Samenvatting jaarverslag 2011

Vergelijkbare documenten
Samenvatting jaarverslag 2010

bulletin Samenvatting jaarverslag WFZ 2013 Algemene Ontwikkelingen Waarborgfonds voor de Zorgsector Jaargang 16, nummer 1, april 2014 Special

Jaarverslag 2011 Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector

Samenvatting jaarverslag 2012

Nederlandse Stichting voor Psychotechniek Rijnkade HD Arnhem. Rapport inzake de verkorte jaarrekening 2017

Jaarverslag 2012 Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector

Vorderingen Overige vorderingen Liquide middelen

Stichting Steunfonds Zuster Kueter JAARREKENING

Stichting Dagopvang Utrecht te Utrecht

Jaarrekening Stichting Vrienden van Dôme

Jaarverslag 2013 Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector

Stichting Steunfonds Zuster Kueter JAARREKENING

Jaarverslag 2010 Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector

Financiële vaste activa Aandelen en participatiebewijzen Obligaties

Stichting Dagopvang Utrecht te Utrecht

J A A R STUKKEN Energiek BV. Permar Energiek BV Ede

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013

J A A R STUKKEN Pertax BV Ede

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2014

Stichting Light for the World Nederland Postbus AR VEENENDAAL VERKORTE JAARREKENING

STICHTING STEUNFONDS HAAGS HISTORISCH MUSEUM DEN HAAG Rapport inzake jaarstukken 2012

SAMENGEVATTE JAARREKENING 2014

Stichting St. Pieters en Bloklands Gasthuis - Beleid te Amersfoort. Rapport inzake jaarstukken 2013

Stichting Steunfonds Haags Historisch Museum

Stichting Light for the World Nederland Postbus AR VEENENDAAL

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2015

Jaarverslag Stichting Vastgoed Schakelring

Stichting ENUM Nederland Arnhem. Jaarverslaggeving over 2010

Amsterdam, 1 februari Stichting De Theaterdagen JAARREKENING 2017

Stichting Vrienden Toon Hermans Huis te Amersfoort


JAARSTUKKEN 2017 ROM-D HOLDING NV

PROGRAMMABEGROTING

CATIESTUKKE~ O~ER HET BOEKJAAR Company.info B.V. Today's Amsterdam. Handelsregister. dossiernummer

SAMENGEVATTE JAARREKENING 2013

Grip op Financiën. 13 januari 2015 Sector Control

31 december Liquide middelen Saldo 31 december Totaal reserves en fondsen

Stichting Good Works gevestigd te Amsterdam. Rapport inzake de jaarrekening 2013

Resultaten herbeoordeling WFZ-deelnemers 2014

Jaarrekening. Stichting College voor Huisartsen met Bijzondere Bekwaamheden (CHBB) Jaarrekening CHBB 2014 versie 1

Stichting Steunfonds Haags Historisch Museum gevestigd te Den Haag

SAMENGEVATTE JAARREKENING 2012

Stichting Sint Pieters en Bloklands Gasthuis Beleid te Amersfoort

SAMENGEVATTE JAARREKENING 2015

Memorandum bij reglementen Raad van Toezicht en Directie WFZ

Rapport Stichting Steunfonds Hospice Groep Haarlem Haarlem. Inzake de jaarrekening 2013

JAARSTUKKEN Stichting De Wissel

Jaarverslag 2016 Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector

J A A R STUKKEN Pertax BV Ede

Investeringskasstroom: Investeringen maatschappelijk nut -25,5 Investeringen economisch nut -83,4 Investeringen grondexploitaties (netto) -0,6

Rafael gemeente De Rank T.a.v. het bestuur Ringvaartweg AC ROTTERDAM. Jaarrekening 2014

Stichting Steun Sonshine

STICHTING MIDWIVES4MOTHERS TE UTRECHT. Rapport inzake jaarstukken 2014

Stichting Careyn Zorgfonds. te Utrecht JAARVERSLAG 2016

Jaarrapport 2016 samengevat

Balans per 31 december 2015 (na bestemming van het resultaat over het boekjaar) (bedragen in euro s) Materiële vaste activa 4.670

RAPPORT INZAKE DE JAARREKENING 2012 VAN STICHTING INSCHRIJVING OP NAAM TE UTRECHT

RAPPORT INZAKE DE JAARREKENING 2011 VAN STICHTING INSCHRIJVING OP NAAM TE UTRECHT

NE-iT Hosting B.V. De Tienden 26c 5674 TB NUENEN. Publicatierapport Handelsregister Kamer van Koophandel voor Brabant, dossiernummer

JAARREKENING 2012 STICHTING INLOOPHUIS PSYCHIATRIE, LEIDEN

AEFIDES INSPIRATIS I BV TE GRONINGEN. Jaarverslag april 2012

Jaarverslag 2018 Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector

Stichting Solar World Cinema Jan Aartsestraat EC Tilburg. Financieel verslag 2014

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015

Renpart Vastgoed Management B.V. PUBLICATIESTUKKEN 2007 RENPART VASTGOED MANAGEMENT B.V. TE DEN HAAG

