Empowering smart energy citizens



Vergelijkbare documenten
Empowering smart energy citizens

Eindrapport fase 2. Green Deal Smart Energy Cities. GreenDeal

GREEN DEAL SMART ENERGY CITIES Empowering smart energy citizens

Smart Grids proeftuinen. Innovatieprogramma Intelligente Netten (IPIN)

Uitvraag: Kwartiermaker (team) / fase 2 Green Deal: Uitwerking Periode van inzet: januari juni- 2014

Roadmap Smart Grids Mar$jn Bongaerts Frits Verheij 12 februari 2014

C-155 Green Deal Smart Energy Cities

Smart Grids proeftuinen. Innovatieprogramma Intelligente Netten (IPIN)

ideego programma 2015

Innovatietender aardgasloze wijken, woningen, gebouwen

TKI - Topconsortium Kennis en Innovatie EnerGO - Energie in de Gebouwde Omgeving

TKI Tender en programmalijnen Switch2SmartGrid. Programmalijnen en speerpunten 2014

1 Rationale en uitgangspunten van Smart Energy Cities

Bijlage bij Green Deal Smart Energy Cities. Inhoudsopgave. 1 Rationale en uitgangspunten van Smart Energy Cities

Het TKI SOLAR ENERGY in het Nederlandse Energie- / Topsectorenbeleid

Slim verduurzamen gemeentegebouwen. Matchmaking event

Enexis. De veranderende rol van de netbeheerder. Peter Vermaat Voorzitter Raad van Bestuur Enexis. 12 november 2015

Regionale Energie Strategie

Regionale Energie Strategie

Programma Energie Samenvatting Projectplan

RVO.NL-regelingen voor zon-pv en zonthermisch:

Energizing the city: Almere energy axis

De ontwikkeling van Smart grids. Our common future. Prof.dr.ir. Han Slootweg. 30 september 2016

Duurzaam, lokaal energie marktmodel op basis van blockchain. Samenvatting marktmodel

Zonder Energieopslag geen Energietransitie. Teun Bokhoven Duurzame Energie Koepel WKO-Manifestatie / 30 Oktober 2013

Het net ligt er al april 2018

Markt functioneert nu mondjesmaat, er is meer potentieel dan nu wordt gerealiseerd, want:

De opkomst van all-electric woningen

Inventarisatie activiteiten energiebesparing met betrekking tot de slimme meter

Klimaatakkoord. Ministerie van Economische Zaken en Klimaat T.a.v. de heer ir. E.D. Wiebes Postbus EK 'S-GRAVENHAGE

Position paper Regietafel Energietransitie Utrecht

Samen op weg naar een Smart City

Smart Grids, bouwstenen voor slimmer energiegebruik. ENGIE Infra & Mobility

Slimme Netten. Martijn Bongaerts: - voorzitter Projectgroep Smart Grids Netbeheer Nederland - manager Innovatie, Liander

Position paper regietafel energietransitie utrecht

LED & de integratie in slimme netwerken met diverse sensoren, bieden nieuwe kansen voor openbare verlichting,

Training Energietransitie voor ambtenaren

ENERGIEAKKOORD. Gevolgen, verplichtingen en kansen THOMAS KOKSHOORN

Energieakkoord voor duurzame groei

duurzame energievoorziening voor bedrijventerreinen

Lokale initiatieven in het aardbevingsgebied. Plan van aanpak

Position Paper voor het Rondetafelgesprek over het Ontwerp-Klimaatakkoord de tafel Gebouwde Omgeving

... Gemeente Eindhoven en Eneco in Samen gaan we voor decentrale en duurzame toekomst! Waarde creëren Stadhuisplein. Veranderende overheid

Volledige uitleg oproep Tools voor EnergielinQ

Green Deals gesloten voor stimuleren groene economische groei

allander Gesprek met Friese Statenleden over groeistrategie Alliander Leeuwarden, 5 maart 2014

PROEFTUIN VOOR HET EUROPESE ENERGIESYSTEEM VAN DE TOEKOMST

Paragraaf duurzaamheid

Onderwerp Regionale Energiestrategie (RES) regio Noordoost-Brabant. Geachte bestuursleden,

Convenant. Gemeente Steenwijkerland. N-TRA B.V. (onderdeel van RENDO Holding)

Nationaal programma Regionale Energie Strategieën (NP RES) Samen aan de slag voor het klimaat

Verzilveren perspectief op groene groei Voortzetting, aanscherping en opschaling Green Deal aanpak

Powered by the Sun. ontwikkeling van een slimme duurzame snellaadstation met PV en batterij opslag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Oproep: Actieprogramma klimaatadaptieve bouwprojecten in stedelijk gebied

We zien een datagedreven wereld vol kansen. Toepassingscentrum voor big data oplossingen

FIREW - FInanciering en Realisatie Energietransitie recente Woonwijken Openbaar Eindrapport

Energietransitie biedt kansen in de gebouwde omgeving

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA

Power to gas onderdeel van de energietransitie

DEI+ innovaties aardgasvrij

Innovatie in de Waterketen. Inleiding

Smart Energy Systems Op weg naar een energiediensten economie

Duurzame Energieinfrastructuur en Gebiedsontwikkeling

Helmonds Energieconvenant

Ruimte voor de maatschappij van morgen BRAINPORT SMART VILLAGE

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Subsidieregelingen Topsector Energie

s-hertogenbosch, juni 2013 Samenwerkingsovereenkomst Brabantse Pilot Publieke Laadinfrastructuur Provincie Noord-Brabant en Enexis

Titel van het project (Kort en krachtige weergave van het onderwerp)

Klimaatakkoord: Kijkje in de keuken. Ingrid Giebels

Duurzaam vernieuwen en samenwerken in de bouw

Amsterdam 9 mei 2017 Guy Konings, Joulz

Steek Energie in je huis

De toekomst van de netten

Raadsvoorstel. Voorloper. Startnotitie Duurzaam Druten. Datum collegebesluit 9 januari 2018 Datum presidium 8 januari 2018

Strategische Agenda. Concept strategische agenda Regio Midden-Holland Vast te stellen in: AB Regio Midden-Holland 6 juli 2016

Route naar een Duurzame Energievoorziening

Belfius award Slimme stad Maneblussers gaan met visie voor Lunavision

NeVER/VMR 18 juni Klimaatakkoord en omgevingsrecht vanuit energierechtelijk perspectief

Eneco Groep. Duurzame energie voor iedereen

CIV SMART TECHNOLOGY

KRACHTEN BUNDELING SMART MOBILITY O K TO B E R

Missiegedreven Innovatiebeleid: in het teken van de Energieen Klimaattransitie

ONVERMIJDELIJK CIRCULAIR

HerontwikkelLAB VALUE ENGINEERING

Sectortafel Elektriciteit. Berend de Vries

Kantoren vernieuwen naar Energieneutraal. Informatiebijeenkomsten

De impact van techniek op weg naar Voor een Nederland dat mee voorop loopt

WG terrein Fossielvrij. Tauw- Mirjam Pronk Atrivé- Aleida Verheus

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland

Goeree-Overflakkee geeft energie. Managementsamenvatting van de route naar een energieleverend eiland

Groeiplan voor warmte. een initiatief van provincies, gemeenten en sector

Samen omschakelen Arnhem, 7 september 2016

Energieakkoord: Wij zijn aan zet!

Samen naar een duurzaam verwarmde gebouwvoorraad zonder aardgas. Hans Schneider (Liander) programma

100 MW GETIJDENENERGIE 100% VOORSPELBAAR 100% FLEXIBEL

Roadmap BIM Loket. Versie 7, 1 december Inleiding

CONCEPT Onderzoek in relatie tot NWA Route Energietransitie

De consument kiest zelf, grip op eigen energiedata!

Innovaties op warmtepompgebied in Nederland

Transcriptie:

Green Deal Smart Energy Cities Eindrapport Fase 2 en Aanpak Fase 3 (Foto met dank aan gemeente Groningen) Versie: 3.0 Opdrachtgever: Consortium Green Deal Smart Energy Cities Netbeheer Nederland Datum: 20 maart 2015

Inhoud Managementsamenvatting... 3 Inleiding... 7 1. Doel en aanpak van de Green Deal Smart Energy Cities... 8 1.1 Doel... 8 1.2 Fasering... 9 1.3 Fase 1: Initiatie... 9 1.4 Fase 2: Kwartier maken... 10 1.5 Fase 3: Grootschalige implementatie... 12 2. Resultaten fase 2... 13 2.1 Samenvatting van de belangrijkste resultaten... 13 2.2 Via de gemeenten inzicht in lopende en geplande projecten... 14 2.3 Via de netbeheerders leren van hun lessen uit proeftuinen... 14 2.4 Via de TKI s inzicht in toepasbare energie-innovaties... 16 2.5 De waarde van de creatieve industrie: een andere aanpak en focus... 19 2.6 Via ministeries van beleid naar realisatie in de praktijk... 22 2.7 Voorgestelde benadering na de ervaringen van Fase 2... 23 3. Fase 3 Opschalingsprogramma... 24 3.1 Slim ontwerpen en data... 25 3.2 Markt creëren... 26 3.3 Activeren en co-creëren... 28 3.4 Rethink and Exchange... 29 3.5 Team... 30 3.6 Samenstelling consortium... 33 3.7 Toetreden nieuwe gemeenten en andere partijen... 34 3.8 Kickstartprojecten 2015... 35 3.9 Beoogde eindresultaten ultimo 2019... 43 4. Planning en budget Fase 3A... 44 4.1 Planning... 44 4.2 Budget... 45 4.3 Voorinvestering fase 2... 46 5. Slotwoord... 47 Lijst van bijlagen... 48 Pagina 2

