Podologie Een onderzoek naar de kwaliteit van de professioneel gerichte bachelor Podologie aan de Vlaamse hogescholen



Vergelijkbare documenten
Het domeinspecifieke referentiekader professioneel gerichte bacheloropleiding Podologie

Het domeinspecifieke referentiekader professioneel gerichte bacheloropleiding Biomedische laboratoriumtechnologie

Demande d avis relatif à l utilisation d ustensiles mal désinfectés dans le cadre de la pratique d actes ne relevant pas de l art de guérir.

Arteveldehogeschool. Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs. (professioneel gerichte bachelor)

De onderwijsvisitatie Industriële wetenschappen: verpakkingstechnologie. Ravensteingalerij 27, bus Brussel tel.: info@vlhora.

Het domeinspecifieke referentiekader professioneel gerichte bacheloropleiding Logopedie en audiologie

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Graduaat Maatschappelijk werk Module Geïntegreerde competentieverwerving 3. Lestijden 40

Academiejaar Programmagids. Vroedkunde (PBA) 1eBa Vroedkunde

Arteveldehogeschool. Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs. (professioneel gerichte bachelor)

ERKENNING NIEUWE OPLEIDING VLAANDEREN SJABLOON AANVRAAGDOSSIER AMBTSHALVE GEREGISTREERDE INSTELLINGEN MACRODOELMATIGHEIDSTOETS TOETS NIEUWE OPLEIDING

Nieuwe KB PODOLOGIE. Hanne Van Herp, Attaché FOD VVVL, secretaris FRPB Mieke Fransen, Voorzitter Erkenningscommissie

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

Elektrotechniek Een onderzoek naar de kwaliteit van de professioneel gerichte bacheloropleiding Elektrotechniek aan de Vlaamse hogescholen

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Het rapport is ook elektronisch beschikbaar op visitatieronde

7 JULI Koninklijk besluit betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van orthoptist en

Academiejaar 2013/2014. navorming. Mentor Klinisch Onderwijs. Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen

Doelstellingen Onderwerp niet behandeld tijdens de verkorte procedure na tijdelijke erkenning.

Evaluatie stage extra muros

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

Het rapport is ook elektronisch beschikbaar op visitatieronde

Het domeinspecifieke referentiekader masteropleiding Monumenten- en landschapszorg

De onderwijsvisitatie Industriële wetenschappen: informatica

De onderwijsvisitatie Maatschappelijke veiligheid

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

Gelet op het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur, inzonderheid op artikel 15/1, 15/2 en 15/3;

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006

PROFESSIONELE BACHELOR ERGOTHERAPIE Modeltraject eerste jaar Semester 1 OPLEIDINGSONDERDELEN 2015/2016

Industriële wetenschappen: industriële kunststofverwerking

TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING. Professioneel Handelen

In artikel 23 van dezelfde wet, worden de onderdelen b), c), d) en f) opgeheven.

Academiejaar Programmagids. Verpleegkunde (PBA) 1eBa verpleegkunde

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Visitatieprotocol. specifieke lerarenopleidingen november 2009

Verpleegkunde. Een onderzoek naar de kwaliteit van de professioneel gerichte bacheloropleiding Verpleegkunde aan de Artesis Hogeschool Antwerpen

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster

Journalistiek Een onderzoek naar de kwaliteit van de professioneel gerichte bacheloropleiding Journalistiek aan de XIOS Hogeschool Limburg

Luchtvaart Een onderzoek naar de kwaliteit van de professioneel gerichte bachelor Luchtvaart aan de Vlaamse hogescholen

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

Medewerker aan kwaliteitszorg. Sociaal communicator. bewaker. schriftelijk rapporteren naar het team of naar

FUNCTIEPROFIEL. Functie: Zorgcoördinator. A. Functiebeschrijving. 1. Doel van de functie

Gedragscode Onderwijstaal Universiteit Antwerpen UITGANGSPUNTEN

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

1.1 Inleiding. Gehanteerde input. - referentiekaders van de opleidingen:

De onderwijsvisitatie. Bouw. Een onderzoek naar de kwaliteit van de professioneel gerichte bacheloropleiding Bouw aan de Vlaamse hogescholen

VOETVERZORGING BIJ REUMAPATIËNTEN (BVV - ERKENNING)

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

Brussel september Deel 1 Handleiding onderwijsvisitaties

Nieuw accreditatiestelsel: de opleidingsbeoordeling

ECTS-fiche. Opleiding. Geïntegreerde competentieverwerving 2. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Module. Lestijden 60

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

Graduaatsopleiding Assistent in de psychologie

Bouw Een onderzoek naar de kwaliteit van de professioneel gerichte bacheloropleiding Bouw aan de XIOS Hogeschool Limburg

De onderwijsvisitatie Maatschappelijke veiligheid

1 Samenvattende conclusie 3. 2 Besluit 4

Productdesign Een onderzoek naar de kwaliteit van de academisch gerichte bacheloren masteropleiding Productdesign aan de Vlaamse hogescholen

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Graduaatsopleiding Assistent in de psychologie

Het rapport is ook elektronisch beschikbaar op > evaluatieorgaan > visitatierapporten > huidige visitatieronde

Advies over het nieuwe NVAO-reglement

Het rapport is ook elektronisch beschikbaar op > evaluatieorgaan > visitatierapporten > huidige visitatieronde

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137

Landelijk Opleidingscompetentieprofiel. Master Physician Assistant

BESLUIT: HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN

Beeldende vormgeving Een onderzoek naar de kwaliteit van de professioneel gerichte bacheloropleiding Beeldende vormgeving aan de Vlaamse hogescholen

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

De onderwijsvisitatie Pop- en rockmuziek

O N D E R W I J S HERV I S I T A T I E

Dans Een onderzoek naar de kwaliteit van de professioneel gerichte bachelor Dans aan de Vlaamse hogescholen

Orthopedie Een onderzoek naar de kwaliteit van de professioneel gerichte bachelor Orthopedie aan de Vlaamse hogescholen

Beoordelen in het HBO

Professionele bachelor in de Ergotherapie

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Bij de opmaak van deze leidraad werden de volgende uitgangspunten gehanteerd:

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

Vroedkunde. Een onderzoek naar de kwaliteit van de professioneel gerichte bacheloropleiding Vroedkunde aan de Artesis Hogeschool Antwerpen

Nota. Generieke leerresultaten van FIIW. 1 Genese van het document

Ontwerp Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs Vlaanderen April 2004

Scheepswerktuigkunde Een onderzoek naar de kwaliteit van de professioneel gerichte bacheloropleiding Scheepswerktuigkunde aan de Hogere Zeevaartschool

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten)

PROFESSIONELE BACHELOR ERGOTHERAPIE Modeltraject eerste jaar Semester 1 OPLEIDINGSONDERDELEN 2016/2017

Programma van toetsing

Opleiding Master in de industriële wetenschappen: bouwkunde. Competenties en gedragsindicatoren

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

Toegepaste fiscaliteit Een onderzoek naar de kwaliteit van de bachelor- na bacheloropleiding Toegepaste fiscaliteit aan de Vlaamse hogescholen

Hotelmanagement Een onderzoek naar de kwaliteit van de professioneel gerichte bacheloropleiding Hotelmanagement aan de Vlaamse hogescholen

FUNCTIEFAMILIE 1.3 Technisch specialist

Visitaties in de hogescholen en universiteiten. VEP 7 december 2012

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

Besluit. Voozieningen (facet 4.1 )

Transcriptie:

