Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

Vergelijkbare documenten
AANGENOMEN TEKSTEN. Resolutie van het Europees Parlement van 20 januari 2016 ter ondersteuning van het vredesproces in Colombia (2015/3033(RSP))

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

*** ONTWERPAANBEVELING

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

*** ONTWERPAANBEVELING

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 maart 2003 (OR. en) 6505/03 CRIMORG 11

ADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2015/2254(INL) van de Commissie constitutionele zaken

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

Voor de delegaties gaan in bijlage dezes de conclusies van de Raad over Jemen, die de Raad in zijn zitting op 18 februari 2019 heeft aangenomen.

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van een verklaring van de Commissie. ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

EUROPEES PARLEMENT Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken ONTWERPVERSLAG

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2017/2036(INI)

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 juli 2014 (OR. en)

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag met verzoek om mondeling antwoord B8-0219/2017

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 december 2006 (OR. en) 16647/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/194 (CNS) REGIO 70 FIN 673

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT

*** ONTWERPAANBEVELING

*** AANBEVELING. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0277/

EUROPEES PARLEMENT. Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0058/1. Amendement. Sabine Lösing, Tania González Peñas namens de GUE/NGL-Fractie

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2014/2012(INI)

Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies die de Europese Raad op bovengenoemde bijeenkomst heeft aangenomen.

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gewijzigd voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

*** ONTWERPAANBEVELING

Handvest van de grondrechten van de EU

*** ONTWERPAANBEVELING

Verordening (EG) nr. 1968/2006 van de Raad. van 21 december 2006

Zittingsdocument B8-0245/2015 ONTWERPRESOLUTIE

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van de verklaringen van de Raad en de Commissie

PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS- EU

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument B6-0038/2006 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B6-0345/2005

EURO-MEDITERRAAN PARLEMENTAIR FORUM

*** AANBEVELING. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0152/

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

*** ONTWERPAANBEVELING

P5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Meneer de President, Excellenties, mevrouw Wijdenbosch, Dames en Heren,

4. Het voorzitterschap verzoekt de Raad de ontwerp-conclusies in de bijlage aan te nemen

AANGENOMEN TEKSTEN. Resolutie van het Europees Parlement van 23 oktober 2014 over de verdwijning van 43 studenten in Mexico (2014/2905(RSP))

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 juni 2009 (08.06) (OR. en) 10523/2/09 REV 2

Zie voor actuele informatie over welke landen dit protocol getekend en geratificeerd hebben

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument B6-0273/2007 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van de verklaringen van de Europese Raad en de Commissie

waardigheid participatie gelijke rechten solidariteit individuele vrijheid

14098/15 VER/mt 1 DG C 1

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

*** ONTWERPAANBEVELING

Zittingsdocument B8-0133/2015 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van de verklaringen van de Raad en de Commissie

Associatie Raamwerk Overeenkomst tussen de Republiek Suriname en MERCOSUR

PUBLIC 8480/10 Interinstitutioneel dossier: 2009/0183 (NLE)

*** ONTWERPAANBEVELING

NL In verscheidenheid verenigd NL B8-0455/31. Amendement

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0070/

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

GSC.TFUK. Raad van de Europese Unie Brussel, 7 januari 2019 (OR. en) XT 21106/18. Interinstitutioneel dossier: 2018/0426 (NLE) BXT 125

Zittingsdocument B7-0000/2013 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2013

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

EUROPEES PARLEMENT Zittingsdocument B8-0000/2015 ONTWERPRESOLUTIE

AANGENOMEN TEKSTEN. Resolutie van het Europees Parlement van 30 april 2015 over de situatie op de Maldiven (2015/2662(RSP))

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2017/2061(BUD)

7079/17 gys/van/sv 1 DG D 1C

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

11246/16 roe/fb 1 DG C 1

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

15633/17 gra/fb 1 DG C 1

Zittingsdocument B8-0000/2015 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van een verklaring van de Commissie

Internationale Rode Kruis- en Rode Halve Maanbeweging

*** ONTWERPAANBEVELING

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

10667/16 oms/hh 1 DGG 2B

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE

* VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0124/

Vertaling FACULTATIEF PROTOCOL INZAKE KINDEREN IN GEWAPEND CONFLICT BIJ HET VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND De Staten die partij zijn bij dit