Managementsamenvatting Eerste resultaten en beoogde effect Op 12 november 2013 hebben twaalf partijen de Green Deal Smart Energy Cities ondertekend 1 (initiatiefase, Fase 1). Dit publiek-private samenwerkingsverband (verder consortium genoemd) heeft in 2014 forse vooruitgang geboekt: meer dan 50 potentiële locaties zijn verkend, 12 kickstartprojecten zijn geselecteerd en ruim 200 (bijna) marktrijpe innovaties zijn geïnventariseerd. De kwartiermakersfase (Fase 2) is afgesloten en in 2015 wordt gestart met de uitvoering (Fase 3). Het uitvoeringsprogramma loopt tot eind 2019 en voorziet gebruikers en eigenaren van gebouwen en (delen van) stadswijken van innovatieve oplossingen voor slimme en duurzame energievoorzieningen. Dat betreft niet alleen innovaties voor toepassing van lokale, duurzame energiebronnen, nieuwe energiediensten en energiebesparing, maar ook het optimaliseren en waar mogelijk combineren van infrastructuren voor warmte, koude en elektriciteit. De Green Deal opereert niet vanuit de aanbodzijde alleen, maar activeert en mobiliseert bewoners en eigenaren via moderne methodes van sociale innovatie. Het beoogde effect van deze Green Deal is drieledig: 1. een versnelde overgang naar een slimmere en op duurzaamheid gebouwde energievoorziening 2. het bewust betrekken en activeren van bewoners, gebruikers, consumenten van de gebouwen 3. meer banen, door versneld marktrijp en concurrerend maken van innovaties. Eind 2019 zullen gebruikers van minimaal 100.000 gebouwen gebruik maken van innovatieve oplossingen om hun energievoorziening slimmer en duurzamer te maken. Die opschaling komt tot stand met betrokkenheid van de gebruikers om effect en impact op locatie zo groot mogelijk te laten zijn. Tegelijkertijd creëert de Green Deal Smart Energy Cities marktvolume voor de bedrijven achter die 200+ innovatieve oplossingen om hun innovaties op grote(re) schaal toe te passen. Daarmee vormt de Green Deal een logische en zeer gewenste vervolgstap op kleinschalige labs, proeftuinen en pilots, bijvoorbeeld op het gebied van lokale opwek, energieopslag, smart grids en energiebesparing. Innovaties die eerder op kleine schaal werden ontwikkeld krijgen in deze Green Deal de kans door te breken op grotere schaal bij te dragen aan duurzaamheid en economie, eerst in Nederland, maar daarna ook daarbuiten. De Green Deal geeft invulling aan de doelstellingen van het Energieakkoord voor duurzame groei op de volgende pijlers: Pijler 1: Energiebesparing (met name in de gebouwde omgeving) Pijler 3: Stimuleren van decentrale energie Pijler 4: Het energietransportnetwerk gereed maken voor een duurzame toekomst Pijler 9: Stimulering van de commercialisering voor groei (en export). 1 De deelnemende partijen in deze Green Deal zijn: 5 gemeenten, 4 topconsortia voor kennis en innovatie (TKI s) van de topsector Energie, het TKI van de topsector Creatieve Industrie (CLICKNL), Netbeheer Nederland (namens alle netbeheerders) en het ministerie van Economische Zaken. De gemeenten zijn: Amsterdam, Arnhem, Eindhoven, Enschede en Groningen. De TKI s uit de Topsector Energie zijn: EnerGO, Gas, Solar Energy, en Switch2SmartGrids. Pagina 3

Plan van aanpak Uitgangspunten binnen de aanpak van de Green Deal Smart Energy Cities zijn: De energievoorziening in en tussen gebouwen wordt aangepakt in onderlinge samenhang; in de context van de wijk of het gebied waarin zij staan en van de gebruikers van deze gebouwen. Dit voorkomt suboptimalisatie en maakt slimme, geïntegreerde energieconcepten levensvatbaar op het niveau van (gebruikers van) installaties, van gebouw, van gebied en van infrastructuur. De focus ligt op bestaande, bebouwde omgeving en sluit aan bij renovatiemomenten van gebouwen of van (delen van) stadswijken. Hier ligt nog de grootste opgave op energiegebied. Bij de locaties wordt gezocht naar passende innovatieve oplossingen. Daarmee biedt de Green Deal opschalingskansen voor betrokken bedrijven, maar stelt ook eisen aan technology readiness levels, marktrijpheid en beheerbaarheid van de innovaties. Daarmee versnelt de Green Deal marktintroductie en wordt de valley of death overbrugd. Voor locatie-eigenaren komen meerdere doelstellingen bij elkaar bij renovaties: niet alleen energievoorziening, maar ook energiebesparing, isolatie, aanpassingen voor veiligheid en zorg, versterken sociale cohesie. Dit vereist een integraal beeld van aanpak, keuzemogelijkheden, investeringen, financiering en verwachte woonlasten. Bewoners, gebruikers en eigenaren van de gebouwen staan centraal: zij zijn de uiteindelijke klanten in het systeem. Het in volle omvang benutten van de potenties van innovaties heeft alleen kans van slagen als er een volwaardige rol is voor en directe betrokkenheid van gebruikers en eigenaren van de beoogde 100.000 gebouwen. Bijvoorbeeld als co-creator van de innovatieve producten en diensten die hen in staat stellen optimaal gebruik te maken van slimme energieconcepten. De gebruikers worden bovendien gestimuleerd om actief werk te maken van de verduurzaming van hun eigen woon-, werk- en leefomgeving. De 100.000 gebouwen zijn geen eigendom van het Green Deal consortium. Het consortium beslist daarmee ook niet over welke oplossingen wel of niet worden toegepast. Die keuze ligt bij de markt. Relatief weinig innovaties vinden hun weg naar gebruikers en eigenaren vanwege onvoldoende bekendheid, een te technische of technisch-economische benadering, onzekerheid over werking of over leverancier, financiering, onvoldoende afstemming met potentiële gebruikers. Locatie-eigenaren zijn onbekend met innovaties en kiezen liever voor vertrouwde oplossingen. Innovatie-eigenaren vinden hun weg niet naar de locatie-eigenaren. En bewoners worden geconfronteerd met voor hen bepaalde oplossingen. Daarin schuilt het marktfalen. De Green Deal pakt dit marktfalen aan Het opschalingsprogramma (Fase 3) wordt ingericht langs 5 centrale lijnen: 1. Slim ontwerpen en data: slimme selectie en ontwerp van projecten door het (doen) ontwikkelen van tools die daarin behulpzaam zijn op landelijk niveau: energie-atlas, platform voor energie-verbruiksdata, gebruikerstools als Woonconnect Pagina 4

2. Markt creëren: begeleiden van locatiegebonden projecten in de ontwerpfase onder de slogan locatie zoekt innovatie en innovatie zoekt locatie door de inzet van creative producers en innovatiecoaches die key stakeholders en beslissers rond die locaties ondersteunen 3. Activeren en co-creëren: mensen zelf in staat stellen innovatieve oplossingen rond een duurzame energievoorziening te ontwikkelen. Storytelling van de energietransitie op nationaal niveau. Ondersteunen van energiecollectieven, van particuliere woningbezitters. Bijvoorbeeld via dienstenconcepten als Reimarkt. 4. Rethink and exchange: meten wat er gebeurt in de markt en in de projecten, weten welke innovaties beschikbaar zijn of worden ontwikkeld, welke smart products, services and solutions kunnen worden toegepast. Deel de opgebouwde kennis binnen consortium, met key stakeholders en bredere groep belanghebbenden. Daag uit. Stel uitgangspunten en wet- en regelgeving ter discussie als die wringen. Verken nieuwe businessmodellen en reik best practices, learnings, do s and don ts aan. 5. Team: organiseren en verbinden in samenhang, niet als los zand. Uitbreiden van consortium waar nodig en nuttig. Verken gericht samenwerkingen en bouw aan een hecht consortium dat onderling leert van elkaars aanpak en vorderingen. Zorg voor communicatie, zichtbaarheid en podium, nationaal en internationaal over de bijdrage van de Green Deal aan de energietransitie. Het Green Deal consortium kiest voor de aanpak van actieve begeleiding van projecten via creative producers en innovatiecoaches ]. Het consortium biedt daarmee locatie-eigenaren ondersteuning in hun aanpak en keuzeproces door actieve inzet van experts die juist op deze punten het marktfalen corrigeren. Onder de door het consortium voorgestelde aanpak komen consumenten, eigenaren en gebruikers van gebouwen, overheden, netbeheerders, bouwsector, technologiebedrijven tegelijk in beweging bij het ontwerp en de renovatie van hun eigen woning, kantoor, school en de eigen bebouwde omgeving. Hoe, dat verschilt per locatie. Tegelijkertijd kunnen vergelijkbare situaties van elkaar leren via de landelijke aanpak van de Green Deal en de begeleiding vanuit de topconsortia voor kennis en innovatie (TKI s). De innovatiecoaches en de experts van de netbeheerders helpen de projectpartners en locatieeigenaren bij het identificeren, selecteren en op neutrale wijze vergelijken van innovatieve producten, diensten en oplossingen die aansluiten bij de desbetreffende locaties en hun gebruikers. De creative producers richten zich op de gebruikers en op de aanpak van het project als geheel. Zij zijn de schakel tussen eigenaren, gebruikers en innovatieve oplossingen. Zij zorgen voor vraagsturing: oplossingen die door gebruikers en eigenaren gewenst en geaccepteerd worden. En creëren daarmee eigenaarschap van de oplossingen bij de gebruikers. De locatie-eigenaren worden daarmee ondersteund bij het optimaal ontwerpen en aanbesteden van hun projecten. En de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de projecten blijft waar die moet liggen: in de markt zelf. Alle partners in deze Green Deal dragen bij aan de intensieve kennisopbouw en -uitwisseling over de projecten in uitvoering, de gemaakte keuzes en behaalde resultaten en het uitdragen van successen. Alle partners realiseren zich dat duurzame energie en toepassing van innovaties binnen de gekozen locatiespecifieke probleemstellingen relatief low-interest issues zijn (naast veelal ook sociale, inkomens en/of veiligheidsproblematiek) waarvoor een passende benadering geboden is. Pagina 5