Stichting Wetenschappelijk Onderzoek en Onderwijs in de Vastgoedkunde Jaarverslag 2013

Materiële vaste activa Financiële vaste activa Vorderingen Overlopende activa

Huurdersvereniging Middelburg. Jaarrekening 2016

Jaarverslaggeving 2014

Balans per 31 december 2017 (na resultaatbestemming)

Periodieke beoordeling WFZ-deelnemers 2016

JAARSTUKKEN Stichting De Wissel

NEDERLANDSE FEDERATIE VOOR NEFROLOGIE TE UTRECHT. Rapport inzake jaarstukken maart 2019

Stichting Beheer Warenar Kerkstraat HE Wassenaar

RAPPORT INZAKE DE JAARREKENING 2010 VAN STICHTING INSCHRIJVING OP NAAM TE UTRECHT

CTOUCH Europe B.V. Het Schakelplein GR Eindhoven. Publicatierapport 2015

De Grote Voskuil Capital B.V. Haarlem. Tussentijds overzicht over de periode 1 januari 2016 t/m 30 juni 2016

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2016

Stichting ENUM Nederland Arnhem. Jaarverslaggeving over 2011

Informatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister

Nota Borgtocht/ verstrekken geldleningen Hoogheemraadschap van Delfland

4.4 Financiering De financiering van de gemeente Spijkenisse

RAPPORT INZAKE DE JAARREKENING 2014 VAN STICHTING INSCHRIJVING OP NAAM TE UTRECHT

Jaarverslaggeving 2013

Stichting Domiliana Hunzestraat XG Deventer. Jaarverslag 2012

Publicatierapport 2013/2014. Handelsregister Kamer van Koophandel voor Brabant, dossiernummer

SPECIALISTERREN B.V. KOBALTWEG CE UTRECHT PUBLICATIERAPPORT 2016

Publicatierapport 2012/2013. Handelsregister Kamer van Koophandel voor Brabant, dossiernummer

jaarrekening Verkorte Status financiële verantwoording 2002 De financiële verantwoording 2002 van de batenlastendienst

Jaarverslag 2017 Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector

Stichting ENUM Nederland Arnhem

STICHTING SPRINT SCHIEDAM TE SCHIEDAM. Rapport inzake jaarstukken 2012

Stichting ENUM Nederland

Jaarverslaggeving over 2009

Jaarrekening 2014 Stichting Samenwerkingsfonds UMC St Radboud Kilimanjaro Christian Medical Centre

Het bestuur van Stichting Werkgroep Ontwikkelingssamenwerking Limmen te Limmen. Inzake: Jaarbericht 2016 Limmen, 29 juni 2017

VAN GASTEL EN NEIJNENS ACCOUNTANTS EN BELASTINGADVISEURS

Jaarrekening Stichting Vrienden Maasstad Ziekenhuis. Rotterdam

Stichting Benedictus Labre

Transcriptie:

Samenvatting jaarverslag 2011 Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector

Samenvatting jaarverslag 2011 Zie voor de uitgebreide versie: www.wfz.nl

Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector Oudlaan 4 Postbus 9696 3506 GR Utrecht T 030 273 96 36 F 030 273 96 04 mail@wfz.nl www.wfz.nl Colofon Ontwerp: Avant la lettre, Utrecht Fotografie Raad van Toezicht: Vincent Boon Photography, Utrecht Fotografie directeur en overige foto s: Marieke Viergever, s-hertogenbosch Druk: Drukkerij Damen, Werkendam

Inhoudsopgave Voorwoord 4 Samenvatting directieverslag 8 Deelname 9 Garantieverlening 9 Financiële positie WFZ-deelnemers 11 Garantierisico s WFZ 12 Interne en organisatorische aspecten WFZ 16 Raad van Toezicht 17 Verkorte Jaarrekening 18 Balans per 31 december 2011 19 Staat van baten en lasten 2011 20 Toelichting 21 Goedkeuring Raad van Toezicht 22 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 23

