaast kunnen bomen en andere houtige KLE deel uitmaken van een De Cesaer-boom te Lo, een beschermd monument beschermd stads- of dorpsgezicht (groeperingen van één of meer monumenten en/of onroerende goederen met hun omgevende bestanddelen, zoals onder meer beplantingen). Hoe gebeurt de bescherming? De bescherming gebeurt door de Vlaamse regering, in twee stappen. Bij de voorlopige bescherming worden de erfdienstbaarheden vermeld die met het oog op de bescherming worden opgelegd. Bij de definitieve bescherming vermeldt het beschermingsbesluit de algemene en eventueel specifieke voorschriften inzake instandhouding en onderhoud. 17

De specifieke gaan voor op de algemene voorschriften. Deze laatste werden opgenomen in het B.Vl. Reg. van 17 november 1993 tot bepaling van de algemene voorschriften inzake instandhouding en onderhoud van monumenten en stads- en dorpsgezichten. Is er een onderhoudsplicht? Het decreet heeft een onderhoudsplicht ingesteld! Eigenaars en vruchtgebruikers van een beschermd monument of van een in een beschermd stadsof dorpsgezicht gelegen onroerend goed moeten dit in goede staat onderhouden en behouden. Ze mogen het niet ontsieren, beschadigen of vernielen. Relevante algemene voorschriften uit een beschermingsbesluit Het B.Vl. Reg. van 17 november 1993 bevat in Hoofdstuk III de algemene voorschriften betreffende bodemgesteldheid en vegetatie. Bij bomen als beschermde monumenten is om het even welke ingreep op de boom en/of op het vegetatiecomplex evenals op de betrokken wortelzones verboden (snoeien, ontwateren, grondverdichten, ). Voor beschermde stads- en dorpsgezichten zijn verboden: - alle activiteiten die de verdwijning van bomen en struiken tot gevolg hebben, met uitzondering van normale, oordeelkundig uitgevoerde onderhoudswerken (snoeien van opgaande bomen, hakhoutbeheer, knotten, leiden van bomen, kandelaren van bomen, scheren en snoeien van hagen en andere geschoren vormen, ); - alle werken en werkzaamheden die de leefbaarheid van bomen kunnen beïnvloeden, zoals verankeringen, standplaatswijzigingen en grondwerken. 18

Hoe kan afgeweken worden van de algemene en specifieke voorschriften van het beschermingsbesluit? Werken aan een beschermd monument of stads- of dorpsgezicht, die een afwijking t.o.v. het beschermingsbesluit betekenen, zijn volgens het decreet onderworpen aan een machtiging. De geldende verbodsbepalingen kunnen enkel worden opgeheven door een schriftelijke vergunning van de Vlaamse regering of haar gemachtigde. De procedure is beschreven in Hoofdstuk VIII van het uitvoeringsbesluit. BRONNEN Decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stadsen dorpsgezichten, Belgisch Staatsblad 22 april 1976 B.Vl.Reg. van 17 november 1993 tot bepaling van de algemene voorschriften inzake instandhouding en onderhoud van monumenten en stads- en dorpsgezichten, Belgisch Staatsblad 10 maart 1994. INFO Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen Cel Monumenten en Landschappen, Werkhuisstraat 9, 8000 Brugge, telefoon 050 44 28 11, fax 050 44 28 13. 19

3 Beschermde landschappen Welke wetgeving is van toepassing? Het Decreet van 16 april 1996 betreffende de landschapszorg werd grondig gewijzigd eind 2001. Een landschap is een begrensde grondoppervlakte met een geringe dichtheid van bebouwing en een onderlinge samenhang waarvan de verschijningsvorm het resultaat is van natuurlijke processen en maatschappelijke ontwikkelingen. Kortom, een landschap is bij ons Vergezicht op de Kemmelberg, een beschermd landschap. altijd een samengaan van natuur en cultuur. Nu worden meestal ruimere grondoppervlakten beschermd, soms vele honderden hectaren. De bescherming kan gebeuren wanneer het landschap van algemeen belang is wegens zijn natuurwetenschappelijke, historische, esthetische of sociaal-culturele waarde. In het verleden werden wel individuele bomen als landschap beschermd. Solitaire bomen kunnen dus op zichzelf een landschap uitmaken. Meestal zullen solitaire bomen en andere houtige KLE een onderdeel zijn van een ruimer beschermd landschap. Hoe gebeurt de bescherming? De bescherming gebeurt in twee stappen en is gelijk aan die van de bescherming van monumenten, stads- en dorpsgezichten (zie nr. 1). De algemene beschermingsvoorschriften werden vastgelegd door het B.Vl.Reg. van 3 juni 1997. 21