De rol van de verschillende Green Deal partijen is bij deze opzet als volgt ingericht: Deelnemende gemeenten dragen geschikte locaties aan en openen de deuren naar de belangrijke stakeholders van de locaties. De vier topconsortia voor kennis en innovatie (TKI) van de topsector Energie dragen via innovatiecoaches innovatieve oplossingen en bedrijven aan en ondersteunen bij het ontwerp en de vormgeving van het bouwplan. CLICKNL zorgt als TKI van de creatieve industrie voor de focus op de gebruikers, ondersteunt het project ontwerp, coördineert de inzet vanuit de creatieve industrie en van creative producers. Netbeheer Nederland helpt met de vertaling van de aangedragen oplossingen voor de energieinfrastructuur naar daadwerkelijke implementatie in het desbetreffende gebied Ministeries van Economische Zaken en BZK leveren ondersteuning en expertise rond wet- en regelgeving, regelluwe zones, mogelijke stimuleringsmaatregelen en financieren de projectgebonden inzet van innovatiecoaches en creative producers. Fase 3A: Kickstartprojecten en testfase Voor de uitvoering van dit programma (Fase 3) wordt een eerste fase (Fase 3A) ingelast om de aanpak te testen en aan te scherpen. Uit een longlist van ruim 50 projecten zijn met de deelnemende gemeente kickstartprojecten benoemd die het consortium benut om tot een optimale organisatie, aanpak en inzet van het beschikbare instrumentarium te komen. Dit zijn de volgende projecten: 1. Amsterdam: nationale opschaling energie-atlas 2. Amsterdam: project Houthaven (nieuwbouw wooneilanden en woonboten) 3. Arnhem: Malburgen/Presikhaaf (eengezinswoningen en appartementen) 4. Arnhem: Powermatching en duurzaam warmtenet (ziekenhuis, dierentuin, tussenliggende wijk) 5. Eindhoven: Eckart-Vaartbroek (naoorlogse woonwijk met meervoudige problematiek bestaand uit ca 4.500 woningen, waarvan 1/3 e sociale woningbouw en 2/3 e particulier bezit) 6. Eindhoven: Strijp-S (bedrijventerrein omvormen tot smart energieneutraal woon-werkgebied) 7. Eindhoven: innovatief aanbesteden verduurzaming gemeentelijke gebouwen 8. Enschede: Bothoven-Noord (herstructurering voormalig industriegebied met aangrenzende woonwijken) 9. Enschede: Reimarkt (mobiele advisering op maat voor particuliere woningbezitters en huurders) 10. Enschede: Energiecoöperatie Hof van Twente (lokale duurzame energievoorziening via gedeelde faciliteiten voor opwek en opslag) 11. Groningen: Power matching City to the People (opschaling van proeftuin naar 500 huishoudens) 12. Groningen: Noorderplatsoenbuurt (vooroorlogse woonwijk met 2.000 woningen die op eigen initiatief inzetten op energieneutraal worden per 2024) Fase 3A wordt uitgevoerd in 2015. Uiterlijk begin 2016 wordt Fase 3B opgestart om het einddoel te realiseren: de toepassing van innovatieve oplossingen voor gebruikers van minimaal 100.000 gebouwen in de deelnemende gemeenten vóór 2020. En als afgeleide: het bijdragen aan de energievoorziening van de toekomst in de gebouwde omgeving met actieve inzet en betrokkenheid van de mensen die er wonen en/of werken én het creëren van nieuwe bedrijvigheid en marktruimte voor innovatie. Pagina 6

Inleiding In 2014 is de Green Deal Smart Energy Cities uitgewerkt in inventarisaties van mogelijke projecten en projectlocaties, inventarisaties van toepasbare innovaties en een aanpak voor komende jaren. Met de vijf deelnemende gemeenten zijn 12 kickstartprojecten geselecteerd uit een inventarisatie van meer dan 50 beschikbare projecten waarin een of meerdere energie-innovaties kunnen worden toegepast en waarmee concreet invulling kan worden gegeven aan de Green Deal Smart Energy Cities. Het doel van de Green Deal dat gebruikers van minimaal 100.000 gebouwen in slimme wijken in de deelnemende gemeenten deze innovaties hebben toegepast vóór 2020 is ambitieus, maar lijkt haalbaar door parallel aan de uitvoering van de kickstartprojecten vervolglocaties te zoeken en selecteren waarin de beproefde aanpak, lessen en resultaten van de kickstart worden toegepast. Er zijn ca. 200 innovaties geïnventariseerd van slimme netten tot warmtepompen, van solarsystemen in bouwmaterialen tot smart aansturing van apparaten en grootschalige opslagsystemen. Innovaties die al op (heel) korte termijn grootschalig kunnen worden toegepast voor energietoepassingen in de gebouwde omgeving. Het werk van de deelnemende TKI s en van andere partijen in de afgelopen jaren begint dus al zijn vruchten af te werpen. Lang niet alle partijen zijn bekend met partijen die innovaties in de energiesector ontwikkelen en vice versa. En deze partijen weten elkaar ook zelden te vinden. Een marktfalen waardoor kansen voor verduurzaming van de energievoorziening blijven liggen en één van de belangrijke oorzaken van de zogenaamde valley of death voor deze innovaties. Het Green Deal consortium constateert dat in de implementatie van de verduurzaming en de toepassing van energie-innovaties een andere aanpak gevolgd moet worden die toepassingsruimte creëert voor innovaties en een moderne aanpak van projecten waarin de gebruikers een veel centralere rol vervullen. Een moderne aanpak van complexe projecten in een welhaast dichtgeregelde samenleving vergt vroegtijdige beschouwing van behoeften en randvoorwaarden van àlle partijen die betrokken zijn bij nieuwbouw- of renovatieprojecten in de gebouwde omgeving (van vergunningverlening tot en met netinpassing en implementatie in woningen). Een meer systematische en geïntegreerde aanpak voorkomt óók de eindeloze vertraging die vaak optreedt, wanneer de verschillende fasen van projectontwikkeling op seriële wijze worden aangepakt: eerst de ruimtelijke inpassing, daarna de technische engineering en dan pas de netinpassing en acceptatie door gebruikers op detailniveau. De 12 deelnemende partijen hebben elkaar en elkaars kwaliteiten en mogelijkheden het afgelopen jaar goed leren kennen. Hierdoor is er een wederzijds vertrouwen ontstaan en een stuwende kracht om de doelstellingen van de Green Deal Smart Energy Cities gezamenlijk te gaan halen. Dit vormt een goede basis om de verbinding te leggen met partijen die in Fase 3 in beeld komen, zoals projectontwikkelaars, woningbouwcorporaties, bouwbedrijven, installateurs en groepen van bewoners, eigenaren en gebruikers van gebouwen. Pagina 7

1. Doel en aanpak van de Green Deal Smart Energy Cities 1.1 Doel De Green Deal Smart Energy Cities beoogt gebruikers en eigenaren van gebouwen en (delen van) stadswijken in de gemeenten die deelnemen aan deze Green Deal te voorzien van (bijna) marktrijpe innovatieve oplossingen voor slimme, decentraal georiënteerde energievoorzieningen. Dat betreft niet alleen innovaties voor energiebesparing en toepassing van lokale, duurzame energiebronnen en nieuwe energiediensten, maar ook het optimaliseren en waar mogelijk combineren van infrastructuren voor warmte, koude en elektriciteit. De Green Deal opereert niet vanuit de aanbodzijde alleen, maar activeert en mobiliseert bewoners en eigenaren via moderne methodes van sociale innovatie. Het past tevens in een trend waarin burgers en (kleine) bedrijven of andere organisaties hun eigen energievoorziening organiseren, met nu al bijna 500 lokale (duurzame) energie-initiatieven 2. De activiteiten voor deze Green Deal beslaan de periode zomer 2013 tot eind 2019. Het beoogde effect van de Green Deal is drieledig: 1. een versnelde overgang naar een slimmere en op duurzaamheid gebouwde energievoorziening 2. het bewust betrekken en activeren van bewoners, gebruikers, consumenten van de gebouwen 3. meer banen, door versneld marktrijp en concurrerend maken van innovatieve concepten, producten en diensten. Eind 2019 zullen gebruikers van minimaal 100.000 gebouwen gebruik maken van innovatieve oplossingen om hun energievoorziening slimmer en duurzamer te maken. Die opschaling komt tot stand met betrokkenheid van de gebruikers om effect en impact op locatie zo groot mogelijk te laten zijn. Tegelijkertijd creëert de Green Deal marktvolume voor de bedrijven achter die 200+ innovatieve oplossingen om hun innovaties op grote(re) schaal toe te passen. Daarmee vormt de Green Deal een logische en zeer gewenste vervolgstap op kleinschalige labs, proeftuinen en pilots, bijvoorbeeld op het gebied van lokale opwek, energieopslag, smart grids en energiebesparing. Deze proeftuinen zijn veelal mogelijk gemaakt met bijdragen van nationale overheid en betreffen in de meeste gevallen slechts ca. 50-500 gebruikers 3. Innovaties die eerder op kleine schaal werden ontwikkeld krijgen in deze Green Deal de kans door te breken op grotere schaal bij te dragen aan duurzaamheid en economie, eerst in Nederland, maar daarna ook daarbuiten. De Green Deal geeft invulling aan de doelstellingen van het Energieakkoord duurzame groei 4 op de volgende pijlers: Pijler 1: Energiebesparing (met name in de gebouwde omgeving) Pijler 3: Stimuleren van decentrale energie Pijler 4: Het energietransportnetwerk gereed maken voor een duurzame toekomst Pijler 9: Stimulering van de commercialisering voor groei (en export). 2 http://www.hieropgewekt.nl/initiatieven 3 http://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/intelligente-netten 4 http://www.energieakkoordser.nl/ Pagina 8

1.2 Fasering Het programma Opschaling Slimme Energieconcepten kent een drietal fasen: Fase 1 was de opmaat naar de Green Deal Smart Energy Cities. De eerste gesprekken zijn gestart in de zomer van 2013. Deze fase is afgesloten met de ondertekening van deze Green Deal tijdens de Innovatie Estafette op 12 november 2013. Fase 2 heeft gelopen van november 2013 tot en met december 2014. Voor deze fase zijn kwartiermakers aangesteld die tot taak hebben om het opschalingsprogramma uit te werken, concrete projecten voor de periode 2015-2019 te selecteren en de opzet te formuleren voor de organisatievorm waaronder de bedoelde opschaling in Fase 3 kan plaatsvinden. Fase 3 betreft de uitvoering van het opschalingsprogramma waarin concrete projecten worden uitgevoerd om de doelstelling te realiseren. In 2015 (Fase 3a) worden 1-2 projecten per deelnemende gemeente uitgevoerd en kunnen nieuwe partners toetreden, in de periode 2016-2019 volgen tientallen projecten met een totaal van 100.000 gebouwen (particulier, sociale woningbouw, flats/appartementen, maar ook andere gebouwen zoals scholen, winkels en openbare gebouwen) en hun gebruikers. De projecten worden vanuit het Green Deal consortium actief begeleid door de inzet van innovatiecoaches en creative producers. Daarnaast worden best practices tussen de deelnemende partijen in deze Green Deal gedeeld; niet alleen van concrete renovatieprojecten maar ook van bijvoorbeeld inkoopprocessen, wet- en regelgeving, stimuleringsmaatregelen, dataverzameling en innovatieve concepten zoals een supermarkt voor energiebesparing. 1.3 Fase 1: Initiatie De Green Deal Smart Energy Cities is op 12 november 2013 getekend door Netbeheer Nederland, het Ministerie van Economische Zaken, vijf gemeenten (Amsterdam, Arnhem, Eindhoven, Enschede en Groningen), vier topconsortia voor kennis en innovatie (TKI s) van de topsector Energie (Switch2SmartGrids, EnerGo, Solar Energy, Power2Gas) en door CLICKNL, het TKI van de topsector Creatieve Industrie. De deelnemende partijen willen met deze Green Deal een extra impuls geven aan energiebesparing en de verduurzaming van de (lokale) energievoorziening door via publiek-private samenwerking een grootschalige uitrol van nieuwe concepten, producten en diensten te versnellen. Het is de gezamenlijke ambitie om marktruimte voor energie-innovaties producten, diensten en concepten te creëren die de transitie in de energiesector een versnelling geven. Onderdeel van deze transitie is de omslag van de huidige centrale energievoorziening naar een deels lokale, hybride energievoorziening. Daarbij staan lokale opwek en opslag van energie (warmte, koude en elektriciteit) Pagina 9

