GEOHYDROLOGISCH ONDERZOEK EN WATERHUISHOUDKUNDIG PLAN. Plangebied Oogenlust, Hees Eerstel RAPPORT

Vergelijkbare documenten
Kenmerk Contactpersoon Plaats en datum Ing. B. Mengers Doetinchem, Tel

15640 ing. B. Mengers Doetinchem, Tel Betreft

SAB Arnhem t.a.v. de heer K. van Haaften Postbus AL ARNHEM. Geachte heer van Haaften,

GEOHYDROLOGISCH ONDERZOEK EN WATERHUISHOUDKUNDIG PLAN. Beerninkweg 2 Winterswijk RAPPORT

GEOHYDROLOGISCH ONDERZOEK EN WATERHUISHOUDKUNDIG PLAN. Plangebied Bestemmingsplan Hogesteeg Achterberg RAPPORT

Watertoets bestemmingsplan wijziging Crematorium Haarlo

: SAB Prinses Margrietlaan Best Betreft : Watertoets ontwikkeling Prinses Margrietlaan nabij nr. 24

GEOHYDROLOGISCH ONDERZOEK EN WATERHUISHOUDKUNDIG PLAN. Plangebied Bestemmingsplan Hogesteeg Achterberg RAPPORT

Memo. Inleiding. Huidige situatie

Waterparagraaf Heistraat Zoom

Notitie. 3 Planbeschrijving Het jongerenhuis Harreveld is gelegen ten noordwesten van de kern Harreveld, zie figuur 3.1.

Watertoets Klaproosstraat 13, Varsseveld

Daalhuizerweg. Velp. Geohydrologisch advies en waterparagraaf. SAB Arnhem. december 2009 definitief

Waterschap Peel en Maasvallei De heer E. Stevens Postbus RJ VENLO. Geachte heer Stevens,

1. INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. 1.2 DE WATERTOETS. NOTITIE

GEOHYDROLOGISCH ONDERZOEK EN WATERHUISHOUDKUNDIG PLA

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen

NOT a 12 september 2013 Water Bij elke ruimtelijke ontwikkeling is het opstellen van een waterparagraaf verplicht gesteld, mede in relatie

GEOHYDROLOGISCH ONDERZOEK EN WATERHUISHOUDKUNDIG PLAN. Plangebied Landbouwstraat 1-3 te Winterswijk RAPPORT

1. INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. 1.2 DE WATERTOETS. NOTITIE

Bijlage B: Waterparagraaf Burgemeester Moonshof te Raamsdonk 8 december 2016

Kloosterstraat. Loon op Zand. Geohydrologisch onderzoek en waterparagraaf SAB. juli 2009 concept

Brede school. Didam. Geohydrologisch onderzoek en waterparagraaf. SAB Arnhem. december 2010 definitief

1 Inleiding en projectinformatie

BUREAUSTUDIE FASE 1 BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD EN VREGELINKSHOEK WATER

GEOHYDROLOGISCH ONDERZOEK EN WATERHUISHOUDKUNDIG PLAN. Plangebied De Hutgraaf Beuningen RAPPORT

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

Van Hogendorpplein te Goirle

Startpunt Wonen. Caspar Cluitmans Bert Hage (verificatie) Peter Geerts (validatie)

Waterparagraaf. Perron 073 Den Bosch. ing. J.A. Wemekamp. Definitief. Auteur

Het nieuw te realiseren plan Aan de Kasteeltuinen is ongeveer 1,75 hectare groot en biedt plek aan 34 woningen.

De heer J.M.J.M. van Abeelen Koestraat AR LIEMPDE

Ontwikkeling stadsvilla s op terrein Cellarius/de Hullu te Deventer-Colmschate

Landgoed De Hattert. Watertoets conform de uitgangspunten van Waterschap Aa en Maas. Datum : 1 oktober : Ir. L.J.A.M.

GEOHYDROLOGISCH ONDERZOEK EN WATERHUISHOUDKUNDIG PLAN. Plangebied De Hutgraaf Beuningen RAPPORT

Landgoed Heijbroeck. Waterparagraaf. Datum : 11 juni Bureau van Nierop, Landgoed Heijbroeck, Waterparagraaf 1

Waterparagraaf Melkveebedrijf M.C.M. Sieben, Witte Plakdijk 6 Ospel

DOORLATENDHEIDSONDERZOEK WOUTERIJ 55 TE KOEWACHT

Apeldoornsestraat te Voorthuizen

2 november 2009 C M.J.C. Kerkhof Jonkman. Team stedelijk water

Waterparagraaf. Opdrachtgever. Groenstraat 2, Sprundel. De heer C.J.M. Lazeroms Groenstraat SK Sprundel

Zoals aangegeven zijn de gemeente Lelystad en het havenbedrijf Amsterdam de ontwikkelaars van het bedrijventerrein.

MEMO DHV B.V. Logo. : SAB Arnhem : Michiel Krutwagen. : St Elisabethgaarde Winterswijk : Watertoetsnotitie. Datum : 13 januari 2012

Bedrijventerrein Kasteelsestraat

Inhoudsopgave. 1 Inleiding 3

Geohydrologisch onderzoek Centrumplan Oldebroek

Waterparagraaf Landgoed De Heihorsten te Someren

: BügelHajema (Linda Smoors, Hermien Kerperien) : Evert de Lange : Waterschap Veluwe (Wietske Terpstra), 03-Projectontwikkeling (René Kroes)

U heeft een watertoets uitgevoerd op de website Op basis van deze toets volgt u de normale procedure.

Berekening hwa-riool Oranjebuurt te Riel

Bepaling Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand Natuurbegraafplaats te Rooth (Maasbree)

In de directe omgeving van de Ir. Molsweg is geen oppervlaktewater aanwezig.

Bijlage IV Watertoets. Uitgevoerd door R. Zuidema, 14 juni 2014

Voorontwerp infiltratievoorzieningen en RWA- leidingen

Team stedelijk water B

Watertoets Nieuwbouw Vrangendael

WATERPARAGRAAF SLAAKDAM 2A DE HEEN (STEENBERGEN)

MONITORING GRONDWATERSTANDEN 3E OOSTERPARKSTRAAT EN VROLIKSTRAAT TE AMSTERDAM

Waterhuishouding en riolering Groot Zonnehoeve

Bergingsberekeningen en controle afvoercapaciteit Plangebied Haatland

Waterparagraaf Rietdijk te Vorstenbosch

Waterparagraaf BIJLAGE 5

MEMO. Sweerts de Landasstraat DG Arnhem Gemeente Gemert-Bakel

In deze notitie wordt de bepaling van de waterbergingsopgave toegelicht en wordt aangegeven hoe deze ingevuld kan worden.

Gemeente Deventer. Waterhuishoudingsplan Looweg Bathmen

Herinrichting De Boskamp te Epe

: gemeente Heerde : Evert de Lange : Rob Boshouwers (DHV), Jasper Timmer (Waterschap Veluwe)

Rouveen-West fase IV

Op grond van artikel van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is een watertoets uitgevoerd voor het schakelstation Groenestraat te Gorssel.

Waterschap Hunze en Aa s Ontvangen d.d.: Documentnummer: Raakvlak waterbeheer: ja/nee. gemeente Assen Verbouwing woning Venestraat GM ASSEN

Bijlage 5 Wateradvies Wetterskip

1) Gaat het om een ruimtelijk plan dat uitsluitend een functiewijziging van bestaande bebouwing inhoudt? nee

Toelichting Watertoets

Waterparagraaf. Bouw woning Hollevoort, Bakel. Waterparagraaf. Woning Hollevoort, Bakel

Waterparagraaf. 2. Beschrijving watersysteem

UITGANGSPUNTEN NOTITIE. Plan: Algemene projectgegevens:

Inhoudsopgave. 1 Inleiding 3

Handreiking Watertoetsprocedure en standaard waterparagraaf voor Bestemmingsplannen

In opdracht van Jansen Bouwontwikkeling BV is ons bureau betrokken bij de waterhuishouding van het project Ceres te Bemmel.

Rapport Watertoets. Zandvoort 23 te Gendt. Uitvoeren watertoets tbv opstellen waterparagraaf R-MVV/83. De heer Huisman BD Doornenburg

Toelichting watertoets

Toetsing waterhuishouding

Bijlage X. Waterparagraaf woningen en huisartsenpraktijk Van Voorst tot Voorststraat te Vught Bijlage X van X

Leeuwerik III te Esbeek

Bestemd voor : Van Dun advies B.V., t.a.v. de heer P. Monster, Dorpsstraat 54, 5113 TE ULICOTEN. Van : ing. G. Spruijt Paraaf :

WATERTOETS BOUWPLAN FLIERBEEK FASE 2 TE LICHTENVOORDE

De locatie Het ontwerp van het winkelcentrum en directe omgeving is opgenomen in figuur 1.

Bestemmingsplan Noord-West-Oss

Geohydrologisch onderzoek

MEMO. Memo Afkoppelen / infiltreren project Herinrichting Julianastraat Raadhuisstraat d.d pagina 1 / 5

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N BTM-V

Waterparagraaf. Kenbelstraatje te St. Willebrord

Rioleringsplan. Plan Mölnbekke te Ootmarsum. Projectnummer: Opdrachtgever: Lintmolenbeek B.V. In opdracht van: Lintmolenbeek B.V.

Bijlage 1 Watertoets en (standaard) waterparagraaf

Notitie Tennispark Haelen Watertoets ten behoeve van de ruimtelijke onderbouwing

Notitie. Afstemming met Waterschap Groot Salland heeft plaatsgevonden tijdens een telefonisch overleg op 25 oktober Ligging locatie Kampmansweg

Ten aanzien van deze watersaspecten is contact geweest, overlegd en advies gevraagd aan het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier.