Analoog met de bescherming van monumenten kunnen voor elk landschap afzonderlijk de algemene beschermingsvoorschriften worden aangevuld met specifieke beschermingsvoorschriften. Deze laatste hebben ook voorrang op de algemene beschermingsvoorschriften. Ze kunnen erfdienstbaarheden van algemeen nut inhouden alsook beperkingen op de uitoefening van eigendomsen gebruiksrechten. Is er een onderhoudsplicht? Het decreet heeft een onderhoudsplicht ingesteld. De eigenaars, erfpachthouders, opstalhouders en vruchtgebruikers van een voorlopig of definitief beschermd landschap zijn verplicht door de nodige instandhoudings- en onderhoudswerken het in goede staat te houden, het niet te ontsieren, het niet te beschadigen of te vernielen. Deze verplichting wordt door het B.Vl.Reg. van 3 juni 1997 onder meer als volgt geconcretiseerd: Zicht van op de Monteberg, richting Frankrijk. - het onderhouden en instandhouden van tuin- en parkstructuren zoals laanbeplantingen en bomenrijen, bomengroepen en solitaire bomen, heestergroepen en solitaire struiken, hagen; - het onderhouden en instandhouden van lijn- en puntvormige landschapselementen zoals houtkanten, houtwallen, bomen, bomenrijen en hagen. Relevante algemene voorschriften uit een beschermingsbesluit De daadwerkelijke bescherming van landschappen steunt op de onderhoudsplicht enerzijds en het voorkómen van negatieve ingrepen anderzijds. Dit laatste is onder meer ingevuld door een serie verbodsbepalingen. 22

Het is iedereen verboden het voorlopig of definitief beschermd landschap te ontsieren, te beschadigen of te vernielen. Dit geldt ook voor gebruikers van het landschap of voor personen die dieren onder hun hoede hebben. Het B.Vl.Reg. heeft dit concreet ingevuld als volgt. Betreffende specifieke landschapselementen en hoogstamboomgaarden is het verboden: - bomen en heesters te vellen, te ontwortelen of te beschadigen (onderhoudswerkzaamheden zoals snoeien of knotten zijn toegelaten op voorwaarde dat ze oordeelkundig worden uitgevoerd); - om het even welke ingreep uit te voeren op de betrokken wortelzones van bomen en heesters, zoals het verrichten van grondwerken of het uitvoeren van werkzaamheden die bodemverdichting veroorzaken; - holle wegen, houtkanten, houtwallen, hagen, dreven, bomenrijen, solitaire bomen te verwijderen of te beschadigen. Betreffende tuinen en parken is het verboden: - het uitzicht, de aard, de stijl en het gebruik te wijzigen, onder meer door het wijzigen, verwijderen of toevoegen van laanbeplantingen en bomenrijen, bomengroepen en solitaire bomen, heestergroepen en solitaire struiken, hagen; - gesteltakken of hoofdwortels in te korten of weg te nemen. Onderhoudswerkzaamheden zoals snoeien of knotten zijn toegestaan, op voorwaarde dat ze oordeelkundig gebeuren. Het normale onderhoud van hakhoutbestanden is toegelaten; - om het even welke ingreep uit te voeren op de wortelzones van bomen en heesters, met inbegrip van het verrichten van grondwerken of het uitvoeren van werkzaamheden die bodemverdichting veroorzaken. Hoe kan afgeweken worden van de algemene en specifieke voorschriften van het beschermingsbesluit? Verplicht adviesvraag bij vergunningsprocedures Alle vergunningsaanvragen (die werkzaamheden aan goederen inhouden) moeten geadviseerd worden door de Vlaamse Regering of haar gemachtigde bij Monumenten en Landschappen. 23

Dit advies is bindend voor zover het negatief is of voorwaarden oplegt. De procedure is vastgelegd in het B.Vl.Reg. van 3 juni 1997. Een voorbeeld is het vellen van bepaalde alleenstaande hoogstammige bomen, waarvoor een stedenbouwkundige vergunning vereist is (zie nr. 5). De vergunningverlenende overheid zal zich moeten richten naar het bindend advies. Verplichte toestemming bij niet-vergunningsplichtige werkzaamheden Voor niet-vergunningsplichtige werkzaamheden die strijdig zijn met de beschermingsmaatregelen van het beschermingsbesluit is een toestemming vanwege de Vlaamse Regering of haar gemachtigde bij Monumenten en Landschappen nodig. De procedure is vastgelegd in het B.Vl.Reg. van 3 juni 1997. BRONNEN Decreet van 16 april 1996 betreffende de landschapszorg, Belgisch Staatsblad 21 mei 1996. (Wijzigingsdecreet 21 december 2001, Belgisch Staatsblad 19 februari 2002.) Decreet van 16 april 1996 houdende bescherming van landschappen, Belgisch Staatsblad 21 mei 1996. B.Vl.Reg. van 3 juni 1997 houdende algemene beschermingsvoorschriften, advies- en toestemmingsprocedure, instelling van een register en vaststelling van een herkenningsteken voor beschermde landschappen, Belgisch Staatsblad 1 oktober 1997. INFO Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen Cel Monumenten en Landschappen, Werkhuisstraat 9, 8000 Brugge, telefoon 050 44 28 11, fax 050 44 28 13. 24