O N D E R W I J S V I S I T A T I E Podologie Een onderzoek naar de kwaliteit van de professioneel gerichte bachelor Podologie aan de Vlaamse hogescholen V l a a m s e H o g e s c h o l e n r a a d 28 april 2010

D e o n d e r w i j s v i s i t a t i e P o d o l o g i e Ravensteingalerij 27, bus 3 1000 Brussel tel.: 02 211 41 90 info@vlhora.be Exemplaren van dit rapport kunnen tegen betaling verkregen worden op het VLHORA-secretariaat. Het rapport is ook elektronisch beschikbaar op: http://www.vlhora.be > evaluatieorgaan > visitatierapporten > huidige ronde Wettelijk depot: D/2010/8696/6 2 O n d e r w i j s v i s i t a t i e P o d o l o g i e

voorwoord De visitatiecommissie brengt met dit rapport verslag uit over haar oordelen en de daaraan ten grondslag liggende motivering, conclusies en aanbevelingen die resulteren uit het onderzoek dat zij heeft verricht naar de onderwijskwaliteit van de professioneel gerichte bachelor Podologie in Vlaanderen. De visitatiecommissie heeft hierbij de vernieuwde visitatieprocedure Handleiding onderwijsvisitaties VLIR VLHORA, februari 2005 gevolgd, waarbij zij niet enkel aanbevelingen en suggesties formuleert in het kader van de continue kwaliteitsverbetering van het hoger onderwijs, maar ook een oordeel geeft in het kader van de accreditatie van de opleiding. De visitatie en dit rapport passen in de werkzaamheden van de hogescholen en van de Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA) met betrekking tot de kwaliteitszorg van het hogescholenonderwijs, zoals bepaald in artikel 93 van decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs. Met dit rapport wordt de bredere samenleving geïnformeerd over de wijze waarop de hogescholen en meer bepaald de betrokken opleiding omgaat met de kwaliteit van haar onderwijs. Toch is het rapport in de eerste plaats bedoeld voor de hogeschool die de opleiding aanbiedt. Op basis van de bevindingen van het rapport kan de hogeschool nu en in de nabije toekomst actie nemen om de kwaliteit van het onderwijs in de opleiding te handhaven en verder te verbeteren. De lezer moet er zich echter terdege bewust van zijn dat het rapport slechts een momentopname biedt van het onderwijs in de opleiding en dat de rapportering van de visitatiecommissie slechts één fase is in het proces van kwaliteitszorg. De VLHORA dankt allen die meegewerkt hebben aan het welslagen van dit proces van zelfevaluatie en visitatie. De visitatie was niet mogelijk geweest zonder de inzet van al wie binnen de hogeschool betrokken was bij de voorbereiding en de uitvoering ervan. Tevens is de VLHORA dank verschuldigd aan de voorzitter, de leden en de secretarissen van de visitatiecommissie voor de betrokkenheid en deskundige inzet waarmee zij hun opdracht hebben uitgevoerd. Marc Vandewalle secretaris-generaal Toon Martens voorzitter O n d e r w i j s v i s i t a t i e P o d o l o g i e 3

4 O n d e r w i j s v i s i t a t i e P o d o l o g i e

inhoudsopgave voorwoord... 3 inhoudsopgave... 5 deel 1... 7 Hoofdstuk 1 De onderwijsvisitatie Podologie... 9 1.1 Inleiding... 9 1.2 De betrokken opleidingen... 9 1.3 De visitatiecommissie... 9 1.3.1 Samenstelling... 9 1.3.2 Taakomschrijving... 10 1.3.3 Werkwijze... 10 1.3.4 Oordeelsvorming... 12 1.4 Indeling van het rapport... 12 Hoofdstuk 2 Het domeinspecifiek referentiekader Podologie... 13 2.1 Inleiding... 13 2.2 Domeinspecifieke competenties... 13 2.3 Besluit... 16 Hoofdstuk 3 Algemeen deel... 19 deel 2... 21 Het opleidingsrapport Arteveldehogeschool... 23 bijlagen... 59 O n d e r w i j s v i s i t a t i e P o d o l o g i e 5

6 O n d e r w i j s v i s i t a t i e P o d o l o g i e

deel 1 algemeen deel O n d e r w i j s v i s i t a t i e P o d o l o g i e 7

8 O n d e r w i j s v i s i t a t i e P o d o l o g i e

Hoofdstuk 1 De onderwijsvisitatie Podologie 1.1 Inleiding In dit rapport brengt de visitatiecommissie verslag uit van haar bevindingen over de onderwijskwaliteit van de professioneel gerichte bachelor Podologie, die zij 9, 10 en 11 maart 2009 in opdracht van de Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA) heeft onderzocht. Dit initiatief past in de werkzaamheden van de hogescholen en van de VLHORA met betrekking tot de kwaliteitszorg van het hogescholenonderwijs, zoals bepaald in artikel 93 van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen. 1.2 De betrokken opleidingen De opleiding Podologie wordt door 1 hogeschool aangeboden. De visitatiecommissie bezocht op: - 9, 10 en 11 maart 2009 Arteveldehogeschool 1.3 De visitatiecommissie 1.3.1 Samenstelling De visitatiecommissie werd samengesteld conform de procedure van de Handleiding onderwijsvisitaties VLIR VLHORA, februari 2005. Meer in het bijzonder werden de richtlijnen van de Erkenningscommissie Hoger Onderwijs met betrekking tot de onafhankelijkheid van de commissieleden opgevolgd. De visitatiecommissie werd samengesteld door het bestuursorgaan van de VLHORA in zijn vergadering van 3 oktober 2008. De visitatiecommissie: Voorzitter en domeindeskundige: Onderwijsdeskundige: Domeindeskundige: Domeindeskundige: Student: Maria Weymans Tammy Schellens José-Marie Roofthooft Monique Gregoire Margarita Verbraak Voor een kort curriculum vitae van de commissieleden, zie bijlage 1. O n d e r w i j s v i s i t a t i e P o d o l o g i e 9

Vanuit de VLHORA werden een projectbegeleider en een secretaris aangesteld. Voor de visitatie van de opleiding Podologie waren dit: Projectbegeleider: Sofie Landuyt Secretaris: Arteveldehogeschool Johan De Langhe 1.3.2 Taakomschrijving De commissie geeft op basis van het zelfevaluatierapport van de opleiding en de gesprekken ter plaatse: - een oordeel over de onderwerpen en facetten uit het accreditatiekader van de NVAO; - een integraal oordeel over de opleiding; - suggesties om waar mogelijk te komen tot kwaliteitsverbetering. 1.3.3 Werkwijze De visitatie van de opleiding Podologie aan de hogeschool gebeurde conform de werkwijze zoals die is vastgelegd in de Handleiding onderwijsvisitaties VLIR VLHORA, februari 2005. Voor de beschrijving van de werkwijze van de visitatiecommissie worden vier fasen onderscheiden. - fase 1, de installatie van de commissie; - fase 2, de voorbereiding; - fase 3, het visitatiebezoek; - fase 4, de schriftelijke rapportering. Fase 1 De installatie van de visitatiecommissie Op 12 november 2008 werd de visitatiecommissie officieel geïnstalleerd. De installatievergadering stond in het kader van een kennismaking, een gedetailleerde bespreking van het visitatieproces aan de hand van de Handleiding onderwijsvisitaties VLIR VLHORA, februari 2005 en een toelichting van het ontwerp van domeinspecifieke referentiekader. Daarnaast werden een aantal praktische afspraken gemaakt, onder meer met betrekking tot het bezoekschema, de bezoekdagen en de te lezen eindwerken en/of stageverslagen. 10 O n d e r w i j s v i s i t a t i e P o d o l o g i e

