Professionalisering van de milieuwethandhaving bij V&W. RIZA rapport

Vergelijkbare documenten
Uitgangspunten procescriteria: waar dienen ze wel en waar dienen ze niet toe? Methode: hoe zijn de criteria opgebouwd en hoe zijn we daartoe gekomen?

Besluit kwaliteitseisen handhaving milieubeheer - kwaliteitscriteria - Besluit omgevingsrecht

Bijlage II - Het spoorboekje kwaliteit: De BIG-8 stap voor stap. Inleiding

BELEIDSREGEL KWALITEITSEISEN VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING DEN HAAG 2017

Beleidsregel kwaliteitseisen vergunningverlening, toezicht en handhaving Den Haag 2017

VERBETERPLANNEN KWALITEITS- CRITERIA 2.1

w EINDMETING PROFESSIONALISERING MILIEUHANDHAVING

Zelfevaluatie VTH kwaliteitscriteria 2.1

Beslisdocument college van Peel en Maas

Inventarisatie stand van zaken lozingen huishoudelijk afvalwater op Rijkswateren stand van zaken medio oktober 2005

onderzoeksopzet handhaving

Verbeterplan implementatie VTH-kwaliteitscriteria Gemeente Ridderkerk

Verbeterplan Implementatie Kwaliteitscriteria 2.1

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC West-Brabant Prinsentuin College te Etten-Leur

Managementrapportag e Zelfevaluatietool Kwaliteitscriteria 2.1. MasterMeester. Gemeente Boxtel

Integrale Handhaving. Opzet Quick Scan. Inhoudsopgave. 1. Achtergrond en aanleiding

ILT-rapportages zorgplicht primaire waterkeringen Eerste landelijke indrukken. November 2018

Paraaf Provin. Onderwerp Uitgangspunten visie en strategie vergunningen, toezicht en handhaving

THEMA VISITATIES POKB 2016

CIOT-bevragingen Proces en rechtmatigheid

Beleidsstuk Toepassing Kwaliteitscriteria 2.1.

Ons kenmerk C100/ Aantal bijlagen 1

Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

AUDITPLAN KWALITEITSCRITERIA EXTERNE VEILIGHEID

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, (t.a.v. J. van der Meer)

De zelfcontrole BRO. Algemene toelichting bij de vragenlijst. Versie Datum 14 april 2018 Status. Definitief concept

* * Mededeling. Financien. Geachte Staten,

Raadsavond Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving

Kwaliteitssysteem datamanagement. Meetbaar Beter

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Friesland College te Leeuwarden. Ondernemer detailhandel

Definitief toetsdocument met bevindingen toets zelfevaluatie kwaliteitscriteria 2.1

Kwaliteit. Borgen van kwaliteit in de toekomst. Naam

ADVIESNOTA AAN B&W. Postregistratienummer. Onderwerp en inhoud Adviesnota B&W Vaststellen Uitvoeringsstrategieën omgevingsrecht VTH 15.

Assetmanagement. Resultaten maturityscan. 14 januari 2015

Jaarplan De Berkel

Kwaliteitssysteem datamanagement. Meetbaar Beter

Resultaatsverslag. N.a.v. inspectiebezoek van Zorgcentrum Herema State in Heerenveen. op 14 februari 2017

Kwaliteitshandboek v1.0 CO 2 -Prestatieladder Roelofs

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij obs De Zonnewijzer

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

Hoofdstuk 1 Evaluatie en nieuwe ontwikkelingen. Hoofdstuk 2 Prioriteiten en doelstellingen. Hoofdstuk 3 Handhavingsactiviteiten en doelen 2008

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGSNIVEAU. Nova College te Haarlem. Februari 2014

Aan de commissie: Algemeen bestuur en middelen Datum vergadering: 6 januari 2005 Agendapunt :

De zelfcontrole BGT. Algemene toelichting bij de vragenlijst. Versie Datum 21 maart 2018 Status. Definitief concept

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ RIJN IJSSEL. SECTOR CIOS, ZORG EN WELZIJN Opleiding Sociaal-cultureel werker

Rapportage Onderwijskwaliteit op de scholen in het kader van de WOT

De Rekenkamer is verder nagegaan of de verantwoording van de verschuldigde vergoeding over 2011, 2012 en 2013 volledig is.

Plan van aanpak. Onderzoek handhavingsbeleid. 22 januari 2013

De zelfcontrole BGT. Algemene toelichting bij de vragenlijst (v ) Versie 0.3. Datum 20 juli 2017 Status

3 e Voortgangsrapportage dienst

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij De Berkenhorst

Onderzoek naar de werking van het coalitieprogramma

Waterschap M Rijn en Ij ssel III

Verbeterplan implementatie VTH-kwaliteitscriteria OZHZ. versie 2.0

Rekenkamercommissie Vallei en Veluwerand

Sociale wijkzorgteams Den Haag

Voortgangsbericht projectopdrachten en voortgang Strategische Agenda Versterking Veiligheidsregio's

VOORSTEL INHOUD. Portefeuille: D.M. Vis. No. B Dronten, 14 juni Verslag VH 2015, Jaarrapportage OFGV 2015 en IBT. Aan de gemeenteraad

Klaar voor de zorgplicht!? de Rijtuigenloods

Uitvoeringsprogramma vergunningen, toezicht en handhaving 2017 gemeente Veenendaal

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ TH. HART DE RUYTERSCHOOL VSO CLUSTER 4

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Basisschool St.-Augustinus

Energiemanagement Actieplan

Kern van deze visie is dat een (zorg)proces op deze manier een cyclus van continu beoordelen en verbeteren ingaat.

Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Berg en Dal

De zelfcontrole BAG. Toelichting bij de vragenlijst ENSIA/BAG. Versie 0.6. Datum 19 juli 2017

TOEZICHT OP DE TAAKUITVOERING VAN TOEZICHT EN HANDHAVING DOOR DE GEMEENTE ZUTPHEN

Rapportageformat Kwaliteitscriteria 2.1 Omgevingsdienst Stand van zaken september 2016

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP WILLEM VAN ORANJE

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Basisschool De Rank

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. Onderwijsassistent vestiging Raalte

DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP OBS DE SPRINGSCHANS

DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP DE ARK

Checklist. Informatievoorziening. Grote Projecten

rapportage Toezichtinformatie 2014

Tweede Kamer der Staten-Generaal

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Rehoboth

Recept 4: Hoe meten we praktisch onze resultaten? Weten dat u met de juiste dingen bezig bent

Toetsplan Taxi-, Directie- en Busvervoer. Inhoud

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij rkbs St. Radboud

Doel. Context VSNU UFO/INDELINGSINSTRUMENT FUNCTIEFAMILIE MANAGEMENT & BESTUURSONDERSTEUNING AFDELINGSHOOFD VERSIE 4 APRIL 2017

Rapportage interne audit PDCA in jaarplan 2018

Beoordelingskader Dashboardmodule Betalingsachterstanden hypotheken

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU

GEMEENTELIJKE TELECOMMUNICATIE MOBIELE COMMUNICATIE. Bijlage 04 Kwaliteitsborging en auditing

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Basisschool Willem-Alexander

Afbeelding: TriamFloat Effectmetingsmodel

Via-4 De school als professionele leergemeenschap organiseren

VRAGEN NR. 84. Haarlem, 26 september Onderwerp: Vragen van D. Graatsma (SP).

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij r.k.b.s. Thomas van Aquino

Energiemanagementprogramma HEVO B.V.

Plan van aanpak ter verbetering van het voorschottenbeheer

Hoe kan ik Inspectieview gebruiken in mijn toezichtproces?

Conclusies en aanbevelingen bij de Totaalrapportage Informatiebeveiliging GeVS 2017 van de Domeingroep Privacy & Beveiliging

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 14 november 2012 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

TRAINING AUDIT. Doelen van deze training is: Leden van de auditteams trainen in het uitvoeren van een audit. Voorbereiden van de audit.