4 Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen Welke wetgeving is van toepassing? Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen vinden hun oorsprong in art. 55 van het Decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening. Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen maken het o.a. mogelijk om bepaalde werken, handelingen of wijzigingen te onderwerpen aan het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning, bovenop de gevallen opgesomd in art. 99 1 van het Decreet ruimtelijke ordening. Ook kunnen ze werken en handelingen die werden vrijgesteld van de stedenbouwkundige vergunning in uitvoering van art. 99 2 van het Decreet ruimtelijke ordening, opnieuw onder de vergunningplicht brengen. Stedenbouwkundige verordeningen kunnen volgens art. 54 van het Decreet ruimtelijke ordening ook slaan op de fraaiheid en de esthetische waarde van de omgeving van bouwwerken; op de schoonheid van de omgeving van wegen; op de aanleg van groen en beplantingen. De eerste twee gevallen vinden bijvoorbeeld reeds toepassing in de koppeling van tuinaanleg aan een bouwtechnisch dossier. Het derde geval suggereert duidelijk dat groenaanleg op zich ook aan een stedenbouwkundige vergunning kan onderworpen worden. Dit wekt de veronderstelling in de hand dat de wetgever alle niet-spontane 25

groenaanleg wil regelen via een stedenbouwkundige vergunning, en de bescherming van spontane vegetaties onder het stelsel van de natuurvergunning wil behouden. Wat met de bestaande beplantingsverordeningen of kapreglementen? Ook in het verleden, onder het stelsel van de Wet van 29 maart 1962 bestond de mogelijkheid om gemeentelijke bouwverordeningen uit te vaardigen. Heel wat gemeenten hebben van die mogelijkheid gebruik gemaakt om een bouwverordening inzake beplantingen, kortweg beplantingsverordening of ook wel minder correct kapreglement genoemd, in te stellen. Aangezien deze bouwverordeningen in de regel strenger zijn dan de huidige decretale regeling, blijven ze van toepassing. Wie stelt een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening vast? Het vaststellen van gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen is een bevoegdheid van de gemeenteraad. Ze moeten wel door de Bestendige Deputatie worden goedgekeurd. BRONNEN Decreet 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, Belgisch Staatsblad 8 juni 1999. INFO Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen - Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen - Cel Ruimtelijke Ordening, Werkhuisstraat 9, 8000 Brugge, telefoon 050 44 28 11, fax 050 44 28 13. 26

5 Stedenbouwkundige vergunning Welke wetgeving is van toepassing? De procedure van de stedenbouwkundige vergunning bevindt zich in een overgangsfase. Momenteel is nog steeds de procedure volgens de oude Wet ruimtelijke ordening van toepassing. De nieuwe procedure, volgens het Decreet ruimtelijke ordening, treedt in werking zodra een gemeente aan 5 voorwaarden voldoet: - beschikken over een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk structuurplan; - een gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar in dienst hebben; - beschikken over een conform verklaard plannenregister; - beschikken over een vastgesteld vergunningenregister; - beschikken over een register van onbebouwde percelen. In 2001 is nog een zesde voorwaarde ingevoerd: - beschikken over een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan dat de situatie van alle zonevreemde gebouwen regelt die vallen onder toepassing van art. 145bis van het Decreet ruimtelijke ordening (woningen, voor zover ze niet gelegen zijn in de recreatiegebieden of de ruimtelijk kwetsbare gebieden, én woningen in parkgebieden). Als een gemeente tegen 1 mei 2005 en 1 mei 2006 niet aan respectievelijk de eerste 5 en de zesde voorwaarde beantwoordt, gaat haar bevoegdheid om stedenbouwkundige vergunningen te verlenen over naar de bestendige deputatie. 27

