De Werkwijze. van de William Schrikker. Jeugdbescherming bij een. Ondertoezichtstelling

0609 brochure OTS def:12/05 binnenwerk 'Werkwijze' 15-06-2009 14:04 Pagina 1 De Werkwijze Illustrations Dick Bruna Copyright Mercis bv. 1990 van de William Schrikker Jeugdbescherming bij een Ondertoezichtstelling

0609 brochure OTS def:12/05 binnenwerk 'Werkwijze' 15-06-2009 14:04 Pagina 2 Geldzaken William Schrikker Jeugdbescherming Postadres Postbus 12685 1100 AR Amsterdam Bezoekadres Dalsteindreef 69 Diemen Telefoon (020) 740 00 00 Fax (020) 600 35 44 www.wsg.nu Welke kosten moet u als ouder betalen voor uw kind? Kosten van uw kind Als ouder met gezag blijft u voor een deel financieel verantwoordelijk voor uw kind. Ook al woont uw kind niet meer thuis, u moet een deel van de kosten voor uw kind blijven betalen. Welke kosten dat zijn, hangt af van de plek waar uw kind gaat wonen. In het schema kunt u zien om welke kosten het gaat. Extra geld Uit het schema blijkt dat u in de meeste situaties een ouderbijdrage moet betalen. Waar kunt u dit van betalen? Als u deze kosten niet zelf kunt betalen, dan moet worden gezocht naar een oplossing. Vaak zijn er mogelijkheden om extra geld te krijgen. U kunt geld aanvragen bij: de Sociale Verzekeringsbank (het gaat hier om kinderbijslag; kijk voor de voorwaarden op www.svb.nl) de Informatie Beheer Groep (tegemoetkoming schoolkosten voor kinderen die voortgezet onderwijs volgen) de gemeente (vraag bij de gemeente waar u woont naar de mogelijkheden) de Belastingdienst (huurtoeslag, zorgtoeslag en belastingteruggave) Let op: het is niet in elke situatie zo, dat u recht heeft op extra geld. Er zijn hulpverleners die u kunnen helpen bij het uitzoeken waar u recht op heeft. Zij kunnen u ook helpen bij het aanvragen van geld. U kunt hulp vragen bij de MEE, Kredietbank/Stadsbank/Sociale Raadslieden/Sociale Dienst van de gemeente en het AMW (Algemeen Maatschappelijk Werk). Tip Zorg dat u de geldzaken en verzekeringen van uw kind op orde heeft. Bespreek met de gezinsvoogd de financiële noodzaken en mogelijkheden. De gezinsvoogd kan u verwijzen naar de juiste instanties. William Schrikker Jeugdbescherming behoort tot de William Schrikker Groep. Zij werkt voor kinderen met een handicap die bescherming en ondersteuning nodig hebben. Tot de William Schrikker Groep behoren verder de zelfstandige onderdelen: Jeugdreclassering, Pleegzorg en een Expertisecentrum. * Toelichting op het kostenschema: wat is een ouderbijdrage aan het LBIO? Als uw kind hulp krijgt en niet thuis woont, moet u een bijdrage betalen in de kosten van de jeugdhulpverlening. Dit heet een ouderbijdrage. De ouderbijdrage moet worden betaald aan het LBIO (Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen). Zo kunt u er voor zorgen dat uw kind een zakcentje krijgt. Bijvoorbeeld voor nieuwe schoenen, een tandenborstel of beltegoed. Het LBIO heeft een folder waarin u alles over de ouderbijdrage kunt lezen. Deze folder heet: Ouderbijdragen jeugdhulpverlening. Ook kunt u informatie vinden op de website: www.lbio.nl ** Lees voor meer informatie de folder: Daar kunt u op rekenen in een AWBZ-instelling. Deze folder kunt u aanvragen via www.cvz.nl vormgeving: PlanPlan, Amsterdam uitgave: juni 2009 *** Toelichting Verzekering bij justitiële jeugdinrichting Tijdens strafrechtelijk verblijf wordt de jeugdige ingeschreven in een regeling die ziektekosten dekt bij het Ministerie van Justitie. De eigen verzekering moet worden gemeld dat de jeugdige is opgenomen. Na vrijlating moet de jeugdige weer verzekerd worden.