Voorwoord

De Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector (WFZ) is het garantieinstituut van en voor zorginstellingen. WFZ-garantie levert een aantal voordelen op voor de aangesloten zorg instellingen, namelijk betere toegang tot de kapitaalmarkt, continuïteit van financiering, en financiering tegen de laagste kosten (rentevoordeel). De eerstgenoemde aspecten waren de redenen om het WFZ in 1999 op te richten. Vanwege de steeds ruimer wordende financiële markten en het afnemende risicobewustzijn in de financiële sector was de toegang tot financiering in het afgelopen decennium voor zorginstellingen echter geen probleem. Voor veel deelnemers lag de toegevoegde waarde van het WFZ dan ook louter in het rentevoordeel. De waarde van WFZ-garantie als toegangskaart tot de kapitaalmarkt is in de afgelopen jaren sterker op de voorgrond komen te staan. Door de grotere terughoudendheid van banken is financiering veel minder vanzelfsprekend geworden. Met een WFZ-borgstelling daarentegen is tot op heden altijd en overal een geldlening te verkrijgen. Met het afnemen van het aantal actieve financieringspartijen op de zorgmarkt (en daarmee van de concurrentieintensiteit) levert WFZ-garantie ook een bijdrage aan het bevorderen van (enige) keuzevrijheid voor zorginstellingen. Bij omvangrijke financieringsarrangementen en in omvang begrensde financieringsbereidheid van banken is het aantal alternatieven voor zorginstellingen op voorhand beperkt. Stel als voorbeeld dat bij een fors investeringsproject een combinatie van drie banken of een combinatie van twee banken en het WFZ nodig is om het totale bedrag bij elkaar te krijgen. In het eerste geval krijgt de zorginstelling - vanwege het kleine aantal actieve banken in de zorgsector - maximaal één offerte. In het laatstgenoemde geval bestaat theoretisch de mogelijkheid op meerdere offertes. Ook voor een bank kan betrokkenheid van het WFZ interessant zijn, aangezien het WFZ immers niet meedingt naar zaken als het huisbankierschap of cross-selling activiteiten. De continuïteit van financiering is tot op heden eveneens een ondergewaardeerd aspect van borging geweest. Leningen onder WFZ-garantie zijn niet eenzijdig opeisbaar door geldgevers. Het WFZ standaardcontract bevat immers geen opeisingsclausules, minimum ratio s met betrekking tot vermogen of rentedekkingsgraad, of dergelijke. Leningen onder WFZ-garantie bieden financiers ook geen mogelijkheid om tussentijds - op grond van de kredietwaardigheid ontwikkelingen bij een zorginstelling, of externe ontwikkelingen in de sfeer van gezondheidszorgbeleid of bancaire regulering - de rentetarieven te verhogen. Beide aspecten maken een zorginstelling met geborgde leningen minder afhankelijk van de financier. Dit is in de huidige tijd niet van belang ontbloot. De bancaire sector staat onder druk om het risicomanagement aan te scherpen, heeft te maken met kostenverhogende regelgeving (Basel 3), en opereert in een onverminderd onzekere en turbulente omgeving. Zeker nu sprake is van een minder competitieve financieringsmarkt in de zorgsector, zijn zowel de geneigdheid als de mogelijkheid tot risico-afwenteling op de zorginstellingen groot. Dit zien we ook 5

duidelijk terug in (ongeborgde) bancaire leningcontracten. Samengevat: de looptijden van de leningen worden korter evenals de rentevaste perioden, de renteopslagen lopen op, en de lijst met ontbindende voorwaarden en opeisingsbepalingen wordt steeds langer. Begrijpelijk vanuit de positie van de financier, maar evident niet in het belang van de zorginstelling. WFZgegarandeerde leningen bieden hier enig soelaas. In het afgelopen jaar was de gemiddelde looptijd van de onder WFZ-garantie aangetrokken leningen 24 jaar. Dit verschaft de zorginstelling een stabiele kern in de financiering. Kortom, WFZ-geborgde financiering vermindert de gevoeligheid van zorginstellingen voor externe invloeden en draagt bij aan de continuïteit van de bedrijfsvoering en dus de zorgverlening. In 2011 heeft het WFZ 993 miljoen euro aan langlopende leningen geborgd, in alle instellingcategorieën. Dit was hoger dan begroot (900 miljoen). Daarnaast zijn voor aanzienlijke bedragen voorlopige toezeggingen tot borging gedaan. Aangezien de beoordelingscriteria door de jaren heen steeds scherper worden, duidt dit er op dat de kwaliteit van de ingediende investeringsplannen een stijgende lijn kent. De financiële bijdrage aan het WFZ-risicovermogen die bij borging wordt gevraagd van zorginstellingen is in de afgelopen jaren onveranderd gebleven, namelijk 0,1% van het gemiddelde leningbedrag per jaar garantie. Ook de latente aansprakelijkheid van deelnemers (het obligo ) is onveranderd op 3% gebleven. Indachtig het risicomanagement-principe don t risk more than you can afford to lose hanteert het WFZ als uitgangspunt dat de uitstaande garanties in één rechtspersoon nooit groter mogen zijn dan het aanwezige risicovermogen van het WFZ (thans 230 miljoen euro). De genoemde absolute bovengrens betekent overigens niet dat garantieaanvragen dus tot dit maximum kunnen of zullen worden gehonoreerd. De omvang van de acceptabel geachte WFZ-borging wordt per situatie bepaald op basis van risico-afwegingen met betrekking tot organisatie, activiteitenpalet, en investeringsproject, kortom de toekomstperspectieven in brede zin. Met name in de sector ziekenhuizen kunnen bovengrenzen aan de acceptabel geachte exposure bij individuele zorginstellingen een extra beperkende factor gaan worden. De beleidsmatige discussie over herverkaveling van activiteiten in de curatieve sector heeft namelijk veel dynamiek opgeroepen in de sfeer van (voorgenomen) samenwerking en fusie. Een theoretische illustratie: als er WFZ-garanties lopen bij ziekenhuis A van 100 miljoen euro en bij ziekenhuis B van 135 miljoen euro, dan is op basis van een overtuigend investeringsplan bij beide ziekenhuizen afzonderlijk nog in zekere mate additionele garantieverlening mogelijk. Een fusie tussen deze beide instellingen levert een concentratie van garanties op in één rechtspersoon van 235 miljoen euro. Daarmee is additionele garantieverlening uitgesloten. Bij bancaire financiering spelen vergelijkbare processen, gelet op de bovengrens van 100 à 150 miljoen euro die banken voor individuele klanten hanteren. De afwegingen in enerzijds de beleidsmatige en anderzijds de financieringssfeer kunnen dus frictie vertonen. Verder is van belang dat door de bancaire sector met regelmaat gewaarschuwd wordt dat de toekomstige financieringsvraag vanuit de zorgsector niet meer volledig door banken zal kunnen worden gehonoreerd. Vaak wordt in dit verband opgemerkt dat institutionele beleggers (opnieuw) een groter aandeel in de financiering zouden moeten krijgen. In de praktijk blijkt het aanboren van nieuwe financieringsbronnen echter bepaald geen sinecure. Zowel om formele als om praktische redenen is het goed op elkaar laten aansluiten van financieringsvraag en -aanbod moeilijk. Dit neemt niet weg dat het WFZ in het belang van zorginstellingen de ogen open houdt voor alternatieven. In dit verband heeft het WFZ in 2011 een internationaal erkend kredietwaardigheidsoordeel ( rating ) aangevraagd bij Standard & Poor s. Immers, een expliciet kredietwaardigheidsoordeel van een internationaal erkende instantie als S&P is voor pensioen fondsen en verzekeraars - zeker in het buitenland - vaak een formele vereiste om überhaupt zaken te kunnen doen. Nu WFZ-gegarandeerde leningen 6