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek Primair Onderwijs bij. de Watapanaschool

ALGEMENE VERGADERING. Relevante kaders - Waterwet - Verordening voor de Fysieke Leefomgeving Flevoland (VFL) Lelystad, 21 maart 2013

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK. De Wereldboom

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Openbare 9e Montessorischool De Scholekster

Transcriptie:

Professionalisering van de milieuwethandhaving bij V&W RIZA rapport 2005.004

Dit rapport is te bestellen 12,50 per stuk bij Cabri Mailservice, Postbus 431, 8200 AK Lelystad, Tel. 0320-285333, Fax. 0320-285311, E-mail riza@cabri.nl Betaling na levering; een acceptgiro wordt bijgevoegd. Het rapport is gratis voor dienstonderdelen van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. This publication can be ordered at 12,50 per copy through Cabri Mailservice, PO Box 431, 8200 AK Lelystad, The Netherlands, Tel. +31 320 285333, Fax, +31 320 285311, E-mail riza@cabri.nl Payment on delivery.

Professionalisering van de milieuwethandhaving bij V&W De eindmeting Riza rapport: 2005.004 ISBN: 90 36 95 7214 20 april 2005

........................................................................................ Colofon Uitgegeven door: Rijkswaterstaat RIZA, Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling Postbus 17 8200 AA Lelystad Informatie: Kitty van de Wall Telefoon: (0320) 29 84 53 Fax: (0320) 29 87 10 Opgesteld door: BECO Groep in opdracht van RIZA Martine Willems Lex de Bruijn Datum: 20 april 2005 2 Professionalisering van de milieuwethandhaving bij V&W

Inhoudsopgave........................................................................................ Voorwoord 5 1 Samenvatting 7 1.1 Samenvatting 7 1.2 Leeswijzer 8 2 Conclusie en aanbevelingen 9 2.1 Conclusie eindmeting 9 2.1.1 Conclusie 9 2.1.2 Toelichting 9 2.2 Aanbevelingen 10 3 De eindmeting 11 3.1 Resultaat 11 3.2 Score voor de facultatieve 12 3.3 Bevindingen van de verificateur 12 3.4 Bestuurlijke verantwoording 13 Bijlage I 14 Aanleiding 14 Kwaliteitscriteria, doe je voordeel met je oordeel 14 Wetswijziging handhavingsbevoegdheid 14 Bijlage II Professionalisering en kwaliteitscriteria 15 Doelstelling 15 De kwaliteitscriteria 15 Proces van professioneel handhaven (big 8) 18 Samenwerking 21 Verbetertraject richting professioneel handhaven 21 Bijlage III De nulmeting 22 Resultaat 22 Verbeterplannen 22 Bijlage IV Het verbetertraject 24 Realisatie van de verbeterplannen 24 Het verbeterproces 24 De tussenmeting 24 Aandachtspunten tijdens het verbeterproces 25 Bijlage V Scores nulmeting en eindmeting 27 Scores nulmeting 27 Scores eindmeting 29 Score Dienst Limburg 29 Score Dienst Noord-Brabant 30 Score Dienst Noord-Holland 31 3 Professionalisering van de milieuwethandhaving bij V&W

Score Dienst Noord-Nederland 32 Score Dienst Noordzee 33 Score Dienst IJsselmeergebied 34 Score Dienst Utrecht 35 Score Dienst Oost-Nederland 36 Score Dienst Zuid-Holland 38 Score Inspectie Verkeer en Waterstaat 39 4 Professionalisering van de milieuwethandhaving bij V&W

Voorwoord Voor u ligt het resultaat van twee jaar hard werken door de Inspectie Verkeer en Waterstaat divisie Water en door de regionale diensten van de Rijkswaterstaat aan het verbeteren van hun professionele handhavingsorganisatie. Het laat zien dat deze organisaties voor 100% voldoen aan de voor hen gestelde kwaliteitscriteria voor een professionele organisatie voor de handhaving van de milieuwetgeving. Een uitstekend resultaat en een teken van professionaliteit op zich. Het kan echter niet genoeg benadrukt worden, dat met de afronding van dit project geenszins een einde is gekomen aan de professionalisering van de handhaving. Veeleer beschouw ik het behaalde resultaat als een grote stap, die uitstekend past in alle andere ontwikkelingen binnen ons ministerie. Professionalisering betekent namelijk ook kritisch blijven op het eigen functioneren, blijvend verbeteren van de eigen organisatie en open staan voor de behoeften en ontwikkelingen in de maatschappij. Het moge duidelijk zijn dat het behaalde resultaat mij alle vertrouwen geeft in de professionaliteit van de handhavingsorganisaties binnen Verkeer en Waterstaat. April 2005 De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, Drs M.H. Schultz van Haegen 5 Professionalisering van de milieuwethandhaving bij V&W

6 Professionalisering van de milieuwethandhaving bij V&W

1 Samenvatting 1.1 Samenvatting Naar aanleiding van de discussienota Met recht verantwoordelijk! uit 2001 kwam de overheid tot de conclusie dat de kwaliteit van de handhaving van de milieuwetgeving verbetering behoefde. Om deze verbetering te realiseren is door bestuurders van rijk (VROM), provincies (IPO), gemeenten (VNG) en waterschappen (UvW) een kwaliteitsverbeteringsproject ingezet met de titel Professionalisering van de milieuwethandhaving. In 2002 zijn kwaliteitscriteria vastgesteld en is een traject uitgestippeld om er voor te zorgen dat alle betrokken handhavingsorganisaties per 1 januari 2005 aan de gestelde criteria voldoen. Het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (VenW) heeft zich bij dit verbetertraject aangesloten. Er is een nulmeting uitgevoerd en er zijn verbeterplannen opgesteld en uitgevoerd om het gewenste kwaliteitsniveau te bereiken. Met de eindmeting die in januari 2005 is uitgevoerd en de daaropvolgende verificatie, is het project Professionalisering van de milieuwethandhaving bij VenW afgerond. De eindmeting is uitgevoerd bij de tien regionale diensten van Rijkswaterstaat en de Divisie Water van de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVenW). Er is door alle organisaties op alle onderdelen maximaal gescoord op de van toepassing zijnde onderdelen. Het resultaat van het professionaliserings-project mag hiermee geslaagd genoemd worden. Voordat de verificatie heeft plaatsgevonden, hebben alle diensten en de Inspectie de zelfevaluatie ingevuld in de landelijke database. Na verificatie is de zelfevaluatie goedgekeurd door de Hoofdingenieur- Directeur (HID), en in het geval van de IVenW door de Directeur- Hoofdinspecteur (DHI). Alle diensten en de Inspectie hebben samen opgetrokken om tot het gewenste resultaat te komen. Het Rijksinstituut voor integraal zoetwaterbeheer en afvalwaterbehandeling (RIZA) heeft dit proces begeleid en gecoördineerd. Dit heeft geresulteerd in een goede samenwerking en een harmonisering van de processen als waardevolle aspecten van het professionaliseringsproject. Voor de komende jaren is het van belang de aandacht voor professionalisering en samenwerking vast te houden om een hoog kwaliteitsniveau te handhaven in de werkcultuur van de organisaties. 7 Professionalisering van de milieuwethandhaving bij V&W

1.2 Leeswijzer Bij het opstellen van dit rapport is gebruik gemaakt van het format, dat is ontwikkeld in de landelijke projectorganisatie. In hoofdstuk 2 worden de conclusies en aanbevelingen beschreven die voortkomen uit het project Professionalisering van de milieuwethandhaving en de daarbij behorende eindmeting. In hoofdstuk 3 wordt nader ingegaan op de eindmeting en de scores, op de bevindingen van de verificateur en op de bestuurlijke verantwoording. In de bijlagen is meer informatie opgenomen over de aanleiding, de doelen en het verloop van het gehele professionaliseringsproject. In bijlage I wordt aangegeven hoe het project tot stand is gekomen. Bijlage II gaat in op de doelen en criteria van het professionaliseringsproject. Bijlage III beschrijft de nulmeting en het daaruit volgende verbetertraject is in bijlage IV weergegeven. In bijlage V tenslotte worden de scores van de nulmeting en de eindmeting naast elkaar gezet. 8 Professionalisering van de milieuwethandhaving bij V&W