0609 brochure OTS def:12/05 binnenwerk 'Werkwijze' 15-06-2009 14:04 Pagina 3 UW PLICHTEN ALS OUDER 1 voor een goede opvoeding en verzorging van uw kind. 2 U laat de gezinsvoogd toe in uw huis en luistert naar zijn adviezen en aanwijzingen over de opvoeding en verzorging van uw kind. 3 U beantwoordt vragen over de opvoeding en dagelijkse gewoonten van de gezinsvoogd. 4 U houdt zich aan de schriftelijke aanwijzingen van de gezinsvoogd. Ook als u het er niet mee eens bent. U kunt de kinderrechter vragen om de aanwijzing nietig te verklaren. Tot de uitspraak moet u zich dan toch houden aan de schriftelijke aanwijzing. 5 voor de financiële verplichtingen die u als ouders heeft, ook als uw kind niet meer thuis woont. 6 U zorgt voor een ziektekostenverzekering voor uw kind. U krijgt te maken met de werkwijze van de William Schrikker Jeugdbescherming bij een ondertoezichtstelling. Hoe dat allemaal in zijn werk gaat, kunt u lezen in het eerste gedeelte van de folder. In het laatste, smalle gedeelte staan alle rechten en plichten opgesomd. Deze rechten en plichten zijn in de wet vastgelegd en daar moeten alle partijen zich aan houden. De gezinsvoogd die zal toezien op de opvoeding van uw kinderen, kan niet zo maar alles doen. Hij houdt zich aan zijn rechten en plichten, net als u. Deze regels zijn opgesteld om een goede samenwerking veilig te stellen in het belang van uw kinderen. Als u vragen heeft over de ondertoezichtstelling of over deze folder kunt u contact opnemen met uw gezinsvoogd.

0609 brochure OTS def:12/05 binnenwerk 'Werkwijze' 15-06-2009 14:04 Pagina 4 Wat is een ondertoezichtstelling? De kinderrechter is het eens met de zorgen die er bestaan over de verzorging en opvoeding van uw kind. Daarom heeft hij op verzoek van de Raad van de Kinderbescherming uw kind onder toezicht geplaatst van een gezinsvoogdij-instelling. De kinderrechter heeft de William Schrikker Jeugdbescherming benoemd om de gezinsvoogij uit te voeren. Een medewerker van deze stichting wordt uw gezinsvoogd. Een gezinsvoogd moet toezicht houden op het kind en biedt ouders ondersteuning en geeft advies bij de zorg en opvoeding van hun kind. U houdt het ouderlijk gezag over uw kind, maar u mag belangrijke beslissingen niet meer alleen nemen. U overlegt eerst met uw gezinsvoogd. De gezinsvoogd kan u in het kader van de verzorging en opvoeding een opdracht geven. Ook kan de gezinsvoogd verzoeken doen aan de kinderrechter. Deze beslissingen neemt de gezinsvoogd niet alleen. Daarvoor overlegt hij met zijn kernteam en de inhoudelijk manager. Wat doet de gezinsvoogd? De ondertoezichtstelling (OTS) is bedoeld om weer een aanvaardbare opvoedingssituatie te bereiken. Nu zijn er te veel problemen die de ontwikkeling van uw kind belemmeren. De gezinsvoogd heeft opdracht gekregen deze problemen samen met u en uw kind op te lossen. De gezinsvoogd moet/gaat zich daarom bemoeien met de verzorging en opvoeding van uw kind. De gezinsvoogd zal altijd proberen zoveel mogelijk met u samen te werken. Het doel van zijn werk is immers dat ouders zo zelfstandig mogelijk voor hun kind blijven zorgen, zodat u uiteindelijk weer zonder een gezinsvoogd verder kunt. Kennis maken en een Plan van Aanpak De gezinsvoogd neemt binnen vijf werkdagen contact met u op. Als eerste zal hij langskomen om kennis met u te maken en de werkwijze uit te leggen. Daarna maakt hij samen met u en uw kind een Plan van Aanpak. In dit Plan van Aanpak staat welke zorgen en positieve punten er zijn, welke problemen er zijn met de ontwikkeling van uw kind en wat u en de gezinsvoogd goed vinden voor uw kind. De gezinsvoogd maakt samen met u werkdoelen om actief mee aan de slag te gaan. Om zo n Plan van Aanpak te kunnen maken zoekt de gezinsvoogd eerst met u uit wat er aan de hand is. Waarom verloopt de opvoeding en