expliciet de triple A status hebben gekregen, is een formele barrière geslecht en staat dit aspect niet meer in de weg bij het eventueel aantrekken van financiering bij beleggers in binnen- of buitenland. Voorlopig zal bancaire financiering echter in de zorgsector overheersend blijven. Een goede samenwerking tussen banken en WFZ blijft dan ook van groot belang. In dit licht is het vermeldenswaard dat in de afgelopen jaren standaardcontracten voor renteswaps zijn overeengekomen tussen WFZ en respectievelijk Rabobank, ING en ABN AMRO. Verder wordt met de Nederlandse Vereniging van Banken gewerkt aan een nieuwe standaardregeling met betrekking tot het vestigen van hypothecaire zekerheden. Herman Bellers, directeur 7

Samenvatting directieverslag

Deelname Het aantal WFZ-deelnemers (rechtspersonen) ultimo 2011 is 333. De samenstelling van het deelnemersbestand is weergegeven in tabel 1. Twee aspecten verdienen hierbij aandacht. Op de eerste plaats is in 2011 voor het eerst een Universitair Medisch Centrum deelnemer geworden van het WFZ. Op de tweede plaats is relevant dat in deze tabel de sectorale deelname aan het WFZ, anders dan voorheen, is berekend op basis van omzetaandelen. Tabel 1 Deelname WFZ per sector Percentage Omzet 2010 Omzet 2010 WFZ-deelnemers WFZ-deelnemers sector in de sector Ziekenhuizen (alg. en cat.) 13,0 15,0 86% Gehandicaptenzorg 5,8 7,2 81% GGZ 4,0 5,3 76% Ouderenzorg 7,5 15,2 49% Omzetten in miljard euro; bron: WFZ, CBS Garantieverlening Langlopende leningen In het verslagjaar is garantie verstrekt op 993 miljoen euro aan nieuwe langlopende leningen. Met inachtneming van de contractueel vastgelegde aflossingen aan de banken bedraagt het totaalbedrag aan uitstaande garanties op lange leningen ultimo 2011 8.339 miljoen euro. Ten opzichte van de stand ultimo 2010 (7.984 miljoen euro) is dit een netto toename van 355 miljoen euro (4%). Kasgeldleningen Het totaal aan gegarandeerde kasgeldleningen ultimo 2011 bedroeg 333 miljoen euro. Ten opzichte van de stand ultimo 2010 (457 miljoen euro) is dit een afname van 124 miljoen euro (-27%). De ontwikkeling van de leningen onder garantie (zowel langlopend als kasgeld) is weergegeven in grafiek 1. Grafiek 1 Totaal geborgde leningen per jaar (restschuld); in miljoen euro 9.000 8.000 7.000 kasgeldleningen langlopende leningen miljoen euro 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 9