Wat is de algemene regel van de vergunningsplicht? Art. 99 1 van het Decreet ruimtelijke ordening onderwerpt het vellen van hoogstammige bomen aan een stedenbouwkundige vergunning. Voorwaarden zijn: - dat de bomen op een hoogte van 1 meter boven het maaiveld een stamomtrek van minstens 1 meter hebben; (Foto 10) - dat het bomen betreft die niet behoren tot een bos (zoals gedefinieerd in het bosdecreet), m.a.w. alleenstaande bomen, bomen in groeps- of lijnverband; Zoals hoger gesteld kunnen gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen een verstrenging van deze regel betekenen, evenals onderstaande vrijstellingen opheffen (zie nr. 5). Wie levert de stedenbouwkundige vergunning af? Als de aanvraag gebeurt door een particulier, dan wordt de stedenbouwkundige vergunning afgeleverd door het College van Burgemeester en Schepenen. Is de aanvrager een publiekrechtelijk rechtspersoon (o.a. de gemeente zelf) of als de aanvraag betrekking heeft op een werk, handeling of wijziging van algemeen belang 1, dan wordt de vergunning verleend door de Vlaamse Regering of de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar. Moet de gemachtigde ambtenaar tussenkomen? Volgens de oude procedure is een bindend advies vereist van de gemachtigde ambtenaar van AROHM, tenzij het goed waarop de stedenbouwkundige vergunning betrekking heeft gelegen is in een goedgekeurd Bijzonder Gemeentelijk Plan van Aanleg (BPA) of goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Op deze regel werd een aantal uitzonderingen vastgelegd door het B.Vl.Reg. van 5 mei 2000. 28

Zo is het bindend advies NIET vereist voor het vellen van hoogstammige bomen, zoals bepaald in art. 99 1 van het Decreet ruimtelijke ordening. Het bindend advies is ook niet vereist voor handelingen en werken die vergunningsplichtig zijn gesteld door een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (zie nr. 5). Deze uitzonderingen gelden evenwel niet voor handelingen of werken aan of gelegen in: - een beschermd monument of een op een ontwerp van lijst voorkomend monument (zie nr. 1); - een beschermd stads- of dorpsgezicht of een op een ontwerp van lijst voorkomend stads- of dorpsgezicht (zie nr. 1); - een (voorlopig) beschermd landschap (zie nr. 2); - een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. Hoe wordt de aanvraag ingediend? Dit is vastgelegd in een B.Vl.Reg. van 4 november 1997. Hoofdstuk IV bepaalt de noodzakelijke dossierinhoud voor de aanvraag om een bouwvergunning voor terreinaanlegwerken (hieronder valt het vellen van één of meer bomen, alsook werken die betrekking hebben op beplantingen en waarvoor een stedenbouwkundige vergunning vereist is op grond van een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (zie nr. 5)). Het gaat om een omvangrijk dossier, waarbij de vraag kan worden gesteld of dit in verhouding staat tot het belang van bepaalde vergunningsplichtige werken of handelingen in dit verband. Ongetwijfeld zetten dergelijke goedbedoelde regelgevingen aan tot ontwijkingsgedrag bij de burger! 2 Is een openbaar onderzoek vereist? Dit is enkel vereist voor werken, handelingen of wijzigingen aan of palend aan een beschermd monument of aan een op een ontwerp van lijst voorkomend monument (zie nr. 1). 29

Moeten er adviezen worden gevraagd? Het B.Vl.Reg. van 5 mei 2000 bepaalt welke instanties advies moeten uitbrengen: - de provinciale Afdeling ROHM, cel Monumenten en Landschappen, voor aanvragen in het gezichtsveld 3 van een voorlopig of definitief beschermd monument (zie nr. 1); - de Afdeling Land (AMINAL) voor alle aanvragen die verband houden met landbouw, alsook voor alle aanvragen waarbij toepassing wordt gemaakt van de uitzonderingsregeling voor zonevreemde woningen in de gebieden die een agrarische bestemming hebben; - het provinciebestuur voor aanvragen, gelegen op minder dan 5 meter afstand van de kruin van het talud van onbevaarbare waterlopen van tweede categorie, alsook in daarmee verbonden overstromingsgebieden; - de Afdeling Water (AMINAL) voor aanvragen gelegen op minder dan 10 meter afstand van de kruin van het talud van onbevaarbare waterlopen van eerste categorie, alsook in daarmee verbonden overstromingsgebieden; - de Administratie Waterwegen en Zeewezen voor aanvragen, gelegen op minder dan 50 meter afstand van de kruin van het talud van bestaande of geplande bevaarbare waterlopen, voor aanvragen in daarmee verbonden overstromingsgebieden alsook voor aanvragen die een impact hebben op het beheer en de exploitatie van de waterloop; - de Afdeling Natuur (AMINAL) voor: aanvragen in ruimtelijk kwetsbare gebieden 4 aanvragen binnen de perimeter van de Speciale Beschermingszones- Vogelrichtlijn, met uitzondering van de woongebieden (in de ruime zin); aanvragen in een Ramsargebied; aanvragen binnen de perimeter van de door de Vlaamse Regering voorgestelde Speciale Beschermingszones-Habitatrichtlijn; - de Afdeling Bos & Groen (AMINAL) voor aanvragen in parken en bossen, zoals gedefinieerd in het Bosdecreet, alsmede in gebieden die op de plannen van aanleg of op de ruimtelijke uitvoeringsplannen zijn bestemd voor parken en bossen; - de NMBS voor aanvragen nabij bestaande of geplande spoorlijnen. 30