ontwikkeling van uw kind niet goed genoeg? Waaruit blijkt dat uw kind veilig is? In dat gesprek zal de gezinsvoogd in ieder geval de volgende vragen stellen: Hoe gaat het thuis? (en als uw kind ergens anders woont hoe gaat het daar?) Hoe is het gedrag van uw kind? Hoe is de gezondheid van uw kind? Hoe gaat het op school? Hoe brengt uw kind zijn vrije tijd door? Om een goed beeld te krijgen van de situatie zal de gezinsvoogd ook aan anderen vragen stellen. Bijvoorbeeld aan familie, buren, op school of bij andere instanties. De gezinsvoogd zal verder gebruik maken van het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming. Uw mening en die van uw kind worden in het Plan van Aanpak vermeld. Het definitief opstellen van 5 U kunt de gezinsvoogd vragen om een eerder genomen beslissing geheel of gedeeltelijk terug te draaien. Dat kan als u vindt dat uw omstandigheden zijn gewijzigd. Bijvoorbeeld omdat het nu veel beter gaat met uw kind. Het gaat om bijvoorbeeld een schriftelijke aanwijzing en (het voornemen tot) een machtiging uithuisplaatsing. Dit verzoek moet u schriftelijk indienen. De William Schrikker Jeugdbescherming moet u binnen 14 dagen een schriftelijk antwoord geven. Hiervoor kunt u het formulier Verzoek van belanghebbenden aan de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering gebruiken. Bent u het met dit antwoord niet eens, dan kunt u de kinderrechter vragen een beslissing te nemen. Dit geldt ook voor uw kind (ouder dan 12 jaar). Dit verzoek aan de kinderrechter moet u binnen 2 weken na het antwoord van de William Schrikker Jeugdbescherming schriftelijk bij de kinderrechter indienen. 6 U heeft het recht om tegen een schriftelijke aanwijzing in beroep te gaan bij de kinderrechter. Dit moet binnen 2 weken na het ontvangen van de schriftelijke aanwijzing. Dit geldt ook voor uw kind vanaf 12 jaar. Totdat de kinderrechter een beslissing neemt over uw verzoek blijft de schriftelijke aanwijzing gelden. 7 U heeft de mogelijkheid om een second opinion aan te vragen. Een second opinion is de mening van een onafhankelijke deskundige over onderzoeken betreffende uw kind. U kunt de kinderrechter verzoeken van deze mogelijkheid gebruik te maken.

0609 brochure OTS def:12/05 binnenwerk 'Werkwijze' 15-06-2009 14:04 Pagina 5 UW RECHTEN ALS OUDER 1 U en uw kind worden betrokken bij: het onderzoek van de gezinsvoogd; het maken en de uitvoering van het Plan van Aanpak; het veranderen van het Plan van Aanpak; de evaluatierapporten die de gezinsvoogd maakt; uw mening wordt opgenomen in deze schriftelijke stukken. 2 U heeft recht op een kopie van alle schriftelijke stukken, die u en uw kind betreffen. 3 U en uw kind (vanaf 12 jaar) hebben het recht te klagen over het werk van de gezinsvoogd, bijvoorbeeld als u vindt dat hij onzorgvuldig is. Hiervoor kunt u terecht bij de manager of direct bij de klachtencommissie. De regeling over het indienen van klachten kunt u opvragen bij de gezinsvoogd of bij de administratie van de William Schrikker Groep. 4 Wanneer u het oneens bent met de verzoekschriften die de gezinsvoogd indient bij de kinderrechter, kunt u dit voordat de kinderrechter een beslissing neemt aan hem laten weten. U wordt dan altijd uitgenodigd door de kinderrechter voor de zitting waarop de verzoekschriften van de gezinsvoogd behandeld worden. Ook voor uw kind geldt dat hij zijn mening kan laten weten aan de kinderrechter. De verzoekschriften van de gezinsvoogd kunnen gaan over: het aanvragen van een machtiging voor een uithuisplaatsing; het aanvragen van een verlenging van de ondertoezichtstelling en de uithuisplaatsing; het aanvragen van een tussentijdse beëindiging van de ondertoezichtstelling; het aanvragen van een wijziging in de omgangsregeling; het aanvragen van vervangende toestemming voor een medische behandeling. Als u het