De EU-lijst van personen, groepen en entiteiten waarvoor specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme gelden

VR DOC.0098/1

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Committee / Commission CONT. Meeting of / Réunion des 12 & 13/09/2005 BUDGETARY AMENDMENTS / AMENDEMENTS BUDGÉTAIRES. Rapporteur: Chris HEATON-HARRIS

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

Werk van iedereen. Democratisering en vredesopbouw

11245/16 roe/fb 1 DGC 1

FACULTATIEF PROTOCOL BIJ HET VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND OVER DE BETROKKENHEID VAN KINDEREN IN GEWAPENDE CONFLICTEN

Transcriptie:

Europees Parlement 2014-2019 Zittingsdocument B8-0061/2016 14.1.2016 ONTWERPRESOLUTIE naar aanleiding van een verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement over de ondersteuning van het vredesproces in Colombia (2015/3033(RSP)) Ramón Jáuregui Atondo, José Blanco López, Nicola Danti, Monika Flašíková Beňová, Karoline Graswander-Hainz, Enrique Guerrero Salom, Richard Howitt, Jude Kirton-Darling, Javi López, Marlene Mizzi, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández, Elena Valenciano, Carlos Zorrinho namens de S&D-Fractie RE\1083544.doc PE575.963v01-00 In verscheidenheid verenigd

B8-0061/2016 Resolutie van het Europees Parlement over de ondersteuning van het vredesproces in Colombia (2015/3033(RSP)) Het Europees Parlement, gezien zijn talrijke resoluties over de situatie van de mensenrechten in Colombia, waaronder die van 18 april 1996, 12 juni 1997, 12 maart en 14 mei 1998, 11 maart 1999 en 7 september 2000, gezien zijn eerdere resoluties over de situatie in Colombia, waaronder die van 14 maart en 24 oktober 1996, 18 september 1997 en 14 januari 1999, gezien zijn resolutie van 1 februari 2001 over het Plan Colombia en de steun aan het vredesproces in Colombia, alsook zijn resoluties van 4 oktober 2001 en 14 maart 2002 over Colombia, gezien de bijzondere betrekkingen die de EU met Colombia onderhoudt, met name de meerpartijenhandelsovereenkomst tussen Colombia en Peru en de EU en haar lidstaten, die op 26 juli 2012 in Brussel werd ondertekend, gezien de gezamenlijke persverklaring nr. 60 over de overeenkomst tot instelling van een bijzondere rechtspraak voor vrede, die op 23 september 2015 in Havana werd ondertekend, gezien de gezamenlijke ontwerpovereenkomst over de slachtoffers van het conflict, waarover op 15 december 2015 in Havana overeenstemming werd bereikt, gezien alinea 44 van de boodschap van de EP-delegatie in de Euro-Latijns-Amerikaanse parlementaire vergadering (EuroLat) aan de tweede EU-CELAC-top in Brussel over de beëindiging van het interne conflict tussen de regering van Colombia en de FARC, gezien de Verklaring van Brussel, die op 11 juni 2015 aan het einde van de tweede EU-CELAC-top werd vastgesteld, gezien de verklaring van de hoge vertegenwoordiger van de EU, Federica Mogherini, over de overeenkomst van 24 september 2015 over overgangsjustitie in Colombia, alsook haar verklaring van 1 oktober 2015 tot benoeming van Eamon Gilmore als speciale vertegenwoordiger van de Unie voor het vredesproces in Colombia, gezien artikel 123, lid 2, van zijn Reglement, A. overwegende dat de EU en Colombia sinds 2013 een kader voor nauwe economische en commerciële samenwerking handhaven dat is vastgelegd in de handelsovereenkomst tussen Colombia en Peru en de EU en haar lidstaten, waarvan het uiteindelijke doel niet alleen het versterken van de economische betrekkingen tussen de partijen is, maar ook het smeden van allianties die niet beperkt blijven tot handel, waardoor vrede, democratie en het welzijn van hun burgers worden versterkt; PE575.963v01-00 2/7 RE\1083544.doc