Fase 2 De voorbereiding De visitatiecommissie heeft een domeinspecifiek referentiekader voor de opleiding opgesteld en aan de opleiding bezorgd. Elk commissielid heeft het zelfevaluatierapport en de bijlagen bestudeerd, de geselecteerde eindwerken gelezen en haar/zijn argumenten, vragen en voorlopig oordeel vastgelegd in een checklist, waarvan de secretaris een synthese heeft gemaakt. De synthese werd uitvoerig besproken en beargumenteerd door de commissieleden. Op basis van de bespreking en de door de commissieleden opgestuurde vragenlijsten, inventariseerde de secretaris kernpunten en prioriteiten voor de gesprekken en het materialenonderzoek bij de visitatie. Fase 3 Het visitatiebezoek De VLHORA heeft een bezoekschema ontwikkeld dat desgevallend aangepast werd aan de specifieke situatie van de opleiding. Het bezoekschema werd opgenomen als bijlage 3. Tijdens de visitatie werd gesproken met een representatieve vertegenwoordiging van alle geledingen die bij de opleiding betrokken zijn. Tijdens de visitatie werd bijkomend informatiemateriaal bestudeerd en werd een bezoek gebracht aan de instelling met het oog op de beoordeling van de accommodaties en de voorzieningen voor de studenten. Tijdens de visitatie werd voor de verdere bevraging gebruik gemaakt van de synthese van de checklist en de vragenlijsten. Binnen het bezoekprogramma werden een aantal overlegmomenten voor de commissieleden voorzien om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen)oordelen. Op het einde van het visitatiebezoek heeft de voorzitter een korte mondelinge rapportering gegeven van de ervaringen en bevindingen van de visitatiecommissie, zonder expliciete en inhoudelijk waarderende oordelen uit te spreken. Fase 4 De schriftelijke rapportering De secretaris heeft in samenspraak met de voorzitter en de commissieleden, op basis van het zelfevaluatierapport, de checklisten en de motiveringen een ontwerp opleidingsrapport opgesteld. Het ontwerprapport geeft per onderwerp en per facet het oordeel en de motivering van de visitatiecommissie weer. Daarnaast werden - waar wenselijk en/of noodzakelijk - aandachtspunten en eventuele aanbevelingen voor verbetering geformuleerd. Het ontwerp opleidingsrapport werd aan de hogeschool gezonden voor een reactie. De reactie van de opleiding op het ontwerp opleidingsrapport werd door de commissie in een slotvergadering besproken. Het vergelijkende deel en de/het opleidingsrapport werden samengebracht in het voorliggende visitatierapport van de professioneel gerichte bachelor Podologie, dat op 28 april 2010 gepubliceerd werd. O n d e r w i j s v i s i t a t i e P o d o l o g i e 11

1.3.4 Oordeelsvorming De commissie legt in een eerste fase een oordeel per facet vast. Daarna legt de commissie een oordeel per onderwerp vast op basis van de oordelen van de facetten die van het onderwerp deel uitmaken. In de oordelen per onderwerp wordt steeds een overzicht gegeven van de oordelen per facet. In geval van een compensatie van facetten, wordt het oordeel op onderwerpniveau gevolgd door een motivering en aangevuld met de weging die de commissie hanteerde in de oordeelsvorming op onderwerpniveau. In de overige gevallen wordt voor de motivering van het oordeel op onderwerpniveau verwezen naar de argumentatie bij de facetten. De oordelen per facet en per onderwerp hebben betrekking op alle locaties, afstudeerrichtingen en varianten. Daar waar er een onderscheid in het oordeel per afstudeerrichting en/of locatie en/of variant nodig is, wordt dit aangegeven in het rapport. De commissie houdt in haar beoordeling rekening met accenten die de opleiding eventueel zelf legt, met het domeinspecifieke referentiekader en met de benchmarking ten opzichte van de gelijkaardige opleidingen in andere instellingen van hoger onderwijs. Alle oordelen en wegingen volgen de beslisregels zoals geformuleerd in de Handleiding onderwijsvisitaties VLIR VLHORA, februari 2005. Op het niveau van de facetten volgen de oordelen een vierpuntenschaal: onvoldoende, voldoende, goed en excellent. Op het niveau van de onderwerpen en op het niveau van de opleiding in haar geheel geeft de commissie een antwoord op de vraag of er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn. Hierbij kan het oordeel voldoende of onvoldoende luiden. 1.4 Indeling van het rapport Het rapport bestaat uit twee delen. In het eerste deel beschrijft de visitatiecommissie in hoofdstuk 2 het domeinspecifiek referentiekader op basis waarvan zij de gevisiteerde opleiding heeft beoordeeld. Hoofdstuk 3 bevat de algemene bevindingen van de commissie. In het tweede deel van het rapport brengt de commissie verslag uit over de gevisiteerde opleiding. 12 O n d e r w i j s v i s i t a t i e P o d o l o g i e

Hoofdstuk 2 Het domeinspecifiek referentiekader Podologie 2.1 Inleiding Voor iedere opleiding wordt een domeinspecifiek referentiekader ontwikkeld dat door de commissie gebruikt wordt bij de beoordeling van opleidingen. De visitatiecommissie is verantwoordelijk voor de opmaak van het domeinspecifiek referentiekader. De VLHORA als evaluatieorgaan geeft de procedure 1 aan voor de opstelling ervan. Het referentiekader is niet bedoeld om een ideale opleiding te schetsen. Respect voor de eigenheid van een opleiding en voor de diversiteit binnen eenzelfde opleiding over de instellingen heen, veronderstelt immers dat in de eerste plaats wordt nagegaan of elke opleiding erin slaagt haar eigen doelstellingen te realiseren en dit zowel inhoudelijk als procesmatig. Dit belet niet dat wordt nagegaan of elke opleiding aan een aantal minimumeisen voldoet, die aan de betreffende opleiding worden gesteld vanuit het vakgebied en/of de relevante beroepspraktijk. 2.2 Domeinspecifieke competenties Gehanteerde input - Referentiekader van de opleiding: Arteveldehogeschool - Brondocumenten onderschreven door het werkveld: Opleidingsprofiel Podologie (VLOR studie 84 1998) Beroepsprofiel Podoloog (VLOR studie 10 1995) - Wettelijke bronnen: Wettelijke erkenning van de beroepsuitoefening van Podologie KB 15 oktober 2001 Domeinspecifieke competenties Wettelijk kader Opmerking vooraf: De kwalificatie van de podoloog zijn een interpretatie van de omschrijving ervan in het KB van 15 oktober 2001 betreffende de wettelijke erkenning van de beroepsuitoefening van podologie en houdende de vastlegging van de lijst van de technische prestaties en van de lijst van handelingen waarmee de podoloog door een arts of een geneesheer/specialist kan worden belast. 1 De procedure voor het opstellen van het domeinspecifiek referentiekader is beschikbaar op de website van de VLHORA www.vlhora.be onder de rubriek visitatie & accreditatie. D o m e i n s p e c i f i e k r e f e r e n t i e k a d e r 13