2 Conclusie en aanbevelingen 2.1 Conclusie eindmeting 2.1.1 Conclusie De regionale diensten van de Rijkswaterstaat en de divisie water van de Inspectie Verkeer en Waterstaat zijn professionele handhavingsorganisaties. Alle organisaties, die aan het project hebben deelgenomen scoren 100% op de van toepassing zijnde kwaliteitscriteria Vergeleken met de nulmeting zijn de scores voor de verplichte kwaliteitscriteria verbeterd van gemiddeld 57% naar 100%. Dit is weergegeven in de onderstaande figuur. Resultaten metingen kwaliteitscriteria 100% 80% 60% 40% Score op verplichte criteria 20% 0% Nulmeting 2003 Tussenmeting 2004 Eindmeting 2005 2.1.2 Toelichting Het project Professionalisering van de milieuwethandhaving was erop gericht het handhavingsproces en de daarbij behorende procedures zodanig in te richten dat deze per 1 januari 2005 voldoen aan de hiervoor opgestelde kwaliteitscriteria, zoals genoemd in bijlage II. Dit houdt in dat de uitvoering van het proces voldoet aan de kwaliteitscriteria en dat het proces wordt ondersteund en geborgd met documentatie. Tijdens de eindmeting is door de organisatieonderdelen zelf geëvalueerd of het proces voldoet aan de gestelde criteria en of de benodigde documentatie aanwezig is. Deze zelfevaluatie werd uitgevoerd aan de hand van een vragenlijst, die landelijk was vastgesteld voor alle handhavingsorganisaties. Voor de Dienst Noordzee en de divisie Water waren enkele onderdelen in de vragenlijst niet van toepassing. De Dienst Noordzee is het enige bevoegde gezag voor haar beheergebied, waardoor minder sprake is van afstemming met externen. De IvenW heeft geen uitvoerende taken, zodat de daarop betrekking hebbende criteria niet van toepassing zijn. 9 Professionalisering van de milieuwethandhaving bij V&W

2.2 Aanbevelingen Door verschillende diensten is aangegeven, dat ze mogelijkheden zien om de handhaving verder te professionaliseren. Dit geldt met name voor de volgende punten: - De organisaties van Rijkswaterstaat hebben de afgelopen jaren samen opgetrokken om de professionalisering tot stand te brengen. Dit had een aantal voordelen. o Ten eerste kon op deze wijze van alle expertise van de diverse organisaties gebruik gemaakt worden en hoefde het wiel slechts eenmaal te worden uitgevonden. Dit kwam de effectiviteit en efficiëntie van het verbeteringstraject ten goede. o Ten tweede stimuleert samenwerking een meer geharmoniseerd optreden binnen de RWS-organisatie. Samenwerking blijft in de komende jaren belangrijk voor verdergaande harmonisering en verbetering van het handhavingsproces. - In het project heeft de nadruk gelegen op de papieren kant van de professionalisering. De komende jaren moet aandacht worden besteed aan de implementatie, zodat alle procedures en werkwijzen ook op de werkvloer nog meer gaan leven. - Naast de verplichte criteria waren er ook facultatieve onderdelen. Deze facultatieve onderdelen zullen de komende jaren verder worden ingevuld - Met het oog op de voorgaande punten wordt aanbevolen binnen de organisaties blijvend voldoende aandacht te besteden aan professionalisering om bestendiging van de kwaliteit te borgen. 10 Professionalisering van de milieuwethandhaving bij V&W

3 De eindmeting 3.1 Resultaat Hieronder zijn de meetresultaten van de verschillende handhavingsorganisaties weergegeven. De weergave is beperkt tot de verplichte. In bijlage V zijn de kerstbomen opgenomen. In deze diagrammen staan ook de facultatieve. IJsselmeergebied Limburg Oost-Nederland Noord-Nederland Noordzee Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Utrechtt Noord-Brabant IVENW-DW Gemiddelden percentages gereed per criterium Gemiddelde per blok Criteria: Blok 1. Doelen & condities 1.1. Probleemanalyse 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 1.2. Prioriteit stellen & meetbare 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 doelen 1.3. Borging middelen 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 1.4. Organisatorische condities 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 NVT 100 100 Blok 2. Strategie en werkwijze 2.1. Nalevingsstrategie 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 2.2. Toezichtstrategie 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 2.3. Sanctiestrategie 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 2.4. Gedoogstrategie 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 2.5. Interne & externe afstemming 100 100 100 100 NVT 100 100 100 100 100 NVT 100 2.6. Protocollen & werkinstructies 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 NVT 100 2.7. Protocollen tbv com. en informatie 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 Blok 3. Uitvoering 3.1. Handhavingsuitvoeringsprogramma 3.2. Omvang 3.3. Kwaliteit 3.4. Ondersteunende voorzieningen 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 NVT 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 Blok 4. Evaluatie 4.1. Kwaliteitsborging 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 4.2. Monitoring 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 4.3. Verantwoording 100 100 100 100 NVT 100 100 100 100 100 NVT 100 100 Gemiddeld per organisatieonderdeel 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 Totaal V&W gemiddelde 100 11 Professionalisering van de milieuwethandhaving bij V&W

Op alle van toepassing zijnde vragen zijn door alle organisaties op alle vragen maximale scores behaald. In de tabel is te zien dat een aantal criteria voor Dienst Noordzee niet van toepassing zijn. Het gaat om van de vragen 2.5 en 4.3. Dit zijn vragen over afstemming van de voorbereiding en terugkoppeling van de verantwoordingsrapportages met andere partijen. In beide gevallen is Dienst Noordzee zelf het bedoelde andere bevoegde gezag. De vraag is daarom niet van toepassing voor Dienst Noordzee. Uiteraard vindt binnen Dienst Noordzee de beoogde afstemming plaats. Ook voor de Inspectie Verkeer en Waterstaat Divisie Water is een aantal (onderdelen van) criteria niet van toepassing, omdat de Inspectie geen uitvoerende handhavingstaken heeft. Het gaat om van de volgende criteria: 1.4 Organisatorische condities (roulatie, uitbesteding van handhaving, e.d.) 2.5 Interne en externe afstemming 2.6 Protocollen 3.1 Het handhavingsuitvoeringsprogramma (HUP) 4.3 Verantwoording inzet en prestatiemeting ten opzichte van het HUP 3.2 Score voor de facultatieve In de diagrammen in bijlage V zijn ook de scores voor de facultatieve weergegeven. Ook voor de facultatieve wordt een redelijke score behaald. Alle organisatieonderdelen werken eraan de komende jaren de nog ontbrekende onderdelen van de facultatieve in te vullen. 3.3 Bevindingen van de verificateur Voor de verificateur waren de verificaties van Rijkswaterstaat relatief gemakkelijk uit te voeren. De regionale diensten van de Rijkswaterstaat, de Inspectie VenW en RIZA zijn gezamenlijk opgetrokken bij de professionalisering van de milieuwet handhaving en hebben zich gezamenlijk op de verificatie voorbereid. Hierdoor waren alle documenten overzichtelijk en gestandaardiseerd. De verificateur heeft tijdens de verificatie voor alle diensten de zelfevaluatie bekrachtigd. Bij de Dienst Noordzee en de Inspectie heeft de verificateur de niet van toepassing zijnde als zodanig bevestigd. Voor de Dienst Utrecht heeft het projectbureau eindmeting na afloop van de verificatie aangegeven dat men voor twee criteria van mening was dat er tijdens de verificatie onvoldoende bewijs was geleverd 12 Professionalisering van de milieuwethandhaving bij V&W