De heer en mevrouw Wijnen Wijststraat RB HEESCH

Transcriptie:

GEOHYDROLOGISCH ONDERZOEK EN WATERHUISHOUDKUNDIG PLAN Plangebied Oogenlust, Hees Eerstel 15511 RAPPORT

Geohydrologisch onderzoek en waterhuishoudkundig plan projectlocatie Hees (Oogenlust) Te Eersel opdrachtgever Pouderoyen Compagnons Postbus 156 65 AD Nijmegen 1 Projectnummer en versie: Status: 15511, versie 1. Definitief Projectleider: Afdrukdatum: Rapportdatum: Ing. B. Mengers 1-3-212 1-3-212 Auteur(s): ing. B. Mengers Autorisatie: Naam: Paraaf: Goedgekeurd ing. C. Heuveling ECOPART B.V. Zephirlaan 5 74 GP DOETINCHEM telefoon 314-3681 fax 314-365743 email info@ecopart-bv.nl ECOPART B.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever ISO 91-28

Inhoudsopgave 1. Inleiding onderzoek...1-1 1.1 Inleiding...1-1 1.1.1 algemeen...1-1 1.1.2 doelstelling onderzoek...1-1 1.2 Plangebied...1-1 1.2.1 ligging...1-1 1.2.2 kwaliteitssysteem...1-2 1.2.3 rapportopbouw...1-2 2. Bodemopbouw en geohydrologie...2-1 2.1 Bodemopbouw...2-1 2.1.1 veldonderzoek bodem...2-2 2.2 Geohydrologie...2-2 2.2.1 grondwatertrap...2-3 2.2.2 huidige afwatering...2-3 2.3 Conclusie literatuur- en veldonderzoek...2-4 3. Relevante waterthema s...3-1 3.1 Bepaling relevantie...3-1 3.2 Uitwerking waterthema s...3-1 3.2.1 algemeen...3-1 3.2.2 veiligheid...3-2 3.2.3 riolering en afvalwaterketen...3-2 3.2.4 wateroverlast...3-2 3.2.5 grondwateroverlast...3-2 3.2.6 oppervlaktewaterkwaliteit...3-3 3.2.7 grondwaterkwaliteit...3-3 3.2.8 volksgezondheid...3-3 3.2.9 verdroging...3-3 3.2.1 natte natuur...3-3 3.2.11 inrichting en beheer...3-3 3.2.12 recreatie...3-3 3.2.13 cultuurhistorie...3-3 4. Waterhuishouding plangebied...4-1 4.1 Uitgangspunten...4-1 4.1.1 bestaande situatie...4-1 4.1.2 herziene inrichting plangebied...4-1 4.1.3 uitgangspunten dimensioneren voorzieningen...4-1 4.1.4 bergingsbehoefte plangebied...4-2 4.2 Alternatieven hemelwaterafvoer...4-2 4.2.1 oppervlakkig afvoeren naar oppervlaktewater...4-2 4.2.2 oppervlakkig afvoeren naar wadi s of infiltratiesloten.4-3 4.2.3 afvoeren naar een bergingsvijver...4-3 4.2.4 Overige afvoer- en infiltratiesystemen...4-3 4.3 conclusie bergingsvoorziening...4-3 5. Samenvatting en conclusie...5-1 5.1 samenvatting...5-1 5.2 conclusie bergingsvoorziening...5-1 5.3 Conclusie...5-2 5.4 Aanbeveling...5-2

Bijlagen I II III IV VI VII XI IX Regionale en locale situering regionale situering locale situering nieuwe situatie Geohydrologische informatie TNO-stratigrafie TNO-geohydrologie Grondwater informatie TNO-peilbuizen Infiltratieproeven boorprofielen bodemonderzoek Nieuwe waterhuishoudkundig plan tekening situering plangebied rekenblad nieuwe situatie plangebied T=1 + 1% rekenblad nieuwe situatie plangebied T=1 + 1% Natuurwaarden en watergangen natuurwaarden en watergangen Dimensioneren bergingsvijver grondbalans en oppervlakten hydrologisch ontwerp bergingsvijver Bronnen en literatuur bronnen en literatuur

I N L E I D I N G O N D E R Z O E K Hoofdstuk 1 1. Inleiding onderzoek 1.1 Inleiding 1.1.1 algemeen Aanleiding voor de uitvoering van dit onderzoek is de herinrichting van het plangebied op deze locatie. Om ter plaatse de voorgenomen nieuwbouwplannen te kunnen realiseren dient het vigerende bestemmingsplan te worden gewijzigd. Sinds enige jaren is voor het verkrijgen van goedkeuring voor een wijziging of actualisering van een bestemmingsplan een toevoeging van een zogenoemde waterparagraaf een voorwaarde. In een waterparagraaf dient te worden ingegaan op de waterhuishoudkundige aspecten van het betreffende plangebied. De betreffende werkzaamheden zijn uitgevoerd in opdracht van Pouderoyen Compagnons te Nijmegen. In de onderstaande tabel zijn beknopt de basisgegevens van het plangebied weergegeven. Tabel 1-1: Basisgegevens plangebied. Locatiegegevens Totaal Provincie Noord Brabant Waterschap De Dommel Gemeente Eersel Locatie Heen (naast nr 4) te Eersel Oppervlakte 5,17 ha X coördinaten (RD stelsel) 15.892 Y coördinaten (RD stelsel) 375.47 Z coördinaten (m+nap) tussen + 29,5 en +3,1 m NAP 1.1.2 doelstelling onderzoek Het doel van het ingestelde onderzoek is om voor het betreffende plangebied antwoord te geven op de volgende vragen: Ligt de locatie in een gebied waar beschermende maatregelen vereist zijn? Aan welke randvoorwaarden moet de locale waterhuishouding voldoen? Op welke wijze kan aan de doelstelling hydrologisch neutraal bouwen tegemoet gekomen worden? Wat zijn de mogelijkheden voor infiltratie van (overtollig) regenwater in het licht van de bodemopbouw en hoogste grondwaterstand ter plaatse? 1.2 Plangebied 1.2.1 ligging Het plangebied is gelegen aan de Hees te Eersel. In bijlage Ia is de regionale situering weergegeven. Een situatietekening van het terrein is opgenomen in bijlage Ib. Projectnummer: 15511, versie 1. Datum: 1-3-212 1-1

I N L E I D I N G O N D E R Z O E K De locatie is gelegen aan de rand van Eersel, en wordt overwegend omgeven door bos en akkerbouw/weidegebied. Het plangebied heeft een oppervlakte van circa 5,17 ha. en is in de huidige situatie voor een belangrijk deel onverhard. Voor het opstellen van de berekeningen zijn wij er van uitgegaan dat er sprake is van een volledig nieuwe situatie. De globale toekomstige inrichting is weergegeven in Bijlage VI. Bij de definitieve aanleg van de infiltratie- en/of bergingsvoorzieningen dient rekening te worden gehouden met de door ECOPART BV bij de uitvoering van het bijgaande onderzoek aangehouden uitgangspunten. Uit de ter plaatse verrichte boringen blijkt dat er in de bovengrond bestaat uit matig fijn zwak ziltig zand met een k-waarde groter dan 1 m/d, terwijl het hieronder gelegen zandpakket grover van structuur is en een k-waarde bezit van > 3 meter per dag. De bergings- /infiltratievoorziening dient ruim boven de hoogste grondwaterstand te worden aangelegd. De uitvoering van werkzaamheden door ECOPART B.V. vindt op zorgvuldige wijze volgens de algemeen gebruikelijke inzichten en methoden bij onderzoek plaats. ECOPART B.V. aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade ontstaan als gevolg van of verband houdend met een afwijkende uitvoering van de in dit onderzoek uitgewerkte plannen. Tevens dient ten tijde van de aanleg van de voorziening te worden gecontroleerd of de in de bijgaande berekeningen opgenomen K-waarde ter plaatse van de aan te leggen voorzieningen ook daadwerkelijk wordt gehaald. 1.2.2 kwaliteitssysteem Kwaliteit en veiligheid vormen essentiële onderdelen bij de dagelijks door ECOPART BV uit te voeren werkzaamheden. Het kwaliteitssysteem dat binnen de gehele organisatie voor al de taakvelden is doorgevoerd voldoet aan de NEN-EN- ISO 91: 28. 1.2.3 rapportopbouw In hoofdstuk 2 wordt de bodemopbouw en de huidige geohydrologische situatie van het plangebied beschreven en in hoofdstuk 3 de relevante waterthema s. Vervolgens wordt in hoofdstuk 4 het watersysteem uiteengezet en in hoofdstuk 5 de conclusie en de aanbevelingen weergegeven. Projectnummer: 15511, versie 1. Datum: 1-3-212 1-2

B O D E M O P B O U W E N G E O H Y D R O L O G I E Hoofdstuk 2 2. Bodemopbouw en geohydrologie 2.1 Bodemopbouw Uit het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) blijkt dat het maaiveldniveau is gelegen tussen +29,5 en +3,1 m NAP ligt. Tabel 2-1: Bodemkaart omgeving plangebied Vanuit de Bodemkaart van Nederland, blijkt dat de deklaag uit Enkeerdgronden (fijn zand) bestaat. Aan de hand van diverse informatiebron kan de bodemopbouw globaal ter plaatse van het plangebeid als volgt worden omschreven. Tabel 2-2: Overzicht van de geohydrologische bodemgesteldheid. Pakket Formatie(s) Laagpakket Diepte m NAP Samenstelling WVP 1 Boxtel Boxtel +3, +28, Fijn zand tot matig grof zand Sterksel Sterksel 28, +5, Matig fijn tot grof zand Stamproy Stamproy +5, -7, Fijn ziltig zand Stoorlaag Peize- Waalre Waalre -7, -3, Klei De indeling van de ondergrond in de opeenvolgende stratigrafische eenheden is weergegeven op tekening TNO-stratigrafie opgenomen in bijlage IIa. De geohydrologische schematisatie van de ondergrond is weergegeven op de tekening TNO-geohydrologie opgenomen in Bijlage II b. Projectnummer: 15511, versie 1. Datum: 1-3-212 2-1

B O D E M O P B O U W E N G E O H Y D R O L O G I E 2.1.1 veldonderzoek bodem Verkennend bodemonderzoek Door ECOPART BV is, ten behoeve van de nieuwbouwplannen, ter plaatse een bodem- en grondwateronderzoek uitgevoerd. De boorbeschrijvingen vertonen een redelijk homogeen beeld; overwegend matig fijn tot matig grof matig siltig zand tot aan de maximaal verkende diepte van 4,5 m-mv. Van de diepere boringen is de boorbeschrijving opgenomen in Bijlage IV. Infiltratieonderzoek Uit een indicatieve meting tijdens het uitvoeren van het veldwerk voor het verkennend bodemonderzoek, is gebleken dat een k-waarde van > 1 m/d binnen het plangebied aanwezig is. In de ondergrond, plaatselijk vanaf 1, m -MV in de matig grofzandige lagen is een k-waarde aanwezig > 2 m/d. In verband met de aanwezigheid van enig siltig materiaal in de bodem ter plaatse kan er in de loop van de tijd sprake zijn van enige vorm van dichtslibben van de voorziening. Om te voorkomen dat dit in de toekomst tot problemen zou kunnen leiden, adviseren wij om bij het dimensioneren van de infiltratievoorzieningen rekening te houden met een gereduceerde rekenwaarde voor K van 1,2 m/d. 2.2 Geohydrologie Voor de omgeving van de onderzoekslocatie zijn gegevens van peilbuizen opgevraagd bij het DINO-loket [TNO-NITG]. Door TNO-NITG wordt een databank beheerd met daarin grondwaterstand- en stijghoogtegegevens van het landelijk meetnet. De ligging van de waterputten is aangegeven op het onderstaande overzicht. De opgevraagde gegevens blijken een globaal beeld te geven over de te verwachten gemiddeld hoogste grondwaterstand in de omgeving van het plangebied. Tabel 2-3: Waterputten omgeving plangebied Tabel 2-4: Geraadpleegde TNO-peilbuizen [Bron: TNO-REGIS]. TNO nummer Peilbuis X-coördinaat Y-coördinaat Maaiveldhoogte m NAP B51D131 151.92 375.629 +3,78 B51D494 15.58 377.32 +27,5 Projectnummer: 15511, versie 1. Datum: 1-3-212 2-2

