Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1,2,3 par 1 en 2: algemene theorie en lezen Samenvatting door L. 1007 woorden 25 juni 2013 4,2 2 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Taaldomein hoofdstuk 1 1.1 Schrijfdoel Teksoort Voorbeelden Gevoelens uiten Opwekken van gevoelens Expressieve teksten Liefdesbrief, gedicht, dagboek Amuseren Het vermaken vd lezer Amuserende teksten Mop, toneelstuk, spannend verhaal Informeren Het vergroten vd kennis vd lezer door het geven van informatie Informerende teksten Journaal, geschiedenisboek, lezing over muziek Overtuigen Het beïnvloeden vd opvattingen vd lezer. Schrijver neemt Betogende tekseten Ingezonden brief, politieke redevoering hierbij duidelijk stelling voor of tegen een bepaalde mening/opvatting Beschouwen Lezer aan het denken zetten. Schrijver bespeekt feiten, Beschouwende tekseten Recensie, politiek commentaar meningen en opvattingen, maar laat de lezer zelf conclusies trekken. Activeren Het doelbewust beïnvloeden van het gedrag vd lezer Activerende teksten Advertentie, radio-en tv reclame Pagina 1 van 6
Tekstsoorten doel Schrijver: Uiteenzetting Informerend - Omschrijft zijn onderwerp, - geeft er kenmerken van, - legt verbanden uit, - voegt voorbeeld toe Betoog Presenteert een standpunt of mening - Geeft er argumenten voor, ook weerlegggen - Eigen argumenten zijn sterker. - Met een betoog kan je het als lezer eens of oneens zijn Beschouwing Wilt lezers tot denken aanzetten Hij verduidelijkt een probleem door: - betrouwbare feiten te geven - oorzaken, gevolgen te geven - ook meningen van anderen en schrijver erin Verschil betoog en beschouwing: beschouwing is informatief, niet overtuigend. Hij gebruikt andere meningen alleen maar om informatief te zijn 1.2 Teksten hebben een inleiding, kern en slot. Alineaopbouw: iedere alinea moet afzonderlijk een duidelijke opbouw hbeben. Begint met een kernzin (algemene uitspraak over (deel)onderwerp). Rest vd alinea geeft een toelichting. 1.3 Pagina 2 van 6
verband Tijd Opsomming tegenstelling Overeenkomst Reden/argument Oorzaak Gevolg Doel Middel Voorwaarde Toelichting/voorbeeld Samenvatting conclusie Signaalwoord Toen, terwijl, voordat, nadat, zodra, wanneer En, ook, bovendien, tevens, daarnaast, verder, vervolgens, ten eerste, ten tweede, om te bneginnen, maar ook, ten slotte Maar, echter, daarentegen, hoewel, toch, niettemin, daar staat tegenover, enerzijds.. anderzijds, weliswaar, terwijl Net als, zoals, evenals, hetzelfde als Want, omdat, aangezien, namelijk, immers, daarom, wegens Doordat, door, als gevolg van Daardoor, zodat,zodoende,.. heeft tot gevolg Om (te), met het oog op, opdat, met het doel Door middel van, door (te), daartoe Als, indien, gesteld dat, aangenomen dat, tenminste als Zo, bijvoorbeeld, zoals Samengevat, kortom, al met al Dus, derhalve, daarom, dat houdt in, concluderend 2 Samenvatten: Globaal overzicht krijgen van tekst: koppensnellen & BEA Tekstructuur opsporen: sommige teksten bevatten kopjes. deze helpen de lezer de grote lijn vd tekst in de gaten te houden Belangrijkste info selecteren: kijken naar wat belangrijk is, dus geen details en voorbeelden. Zoek naar kernzinnen. Deze info beknopt en samenhangend weergeven Globaal lezen Koppensnellen: kop, inleiding, tussenkopjes, plaatjes. BEA: begin & einde alinea lezen hoofdstuk 2 1 Pagina 3 van 6