(roulatiesysteem en continu inzicht in capaciteit). Omdat dit tijdens de verificatie niet aan bod is geweest heeft de Dienst Utrecht niet de mogelijkheid gehad om aanvullende informatie aan te leveren om deze constatering te weerleggen. Voor het roulatiesysteem is aangesloten bij het door IVenW voorgestelde model, waarbij kleine diensten invulling aan dit criterium kunnen geven door bij controles van de meest gevoelige lozingsobjecten een collega handhaver van een andere dienst mee te vragen. Bovendien zullen enkele controlebezoeken bij de meest gevoelige lozingsobjecten worden afgelegd door beide handhavers. Ten aanzien van het inzicht in de capaciteit is er een reguliere controle van de daadwerkelijk beschikbare capaciteit op dienstniveau. Indien nodig zullen maatregelen worden genomen om de planning zoveel mogelijk te realiseren of, indien dit niet mogelijk blijkt, zal de planning worden bijgesteld. In dit kader speelt het kwaliteitsmanagementsysteem handhaving milieuwetten" (KMS) een belangrijke rol. Bij afwijkingen kan de planning worden bijgesteld, zodat de doelstellingen kunnen worden gehaald. Hiermee voldoet de Dienst Utrecht aan de criteria. 3.4 Bestuurlijke verantwoording Voordat de verificatie heeft plaatsgevonden, hebben alle diensten en de Inspectie de zelfevaluatie ingevuld in de landelijke database. Na de verificatie zijn alle zelfevaluaties vastgesteld door de HID (in het geval van IVenW door de DHI) en in de landelijke database definitief gemaakt. Vervolgens zijn de door de HID en vastgestelde zelfevaluaties gebundeld en door de DG RWS aangeboden aan de DHI van de Inspectie Verkeer en Waterstaat. De DHI biedt de zelfevaluaties van alle RWS diensten en IVenW aan aan de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, die op haar beurt de resultaten van de eindmeting aanbiedt aan de landelijke projectleider van het project Professionalisering van de milieuwethandhaving. 13 Professionalisering van de milieuwethandhaving bij V&W

Bijlage I Aanleiding Naar aanleiding van de discussienota Met recht verantwoordelijk! uit 2001 kwam de overheid tot de conclusie dat de kwaliteit van de handhaving van de milieuwetten verbetering behoefde. Bestuurders van rijk (VROM), provincies (IPO), gemeenten (VNG) en waterschappen (UvW) stelden vast dat de handhaving in de landelijke praktijk een zwakke schakel is in het milieubeleidsproces. Het betrof zowel de kwaliteit van besluitvorming over handhaving door bestuursorganen als de kwaliteit van de ambtelijke uitvoering. Om daar verbetering in te brengen is afgesproken een proces van kwaliteitsverbetering in te zetten met de titel "Professionalisering van de milieuwethandhaving". In 2002, na vaststelling van de kwaliteitscriteria, heeft Verkeer en Waterstaat zich aangesloten bij dit project en is versneld van start gegaan om het project op de einddatum van 1 januari 2005 tot een goed einde te brengen. Kwaliteitscriteria, doe je voordeel met je oordeel In 2002 zijn in overleg met de betrokken partijen kwaliteitscriteria voor een professionele handhavingsorganisatie vastgesteld, waaraan alle bestuursrechtelijke handhavingsorganisaties op 1 januari 2005 moeten voldoen. De kwaliteitscriteria voor (goede) handhaving zijn gebaseerd op het adequate handhavingsproces, opgesteld door de LCCM en vastgelegd in de nota Kwaliteitscriteria: doe je voordeel met het oordeel in november 2002. Deze criteria worden in een later stadium, naar verwachting medio 2006 in een AMvB vastgelegd. Wetswijziging handhavingsbevoegdheid Er zal een wetswijziging handhavingsbevoegdheid worden ingevoerd, die te maken heeft met de relatie tussen de bevoegdheden van de provincies en de bevoegdheden van overheden op lagere niveaus. Rijkswaterstaat heeft hier niet mee te maken. Daarom wordt hier niet op deze wetswijziging ingegaan. 14 Professionalisering van de milieuwethandhaving bij V&W

Bijlage II Professionalisering en kwaliteitscriteria Doelstelling Alle partners, dus ook de regionale diensten van de Rijkswaterstaat en de IVenW, hebben zich verplicht om op 1 januari 2005 een professionele handhavingsorganisatie te zijn die beschikt over: helder geformuleerde handhavingsdoelen en condities; een bestuurlijk vastgestelde nalevingsstrategie en werkwijze; een kwalitatief geborgde uitvoering en ondersteuning en een transparante verantwoording van inzet, prestaties en resultaten. De kwaliteitscriteria De verplichte criteria met de bijbehorende minimum waaraan de handhavingsorganisaties per 1 januari 2005 dienen te voldoen om de bovenstaande doelen te bereiken, zijn hieronder weergegeven. Criteria 1 Doelen & condities: Probleemanalyse De analyse moet betrekking hebben op: Elementen Facultatieve zijn cursief weergegeven A alle taken en objecten B alle taakgebonden milieuproblemen C effecten van (potentiële) overtredingen D kansen op overtredingen E risico-inventarisatie in kaart-vorm 1.2 Prioriteiten & meetbare doelen A prioriteitstelling B omschrijving doel van de handhaving C meetbare doelen met indicatoren en monitoring D handhavingsdoelen naleefgedrag E handhavingsdoelen milieuwinst 1.3 Borging middelen A borging in begroting B inzichtelijke systematiek en verbinding met doelstellingen 1.4 Organisatorische condities A scheiding handhaving/vergunningverlening op personeelsniveau B roulatiesysteem handhavers C vastlegging bevoegdheden, taken en verantwoordelijkheden D beschikbaarheidsregeling 15 Professionalisering van de milieuwethandhaving bij V&W

E aansturing boa s (indien nodig) F uitbestedingsregeling (indien nodig) G scheiding handhaving/vergunningverlening op organisaitieniveau 2. Strategie & werkwijze 2.1 Nalevingsstrategie A nalevingsstrategie = handhaving + overige instrumenten 2.2 Toezichtsstrategie De strategie omvat tenminste: 2.3 Sanctiestrategie De strategie omvat tenminste: A bezoeken ter plaatse, inclusief voorbereiding B routinematige bezoeken C incidentele bezoeken n.a.v. klachten/meldingen, ongevallen en/of incidenten D incidentele bezoeken n.a.v. (wijzigingen in de) vergunningverlening E audits of quickscans A op elkaar afgestemd bestuurlijk/strafrechterlijk optreden B passende reactie op geconstateerde overtredingen en een stringente reactie bij voortduring overtreding C regeling voor optreden tegen overtredingen eigen organisatie D transparantie over termijnen voor opheffen overtredingen en over sancties daarvoor 2.4 Gedoogstrategie A landelijk beleidskader gedogen 2.5 Interne & externe afstemming A afstemming geldt voor alle procesfasen B afstemming met overige relevante organisatie-onderdelen C afspraken i.h.k.v. bestuursovereenkomsten D afspraken indien meerdere organisaties tegelijkertijd handhavingsbevoegd zijn E afspraken indien organisaties na elkaar handhavingsbevoegd zijn 2.6 Protocollen & werkinstructies A protocollen en werkinstructies 2.7 Protocollen tbv communicatie en informatie B Handhavingsuitvoeringsmethoden (HUM) C specifieke toezichtsplannen A communicatie over toezichtsresultaten, sancties en gedoogbesluiten B informatiebeheer van toezichtsresultaten, sancties en gedoogbesluiten 16 Professionalisering van de milieuwethandhaving bij V&W

3. Uitvoering 3.1 Handhavingsuitvoeringsprogramma C informatie-uitwisseling intern en met andere handhavingsorganisaties over toezichtsresultaten, sancties en gedoogbesluiten. A samenhang met prioriteiten en doelstellingen B samenhang met controlefrequentie C concrete handhavingsactiviteiten D werkplanning op medewerkersniveau 3.2 Omvang A transparant inzicht in de daadwerkelijk beschikbare capaciteit en voortgangsbewaking B voldoende capaciteit voor uitvoering uitvoeringsplannen 3.3 Kwaliteit A inzicht in de benodigde deskundigheid B opleidingsplan C functieprofielen en personeelsformatieplan D toetsing deskundigheidsniveau 3.4 Ondersteunende voorzieningen A een geautomatiseerd systeem voor planning, programmeringen en voortgangsbewaking B een geautomatiseerd systeem voor registratie en monitoring C informatie-technische, milieutechnische, juridische en administratieve voorzieningen D onderhoud en calibratie 4. Evaluatie 4.1 Kwaliteitsborging A procesbeschrijving B toetsing C verbeteringsmechanismen D Kwaliteitscoördinator / kwaliteitszorgsysteem E Externe toetsins F certificering 4.2 Monitoring A monitoring vastgestelde indicatoren B monitoring aantallen activiteiten C koppeling monitoring aan kwaliteitsborging 4.3 Verantwoording A rapportage van eigen indicatoren bij doelstellingen en/of prioriteiten B rapportage van de afspraken i.k.v. bestuursovereenkomsten C evaluatie van de resultaten uitmondend in verbeteringen van de handhavingsbeleidcyclus 17 Professionalisering van de milieuwethandhaving bij V&W