B O D E M O P B O U W E N G E O H Y D R O L O G I E Uit de waarnemingsreeksen valt af te leiden dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand in het gebied ligt rond de +25,6 tot +25,9 m+nap. 2.2.1 grondwatertrap Op de Bodemkaart van Nederland 1:5. [Stiboka, 1975] wordt de ontwateringssituatie van de bodem aangegeven middels de zogenaamde grondwatertrap (Gt). Tabel 2-5: Overzicht grondwatertrappen [Bron: Stiboka]. Grondwatertrap GHG (cm MV MV) GLG (cm MV MV) I < 4 < 5 II < 4 5 8 III < 4 8 12 IV > 4 8 12 V < 4 > 12 VI 4 8 > 12 VII 8 14 > 12 VII* > 14 > 16 Tabel 2-6:Overzicht grondwatertrappen GHG volgens Bodemdata.nl. Op de bovenstaande kaartuitsnede is de optredende grondwatertrap ingetekend voor het betreffende plangebied. Ook hier komt de grondwatertrap uit op VII*. De op de Bodemkaart aangegeven Gt-klassen komen in grote lijnen overeen met de waargenomen hoge grondwaterstanden in de lokale en de TNO-peilbuizen. Op basis van de peilbuiswaarnemingen wordt een Gt-klasse VII* verwacht. 2.2.2 huidige afwatering De afwatering van het huidige plan vindt deels plaats middels infiltratie en afvoer middels de tegen het plangebied gelegen watergangen en mogelijk deels middels afvoer via het huidige rioolstelsel van de gemeente. Het regenwater dat valt op het Projectnummer: 15511, versie 1. Datum: 1-3-212 2-3

B O D E M O P B O U W E N G E O H Y D R O L O G I E momenteel onverharde deel van het plangebied zal voor een groot gedeelte infiltreren, terwijl het vrijkomende regenwater afkomstig van het verharde deel mogelijk deels afvoert op de watergangen en/of de gemeentelijke riolering. 2.3 Conclusie literatuur- en veldonderzoek De resultaten uit het literatuuronderzoek, de TNO-peilbuizen en het veldwerk geven een eenduidig beeld van de lokale geohydrologische situatie. Samengevat kan geconcludeerd worden dat: De maaiveldhoogte ongeveer ligt op 29,5 tot 3,1 m +NAP; In de omgeving van het plangebied zijn meerder watergang aanwezig waarop eventueel geloosd zou kunnen worden; In de huidige situatie het hemelwater plaatselijk wordt geïnfiltreerd, mogelijk deels wordt afgevoed middels het gemeentelijke riool of via de aanwezige watergangen; De toplaag van de bodem (-,5 m-mv) over het algemeen bestaat uit matig fijn zwak siltig zand; Het zandpakket onder de toplaag bestaat uit matig fijn tot matig grof zand met een verwachte k-waarde > 2, m/dag; De bodem over het algemeen kan worden getypeerd als redelijk goed doorlatend met doorlatendheden > 2, m/dag; De GHG ligt tussen 25,6 en 25,9 m +NAP; Projectnummer: 15511, versie 1. Datum: 1-3-212 2-4

R E L E V A N T E W A T E R T H E M A S Hoofdstuk 3 3. Relevante waterthema s 3.1 Bepaling relevantie In tabel 3-1 wordt aangegeven welke waterhuishoudkundige thema s relevant zijn voor het betreffende plangebied. Tabel 3-1:Watertoetstabel met relevante en niet-relevante waterhuishoudkundige thema s Thema Veiligheid Riolering en Afvalwaterketen Wateroverlast (oppervlaktewater) Grondwater- Overlast Oppervlaktewaterkwaliteit Verdroging Natte natuur Inrichting en beheer Recreatie Grondwaterkwaliteit Volksgezondheid Cultuurhistorie Toetsvraag 1. Ligt in of nabij het plangebied een primaire of regionale waterkering? 2. Ligt in of nabij het plangebied een kade? 1. Is er toename van het afvalwater (DWA)? 2. Ligt in het plangebied een persleiding van het waterschap? 3. Ligt in of nabij het plangebied een RWZI van het waterschap? 1. Is er sprake van toename van het verhard oppervlak? 2. Zijn er kansen voor het afkoppelen van bestaand verhard oppervlak? 3. In of nabij het plangebied bevinden zich natte en laag gelegen gebieden, beekdalen, overstromingsvlaktes? 1. Is in het plangebied sprake van slecht doorlatende lagen in de ondergrond? 2. Bevindt het plangebied zich in de invloedzone van een Rivier? 3. Is in het plangebied sprake van kwel? 4. Beoogt het plan dempen van slootjes of andere wateren? 1. Wordt vanuit het plangebied water op oppervlaktewater geloosd? 2. Ligt in of nabij het plangebied een HEN of SED water? 3. Ligt het plangebied geheel of gedeeltelijk in een Strategisch actiegebied? 1. Ligt het plangebied in de beschermingszone van een drinkwateronttrekking? 1. In of nabij het plangebied bevinden zich overstorten uit het gemengde of verbeterde gescheiden stelsel? 2. Bevinden zich, of komen er functies, in of nabij het plangebied die milieuhygiënische of verdrinkingsrisico s met zich meebrengen (zwemmen, spelen, tuinen aan water)? 1. Bevindt het plangebied zich in of nabij beschermingszones voor natte natuur? 1. Bevindt het plangebied zich in of nabij een natte EVZ? 2. Bevindt het plangebied zich in of nabij beschermingszones voor natte natuur? 1. Bevinden zich in of nabij het plangebied wateren die in eigendom of beheer zijn bij het waterschap? 2. Heeft het plan herinrichting van watergangen tot doel? 1. Bevinden zich in het plangebied watergangen en/of gronden in beheer van het waterschap waar actief recreatief medegebruik mogelijk wordt? 1. Zijn er cultuurhistorische waterobjecten in het plangebied aanwezig? Relevant Nee Nee Ja Nee Nee Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee De thema s die bevestigend zijn beantwoord worden in de volgende paragrafen nader toegelicht en waar nodig nader uitgewerkt. 3.2 Uitwerking waterthema s 3.2.1 algemeen Voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, waaronder ver- en nieuwbouwplannen, wordt door de overheid eisen gesteld betrekking tot het duurzaam omgaan met Nee Nee Nee Nee Nee Nee Ja Nee Nee Nee Projectnummer: 15511, versie 1. Datum: 1-3-212 3-1

R E L E V A N T E W A T E R T H E M A S water. In eerste instantie dient er te worden getoetst in hoeverre de voorgenomen plannen er toe leiden dat er sprake is van de toename van verhard oppervlak. Indien dit toeneemt, is het beleid erop gericht het regenwater zoveel mogelijk te infiltreren naar het freatisch grondwater, waardoor een meer natuurlijk afvoerverloop ontstaat. Dit vertaalt zich in de volgende richtlijnen: Nieuwe plannen dienen (indien mogelijk) te voldoen aan het principe van het hydrologisch neutraal bouwen. Hierbij moet de hydrologische situatie, voor wat betreft de afvoer van regenwater, minimaal gelijk blijven aan de oorspronkelijke situatie. De oorspronkelijke landelijke afvoer (naar het oppervlaktewater) mag niet overschreden worden. In aansluiting op het landelijk beleid hanteert het waterschap het beleid dat bij nieuwe plannen van enige omvang altijd onderzocht dient te worden hoe met het schone regenwater omgegaan kan worden. Bij alle nieuwbouwplannen moet (vuil) afvalwater en (schoon) regenwater gescheiden worden behandeld. Het schone en vuile water worden daarbij apart aangeleverd aan de riolering of, indien mogelijk, wordt het schone water aan de natuur teruggegeven. Dit is ook het geval als in openbaar gebied nog steeds een gemengd rioolstelsel aanwezig is. Bij de inrichting, het bouwen en het beheer dienen zo min mogelijk vervuilende stoffen aan het bodem- en oppervlaktewatersysteem te worden toegevoegd. Hierbij verdient het materiaalgebruik speciale aandacht: uitloogbare of uitspoelbare bouwmaterialen dienen te worden vermeden teneinde watervervuiling te voorkomen. In de onderstaande paragrafen worden de relevante waterthema s gebaseerd op de bovenstaande uitgangspunten nader uitgewerkt. 3.2.2 veiligheid Het plangebied is niet gelegen binnen de winterbedding van een rivier of invloedssfeer van een waterkering. De ontwikkeling binnen het plangebied heeft derhalve geen invloed op de veiligheid. 3.2.3 riolering en afvalwaterketen Het afvalwater neemt toe door de ontwikkelingen in dit plan. Het afvalwater wordt afgevoerd naar het rioolstelsel van de gemeente. Regenwater wordt niet afgevoerd via het riool maar plaatselijk geïnfiltreerd (zie thema wateroverlast). 3.2.4 wateroverlast Door de ontwikkelingen binnen het plangebied neemt het verhard oppervlak toe. Wij gaan er in de op te stellen berekeningen van uit dat het bestaande verharde oppervlak in verhouding tot het nieuw aan te brengen verhardingsvlak nihil is. Als uitgangspunt is aangehouden dat er sprake is van een (geheel) nieuwe ontwikkelingslocatie. Om wateroverlast, kwantitatief en kwalitatief, nu en in de toekomst te voorkomen wordt het regenwater niet afgevoerd naar het rioolstelsel maar volgens de trits vasthouden - bergen afvoeren behandeld. In het plan wordt ruimte gereserveerd voor de aanleg van infiltratiesloten en een bergingsvijver. 3.2.5 grondwateroverlast Er is sprake van een bodemopbouw bestaande uit plaatselijk matig fijn tot matig grof zwak siltig zand met een k-waarde < 2, m/dag. Binnen het plangebied zijn geen slecht doorlatende lagen aangetroffen. Om grondwateroverlast in de toekomstige situatie te voorkomen kan de te Projectnummer: 15511, versie 1. Datum: 1-3-212 3-2