Standaardstructuren Deelonderwerpen - Alleen bij informerende teksten. De deelonderwerpen moeten in logische volgorde worden behandeld, anders is er sprake van een losse verzameling korte teksten: - BV: wanneer je een tekst schrijft over een land waar je veel vanaf weet, kun je over de volgende deelond. Schrijven: 1. Geografische ligging en klimaat 2. Bevolking en geschiedenis 3. Cultuur en toeristische atracties Chronologische structuur - Vaak bij informerende teksten, waar een gebeurtenis wordt beschreven. Ook voor het beschrijven van een ontwikkeling is er een structuur. - BV: ontwikkeling openbaar vervoer: vroeger, nu, toekomst - ook betogend: door te stellen dat de ontwikkeling niet snel genoeg gaat of dat het niet goed is en moet worden teruggedraaid. - ook beschouwend: zijn doel is niet lezers van zijn gelijk te overtuigen, maar lezers aan het denken te zetten. Overeenkomsten en verschillen - vaak informerend, maar ook beschouwend of betogend. - beschouwing: BV:,de wijze waarop mensen in verschillende culturen leven, overeenkomsten en verschillen worden behandeld - Betogend: BV: als de schrijver stelt dat de ene cultuur iets kan leren van de andere of wanneer hij zegt dat er een onrechtvaardig verschil is in levensomstandigheden. Voor-en nadelen - Alleen bij informerende teksten. vaker is er echter sprake van een beschouwing of betoog. - Beschouwing: BV: voor-en nadelen die de val van berlijnse muur heeft gehad voor de Oost-Duitsers. Voordeel: grotere vrijheid, nadeel: wegvallen van zekerheden. Vervolgens kan schrijver opmerken dat vooren nadelen niet voor iedereen hetzelfde uitpakken. Sommige zijn blij, anderen niet. De tekst is dan beschouwend (en informerend) - De tekst wordt betogend op het moment dat de schrijver een standpunt inneemt dus bijvoorbeeld dat de Oost-Duitsers er in het algemeen toch op achteruit zijn gegaan of juist vooruit zijn gegaan. In beide gevallen legt hij uit waarom. Veel voorkomende verbanden tijd opsomming tegenstelling vergelijking Voorbeeld/bewijs Samenvatting/conclusie toen, terwijl, nadat, zodra, wanneer en, ook, bovendien, tevens, daarnaast, verder, vervolgens, ten eerste, ten tweede, om te beginnen, maar ook, ten slotte maar, echter, daarentegen, hoewel, toch, niettemin, daar staat tegenover net als, zoals, evenals, hetzelfde als Kortom, al met al, dus, derhalve Zoals, zo, bijvoorbeeld, dat blijkt uit Pagina 4 van 6
Kernzinnen: staat aan begin vd alinea als 1 e of 2 e zin of aan het einde van de alinea. 2 : staat niks belangrijks hoofdstuk 3 1.1 Mening wordt een standpunt wanneer je het motiveert. Bij het verdedigen van een standpunt gebruik je: argumenten. argumenten geven nadat standpunt is verteld, standpunt heet nu een stelling argumenten geven voordat standpunt is verteld, standpunt heet nu conclusie BV: je ben een gevaar op de weg (argument), dus je kunt beter met rijlessen stoppen (conclusie) 1.2 Een redenenering kan worden samengevat in een argumentatieschema. Hoofdargument ondersteunt het standpunt, subargument ondersteunt het hoofdargument. DUS: Standpunt ondersteund door- hoofdargument ondersteund door- subargument 1.3 Tegenargument: argument tegen een standpunt Weerlegging: argument tegen een argument Weerlegging van een tegenargument: een argument tegen een tegenargument 1.4 Standpunt is soms erg makkelijke te vinden, want het begint met: ik vind, volgens mij, mijns inziens, mijn standpunt, dus, daarom. 2 Samenvatten van een betoog met de structuur standpunt-argumenten kun je het beste uitgaan van een argumentatieschema. Dit schema is handig voor: Pagina 5 van 6
het opsporen van de structuur vd tekst de belangrijkste stukken uit de tekst halen Pagina 6 van 6