niet eens bent met de beslissing van de kinderrechter (nadat hij u gehoord heeft), kunt u met behulp van een advocaat hoger beroep aantekenen. aanvraag paspoort het Plan van Aanpak is de verantwoordelijkheid van de gezinsvoogd. Het eerste Plan van Aanpak moet zes weken na de uitspraak van de Kinderrechter klaar zijn. U heeft altijd recht op een kopie van het Plan van Aanpak. Hoe wordt het Plan van Aanpak uitgevoerd? Nadat het plan is vastgesteld, begint de uitvoering. De gezinsvoogd zal regelmatig bij u langskomen en telefonisch contact met u onderhouden. Hij zal steeds de belangen en veiligheid van uw kind in de gaten houden en u ondersteunen bij de opvoeding. De gezinsvoogd zal met u de werkdoelen in kleine stappen verdelen om stap voor stap te werken aan verbetering van de opvoedingssituatie. De gezinsvoogd bekijkt of de stappen om de opvoedingsproblemen op te lossen ook daadwerkelijk gezet zijn. Vaak zal er in het Plan van Aanpak staan dat er hulp van buitenaf ingezet wordt om de problemen op te lossen. Het zou bijvoorbeeld kunnen dat u ondersteund wordt door een gezinsverzorger of dat uw kind overdag buitenshuis hulp krijgt in een medisch kinderdagverblijf. Tijdens de uitvoering van het plan kan het nodig zijn om het Plan van Aanpak aan te passen omdat er nieuwe zorgen zijn, de hulp niet leidt tot verbetering of omdat er goede ontwikkelingen zijn. U heeft altijd recht op een kopie van het aangepaste Plan van Aanpak. Worden kinderen uit huis geplaatst? De William Schrikker Jeugdbescherming vindt het belangrijk dat kinderen bij hun ouders opgroeien. Een gezinsvoogd van de William Schrikker Jeugdbescherming streeft er dus altijd naar om uw kind thuis te laten wonen. Als er ernstige problemen zijn zal eerst worden gekeken of uw kind met hulp van buitenaf toch thuis kan blijven. Soms is het echt nodig dat een ander de dagelijkse opvoeding en verzorging van u overneemt. De gezinsvoogd kan dan aan de kinderrechter vragen om uw kind voor kortere of langere tijd in een pleeggezin of in een internaat te laten wonen. Als uw kind een tijdje niet thuis woont, blijft u toch betrokken bij de opvoeding van uw kind. U blijft altijd de ouder van uw kind, ook als iemand anders de opvoeding van u overneemt. De gezinsvoogd zal daarom steeds om uw inbreng vragen. Hij zal er ook voor zorgen dat u nog contact met uw kind kan houden. Hoe en hoe vaak u contact heeft, staat in een omgangsregeling. In de periode dat een ouder niet meer de zorg heeft voor de dagelijkse opvoeding, kan er hard gewerkt worden aan de verbeteringen thuis. Zodat de kinderen hopelijk na verloop van tijd weer thuis kunnen wonen. Hoe lang duurt een ondertoezichtstelling? Een OTS wordt in de regel voor één jaar uitgesproken. Als de situatie in de tussentijd zo sterk verbeterd is dat u de opvoeding weer zelfstandig aankunt, zal de kinderrechter de OTS opheffen. Als de opvoedingssituatie niet voldoende is verbeterd, kan de kinderrechter de OTS na een jaar ook verlengen. De kinderrechter kan dit allemaal doen op verzoek van de gezinsvoogd, de ouder of het kind als die minstens 12 jaar is. Meestal zal de gezinsvoogd dit verzoek indienen. Hij schrijft dan in een evaluatie-

0609 brochure OTS def:12/05 binnenwerk 'Werkwijze' 15-06-2009 14:04 Pagina 6 verslag hoe het met de uitvoering van het Plan van Aanpak staat, hoe het gaat met de ontwikkeling van uw kind en hoe de samenwerking met u verloopt. Uw mening wordt in het verslag opgenomen. U heeft recht op een kopie van het evaluatieverslag. Voor de kinderrechter een beslissing neemt zal hij alle belanghebbenden horen. U krijgt daarvoor een oproep om naar de kinderrechter te komen. De William Schrikker Jeugdbescherming kan ook vinden dat de OTS en/of de uithuisplaatsing beëindigd kan worden. De gezinsvoogd moet dan wel de Raad voor de