R E L E V A N T E W A T E R T H E M A S dimensioneren infiltratievoorziening niet op een grotere diepte worden aangelegd dan circa 3, m-mv. Dit in verband met de optredende hoogste grondwaterstand. De directe omgeving van het plangebied kan worden gekarakteriseerd als gebied dat geschikt wordt geacht voor de infiltratie van regenwater. 3.2.6 oppervlaktewaterkwaliteit Vanuit het plangebied wordt regenwater deels via een aan te leggen bergingsvijver met overloop naar infiltratiesloten en deels rechtstreeks op een infiltratiesloot geïnfiltreerd in de bodem. Hoewel er bergingscapaciteit voldoende is voor het bergen van een extreme bui, is het mogelijk om de infiltratiesloten over te laten lopen in de tegen het plangebied gelegen watergangen. Het plan maakt geen functies mogelijk die tot extra belasting van de waterkwaliteit leiden. Het plangebied ligt niet in of nabij watergangen met de functie HEN of SED. Functies in/nabij het plangebied die een negatieve invloed op de waterkwaliteit kunnen hebben komen ter plaatse niet voor. 3.2.7 grondwaterkwaliteit Het plangebied bevindt zich niet in of nabij de 25/1 jaar beschermingszone voor de drinkwaterwinning. Het dichtst bij het plangebied gelegen waterwingebied ligt op ruime afstand. 3.2.8 volksgezondheid Binnen het plangebied wordt een bergingsvijver aangelegd (stilstaand water), welke ten minste ca. 1, 3 m - waterspiegel wordt aangelegd om problemen met betrekking tot de volksgezondheid zo veel mogelijk te voorkomen. 3.2.9 verdroging De inrichting en functies in hydrologische beïnvloedingszones rond natuurgebieden en dergelijke, zijn voor het plangebied niet van toepassing. 3.2.1 natte natuur Het plangebied bevindt zich niet in of nabij de Ecologische Verbindingszone (EVZ). De beoogde ontwikkelingen zijn geen belemmering voor een EVZ. Het plangebied bevindt zich niet in of nabij een beschermingszone voor natte natuur. De beoogde ontwikkelingen hebben geen negatieve invloed op de waterkwantiteit en -kwaliteit in relatie tot de natte natuurgebieden. 3.2.11 inrichting en beheer In de directe omgeving van het plangebied bevindt zich leggerwatergang, welke eventueel de afwatering tijdens extreme neerslag zouden kunnen verzorgen. 3.2.12 recreatie In het plangebied zijn geen nieuwe aan het water gekoppelde recreatieve functies voorzien. 3.2.13 cultuurhistorie In of in de directe nabijheid van het plangebied bevinden zich geen aan water gerelateerde cultuurhistorische objecten. Projectnummer: 15511, versie 1. Datum: 1-3-212 3-3

W A T E R H U I S H O U D I N G P L A N G E B I E D Hoofdstuk 4 4. Waterhuishouding plangebied 4.1 Uitgangspunten 4.1.1 bestaande situatie De totale oppervlakte van het plangebied bedraagt circa 5,17 ha Voor de bestaande situatie zijn wij er vanwege het relatief gering verharde oppervlak in de bestaande situatie, van uitgegaan dat er wordt gerekend met enkel de nieuwe bebouwing, verhardingen, infrastructuur en groenvoorzieningen. Voor de bepaling van de hoeveelheid afstromend hemelwater afkomstig van de bestaande situatie is derhalve geen berekening opgesteld. 4.1.2 herziene inrichting plangebied Voor de waterhuishouding van het heringerichte plangebied, wordt uitgegaan van de planbegrenzing en de oppervlakten, zoals die zijn opgenomen in tabel 4-1. En de globaal voorgestelde herinrichting zoals aangegeven op de nieuwe inrichtingstekening in Bijlage I. In de toekomstige situatie is ongeveer 45% van het plangebied verhard. Tabel 4-1: Overzicht oppervlakten conform nieuwe situatie Type Oppervlak in m 2 Percentage Dakoppervlak 9.45 2 % Verharding 6.68 13 % Halfverharding 5.785 12 % Groenvoorziening 2.38 42 % Open water/talud n.v.t. 6.26 13 % Totaal 51.7 1 % Bij de bepaling van het afstromend regenwatervolume wordt in ISSO-publicatie 7.1 zowel voor (platte) daken als voor gesloten (weg)verhardingen uitgegaan van een afvloeiingscoëfficiënt van,85. In de berekeningen is hiervan afgeweken door een afvloeiingscoëfficiënt aan te houden van 1,. 4.1.3 uitgangspunten dimensioneren voorzieningen De ontwateringsnorm voor gebouwen is mede afhankelijk van de bouwwijze. Indien gebouwd wordt met toepassing van een kruipruimte, dient de gemiddeld grondwaterstand in de regel minimaal,3 m lager dan de bodem van de kruipruimte te liggen. Uitgaande van een kruipruimtehoogte van,5 m, gemeten ten opzichte van het maaiveld, betekent dit een ontwateringsdiepte van,8 m ten opzichte van het maaiveld. Bij kruipruimtevrij bouwen is het mogelijk de grondwaterstand tot ca.,3 m onder het aanlegpeil van de vloer te laten komen. Gebouwen zonder kruipruimte zijn minder gevoelig voor vochtoverlast aangezien er betere voorzieningen mogelijk zijn om de begane grondvloer luchtdicht te krijgen. Het in het werk storten van de vloer heeft als voordeel dat de voeg van de aansluitende vloerdelen beter uitgevoerd Projectnummer: 15511, versie 1. Datum: 1-3-212 4-1

W A T E R H U I S H O U D I N G P L A N G E B I E D kan worden dan het geval is bij een traditionele vloer. Verder is het transport van vochtige lucht naar de leefruimte beperkt doordat er geen kruipruimte aanwezig is. Het waterbeleid van Rijk en provincie is gericht op een veilig en goed bewoonbaar land met gezonde, duurzame watersystemen. Het voorkomen van afwenteling door het hanteren van de drietrapsstrategie "Vasthouden-Bergen-Afvoeren" staat hierbij centraal. Voor de waterkwaliteit is het uitgangspunt stand still - step forward. Watersysteembenadering en integraal waterbeheer dienen als handvaten voor het benutten van de natuurlijke veerkracht van een watersysteem. Het Waterschap de Dommel maakt onderscheid tussen een verkorte en een volledige procedure voor de watertoets. In onderhavig geval wordt een volledige procedurele watertoets uitgevoerd omdat het plangebied groter is dan 2.5 m 2 (geldt voor inbreidingslocaties van groen naar verhard). Om de minimale bergingsbehoefte vast te stellen wordt een maatgevende bui voorgeschreven van T=1 + 1 % voor het gehele plangebied. Voor het plangebied is vooralsnog een afvoercoëfficiënt aangehouden van 1, l/s/ha. Ten aanzien van het type infiltratie- of bergingssysteem wordt in de regel een voorkeur uitgesproken voor een open infiltratiesysteem (wadi, infiltratieveld of infiltratiesloten), voorzien van een eventuele bodempassage om verontreiniging van het grondwater tegen te gaan. In tweede instantie kan worden gekozen voor waterdoorlatende verharding met een zuiverende werking. Als laatste komen ondergrondse infiltratiesystemen in aanmerking. 4.1.4 bergingsbehoefte plangebied In paragraaf 4.1.3 zijn de uitgangspunten voor het opstellen van de berekeningen voor de benodigde waterberging beschreven. Aan de hand van in Bijlage VI uitgewerkte berekeningen is bepaald hoe groot de benodigde waterberging op basis van de gestelde uitgangspunten behoort te zijn voor de nieuwe situatie. Om na te gaan wat de eventuele gevolgen zijn voor de omgeving van het plangebied, is tevens een doorkijk uitgewerkt waarbij is bepaald hoe groot de bergingsbehoefte zou moeten zijn bij een extreme bui welke een maal in de 1 jaar voorkomt. Bij een standaardbui T=1 + 1% is een berging noodzakelijk van circa 1. m 3. Hierbij mag hemelwater worden geborgen tot aan het maaiveld. 4.2 Alternatieven hemelwaterafvoer 4.2.1 oppervlakkig afvoeren naar oppervlaktewater Het afstromend hemelwater wordt hierbij afgevoerd naar oppervlaktewater. De zuivering van het water kan plaats vinden door oeverfiltratie of door een helofytenfilter aan het begin van de watergang. voordelen De zichtbaarheid van de neerslagafvoer naar oppervlaktewater kan stedenbouwkundige en ecologische meerwaarde bieden. Er is minder kans op foutieve aansluitingen door de zichtbare afvoer. nadelen Het regenwater wordt in de regel niet geïnfiltreerd maar direct afgevoerd uit de omgeving. Projectnummer: 15511, versie 1. Datum: 1-3-212 4-2