D terugkoppeling van resultaten en aanbevelingen E Publieksversie van het verantwoordingsrapport 4.4 Vergelijking en auditing A Handhavingsorganisatie vergelijkt zich met collega-organisaties B Benchmarking Proces van professioneel handhaven (big 8) Adequate handhaving is te bereiken door het consequent uitvoeren van een aantal samenhangende processtappen. Adequate handhaving volgens deze procesbenadering houdt in: een reeks van activiteiten die aantoonbaar, volgtijdelijk en in samenhang met elkaar worden uitgevoerd én zijn ingebed in de organisatie en zijn gebaseerd op inzichtelijke keuzen, teneinde gestelde doelen te realiseren en te verantwoorden. Voor het verbetertraject is het belangrijk, dat er een proces in gang wordt gezet dat leidt tot professioneel handhaven. Professioneel handhaven is te bereiken als de stappen uit het adequaat handhavingsproces doorwerken vanuit de beleidsvoorbereiding in de handhavingsuitvoering en verantwoording daarover. Als hulpmiddel is daarbij het model van de BIG-8 gebruikt, waarin 17 zijn geselecteerd (uit de 19 criteria en 96 ) die een logisch, cyclisch en sluitend beleidsproces vormen. Als het handhavingsproces conform dit model is ingericht zijn de activiteiten uit het handhavingsproces geborgd: (figuur gebruikt met toestemming van KPMG) 18 Professionalisering van de milieuwethandhaving bij V&W

Het beleidsproces kan als volgt worden toegelicht: Beleidsevaluatie: Bezint eer ge begint markeert de start van het bovenstaande proces. In essentie betreft deze stap het analyseren van allerlei relevante veranderingen voor de handhavingsorganisatie, zoals: wijzigingen in het milieubeleid, in het takenpakket of in het bedrijvenbestand, dan wel de verbetering of verslechtering van het naleefgedrag van bedrijven of van de milieukwaliteit in de regio. De rapportage spitst zich dan ook toe op het element: 1.1.1 Handelt uw organisatie op grond van een probleemanalyse? Strategisch beleidskader: De volgende stap in het beleidsproces is het voorbereiden en voorleggen van prioriteiten en doelstellingen aan het bestuur van de handhavingsorganisatie, het bespreken van keuzes met de politiek en het nemen van besluiten over de te stellen doelen op het gebied van handhaving. De uitgevoerde beleidsevaluatie legt voor deze stap de basis. Gerapporteerd wordt over de : 1.2.1 Heeft uw organisatie prioriteiten gesteld op basis van de probleemanalyse? 1.2.3 Worden in uw organisatie de doelen van handhaving (per beleidsveld) omschreven? 1.3.1 Is voor de prioriteiten de geplande personele capaciteit in de begroting vastgelegd? 1.3.3 Is voor de prioriteiten de geplande financiële capaciteit in de begroting vastgelegd? Operationeel beleidskader: Relevant van deze stap is het concretiseren van prioriteiten en doelstellingen in de richting van doelgroepen en nalevingstrategieën (of indien reeds aanwezig het periodiek toetsen daarvan). Pas dan blijkt op welke wijze specifieke doelgroepen in de praktijk benaderd moeten gaan worden en hoe bepaalde beleidsaspecten (zoals bijvoorbeeld strenger sanctioneren of minder gedogen) moeten gaan uitpakken. Gerapporteerd wordt over de : 2.1.1 Handelt uw organisatie op grond van een nalevingstrategie die de inzet van overige instrumenten, niet zijnde handhaving, omvat? 2.2.1 Is er een toezichtstrategie opgesteld? 2.3.1 Is er een sanctiestrategie opgesteld? 2.4.1 Heeft uw organisatie uitdrukkelijk de terminologie, inhoud en procedure van het landelijke beleidskader gedogen onderschreven? Planning en control: Pas met het zicht op de resultaten van een beleidsevaluatie, de daaruit voortvloeiende prioriteiten en 19 Professionalisering van de milieuwethandhaving bij V&W

doelstellingen voor de komende periode en overeenstemming over te voeren strategieën, kan een handhavingsuitvoeringsprogramma worden opgesteld. Centraal in deze stap staat het programmeren van concrete activiteiten en het toewijzen van de noodzakelijke capaciteit. Gerapporteerd wordt over de : 1.4.1 Heeft uw organisatie regelingen getroffen voor scheiding tussen vergunning-verlening en handhaving op personeelsniveau? 3.1.1 Heeft uw organisatie een handhavingsuitvoeringsprogramma met een minimale looptijd tot eind 2005? 3.1.2 Bevat het handhavingsuitvoeringsprogramma een duidelijke verbinding met de doelstellingen en prioriteiten? 3.1.5 Is bij elk van de activiteiten in het handhavingsuitvoeringsprogramma de in te zetten personele en financiële capaciteit aangegeven? 3.2.1 Heeft uw organisatie steeds inzicht in de daadwerkelijke? Uitvoeringskader: Net als de strategische cyclus begint ook de operationele cyclus met een pas op de plaats. De essentie van deze stap is een goede voorbereiding van het uit te voeren controlebezoek, door eerst te kijken naar de resultaten van eerdere bezoeken, de meldingen, klachten en incidenten, eventuele rapportageverplichtingen, van toepassing zijnde nalevingstrategieën, etc. De rapportage spitst zich toe op: 2.6.1 Wordt er voor de voorbereiding en uitvoering van de handhavingstaken gehandeld op grond van protocollen? Uitvoering: Dit kernelement betreft de uitvoering van het controlebezoek zelf. Hiervoor zijn als zodanig geen kwaliteitscriteria geformuleerd, waaraan kan worden getoetst. Tijdens de verificatie is echter gekeken naar de aantoonbare doorwerking van de andere kern in daarvoor geselecteerde cases. Monitoring: Het laatste onderdeel van de beleidscyclus is de monitoring van diverse zaken die relevant zijn voor bijsturing in de operationele cyclus (bijvoorbeeld het aantal gerealiseerde controles, het bestede aantal uren, etc.) of als input voor de beleidsevaluatie (zoals de verbetering of verslechtering van het naleefgedrag van bedrijven of de milieu-kwaliteit in de regio). Gerapporteerd wordt over de : 4.2.1 Worden vastgestelde indicatoren voor de diverse handhavingsdoelen gemonitord? 4.3.1 Worden de handhavingsresultaten weergegeven in een verantwoordingsrapportage aan het bestuur? 20 Professionalisering van de milieuwethandhaving bij V&W

Samenwerking De organisatieonderdelen van Verkeer en Waterstaat hebben intensief samengewerkt in het project Professionalisering van de milieuwethandhaving. De samenwerking met de regionale partners bestond voornamelijk uit het uitwisselen van kennis, informatie en instrumenten. Verbetertraject richting professioneel handhaven Het verbetertraject is opgesplitst in zes fasen. De eerste fase bestond uit het ontwikkelen van kwaliteitscriteria. Nadat deze op 1 november 2002 waren vastgesteld, startte fase twee. Daarin heeft elke organisatie aan de hand van de criteria de kwaliteit van de eigen handhavingsprocessen gemeten, de zogenaamde nulmeting. De derde fase betrof de fase waarin sprake was van de groei naar het overeengekomen kwaliteitsniveau ofwel de fase waarin handhavingsorganisaties daadwerkelijk moesten werken aan het verbeteren van hun handhavingsprocessen. Hiertoe hebben alle organisaties verbeterplannen opgesteld die in september 2003 bestuurlijk zijn vastgesteld. De noodzakelijk geachte verbeteringen zijn niet vrijblijvend. In de vierde fase bekeken de provincies - in de rol van provinciaal regisseur of ze vertrouwen hadden in de verbeterplannen. Voor Verkeer en Waterstaat was de landelijk projectleider de regisseur. Deze heeft de verbeterplannen van Verkeer en Waterstaat bekeken. De regisseurs hebben hun vertrouwen uitgesproken in de verbeterplannen en in de te ondernemen acties. Deze bevindingen zijn vervolgens voorgelegd aan de staatssecretarissen van de betrokken ministeries. Die hebben begin december 2003 per brief de Tweede Kamer op de hoogte gebracht. Verkeer en Waterstaat heeft in april 2004 een tussenmeting uitgevoerd om na te gaan of de genomen maatregelen tot de gewenste verbeteringen en tijdig tot het gewenste eindresultaat zouden leiden. In de vijfde fase heeft opnieuw een meting van de kwaliteit plaatsgevonden, de zogenoemde eindmeting. Deze vond plaats in januari 2005 en geschiedde op dezelfde wijze als de nulmeting. De resultaten van de eindmeting zijn bepalend voor de zesde en beslissende fase, rapportage aan de Tweede Kamer. Dan moet blijken of de kwaliteit van de handhavingsprocessen voldoende is. Mocht dit niet het geval zijn, dan is het mogelijk dat er bestuurlijke structuuraanpassingen volgen, wat zou kunnen betekenen dat handhavingstaken op een andere manier zullen worden georganiseerd. 21 Professionalisering van de milieuwethandhaving bij V&W