De grafiek laat zien dat het garantietotaal jaarlijks toeneemt, maar in afnemende mate. Met het stijgen van de totale garantieomvang, nemen ook de jaarlijkse reguliere aflossingen toe. Het saldo van nieuwe borgingen en aflossingen (de netto groei van het garantietotaal) valt hierdoor lager uit. De verdeling van de in 2011 verstrekte 993 miljoen euro nieuwe langlopende garanties was als volgt: algemene en categorale ziekenhuizen 36%, ouderenzorg 32%, gehandicaptenzorg 17% en GGZ 15%. De verdeling van de 333 miljoen geborgde kasgeldleningen was: algemene en categorale ziekenhuizen 31%, ouderenzorg 17%, gehandicaptenzorg 23% en GGZ 29%. Het totaal van geborgde lange en korte leningen per sector was respectievelijk: 463, 373, 244 en 246 miljoen euro. De totalen zijn in percentages weergegeven in grafiek 2. Duidelijk is dat het WFZ in alle deelsectoren actief is geweest. Grafiek 2 Nieuwe geborgde leningen ultimo 2011 naar sectoren 28% 35% ziekenhuizen (alg. en cat.) gehandicaptenzorg ggz ouderenzorg 19% 18% De verdeling van het totaal aan gegarandeerde langlopende leningen (8.339 miljoen euro) naar looptijd is weergegeven in grafiek 3. Grafiek 3 Gegarandeerde langlopende leningen ultimo 2011 naar resterende looptijd; in miljoen euro 1.600 1.400 1.200 miljoen euro 1.000 800 600 400 200 0 0-5 jaar 5-10 jaar 10-15 jaar 15-20 jaar 20-25 jaar 25-30 jaar 30-35 jaar 35-40 jaar 40-45 jaar 45-50 jaar >50 jaar De grafiek laat zien dat ultimo 2011 veel leningen onder garantie van het WFZ nog een lange resterende looptijd hebben, met een lichte piek in de categorie 15-20 jaar. De gewogen gemiddelde looptijd van het totaal aan geborgde langlopende leningen ultimo 2011 is 20,3 jaar. De gewogen gemiddelde looptijd van de leningen die in het jaar 2011 zijn geborgd, bedraagt 24,0 jaar. 10

Rentevoordeel Het berekende rentevoordeel op de langlopende leningen die in 2011 zijn geborgd, bedraagt bij benadering 10 miljoen euro. Over het totaal aan uitstaande lange leningen ultimo 2011 is het gerealiseerde rentevoordeel ongeveer 65 miljoen euro. Het rentevoordeel op kasgeldleningen in 2011 bedroeg 2 miljoen euro. In grafiek 4 zijn deze rentevoordelen weergegeven. De optelsom van alle in de afgelopen jaren gerealiseerde rentevoordelen door WFZ-borging bedraagt ongeveer 450 miljoen euro. Grafiek 4 Structureel rentevoordeel door WFZ-borging; in miljoen euro miljoen euro 70 65 60 55 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 kasgeldleningen langlopende leningen 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Financiële positie WFZ-deelnemers In grafiek 5 is het eigen vermogen van alle WFZ-deelnemers weergegeven als percentage van de totale inkomsten, gerangschikt naar oplopende omvang. De gegevens hebben betrekking op de boekjaren 2009 en 2010. Opgemerkt moet worden dat een eventuele afwaardering van de vaste activa van zorginstellingen (op grond van nieuwe boekhoudregels, voortvloeiende uit veranderingen in de bekostigingssystematiek) nog niet heeft plaatsgevonden in de zorgsector. Dit zal in de komende jaren mogelijk negatieve gevolgen hebben voor de vermogenscijfers. Grafiek 5 WFZ-deelnemers ingedeeld naar weerstandsvermogen (eigen vermogen als percentage van de totale inkomsten; ultimo 2009 en 2010) Aantal wfz-deelnemers 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 2009 2010 0 <= 0% 0-5% 5-10% 10-15% 15-20% 20-25% 25-30% 30-35% 35-40% 40-45% > 45% weerstandsvermogen 11

Het gemiddelde weerstandsvermogen van WFZ-deelnemers (gewogen op basis van omzet) was ultimo 2010 17,7%. Dit betekent ten opzichte van het voorgaande jaar (ultimo 2009: 16,6%) een toename van 1,1%-punt. In tabel 2 wordt een overzicht gegeven van de ontwikkeling per deelsector. Tabel 2 Gemiddeld weerstandsvermogen WFZ-deelnemers per deelsector (eigen vermogen als percentage van de totale inkomsten; ultimo 2009 en 2010) Verandering in Sector 2009 2010 procentpunt Ziekenhuizen (alg. en cat.) 13,8% 14,7% 0,9% Gehandicaptenzorg 17,6% 19,2% 1,6% GGZ 15,5% 17,0% 1,5% Ouderenzorg 20,9% 22,3% 1,4% Grafiek 6 WFZ-deelnemers ingedeeld naar exploitatieresultaat (als percentage van de totale inkomsten; ultimo 2009 en 2010) 180 Aantal wfz-deelnemers 160 140 120 100 80 60 2009 2010 40 20 0 < -8% -8 - -6% -6 - -4% -4 - -2% -2-0% 0-2% 2-4% 4-6% 6-8% 8-10% > 10% exploitatieresultaat Opvallend is de sterke toename van het aantal WFZ-deelnemers met een exploitatieresultaat tussen 0% en 2% in 2010 (133 in 2009, 155 in 2010). Het aantal deelnemers met een negatief exploitatieresultaat nam toe van 27 in 2009 tot 31 in 2010 (9,7% van het totaal aantal deelnemers). Het gewogen gemiddelde exploitatieresultaat in 2010 was 1,9%. De gemiddelde exploitatieresultaten waren in alle deelsectoren positief (ziekenhuizen 1,9%; ouderenzorg 1,8%; gehandicaptenzorg 2,1%; GGZ 1,6%). Garantierisico s WFZ Risicobewaking Ultimo 2011 staan 34 deelnemers onder verhoogde bewaking van het WFZ (10,2% van het totale aantal deelnemers). Bij 30 van deze 34 deelnemers is de mogelijkheid om nieuwe leningen te kunnen borgen voorlopig opgeschort. Bij 24 van deze 34 deelnemers worden de financiële ontwikkelingen op basis van kwartaal- of maandrapportages gevolgd. Het totaalbedrag aan verleende garanties bij de deelnemers onder verhoogde aandacht bedraagt 1.032 miljoen euro. De deelnemers onder verhoogd toezicht worden onderscheiden naargelang de ernst van de situatie. De meest risicovol geachte deelnemers kenmerken zich door een negatief eigen vermogen, een eigen vermogen lager dan 5% in combinatie met meerjarig aaneengesloten negatieve exploitatieresultaten (zonder een duidelijke kentering in de negatieve ontwikkeling) 12

