Leereenheid 6. Diagnostische toets: Gemengde schakeling. Let op!

Vergelijkbare documenten
Leereenheid 5. Diagnostische toets: Parallelschakeling. Let op!

Leereenheid 4. Diagnostische toets: Serieschakeling. Let op!

Leereenheid 7. Diagnostische toets: Vermogen en arbeidsfactor van een sinusvormige wisselstroom

Leereenheid 3. Diagnostische toets: Enkelvoudige wisselstroomkringen

Leereenheid 8. Diagnostische toets: Driefasenet. Let op!

Leereenheid 9. Diagnostische toets: Vermogen en arbeidsfactor in driefasenetten

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (3)

LABORATORIUM ELEKTRICITEIT

Leereenheid 1. Diagnostische toets: Soorten spanningen. Let op!

9.2 Bepaal de harmonische tijdsfuncties die horen bij deze complexe getallen: U 1 = 3 + 4j V; U 2 = 3e jb/8 V; I 1 =!j + 1 ma; I 2 = 7e!jB/3 ma.

Leereenheid 2. Diagnostische toets: De sinusvormige wisselspanning. Let op!

3DE GRAAD DEEL 1 ELEKTRICITEIT & LAB EENFASIGE WISSELSTROOMKETENS. Ivan Maesen Jo Hovaere. Plantyn

Uitwerking LES 10 N CURSSUS

Oefeningen Elektriciteit II Deel II

LABO. Elektriciteit OPGAVE: De cos phi -meter Meten van vermogen in éénfase kringen. Totaal :.../ /.../ Datum van afgifte:

Cursus/Handleiding/Naslagwerk. Driefase wisselspanning

Formuleblad Wisselstromen

Tentamen Analoge- en Elektrotechniek

Practicum complexe stromen

1 Elektriciteit Oriëntatie 1.1 Elektrische begrippen Elektrische stroomkring

1. Langere vraag over de theorie

Impedantie V I V R R Z R

Cursus/Handleiding/Naslagwerk. Eenfasige wisselspanning

Uitwerking LES 22 N CURSSUS

Fiche 7 (Analyse): Begrippen over elektriciteit

Aanwijzingen. Figuur 1 LDR (NORP12) Weerstand - lichtsterkte grafiek (Let op: Logaritmische schaal) Nakijkmodel

Passieve filters. - Inleiding - Zelfinductie - Parallel LC-kring. - De serie RLC-kring. - Het gebruik van de serie RLC-kring

Extra opgaven. Bewijs de uitdrukking voor L V in de eerste figuur door Z V = Z 1 + Z 2 toe te passen.

Inhoudsopgave Schakelen van luidsprekers

Theorie elektriciteit - sem 2

EXAMENFOLDER maandag 26 januari 2015 OPLOSSINGEN. Vraag 1: Een gelijkstroomnetwerk (20 minuten - 2 punten)

Hertentamen Lineaire Schakelingen (EE1300)

BIOFYSICA: WERKZITTING 08 en 09 (Oplossingen) ELEKTRISCHE KRINGEN

9 PARALLELSCHAKELING VAN WEERSTANDEN

Deze proef dient om de student inzicht te geven in de werking van de transformator.

Leerling maakte het bord volledig zelf

LABO. Elektriciteit OPGAVE: Reactief vermogen in een driegeleidernet. Sub Totaal :.../80 Totaal :.../20

2 ELEKTRISCHE STROOMKRING

Uitwerkingen 1. Opgave 2 a. Ueff. 2 b. Opgave 3

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrodynamica. 25 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn

6.2 Elektrische energie en vermogen; rendement

Natuur- en scheikunde 1, elektriciteit, uitwerkingen. Spanning, stroomsterkte, weerstand, vermogen, energie

Opgaven bij hoofdstuk 9

Een mogelijke oplossing verkrijgen we door het gebruik van gyratoren. In de volgende figuur zien we het basisschema van een gyrator.