B. overwegende dat de opheffing door de EU van de visumvereiste voor Colombiaanse burgers in deze overeenkomst is opgenomen, zoals overeengekomen tijdens de tweede EU-CELAC-top van juni 2015; C. overwegende dat deze nauwe banden betrekking hebben op internationale samenwerkingsgebieden in verband met belangrijke gemeenschappelijke problemen, zoals de strijd voor vrede en tegen terrorisme, waarbij het uiterst opvallend is dat, sinds de ondertekening van de kaderovereenkomst EU-Colombia van 2014 over de deelname aan crisisbeheersingsoperaties van de EU, Colombiaanse strijdkrachten samenwerken met Europese strijdkrachten bij internationale vredesoperaties, onder auspiciën van de Verenigde Naties; D. overwegende dat de rondetafel tussen de regering van Colombia en de FARC van start ging in Havana (Cuba) op 26 augustus 2012, na de ondertekening van het document "Acuerdo General para la terminación del conflicto y la construcción de una paz estable y duradera" (Algemeen akkoord over de beëindiging van het conflict en de opbouw van een stabiele en duurzame vrede), waarmee gevolg werd gegeven aan de wens van het Colombiaanse volk om in vrede te leven en met name werd erkend dat de opbouw van vrede een zaak van de volledige bevolking is, dat de staat de plicht heeft de mensenrechten te bevorderen op het gehele grondgebied en dat eerlijke economische en maatschappelijke ontwikkeling een waarborg voor vrede is en een absolute voorwaarde vormt voor de inclusieve en duurzame groei van het land; E. overwegende dat in verschillende fases van de onderhandelingen in Havana akkoorden werden bereikt over een nieuw Colombiaans platteland en de uitgebreide plattelandshervorming, over de politieke participatie en de democratische opening met het oog op vredesopbouw, en over de oplossing van het drugsprobleem; F. overwegende dat de regering van Colombia en de FARC op 23 september 2015 aankondigden een akkoord te hebben bereikt over de instelling van een bijzondere rechtspraak voor vrede, die beantwoordt aan de rechten van de slachtoffers en een bijdrage levert aan de opbouw van een stabiele en duurzame vrede, waarbij de partijen overeenstemming hebben bereikt over de invoering van een integraal systeem voor waarheid, gerechtigheid, schadeloosstelling en niet-herhaling, dat de oprichting van een commissie voor de opheldering van de waarheid, co-existentie en niet-herhaling omvat, alsook overeenkomsten op het gebied van schadeloosstelling van de slachtoffers; G. overwegende dat de onderhandelaars met de sluiting van het bovengenoemde akkoord over de zogenaamde overgangsjustitie een definitieve stap in de richting van vrede hebben gezet, die tevens onomkeerbaar lijkt omdat beide partijen een maximumtermijn van zes maanden voor het bereiken van vrede hebben vastgesteld, met 23 maart 2016 als uiterste datum; H. overwegende dat de regering van Colombia en de FARC op 15 december 2015 de sluiting hebben aangekondigd van een akkoord over de slachtoffers van het conflict: "integraal systeem voor waarheid, gerechtigheid, schadeloosstelling en niet-herhaling", met inbegrip van de bijzondere rechtspraak voor vrede en de verbintenis ten aanzien van de mensenrechten; overwegende dat dit akkoord de oprichting omvat van de commissie voor de opheldering van de waarheid, co-existentie en niet-herhaling, alsook van de speciale eenheid voor de zoektocht naar personen die in de context en als gevolg van het RE\1083544.doc 3/7 PE575.963v01-00