Bijlage III De nulmeting Resultaat Op 1 januari 2003 is een nulmeting gedaan om inzicht te verkrijgen in het kwaliteitsniveau van de milieuwethandhaving bij Verkeer en Waterstaat. De nulmeting is bij Verkeer en Waterstaat op een andere wijze uitgevoerd dan de eindmeting. Voor de nulmeting werd een indeling in clusters gehanteerd ( A industriële lozingen Wvo, B agrarische lozingen Wvo, C werken en incidentele lozingen Wvo, D bodembescherming Wbb/Bsb, E overige lozingen en diffuse bronnen Wvo). Naar aanleiding van de nulmeting werd geconcludeerd, dat de regionale diensten niet aan het basisniveau voldeden. De analyse gaf echter wel inzicht in de verbeterpunten, zodat daar gericht actie op kon worden ondernomen. De handhavingsbeleidscyclus werd, met uitzondering van de dienst Noord-Brabant en Zuid-Holland wat hun cluster A-activiteiten betreft, door geen enkele directie goed gevolgd. De eerste drie stappen in de cyclus verliepen doorgaans redelijk, maar bij de evaluatie wrong de schoen. De monitoring was weliswaar in orde, maar er werd onvoldoende bijgestuurd en omdat er geen verbetermechanismen waren, werden tekortkomingen in het handhavingsproces niet weggenomen of verminderd. Op het moment van de nulmeting was de score op de kwaliteitscriteria 57%. Verbeterplannen Op basis van de resultaten van de nulmeting zijn begin 2004 de verbeterplannen opgesteld. Alle diensten en de Inspectie Verkeer en Waterstaat hebben eerst een eigen verbeterplan opgesteld. Vervolgens hebben de organisatieonderdelen gezocht naar gezamenlijke actiepunten. Deze zijn vertaald in elf gezamenlijke projecten. De elf afzonderlijke verbeterplannen van de organisatieonderdelen en de elf gezamenlijke projecten zijn gebundeld in het V&W werkplan Goed Verbeterd! De clusterindeling die tijdens de nulmeting gebruikt was, werd bij de verbeterplannen losgelaten, omdat de handhaving integraler werd opgepakt. 22 Professionalisering van de milieuwethandhaving bij V&W

De 22 projecten van het werkplan Goed Verbeterd! 1. Doelen en condities Project 1. Probleem- en risicoanalyse Project 2. Kentallen Project 3. Organisatorische condities 2. Strategie en werkwijze Project 4. Strategie Project 5. Afstemming Project 6. Procesbeschrijvingen en protocollen 3. Uitvoering Project 7. Uitvoeringsplan Project 8. Deskundigheid Project 9. Uitvoeringsondersteunende voorzieningen 4. Evaluatie Project 10 Kwaliteitsborging en outputcriteria Project 11. Compendium Handhaving Project 12 t/m 22. Uitvoering verbeterplannen regionale diensten en actieplan IVenW 23 Professionalisering van de milieuwethandhaving bij V&W

Bijlage IV Het verbetertraject Realisatie van de verbeterplannen De realisatie van de verbeterplannen is door de betrokken organisaties, waar mogelijk, gezamenlijk uitgevoerd. De organisatie van het VenW project is ter hand genomen door RIZA. Ter ondersteuning van de deelnemende organisaties is een regieteam opgericht. Tijdens de tussenmeting bleek dat vooral de projecten 1 (probleem en risicoanalyse), 6 (procesbeschrijvingen en protocollen) en 9 (uitvoeringsondersteunende voorzieningen) van cruciaal belang waren, omdat geen van de betrokken V&W onderdelen voor 100% aan de betreffende criteria voldeed. Het regieteam heeft de projecten extra aandacht gegeven. Verder was project 10 (kwaliteitsborging) van belang, omdat de RD s en IVenW/DW op het procesblok evaluatie pas 60% scoorden. Project 10, Kwaliteitsborging en outputcriteria, stond laat gepland binnen het project. Achteraf werd ingezien dat dit project eigenlijk als eerste had moeten worden aangepakt om vroegtijdig in het project reeds een goede samenhang tussen de projecten te verkrijgen. Er kwamen twee knelpunten naar voren. Het ene betrof de informatie over uitbesteding van taken aan andere organisatieonderdelen en met name de dienstkringen. Het andere ging over onduidelijkheid over de bestuurlijke vaststelling van de verschillende producten, kaders en richtlijnen. Deze knelpunten hebben extra aandacht gekregen van het regieteam tijdens dit verbetertraject. Het verbeterproces Het verbeterproces kwam in eerste instantie langzaam op gang. Pas na de tussenmeting kwam de oogst, wat verklaart dat de score van de tussenmeting nog niet zo hoog was. Opgemerkt kan worden dat het project naast de andere ontwikkelingen binnen de betrokken organisaties een zware belasting betekende voor de medewerkers. De tussenmeting Op 1 april 2004 is de tussenmeting uitgevoerd door middel van een collegiale toets. Uit de collegiale toets bleek duidelijk dat handhaving bij de regionale Diensten en IVenW integraler werd aangepakt dan tijdens de nulmeting. Voor de Wvo en Wbb gold één gezamenlijk handhavingsproces, gebaseerd op één probleemanalyse en prioritering, één begroting, één handhavingsuitvoeringsplan en programma en ook één verantwoordingsrapportage. Hierdoor was de stand van zaken voor de Wbb en het Bouwstoffenbesluit (Bsb) enorm vooruit gegaan. Vooral de programmering en uitvoering van de Wbb en het Bsb werden 24 Professionalisering van de milieuwethandhaving bij V&W