W A T E R H U I S H O U D I N G P L A N G E B I E D 4.2.2 oppervlakkig afvoeren naar wadi s of infiltratiesloten Het hemelwater wordt hierbij in de regel via goten afgevoerd naar wadi s of zinksloten. Deze worden in of langs de groenstroken aangelegd. Het water kan in de wadi s of zinksloten worden geborgen, geïnfiltreerd en afgevoerd. Bij de bodempassage zullen de verontreinigingen aan de bodem hechten. Regelmatige controle op de vervuilingsgraad van de toplaag wordt aanbevolen. voordelen Door oppervlakkige afvoer van hemelwater naar greppels en wadi s is het over het gehele afvoertraject goed zichtbaar. Dat kan stedenbouwkundige meerwaarde bieden. Tevens is er extra belevingswaarde door het extra groen in het terrein. Er is minder kans op foutieve aansluitingen door de zichtbare afvoer en er vindt zuivering door bodempassage plaats. nadelen Het bestratingsprofiel moet in de regel worden aangepast en bij hevige neerslag kan er water op de verhardingen komen te staan. Op termijn (langer dan 2 jaar) is bodemverontreiniging mogelijk. Deze verontreinigingen zijn echter op een eenvoudige wijze te verwijderen. 4.2.3 afvoeren naar een bergingsvijver Een bergingsvijver is vergelijkbaar met een wadi, met als belangrijkste verschil dat een vijver permanent water voert en mogelijk het hemelwater niet infiltreert. Het hemelwater kan in de bergingsvijver, al naar gelang de infiltratiecapaciteit van de ondergrond, worden geborgen, geïnfiltreerd middels een overstort naar een wadi of infiltratiesloot en mogelijk overstorten op oppervlaktewater. De eventuele afvoer naar het een infiltratiesloot, wadi of oppervlaktewater vindt ook hier in de regel plaats middels een knijpconstructie. Regelmatige controle op de vervuilingsgraad van de waterbodem wordt aanbevolen. Voordelen en nadelen en Idem als bij wadi en infiltratiesloot. 4.2.4 Overige afvoer- en infiltratiesystemen Er zijn meerdere mogelijke afvoer - en infiltratiesystemen voorhanden. Deze zijn voor het huidige plangebied echter minder geschikt. Deze zijn derhalve ook niet nader uitgewerkt. 4.3 conclusie bergingsvoorziening Om invulling te geven aan de wateropgave voor de ontwikkeling van het nieuwe plangebied kunnen er een bergingsvijver en zinksloten worden aangelegd. Het watersysteem kan bestaat uit de volgende onderdelen: a. Waterberging dakwater in aan te leggen bergingsvijver met een geknepen overloop naar een infiltratiesloot: Benodigd bergend vermogen in de bergingsvijver bij een maximale peilstijging van,5 meter bij T=1 + 1%: 313 m 3 ; Benodigd bergend vermogen middels een geknepen overstort vanuit de bergingsvijver in een aan te leggen infiltratiesloot met een lengte van 265 m en een diepte van,9 m, bij een maximale peilstijging van,55 meter bij T=1 + 1%: 227 m 3 ; in de infiltratiesloot dient in verband met het mogelijke hoogteverschil, op een of meerdere plaatsen een stuwconstructie te worden opgenomen, al naar gelang het verval; Projectnummer: 15511, versie 1. Datum: 1-3-212 4-3

W A T E R H U I S H O U D I N G P L A N G E B I E D b. Waterberging wegwater in een aan te leggen bergings- en infiltratiesloot: Benodigd bergend vermogen in een aan te leggen infiltratiesloot met een lengte van 3 m en een diepte,9 m bij een maximale peilstijging van,4 meter bij T=1 + 1%: 17 m 3 ; in de infiltratiesloot dient in verband met het mogelijke hoogteverschil, op een of meerdere plaatsen een stuwconstructie te worden opgenomen, al naar gelang het verval; Voor een optimale werking van het te kiezen systeem dient elke verticale dakafvoer te worden voorzien van een bladvang met overloopinrichting net boven maaiveldniveau. Verder dient er een zandvang te worden aangebracht voor elk lozingspunt op een bergings- of infiltratievoorziening. Om na te gaan in hoeverre het water bij een extreme bui binnen het plangebied geborgen zou kunnen worden tot aan het maaiveld, is aanvullend een berekening uitgewerkt, waarbij een bui T=1 + 1% is doorgerekend voor zowel het dakwater als voor het wegwater binnen het onderhavige plangebied. De uitkomsten van de uitwerking van deze doorkijk laat zien dat voor het dakwater bij een peilstijging van het bergend wateroppervlak van,1 m en in de zinksloot van,6 m, sprake is van berging van de totale hoeveelheid vrijkomend hemelwater afkomstig van een extreme bui binnen het plangebied. Dit betekent een bergingscapaciteit van het dakwater welke ruimschoots onder het maaiveld plaats zal vinden. Eventueel is een geknepen overstort naar oppervlaktewater een aanvullende mogelijkheid. Voor het wegwater is eveneens sprake van een peilstijging van,6 m. Eveneens een waterpijl dat ruimschoots onder het maaiveldniveau is gelegen. Projectnummer: 15511, versie 1. Datum: 1-3-212 4-4

S A M E N V A T T I N G E N C O N C L U S I E Hoofdstuk 5 5. Samenvatting en conclusie 5.1 samenvatting Om ter plaatse van het her te ontwikkelen plangebied aan de Hees te Eersel nieuwbouw mogelijk te maken, dient een hydrologische onderbouwing van de plannen gemaakt te worden. ECOPART BV heeft hiervoor een voorstel uitgewerkt. De onderzoekslocatie ligt binnen het beheersgebied van Waterschap de Dommel en ligt binnen een gebied dat wordt gekenmerkt door een redelijk diepe ontwatering en een goede infiltratiecapaciteit. Er is geen sprake van een kwelsituatie. Op basis van de bodemopbouw wordt de projectlocatie geschikt geacht voor het infiltreren van regenwater naar het (freatische) grondwater. De resultaten uit het literatuuronderzoek, de TNO-peilbuizen en het veldwerk geven een eenduidig beeld van de lokale geohydrologische situatie. Samengevat kan geconcludeerd worden dat: De maaiveldhoogte ongeveer ligt op 29,5 tot 3,1 m +NAP; In de omgeving van het plangebied zijn meerder watergang aanwezig waarop eventueel geloosd zou kunnen worden; In de huidige situatie het hemelwater plaatselijk wordt geïnfiltreerd, mogelijk deels wordt afgevoed middels het gemeentelijke riool of via de aanwezige watergangen; De toplaag van de bodem (-,5 m-mv) over het algemeen bestaat uit matig fijn zwak siltig zand; Het zandpakket onder de toplaag bestaat uit matig fijn tot matig grof zand met een verwachte k-waarde > 2, m/dag; De bodem over het algemeen kan worden getypeerd als redelijk goed doorlatend met doorlatendheden > 2, m/dag; De GHG ligt tussen 25,6 en 25,9 m +NAP; Vanaf het plangebied wordt enkel afvalwater gescheiden aangeleverd naar de gemeentelijke riolering. Het beleid van de gemeente is er op gericht om daar waar mogelijk geen regenwater in te nemen, maar dit volledig te infiltreren binnen het plangebied. Voor de nieuw aan te brengen dakoppervlakken zal gebruik gemaakt moeten worden van niet-uitloogbare materialen. Dit in overeenstemming met het gestelde in het Bouwbesluit. 5.2 conclusie bergingsvoorziening Om invulling te geven aan de wateropgave voor de ontwikkeling van het nieuwe plangebied kunnen er een bergingsvijver en zinksloten worden aangelegd. Projectnummer: 15511, versie 1. Datum: 1-3-212 5-1

S A M E N V A T T I N G E N C O N C L U S I E Het watersysteem kan bestaat uit de volgende onderdelen: a. Waterberging dakwater in aan te leggen bergingsvijver met een geknepen overloop naar een infiltratiesloot: Benodigd bergend vermogen in de bergingsvijver bij een maximale peilstijging van,5 meter bij T=1 + 1%: 313 m 3 ; Benodigd bergend vermogen middels een geknepen overstort vanuit de bergingsvijver in een aan te leggen infiltratiesloot met een lengte van 265 m en een diepte van,9 m, bij een maximale peilstijging van,55 meter bij T=1 + 1%: 227 m 3 ; in de infiltratiesloot dient in verband met het mogelijke hoogteverschil, op een of meerdere plaatsen een stuwconstructie te worden opgenomen, al naar gelang het verval; b. Waterberging wegwater in een aan te leggen bergings- en infiltratiesloot: Benodigd bergend vermogen in een aan te leggen infiltratiesloot met een lengte van 3 m en een diepte,9 m bij een maximale peilstijging van,4 meter bij T=1 + 1%: 17 m 3 ; in de infiltratiesloot dient in verband met het mogelijke hoogteverschil, op een of meerdere plaatsen een stuwconstructie te worden opgenomen, al naar gelang het verval; Voor een optimale werking van het te kiezen systeem dient elke verticale dakafvoer te worden voorzien van een bladvang met overloopinrichting net boven maaiveldniveau. Verder dient er een zandvang te worden aangebracht voor elk lozingspunt op een bergings- of infiltratievoorziening. Om na te gaan in hoeverre het water bij een extreme bui binnen het plangebied geborgen zou kunnen worden tot aan het maaiveld, is aanvullend een berekening uitgewerkt, waarbij een bui T=1 + 1% is doorgerekend voor zowel het dakwater als voor het wegwater binnen het onderhavige plangebied. De uitkomsten van de uitwerking van deze doorkijk laat zien dat voor het dakwater bij een peilstijging van het bergend wateroppervlak van,1 m en in de zinksloot van,6 m, sprake is van berging van de totale hoeveelheid vrijkomend hemelwater afkomstig van een extreme bui binnen het plangebied. Dit betekent een bergingscapaciteit van het dakwater welke ruimschoots onder het maaiveld plaats zal vinden. Eventueel is een geknepen overstort naar oppervlaktewater een aanvullende mogelijkheid. Voor het wegwater is eveneens sprake van een peilstijging van,6 m. Eveneens een waterpijl dat ruimschoots onder het maaiveldniveau is gelegen. 5.3 Conclusie Op basis van de beschikbare gegevens kan worden gesteld dat voor de ontwikkeling van de nieuwbouwlocatie aan de Hees te Eersel, de aanleg van een bergings- en infiltratiesysteem in de vorm van een bergingsvijver met overloop in een infiltratiesloot voor het dakwater en een infiltratiesloot voor het wegwater, voldoet aan de gestelde afkoppelings- en infiltratie-eis bij een bui T=1 + 1%. In extreme situaties zullen de bergingsvoorzieningen eveneens voldoende zijn om het vrijkomende regenwater te kunnen bergen. Eventueel kan het regenwater bij extreme buien via een geknepen overstort afvloeien naar de tegen het plangebied gelegen watergangen. Projectnummer: 15511, versie 1. Datum: 1-3-212 5-2

S A M E N V A T T I N G E N C O N C L U S I E 5.4 Aanbeveling Bij de aanleg van de zinksloten, dient te worden nagegaan of de in de berekening toegepaste k-waarde van 2,5 m/dag (exclusief ingebouwde veiligheid van 5%) overal kan worden bereikt. De tegen het plangebied gelegen watergang dient ongewijzigd in de plannen te worden opgenomen. Deze mag niet (gedeeltelijk) worden gedempt. Dit zelfde geldt voor het hoofdwatersysteem dat aan de voorzijde langs het Plangebied loopt. Projectnummer: 15511, versie 1. Datum: 1-3-212 5-3