BRONNEN Decreet 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, Belgisch Staatsblad 8 juni 1999. B.Vl.Reg. 4 november 1997 tot vaststelling van de samenstelling van het dossier voor de aanvraag van een bouwvergunning, Belgisch Staatsblad 28 februari 1998. B.Vl.Reg. 5 mei 2000 tot bepaling van de werken en handelingen die vrijgesteld zijn van het eensluidend advies van de gemachtigde ambtenaar, Belgisch Staatsblad 19 mei 2000. B.Vl.Reg. 5 mei 2000 tot aanwijzing van de werken, handelingen of wijzigingen van algemeen belang en tot regeling van het vooroverleg met de Vlaamse Bouwmeester, Belgisch Staatsblad 19 mei 2000. B.Vl.Reg. 5 mei 2000 betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsaanvragen, Belgisch Staatsblad 20 mei 2000. INFO Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen Cel Ruimtelijke Ordening, Werkhuisstraat 9, 8000 Brugge, telefoon 050 44 28 11, fax 050 44 28 13. 31

32

6 Vrijstelling op stedenbouwkundige vergunning Welke vrijstellingen bestaan er op de algemene regel? De hier geciteerde vrijstellingen verwijzen naar het B.Vl.Reg. van 14 april 2000. Er zijn, voor wat het vellen van hoogstammige bomen betreft, 4 gevallen van vrijstelling: De eerste vrijstelling betreft het vellen van hoogstammige bomen die voldoen aan de som van volgende voorwaarden: - ze maken geen deel uit van een bos - ze staan in de geldende gewestplannen, BPA s of RUP n in woongebied of industriegebied (niet in woonparkgebieden!) - Ze staan op de huiskavel 5 van een vergunde woning of een vergund bedrijfsgebouw (of van een vergund geacht gebouw, daterend van vóór de Wet ruimtelijke ordening van 1962). - Ze bevinden zich niet op de grens met het openbaar domein 6. - Ze staan binnen een zone van 15 meter rondom de vergunde woning of het vergunde bedrijfsgebouw; 33

Deze vrijstelling geldt dus NIET voor alle ruimtelijke bestemmingen van het buitengebied! Dit geval van vrijstelling kan als volgt grafisch weergegeven worden: - woongebied - niet woonparkgebied A B C D industriegebied 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 Geen vergunning nodig (tenzij gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van toepassing) Stedenbouwkundige vergunning a, b en c zijn kadastrale percelen a en b behoren tot dezelfde eigenaar het door de haag omvatte gedeelte van a en b alsook het gehele perceel c zijn huiskavels 34

De tweede vrijstelling betreft het vellen van alleenstaande hoogstammige bomen of van enkele bomen in lijnverband wanneer acuut gevaar 7 dreigt. Hiervoor moet vooraf schriftelijk toestemming gegeven worden door de Afdeling Bos & Groen van AMINAL; De derde en laatste vrijstelling betreft het vellen van hoogstammige bomen op een terrein waarvoor een door de bevoegde overheid goedgekeurd beheerplan of beheervisie bestaat op basis van de milieuwetgeving, voor zover het vellen van de hoogstammige bomen als activiteit in dat beheerplan of in die beheervisie is opgenomen (bijvoorbeeld een natuurbeheerplan voor een natuurreservaat; een projectuitvoeringsplan voor een natuurinrichtingsproject; een ruilverkavelingsplan; een landinrichtingsplan; ). BRONNEN Decreet 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, Belgisch Staatsblad 8 juni 1999. B.Vl.Reg. 14 april 2000 tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen en van de werken, handelingen en wijzigingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is, Belgisch Staatsblad 18 mei 2000. INFO Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen Cel Ruimtelijke Ordening, Werkhuisstraat 9, 8000 Brugge, telefoon 050 44 28 11, fax 050 44 28 13. 35

36

7 Wanneer elementen uit een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning overlappen met natuurvergunningsplicht uit het natuurdecreet Handelingen in het kader van een stedenbouwkundige vergunningsaanvraag, die ook onderworpen zijn aan de natuurvergunningsplicht of de meldingsplicht (zie nr. 9) zijn van deze laatste vrijgesteld op voorwaarde dat bij de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag een niet bindend advies van de Afdeling Natuur (AMINAL) werd ingewonnen. Het parallel laten verlopen van beide procedures is dus NIET nodig! Het advies van afdeling natuur is in strikte zin niet bindend, maar geeft natuurlijk wel weer in welke mate en op welke manier het voorstel uit de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag verzoenbaar is met de zorgplicht. Een afwijking van dit advies zal dus zeer duidelijk moeten gemotiveerd kunnen worden. 37