Kinderbescherming van dit voorgenomen besluit op de hoogte stellen. Als de Raad het niet eens is met de beslissing van de William Schrikker Jeugdbescherming, kunnen zij de kinderrechter alsnog vragen de OTS te verlengen. De OTS eindigt in alle gevallen wanneer uw kind 18 jaar wordt. Wie hebben er verder mee te maken? Ook andere mensen kunnen belangen hebben bij de beslissingen die er genomen worden over de opvoeding van uw kind. Deze mensen worden belanghebbenden genoemd. De kinderrechter bepaalt wie er belanghebbend zijn. Dat kunnen grootouders of pleegouders zijn of de andere ouder die niet het gezag heeft. Bij juridische zaken rondom het kind worden de belanghebbenden uitgenodigd bij de kinderrechter. Hij zal bij de behandeling altijd naar de mening van de belanghebbenden vragen voordat hij een beslissing neemt. Wat als u bezwaren heeft? Tijdens de OTS heeft de gezinsvoogd als taak om toezicht te houden op uw kind en u te ondersteunen bij de opvoeding. De gezinsvoogd geeft u advies. Bijvoorbeeld dat uw kind beter naar een speciale school kan gaan. Zo n advies zal de gezinsvoogd in overleg met u geven. Maar soms heeft u misschien een andere mening. In het uiterste geval kan de gezinsvoogd u een schriftelijke aanwijzing geven. U bent dan verplicht die aanwijzing uit te voeren. De gezinsvoogd zegt waarom hij een schriftelijke aanwijzing geeft. Bent u het er niet mee eens, dan kunt u de kinderrechter vragen de aanwijzing vervallen te verklaren. Ook als de gezinsvoogd een verzoekschrift indient bij de kinderrechter tot een uithuisplaatsing of als de gezinsvoogd vervangende toestemming vraagt tot een medische ingreep, kunt u bezwaar maken bij de kinderrechter. U krijgt een uitnodiging voor een zitting zodat u de kinderrechter kunt vertellen wat uw mening is. Als uw kind 12 jaar of ouder is kan hij ook bezwaar maken tegen de beslissingen van de gezinsvoogd. (Leest u goed het onderdeel rechten en plichten hierover). Wat als u klachten heeft? Als u vindt dat een medewerker van de William Schrikker Jeugdbescherming u onjuist behandelt of onzorgvuldig de procedures toepast, kunt u contact opnemen met zijn manager. De manager zal één of meerdere gesprekken met u en de gezinsvoogd voeren om tot een oplossing van het probleem te komen. Als u er met de manager ook niet uitkomt of u wilt PLICHTEN VAN DE GEZINSVOOGD 1 De gezinsvoogd legt zijn werkwijze aan u uit. Hij wijst u op uw rechten en plichten en bespreekt deze folder met u en uw kind. 2 De gezinsvoogd doet onderzoek, maakt een Plan van Aanpak en zorgt dat het Plan van Aanpak uitgevoerd wordt. Minstens één keer per jaar evalueert de gezinsvoogd de ondertoezichtstelling en de eventuele uithuisplaatsing. Hij beslist dan of de ondertoezichtstelling en de eventuele uithuisplaatsing verlengd moeten worden. 3 Als de gezinsvoogd het Plan van Aanpak verandert, bespreekt hij dit eerst met u. Tenzij er sprake is van een crisissituatie. Dan wordt het gewijzigde Plan van Aanpak naderhand zo spoedig mogelijk met u besproken. 4 Voor het nemen van een aantal belangrijke beslissingen moet de gezinsvoogd toestemming hebben van zijn manager. Deze beslissingen zijn: het vaststellen van het Plan van Aanpak; het aanvragen van een machtiging voor een uithuisplaatsing; het aanvragen van een verlenging van de ondertoezichtstelling en de uithuisplaatsing; het tussentijds beëindigen of niet verlengen van een uithuisplaatsing; het niet verlengen van de ondertoezichtstelling; het geven van een schriftelijke aanwijzing; het aanvragen van een wijziging in de omgangsregeling; het aanvragen van vervangende toestemming voor een medische behandeling/aanvraag paspoort. 5 Als de gezinsvoogd vermoedt dat uw kind (seksueel) mishandeld wordt, moet hij dit melden aan zijn manager. De manager zal handelen volgens het protocol misbruik.