op huis-, straat- en wijkniveau centraal op een dusdanige manier dat een stabiele energie-infrastructuur kan worden gegarandeerd tegen optimale lokale investeringen. Het unieke van de Green Deal Smart Energy Cities is dat niet de gebouwen centraal staan, maar dat optimalisatie van de energievoorziening wordt ingevuld in de onderlinge context van deze gebouwen. Dat is niet alleen de context van de wijk of het stadsdeel waarin deze gebouwen staan, maar ook de context van de bewoners, de gebruikers en de eigenaren van die gebouwen. De Green Deal Smart Energy Cities draait daarbij niet om pilots, maar om doorvoeren van innovaties op grote schaal die op meerdere locaties kunnen worden toegepast. Technologische innovaties in producten, systemen en netten, maar ook de sociale innovatie van aanpak, draagvlak en betrokkenheid. Oplossingen creëren en implementeren die gebruikers en eigenaren zelf willen en niet worden opgelegd. 1.4 Fase 2: Kwartier maken Fase 2 is gestart kort na de ondertekening van de Green Deal Smart Energy Cities en is begin 2015 afgerond met de oplevering van dit rapport. In deze fase is een inventarisatie gemaakt van de kansrijke projecten en projectlocaties binnen de vijf betrokken gemeenten en van de (bijna) marktrijpe innovaties uit de Topsector Energie (4 TKI s) en de Topsector Creatieve Industrie (1 TKI). Voor de betrokken gemeenten zijn de lokale netbeheerders via Netbeheer Nederland aangesloten om de koppeling te leggen met het verslimmen van de energienetten en deze in te richten op het veranderende energiesysteem. Netbeheer Nederland heeft tevens een overzicht gemaakt van leerervaringen in 31 smart grid proeftuinen en deze gerubriceerd in 8 thema s 5. Met de inventarisaties van locaties en van innovaties is de basis gelegd voor een waaier van kansrijke projecten, locaties, toepasbare, innovatieve technieken en de daarbij behorende uitvoeringsaanpak: gericht op de eindgebruikers en met betrokkenheid van bedrijven, die de innovaties zullen implementeren en vermarkten. Concrete resultaten van Fase 2 zijn: 12 kickstartprojecten vanuit de deelnemende gemeenten geselecteerd uit een inventarisatie van meer dan 50 mogelijke projecten, die bijdragen aan de doelstelling van de verduurzaming van 100.000 gebouwen per eind 2019. Het betreft een goede mix van breed toepasbare innovatieve aanpak en locatiegebonden projecten. De locatiegebonden projecten omvatten woonhuizen in zowel particuliere als sociale woningbouw, bedrijfsgebouwen, kantoren, winkels, ziekenhuizen, scholen en verpleeghuizen. De projecten zijn veelal renovatieprojecten. De 12 kickstartprojecten worden in 2015 naar een uitvoeringsniveau gebracht en bieden perspectief op een bredere waaier van projecten waarmee de beoogde 100.000 gebouwen worden gerealiseerd. Ruim 200 innovaties voor producten en diensten in en om gebouwen en oplossingen voor gebiedsgerichte benaderingen zijn geïnventariseerd bij de deelnemende TKI s, de betrokken gemeenten en Netbeheer Nederland. Hieronder zijn ook commerciële (in de markt ontwikkelde) 5 Netbeheer Nederland heeft inmiddels een nieuwe inventarisatie van 79 projecten smart projecten gemaakt, zie http://www.energyvalley.nl/energy-valley/nieuws/uit-smart-grid-proeftuinen-kan-in-2015-flink-worden-geoogst Pagina 10

innovaties en bedrijfsaanpakken opgenomen. De selectie is gemaakt op basis van technology readiness levels (TRL), marktrijpheid en opschaalbaarheid. Betrokkenheid vanuit creatieve industrie leidt tot andere manier van denken over rol van gebruikers/consumenten, aanpak van projecten, waarde van sociale innovatie en veel kortcyclischer opereren dan gebruikelijk in de energiesector. Met de ondertitel Smart Energy Citizens als centrale leus van de Green Deal. Betrokkenheid heeft zich vertaald in het programma Create Energy dat binnen de topsector Creatieve Industrie wordt ingericht t.b.v. de ondersteuning van de Green Deal Smart Energy Cities. Voor het uitvoeringsprogramma is een Plan van Aanpak opgesteld om in de komende jaren tot realisatie te komen (Fase 3), inclusief een voorstel voor de organisatie hiervan. De 12 deelnemende partijen zijn bekend geworden met elkaars vocabulaire en elkaars wijze van werken. Beschikbare kennis en ervaringen zijn in workshops e.d. met elkaar gedeeld. Zonder een aangepaste organisatie die specifiek is gericht op het vermarkten van duurzame energieinnovaties door het creëren van schaalgrootte zal de gewenste energietransitie niet of veel trager van de grond komen. Daarbij is ook helder dat het Green Deal consortium er niet alleen voor staat. Er zijn meerdere parallelle initiatieven in Nederland waarbij het zinvol is om mogelijke samenwerking te onderzoeken, bijvoorbeeld met De Stroomversnelling, met meerdere Nul-op-de-meter -trajecten en duurzaamheidsprogramma s van lokale en regionale overheden. Ten eerste omdat er veel parallellen bestaan tussen dit initiatief en de Green Deal Smart Energy Cities. En ten tweede omdat er sprake is van complementariteit die beide initiatieven kan versterken. En natuurlijk om dat het slagkracht en impact van beide initiatieven kan vergroten. Fase 2 heeft inzichtelijk gemaakt waarom innovaties en inzicht in nieuwe concepten niet spontaan worden toegepast en waarom zoveel nieuwe mogelijke toepassingen sneuvelen in de valley of death. In fase 2 is het effect van marktfalen veelvuldig besproken. De beelden over kostenefficiënte netinpassing, de noodzaak voor kennisdeling en communicatie en de ideeën over de wensen van gebruikers zijn heel verschillend. Marktfalen, ook bekend bij andere sectoren, heeft tot gevolg dat, nog los van de financierbaarheid van projecten, 70-90% van de innovaties de markt niet bereikt (zogenaamde valley of death ). Projectontwikkelaars en andere (lokale) stakeholders zijn onbekend met de meeste innovaties, terwijl bedrijven die beschikken over (bijna) marktrijpe innovaties vaak onvoldoende aansluiting vinden bij actuele projecten. Daarnaast zijn weinig gebruikers bekend met slimme energieconcepten. Het resultaat is, dat innovaties dan vastlopen of in de la verdwijnen omdat er geen of niet tijdig een launching customer of project wordt gevonden. De Green Deal is opgezet om de brug te slaan over deze valley of death : partijen die innovaties beschikbaar hebben, wordt een potentiele afzetmarkt van 100.000 Pagina 11

gebouwen en hun gebruikers en eigenaren aangeboden, partijen die bijvoorbeeld renovatieprojecten opzetten worden gestimuleerd nieuwe innovaties toe te passen om stadsdelen te verduurzamen. Fase 3 van de Green Deal probeert langs twee routes dit marktfalen te beperken. De daarbij behorende rol van de centrale overheid is niet langer traditioneel-regulerend, maar meer faciliterend in de borging van de publieke belangen (verduurzaming, kosten van publieke netten e.d.). De rol van de betrokken lokale overheden is activerend, agenderend, verbindend en participerend. De gebouwen in de gemeente zijn geen eigendom en de gemeente zoeken andere wegen om stakeholders te verbinden aan de eigen beleidsdoelstellingen. In de transitie naar een nieuw, decentraler systeem van energievoorziening zal daarom aangesloten worden bij de netwerkvorming en samenwerking met veel verschillende stakeholders. Dit past ook in de ontwikkelingen van de hedendaagse economie. 1.5 Fase 3: Grootschalige implementatie Fase 3 betreft de uitvoering van het Programma Grootschalige Implementatie Slimme Energieconcepten. Fase 3 wordt uitgebreid beschreven in hoofdstuk 3 en zal in twee etappes worden uitgevoerd. In fase 3A worden de kickstartprojecten uitgevoerd, wordt vervolgprojecten geïdentificeerd en geselecteerd, treden nieuwe partners toe tot de Green Deal. Fase 3A loopt naadloos over in fase 3B waarbij de in de kickstartprojecten beproefde aanpak wordt doorvertaald naar de vervolgprojecten en het doel van een marktvolume van tenminste 100.000 gebouwen wordt gerealiseerd. De kickstartprojecten zijn noodzakelijk om de ontworpen werkwijzen in de praktijk te brengen en aan te scherpen. Om de bereidheid van projecteigenaren en stakeholders te verkennen om de aangeboden ondersteuning in te zetten. En om de wisselwerking tussen de topsectoren energie en creatieve industrie te operationaliseren op een manier dat oplossingen worden gecreëerd die door consumenten, gebruikers, burgers en eigenaren gewenst worden, mét hen zijn ontworpen en gerealiseerd en leidt tot betere concepten, producten en diensten die nationaal en internationaal hun weg naar de markt vinden. Slaagt het consortium daarin dan wordt niet alleen een bijdrage geleverd aan Smart Energy Cities - concepten, maar wordt ook de ondertitel Smart Energy Citizens gerealiseerd. Pagina 12