38

8 Verbodsbepalingen, natuurvergunningsplicht en meldingsplicht vanuit het natuurbehoudsdecreet Welke wet- en regelgeving zijn van toepassing? Het Decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu geeft in art. 13 de Vlaamse Regering de opdracht alle mogelijke maatregelen te nemen voor het natuurbehoud, o.a. voor de bescherming, de instandhouding en de ontwikkeling van kleine landschapselementen. Deze opdracht is uitgevoerd door het B.Vl. Reg. van 23 juli 1998. Hoofdstuk IV handelt over de voorwaarden voor het wijzigen van vegetatie en van kleine landschapselementen. Het besluit maakt een onderscheid tussen : - verboden wijzigingen van vegetatie en van KLE, - natuurvergunningsplichtige wijzigingen van vegetatie, - natuurvergunningsplichtige wijzigingen van KLE, en - meldingsplichtige wijzigingen van vegetatie en van KLE. Art. 13 van het Natuurbehoudsdecreet werd in juli 2002 aangevuld met een regeling inzake wijziging van vegetatie en van KLE en bijhorende vegetatie. Het B.Vl. Reg. moet nu in het kader van deze nieuwe decretale regeling worden toegepast. Dit houdt in dat sommige bepalingen ervan de facto werden uitgebreid of beperkt. Wanneer zijn wijzigingen van houtige KLE ronduit verboden? De verboden wijzigingen verwijzen naar concrete landschappelijke elementen (en zijn dus niet beperkt tot bepaalde gebieden!). Ze slaan o.a. op holle wegen, graften, alle kleine landschapselementen die vaak houtige vegetaties vertonen. Op het verbod zijn echter een hele reeks uitzonderingen gesteld, identiek met die voor de natuurvergunning en de melding (zie nr. 9). 39

De verboden wijzigingen refereren anderzijds ook naar gebieden. Zo is het wijzigen van houtige kleine landschapselementen in afgebakende GEN (grote eenheden natuur) en GENO (grote eenheden natuur in ontwikkeling) verboden (GEN + GENO = VEN ofwel Vlaams Ecologisch Netwerk). In welke gebieden is de natuurvergunning voor de wijziging van KLE en hun bijhorende vegetatie vereist? In de volgende gebieden op de gewestplannen: -groengebieden (= natuurgebieden met wetenschappelijke waarde en natuurgebieden) - parkgebieden - buffergebieden - bosgebieden -valleigebieden -brongebieden - agrarische gebieden - agrarische gebieden met ecologisch belang of waarde - agrarische gebieden met bijzondere waarde - landschappelijk waardevolle agrarische gebieden - natuurontwikkelingsgebieden - de met alle voorgaande gebieden vergelijkbare bestemmingsgebieden (cf. de toekomstige ruimtelijke uitvoeringsplannen); binnen de beschermde duingebieden (in toepassing van het Duinendecreet); in de watergebieden van internationale betekenis (Conventie van Ramsar) 8 ; in de speciale beschermingszones Vogelrichtlijn 9 ; 40

in de speciale beschermingszones Habitatrichtlijn; Aangemeld door het Vlaams Gewest bij de Europese Commissie. in de gebieden van het Integraal Verwevings- en Ondersteunend Netwerk (IVON) (anno eind 2003 nog geen afbakening gebeurd). Welke wijzigingen van KLE zijn onderworpen aan de natuurvergunning? Het is niet voldoende dat de geplande wijziging. gesitueerd is in een van voormelde gebieden. Het moet ook gaan om een handeling die als vergunningsplichtige wijziging is opgenomen in het uitvoeringsbesluit. Wat de houtige KLE betreft, gaat het om het rooien of anderszins verwijderen en het beschadigen van houtachtige beplantingen op weg-, waterweg- of spoorwegbermen of op het talud van holle wegen, van houtachtige beplantingen langs waterlopen, dijken of taluds, van heggen, hagen, houtkanten, houtwallen, bomenrijen en hoogstamboomgaarden. Ook het wijzigen van de bijhorende vegetatie (b.v. de kruidachtige vegetatie onder en langsheen een houtkant) is vergunningsplichtig. 41