conflict als vermist zijn opgegeven; I. overwegende dat dit akkoord een fundamentele stap voorwaarts in de richting van de opbouw van een stabiele en duurzame vrede betekent, waarbij alle slachtoffers van het conflict niet alleen worden erkend als slachtoffers, maar ook en vooral als burgers met rechten, met name hun recht op deelname aan de opheldering van de waarheid en op compensatie voor de schade die zij hebben geleden als gevolg van het conflict; J. overwegende dat de instelling van een bijzondere rechtspraak voor vrede tegemoetkomt aan de behoefte om een bijzonder rechtssysteem uit te werken overeenkomstig het internationaal recht, waarbij de verantwoordelijken voor geweldsmisdrijven worden gestraft en slachtoffers een schadeloosstelling ontvangen, alsook het neerleggen van de wapens wordt vergemakkelijkt; K. overwegende dat de regering, het parlement en de bevolking van Colombia de soevereine bevoegdheid hebben de parameters van deze bijzondere rechtspraak voor vrede vast te stellen, en dat deze rechtspraak diverse gerechtelijke kamers en een vredestribunaal zal omvatten, met als belangrijkste functies een einde maken aan straffeloosheid, de waarheid boven tafel krijgen en de daders van de tijdens het conflict gepleegde misdrijven berechten en bestraffen, in het bijzonder de meest ernstige en representatieve, waarbij niet-herhaling wordt gewaarborgd en tevens wordt bijgedragen aan de schadeloosstelling van de slachtoffers; L. overwegende dat met deze bijzondere rechtspraak: - wordt erkend dat de daders van de tijdens het conflict gepleegde misdrijven moeten worden gestraft, ook al hebben zij hun verantwoordelijkheid erkend; - wordt voorzien in een gedifferentieerde opsluitingsregeling, afhankelijk van de vroege of late erkenning van de verantwoordelijkheid voor ernstige misdrijven of de nieterkenning van dergelijke verantwoordelijkheid, waarbij straffen in het geval van een veroordeling uiteenlopen van respectievelijk 5 à 8 jaar tot 20 jaar en de plaats en voorwaarden van de uitvoeringsregeling voor daadwerkelijke vrijheidsbenemende straffen eveneens variëren naargelang de erkenning van verantwoordelijkheid; - ervoor wordt gezorgd dat Colombia, bij de beëindiging van de vijandigheden, op de grootst mogelijke schaal amnestie zal verlenen voor politieke en daarmee verband houdende misdrijven, overeenkomstig het internationaal humanitair recht, zonder dat de plegers van misdaden tegen de menselijkheid, genocide, ernstige oorlogsmisdrijven en andere ernstige misdrijven zoals gijzeling, foltering, gedwongen verplaatsing, gedwongen verdwijningen, buitengerechtelijke executies en seksueel geweld gebruik kunnen maken van de amnestie; M. overwegende dat de totstandbrenging van een stabiele en duurzame vrede in Colombia middels de beëindiging van het langer dan vijftig jaar aanslepende interne conflict waarbij miljoenen slachtoffers zijn gevallen, in de eerste plaats een prioriteit voor Colombia is, maar tevens voor de Europese Unie en de internationale gemeenschap, hetgeen blijkt uit de talrijke steunbetuigingen aan het vredesproces van verschillende landen en regionale en internationale organisaties, waaronder de Europese Unie zelf; PE575.963v01-00 4/7 RE\1083544.doc

1. is zeer ingenomen met het akkoord over de instelling van een bijzondere rechtspraak voor vrede, dat een afdoende oplossing vormt voor het grootste hangijzer van de onderhandelingen, en juicht toe dat gezamenlijk is besloten om binnen een termijn van zes maanden over te gaan tot de ondertekening van een definitief vredesakkoord, vóór 23 maart 2016; 2. is tevens ingenomen met het akkoord over punt 5 ("Slachtoffers") van de agenda van het Algemeen akkoord tussen de regering van Colombia en de Revolutionaire Strijdkrachten van Colombia (FARC) dat op 15 december 2015 werd bereikt, met inbegrip van de oprichting van de commissie voor de opheldering van de waarheid, coexistentie en niet-herhaling, de speciale eenheid voor de zoektocht naar personen die in de context en als gevolg van het conflict als vermist zijn opgegeven, de bijzondere rechtspraak voor vrede en de specifieke herstelmaatregelen; 3. erkent dat dit akkoord uniek in de geschiedenis van de onderhandelingen en gewapende conflicten is, waarin de slachtoffers een centrale plek innemen en de waarheid, gerechtigheid, schadeloosstelling en niet-herhaling als prioriteiten worden aangemerkt, en dat dit derhalve een rechtvaardig akkoord is waarmee straffeloosheid wordt uitgesloten; 4. is van mening dat zowel de ondertekening van het recente akkoord over de slachtoffers als de consolidatie van de andere, eerder bereikte akkoorden over uitgebreide plattelandshervorming, politieke participatie en democratische opening met het oog op vredesopbouw, en over de oplossing van het drugsprobleem, cruciale stappen zijn in de richting van een definitief vredesakkoord, dat de steun krijgt van de Colombiaanse bevolking, dat zorgt voor een stabiele en duurzame vrede na meer dan een halve eeuw interne gewapende conflicten en dat in het bijzonder rekening houdt met het recht van de slachtoffers van het conflict op een volledige, daadwerkelijke en rechtvaardige schadeloosstelling voor de geleden fysieke, morele en materiële schade; 5. roept ertoe op om het lopende proces uit te breiden tot het nationaal bevrijdingsleger of, in voorkomend geval, een parallel onderhandelingsproces in te stellen dat zich onder vergelijkbare voorwaarden en binnen een vergelijkbare termijn kan ontwikkelen; 6. spreekt de wens uit dat de onderhandelingen binnen een zo kort mogelijke termijn worden afgerond, in elk geval binnen de termijn van zes maanden die op 23 september in Havana werd vastgelegd, zodat het conflict definitief ten einde komt op 23 maart 2016 en deze dag een mijlpaal wordt in de moderne geschiedenis van Colombia; 7. erkent de grote politieke inspanningen, het realisme en de volharding die zowel de regering van Colombia als de FARC hebben laten zien om hun tegengestelde standpunten dichter bij elkaar te brengen en geleidelijk een compromisruimte te creëren waardoor vorderingen konden worden geboekt bij de onderhandelingen voor een stabiele en duurzame vrede waarnaar alle Colombianen verlangen, met de garantie dat het conflict zich niet zal herhalen; 8. verklaart nogmaals dat geweld geen legitieme methode voor politieke strijd vormt, en verzoekt diegenen die wel die overtuiging deelden, om de democratie met al haar gevolgen en verplichtingen te omhelzen, met als eerste stap het eens en voor altijd neerleggen van de wapens, en het verdedigen van hun overtuigingen en ambities door RE\1083544.doc 5/7 PE575.963v01-00