2. Resultaten fase 2 2.1 Samenvatting van de belangrijkste resultaten Fase 2 was een verkennende fase waarin partijen vertrouwd zijn geraakt met elkaar en elkaars manier van werken en waarin een inventarisatie heeft plaatsgevonden van projecten die kunnen bijdragen aan de doelstellingen van de Green Deal Smart Energy Cities. Tevens is een Plan van Aanpak beschreven voor het opschalingsprogramma van Fase 3. Hieronder een korte samenvatting van de resultaten. Een lijst van 12 kickstartprojecten met een doorkijk naar ruim 50 projecten binnen de deelnemende gemeentes die in potentie kunnen bijdragen aan de doelstelling van de verduurzaming van (stadsdelen met) in totaal 100.000 gebouwen. De projecten waar al concrete realisatie van voorzien is, tellen op tot 37.500 gebouwen die zullen worden verduurzaamd in de periode tot en met 2019. Elke deelnemende gemeente heeft daarbij projecten geïdentificeerd die in 2015 naar een uitvoeringsniveau kunnen worden gebracht in de context van de Green Deal. Het overzicht van de 12 kickstartprojecten wordt beschreven in het volgende hoofdstuk. Een overzicht van ruim 200 innovaties en proeftuinen van producten en diensten in en om gebouwen en oplossingen voor gebiedsgerichte benaderingen, gebaseerd op een inventarisatie door de deelnemende TKI s, de deelnemende gemeenten en Netbeheer Nederland. Tijdens de inventarisatie zijn ook zo veel mogelijk in de markt ontwikkelde innovaties en bedrijfsaanpakken geïdentificeerd, ook als dit zonder betrokkenheid van een TKI is gerealiseerd. Een overzicht van de belangrijkste innovaties is te vinden in bijlage F Overzicht innovaties. Een Plan van Aanpak voor een opschalingsprogramma is opgesteld om in de komende jaren te worden uitgevoerd (Fase 3). Dit opschalingsprogramma is in meer detail beschreven in Hoofdstuk 3. Delen van kennis en ervaringen. Kennisdeling heeft in verschillende vormen plaatsgevonden, o.a. in de vorm van de overzichtskaart intelligente netten opgesteld in opdracht van Netbeheer Nederland, thematische factsheets opgesteld door de deelnemers en kwartiermakers, tijdens Create Energy bijeenkomsten en door het presenteren en uitwisselen van kennis tijdens de plenaire bijeenkomsten van de partners in deze Green Deal. Gedurende fase 2 is ook helder geworden dat het Green Deal consortium er niet alleen voor staat. Er zijn meerdere parallelle initiatieven in Nederland waarbij het zinvol is om mogelijke samenwerking te onderzoeken, bijvoorbeeld met De Stroomversnelling, met meerdere Nul-op-de-meter -trajecten en met duurzaamheidsprogramma s van lokale en regionale overheden. Samenwerking is zinvol omdat er veel parallellen bestaan tussen deze initiatieven en de Green Deal Smart Energy Cities. Maar vooral ook omdat de complementariteit beide initiatieven kan versterken, zowel in uitvoering als in financiering. En natuurlijk omdat het slagkracht, impact en slaagkans van beide initiatieven vergroot. Tegelijkertijd is het ook van belang om tot actie over te gaan. De Green Deal Smart Energy Cities zal dat in 2015 doen via de kickstartprojecten en parallel de samenwerking uit te werken. Pagina 13

2.2 Via de gemeenten inzicht in lopende en geplande projecten Met de deelnemende gemeenten zijn mogelijke projectlocaties verkend. De projecten die onderdeel zijn van de inventarisatie in fase 2 zijn zeer divers wat betreft locatie, aantal en soort gebouwen en mogelijk toepasbare innovaties. Ze bieden voldoende overlap om te leren over de uitrol in verschillende contexten. De innovaties die ingebracht zijn in de projecten richten zich op: gedragsverandering en het vergroten energiebewustzijn, op vraagsturing, op balanceren van energiestromen, inpassen duurzame bronnen, inzetten duurzame warmte en realiseren van energie-neutrale of zelfs all-electric wijken. De locaties en gebouwen die ingebracht zijn bieden een goede mix van kantoorgebouwen tot particuliere en sociale woningbouw, bedrijfsgebouwen, winkels, tot ziekenhuizen, verpleeghuizen en scholen en zelfs één dierentuin. Juist die mix van gebouwen, innovaties en bewoners vergt een alternatieve moderne aanpak. Een deel van de projecten is expliciet gericht op grootschalige uitrol van innovaties en/of repliceerbaarheid. De overige projecten worden aanvankelijk op kleinere schaal uitgevoerd, maar zijn geschikt om het startpunt te vormen voor een grootschalige uitrol. Alle projecten hebben de uitdrukkelijke ambitie om bij te dragen aan maatschappelijke verduurzamingsdoelen. Een overzicht van de 12 geselecteerde kickstartprojecten is opgenomen in paragraaf 3.8 en uitgebreider beschreven in bijlage E. In bijlage D is een overzicht van de geïnventariseerde projecten opgenomen, dat in onderstaande tabel gecomprimeerd wordt weergegeven. GD Gemeente Beleid Onderzoek Opschaling Pilot Verkenning Totaal #gebouwen Amsterdam 0 0 11 2 0 13 14400 Arnhem 0 0 13 0 0 13 1730 Eindhoven 1 0 9 0 0 10 6602 Enschede 0 0 11 0 4 15 4065 Groningen 1 5 5 1 1 13 10862 Totaal 2 5 49 3 5 64 37659 Tabel 1 Longlist projecten en aantal gebouwen per gemeente 2.3 Via de netbeheerders leren van hun lessen uit proeftuinen Netbeheerders werken samen met diverse partijen aan een de toekomstige energievoorziening. Via hun centrale positie en hun verantwoordelijkheid voor een betaalbare, betrouwbare en duurzame energievoorziening willen zij in een zo vroeg mogelijk stadium betrokken zijn bij ontwikkelingen die impact hebben op het energienet. Netbeheerders zijn vaak partner bij proefprojecten met innovatieve technieken, om met de ervaring en kennis die daarmee wordt opgebouwd over de invloed op het net tot meer optimale oplossingen te komen. De netbeheerders, verenigd in Netbeheer Nederland zijn met vele betrokken partijen (zoals overheden, politiek, (energie)marktpartijen, de bouw- en installatiewereld, etc.) in gesprek over de dilemma s en vragen die de energietransitie met zich meebrengt en te verkennen waar oplossingen aanlopen tegen maatschappelijke, financiële of technische grenzen. Pagina 14

Netbeheer Nederland zorgt daarnaast voor het ontsluiten van kennis via bijvoorbeeld de overzichtskaart slimme netten en de bijbehorende waaier. Inmiddels heeft Netbeheer Nederland het initiatief genomen om te komen tot een kenniscentrum van projecten die relevant zijn voor of impact hebben op de betrouwbaarheid van het energiesysteem. Verder willen netbeheerders met hun ervaring en expertise een belangrijke rol vervullen als aanjager van nieuwe ontwikkelingen en door vroegtijdige betrokkenheid bij innovatieve projecten het elektriciteits- en gasnet zo optimaal mogelijk in te richten en af te stemmen op de toekomstige energievoorziening in Nederland. In Fase 2 heeft Netbeheer Nederland namens de Nederlandse netbeheerders invulling gegeven aan het actief delen van kennis op programmaniveau. Bovendien was Netbeheer Nederland de penvoerder van de partijen voor het opschalingsprogramma en heeft een inventarisatie gemaakt van de leerervaringen van 31 smart grids proeftuinen, en deze ervaringen verdeeld in 8 categorieën. 6 Figuur 1 Netbeheer Nederland: overzicht proefprojecten Intelligente Netten (segment) 6 Netbeheer Nederland heeft inmiddels een nieuwe inventarisatie van 79 projecten smart projecten gemaakt, zie http://www.energyvalley.nl/energy-valley/nieuws/uit-smart-grid-proeftuinen-kan-in-2015-flink-worden-geoogst Pagina 15

2.4 Via de TKI s inzicht in toepasbare energie-innovaties Het consortium wordt gesteund door 4 topconsortia voor kennis en innovatie (TKI s) van de topsector Energie. Zij hebben inzicht in de laatste stand van innovaties en te verwachten innovaties die voort zullen komen uit hun innovatieprogramma. Ook de markt zit niet stil. Praktische innovaties van MKBers en grote bedrijven worden versterkt met regelingen als de Demonstratieregeling Energie Innovaties die mede dankzij het Energieakkoord aan omvang en impact hebben gewonnen. Gedurende fase 2 zijn ruim 200 verschillende innovaties en proeftuinen geïnventariseerd die de transitie van een centrale energievoorziening naar een slimme, meer duurzame, lokale energievoorziening ondersteunen. Met onderstaande figuren wordt die transitie geïllustreerd. Figuur 2 Centralistische Energievoorziening anno 2014 Figuur 3 Naar een toekomstige "glocalized" energievoorziening 2030 Pagina 16

Vele innovaties samen dragen bij aan deze grote transitie. Daarin hangen productie en gebruik van energie slimmer en interactiever samen, met daarbij opslag en slimme regelingen om dit duurzaam, betrouwbaar en betaalbaar te doen. En dat ook nog zodanig geïntegreerd in gebouwen, gebieden en infrastructuur dat dit toepasbaar wordt in de bestaande gebouwde omgeving. Dit wordt geïllustreerd in de volgende figuren: Figuur 4 De weg naar glocal in actielijnen Topsector Energie Figuur 5 Innovatielijnen TKI EnerGo met als doel bestaande bouw naar E=0 per 2050 Pagina 17