BIJLAGEN

BIJLAGE I Regionale en locale situering

SITUERING PLANGEBIED DE HEES TE EERSEL

Luchtfoto omgeving plangebied Oogenlust te Eersel Google Map

BIJLAGE II Geohydrologische informatie

BIJLAGE III Grondwater informatie

BIJLAGE V Infiltratieproeven

Bijlage: Boorprofielen Boring: 1 Boring: 2 Datum plaatsing: 1-11-211 Datum plaatsing: 1-11-211 1-4 weiland Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin, Edelmanboor 1-4 weiland Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin, Edelmanboor 5 2 Zand, matig fijn, zwak siltig, bruingeel, Edelmanboor 5 2 Zand, matig fijn, zwak siltig, bruingeel, Edelmanboor 1 1 3 3 15 4-15 Zand, matig grof, zwak siltig, lichtgrijs, Edelmanboor 15 4-15 Leem, sterk zandig, lichtgeel, Edelmanboor 2 2 25 25 3-3 Leem, zwak zandig, lichtgrijs, Edelmanboor 3 35-35 Zand, matig grof, zwak siltig, lichtgrijs, Edelmanboor 35-35 Zand, matig grof, zwak siltig, lichtgrijs, Edelmanboor 4 4 45-45 45-45 Boring: 3 Boring: 4 Datum plaatsing: 1-11-211 Datum plaatsing: 1-11-211 1-4 weiland Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin, Edelmanboor 1-4 gras Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin, Edelmanboor 5 2 Zand, zeer fijn, matig siltig, bruingeel, Edelmanboor 5 2 Zand, zeer fijn, matig siltig, bruingeel, Edelmanboor 1 3-1 Zand, matig grof, zwak siltig, lichtgrijs, Edelmanboor 1 3-14 15 15 Zand, matig fijn, zwak siltig, lichtgrijs, Edelmanboor 4 4 2-2 Zand, matig grof, zwak siltig, lichtgeel, Edelmanboor 2-2 Zand, matig fijn, matig siltig, lichtgrijs, Edelmanboor 25 25 3 35-32 Zand, matig fijn, zwak siltig, bruingrijs, Edelmanboor 3 35-3 Zand, matig grof, zwak siltig, lichtgrijs, Edelmanboor 4 4 45-45 45-45 Projectcode: 15512 Projectnaam: Hees Eersel Schaal 1: 5 'getekend volgens NEN 514'

Bijlage: Boorprofielen Boring: 5 Boring: 6 Datum plaatsing: 1-11-211 Datum plaatsing: 1-11-211 1-4 gras Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin, Edelmanboor 1 weiland Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin, Edelmanboor 5 2 Zand, zeer fijn, matig siltig, bruingeel, Edelmanboor 5 2-5 Zand, zeer fijn, matig siltig, bruingeel, Edelmanboor 1 1 3 3 15 4-15 Zand, matig grof, zwak siltig, lichtgeel, Edelmanboor 15 4-15 Zand, matig grof, zwak siltig, lichtgeel, Edelmanboor 2-2 2-2 Boring: 7 Boring: 8 Datum plaatsing: 1-11-211 Datum plaatsing: 1-11-211 1-4 weiland Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin, Edelmanboor 1-4 weiland Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin, Edelmanboor 5 2 Zand, zeer fijn, matig siltig, bruingeel, Edelmanboor 5 2 Zand, zeer fijn, matig siltig, bruingeel, Edelmanboor 1 1 3 3 15 4-15 Zand, matig grof, zwak siltig, lichtgeel, Edelmanboor 15 4-15 Zand, matig grof, zwak siltig, lichtgeel, Edelmanboor 2-2 2-2 Projectcode: 15512 Projectnaam: Hees Eersel Schaal 1: 5 'getekend volgens NEN 514'

Bijlage: Boorprofielen Boring: 29 Boring: 3 Datum plaatsing: 1-11-211 Datum plaatsing: 1-11-211 1-2 grind Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, bruin, Edelmanboor 1 gras Zand, matig fijn, matig siltig, zwak humeus, bruin, Edelmanboor 5 2-5 Zand, matig fijn, matig siltig, donkerbruin, Edelmanboor 5 2-5 Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin, Edelmanboor 1 3-1 Zand, matig grof, zwak siltig, matig roesthoudend, gebiedseigen, lichtbruin, Edelmanboor 1 3-1 Zand, matig grof, zwak siltig, lichtbruin, Edelmanboor 15 4-15 Zand, matig fijn, zwak siltig, lichtgeel, Edelmanboor 15 4 2-2 Zand, matig grof, zwak siltig, lichtgrijs, Edelmanboor 2-2 Zand, matig grof, zwak siltig, lichtgeel, Edelmanboor 25-25 Leem, sterk zandig, lichtgrijs, Edelmanboor 25-28 3-3 Zand, matig grof, zwak siltig, bruingrijs, Edelmanboor 3 Zand, matig grof, zwak siltig, lichtgrijs, Edelmanboor 35 35 4 4 45-45 45-45 Boring: 31 Boring: 32 Datum plaatsing: 1-11-211 Datum plaatsing: 1-11-211 1-2 gras Zand, matig fijn, matig siltig, zwak humeus, bruin, Edelmanboor 1-4 weiland Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin, Edelmanboor 5 2-5 Zand, matig fijn, matig siltig, lichtbruin, Edelmanboor 5 2-9 Zand, zeer fijn, matig siltig, lichtbruin, Edelmanboor 1 3 1 3-14 Zand, matig fijn, matig siltig, matig roesthoudend, gebiedseigen, bruin, Edelmanboor 15 4-15 Zand, matig grof, zwak siltig, lichtgrijs, Edelmanboor 15 4 Zand, matig grof, zwak siltig, geelgrijs, Edelmanboor 2 2-2 25-25 Zand, matig grof, matig siltig, lichtgrijs, Edelmanboor 3-33 35 Zand, matig grof, zwak siltig, bruingrijs, Edelmanboor 4 45-45 Projectcode: 15512 Projectnaam: Hees Eersel Schaal 1: 5 'getekend volgens NEN 514'

Bijlage: Boorprofielen Boring: 33 Datum plaatsing: 1-11-211 Boring: 34 Datum plaatsing: 1-11-211 1 weiland Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin, Edelmanboor 1 braak Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin, Edelmanboor 5 1 2 3-7 -1 Zand, zeer fijn, matig siltig, lichtbruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, matig siltig, matig roesthoudend, gebiedseigen, bruin, Edelmanboor 5 1 2 3-5 -1 Zand, matig fijn, matig siltig, donkerbruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, matig siltig, lichtbruin, Edelmanboor 15 4-15 Zand, matig grof, zwak siltig, bruingeel, Edelmanboor 15 4-15 Zand, matig grof, zwak siltig, lichtgrijs, Edelmanboor 2-2 2-2 Boring: 35 Datum plaatsing: 1-11-211 Boring: 36 Datum plaatsing: 1-11-211 5 1 15 1 2 3 4-8 -15-5 -1 klinker Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, bruingeel, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, matig siltig, bruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, sterk siltig, zwak roesthoudend, gebiedseigen, bruinrood, Edelmanboor 5 1 15 1 2 3 4-1 -16 gras Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, matig siltig, matig roesthoudend, gebiedseigen, bruin, Edelmanboor Zand, matig grof, zwak siltig, bruingeel, Edelmanboor 2-2 2-2 Projectcode: 15512 Projectnaam: Hees Eersel Schaal 1: 5 'getekend volgens NEN 514'

Bijlage: Boorprofielen Boring: 37 Datum plaatsing: 1-11-211 1 gras Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, donkerbruin, Edelmanboor 5 2-5 Zand, matig fijn, matig siltig, lichtbruin, Edelmanboor 1 3 15 4-15 Zand, matig grof, zwak siltig, lichtgrijs, Edelmanboor 2-2 Projectcode: 15512 Projectnaam: Hees Eersel Schaal 1: 5 'getekend volgens NEN 514'

BIJLAGE VI Nieuwe waterhuishoudkundige plan

CONTROLE AFVOERSYSTEEM T=1+1% Variant B Opdrachtgever Pouderoyen Compagnons Auteur ing. B. Mengers Locatie Eersel Oogenlust Datum 9-11-11 Versie 1.1 Benaming Nieuwe situatie plangebied Dakwater Projectnummer 15511 Ancoor 17-11-211 Grafische weergave regenwatersysteem 1 9 8 Neerslag - millimeters 7 6 5 4 3 2 1 6 12 18 24 3 36 42 48 Tijd - uren Regenduurlijn Bergingscapaciteit Afvoercapaciteit Afvoerverloop Afvoerend oppervlak plangebied Gewijzigde deelgebied [rekening houdend met genoemde regenduurlijn] I Bebouwing I b Platte daken 9.45 6,2% 1,% 6,2% 9.45 I c Vegetatiedaken II Wegen / Infra III Trottoirs / verhardingen / terrassen IV Opritten / Parkeerplaatsen V Onverharde oppervlakken V d Bergend wateroppervlak 6.26 39,8% 1,% 39,8% 6.26 Afvoer gewijzigde deelgebied 15.71 1% 1% 15.71 Totaal afvoerend oppervlak gem. afvloeiingscoefficient 1% 15.71 1% 1% 15.71 Kenmerken totaal regenwatersysteem plangebied [m3] [mm] [m3/uur] [mm/uur] 2] Bergingscapaciteit in regenwaterriolering 3] Zinksloot met een lengte van 265 m1 max. waterdiepte,55 m 227 14,5 3,8 1,96 4] Infiltratie-elementen 5] Bergend wateroppervlak verhoging waterpeil,5 m 313 19,9,, 6] IT-riolering 7] Berging op de daken, mm over m2 8] Berging op openbare wegen, mm over m2 9] Berging buiten het plangebied m3 Subtotaal [exclusief eventuele bestaande afvoer] 54 34,4 3,8 2, Landelijke afvoer 1, l/s/ha 5,7,4 Ledigingstijd hele systeem ca. - uur Totaal aanwezige berging regenwatersysteem 54 34,4 36,5 2,3 Benodigde waterberging T=1+1% Aanvoer plangebied Afvoer van uit plangebied Benodigde Regen- Neerslag Neerslag Neerslag Bestaande Kwel Totale Infiltatie Infiltatie Landelijke Landelijke Totale berging duur gewijzigd gewijzigd ongewijzigd afvoer [mm] aanvoer binnen binnen afvoer afvoer afvoer t.g.v. plandeel plandeel plandeel plandeel, plangebied plangebied plangebied plangebied plangebied [min.] [mm] [m3] [m3] [m3] [m3] [m3] [mm] [m3] [mm] [m3] [m3] [m3] [mm] 9 32,7 513 513 2,9 46,5 8 55 459 29,2 12 34,3 539 539 3,9 62,7 11 73 466 29,7 18 37,7 593 593 5,9 92 1,1 17 19 483 3,8 24 4, 629 629 7,8 123 1,4 23 146 483 3,8 3 41,7 655 655 9,8 154 1,8 28 182 473 3,1 36 42,9 674 674 11,8 185 2,2 34 219 455 29, Berging Berging Afvoer Afvoer 1 van 2