of een onbalans in de exploitatie van zodanig grote omvang en/of structurele aard dat deze op afzienbare termijn een bedreiging kan vormen voor de continuïteit van de organisatie. Deze categorie deelnemers (code rood ) betreft 3 deelnemers, met lopende garanties van in totaal 84,2 miljoen euro. Het WFZ onderscheidt een tweede categorie van deelnemers die niet aan de kredietwaardigheidseisen van het WFZ voldoen, maar waar sprake is van minder urgente problematiek. Te denken is aan zorginstellingen met een zwak vermogen van 6 à 7%, die al meerdere jaren niet slagen in het realiseren van financiële verbeteringen, of waar langdurig exploitatietekorten aan de orde zijn. In deze categorie ( code oranje ) bevinden zich 15 deelnemers, met lopende garanties van in totaal 360,8 miljoen euro. Naast de omvang van de garantieverplichtingen is vanzelfsprekend ook de tijdsduur van de lopende verplichtingen van belang. Beide aspecten worden in de navolgende grafiek 7 weergegeven voor de genoemde categorieën. Grafiek 7 Verloop restschuld monitor-deelnemers naar risicocategorie 1.100 1.000 miljoen euro 900 800 700 600 500 400 300 200 100 overige code oranje code rood 0 2011 2013 2015 2017 2019 2021 2023 2025 2027 2029 2031 2033 2035 2037 2039 2041 2043 2045 2047 2049 2051 2053 2055 2057 In het verslagjaar is door financiers geen beroep gedaan op de garanties van het WFZ. Ook zijn geen toekomstige claims bekend. Risicoprofiel garantieportefeuille In grafiek 8 zijn op de horizontale as de deelnemers geordend naar oplopend percentage weerstandsvermogen. Bij twee deelnemers is het weerstandsvermogen negatief. Op de verticale as is de omvang van de uitstaande garanties (in miljoen euro) ultimo 2011 weergegeven. Grafiek 8 Risicoprofiel garantieportefeuille 240 220 200 180 160 miljoen euro 140 120 100 80 60 40 20-30% -20% -10% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% weerstandsvermogen 13

De grafiek laat zien dat er qua garantie-omvang enkele uitschieters zijn. In grafiek 9 is dit verder uitgewerkt. Grafiek 9 WFZ-deelnemers ingedeeld naar omvang langlopende garanties 160 140 120 Aantal wfz-deelnemers 100 80 60 40 20 0 0-20 20-40 40-60 60-80 80-100 100-120 120-140 140-160 160-180 180-200 200-220 220-240 garantieklasse (in miljoen euro) Ongeveer de helft van de WFZ-deelnemers heeft garanties op langlopende leningen in de orde van grootte van 0 tot 20 miljoen euro. Naarmate de garantie-omvang toeneemt, neemt het aantal deelnemers af. Slechts 7 deelnemers hebben garanties boven 120 miljoen euro. De omvang van de garanties per individuele deelnemer bepaalt de maximale garantieschade in geval van default, en is daarmee een belangrijk aspect in het kader van het risicomanagement. Een groot aantal garanties van beperkte omvang is vanuit dit gezichtspunt te verkiezen boven een klein aantal zeer omvangrijke garanties. Het WFZ hanteert als uitgangspunt dat de uitstaande garanties in een rechtspersoon niet groter mogen zijn dan het aanwezige risicovermogen van het WFZ (thans 229,9 miljoen euro). Op grond van in het verleden aangegane verplichtingen wordt thans in één geval deze bovengrens overschreden. In een dergelijke situatie worden geen aanvullende garanties meer verleend. Grafiek 10 Exploitatieresultaat 2010 ten opzichte van het weerstandsvermogen 2010 14% 12% 10% 8% exploitatieresultaat 6% 4% 2% -30% -20% 0-10% -2% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% 110% -4% -6% -8% -10% -12% weerstandsvermogen Grafiek 10 laat zien dat in het jaar 2010 slechts in 1 geval sprake was van een negatief vermogen in combinatie met een negatief exploitatieresultaat. Duidelijk is ook dat een aantal deelnemers met een relatief beperkt vermogen zorgwekkend forse exploitatietekorten hebben. Deze instellingen staan onder verscherpte bewaking van het WFZ. 14