De bachelor in de podologie: 1. is in staat om zijn beroepskennis en -vaardigheden via persoonlijke bijscholing en deelname aan vormingsactiviteiten te onderhouden en bij te werken om de beroepsuitoefening op een optimaal kwaliteitsniveau te behouden en mogelijk te maken. 2. is in staat om de technische prestaties uit te voeren waarmee een arts, die met toepassing van het KB 78 van 10 november 1967, hem belast: - behandeling van de huid van de zieke voet : - aseptische wondverzorging; - herverdeling van punten van overdruk bij middel van : padding, taping, strapping. - nagelbehandeling van de zieke voet : - hygiënische nagelverzorging bij vasculaire en neuropathische aandoeningen; - frezen van nagelhypertrofieën bij vasculaire, neuropathische, dermatologische en posttraumatische aandoeningen; - lokale behandeling van nagelmycosen; - onychoplastie na partiële en volledige nagelresectie door een arts bij vasculaire, neuropathische, posttraumatische en post-infectieuse aandoening; - orthonyxie; - toediening van medicamenten ter behandeling van epidermische en dermische letsels van de voet via de volgende toegangswegen :indruppeling. - behandeling van teenafwijkingen : - bij nog aanwezige mobiliteit van het gewricht : repositionering door middel van padding, strapping, taping, orthoplastie; - bij gebrek aan gewrichts-mobiliteit : beschermen van drukzones door middel van padding, strapping, orthoplastie. 3. is in staat om de technische prestaties uit te voeren waarmee een geneesheer/specialist, die met toepassing van het KB 78 van 10 november 1967, hem belast: - podologische onderzoek bij functionele stoornissen en een geschreven technisch verslag van het uitgevoerde onderzoek, gericht aan de voorschrijvende arts : - podologisch onderzoek van de statische stoornissen : biometrisch, biomechanisch, podoscopisch; - elektropodoscopisch, elektropododynografisch; - podologisch onderzoek van de dynamische stoornissen : biometrisch, biomechanisch (inzonderheid de studie van de functies en dysfuncties van de verschillende segmenten van de voet onderling en in verhouding met de daarboven liggende segmenten), podoscopisch, elektropodoscopisch, elektropodografisch. - podologische behandelingen en een schriftelijk, aan de voorschrijvende arts gericht, tussentijds technisch verslag betreffende de evolutie van de patiënt onder deze voorgeschreven behandeling : - behandeling van de functionele stoornissen bij niet-vasculaire en niet-neuropathische aandoeningen: - van de statische afwijkingen van de voet - van de dynamische afwijkingen van de voet - functionele revalidatie van de post-chirurgische en post-traumatische voet. 4. is in staat om de handelingen uit te voeren waarmee een arts, die met toepassing van het KB 78 van 10 november 1967, hem belast: - behandeling van de huid van de voet: - antiseptische wondverzorging; 14 D o m e i n s p e c i f i e k r e f e r e n t i e k a d e r

- enucleatie van digitale en plantaire keratosen bij vasculaire en neuropathische aandoeningen; - uitsnijding van digitale en plantaire hyperkeratosen bij vasculaire en neuropathische aandoeningen. - nagelbehandeling van de voet: - niet-chirurgische behandeling van onychocryptose onder contactverdoving; - post-operatieve verzorging van de peri-onyxis; - enucleatie van subungueale en peri-ungueale keratosen bij vasculaire, neuropathische en posttraumatische aandoeningen. - toediening van topica ter behandeling van letsels van de vasculaire, neuropathische, posttraumatische en infectieuse voet; - toediening van medicamenten ter behandeling van epidermische en dermische letsels van de voet via de volgende toegangswegen: - percutaan; - drain. 5. is in staat om de handelingen uit te voeren waarmee een geneesheer/specialist, die met toepassing van het KB 78 van 10 november 1967, hem belast: - behandeling van functionele stoornissen bij niet-vasculaire en niet-neuropathische aandoeningen : - van statische afwijkingen van de voet door middel van: - orthoplastie. - van de dynamische afwijkingen van de voet door middel van: - orthoplastie. - behandeling van functionele stoornissen bij vasculaire en neuropahisch aandoeningen : - van de statische afwijkingen van de voet door middel van: - een zool met het doel van herverdeling van de punten van overdruk op de voet; - een zool voor epidermische aandoeningen; - een zool voor neuropathische en post-traumatische aandoeningen; - orthoplastie. - van de dynamische afwijkingen van de voet door middel van: - functionele strapping, padding, taping; - orthoplastie; - zolen. - assistentie en instrumentatie bij voetchirurgie. Overige competenties buiten wettelijk kader - Een anamnese afnemen en de bijhorende hulpvraag inschatten om tot een podologisch probleemanalyse te komen die als basis dient voor een keuze te maken in het verder podologisch onderzoek. - Na een probleemanalyse, een podologisch onderzoek uitvoeren om tot een doeltreffend (be)handelingsplan te komen. - De resultaten van een podologisch onderzoek weergeven, samenvatten, analyseren en interpreteren en op basis hiervan tot een verantwoorde conclusie komen. - Een individueel podologisch (be)handelingsplan opstellen, uitvoeren en indien nodig bijsturen, rekening houdend met de sociaal, maatschappelijke en psychologische context van de zorgvrager. - Planmatig een individuele podologische behandeling uitvoeren op een kostenbesparende manier en met aandacht voor veiligheid en steriliteit. - Assisteren bij operaties ter hoogte van voet en enkel. - Vervaardigen, beoordelen, afleveren en indien nodig aanpassen van podologische hulpmiddelen, op basis van een individueel onderzoek - Een zorgvrager en het cliëntsysteem doelgericht advies en voorlichting geven en tevens een onderwerp uit het podologisch werkveld presenteren. D o m e i n s p e c i f i e k r e f e r e n t i e k a d e r 15

- Rapporteren van de resultaten van een onderzoek en (be)handeling op een professionele mondelinge en schriftelijke wijze aan de zorgvrager, begeleider(s) en andere zorgverstrekkers. - Handelen vanuit ethisch, deontologisch en bijhorend juridisch standpunt bij het uitoefenen van het beroep. - Op basis van de wetenschappelijke literatuur en op basis van eigen ervaring, congressen en bijscholingen, het klinisch denken en handelen kritisch wetenschappelijk kunnen toetsen en indien nodig bijsturen. - Het opstarten en het beheren van een praktijk, rekening houdend met de nodige kwaliteitszorg. 2.3 Besluit Wettelijk kader Het is noodzakelijk dat wanneer er wijzigingen doorgevoerd worden in het wettelijk kader m.n. KB van 15 oktober 2001 betreffende de wettelijke erkenning van de beroepsuitoefening van podologie, deze wijzigingen ook vertaald zullen worden naar het curriculum van de opleiding. Ontwikkeling vakgebied De huidige maatschappelijke evolutie wordt gekenmerkt door uitermate snelle technologische ontwikkelingen. Hoewel onze wereld voortdurend verandert, blijft het verlangen naar gezondheid een constante. De technologische ontwikkelingen hebben de gezondheidszorg veel te bieden. Paramedische professionals maken nog te weinig gebruik van bestaande medisch diagnostische technologie en hulpmiddelen om patiënten beter te onderzoeken en te behandelen. In de hele paramedische sector moeten meer technologische hulpmiddelen gebruikt worden. Zo ook in de podologie. Dat heeft impact op het beroep en de opleiding. De patiënt staat nog altijd centraal, maar meten is weten. Een goede analyse van de afdruk van een voet is essentieel voor een goede behandeling. Podologie is een beroep dat zich situeert op het snijvlak van gezondheidszorg en technologie en ontwikkelt zich mede door de technologische evoluties. De opleiding moet deze ontwikkelingen op de voet blijven volgen en implementeren in het curriculum. Multidisciplinaire samenwerking Binnen het werkveld wordt de zorgvraag van patiënten multidisciplinair benaderd. Immers een zorgvraag is niet discipline- maar probleemgebonden. De opleiding zal aandacht moeten blijven schenken aan het feit dat studenten al tijdens de opleiding multidisciplinair leren denken en werken. Implementatie van paramedische beroepssituaties die opleidingsoverstijgend (podotherapie- kinesitherapie- verpleegkunde enz.) ontwikkeld en geïmplementeerd worden in het curriculum vormen een uitdaging voor het toekomstig curriculum. Praktijk gericht wetenschappelijk onderzoek, innoveren en deskundigheidsontwikkeling Het is bekend dat hogescholen zich ontwikkelen als kennisinstituten. Toepassingsgerichte kennisontwikkeling wordt een steeds belangrijkere taak van deze hogescholen. Met toepassingsgerichte kennisontwikkeling wordt de scharnierfuncie van hogescholen bedoeld tussen het ontstaan van nieuwe kennis en de toepassing in de beroepspraktijk, waardoor het onderwijsprogramma sterker wordt gericht op het ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën binnen toegepast onderzoek en op het verwerven van kennis van ontwikkelingen in relevante disciplines bij de domeinspecifieke invulling van de doelstellingen, waarbij wordt aangesloten bij (internationale) ontwikkelingen in- en eisen uit het vakgebied en de beroepspraktijk. De professionele component moet een wezenlijk onderdeel blijven van de hogeschoolopleidingen. Het onderzoek is praktijkgericht en vertrekt vanuit oplossingsvragen in de professionele praktijk. De competentie innoveren zal dus een belangrijke plaats moeten innemen in het curriculum van de bachelor in de podologie. Er zal dus voldoende aandacht moeten besteed worden aan Evidence Based Podologie, Methodisch Podologisch Handelen en Levenslang Leren. 16 D o m e i n s p e c i f i e k r e f e r e n t i e k a d e r