Figuur 6 Noodzaak voor opschaling naar gebiedsniveau (TKI EnerGo) In fase 2 van de Green Deal heeft een inventarisatie plaats gevonden van innovatieve producten, diensten en proeftuinen. Een overzicht van de innovaties is te vinden in de bijlage Overzicht innovaties. In dit overzicht is per innovatie een korte omschrijving opgenomen, evenals contact gegevens voor het verkrijgen van meer informatie. De 3 TKI s EnerGO, Switch2SmartGrids en Solar Energy hebben gezamenlijk 90 innovaties aangeleverd, die grotendeels mede gefinancierd zijn via hun programma. Deze TKI s werken inmiddels samen in het programma ideego (innovatie Duurzame Energie en Energiebesparing Gebouwde Omgeving). De innovaties van deze TKI s zijn geordend naar de programmalijnen van ideego: 1. Zonnestroom (PV) systemen 2. Compacte conversie en opslag van thermische energie (warmte, koude) 3. Multifunctionele bouwdelen 4. Energieregelsystemen en diensten 5. Flexibele energie infrastructuur. Het TKI Gas werkt veelal aan innovaties op langere termijn dan de deadline voor deze Green Deal en ook aan toepassingen buiten stedelijke omgevingen. Een voorbeeld van langere termijn innovatie is power2gas. Innovaties in groen gas productie vinden in buitengebieden plaats. Deze innovaties zijn hier niet opgenomen. Slim gebruik van gas tijdens de transitie van gasnetten binnen de gebouwde omgeving is wel opgenomen en valt onder de al genoemde (ideego) programmalijn 5. Flexibele energie infrastructuur. Onder de programmalijn "2. Compacte conversie en opslag van thermische energie" wordt daarnaast gewerkt aan hoog efficiënte warmtepompsystemen op (deels) gas. Pagina 18

Een deel van de innovaties in Nederland komt tot stand zonder gebruik te maken van nationale of internationale subsidies. Een inventarisatie gemaakt tijdens twee matchmaking middagen georganiseerd door een van de deelnemende gemeentes heeft tot 32 additionele innovaties geleid. Sommige van de leveranciers van innovaties oplossingen zijn lokaal actief, anderen (inter)nationaal. Tenslotte is er nog een groot aantal proeftuinen gerealiseerd. Naast de IPIN proeftuinen zijn er ook nog proeftuinen gefinancierd via regelingen van RVO, of zijn rechtstreeks door netbeheerders gefinancierd. In totaal leverde de inventarisatie meer dan 120 innovatieve producten en diensten, en meer dan 80 oplossingen die in de praktijk getoetst zijn. Onderstaande tabel geeft op hoofdlijnen een categorisering van de innovaties. Detailinformatie is in de bijlage beschikbaar. Lijn Type (ideego indeling) Aantal vanuit TKI s Aantal vanuit gemeenten Aantal uit andere programma's*) Totaal 1 Zonnestroom (PV) systemen 3 1 4 2 Compacte conversie en opslag van 3 3 6 thermische energie 3 Multifunctionele gebouwdelen 22 1 23 4 Energieregelsystemen en diensten 41 12 29 82 5 Flexibele energie-infrastructuur 21 7 28 6 Overige projecten 8 52 60 Totaal 90 32 81 203 *) proeftuinen onder andere via RVO, Netbeheerders Het vertalen van de bruikbaarheid van deze innovaties in een specifieke projectsetting/locatie vormt een kernactiviteit in fase 3. 2.5 De waarde van de creatieve industrie: een andere aanpak en focus Uniek aan de Green Deal Smart Energy Cities is de samenwerking tussen de topsector Energie en de topsector Creatieve Industrie. Essentieel voor succesvolle opschaling binnen de Green Deal projecten is dat de gekozen aanpak en oplossingen in de lokale context ontworpen worden rond de bewoners, eigenaars en gebruikers van de gebouwen. De gebruikers staan centraal. Deze benadering is binnen de energiesector zeker niet gebruikelijk, omdat men gewend is voor de gebruiker (eindgebruiker/ aansluiting) oplossingen in te regelen, zelf technologie te kiezen, te investeren en de infrastructuur in te regelen. Oplossingen zijn dan ook vaak technologie en infrastructuur gedreven (push) en zeker niet klantspecifiek of klantgedreven (pull). Figuur 7 What's Missing? (Foto: Kate Phillips, Magnum Photos) Pagina 19

De topsector Creatieve Industrie heeft de Green Deal ondertekend via CLICKNL, het topconsortium voor kennis en innovatie (TKI) van de creatieve industrie. Anders dan de TKI s van de topsector Energie vertegenwoordigt CLICKNL de breedte van de topsector Creatieve Industrie en beperkt zich niet tot specifieke thema s en tenders. CLICKNL heeft zich daartoe georganiseerd rond 6 sterke netwerken, gericht op onderzoek en innovatie. Die netwerken hebben ieder een achterban in bedrijfsleven, onderzoekers en overheden. Zij kunnen snel schakelen met de achterban om per project te bekijken welke toegevoegde waarde geleverd kan worden. Figuur 8 Netwerken van TKI CLICKNL De Green Deal Smart Energy Cities wordt specifiek ondersteund vanuit de netwerken: CLICKNL Media&ICT en CLICKNL Gaming: beide richten zich op het ontwikkelen van digitale diensten. Innovatie rond communicatie, media, internetplatforms en gaming wordt vanuit deze netwerken ondersteund. Met maximale inzet van beschikbare technologie en inzichten in gebruikersacceptatie van sites, apps, social media, cloud en crowd. De netwerken brengen oplossingen rond (big) data, internet-of-things, slimme algoritmes, smart en social media, applied gaming, augmented en virtual reality interactie/interface design, visualisatie, etc. CLICKNL Design stimuleert de impact van design op innovatie, door te ontwerpen met oog voor context en samenhang van people, technology en business en dit te vertalen in (innovatie van) werkende producten, diensten en systemen. Gebruikersgedreven en multidisciplinair. Service Design en Design Thinking zijn methoden die direct in de Green Deal projecten kunnen worden toegepast, zowel in de aanpak van wijkprojecten als in het doorontwikkelen van innovatieve producten, diensten en systemen. Met altijd een centrale rol voor de gebruiker. CLICKNL Built Environment is een evenknie voor de TKI Energo. Built Environment verbindt disciplines als architectuur, interieurarchitectuur, stadontwerp, stedenbouw, ruimtelijke ordening, tuinontwerp, landschapsarchitectuur, gebouwd erfgoed en bouwtechnologisch ontwerpen, product- en projectontwikkeling. Expertise vanuit dit netwerk helpt bij het ontwerpen van oplossingen op gebieds-, wijk- en gebouwniveau. Pagina 20

CLICKNL Cultural Heritage (monumenten/erfgoed) en Next Fashion (smart clothing, solar) zijn vanuit hun invalshoek zeker geïnteresseerd in de energievraagstukken, maar minder direct betrokken bij de Green Deal Figuur 9 Waardepropositie Creatieve Industrie op hoofdlijnen CLICKNL introduceert Creative Producers binnen de Green Deal, die de match maken tussen soort project en de beste manier waarop de creatieve industrie daarin kan bijdragen. Die locatie-eigenaren, innovatie-eigenaren én gemeenten bijstaan en adviseren over het ontwerp van het project. Dat kan gaan over het gebied en de gebouwen, over de producten en diensten die daar kunnen worden toegepast, maar vooral ook over de manier waarop de eigenaren, bewoners en (beoogd) gebruikers van het gebied bij het project kunnen worden betrokken. Daarnaast spant CLICKNL zich in voor de realisatie van een Nederlandbreed Energiedata-platform op basis waarvan diensten kunnen worden ontwikkeld naar gebruikers/klanten, communities, netbeheerders, energiebedrijven en andere stakeholders. Ontwikkelingen rond slimme meters, slimme thermostaten en andere smart devices krijgen daardoor een impuls. Met TNO en betrokken bedrijven wordt invulling gegeven aan de kansen die hier liggen of gaan ontstaan. Met gemeente Amsterdam wordt opschaling en uitbouw van de Energieatlas als eerste aangepakt. De inbreng vanuit TKI CLICKNL richt zich daarmee vooral sociale innovatie, op een ander ontwerp en aanpak van de projecten die de transitie in de energiesector ondersteunen, die de kracht van het betrekken van de bewoners/gebruikers benut, hen centraal zet en daarbij technologie en beschikbare expertise benut. Pagina 21

2.6 Via ministeries van beleid naar realisatie in de praktijk De Green Deal Smart Energy Cities is gericht op projecten, die aansluiten bij het SER Energieakkoord: Pijler 1: Energiebesparing (met name in de gebouwde omgeving), pijler 3: Stimuleren van decentrale energie pijler 4: Het energietransportnetwerk gereed maken voor een duurzame toekomst en pijler 9: Stimulering van de commercialisering voor groei (en export). Door de grootschalige toepassing van slimme energieconcepten (producten en diensten) zullen te voorziene extra kosten voor energiegebruikers (en belastingbetalers) vermeden kunnen worden. Zonder stimulans en gecoördineerde actie om deze concepten toe te passen zijn aanzienlijke risico s en kosten voor netverzwaring te verwachten. Via de aansluitkosten komen deze extra en te vermijden kosten bij de energiegebruiker terecht. Indicatieve berekeningen en analyses becijferen dat het hier gaat om kosten met een ordegrootte van enkele duizenden Euro s per jaar per huishouden 7. De voorgestelde benadering vanuit de Green Deal adresseert de huidige situatie, waarin er niet één duidelijk belanghebbende in de markt is aan te wijzen die deze risico s en kosten eigenstandig kan en wil voorkomen. Beleidsmatig is de Green Deal Smart Energy Cities relevant voor meerdere departementen en dan met name EZ, BZK en I&M. Op hooflijnen richt de beleidsmatige aandacht zich op: EZ, BZK en (wellicht) I&M: gecoördineerde facilitering en ondersteuning van de Smart Energy Cities benadering en de uitvoering van icoonprojecten in fase 3A; EZ, innovatie & verdienvermogen: programmering topsectorenbeleid en uitrol innovatieketen: toepassingen in demo-projecten, valorisatie en opschaling van nieuwe producten en diensten; EZ, Netbeheer Nederland en I&M: netinpassing van nieuwe energie- en energieopslagtechnologieën (b.v. EV, opslag, etc.) EZ: benodigd reguleringskader voor de energietransitie aanpassing van regelgeving voor wat betreft smart grids (vraagsturing, flexibele tarieven, toegankelijkheid energiedata), lokale opwek ( postcoderoos projecten) en uitvoering van experimenten (incl. toepassing van regelluwe zones); EZ: innovatieve inkoopstrategieën (t.b.v. strategische en systematische benaderingen van projectontwikkeling) EZ, BZK: inzicht in consumentengedrag en gebruikersacceptatie t.b.v. energiemaatregelen gericht op bewustwording en besparing bij bewoners en gebruikers; BZK: ontwikkeling naar een energiezuinige bestaande woningvoorraad middels specifiek daarop gerichte renovaties; BZK: aanpassing reguleringskader voor woningcorporaties (toestaan van nieuwe aan Smart Energy Cities gelieerde toepassingen, inrichting regelluwe zones); BZK: gebruik van toegankelijke energiedata; Er bestaat behoefte aan een gecoördineerde en consistente ondersteuning vanuit de departementen en hun uitvoerders van de voor fase 3A geselecteerde icoonprojecten. Naar verwachting zal de betrokkenheid van de departementen vooral liggen bij de coördinatie van regelgeving, toestaan van experimenten (b.v. bij regelluwe zones) en gedeeltelijke financiële ondersteuning van een nieuwe Smart Cities aanpak van geselecteerde icoonprojecten. 7 Informatie uit een berekening van Alliander voor de renovaties van woonwijk Presikhaaf in Arnhem. Pagina 22