CONTROLE AFVOERSYSTEEM T=1+1% Variant B Opdrachtgever Pouderoyen Compagnons Auteur ing. B. Mengers Locatie Eersel Oogenlust Datum 9-11-11 Versie 1.1 Benaming Nieuwe situatie plangebied Dakwater Projectnummer 15511 Ancoor 17-11-211 2] Regenwaterriolering 3] Overloop vijver in zinksloot Deelnamefactor bodem in verband met dichtslibben 5% beschikbaar Infiltratie bodem 159 m3/d Deelnamefactor wand in verband met vulling 1% beschikbaar Infiltratie wanden 581 m3/d Doorlatendheid (vooralsnog aangenomen) 1,2 m/d Infiltratiecapaciteit totaal 74 m3/d Veiligheidsfactor doorlatendheid [getal tussen en 1] 1, Infiltratiecapaciteit 3,8 m3/h Bergingscapaciteit 227 m3 Bergingscapaciteit 14,5 mm Ledigingstijd wadi 7,4 uur oppervlakte op nivreau Maaiveldniveau Drooglegging ( met waterniveau) Bodemniveau Totale lengte plan 1 :1 1 : 2 1 : 3 1 : 4 1 :5 [m2] [m+nap] [m] [m+nap] [m] [m] [m] [m] [m] [m] [m] Zinksloot: helling 1 op 1 749,,35 -,9 536,5,,,,, 536,5 diepte,9 m aanzet 1, m lengte 265 m Oppervlakte op bodemniveau Wateroppervlakte bij maximale vulling wateroppervlakte Bergingscapaciteit Infiltratieoppervlak wanden/bodem [m2] [m2] [m2] [m3] [m2] Zinksloot: helling 1 op 1 265 561 413 227 484 265 561 413 227 484 4] Infiltratie-elementen 5] Bergend wateroppervlak Deelnamefactor bodem in verband met dichtslibben % beschikbaar Infiltratie bodem m3/d Deelnamefactor wand in verband met vulling % beschikbaar Infiltratie wanden m3/d Doorlatendheid, m/d Infiltratiecapaciteit totaal m3/d Veiligheidsfactor doorlatendheid [getal tussen en 1] 1, Infiltratiecapaciteit, m3/h Bergingscapaciteit 313 m3 Bergingscapaciteit 19,9 mm Ledigingstijd berging, uur oppervlakte op nivreau Maaiveldniveau Drooglegging ( met waterniveau) Bodemniveau Totale lengte plan 1 :1 1 : 2 1 : 3 1 : 4 1 :5 [m2] [m+nap] [m] [m+nap] [m] [m] [m] [m] [m] [m] [m] Bergend wateroppervlak 6.26, 1,25-1,3,,,,,,, Oppervlakte op bodemniveau Wateroppervlakte bij maximale vulling wateroppervlakte Bergingscapaciteit Infiltratieoppervlak wanden [m2] [m2] [m2] [m3] [m2] Bergend wateroppervlak 6.26 6.26 6.26 313 6.26 6.26 6.26 313 6] IT-riool OPM.Berekeningen uitgevoerd mbv regenduurlijn volgens Buishand en Velds, bewerkt door Bouwknegt en Gerlok 1988. 2 van 2

CONTROLE AFVOERSYSTEEM T=1+1% Variant B Opdrachtgever Pouderoyen Compagnons Auteur ing. B. Mengers Locatie Eersel Oogenlust Datum 21-11-11 Versie 1.1 Benaming Nieuwe situatie plangebied Wegwater Projectnummer 15511 Ancoor 17-11-211 Grafische weergave regenwatersysteem 1 9 8 Neerslag - millimeters 7 6 5 4 3 2 1 6 12 18 24 3 36 42 48 Tijd - uren Regenduurlijn Bergingscapaciteit Afvoercapaciteit Afvoerverloop Afvoerend oppervlak plangebied Gewijzigde deelgebied [rekening houdend met genoemde regenduurlijn] II Wegen / Infra II a Gesloten verharding 758 6,4% 85,% 1,4% 644 II b Klinkerbestrating (1% onverhard oppervlakte) II c Half open verharding 4.188 35,3% 5,% 33,8% 2.94 II d Grindweg III Oprit en plein III a Gesloten verharding 5.31 44,8% 5,% 42,9% 2.655 III b Tegelbestrating (1% onverhard oppervlakte) III c Half open verharding IV Parkeerplaatsen IV a Gesloten verharding IV b Klinkerbestrating (1% onverhard oppervlakte) IV c Half open bestrating 1.596 13,5% 5,% 12,9% 798 IV d Steenslag V Onverharde oppervlakken V c Onverhard niet aangesloten oppervlak V d Bergend wateroppervlak Afvoer gewijzigde deelgebied 11.852 1% 1% 6.191 Totaal afvoerend oppervlak gem. afvloeiingscoefficient 52% 11.852 1% 1% 6.191 1 van 2

CONTROLE AFVOERSYSTEEM T=1+1% Variant B Opdrachtgever Pouderoyen Compagnons Auteur ing. B. Mengers Locatie Eersel Oogenlust Datum 21-11-11 Versie 1.1 Benaming Nieuwe situatie plangebied Wegwater Projectnummer 15511 Ancoor 17-11-211 Kenmerken totaal regenwatersysteem plangebied [m3] [mm] [m3/uur] [mm/uur] 2] Bergingscapaciteit in regenwaterriolering 3] Zinksloot met lengte van 32 m1 en waterdiepte van,4 m 17 27,4 35, 5,65 4] Infiltratie-elementen 5] Bergend wateroppervlak 6] IT-riolering 7] Berging op de daken, mm over m2 8] Berging op openbare wegen, mm over m2 9] Berging buiten het plangebied m3 Subtotaal [exclusief eventuele bestaande afvoer] 17 27,4 35, 5,6 Landelijke afvoer 1, l/s/ha 2,2,4 Ledigingstijd hele systeem ca. - uur Totaal aanwezige berging regenwatersysteem 17 27,4 37,2 6, Benodigde waterberging T=1+1% Aanvoer plangebied Afvoer van uit plangebied Benodigde Regen- Neerslag Neerslag Neerslag Bestaande Kwel Totale Infiltatie Infiltatie Landelijke Landelijke Totale berging duur gewijzigd gewijzigd ongewijzigd afvoer [mm] aanvoer binnen binnen afvoer afvoer afvoer t.g.v. plandeel plandeel plandeel plandeel, plangebied plangebied plangebied plangebied plangebied [min.] [mm] [m3] [m3] [m3] [m3] [m3] [mm] [m3] [mm] [m3] [m3] [m3] [mm] 15 19,6 121 121 1,4 9,1 1 9 112 18,1 3 25,3 157 157 2,8 17,2 1 19 138 22,3 45 28,2 174 174 4,2 26,3 2 28 146 23,7 6 3, 186 186 5,6 35,4 2 37 149 24, 9 32,7 22 22 8,5 52,5 3 56 147 23,7 12 34,3 212 212 11,3 7,7 4 74 138 22,3 18 37,7 234 234 16,9 15 1,1 7 112 122 19,7 24 4, 248 248 22,6 14 1,4 9 149 99 16, 3 41,7 258 258 28,2 175 1,8 11 186 72 11,7 Berging Berging Afvoer Afvoer 2] Regenwaterriolering 3] Zinksloot 2 [diepte,9 m / aanzet 1, m / lengte 32 m] Deelnamefactor bodem in verband met dichtslibben 5% beschikbaar Infiltratie bodem 181 m3/d Deelnamefactor wand in verband met vulling 1% beschikbaar Infiltratie wanden 658 m3/d Doorlatendheid (vooralsnog aangenomen) 1,2 m/d Infiltratiecapaciteit totaal 839 m3/d Veiligheidsfactor doorlatendheid [getal tussen en 1] 1, Infiltratiecapaciteit 35, m3/h Bergingscapaciteit 17 m3 Bergingscapaciteit 27,4 mm Ledigingstijd wadi 4,9 uur oppervlakte op nivreau Maaiveldniveau Drooglegging ( met waterniveau) Bodemniveau Totale lengte plan 1 :1 1 : 2 1 : 3 1 : 4 1 :5 [m2] [m+nap] [m] [m+nap] [m] [m] [m] [m] [m] [m] [m] Zinksloot 2 1 op 1 85,,5 -,9 61,,,,,, 61, Oppervlakte op bodemniveau Wateroppervlakte bij maximale vulling wateroppervlakte Bergingscapaciteit Infiltratieoppervlak wanden [m2] [m2] [m2] [m3] [m2] Zinksloot 2 1 op 1 32 546 424 17 548 32 546 424 17 548 4] Infiltratie-elementen 5] Bergend wateroppervlak 6] IT-riool OPM.Berekeningen uitgevoerd mbv regenduurlijn volgens Buishand en Velds, bewerkt door Bouwknegt en Gerlok 1988. 2 van 2

CONTROLE AFVOERSYSTEEM T=1+1% Variant B Opdrachtgever Pouderoyen Compagnons Auteur ing. B. Mengers Locatie Eersel Oogenlust Datum 21-11-11 Versie 1.1 Benaming Nieuwe situatie plangebied Wegwater Projectnummer 15511 Ancoor 17-11-211 Grafische weergave regenwatersysteem 1 9 8 Neerslag - millimeters 7 6 5 4 3 2 1 6 12 18 24 3 36 42 48 Tijd - uren Regenduurlijn Bergingscapaciteit Afvoercapaciteit Afvoerverloop Afvoerend oppervlak plangebied Gewijzigde deelgebied [rekening houdend met genoemde regenduurlijn] II Wegen / Infra II a Gesloten verharding 758 6,4% 85,% 1,4% 644 II b Klinkerbestrating (1% onverhard oppervlakte) II c Half open verharding 4.188 35,3% 5,% 33,8% 2.94 II d Grindweg III Oprit en plein III a Gesloten verharding 5.31 44,8% 5,% 42,9% 2.655 III b Tegelbestrating (1% onverhard oppervlakte) III c Half open verharding IV Parkeerplaatsen IV a Gesloten verharding IV b Klinkerbestrating (1% onverhard oppervlakte) IV c Half open bestrating 1.596 13,5% 5,% 12,9% 798 IV d Steenslag V Onverharde oppervlakken V c Onverhard niet aangesloten oppervlak V d Bergend wateroppervlak Afvoer gewijzigde deelgebied 11.852 1% 1% 6.191 Totaal afvoerend oppervlak gem. afvloeiingscoefficient 52% 11.852 1% 1% 6.191 1 van 2

