Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m 1.4 + 1.7, 1.8 Samenvatting door K. 958 woorden 9 november 2013 6,5 13 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Samenvatting aardrijkskunde paragraaf 2 hoofdstuk 1 Meten van welvaart 2 manieren om welvaart in land te meten: -Bruto nationaal product per hoofd (bnp/hoofd) = Dat is alles win in een jaar in een land verdiend wordt gedeeld door het aantal inwoners. -De beroepsbevolking = alle mensen die tegen betaling werken plus de werklozen. Er zijn 3 verschillende beroepssectoren: -Primaire sector: Deze zorgt voor de grondstoffen. (landbouw, mijnbouw) -Secundaire sector: Een bedrijf die de grondstoffen van de formele sector verwerkt. (Industrie Bouw) -Tertiaire sector: Die verkoopt de producten van de secundaire sector. (handel, verkeer, eigen bedrijf) 2 manieren van werken: -Formele sector: bij het werken geld aan de belasting betalen. (Wit werken) -Informele sector: bij het werken geen geld aan de belasting betalen. (Zwart werken) De verdeling van de welvaart Je kunt de wereld in drie groepen verdelen: -Centrumlanden: de meest ontwikkelde landen, zoals Singapore. -Semiperiferie: dit zijn de landen die al een eind op weg zijn in hun ontwikkeling, zoals Brazilië. Brazilië heeft veel industrie -Periferie: deze wordt gevormd door een grote groep arme landen waar de belangrijkste bron van inkomsten is. Armste landen. Pagina 1 van 5
Ontwikkelingslanden De armste landen heten ontwikkelingslanden. Samenvatting aardrijkskunde paragraaf 3 hoofdstuk 1 Welzijn De VN-Welzijnindex Welzijn meten: Als je wilt bepalen of iemand echt arm is, moet je kijken naar het welzijn. Met welzijn bedoelen we levensomstandigheden van de mensen in een land. Dat meet je op drie manieren: 1. Levensomstandigheden: Hoe oud mensen gemiddeld worden, zegt iets over de gezondheid. 2. Alfabetiseringsraad: Hoeveel mensen kunnen lezen en schrijven, Zegt iets over scholing. 3. Koopkracht: De prijzen in arme landen liggen veel lager dan in rijke landen, Met de koopkracht kun je de welvaart tussen landen vergelijken. Onder koopkracht verstaan we hoeveel je in een land kunt kopen. Wat een gemiddelde bijv. Nederlander kan uitgeven aan bijvoorbeeld brood vergleken met Niger. Niger Sociale ongelijkheid. In Brazilië is de welvaart ongelijk verdeeld, Er wonen ongeveer 185 miljoen mensen. Van hen leven er zo'n 45 miljoen onder de armoedegrens van 1 dollar per dag. Er is dus een grote sociale ongelijkheid. Regionale ongelijkheid. Er zijn grote verschillen in inkomen tussen stedelingen en plattelanders. De verschillen tussen rijke en arme gebieden binnen een land noem je regionale ongelijkheid. Veel arme mensen verhuizen van het platteland naar de rijke steden. Samenvatting aardrijkskunde paragraaf 4 hoofdstuk 1 De wereld wordt een dorp. De wereld krimpt Goederen kan je in 3 groepen verdelen: 1: Grondstoffen=Dit zijn nog niet bewerkte stoffen en ze komen uit de natuur, zoals ijzererts. 2: Halffabricaten=Dit zijn bewerkte grondstoffen, maar ze zijn nog niet helemaal af, zoals een staalplaat. Pagina 2 van 5
3: eindproduct=dit is het hele product of onderdelen van een product. Deze producten zijn gereed om verkocht te worden, zoals auto s 15 km p/u 1Gb/sec Transport gaat sneller door de sterke verbetering van het transport en de communicatiemiddelen. Er worden steeds meer goederen in de wereld over grote afstanden verhandeld en vervoert. Dit noemen we globalisering. Globalisering: Proces waarbij gebieden wereldwijd steeds meer met elkaar verbonden worden op een aantal terreinen. Oorzaak van globalisering. 3 oorzaken van globalisering: 1: vanaf 1975 ontwikkelen steeds meer bedrijven zich tot een multinationale onderneming (MNO) Dat zijn grote bedrijven die in meerdere landen fabrieken en kantoren hebben staan, zoals Philips 2: Handelsbelemmeringen verdwijnen. Na 1990 stellen steeds meer landen hun grenzen open voor de wereldmarkt. 