2.7 Voorgestelde benadering na de ervaringen van Fase 2 De belangrijkste bevindingen uit de tweede fase bevestigen de noodzaak om voor complexe 21e eeuwse probleemstellingen nieuwe, passende aanpakken en organisatievormen te vinden om alle doelstellingen en randvoorwaarden van de verschillende betrokken stakeholders gelijktijdig te kunnen accommoderen in de uitwerking van probleemstelling én oplossing per locatie. Het nieuwe concept of apparaat moet worden vermarkt, verouderde bestaande gebouwen en woningen dienen voor hergebruik geschikt gemaakt te worden, benodigde renovaties en netverzwaringen dienen zo kostenefficiënt mogelijk te worden uitgevoerd, kennis over nieuwe (veelal ook: ICT-)toepassingen dient te worden beproefd, en alle bestaande stakeholders moeten vanaf het begin bij de uitwerking worden betrokken om tot een gedragen project te komen en de doorlooptijden te beheersen. Daarnaast bestaan nog vele sectorale doelstellingen zoals sociale cohesie, betaalbaarheid, schoon, comfortabel, toekomstbestendig, zorgvoorbereid en veilig die in de aanpak geïntegreerd worden omdat deze voor bewoners en eigenaren minstens even relevant zijn als de verduurzaming of de energiedoelstelling. En zonder de actieve medewerking (participatie) van de eindgebruikers mislukt het project waarschijnlijk alsnog. De beoogde aanpak integreert en verbindt meerdere invalshoeken: Ruimtelijke inpassing van de in een ontwerp vertaalde probleemstelling (gemeenten, eigenaren, overige stakeholders); Functionele inpassing van energie-innovaties (concepten, apparaten, gebouwen, gebieden) van de in een ontwerp vertaalde probleemstelling (TKI s, EZ, BZK); Netinpassing van de in een ontwerp vertaalde probleemstelling (netbeheerders, anderen); Regulatorische inpassing (overheden, toezichthouders) Maatschappelijke inpassing in de vorm van acceptatie door gebruikers van de in een ontwerp vertaalde probleemstelling (bewoners, gebruikers, consumenten). Gelet op alle verschillende invalshoeken wekt het geen bevreemding, dat het veel tijd kost voordat al die verschillende stakeholders met al hun verschillende expertises zich met elkaar willen verstaan om uit te vinden welke inspanningen geleverd moeten worden om hun eigen belang (en dat van alle betrokkenen) zo goed mogelijk te bedienen. En als dan ook de gebruikers eerst verleid moeten worden om te overwegen de door hen te betalen nieuwe concepten of toepassingen te gaan gebruiken, is meer dan goede wil nodig. Niet voor niets vergt de uitvoering van grote werken in de huidige dichtgeregelde samenleving steeds meer professionele aansturing en organisatie van de verschillende betrokken specialismen. De gebaande paden blijken steeds minder te voldoen. Bij de traditionele benaderingswijze van grote gebiedsgerichte renovatieprojecten wordt in een seriële benadering eerst de besluitvorming (met enige inbreng vanuit de omgeving) over de ruimtelijke inpassing afgelegd. Vaak wordt pas daarna bij de technische engineering van een project stil gestaan bij zaken als netinpassing, die weer noopt tot aanpassingen van de ruimtelijke plannen. Deze serieel uitgevoerde interatieslagen vertragen de voorbereidingstijd van het project doorlooptijd ernstig, niet zelden met 50%! Indien in het project ook op detailniveau acceptatie van de gebruikers noodzakelijk wordt geacht, ligt het voor de hand om liever vanaf het begin een systematische en integrale benadering te volgen. Pagina 23

3. Fase 3 Opschalingsprogramma In fase 2 is de basis voor de realisatie van deze Green Deal gelegd door geschikte locaties en toepasbare innovaties te inventariseren, inclusief bredere dienstenconcepten en ondersteunende (veelal datagedreven) tools. Bovendien is tussen de consortiumpartners verkend op welke wijze het opschalingsprogramma effectief ter hand genomen kan worden. Fase 3 wordt ingericht langs 5 centrale lijnen, die hierna worden uitgewerkt: 1. Slim ontwerpen en data: slimme selectie en ontwerp van projecten door het (doen) ontwikkelen van tools die daarin behulpzaam zijn op landelijk niveau: energie-atlas, platform voor energie-verbruiksdata, gebruikerstools als Woonconnect 2. Markt creëren: begeleiden van locatiegebonden projecten in de ontwerpfase onder de slogan locatie zoekt innovatie en innovatie zoekt locatie door de inzet van creative producers en innovatiecoaches die key stakeholders en beslissers rond die locaties ondersteunen 3. Activeren en co-creëren: mensen in staat stellen zelf in actie te komen en innovatieve oplossingen te kiezen rond een duurzame energievoorziening. Storytelling van de energietransitie op nationaal niveau. Ondersteunen van energiecollectieven en van particuliere woningbezitters. Bijvoorbeeld via dienstenconcepten als Reimarkt. 4. Rethink and exchange: kennisopbouw en kennisverspreiding. Meten wat er gebeurt in de markt en in de projecten, weten welke innovaties beschikbaar zijn en ontwikkeld worden, welke smart products, services and solutions kunnen worden toegepast. Delen van de opbouwde kennis binnen consortium, met key stakeholders en bredere groep belanghebbenden. Daag uit. Stel uitgangspunten en wet- en regelgeving ter discussie als die wringen. Verken nieuwe businessmodellen en reik best practices, learnings, do s and don ts aan. 5. Team: organiseer in samenhang, niet als los zand. Breidt consortium uit waar nodig en nuttig. Verken gericht samenwerkingen en bouw aan een hecht consortium dat onderling leert van elkaars aanpak en vorderingen. Zorg voor communicatie, zichtbaarheid en podium, nationaal en internationaal over de bijdrage van de Green Deal aan de energietransitie. Fase 2 heeft ook aangetoond dat de doelstelling van grootschalige opschaling tot 100.000 gebouwen (met hun gebruikers, bewoners, eigenaren) per ultimo 2019 waarschijnlijk niet alleen via de deelnemende gemeenten kan worden gerealiseerd. Andere gemeenten en locaties kunnen net zo goed profijt hebben van de ondersteunende activiteiten vanuit het Green Deal consortium en zijn ook nodig om de beoogde volumes te realiseren. Daarom is besloten een fase 3A in te bouwen waarin met de deelnemende gemeenten een eerste reeks kickstartprojecten ter hand wordt genomen. Deze kickstartfase is nodig om te toetsen hoe de Green Deal optimaal projecten kan ondersteunen, welke projecten dat voor 2016-2019 zouden moeten zijn en om instrumentarium als de energie-atlas, innovatiecoaches en creative producers tot wasdom te brengen. Parallel zal de afstemming met Stroomversnelling plaats vinden en toetreden van nieuwe consortiumleden worden mogelijk gemaakt, waaronder nieuwe gemeenten. Pagina 24

3.1 Slim ontwerpen en data Doel van deze programmalijn: slimme selectie en ontwerp van projecten door het (doen) ontwikkelen van tools die daarin behulpzaam zijn op landelijk niveau: energieatlas, platform voor energie-verbruiksdata, gebruikerstools als Woonconnect De komende jaren zullen meer en meer data beschikbaar komen. Data verzameld door de ene partij, vertegenwoordigt vaak waarde voor een andere partij. Door het delen van data en het slim analyseren en combineren van data en informatie, is er beter zicht op de mogelijkheden van energie-innovaties en kunnen vernieuwende diensten worden aangeboden op de juiste locaties. Figuur 10 Belang van data (tekening: Jongens van de Tekeningen) Het consortium richt zich op het ontwikkelen van een (technologie) platform waarop data van uiteenlopende bronnen op uniforme wijze beschikbaar worden gesteld ten behoeve van dienstverleners die energie-innovaties ontwikkelen en aan gebruikers aanbieden onder de randvoorwaarde dat dataeigenaren regie kunnen voeren over het gebruik van hun data. Daarnaast werkt het consortium in deze programmalijn aan een instrumentenkoffer die niet locatiegebonden is, maar door het hele land kan worden toegepast. In de kern draait deze instrumentenkoffer om verzameling en slim gebruik van data. Het ontwikkelen van smart data applications: data collectie en data analyse, dataplatform met bijv. gegevens over locaties en gebruikers (generiek), informatie over producten en diensten van (lokale) partijen, ontwikkelen en uitrollen van projecten en tools voor gebruikers (Energieatlas, Woonconnect e.d.). Als Kickstartproject wordt de Energieatlas verder ontwikkeld met gemeente Amsterdam als leadpartner, zodat deze ook voor andere gemeenten is te gebruiken. In het ontwikkelen van de nationale energieatlas is er nationaal contact met gemeenten (G32) waarbij naast het ontwikkelen van de atlas tevens elke gemeente 3 smart energy city opgaven zal definiëren. Dit is onderdeel van de opmaat naar fase 3B Fase. Daarnaast spant CLICKNL zich in voor digitale diensteninnovatie met de inzet van het Nederlandbreed Energiedata-platform op basis waarvan diensten kunnen worden ontwikkeld naar gebruikers/klanten, communities, netbeheerders, energiebedrijven en andere stakeholders. Ontwikkelingen rond slimme meters, slimme thermostaten en andere smart devices krijgen daardoor een impuls. Met TNO en betrokken bedrijven wordt invulling gegeven aan de kansen die hier liggen of gaan ontstaan. Resultaat lijn 1: een technologieplatform voor datauitwisseling en een instrumentenkoffer met landelijk toepasbare tools, zoals de Energieatlas. Pagina 25