Naam: Klas: Repetitie natuurkunde voor havo (versie A) Getoetste stof: elektriciteit 1 t/m 5

Over Betuwe College Oefeningen H3 Elektriciteit deel 4

Labo. Elektriciteit OPGAVE: Metingen op driefasige gelijkrichters. Sub Totaal :.../70 Totaal :.../20

SERIE-schakeling U I. THEMA 5: elektrische schakelingen. Theoretische berekening voor vervangingsweerstand:

Netwerkanalyse, Vak code Toets 2

Wisselspanningen. Maximale en effectieve waarde. We gaan de wisselspanning aansluiten op een weerstand. U R. In deze situatie geldt de wet van Ohm:

3.4.3 Plaatsing van de meters in een stroomkring

DEEL 6 Serieschakeling van componenten. 6.1 Doel van de oefening. 6.2 Benodigdheden

We kunnen nu met deze kabel de spanning meten door de kabel parallel te schakelen op bv het LEGO zonnepaneel, de LEGO condensator of de LEGO motor.

Examen VWO. natuurkunde 1,2 Compex. Vragen 1 tot en met 12. In dit deel van het examen staan vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt.

Kenm.: M/TB/TOPL/010 Datum: Blz. 1 / 42. Dir. B-M - Documentatie opleiding ELEKTRICITEIT OPGESTELD NAGEZIEN GOEDGEKEURD.

2. Wat is het verschil tussen een willekeurige wisselstroom en een zuivere wisselstroom?

Takstroom Takstroom Totale φ tussen I1 I2 stroom I I1 en I2 (A) (A) (A) A B C

Praktische opdracht Natuurkunde Gelijkrichting

Gemengde schakelingen

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrodynamica. 4 november Brenda Casteleyn, PhD

Trillingen & Golven. Practicum 1 Resonantie. Door: Sam van Leuven Jiri Oen Februari

PRACTICUM TRILLINGSKRINGEN onderdeel van het vak Trillingen en Golven

elektrotechniek CSPE KB 2009 minitoets bij opdracht 11

Elektrische netwerken

Condensator = passieve component bestaande uit 2 geleiders (platen) met een isolator/diëlectricum(lucht, papier, kunststoffen) tussen.

Uitwerking LES 5 N CURSSUS

Uitwerkingen Hoofdstuk 2 - deel 2

INLEIDING. Veel succes

Passieve filters: enkele case studies

Opgave 2 Een spanningsbron wordt belast als er een apparaat op is aangesloten dat (in meer of mindere mate) stroom doorlaat.

Rekenkunde, eenheden en formules voor HAREC. 10 april 2015 presentator : ON5PDV, Paul

Inhoudsopgave De weerstand

Over Betuwe College Oefeningen H3 Elektriciteit deel 4

Inhoudsopgave

Elektrische Netwerken 27

VWO Module E1 Elektrische schakelingen

Tentamen Elektriciteitsvoorziening i. (ee2611/et2105d3-t)

Benodigdheden Gloeilampje, spoel, condensator, signaalgenerator die een sinusvormige wisselspanning levert, aansluitdraden, LCR-meter

Vak: Elektromagnetisme ELK Docent: ir. P.den Ouden nov 2005

Harmonische stromen en resonantie..zx ronde 30 augustus 2015

Overgangsverschijnselen

Opgaven bij hoofdstuk 20

Elektronicapracticum. een toepassing van complexe getallen. Lesbrief

Bepaal van de hieronder weergegeven spanningen en stromen: de periodetijd en de frequentie, de gemiddelde waarde en de effectieve waarde.

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Eindtoets Experimentele Fysica 1 (3A1X1) - Deel 2. 6 november 2015 van 10:00 12:00 uur

Toets 1 IEEE, Modules 1 en 2, Versie 1

Serie. Itotaal= I1 = I2. Utotaal=UR1 + UR2. Rtotaal = R1 + R2. Itotaal= Utotaal : Rtotaal 24 = 10 + UR2 UR2 = = 14 V

Elektrische stroomnetwerken

elektrotechniek CSPE KB 2009 minitoets bij opdracht 11 A B X C D

N najaar verhoog zendvermogen verhoog de seinsnelheid verlaag de seinsnelheid


Hfd 3 Stroomkringen. Isolator heeft geen vrije elektronen. Molecuul. Geleider heeft wel vrije elektronen. Molecuul.

b. Bereken de vervangingsweerstand RV. c. Bereken de stroomsterkte door de apparaten.