opgepakt op de wijze waarop de Wvo al jaren werd uitgevoerd. Dat was in het kader van transparanter en efficiënter werken een grote vooruitgang te noemen. Tijdens de uitvoering van de tussenmeting bleek dat VenW op dat moment voor 72% voldeed aan de kwaliteitscriteria van de milieuwethandhaving voor de Wvo, de Wbb en het Bsb. Vergeleken met de nulmeting was dit een vooruitgang van 15%. Ondanks dat het project Professionalisering milieuwethandhaving voor VenW pas op 1 januari 2004 daadwerkelijk gestart is met de uitvoering van het werkplan Goed Verbeterd!, werden de producten grotendeels voor de zomer van 2004 opgeleverd. Daarmee was er vertrouwen dat het einddoel (het voor 100% voldoen aan de kwaliteitscriteria per 1 januari 2005) haalbaar was. Aandachtspunten tijdens het verbeterproces Tijdens de tussenmeting bleek dat een aantal hoofden handhaving niet over alle informatie beschikten, waarmee kon worden aangetoond dat aan de kwaliteitscriteria werd voldaan. Informatie over uitvoering en verantwoording van taken, die buiten de afdeling handhaving worden uitgevoerd en met name in het geval van uitvoering door de dienstkringen, was niet aanwezig. De hoofden handhaving gaven aan ook niet over deze informatie te kunnen beschikken. Daarom bleef het tijdens de tussenmeting voor een aantal criteria onduidelijk of door een aantal diensten kon worden voldaan aan de criteria op 1 januari 2005. Een deel van de taken van RWS op het gebied van de handhaving van de Wvo en Wbb wordt van oudsher uitgevoerd door districten (dienstkringen) die op een ander niveau in de organisatie worden aangestuurd. Op welke wijze en wat er door districten wordt uitgevoerd op het gebied van de handhaving verschilt per directie. Of de taken door de districten uitgevoerd worden conform de afgesproken richtlijnen of werkwijze, was niet altijd duidelijk voor het hoofd handhaving. De inhoudelijke aansturing van de handhavingstaken ligt veelal wel bij het hoofd handhaving van de dienst, die tevens de contactpersoon is voor het professionaliseringstraject. Hiervoor werd aanbevolen, dat op het niveau van de directeuren water moest worden bekeken of de met andere organisatieonderdelen en met name met de districten gemaakte afspraken over taken, werkwijze en voortgangsrapportage worden nagekomen. Verder kwam uit de collegiale toets van de tussenmeting met betrekking tot de bestuurlijke vaststelling naar voren dat er onduidelijkheid is over wat door wie bestuurlijk moet worden vastgesteld. Het ging hierbij om strategieën, uitvoeringsprogramma s, prioriteiten en meetbare doelen. Het regieteam heeft een voorstel gemaakt voor de bestuurlijke vaststelling van de verschillende handhavingsproducten. 25 Professionalisering van de milieuwethandhaving bij V&W

In het verbetertraject werd zichtbaar, dat de uitvoerende diensten gewend zijn vanuit het detailniveau en vanuit procedures naar de uitvoering van de handhaving te kijken. Voor het project Professionalisering van de milieuwethandhaving bleek het echter belangrijk om de problematiek vanuit het proces te benaderen. Achteraf gezien was het daarom raadzaam geweest om juist project 10, Kwaliteitsborging en outputcriteria, als eerste project op te starten. 26 Professionalisering van de milieuwethandhaving bij V&W

Bijlage V Scores nulmeting en eindmeting Scores nulmeting Basisniveau handhaving directies inzake de Wvo (clusters A, C en E) (informatie afkomstig van de landelijke rapportage, betreft bestuurlijk vastgestelde gegevens, m.u.v. Noordzee) Respondenten: Limburg N-Brabant N-HollandN-Nederland Noordzee IJsselmeerO-Nederland Zeeland Z-Holland Utrecht Totaal Criteria: A C E A C E A C E A C E A C E A C E A C E A C E A C E A C E + +/0 0 1. Doelen & condities 1.1. Probleemanalyse + 0 0 + 0 0 + 0 0 0 0 0 +/0 0 0 + 0 0 + + + 0 0 + 0 0 + 0 0 9 1 19 1.2. Prioriteitstellen & meetbare doelen + + 0 +/0 +/0 +/0 + +/0 +/0 +/0 0 0 + 0 0 0 0 0 + 0 + 0 +/0 + 0 0 +/0 0 0 7 8 14 1.3. Borging middelen +/0 0 0 0 0 0 + 0 + + + + + + + 0 + + + 0 0 + + 0 0 0 0 0 0 13 1 15 1.4. Organisatorische condities +/0 +/0 +/0 +/0 +/0 +/0 + + + +/0 0 +/0 +/0 0 +/0 + + + +/0 +/0 +/0 +/0 +/0 +/0 0 +/0 +/0 +/0 +/0 6 20 3 2. Strategie en werkwijze 2.1. Nalevingsstrategie 0 0 0 + + + + + + + + + 0 + + + + + + + + + + + + 0 + + + 24 0 5 2.2. Toezichtstrategie + +/0 +/0 + +/0 +/0 + +/0 +/0 + + + +/0 0 +/0 + +/0 0 + +/0 + 0 0 + 0 0 + +/0 + 12 11 6 2.3. Sanctiestrategie +/0 +/0 +/0 +/0 +/0 +/0 +/0 +/0 +/0 +/0 +/0 +/0 0 +/0 +/0 +/0 +/0 +/0 +/0 +/0 +/0 +/0 +/0 +/0 +/0 +/0 0 +/0 +/0 0 27 2 2.4. Gedoogstrategie + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + 29 0 0 2.5. Interne & externe afstemming +/0 +/0 0 0 0 0 +/0 0 0 +/0 0 0 0 0 0 +/0 +/0 +/0 +/0 +/0 0 0 0 0 0 +/0 0 0 +/0 0 11 18 2.6. Protocollen & werkinstructies 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 +/0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 28 2.7. Protocollen tbv com. en informatie 0 0 0 +/0 0 0 +/0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2 27 3. Uitvoering 3.1. Handhavingsuitvoeringsprogramma + + + 0 0 + +/0 +/0 +/0 0 0 +/0 0 0 0 0 0 0 + 0 +/0 0 0 0 0 0 0 0 0 5 5 19 3.2. Omvang 0 0 0 0 0 0 + + + 0 0 0 + + + 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 + + + 9 0 20 3.3. Kwaliteit + + + + + + + + + + + + +/0 0 +/0 + + + +/0 +/0 0 0 +/0 +/0 +/0 0 + + + 18 7 4 3.4. Ondersteunende voorzieningen +/0 0 0 +/0 0 0 + 0 +/0 + 0 0 + 0 + +/0 0 0 +/0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 4 5 20 4. Evaluatie 4.1. Kwaliteitsborging 0 0 0 + + + 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 + + 0 +/0 +/0 +/0 5 3 21 4.2. Monitoring 0 0 0 0 0 0 + + + 0 0 0 0 0 0 0 0 0 + 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 4 0 25 4.3. Verantwoording +/0 +/0 0 + + + +/0 0 0 0 0 0 0 +/0 +/0 0 0 0 +/0 + +/0 0 0 +/0 0 0 0 0 0 4 8 17 4.4. Vergelijking en auditing* + + + 0 0 0 0 0 0 + + + 0 0 0 + 0 0 + 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 8 0 21 annotatie: +: er wordt voldaan aan het criterium omdat alles 100% in orde is 0/+ : voor meer dan de helft van de minimum wordt voldaan aan de eisen 0: voor de helft of minder dan de helft van de minimum wordt voldaan aan de eisen * : dit criterium omvat geen minimum maar uitsluitend 2 ''facultatieve '' 27 Professionalisering van de milieuwethandhaving bij V&W

Basisniveau handhaving directies inzake de Wbb (cluster D) (informatie afkomstig van de landelijke rapportage, betreft bestuurlijk vastgestelde gegevens, m.u.v. Noordzee) Respondenten: Limburg N-Brabant N-Holland N-NederlandNoordzee IJsselmeerO-NederlandZeeland Z-Holland Utrecht Totaal Criteria: + +/0 0 1. Doelen & condities 1.1. Probleemanalyse + 0 0 0 + +/0 0 2 1 4 1.2. Prioriteitstellen & meetbare doelen + +/0 +/0 0 0 0 0 1 2 4 1.3. Borging middelen 0 0 + + +/0 0 +/0 2 2 3 1.4. Organisatorische condities +/0 +/0 + + +/0 +/0 +/0 2 5 0 2. Strategie en werkwijze 2.1. Nalevingsstrategie 0 + + + + 0 + 5 0 2 2.2. Toezichtstrategie +/0 0 0 0 +/0 0 0 0 2 5 2.3. Sanctiestrategie +/0 0 +/0 +/0 +/0 +/0 +/0 0 6 1 2.4. Gedoogstrategie + + + + + + + 7 0 0 2.5. Interne & externe afstemming +/0 0 +/0 +/0 +/0 0 0 0 4 3 2.6. Protocollen & werkinstructies 0 0 0 0 +/0 0 0 0 1 6 2.7. Protocollen tbv com. en informatie 0 0 0 0 0 0 0 0 0 7 3. Uitvoering 3.1. Handhavingsuitvoeringsprogramma + 0 +/0 0 0 0 0 1 1 6 3.2. Omvang 0 0 + 0 0 0 + 2 0 5 3.3. Kwaliteit + + + + +/0 + + 6 1 0 3.4. Ondersteunende voorzieningen 0 +/0 0 0 0 0 0 0 1 6 4. Evaluatie 4.1. Kwaliteitsborging 0 + 0 0 0 + 0 2 0 5 4.2. Monitoring 0 0 + 0 0 0 0 1 0 6 4.3. Verantwoording 0 + 0 0 + 0 0 2 0 5 4.4. Vergelijking en auditing* + 0 0 0 0 0 0 1 0 6 ** ** ** annotatie: +: er wordt voldaan aan het criterium omdat alles 100% in orde is 0/+ : voor meer dan de helft van de minimum wordt voldaan aan de eisen 0: voor de helft of minder dan de helft van de minimum wordt voldaan aan de eisen * : dit criterium omvat geen minimum maar uitsluitend 2 ''facultatieve '' ** : NN, NZ en ZL niet opgenomen in landelijke rapportage 28 Professionalisering van de milieuwethandhaving bij V&W