middel van democratische regels en de rechtsstaat; roept in dit verband op tot eerbiediging van het recht van de oppositie om haar politieke activiteiten uit te oefenen zonder te worden geconfronteerd met de stelselmatige vervolging waarvan zij in het verleden het slachtoffer was; 9. erkent ook de belangrijke rol die Cuba en Noorwegen tot op heden als garantlanden vervullen, en Chili en Venezuela als begeleidende landen tijdens het vredesproces, en is in het bijzonder Paus Franciscus erkentelijk voor zijn moreel leiderschap en zijn inspanningen ter wille van de vrede in Colombia; 10. neemt met instemming kennis van het besluit dat de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en vicevoorzitter van de Commissie, Federica Mogherini, op 1 oktober 2015 nam om Eamon Gilmore, voormalig vicepremier en voormalig minister van buitenlandse zaken en handel van de Republiek Ierland, te benoemen tot speciale vertegenwoordiger van de Unie voor het vredesproces in Colombia; verbindt zich ertoe alle nodige inspanningen te leveren om de nieuwe speciale vertegenwoordiger zo snel mogelijk de nodige begrotingsmiddelen te verstrekken om zijn belangrijke opdracht met succes te kunnen vervullen; verzoekt de speciale vertegenwoordiger met beide partijen bijeen te komen; 11. verklaart zich nogmaals bereid om alle nodige bijstand te verlenen ter ondersteuning van de toepassing van het definitieve vredesakkoord, en hernieuwt daartoe zijn oproep aan de lidstaten van de Europese Unie om een trustfonds op te richten bedoeld als ondersteuning tijdens de periode na het conflict; is van mening dat dit fonds in samenspraak met beide partijen moet worden beheerd en dat de gemeenschappen en maatschappelijke organisaties er rechtstreeks toegang toe moeten hebben; 12. is ingenomen met het besluit een grootschalige amnestie of kwijtschelding te verlenen voor politieke en daarmee verband houdende misdrijven die gerelateerd zijn aan het conflict, en verzoekt de regering van Colombia een gewone wet aan te nemen die een duidelijke definitie geeft van de reikwijdte van politieke misdrijven en die eveneens duidelijkheid verschaft omtrent andere, niet-politieke misdrijven zoals drugshandel en het mogelijke verband daarvan met politieke misdrijven; neemt ter kennis dat, overeenkomstig de huidige Colombiaanse wetgeving, misdrijven waarbij inbreuk wordt gemaakt op het constitutionele bestel als politieke misdrijven worden beschouwd, in het bijzonder rebellie, opruiing en insurrectie; 13. stelt met voldoening vast dat het vredesakkoord, aangezien er geen mogelijkheid tot amnestie of kwijtschelding bestaat voor misdaden tegen de menselijkheid, genocide en ernstige oorlogsmisdrijven, in overeenstemming is met het internationaal strafrecht en humanitair recht, alsook met de instrumenten en toepasselijke internationale normen op het gebied van de mensenrechten; 14. benadrukt dat er doeltreffende systemen moeten worden opgezet om een beeld te krijgen van het verband tussen drugshandel en het gewapende conflict, om te voorkomen dat gemeenrechtelijke misdrijven die buiten de context van het gewapende conflict zijn gepleegd, onder de bevoegdheden van de bijzondere rechtspraak vallen; 15. acht het noodzakelijk dat de aan daders van misdrijven opgelegde straffen bijdragen tot de schadeloosstelling van de slachtoffers en politieke verzoening, en steunt derhalve het PE575.963v01-00 6/7 RE\1083544.doc