Werken met de Smith-Chart

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (2)

Dir. B-M - Documentatie opleiding Kenm.: M/TB/TOPL/010 TE KENNEN MATERIE VOOR DE PROEF VAN TECHNICUS ELEKTROMECANICIEN

Transcriptie:

Leereenheid 6 Diagnostische toets: Gemengde schakeling Let op! Bij meerkeuzevragen: Duid met een kringetje rond de letter het juiste antwoord of de juiste antwoorden aan. Vragen gemerkt met: J O. Sommige van die uitspraken zijn juist, andere zijn onjuist. Als het antwoord juist is, trek dan een kringetje rond de J, is het antwoord onjuist, trek dan een kringetje rond de O. Onderstreep ook het woord dat de uitspraak onjuist maakt. Kies uit de lijst onder de toets het woord dat de uitspraak juist maakt en zet de letter die het woord voorafgaat in de open ruimte voor de uitspraak. Vragen gemerkt met: J O Sommige van die uitspraken zijn juist, andere zijn onjuist. Als het antwoord juist is, trek dan een kringetje rond de J, is het antwoord onjuist, trek dan een kringetje rond de O. 6.1.1 1 J O. In een inductieve kring zal de stroom die de bron levert altijd naijlen op de bronspanning. 6.1.1 2 Inductieve kringen vinden we in de sterkstroomtoepassingen veelvuldig terug, o.a.: a tl-lamp. b motorschakeling. c verwarmingselement. d gloeilamp. 6.1.1 3 In veel praktische toepassingen willen we de stroom door de bron geleverd in fase hebben met de bronspanning. Dat noemen we in de praktijk: 1 de arbeidsfactor verbeteren. 2 de cosϕ gelijk aan l krijgen. 6.1.1 4 J O. Om van een inductieve verbruiker de bronstroom in fase te krijgen met de bronspanning schakelen we een spoel in parallel met de verbruiker. 6.1.2 5 Teken het vectorendiagram voor het bepalen van de stroom I in de kring van fig. 1. De totale kring gedraagt zich inductief. fig. 1 1

Gemengde schakeling 6.1.2 6 Als je de cosinusregel toepast in het vectorendiagram van vraag 5, dan mag je schrijven: I 6.1.2 7 Als je de faseverschuivingshoek van de hoofdstroom t.o.v. de bronspanning wilt bepalen, dan doe je dat via een goniometrische verhouding. Volgens het vectorendiagram uit vraag 5 is: tanϕ. 6.1.3 8 Een kring met een spoel met gelijkstroomweerstand in parallel met een condensator is capacitief als: a C > L. b C < L. c C = L. 6.1.4 9 Voor de kring van fig. 1 treedt er resonantie op als: 1 C = L. 2 I in fase is met U. 6.1.4 10 In de kring van fig. 1 treedt er resonantie op voor een frequentie: f r. 6.1.4 11 De stroomsterkte I in de kring van fig. 1 is bij resonantie: I. 6.1.4 12 De totale impedantie bij resonantie (fig. 1) overeenkomstig de grootheden L, R en C is: Z. 6.1.4 13 Als de kring van fig. 1 in resonantie is dan is: 1 de stroomsterkte maximaal. 2 de impedantie minimaal. 2

Leereenheid 6 6.1.5 14 Teken de admittantiedriehoek die overeenkomt met het schema van fig. 1. 6.1.5 15 De admittantie afgeleid uit de admittantiedriehoek uit vraag 14 geeft: Y. 6.1.6 16 J O In een seriekring op wisselspanning is de complexe uitdrukking van de admittantie de som van de complexe uitdrukking van de takadmittanties. 6.1.6 17 In figuur 2 is I = fig. 2 6.1.7 18 J O. Als we een kring waarin een spoel staat onderbreken, ontstaat een gedempte harmonische trilling over de kring omdat een deel van de energie door het joule-effect omgezet wordt in warmte telkens als er stroom door de condensator vloeit. 6.2 19 J O. In een antenne-ingangskring schakelen we een RLC-parallelresonantiekring tussen de antenne en de toestelmassa. 6.3 20 Het elektrisch vervangingschema van een kristal kunnen we voorstellen door: a een praktische spoel in parallel met een praktische condensator. b een praktische spoel in parallel met een ideale condensator. c RLC-seriekring in parallel met een praktische condensator. d RLC-seriekring in parallel met een ideale condensator. 6.3 21 Een kristal heeft een: 1 serieresonantiefrequentie. 2 parallelresonantiefrequentie. 6.4 22 Een oscilloscoopmeetprobe zonder verzwakking (1:1): 1 verzwakt de spanning nooit. 2 verzwakt de spanningen met lage frequentie. 3