In welke gebieden is de meldingsplicht van toepassing? Het uitvoeringsbesluit geeft hier een negatieve opsomming. De meldingsplicht geldt niet: - in de gebieden waarvoor de natuurvergunning voor wijziging van KLE verplicht is; - in de woongebieden; - in de industriegebieden. In de praktijk is de meldingsplicht dus nog enkel van toepassing op enkele bijzondere bestemmingszones met beperkte ruimtelijke draagwijdte. Welke wijzigingen van KLE zijn onderworpen aan de melding? Het gaat om identiek dezelfde handelingen als onderworpen aan de natuurvergunningsplicht. Het wijzigen van de bijhorende vegetatie is evenwel niet meldingsplichtig. Vallen solitaire bomen onder de regelgeving inzake natuurvergunning en melding? Hierover is wel eens onduidelijkheid gerezen, in hoofdzaak omdat solitaire bomen niet letterlijk opgenomen zijn in het B.Vl. Reg. van 23 juli 1998. Het Natuurbehoudsdecreet zelf geeft echter in art. 2, 6 een definitie van KLE. Samengevat heeft deze het over lijn- en puntvormige elementen ( ) zoals ( ) bomen ( ). Solitaire bomen worden dus wel degelijk beoogd door het natuurbehoudsdecreet. Het artikel is duidelijk, zodat geen beroep moet worden gedaan op een eventuele interpretatie op basis van de parlementaire documenten (uitvoeringsbesluiten en omzendbrieven). In het B.Vl. Reg. van 23 juli 1998 valt een solitaire boom bijgevolg onder de groep van houtachtige beplantingen (zie eerste paragraaf in dit hoofdstuk), en geldt bijgevolg enkel een natuurvergunningsplicht voor aangeplante alleenstaande hoogstambomen op bermen, op taluds van holle wegen, langs waterlopen/dijken/taluds. 42

Conclusie Volgens de letter van de wet geldt geen natuurvergunningsplicht voor een solitaire boom in een weiland maar wel voor een boom in de berm of langs lijnvormige infrastructuur als holle wegen, dijken, waterlopen, taluds,... Voor een bomenrij geldt steeds wél de natuurvergunningsplicht want bomenrijen staan expliciet als een aparte categorie vermeld. Let op! Het wijzigen van de vegetatie horende bij de kleine landschapselementen is eveneens vergunningsplichtig. Dit kan ten allen tijde een argument zijn om een natuurvergunningsplicht in te roepen bij geplande rooiwerken van solitaire hoogstambomen. BRONNEN Decreet 14 juli 1993 houdende maatregelen ter bescherming van de kustduinen, Belgisch Staatsblad 31 augustus (erratum Belgisch Staatsblad 12 oktober 1993). Decreet 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, Belgisch Staatsblad 10 januari 1998. K.B. 27 september 1984 tot aanwijzing van de watergebieden van internationale betekenis, Belgisch Staatsblad 31 oktober 1984. B.Vl.Reg. 17 oktober 1988 tot aanwijzing van speciale beschermingszones in de zin van artikel 4 van de Richtlijn 79/409/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand, Belgisch Staatsblad 29 oktober 1988. B.Vl.Reg. 16 november 1994 betreffende de definitieve aanwijzing van de beschermde duingebieden en van de voor het duingebied belangrijke landbouwgebieden, Belgisch Staatsblad 30 november 1994. 43

B.Vl.Reg. 4 oktober 1995 betreffende de definitieve aanwijzing van de beschermde duingebieden en van de voor het duingebied belangrijke landbouwgebieden die aangeduid werden door het B.Vl.Reg. van 16 november 1994 ( ) maar niet door het B.Vl.Reg. van 15 september 1993 ( ), Belgisch Staatsblad 25 oktober 1995. B.Vl.Reg. 23 juli 1998 tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het Decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, Belgisch Staatsblad 10 september 1998. B.Vl.Reg. 24 mei 2002 tot vaststelling van de gebieden die in uitvoering van artikel 4, lid 1, van Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna aan de Europese Commissie zijn voorgesteld als speciale beschermingszones, Belgisch Staatsblad 17 augustus 2002. Omzendbrief LNW/98/01 10 november 1998 betreffende algemene maatregelen inzake natuurbehoud en wat de voorwaarden voor het wijzigen van vegetatie en kleine landschapselementen betreft volgens het besluit van de Vlaamse Regering van 23 juli 1998 tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het Decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en code van goede natuurpraktijk i.f.v. wijziging van vegetatie en van kleine landschapselementen, Belgisch Staatsblad 17 maart 1999. INFO Administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer Afdeling Natuur, Zandstraat 255 bus 3, 8200 Sint-Andries, telefoon 050 45 41 80, fax 050 45 41 75, natuur.wvl@lin.vlaanderen.be 44