idee dat de daders van minder ernstige misdrijven die hun verantwoordelijkheid hebben erkend hun straffen buiten de gevangenis kunnen uitzitten, opdat zij kunnen bijdragen tot de schadeloosstelling van de slachtoffers en hun banden met de gemeenschap kunnen herstellen; 16. stelt met voldoening vast dat de partijen hebben besloten om, zodra het definitieve vredesakkoord is ondertekend, een commissie voor de opheldering van de waarheid, coexistentie en niet-herhaling op te richten, die zal dienen als onafhankelijk, neutraal en buitengerechtelijk mechanisme dat tot doel heeft tot een gezamenlijk en waarheidsgetrouw relaas te komen van wat er is gebeurd, want pas wanneer duidelijk is wat er in het verleden is gebeurd en wie waarvoor verantwoordelijk was, is er een goede basis voor een harmonieuze toekomst en voor de eerbiediging van de rechten van alle slachtoffers; 17. drukt zijn uitdrukkelijke steun uit voor de lopende besprekingen over een definitieve wapenstilstand en een volledige staking van de vijandelijkheden vóór 23 maart 2016; verzoekt alle Colombiaanse politieke krachten in dit verband te streven naar een consensus over een dergelijk akkoord, opdat het, in voorkomend geval, maximale steun van de burgers krijgt en zo de eerste en belangrijkste stap in de richting van maatschappelijke verzoening kan vormen, hetgeen in elk opzicht onontbeerlijk is om het jarenlange geweld, waarbij een enorm aantal slachtoffers is gevallen, te boven te komen; 18. eist nogmaals dat het Colombiaanse politieke systeem en zijn instellingen de mensenrechten volledig en blijvend eerbiedigen in het hele land; is van mening dat de subcultuur van geweld volledig moet worden uitgeroeid in het land, waar het vijftigjarige conflict bij bepaalde overheidsinstellingen soms heeft geleid tot onwettige reacties en tot gebruiken en gedragingen die niet stroken met de rechtsstaat en de nodige eerbiediging van de mensenrechten; eist in dit opzicht dat de voorvechters van de mensenrechten in Colombia bescherming krijgen, en eist van de maatschappelijke organisaties dat zij actief en loyaal meewerken aan de heropbouw van een harmonieuze samenleving in Colombia; 19. hecht zijn goedkeuring aan de recente aankondiging van de Colombiaanse strijdkrachten dat zij de militaire doctrine van Colombia gaan herzien, teneinde haar aan te passen en de strijdkrachten voor te bereiden om op doeltreffende en flexibele wijze een antwoord te kunnen bieden op de nieuwe uitdagingen in de fase na het conflict, opdat de doctrine dus tegelijkertijd een waarborg voor de vredesakkoorden wordt; is daarnaast ook van mening dat de recente aankondiging van de FARC dat zij haar militaire training opschort om zich in de toekomst te kunnen wijden aan de politieke en culturele vorming in het kader van het proces dat een einde zal maken aan het gewapend conflict, ook een stap voorwaarts is, die evenzeer hoopgevend is en in de juiste richting gaat; 20. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, het roulerend voorzitterschap van de EU, de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de Euro-Latijns-Amerikaanse parlementaire vergadering en de regering en het congres van de Republiek Colombia. RE\1083544.doc 7/7 PE575.963v01-00