0609 brochure OTS def:12/05 binnenwerk 'Werkwijze' 15-06-2009 14:04 Pagina 7 RECHTEN VAN DE GEZINSVOOGD 1 De gezinsvoogd moet zich bemoeien met de verzorging en opvoeding van uw kind. 2 De gezinsvoogd heeft het recht om uw problemen te beschrijven in het Plan van Aanpak en hij mag anderen vragen hulp aan u en uw kind te verlenen. 3 De gezinsvoogd mag de ouder en het kind (vanaf 12 jaar) een schriftelijke aanwijzing geven. De schriftelijke aanwijzing is een opdracht die gaat over de opvoeding en verzorging van uw kind, bij-voorbeeld een opdracht om ervoor te zorgen dat uw kind naar school gaat. U bent verplicht de schriftelijke aanwijzing op te volgen. Als u het niet met de aanwijzing eens bent, legt u deze (binnen 14 dagen) aan de kinderrechter voor. 4 Als de ouder(s) geen toestemming wil(len) geven voor een medische behandeling die bedoeld is om ernstig gevaar voor het kind (jonger dan 12 jaar) te voorkomen, dan mag de gezinsvoogd de kinderrechter om vervangende toestemming vragen. 5 Ook kan de gezinsvoogd aan de kinderrechter vervangende toestemming voor de aanvraag van een paspoort vragen. 6 De gezinsvoogd mag de kinderrechter toestemming vragen (een machtiging ) om het kind uit huis te plaatsen, bijvoorbeeld in een pleeggezin of internaat. Deze machtiging is geldig voor een jaar, maar de gezinsvoogd kan verzoeken om verlenging van de machtiging, als dit in het belang van het kind is. 7 De gezinsvoogd mag de kinderrechter vragen om in het belang van het kind een bestaande omgangsregeling tussen ouder en kind te veranderen. 8 Als het kind uit huis geplaatst is, kan de gezinsvoogd als dit nodig is voor het kind het contact tussen ouder en kind beperken. Dit geldt als een schriftelijke aanwijzing. Als u het hier niet mee eens bent, kunt u de kinderrechter vragen deze omgangsregeling te veranderen. 9 De gezinsvoogd mag in het belang van het kind de ouder die niet het ouderlijk gezag heeft betrekken bij (de uitvoering van) het Plan van Aanpak. 10 De gezinsvoogd neemt contact op met anderen, bijvoorbeeld school, hulpverlening. liever meteen formeel een klacht indienen, dan kan dat ook. U kunt dan een brief sturen naar de klachtencommissie van de William Schrikker Groep. Wat er in de brief moet staan en hoe uw klacht behandeld wordt, staat beschreven in de folder Klachtenregeling. U kunt deze regeling opvragen bij de gezinsvoogd van uw kind of bij de administratie van de William Schrikker Groep. U kunt onafhankelijke hulp krijgen bij het indienen van uw klacht. U kunt daarvoor contact opnemen met het Advies- en Klachtenbureau Jeugdhulpverlening Amsterdam, telefoon (020) 521 99 50. Wat gebeurt er met uw gegevens? De William Schrikker Jeugdbescherming heeft de opdracht gekregen van de kinderrechter, om de opvoedingssituatie van uw kinderen te verbeteren. Daarvoor verzamelt en bewaart de stichting een aantal gegevens over u. Allemaal persoonlijke informatie waar de William Schrikker Jeugdbescherming zorgvuldig mee omgaat. De William Schrikker Jeugdbescherming houdt zich aan de wet op de persoonsregistratie voor alle gegevens die zij in de computer bewaart. Daarnaast wordt er ook een dossier van u en uw kind bijgehouden. In zo n dossier zitten alle schriftelijke stukken en rapporten over u en uw kind. Wie er wel en wie niet de dossiers mag inkijken, wie er recht heeft op kopieën uit het dossier en hoe lang het dossier bewaard wordt, is ook aan regels gebonden. In het privacyreglement staat precies beschreven waar medewerkers van de William Schrikker Jeugdbescherming zich aan moeten houden. Hoe kunt u de William Schrikker Jeugdbescherming bereiken? Uw gezinsvoogd is op zijn werkdagen bereikbaar op zijn 06-nummer. Mocht de gezinsvoogd in bespreking zijn, dan kunt u een bericht inspreken op zijn voice-mail. De gezinsvoogd belt u dan zo spoedig mogelijk terug. Mocht u uw gezinsvoogd zeer dringend nodig hebben en zijn voice-mail staat aan, belt u dan ook naar het centrale nummer van de stichting, telefoon (020) 398 97 77. De telefoniste kan u helpen in contact te komen met uw gezinsvoogd of als dat niet lukt zijn vervanger in te schakelen. Naar het centrale nummer kunt u natuurlijk ook bellen als u een andere medewerker van de stichting nodig heeft. Van 09.00 tot 17.00 uur zijn de medewerkers bereikbaar. In zeer dringende gevallen kunt u ook buiten kantooruren een beroep op ons doen. Als u dan belt, krijgt u eerst het antwoordapparaat te horen. Spreek uw naam en volledige telefoonnummer in. U wordt teruggebeld door een gezinsvoogd die bereikbaarheidsdienst heeft. Hij zal uw probleem noteren en samen met u naar een oplossing zoeken. Op zijn eerstvolgende werkdag wordt uw gezinsvoogd geïnformeerd over uw hulpvraag. Moeten ouders bijdragen in de kosten? Zie het schema op de volgende pagina.