9 Vrijstelling van het verbod, de natuurvergunningsof de meldingsplicht Welke regelgeving is van toepassing? Aanvankelijk was de regeling uitsluitend terug te vinden in het B.Vl.Reg. van 23 juli 1998. Dit besluit voorziet een ontheffingsregeling op verbodsbepalingen en een uniforme vrijstellingsregeling op natuurvergunningsplicht en meldingsplicht voor het wijzigen van vegetatie of van KLE). Door de decretale wijziging van juli 2002 werd de vrijstellingsregeling opgenomen in art. 13 6 van het Natuurbehoudsdecreet. Bijgevolg geldt de vrijstellingsregeling van het B.Vl.Reg. van 23 juli 1998 voortaan nog slechts in die mate dat ze strenger is dat de decretale regeling. Ontheffingen tegen verbodsbepalingen zijn geregeld in het B.Vl.Reg. van 21 november 2003 (houdende maatregelen ter uitvoering van het gebiedsgerichte natuurbeleid). Welke ontheffingen kunnen er op de verbodsbepalingen? Vooreerst gelden een aantal algemene ontheffingen (en vervallen dus de verbodsbepalingen). De algemene ontheffing geldt sowieso voor: - woonpercelen / bedrijfspercelen -vergunnen / uitvoeren van vergunde werken bij zonevreemde woningen en bedrijven - waterloopbeheer in functie van natuurontwikkeling - waterkering / kustverdediging - gebruik van bestrijdingsmiddelen, onder de voorwaarde dat aan de voorwaarden van het decreet houdende vermindering van gebruik van bestrijdingsmiddelen voldaan wordt (dat m.a.w. het nulgebruik of het uitdoofschema uit de pesticidenreductieplannen gerespecteerd wordt) 45

- ontginningen in daartoe voorziene bestemmingen (enkel algemene ontheffing in GENO!) - normaal gebruik en onderhoud van wegen en nutsleidingen Nieuwe voorstellen tot algemene ontheffing kunnen door de bevoegde minister voor een periode van 10 jaar toegekend worden. Daarnaast kan de afdeling natuur (in het VEN) of de bevoegde minister (in alle overige gevallen) bij gemotiveerd besluit een zogenaamde individuele ontheffing toestaan op de verbodsbepalingen binnen het natuurbehoudsdecreet, B.Vl.Reg. van 23 juli 1998 en B.Vl.Reg. van 21 november 2003. Deze individuele ontheffing kan aangevraagd worden via een aangetekend schrijven gerichte aan de bevoegde afdeling (afdeling natuur). Algemene ontheffingen zijn misschien toch niet zo algemeen: onvermijdbare en onherstelbare schade in VEN kan in principe nooit! Bovenop hoger geformuleerde ontheffingsregeling komt nog een algemene regel : de overheid mag geen toestemming of vergunning verlenen voor een activiteit die onvermijdbare en onherstelbare schade aan de natuur in het VEN kan veroorzaken. Concreet betekent dit dat iedere vergunningsaanvraag met betrekking op het VEN of met impact op het VEN (bijvoorbeeld voor een activiteit grenzend aan het VEN) voor advies moet voorgelegd worden aan de afdeling natuur. De conclusie is eenvoudig dat voor iedere toestemmings- of vergunningsaanvraag met betrekking op het VEN of met impact op het VEN de afdeling natuur om advies moet gevraagd worden, ongeacht of er een algemene ontheffing van kracht is! Indien dit advies positief is, dan geldt dat advies als een ontheffing op voorwaarde dat binnen de verleende machtiging of vergunning, het advies en de eventueel opgelegde voorwaarden, worden nageleefd. 46

Enkel om redenen van aanzienlijk openbaar belang kan van deze algemene regel afgeweken worden! Welke vrijstellingen bestaan er op de vergunningsplicht en meldingsplicht? Het wijzigen van houtige KLE is niet vergunningsplichtig of meldingsplichtig in de onderstaande gevallen: voor de vermelde activiteit is op grond van wetten, decreten of besluiten een vergunning of toestemming van de overheid verleend, na advies van de administratie bevoegd voor het natuurbehoud (bijvoorbeeld een stedenbouwkundige vergunning verleend na advies van de Afdeling Natuur). De activiteit is geregeld in goedgekeurde plannen of projecten die nader zijn bepaald door de Vlaamse Regering. De Memorie van Toelichting vermeldt alvast : - een goedgekeurd natuurbeheerplan (voor natuurreservaten; in uitvoering van het Natuurbehoudsdecreet); - een goedgekeurd bosbeheerplan (voor openbare en privé-bossen en voor bosreservaten; in uitvoering van het Bosdecreet); - een goedgekeurd inrichtingsplan en voor zover ze gebeuren in opdracht van het landinrichtingscomité (in uitvoering van de regelgeving inzake landinrichting); - een goedgekeurd natuurinrichtingsproject (in uitvoering van het Natuurbehoudsdecreet); - een goedgekeurd beheerplan van een beschermd landschap (in uitvoering van het Landschappendecreet). De activiteit situeert zich op huiskavels 10, die bovendien moeten voldoen aan volgende voorwaarden: -van een vergunde woning en/of bedrijfsgebouw op voorwaarde dat de gebouwen bewoond of in gebruik zijn - met een maximale grootte van 3 ha 47