Risicovermogen Het WFZ stelt zich tegenover geldgevers garant voor de betaling van rente en aflossing van de geborgde leningen. Het risicovermogen van het WFZ is de eerste laag in de zekerheidsstructuur van het WFZ. De absolute en relatieve omvang hiervan is van groot belang. Het WFZ streeft er immers naar dat het deelnemersobligo en vervolgens de overheids-achterborg niet ingeroepen hoeven te worden. Ultimo 2011 bedroeg het risicovermogen 229,9 miljoen euro. Dit is 2,7% van de restschuld van langlopende leningen en kasgeldleningen. Het WFZ stond ultimo 2011 garant voor 8.671,7 miljoen euro (8.339,1 miljoen euro langlopende leningen en 332,6 miljoen euro kasgeldleningen). Het opvraagbare obligo is maximaal 3% van het restant geborgde leningen van elke deelnemer afzonderlijk en bedraagt per 31 december 2011 in totaal 260,2 miljoen euro. Deze obligoverplichting heeft de vorm van tijdelijke renteloze leningen van deelnemers aan het WFZ. De som van risicovermogen en oproepbare obligo s bedroeg 490,1 miljoen euro (5,7% van de restschuld). De ontwikkeling van het risicovermogen door de jaren heen is weergegeven in grafiek 11. De omvang in euro s is aangeduid met oranje balken; de procentuele ontwikkeling door een lijn. We zien in de grafiek dat het risicovermogen in verhouding tot de uitstaande garanties vanaf 2006 licht stijgt. Of het niveau en de groei van het risicovermogen nog in een acceptabele verhouding staan met de ontwikkeling van de risico s in de garantie portefeuille, is een kwestie die in de komende periode voortdurende aandacht behoeft. Grafiek 11 Risicovermogen in miljoen euro en als percentage van uitstaande garanties 250 5,0% 4,5% 200 4,0% miljoen euro 150 100 3,5% 3,0% 2,5% 2,0% 1,5% percentage van garanties 50 1,0% 0,5% 0 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 0,0% 15

Interne en organisatorische aspecten WFZ Tabel 3 De personeelsformatie 31 december 2011 Functie / Afdeling Aantal Fte Directeur 1 1,00 Afdeling Klantencontact en Risicobewaking 5 4,80 Afdeling Risico Analyse 6 5,60 Afdeling Beleid en Interne Zaken 8 6,85 Totaal 20 18,25 Het hoofd van de afdeling Klantencontact en Risicobewaking is aangewezen als plaatsvervangend directeur. Afdeling Klantencontact en Risicobewaking Afdeling Risico Analyse Afdeling Beleid en Interne zaken 16

Raad van Toezicht De samenstelling van de Raad van Toezicht is in het jaar 2011 niet veranderd. De Raad van Toezicht bestond in 2011 uit de volgende leden (van links naar rechts op de foto): prof. dr. W.P.M.M. van de Ven, vicevoorzitter drs. J. Hamel, voorzitter drs. V.I. Goedvolk R. de Jong RA drs. ing. H.A. Wessels 17

Verkorte jaarrekening

Balans per 31 december 2011 in 1.000 euro (na bestemming exploitatieresultaat) Activa 31-12-2011 31-12-2010 Passiva 31-12-2011 31-12-2010 Materiële vaste activa 86 7 Waarborgdepot 54.454 54.454 Financiële vaste activa Algemene (beleggingen) 223.413 208.658 reserve 179.409 161.306 Totaal Eigen vaste activa 223.499 208.665 vermogen 233.863 215.760 Kortlopende Vorderingen 15 60 schulden 106 91 Overlopende Overlopende activa 4.818 4.511 passiva 156 111 Liquide middelen 5.793 2.726 Totaal Totaal vlottende kort vreemd activa 10.626 7.297 vermogen 262 202 Totaal 234.125 215.962 Totaal 234.125 215.962 19

Staat van baten en lasten 2011 in 1.000 euro Lasten Begroting Baten Begroting 2011 2011 2010 2011 2011 2010 Personeelskosten en personeel niet in loondienst 2.210 2.051 1.829 Disagio 9.900 12.549 14.298 Overige Bestuurs- bijdragen kosten 87 111 83 deelnemers 0 14 25 Huisvestings- Werkzaamkosten 136 134 129 heden VWS 125 122 133 Algemene kosten 383 214 128 Advieskosten Werkzaamderden/ heden uitbesteed provincies 18 18 18 werk 103 41 16 Onvoorzien 50 0 0 Subtotaal Subtotaal lasten 2.969 2.551 2.185 baten 10.043 12.703 14.474 Exploitatie- Resultaat resultaat 15.392 18.103 20.498 beleggingen 8.318 7.951 8.209 Totaal Totaal lasten 18.361 20.654 22.683 baten 18.361 20.654 22.683 20