CONTROLE AFVOERSYSTEEM T=1+1% Variant B Opdrachtgever Pouderoyen Compagnons Auteur ing. B. Mengers Locatie Eersel Oogenlust Datum 21-11-11 Versie 1.1 Benaming Nieuwe situatie plangebied Wegwater Projectnummer 15511 Ancoor 17-11-211 Kenmerken totaal regenwatersysteem plangebied [m3] [mm] [m3/uur] [mm/uur] 2] Bergingscapaciteit in regenwaterriolering 3] Zinksloot met lengte van 32 m1 en waterdiepte van,6 m 291 47, 35, 5,65 4] Infiltratie-elementen 5] Bergend wateroppervlak 6] IT-riolering 7] Berging op de daken, mm over m2 8] Berging op openbare wegen, mm over m2 9] Berging buiten het plangebied m3 Subtotaal [exclusief eventuele bestaande afvoer] 291 47, 35, 5,6 Landelijke afvoer 1, l/s/ha 2,2,4 Ledigingstijd hele systeem ca. - uur Totaal aanwezige berging regenwatersysteem 291 47, 37,2 6, Benodigde waterberging T=1+1% Aanvoer plangebied Afvoer van uit plangebied Benodigde Regen- Neerslag Neerslag Neerslag Bestaande Kwel Totale Infiltatie Infiltatie Landelijke Landelijke Totale berging duur gewijzigd gewijzigd ongewijzigd afvoer [mm] aanvoer binnen binnen afvoer afvoer afvoer t.g.v. plandeel plandeel plandeel plandeel, plangebied plangebied plangebied plangebied plangebied [min.] [mm] [m3] [m3] [m3] [m3] [m3] [mm] [m3] [mm] [m3] [m3] [m3] [mm] 15 29,6 183 183 1,4 9,1 1 9 174 28,1 3 38,1 236 236 2,8 17,2 1 19 217 35,1 45 42,1 261 261 4,2 26,3 2 28 233 37,6 6 44,5 276 276 5,6 35,4 2 37 238 38,5 9 48,1 298 298 8,5 52,5 3 56 242 39,1 12 49,8 39 39 11,3 7,7 4 74 234 37,8 18 54,5 337 337 16,9 15 1,1 7 112 226 36,4 24 57,6 357 357 22,6 14 1,4 9 149 28 33,6 3 59,5 368 368 28,2 175 1,8 11 186 183 29,5 Berging Berging Afvoer Afvoer 2] Regenwaterriolering 3] Zinksloot 2 [diepte,9 m / aanzet 1, m / lengte 32 m] Deelnamefactor bodem in verband met dichtslibben 5% beschikbaar Infiltratie bodem 181 m3/d Deelnamefactor wand in verband met vulling 1% beschikbaar Infiltratie wanden 658 m3/d Doorlatendheid (vooralsnog aangenomen) 1,2 m/d Infiltratiecapaciteit totaal 839 m3/d Veiligheidsfactor doorlatendheid [getal tussen en 1] 1, Infiltratiecapaciteit 35, m3/h Bergingscapaciteit 291 m3 Bergingscapaciteit 47, mm Ledigingstijd wadi 8,3 uur oppervlakte op nivreau Maaiveldniveau Drooglegging ( met waterniveau) Bodemniveau Totale lengte plan 1 :1 1 : 2 1 : 3 1 : 4 1 :5 [m2] [m+nap] [m] [m+nap] [m] [m] [m] [m] [m] [m] [m] Zinksloot 2 1 op 1 85,,3 -,9 61,,,,,, 61, Oppervlakte op bodemniveau Wateroppervlakte bij maximale vulling wateroppervlakte Bergingscapaciteit Infiltratieoppervlak wanden [m2] [m2] [m2] [m3] [m2] Zinksloot 2 1 op 1 32 667 485 291 548 32 667 485 291 548 4] Infiltratie-elementen 5] Bergend wateroppervlak 6] IT-riool OPM.Berekeningen uitgevoerd mbv regenduurlijn volgens Buishand en Velds, bewerkt door Bouwknegt en Gerlok 1988. 2 van 2

CONTROLE AFVOERSYSTEEM T=1+1% Variant B Opdrachtgever Pouderoyen Compagnons Auteur ing. B. Mengers Locatie Eersel Oogenlust Datum 9-11-11 Versie 1.1 Benaming Nieuwe situatie plangebied Dakwater Projectnummer 15511 Ancoor 17-11-211 Grafische weergave regenwatersysteem 1 9 8 Neerslag - millimeters 7 6 5 4 3 2 1 6 12 18 24 3 36 42 48 Tijd - uren Regenduurlijn Bergingscapaciteit Afvoercapaciteit Afvoerverloop Afvoerend oppervlak plangebied Gewijzigde deelgebied [rekening houdend met genoemde regenduurlijn] I Bebouwing I b Platte daken 9.45 6,2% 1,% 6,2% 9.45 I c Vegetatiedaken II Wegen / Infra III Trottoirs / verhardingen / terrassen IV Opritten / Parkeerplaatsen V Onverharde oppervlakken V d Bergend wateroppervlak 6.26 39,8% 1,% 39,8% 6.26 Afvoer gewijzigde deelgebied 15.71 1% 1% 15.71 Totaal afvoerend oppervlak gem. afvloeiingscoefficient 1% 15.71 1% 1% 15.71 Kenmerken totaal regenwatersysteem plangebied [m3] [mm] [m3/uur] [mm/uur] 2] Bergingscapaciteit in regenwaterriolering 3] Zinksloot met een lengte van 265 m1 max. waterdiepte,6 m 256 16,3 3,8 1,96 4] Infiltratie-elementen 5] Bergend wateroppervlak verhoging waterpeil,1 m 626 39,8,, 6] IT-riolering 7] Berging op de daken, mm over m2 8] Berging op openbare wegen, mm over m2 9] Berging buiten het plangebied m3 Subtotaal [exclusief eventuele bestaande afvoer] 882 56,1 3,8 2, Landelijke afvoer 1, l/s/ha 5,7,4 Ledigingstijd hele systeem ca. - uur Totaal aanwezige berging regenwatersysteem 882 56,1 36,5 2,3 Benodigde waterberging T=1+1% Aanvoer plangebied Afvoer van uit plangebied Benodigde Regen- Neerslag Neerslag Neerslag Bestaande Kwel Totale Infiltatie Infiltatie Landelijke Landelijke Totale berging duur gewijzigd gewijzigd ongewijzigd afvoer [mm] aanvoer binnen binnen afvoer afvoer afvoer t.g.v. plandeel plandeel plandeel plandeel, plangebied plangebied plangebied plangebied plangebied [min.] [mm] [m3] [m3] [m3] [m3] [m3] [mm] [m3] [mm] [m3] [m3] [m3] [mm] 9 48,1 755 755 2,9 46,5 8 55 7 44,6 12 49,8 783 783 3,9 62,7 11 73 71 45,2 18 54,5 855 855 5,9 92 1,1 17 19 746 47,5 24 57,6 96 96 7,8 123 1,4 23 146 76 48,4 3 59,5 935 935 9,8 154 1,8 28 182 752 47,9 36 6,7 954 954 11,8 185 2,2 34 219 735 46,8 Berging Berging Afvoer Afvoer 1 van 2

CONTROLE AFVOERSYSTEEM T=1+1% Variant B Opdrachtgever Pouderoyen Compagnons Auteur ing. B. Mengers Locatie Eersel Oogenlust Datum 9-11-11 Versie 1.1 Benaming Nieuwe situatie plangebied Dakwater Projectnummer 15511 Ancoor 17-11-211 2] Regenwaterriolering 3] Overloop vijver in zinksloot Deelnamefactor bodem in verband met dichtslibben 5% beschikbaar Infiltratie bodem 159 m3/d Deelnamefactor wand in verband met vulling 1% beschikbaar Infiltratie wanden 581 m3/d Doorlatendheid (vooralsnog aangenomen) 1,2 m/d Infiltratiecapaciteit totaal 74 m3/d Veiligheidsfactor doorlatendheid [getal tussen en 1] 1, Infiltratiecapaciteit 3,8 m3/h Bergingscapaciteit 256 m3 Bergingscapaciteit 16,3 mm Ledigingstijd wadi 8,3 uur oppervlakte op nivreau Maaiveldniveau Drooglegging ( met waterniveau) Bodemniveau Totale lengte plan 1 :1 1 : 2 1 : 3 1 : 4 1 :5 [m2] [m+nap] [m] [m+nap] [m] [m] [m] [m] [m] [m] [m] Zinksloot: helling 1 op 1 749,,3 -,9 536,5,,,,, 536,5 diepte,9 m aanzet 1, m lengte 265 m Oppervlakte op bodemniveau Wateroppervlakte bij maximale vulling wateroppervlakte Bergingscapaciteit Infiltratieoppervlak wanden/bodem [m2] [m2] [m2] [m3] [m2] Zinksloot: helling 1 op 1 265 588 426 256 484 265 588 426 256 484 4] Infiltratie-elementen 5] Bergend wateroppervlak Deelnamefactor bodem in verband met dichtslibben % beschikbaar Infiltratie bodem m3/d Deelnamefactor wand in verband met vulling % beschikbaar Infiltratie wanden m3/d Doorlatendheid, m/d Infiltratiecapaciteit totaal m3/d Veiligheidsfactor doorlatendheid [getal tussen en 1] 1, Infiltratiecapaciteit, m3/h Bergingscapaciteit 626 m3 Bergingscapaciteit 39,8 mm Ledigingstijd berging, uur oppervlakte op nivreau Maaiveldniveau Drooglegging ( met waterniveau) Bodemniveau Totale lengte plan 1 :1 1 : 2 1 : 3 1 : 4 1 :5 [m2] [m+nap] [m] [m+nap] [m] [m] [m] [m] [m] [m] [m] Bergend wateroppervlak 6.26, 1,2-1,3,,,,,,, Oppervlakte op bodemniveau Wateroppervlakte bij maximale vulling wateroppervlakte Bergingscapaciteit Infiltratieoppervlak wanden [m2] [m2] [m2] [m3] [m2] Bergend wateroppervlak 6.26 6.26 6.26 626 6.26 6.26 6.26 626 6] IT-riool OPM.Berekeningen uitgevoerd mbv regenduurlijn volgens Buishand en Velds, bewerkt door Bouwknegt en Gerlok 1988. 2 van 2

BIJLAGE VII Natuurwaarden en watergangen

Natuurwaarden plangebied Hooghe Hees te Eersel. Watergangen en hoofdwatersysteem