Nationale en internationale samenwerkingsverbanden De opdrachten vanuit het werkveld zullen nog meer dan vroeger aan veranderingen onderhevig zijn. Internationale contacten worden steeds belangrijker. Om al de nieuwe theoretische en praktijkgerichte ontwikkelingen op de voet te kunnen volgen en te implementeren in het curriculum, zal een nauwe samenwerking tussen hogescholen, universiteiten, kennisinstellingen, bedrijven en werkveld en dit op nationaal en internationaal niveau onontbeerlijk zijn. Blijvende aandacht voor nationale en internationale docenten- en studentenmobiliteit is aangewezen. D o m e i n s p e c i f i e k r e f e r e n t i e k a d e r 17

18 O n d e r w i j s v i s i t a t i e P o d o l o g i e

Hoofdstuk 3 Algemeen deel Hierna geeft de commissie een aantal observaties weer die zij tijdens het visitatiebezoek heeft ervaren. Deze observaties zijn niet gekoppeld aan de kwaliteit van de gevisiteerde opleiding maar is een bevinding gericht aan de overheid. De visitatiecommissie Podologie wil een aantal gevoeligheden inzake het statuut van de Podoloog aankaarten. De commissie merkt op dat een deel van het werkterrein van podologen samenvalt met dat van voetverzorgers met name inzake conservatieve huid- en nagelbehandelingen. Uit de praktijk blijkt dat artsen patiënten eerder doorverwijzen naar voetverzorgers dan naar podologen. Het feit dat de podoloog geen individuele erkenning heeft van het ministerie van Volksgezondheid en daardoor patiënten geen recht hebben op terugbetaling van prestaties uitgevoerd door een podoloog, ligt hierbij mee aan de basis. De commissie wijst er op dat het ontbreken van een erkend statuut een invloed kan hebben op het aantrekken van deskundige lesgevers/experts. In het kader van de kwaliteit van een opleiding is het aantrekken van experts en deskundige lesgevers een kritieke succesfactor. De commissie wenst wel te benadrukken dat de opleiding er tot nu toe wel in is geslaagd deskundige lesgevers/experts aan te trekken maar dat dit in de toekomst een probleem zou kunnen zijn. O n d e r w i j s v i s i t a t i e P o d o l o g i e 19

20 O p l e i d i n g s r a p p o r t P o d o l o g i e

deel 2 opleidingsrapport O p l e i d i n g s r a p p o r t P o d o l o g i e 21

22 O p l e i d i n g s r a p p o r t P o d o l o g i e

Het opleidingsrapport Arteveldehogeschool Algemene toelichting bij de professioneel gerichte bacheloropleiding in de Podologie aan de Arteveldehogeschool Sinds 1992 werd een driejarige Nederlandstalige opleiding tot gegradueerde in de podologie georganiseerd aan het Hoger Instituut voor Paramedische Beroepen Sint-Vincentius in Gent. Naar aanleiding van de grootschalige fusieoperaties ontstond op 1 september 1995 een fusie van drie hogescholen in Oost-Vlaanderen: het Hoger Instituut voor Paramedische Beroepen (H.I.P.B.) Sint-Vincentius in Gent, Sint-Geertruid in Gent en het Instituut voor Verpleegkunde Sint-Vincentius à Paulo in Eeklo. Deze groepeerden zich onder de naam KaHoG (Katholieke Hogeschool voor Gezondheidszorg Oost-Vlaanderen). Naast podologie kon men er kinesitherapie, ergotherapie, verpleegkunde, vroedkunde, logopedie en audiologie studeren. Op 31 december 2000 fuseerde de Katholieke Hogeschool voor Gezondheidszorg Oost-Vlaanderen met drie andere hogescholen tot de Arteveldehogeschool, die zo meteen een van de grootste hogeronderwijsinstellingen in Vlaanderen werd. De Arteveldehogeschool is lid van de Associatie Universiteit Gent. Tijdens het academiejaar 2004-2005 veranderde de naam van de opleiding gegradueerde in de podologie naar professionele bachelor podologie, als gevolg van het decreet van 4 april 2003 over de herstructurering van het hoger onderwijs. De professionele bachelor podologie is gehuisvest op de campus Sint-Lievenspoort, Sint-Lievenspoortstraat 143 in Gent en situeert zich in het studiegebied Gezondheidszorg. In 1959 werd de Belgische Vereniging van Podologen/Association Belge des Podologues (BVP/ABP) opgericht. Op dat ogenblik was er in België nog geen sprake van een geregulariseerde opleiding tot podoloog. In 1983 ging in Brussel de eerste Franstalige opleiding van start, op basis van een Europees beroepsprofiel opgesteld door de Fédération Internationale des Podologues (FIP), waarvan de Belgische Vereniging der Podologen lid is. In 1992 volgde dan de eerste, en tot op heden ook enige, Nederlandstalige opleiding, die het vooropgestelde beroepsprofiel van FIP heeft overgenomen. Op 1 mei 1996 stelde de Vlaamse Onderwijsraad een beroepsprofiel voor de podoloog op: de podoloog als paramedicus die personen onderzoekt en behandelt met klachten die voortvloeien uit een afwijkend functioneren van de voeten. In 2001 werd, naast de al bestaande beroepsvereniging, ook de Vereniging van Gegradueerden in de Podologie opgericht, die in 2006 werd omgevormd tot de Federatie van Belgische Podologen. In het Koninklijk Besluit van 15 oktober 2001 werd de beroepstitel van podoloog officieel erkend, inclusief kwalificatievereisten, een lijst met technische prestaties en toevertrouwde handelingen. Maar dit Koninklijk Besluit werd aangevochten door een vereniging van voetverzorgers en door de Raad van State geschorst. Momenteel wordt hard gewerkt om een geactualiseerd Koninklijk Besluit in te dienen. De unieke opleiding podologie aan de Arteveldehogeschool was op het ogenblik van het schrijven van het zelfevaluatierapport en het bezoek van de visitatiecommissie in volle transformatie naar een competentiegericht opleidingsmodel. In het academiejaar 2006-2007 werd de eerste schijf geïmplementeerd, in 2007-2008 volgde de tweede en in 2008-2009 de derde schijf. O p l e i d i n g s r a p p o r t P o d o l o g i e 23