Toelichting De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving voor Organisaties-zonder-Winststreven (RJ 640), die zijn uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. De jaarrekening is opgesteld in euro s. De waarderingsgrondslagen zijn gebaseerd op de historische kosten en kostprijzen. Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen Onder de niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen zijn borgtochtovereenkomsten verantwoord, waarvoor het WFZ zich ultimo 2011 voor 8.671,7 miljoen euro als borg heeft verbonden (8.339,1 miljoen euro langlopende leningen en 332,6 miljoen euro kasgeldleningen). Er zijn per balansdatum geen mogelijke claims van financiers voortvloeiende uit WFZ-garanties bekend. Het WFZ stelt zich tegenover geldgevers garant voor de betaling van rente en aflossing van de geborgde leningen. Als extra zekerheid om aan deze voorwaardelijke verplichting te kunnen voldoen, kan het WFZ in noodgevallen een beroep doen op de deelnemende zorginstellingen. In de achterborg-overeenkomst tussen het WFZ en de overheid is vastgelegd dat, zodra het risicovermogen het bedrag van 226,9 miljoen euro overschrijdt, voor het waarborgdepot een terugbetalingsregeling in werking treedt. Geconstateerd kan worden dat de genoemde drempelwaarde van het risicovermogen ultimo 2011 is overschreden. Over de wijze waarop de terugbetaling dient plaats te vinden zijn in de loop van 2011 afspraken met de overheid gemaakt. In essentie komt de regeling er op neer dat begin 2013 5,4% van het exploitatieresultaat over 2012 door het WFZ aan de overheid wordt terugbetaald. In volgende jaren loopt het (over de behaalde exploitatieresultaten) terug te betalen percentage op met telkens 5,4%. De regeling leidt er toe dat het risicovermogen van het WFZ verder kan toenemen en dat het waarborgdepot van 54,5 miljoen euro geleidelijk wordt terugbetaald aan de overheid. De belastingdienst heeft zich in 2011 op het standpunt gesteld dat het WFZ belastingplichtig is voor vennootschapsbelasting. In dit kader is eind 2011 voor 2006 een navorderingsaanslag opgelegd (bedrag van de aanslag en heffingsrente totaal 7,4 miljoen euro) en voor 2008 een ambtshalve aanslag (bedrag van de aanslag en heffingsrente totaal 5,1 miljoen euro). Het WFZ wijst belastingplicht voor de vennootschapsbelasting integraal af. Daarom is geen reservering opgenomen voor een eventuele vennootschapsbelastingheffing met betrekking tot verstreken boekjaren. Het voordelige exploitatieresultaat in 2011 was 18,1 miljoen euro. Dit is toegevoegd aan het eigen vermogen van het WFZ dat daarmee op 233,9 miljoen euro komt. Voor een nadere toelichting verwijzen wij u naar de volledige jaarrekening. 21

Goedkeuring Raad van Toezicht Artikel 20 lid 3 van de statuten van de Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector (WFZ) schrijft voor dat de directeur binnen zes maanden na afloop van het boekjaar een jaarverslag uitbrengt over de gang van zaken binnen het WFZ en over het gevoerde beleid. Verder legt de directeur de door hem vastgestelde jaarrekening ter goedkeuring voor aan de Raad van Toezicht. Deze jaarrekening omvat de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting op deze stukken, vergezeld van de accountantsverklaring. Mede op grond van de goedkeurende controleverklaring van PricewaterhouseCoopers Accountants, heeft de Raad van Toezicht in zijn vergadering van 19 maart 2012 de hiervoor genoemde stukken goedgekeurd. De goedkeurende controleverklaring van de onafhankelijke accountant is opgenomen op de volgende pagina. 22

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

De in dit verslag opgenomen samengevatte jaarrekening, bestaande uit de samengevatte balans per 31 december 2011 en de samengevatte staat van baten en lasten over 2011 met bijbehorende toelichtingen, is ontleend aan de gecontroleerde jaarrekening van Stichting Waarborgfonds voor de Zorg sector te Utrecht over 2011. Wij hebben een goedkeurend oordeel verstrekt bij die jaarrekening in onze controleverklaring van 19 maart 2012. De samengevatte jaarrekening bevat niet alle toelichtingen die zijn vereist op basis van Richtlijn 640 Organisaties zonder winststreven van de Nederlandse Raad voor de Jaarverslaggeving. Het kennisnemen van de samengevatte jaarrekening kan derhalve niet in de plaats treden van het kennisnemen van de gecontroleerde jaarrekening van Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector. Verantwoordelijkheid van de directie De directie van de stichting is verantwoordelijk voor het opstellen van een samenvatting van de gecontroleerde jaarrekening in overeenstemming met de grondslagen zoals beschreven in de toelichting. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de samengevatte jaarrekening op basis van onze werkzaamheden, uitgevoerd in overeenstemming met Nederlands Recht, waaronder Standaard 810, Opdrachten om te rapporteren betreffende samengevatte financiële overzichten. Oordeel Naar ons oordeel is de samengevatte jaarrekening in alle van materieel belang zijnde aspecten consistent met de gecontroleerde jaarrekening van Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector voor het jaar geëindigd op 31 december 2011 in overeenstemming met de grondslagen zoals beschreven in de toelichting. Amsterdam, 19 maart 2012 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. Origineel getekend door A.J.M. Loogman RA 24