3: De afstanden tussen gebieden krimpen. Sport Giant Nike maakt sportschoenen in China. Het hoofdkantoor in de VS is dankzij de computer op de hoogte hoeveel schoenen er op voorraad zijn en waar ze heen moeten. Dat kan door het gebruik van het moderne communicatiemiddelen: de fax en de computers. Fax Gevolgen van globalisering voor rijk en arm Arme landen eerst geld verdienen met exporteren en rijke lande verdienen met verwerken van grondstoffen. Tegenwoordig: arme landen exporteren en vaak verwerken. Dat gebeurt omdat de inkoopprijs dan goedkoper is. Bric-landen: Brazilië, Rusland, India en China: vier landen uit de Semiperiferie met een snelle economische ontwikkeling. Samenvatting aardrijkskunde paragraaf 7 hoofdstuk 1 Waarin een klein land groot kan zijn. Nederland in de wereld Nederland is klein maar economisch is Nederland groot. Nederland een van de grootste havensteden ter wereld Haven in Nederland (Rotterdam) Haven van Rotterdam (kaart) Nederlandse koopkracht is 22000 euro. Koopkracht: wat een gemiddelde Nederlander kan uitgeven aan bijvoorbeeld Pagina 3 van 5
brood. Nederland staat op de 10 e plek van de wereld. Inkomen Nederland 31 procent hoger dan een gemiddelde Europees inkomen. Welzijn: Nederland op 8 e plaats. De handelsbalans van Nederland Handelsbalans: overzicht van de waarde van goederen die in- en uitgevoerd worden. Uitvoeren: een product aan een ander land verkopen en geld ervoor krijgen. Invoeren: Spullen uit het buitenland kopen, dus geld uitgeven. Positieve handelsbalans: een land voert voor meer geld uit dan dat het invoert. Nederlandse handelsbalans bestaat uit verschillende goederen, industriële producten overheersen. Deel wordt verwerkt tot hoogwaardige eindproduct ander groot deel wordt onbewerkt doorgevoerd naar rest van Europa. Mainport: haven die of vliegveld dat een belangrijke rol speelt in het internationale vervoer. Hoe gaat het verder Veel arbeidsintensieve bedrijven zijn vertrokken naar lageloonlanden. Lageloonlanden: land in de (semi)periferie waar de lonen veel lager zijn dan in de centrumlanden. Zij vormen een aantrekkelijk vestigingsgebied voor arbeidsintensieve bedrijven. Arbeidsintensief: veel mensen werken aan een product, er worden weinig machines gebruikt, dus er kunnen veel mensen in dient genomen worden. Samenvatting aardrijkskunde paragraaf 7 hoofdstuk 1 Toegangspoort voor Europa Nederland heeft een gunstige liggen, omdat het aan de rand van Europa liggen en er monden veel rivieren uit. Achterland: het gebied dat voor de aan- en afvoer van goederen afhankelijk is van een haven. Vroeger en nu Vroeger 16 e en 17 e eeuw Nederland gunstige ligging. Nederland was in die tijd een aantrekkelijke vestigingsplaats. Vestigingsfactoren: reden voor een bedrijf om zich op een bepaalde plek te vestigen. Japanse en Amerikaanse bedrijven die naar Europa komen kiezen vaak voor Nederland. Zij hebben daar vier goede redenen voor: 1.De gunstige ligging en goede bereikbaarheid. 2.De gerichtheid van Nederland op het buitenland. Pagina 4 van 5
3.De goede opgeleide bevolking met beheersing van meerdere talen. 4.De lage belasting voor buitenlandse bedrijven in Nederland. Distributieland of kennisland? In Nederland zijn dan ook veel transporten gevestigd. We noemen Nederland dan ook wel een distributieland. Distributieland: land dat een belangrijke rol speelt in de verdeling van goederen van het achterland. Nederland raakt te vol voor distributieland. Elke dag staan er kilometerslange files. Schiphol kan vliegverkeer nauwelijks aan. Door ruimtegebrek kan de haven van Rotterdam niet meer groeien. Veel mensen vinden dat Nederland een kennisland moet worden. Pagina 5 van 5