Gemengde schakeling 6.4 23 Welke uitspraak hoort er NIET bij? Een verzwakkingsmeetprobe voor oscilloscoop: a moet een gelijkstroomweerstand bezitten die aangepast is aan de ingangsweerstand van de oscilloscoop. b moeten we afregelen om de gelijkstroomweerstand aan te passen aan de ingangsweerstand van de oscilloscoop. c moet een capaciteit bezitten die aangepast is aan de ingangscapaciteit van de oscilloscoop. d moeten we afregelen om de capaciteit aan te passen aan de ingangscapaciteit van de oscilloscoop. 6.5 24 Een eenfasige condensatormotor bezit een condensator om: 1 de motor zelfstartend te maken. 2 de stroom in de kring van de hulpwikkeling te laten naijlen op de bronspanning. 6.5 25 Het elektrisch vervangingschema van een eenfasige condensatormotor kunnen we voorstellen door: a een praktische spoel in parallel met een praktische condensator. b een praktische spoel in parallel met een ideale condensator. c RLC-seriekring in parallel met een praktische spoel. d RLC-seriekring in parallel met een praktische condensator. 6.6 26 Teken het schema samengesteld met ideale componenten dat gebruikt kan worden voor de oplossing van een parallelschakeling van een niet-ideale condensator met een nietideale spoel. 6.6 27 fig. 3 Z 2 tanϕ 1 tanϕ 2 6.6 28 Teken het vectorendiagram voor het bepalen van de stroomsterkte in de kring van fig. 3. De totale kring gedraagt zich inductief. 4

Leereenheid 6 6.6 29 Volgens het vectorendiagram uit vraag 28 is: I. 6.6 30 Teken de admittantiedriehoek die overeenkomt met het schema van fig. 3. 6.6 31 Bepaal uit de admittantiedriehoek van vraag 30 de formule voor de berekening van de totale impedantie. 6.6 32 Z. fig. 4 L C ϕ 1 I 2 I ϕ 6.6 33 fig. 5 X L X C Z 2 5

Gemengde schakeling I 2 ϕ 1 ϕ 2 I ϕ Woordenlijst A condensator B voorijlen C RLC-serieresonantiekring D gelijkstroomweerstand 6

Oplossingen Antwoordsleutel Vraag 1 juist 2 a en b 3 c 4 onjuist; spoel; A 5 Fig. 6 6 I = I 2 1 + I 2 2 + 2..I 2.cos(90 + ϕ 1 ) 7 tan j =.sinj 1 I 2.cosj 1 8 b 9 c 10 f r = 1 1 R2 2p L.C L 2 11 I = U.R = U.R.C L 12 Z = L R.C 13 d 14 Fig. 7 fig. 6 fig. 7 15 Y = 16 onjuist 1 + 1 + 2.cos(90 + j 1 ) X 2 C.X C 17 I = I 2 1 + I2 2 + 2..I 2.cosa of I = I 2 1 + I2 2 + 2..I 2.cosj 18 onjuist; condensator; D 19 juist 20 d 21 c 22 d 23 b 7

Gemengde schakeling 24 a 25 c 26 Fig. 8 fig. 8 27 = R 2 1 + X 2 L Z 2 = R 2 2 + X 2 C tan j 1 = X L R 1 tan j 2 = X C R 2 28 Fig. 9 fig. 9 29 I = I 2 1 + I2 2 + 2..I 2.cos(j 1 + j 2 ) 30 Fig. 10 fig. 10 31 Z = 1 1 + 1 + 2. 1. 1.cos(j1 + j 2 ) Z 2 2 Z 2 32 L = 12,73 mh ϕ 1 = 53,1 C = 318 µf I 2 = 5,00 A = 5,00 Ω I = 6,71 A = 10,00 A ϕ = 26,5 33 X L = 20,0 Ω I 2 = 3,77 A X C = 30,0 Ω ϕ 1 = 33,8 = 36,1 Ω ϕ 2 = 30,9 Z 2 = 58,3 Ω I = 8,42 A = 6,09 A ϕ = 9,9 8