Onderwerp 1 Doelstellingen van de opleiding Facet 1.1 Niveau en oriëntatie van de professioneel gerichte bachelor Beoordelingscriteria: De opleidingsdoelstellingen zijn er op gericht de student te brengen tot: - het beheersen van algemene competenties als denk- en redeneervaardigheid, het verwerven en verwerken van informatie, het vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken, creativiteit, het kunnen uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken, het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken en een ingesteldheid tot levenslang leren; - het beheersen van algemene beroepsgerichte competenties als teamgericht kunnen werken, oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingstrategieën, en het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk; - het beheersen van beroepsspecifieke competenties op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar. Het oordeel van de visitatiecommissie: goed De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen: Aan de basis van het gehanteerde opleidingsconcept liggen zes krachtlijnen (hogeschoolbreed), die richtinggevende beleidsdoelen formuleren. De zes krachtlijnen die de Arteveldehogeschool zichzelf stelt zijn: - Een studentgericht opleidingsprogramma, gericht op individuele leerbehoeften. - Het opleidingsprogramma stimuleert de student tot actief, zelfstandig en samenwerkend leren. - Het opleidingsprogramma is gericht op maatschappelijke ontwikkelingen en op de behoeften van het werkveld. - Het opleidingsprogramma is doorzichtig en evenwichtig, en didactisch kwalitatief van hoog niveau. - Het opleidingsprogramma heeft een wetenschappelijke en innovatieve onderbouw. - Het opleidingsprogramma is gericht op flexibiliteit, internationale samenwerking en uitwisselbaarheid. Bij het bepalen van de beroepsspecifieke competenties werden diverse bronnen geraadpleegd zoals onder andere: - Het beroepsprofiel van de podoloog (mei 1996 VLOR). - Het opleidingsprofiel waarin de kennis, vaardigheden en attitudes voor podologen zijn uitgeschreven. - Externe experts. - De Opleidingsadviesraad (met eveneens externe vertegenwoordigers). - Buitenlandse opleidingen podologie: Fontys Hogeschool (Eindhoven), Queen Margaret University College (Edinburgh), Queens Caledonian University College (Glasgow) en Escola de Podologia (Barcelona). Om een teveel aan competenties te voorkomen, koos de opleiding ervoor om de algemene en beroepsgerichte competenties te verwerken in de beroepsspecifieke competenties. De beroepsspecifieke competenties die de opleiding nastreeft zijn: - De bachelor is in staat een intakegesprek en anamnese af te nemen, en de bijhorende hulpvraag te formuleren, door middel van het verzamelen van achtergrondinformatie. - De bachelor is in staat een probleemgestuurd podologisch onderzoek uit te voeren. 24 O p l e i d i n g s r a p p o r t P o d o l o g i e

- De bachelor is in staat om de anamnese en de resultaten van het podologisch onderzoek te analyseren en te interpreteren. - De bachelor is in staat een podologisch (be)handelingsplan op te stellen op maat van de zorgvrager en binnen de context van de zorgvrager. - De bachelor is in staat zorgvraaggerichte podologische interventies uit te voeren. - De bachelor is in staat te assisteren en te instrumenteren bij operaties. - De bachelor is in staat om doelgericht advies en voorlichting te geven over podologische interventiegebieden. - De bachelor kan bijdragen tot het profileren en het promoten van het beroep. - De bachelor is in staat om efficiënt samen te werken in een multi-, inter- en transdisciplinaire context. - De bachelor is in staat om podologisch relevante gegevens op een efficiënte en duidelijke manier te rapporteren. - De bachelor is in staat om het eigen beroepsmatig handelen te evalueren en bij te sturen, door middel van reflectie en toetsing en op het geschikte moment op de juiste wijze de hulpverlening te beëindigen. - De bachelor is bekwaam om in te spelen op ethische en maatschappelijke vragen in relatie tot het podologisch beroepsmatig handelen. - De bachelor kan handelen volgens de deontologie en de geldende wet- en regelgeving in de gezondheidszorg. - De bachelor is in staat een eigen praktijk op te starten en te beheren, rekening houdend met de nodige kwaliteitszorg. - De bachelor is in staat om podologisch-wetenschappelijke onderzoeksliteratuur kritisch te evalueren en te rapporteren, en tevens mee te werken aan een podologisch toegepast wetenschappelijk onderzoek. - De bachelor is in staat zijn zorgvraaggericht handelen aan vernieuwing, verbreding en verdieping te onderwerpen vanuit een kritisch-wetenschappelijke ingesteldheid en levenslang leren. De commissie vraagt om voldoende aandacht te behouden in de opleiding voor de algemene competenties van een bachelor. Door de keuze om enkel beroepsspecifieke competenties te hanteren en de algemene en beroepsgerichte competenties daarin te verweven vraagt de commissie bijzondere aandacht voor de algemene competenties van een bachelor, die minder expliciet worden vermeld. De commissie herkent zich in de vooropgestelde beroepsspecifieke competenties door de opleiding. Deze stemmen overeen met het domeinspecifieke referentiekader. Ook de opleidingsdoelstellingen stemmen overeen met het niveau en de oriëntatie van de opleiding. De commissie apprecieert de aftoetsing van de vooropgestelde competenties bij het werkveld, enerzijds door de wisselwerking met het werkveld en anderzijds door de grote aanwezigheid van onderwijzend personeel met een link in het werkveld. Sterk is eveneens dat de opleiding aan benchmarking deed met buitenlandse hogescholen bij het bepalen van de beroepsspecifieke competenties. De betrokken lectoren, studenten en het werkveld blijken voldoende vertrouwd te zijn met de doelstellingen. Wellicht kan dit nog meer uitgewerkt worden naar de abituriënten, zodat eventuele foutieve verwachtingen kunnen worden vermeden. Aanbevelingen ter verbetering: De commissie vraagt om voldoende aandacht te behouden in de opleiding voor de algemene competenties van een bachelor. Door de keuze om enkel beroepsspecifieke competenties te hanteren (en de algemene en beroepsgerichte daarin te verweven) worden de algemene competenties van een bachelor minder expliciet vermeld. De commissie adviseert de opleiding om de beroepsspecifieke competenties (en het profiel van de podoloog) nog duidelijker te beschrijven naar de abituriënten toe om meer gerichte studiekeuzes te bekomen. O p l e i d i n g s r a p p o r t P o d o l o g i e 25