Scores eindmeting Score Dienst Limburg Nr Criterium Minimale 1.1 Probleemanalyse E Facultatieve Eindscore 1.2 Prioriteitsstelling en doelstellingen 1.3 Borging middelen A B E 1.4 Organisatorische condities G (Indien van toepassing) E F 2.1 Nalevingsstrategie A 2.2 Toezichtsstrategie E 2.3 Sanctiestrategie E 2.4 Gedoogstrategie A 2.5 Interne en externe afstemming E 2.6 Protocollen en werkinstructies A B C 2.7 Protocollen voor comm., info, uitwissel. A B C 3.1 Handhavingsuitvoeringsprogramma 3.2 Omvang van de 3.3 Kwaliteit van de 3.4 Uitvoeringsondersteunende voorziening A B 4.1 Kwaliteitsborging E F 4.2 Monitoring A B C 4.3 Verantwoording inzet, prestaties en res. 4.4 Vergelijking en auditing A B U heeft een totaalscore van: 100% E 29 Professionalisering van de milieuwethandhaving bij V&W

Score Dienst Noord-Brabant Nr Criterium Minimale 1.1 Probleemanalyse E Facultatieve Eindscore 1.2 Prioriteitsstelling en doelstellingen 1.3 Borging middelen A B E 1.4 Organisatorische condities G (Indien van toepassing) E F 2.1 Nalevingsstrategie A 2.2 Toezichtsstrategie E 2.3 Sanctiestrategie E 2.4 Gedoogstrategie A 2.5 Interne en externe afstemming E 2.6 Protocollen en werkinstructies A B C 2.7 Protocollen voor comm., info, uitwissel. A B C 3.1 Handhavingsuitvoeringsprogramma 3.2 Omvang van de 3.3 Kwaliteit van de 3.4 Uitvoeringsondersteunende voorziening A B 4.1 Kwaliteitsborging E F 4.2 Monitoring A B C 4.3 Verantwoording inzet, prestaties en res. 4.4 Vergelijking en auditing A B U heeft een totaalscore van: 100% E 30 Professionalisering van de milieuwethandhaving bij V&W

Score Dienst Noord-Holland Nr Criterium Minimale 1.1 Probleemanalyse E Facultatieve Eindscore 1.2 Prioriteitsstelling en doelstellingen 1.3 Borging middelen A B E 1.4 Organisatorische condities G (Indien van toepassing) E F 2.1 Nalevingsstrategie A 2.2 Toezichtsstrategie E 2.3 Sanctiestrategie E 2.4 Gedoogstrategie A 2.5 Interne en externe afstemming E 2.6 Protocollen en werkinstructies A B C 2.7 Protocollen voor comm., info, uitwissel. A B C 3.1 Handhavingsuitvoeringsprogramma 3.2 Omvang van de 3.3 Kwaliteit van de 3.4 Uitvoeringsondersteunende voorziening A B 4.1 Kwaliteitsborging E F 4.2 Monitoring A B C 4.3 Verantwoording inzet, prestaties en res. 4.4 Vergelijking en auditing A B U heeft een totaalscore van: 100% E 31 Professionalisering van de milieuwethandhaving bij V&W

Score Dienst Noord-Nederland Nr Criterium Minimale 1.1 Probleemanalyse E Facultatieve Eindscore 1.2 Prioriteitsstelling en doelstellingen 1.3 Borging middelen A B E 1.4 Organisatorische condities G (Indien van toepassing) E F 2.1 Nalevingsstrategie A 2.2 Toezichtsstrategie E 2.3 Sanctiestrategie E 2.4 Gedoogstrategie A 2.5 Interne en externe afstemming E 2.6 Protocollen en werkinstructies A B C 2.7 Protocollen voor comm., info, uitwissel. A B C 3.1 Handhavingsuitvoeringsprogramma 3.2 Omvang van de 3.3 Kwaliteit van de 3.4 Uitvoeringsondersteunende voorziening A B 4.1 Kwaliteitsborging E F 4.2 Monitoring A B C 4.3 Verantwoording inzet, prestaties en res. 4.4 Vergelijking en auditing A B U heeft een totaalscore van: 100% E 32 Professionalisering van de milieuwethandhaving bij V&W

Score Dienst Noordzee Nr Criterium Minimale 1.1 Probleemanalyse E Facultatieve Eindscore 1.2 Prioriteitsstelling en doelstellingen 1.3 Borging middelen A B E 1.4 Organisatorische condities G (Indien van toepassing) E F 2.1 Nalevingsstrategie A 2.2 Toezichtsstrategie E 2.3 Sanctiestrategie E 2.4 Gedoogstrategie A 2.5 Interne en externe afstemming * E 2.6 Protocollen en werkinstructies A B C 2.7 Protocollen voor comm., info, uitwissel. A B C 3.1 Handhavingsuitvoeringsprogramma 3.2 Omvang van de 3.3 Kwaliteit van de 3.4 Uitvoeringsondersteunende voorziening A B 4.1 Kwaliteitsborging E F 4.2 Monitoring A B C 4.3 Verantwoording inzet, prestaties en res. * 4.4 Vergelijking en auditing A B U heeft een totaalscore van: 100% E * De vragen 2.5.d en 4.3.d waren voor Dienst Noordzee niet van toepassing. 33 Professionalisering van de milieuwethandhaving bij V&W

Score Dienst IJsselmeergebied Nr Criterium Minimale 1.1 Probleemanalyse E Facultatieve Eindscore 1.2 Prioriteitsstelling en doelstellingen 1.3 Borging middelen A B E 1.4 Organisatorische condities G (Indien van toepassing) E F 2.1 Nalevingsstrategie A 2.2 Toezichtsstrategie E 2.3 Sanctiestrategie E 2.4 Gedoogstrategie A 2.5 Interne en externe afstemming E 2.6 Protocollen en werkinstructies A B C 2.7 Protocollen voor comm., info, uitwissel. A B C 3.1 Handhavingsuitvoeringsprogramma 3.2 Omvang van de 3.3 Kwaliteit van de 3.4 Uitvoeringsondersteunende voorziening A B 4.1 Kwaliteitsborging E F 4.2 Monitoring A B C 4.3 Verantwoording inzet, prestaties en res. 4.4 Vergelijking en auditing A B U heeft een totaalscore van: 100% E 34 Professionalisering van de milieuwethandhaving bij V&W

Score Dienst Utrecht Nr Criterium Minimale 1.1 Probleemanalyse E Facultatieve Eindscore 1.2 Prioriteitsstelling en doelstellingen 1.3 Borging middelen A B E 1.4 Organisatorische condities G (Indien van toepassing) E F 2.1 Nalevingsstrategie A 2.2 Toezichtsstrategie E 2.3 Sanctiestrategie E 2.4 Gedoogstrategie A 2.5 Interne en externe afstemming E 2.6 Protocollen en werkinstructies A B C 2.7 Protocollen voor comm., info, uitwissel. A B C 3.1 Handhavingsuitvoeringsprogramma 3.2 Omvang van de 3.3 Kwaliteit van de 3.4 Uitvoeringsondersteunende voorziening A B 4.1 Kwaliteitsborging E F 4.2 Monitoring A B C 4.3 Verantwoording inzet, prestaties en res. 4.4 Vergelijking en auditing A B U heeft een totaalscore van: 100% E 35 Professionalisering van de milieuwethandhaving bij V&W