0609 brochure OTS def:12/05 binnenwerk 'Werkwijze' 15-06-2009 14:04 Pagina 8 Kostenschema In dit schema staan de kosten die u als ouder moet betalen volgens de Wet op de Jeugdzorg, wanneer uw kind: onder toezicht is gesteld; niet meer thuis woont. Rechten en plichten van de gezinsvoogd Kosten school Uw kind woont in een pleeggezin U betaalt de schoolkosten. Uw kind woont bij een zorgaanbieder die van de provincie subsidie ontvangt U betaalt de schoolkosten. Uw kind woont in een AWBZ-instelling (zie **) U betaalt de schoolkosten. Uw kind woont in een gesloten Jeugdzorginstelling Interne scholing, meestal verzorgd door de instelling. Uw kind woont zelfstandig op kamers U betaalt de schoolkosten. en ouder rond een ondertoezichtstelling (ots) Zak-, kleeden reisgeld Pleegouders betalen een deel van de kosten voor de opvoeding en verzorging van uw kind. Wilt u hierover meer weten, vraag het dan aan de gezinsvoogd. De instelling waar uw kind woont betaalt een deel van de kosten voor de opvoeding en verzorging van uw kind. De instelling kan u vertellen wat zij wel betalen en wat zij niet betalen. De AWBZ-instellingen vragen een ouderbijdrage. Het gaat dan om de kosten die niet vanuit de AWBZ betaald worden. Bijvoorbeeld: zakgeld, kleedgeld, reisgeld, waskosten. De instelling waar uw kind woont betaalt een deel van de kosten voor de opvoeding en verzorging van uw kind. Wilt u hierover meer weten, vraag het dan aan de gezinsvoogd. Uw kind heeft een eigen inkomen. Dat kan zijn: omdat uw kind werkt omdat de gemeente betaalt omdat de William Schrikker Jeugdbescherming betaalt. Komt uw kind geld tekort, dan moet u geld betalen. Ouderbijdrage aan LBIO (zie *) U betaalt iedere maand een bedrag aan het LBIO. Hoeveel u betaalt hangt af van de leeftijd van uw kind en het aantal dagen per week dat het kind in het pleeggezin woont. U betaalt iedere maand een bedrag aan het LBIO. Hoeveel u betaalt hangt af van de leeftijd van uw kind en het aantal dagen per week dat het kind in de instelling woont. U betaalt geen ouderbijdrage aan het LBIO. Civielrechtelijk: u betaalt iedere maand een bedrag aan het LBIO. Strafrechtelijk: u betaalt geen ouderbijdrage aan het LBIO. U betaalt iedere maand een bedrag aan het LBIO. Hoeveel u betaalt hangt af van de leeftijd van uw kind. Dit geldt alleen als de WSG de kosten betaalt. Verzekeringen (zie ***) een zorgverzekering en een zorgverzekering en een zorgverzekering en een zorgverzekering en Informatie over deze kosten kunt u opvragen bij het Landelijk Bureau Inning Ouderbijdragen (LBIO) te Gouda, tel. (0182) 57 20 20.