Facet 1.2 Domeinspecifieke eisen Beoordelingscriteria: - De doelstellingen van de opleiding (uitgedrukt in eindkwalificaties van de student) sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en het relevante beroepenveld gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk of kunstpraktijk). Ze zijn, ingeval van gereglementeerde beroepen, in overeenstemming met de reglementering of regelgeving ter zake. - Voor professioneel gerichte bacheloropleidingen zijn de eindkwalificaties getoetst bij het relevante beroepenveld. Oordeel van de visitatiecommissie: goed De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen: Voor de uitbouw van de opleiding is er vooreerst een algemeen wettelijk kader. Het Koninklijk Besluit 78 van 10 november 1967 regelt de uitoefening van de paramedische beroepen, waarvan podoloog er één is. De wettelijke erkenning van de beroepsuitoefening van podologie in België ligt vast in het Koninklijk Besluit van 15 oktober 2001. Deze regelen de beroepstitel, de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep en een lijst van de technische prestaties en van handelingen waarmee een podoloog door een arts kan worden belast. Dit Koninklijk Besluit regelt de kwalificatievereisten en is bijgevolg van groot belang voor de inhoud van de opleiding. Daarnaast is ook een beroepsprofiel van mei 1996 en een opleidingsprofiel van januari 1998 beschikbaar. Om een verdere afstemming te verkrijgen van het onderwijs op het werkveld, werkt men in de Arteveldehogeschool met opleidingsadviesraden. In de opleidingsadviesraden hebben naast medewerkers uit de opleiding ook een aantal vertegenwoordigers van het werkveld zitting. Naast dit overlegorgaan gebeurt er ook nog heel wat formele en informele toetsing aan het werkveld via de contacten tijdens stagebezoeken, het jaarlijks stagementorenoverleg en de onderwerpen van bachelorproeven. De commissie is van oordeel dat de competenties voldoende getoetst zijn aan het werkveld, temeer aangezien heel wat lectoren ook nog deeltijds in het werkveld actief zijn. De commissie oordeelt dat de opleiding aan benchmarking met buitenlandse instellingen heeft gedaan op het vlak van curriculumontwikkeling. De commissie vraagt wel dat er blijvend voldoende aandacht wordt besteed aan de inhoud van de noodzakelijke kwalificatievereisten die opgenomen zijn in het Koninklijk Besluit van 15 oktober 2001, voornamelijk rond farmacologie. Door de omschakeling naar een competentiegericht curriculum zijn deze elementen niet altijd even goed zichtbaar in de opleiding, of komen ze soms wat in de verdrukking te staan. Een consequent opnieuw aftoetsen van de inhoudelijke kwalificatievereisten, opgenomen in het Koninklijk Besluit, aan de diverse inhouden van de opleidingsonderdelen en aanvullen waar nodig, lijkt de commissie aangewezen. Via de ECTS-fiches vernemen de studenten aan welke competenties in de diverse opleidingsonderdelen gewerkt zal worden. Deze kunnen door studenten, werkveld en medewerkers worden geraadpleegd, onder meer via de website www.arteveldehs.be/ects. Vermits het statuut nog moet gestemd worden in de Technische Commissie en er nieuwe elementen in voorkomen, zullen de doelstellingen ook verder uitgewerkt moeten worden eens de Raad van State het nieuwe statuut voor podologie publiceert. 26 O p l e i d i n g s r a p p o r t P o d o l o g i e

Aanbevelingen ter verbetering: De commissie adviseert om de noodzakelijke kwalificatievereisten volgens het KB van 15 oktober 2001 consequent af te toetsen aan de diverse inhouden van de opleidingonderdelen, en waar nodig aan te vullen. Oordeel over onderwerp 1, doelstellingen van de opleiding: voldoende Op basis van de oordelen over: facet 1.1, niveau en oriëntatie: facet 1.2, domeinspecifieke eisen: goed goed is de commissie van mening dat er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn. O p l e i d i n g s r a p p o r t P o d o l o g i e 27

Onderwerp 2 Programma Facet 2.1 Relatie tussen doelstellingen en inhoud van het programma Beoordelingscriteria: - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties van de opleiding qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen: De opleiding kiest resoluut voor een competentiegerichte uitbouw van het curriculum. In het nieuwe curriculum zijn de meeste modules gebaseerd op de beroepsrollen van de podoloog. Er werd een thematisch programma uitgewerkt dat gespreid is over 3 schijven van telkens 60 studiepunten (9 semesters). Per schijf wordt telkens een aantal modules voorzien. - Eerste schijf - Module I: Aan de slag als podoloog: oriëntatie in het werkveld - Module II: Aan de slag als podoloog: anatomie en fysiologie van het menselijk lichaam - Module III: Aan de slag als podoloog: de podoloog als diagnosticus - Module IV: Aan de slag als podoloog: de podoloog als therapeut - Tweede schijf - Module V: Aan de slag als podoloog: de podologische aanpak bij specifieke doelgroepen - Module VI: Aan de slag als podoloog: de podoloog als diagnosticus - Module VII: Aan de slag als podoloog: de podoloog als therapeut - Module VIII: Aan de slag als podoloog in het werkveld klinisch onderwijs - Module IX: Professionele ontwikkeling - Derde schijf - Module X: Aan de slag als podoloog: de podologische aanpak bij specifieke doelgroepen - Module XI: Aan de slag als podoloog in het werkveld: de podoloog als manager - Module XII: Professionele ontwikkeling: verbredend - Module XIII: Aan de slag als podoloog in het werkveld: klinisch onderwijs Elke module is opgebouwd uit minstens twee of meer opleidingsonderdelen. Het programma bestaat uit een vast majorgedeelte van 30 opleidingsonderdelen en een minorgedeelte van één opleidingsonderdeel, dat de student vrij kiest uit een welomschreven keuzeaanbod. De commissie vindt het positief dat studenten één opleidingsonderdeel zelf kunnen kiezen. De opleiding werkt aan de competentieontwikkeling van de student door niveaus van competenties te hanteren. Het niveau van een competentie wordt omschreven op basis van een combinatie van drie indicatoren: de complexiteit van de situatie waarin de competentie wordt aangewend, de mate waarin de student deze competentie zelfstandig kan uitvoeren, en de mate waarin de student een aangeleerde competentie flexibel toepast in uiteenlopende beroepssituaties (transfer) en flexibel waar nodig verantwoorde aanpassingen aan gekende werkwijzen uitvoert (probleemoplossend handelen). De commissie apprecieert de herschikking van de leerinhouden bij de doorvoering van de curriculumvernieuwing, met name de indeling naar de verschillende rollen van een podoloog als beroepsbeoefenaar. De commissie staat 28 O p l e i d i n g s r a p p o r t P o d o l o g i e

achter de geformuleerde krachtlijnen op het gebied van competentiegericht leren, en heeft vastgesteld dat het competentiegericht onderwijs zijn ingang heeft gekregen in de doelstellingen. Ze vraagt wel aandacht voor de verdere vormgeving en de implementatie ervan. De commissie is van mening dat de doelstellingen die de opleiding zelf vooropstelt, nog meer kunnen vertaald worden in het programma. Zo is de inhoud nog vaak te veel gericht op louter kennisoverdracht. Het competentiegericht leren wordt ook nog niet door het volledige team gedragen. Ook bij de gastprofessoren dient de implementatie van dit competentieleren nog verder te worden uitgebouwd. Het gevolg is dat, hoewel men vertrekt vanuit duidelijke krachtlijnen, deze visie op onderwijs nog niet altijd systematisch vertaald is in de aanpak. De commissie vraagt in de opleiding ook meer aandacht voor klinisch redeneren, farmacologie en scheikunde. Disciplineoverschrijdende elementen dienen voldoende aandacht te krijgen in het programma. De commissie denkt hier onder andere net aan dit klinisch redeneren, waarmee studenten het verloop van onderzoek, diagnose en behandeling meer vakoverschrijdend zouden kunnen inoefenen. Het verdient ook aanbeveling om vroeger in de opleiding hiermee te starten. Farmacologie en scheikunde zijn volgens de commissie immers basiscomponenten, ook voor klinisch redeneren, en moeten daarom voldoende aandacht krijgen in de opleiding. De flexibele leerwegen zijn degelijk uitgewerkt. De opleiding stelde een competentiematrix op waaruit moet blijken dat uiteindelijk alle competenties die men wil nastreven, via de diverse leerinhouden (opleidingsonderdelen) aan bod komen. Via de ECTS-fiches vernemen de studenten van welke competenties men in de diverse opleidingsonderdelen werk wil maken. Aanbevelingen ter verbetering: Nu de onderwijsvernieuwing met de indeling naar de verschillende rollen van een podoloog als beroepsbeoefenaar tot in de laatste schijf gerealiseerd is, vraagt de commissie aan de opleiding om te verifiëren en te evalueren of alle rollen worden gecoverd. De commissie adviseert om meer aandacht te besteden aan het nauwkeurig nagaan van de te realiseren doelstellingen en competenties per opleidingsonderdeel, opdat de relatie tussen de doelstellingen en inhoud van de programma s ook proactief zou kunnen worden bewaakt. De commissie adviseert om het competentieleren nog verder ingang te laten vinden bij het volledig lectorenteam (inclusief gastprofessoren). De commissie adviseert om meer aandacht in te bouwen voor disciplineoverschrijdende elementen (onder meer bij klinisch redeneren) en voor elementen als scheikunde en farmacologie. O p l e i d i n g s r a p p o r t P o d o l o g i e 29

Facet 2.2 Eisen professionele gerichtheid van het programma Beoordelingscriteria: - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroeps- of kunstpraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk, de kunstpraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroeps- of artistieke vaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen: Van bij het begin van de opleiding worden de studenten al aangesproken in hun rol van toekomstige beroepsbeoefenaar. Zo krijgen ze in de eerste schijf al een volledig overzicht van het werkveld. De commissie heeft begrip voor het feit dat het aantal stageplaatsen voor podologen in Vlaanderen beperkt is, maar vindt het belangrijk om in het eerste jaar een (kijk)stage aan te bieden, zodat studenten zicht krijgen op het werkveld van een podoloog. Door het invoeren van een observatiestage in de eerste schijf kan men immers de voeling met het werkveld nog verhogen. De commissie vraagt aan de opleiding om erover te waken dat, over de drie schijven, alle domeinen en facetten voor alle studenten voldoende aan bod komen tijdens de stages. Studenten kan men ook nog meer voorbereiden op de stages, bijvoorbeeld door het meer vooraf laten oefenen op het maken van zolen, en het klinische werk zoals conservatieve therapie, ganganalyse enzovoort. De opleiding gaat bij het brengen van leerinhouden wel steeds uit van beroepsrealistische of -reële situaties. In de eerste schijf onderzoeken en behandelen studenten simulanten. Vanaf de tweede schijf gebeurt de concrete confrontatie met de beroepspraktijk hoofdzakelijk via stage. Het bij Koninklijk Besluit vereiste minimum van 600 uren stage wordt hierbij ruim overschreden. Studenten volgen een praktijkopleiding enerzijds op externe stagediensten (in binnen- en buitenland) en anderzijds in het podologisch centrum dat de opleiding uitbaat. De opleiding dient erover te waken dat alle facetten en domeinen van het beroep, over de opleiding heen, voldoende aan bod komen tijdens de stages. De opleiding kiest in het nieuwe curriculum bewust voor aaneengesloten langere stageperiodes, om zo de diverse casussen beter te kunnen opvolgen. Stages zijn semesteroverschrijdend georganiseerd en zijn niet-herkansbaar en niet-delibereerbaar. De student moet dus een creditbewijs verwerven. Een student loopt pas stage in die interventiedomeinen die al werden behandeld tijdens de onderwijsactiviteiten. Bij de voorbereiding van de stage formuleert de student ook specifieke doelstellingen. Vermits de stages het opleidingsonderdeel bij uitstek vormen waar het echt competentieleren aan bod komt, beveelt de commissie een grotere begeleiding van de stages aan. Met name door meer voorafgaandelijk overleg tussen de student, de stagementor en de verantwoordelijke lector en door meer stagebezoeken. De commissie pleit er ook voor dat de toegangsuren tot de slijpzalen zouden worden uitgebreid, zodat studenten in voorbereiding van hun stage nog meer zouden kunnen oefenen. Iets wat met de nakende verhuis naar de nieuwe campus ongetwijfeld makkelijker te realiseren zal zijn. De commissie apprecieert de inspanningen die gevoerd zijn om een beleid rond de bachelorproef te ontwikkelen dat op een systematische en onderbouwde manier ruimte maakt voor onderzoekswerk door studenten. De commissie waardeert tevens dat men werk maakt van de uitbouw van het projectmatig wetenschappelijk onderzoek, met al een aantal verdienstelijke initiatieven. De commissie stelt vast dat er geen echt beleid omtrent specialisaties binnen de opleiding bestaat, bijvoorbeeld rond reuma, diabetes of sport. De opleiding mag zich hierbij niet alleen baseren op de stages om deze onderdelen aan de student aan te bieden, omdat elke stage verschillend is, afhankelijk van de competentie van 30 O p l e i d i n g s r a p p o r t P o d o l o g i e

de stagementor en de patiëntenpopulatie die in de stageplaatsen aanwezig is. Zo moet er ook meer aandacht worden besteed aan het opstellen van de anamnese, die het uitgangspunt is van elke behandeling. Naar het einde van de studies maakt de student een bachelorproef waaruit dient te blijken dat de betrokkene zelfstandig als podoloog kan werken en in staat is een analytische en synthetische activiteit in het vakdomein tot een goed einde te brengen. De bachelorproef wordt in een aantal opleidingsonderdelen voorbereid. In de eerste schijf krijgt de student al een inleiding tot het wetenschappelijk onderzoek. In de tweede schijf volgt professionele ontwikkeling: verdieping, waarbij studenten in groep kwalitatief en kwantitatief onderzoek dienen uit te voeren tijdens twee intensieve wetenschappelijke onderzoeksweken. In het tweede semester van de tweede schijf is er het opleidingsonderdeel bachelorproef: voorbereiding. De uiteindelijke bachelorproef is ofwel een theoretisch ofwel een praktisch onderwerp, zoals het uitwerken van een therapieprogramma, een toegepast wetenschappelijk onderzoek of een combinatie van beide. De bachelorproef omvat 12 studiepunten. De commissie stelde geen specifiek uitgewerkt beleid vast voor buitenlandse studenten. Wellicht wordt dit omwille van het geringe aantal inkomende studenten ad hoc opgelost. Eigen studenten die een periode in het buitenland willen studeren, volgen veelal een pakket van 18 studiepunten. Zij worden vooraf voldoende ingelicht over de mogelijkheden. Het project dat de opleiding in Senegal telkens opnieuw uitwerkt, apprecieert de commissie ten zeerste. Aanbevelingen ter verbetering: De commissie vraagt om er nog meer over te waken dat, over de drie schijven, alle domeinen en facetten voor alle studenten voldoende aan bod komen tijdens de stage. Daarbij aansluitend vraagt de commissie om de stagebegeleiding en opvolging uit te breiden met onder andere systematische bezoeken aan de stageplaatsen tijdens de stages. De commissie adviseert om het projectmatig wetenschappelijk onderzoek verder uit te bouwen en er meer lectoren bij te betrekken. De commissie adviseert om een aantal specialisaties, zoals reuma, sport, diabetes, pediatrie, traumatologie en geriatrie, uit te bouwen. O p l e i d i n g s r a p p o r t P o d o l o g i e 31