3.2 Markt creëren Doel van deze programmalijn: begeleiden van locatiegebonden projecten in de ontwerpfase onder de slogan locatie zoekt innovatie en innovatie zoekt locatie door de inzet van creative producers en innovatiecoaches die key stakeholders en beslissers rond die locaties ondersteunen. Binnen deze programmalijn worden de 100.000 gebouwen daadwerkelijk aangepakt. De programmalijn richt zich daarmee op het realiseren van een afzetmarkt voor innovatie en nieuwe energievoorziening: locatie zoekt innovatie en vice versa. Figuur 11 Oplossingen gebouwde omgeving (bron: Jongens van de tekeningen) Een belangrijke les bij de opstelling van het Opschalingsprogramma van fase 2 van de Green Deal Smart Energy Cities is dat aan het planproces en de netplanning van iedere bouwfase nog een initiële fase vooraf dient te gaan. De term ontwerpfase doet deze nieuwe fase tekort. Veeleer betreft het verbinden van expertises en overbruggen van imago s en onbekendheid, die moeten zorgen voor coalities waarbinnen alle partijen tijdig en op gelijkwaardige basis hun inbreng kwijt kunnen. Op die manier zal ook duidelijk worden, dat de toepassing van energie-innovaties (en/of flexibel netbeheer) sterk afhankelijk is van de bereidheid van bewoners om deze te overwegen te midden van andere (sociale) problematiek als werkloosheid, betaalbaarheid, zorg en veiligheid in de leefomgeving. Pas in dat besef zal een steeds nader ingevuld globaal ontwerp kunnen bijdragen aan communicatie, verbinding, commitment en eigenaarschap op deel-issues voordat de integrale probleemstelling daadwerkelijk kan worden aangepakt. De krachtige ondersteuning door beleidsbepalende politici en bestuurlijke instanties zal naar verwachting nog steeds een cruciale factor blijven in de succesvolle ontwikkeling van projecten, waar de sociale component het belang van duurzame energie toepassingen overstijgt. In de voorgestelde systematische benadering introduceert de Green Deal Smart Energy Cities een team van innovatie-adviseurs / coaches die eigenaren en stakeholders ondersteunen bij het ontwerpen van bovenstaande complexe projecten in drie varianten: Innovatie-adviseurs met een directe lijn naar de energie TKI s, Netinpassingsadviseurs van de netbeheerders Creative producers vanuit de creatieve industrie. Zij brengen vanaf het begin hun inzichten over nieuwe concepten, toepassingsmogelijkheden en randvoorwaarden in. Daardoor komen nieuwe toepassingsmogelijkheden in beeld (TKI s), blijven essentiële fases in de projectontwikkeling niet tot het laatste moment buiten beeld (netinpassing, gebruikersacceptatie) en kunnen de (technische, regulatorische, financiële, ICT) leefwerelden van de verschillende expertises worden verbonden. Die verbinding is uiteindelijk ook taak van de projectleider/regisseur. In de praktijk zal de rol van de creative producer (innovatie-adviseur uit de creatieve industrie) waarschijnlijk geleidelijk overgaan in die van projectleider. Uiteraard afhankelijk van persoon en type probleemstelling (concept, dienst, apparaat, gebouw, gebied). Pagina 26

In deze programmalijn worden (bijna) rijpe energie-innovaties toegepast in renovatie- en nieuwbouwprojecten binnen de deelnemende gemeenten. Het gaat hierbij om een breed scala aan gebouwen (woningen, kantoren, ziekenhuizen, scholen etc.), maar ook om gebiedsontwikkeling rondom deze gebouwen die worden voorzien van innovatieve oplossingen op het gebied van energiebesparing, toepassing van lokale, duurzame energiebronnen en nieuwe energiediensten. Bij deze oplossingen zullen gebouwen in hun onderlinge samenhang beschouwd worden om te komen tot een optimalisatie (en waar mogelijk een combinatie) van infrastructuren voor warmte, koude en elektriciteit. Innovatiecoaches en Creative producers De deelnemende partijen in deze Green Deal gaan ervan uit dat het eerder genoemde marktfalen moet worden opgelost in de markt zelf, maar dat kennis en ondersteuning nodig is om locatie-eigenaren en stakeholders bij te staan om hun projecten te voorzien van (bijna) marktrijpe innovatieve oplossingen en aanpak. De deelnemende gemeenten leggen verbinding met betrokken lokale partijen zoals woningbouwcorporaties, bewonersverenigingen, bouwbedrijven en installateurs e.d. Rond de geselecteerde locaties worden innovatieve kansen en mogelijkheden gekoppeld aan gebruikersbelangen en de bestaande plannen voor renovatie of nieuwbouw. De ondersteuning vanuit de Green Deal wordt ingevuld door de inzet van specifieke marktexperts: innovatiecoaches en creative producers: Innovatiecoaches zijn de schakel tussen projectontwikkelaars, eigenaren en andere stakeholders die betrokken zijn bij een renovatieproject enerzijds en bedrijven of consortia die specifieke innovaties kunnen aanbieden in de opschalingsprojecten anderzijds. Het zijn handson marktexperts met ervaring in projectontwikkeling waarin ruimte wordt gecreëerd voor de inzet en toepassing van innovatieve producten en diensten op het gebied van (duurzame) energie en energiebesparing in de gebouwde omgeving. Zij kennen de innovatieve concepten die kunnen worden toegepast en geven invulling aan de harde, meer technologisch gedreven innovatie. Deze experts worden ondersteund door de netbeheerders (voor het verslimmen van de energie-infrastructuur binnen deze projecten) en de TKI s van de Topsector Energie om direct contact te hebben met de meest recente en verwachte innovaties. De gevraagde expertise is schaars, zodat de Green Deal partners gericht moeten gaan werven. De creative producers staan de key stakeholders rond het project bij in het design van hun project. Zij verkennen binnen de kaders van het project de mogelijkheden om vanuit de creatieve industrie een bijdrage te leveren. Dit kan variëren van gebiedsontwerp, landschapsarchitectuur en bouwkundige kennis tot mobiliseren en ondersteunen van communities en cocreatie tot het realiseren van dataplatforms, interfaces, gamification en applicaties. De creative producers ontwerpen het project op zodanige wijze dat de in te zetten innovaties worden afgestemd op vragen en behoeften van de eindgebruikers of met hun hulp en inzet worden geselecteerd. Ook dit zijn hands-on experts (afkomstig uit de creatieve industrie), met specifieke ervaring in co-creatie. Beide typen experts zijn noodzakelijk voor het opstellen van een realistisch en effectief plan voor de geselecteerde projecten inclusief de toepassing van innovaties. Zij zijn actief betrokken bij het ontwerpen van het project en de daarbij behorende uitwerkingen en aanbestedingen. De uitvoering van het project blijft de verantwoordelijkheid van marktpartijen zoals projectontwikkelaars, bouwbedrijven, installateurs en netbeheerders. De innovatiecoaches en creative producers zijn ondersteunend maar noodzakelijk voor het welslagen van de voorgestane aanpak. Resultaat lijn 2: effectieve toepassing van energie-innovaties door inzet van marktexperts en toepassing van (bijna) marktrijpe innovaties voor gebruikers en eigenaren van 100.000 gebouwen. Pagina 27

3.3 Activeren en co-creëren Doel van deze programmalijn: mensen zelf in staat stellen innovatieve oplossingen rond een duurzame energievoorziening toe te passen in hun eigen directe woonomgeving en om verduurzaming en nieuwe oplossingen voor energievoorziening te omarmen. Bewustwording en campagnes gericht op wat mensen zelf kunnen doen om de eigen woning en woonomgeving aan te sporen energieneutraal te worden. Storytelling van de energietransitie op nationaal niveau. Op naar de Smart Energy Citizens Figuur 12 Zet de klant centraal (bron: Jongens van de Tekeningen) Ondersteunen van energiecollectieven, van huurders en particuliere woningbezitter, o.a. met landelijke opschaling van dienstenconcepten als Reimarkt of Buurkracht. Ook wordt gedacht aan pop-up store concepten in andere steden, te ontwikkelen met de creatieve industrie die niet alleen door technologie-aanbieders maar ook door netwerkpartijen worden vormgegeven. Bij een project als Airey Wijk (Eindhoven) is een combinatie gemaakt van gebiedsgerichte renovatie en het in staat stellen van bewoners om zelf regie te voeren over de te maken keuzes. Projecten als Groene Grachten (Amsterdam), Buiksloterham (Amsterdam), ECHT (Twente) en 1.000 slimme huishoudens (Groningen) zijn al volledig gericht op het in staat stellen van burgers om zelf de verduurzaming van hun woning en woonomgeving ter hand te nemen. Deze programmalijn richt zich op oplossingen die hen in dat streven ondersteunen en helpen om dat als moderne community zelf te organiseren. Binnen deze programmalijn wordt afgestemd met organisaties als Natuur & Milieu, burgercollectieven en consumentenoganisaties hoe en op welke wijze op effectieve wijze ondersteuning kan worden geboden op zodanige manier dat de actieve consument zich ondersteund, gehoord en erkend voelt in zijn streven naar verduurzaming. Resultaat lijn 3: ondersteuning van particuliere gebouwenbezitters en collectieven bij het vinden van oplossingen om de verduurzaming van eigen gebouw en leefomgeving zelf in te richten. Pagina 28

3.4 Rethink and Exchange Doel van deze programmalijn: Steeds weer heroverwegen en kennis delen, podium voor innovators en alternatieven. Alert blijven over oplossingen en elkaar scherp houden. Kennis- en netwerkbijeenkomsten, platform voor informatie. Businessmodelinnovatie en service design voor innovatieve concepten, producten en diensten. Strategieontwikkeling voor opschaling van succesvolle innovatie. Met deze groep van activiteiten krijgen deelnemers methoden en informatie op een overzichtelijke en laagdrempelige manier aangeboden. Figuur 13 Verschillende perspectieven (bron: Jongens van de tekeningen) Best practices Resultaten vanuit de inventarisaties en projecten worden omgezet in factsheets en lessons learned. Meet wat er gebeurt in de markt en in de projecten, weet welke innovaties ontwikkeld zijn en worden, welke smart products, services and solutions kunnen worden toegepast. Deel de opbouwde kennis binnen consortium, met key stakeholders en bredere groep belanghebbenden. Daag uit. Stel uitgangspunten en wet- en regelgeving ter discussie als die wringen. Verken nieuwe businessmodellen en reik best practices, learnings, do s and don ts aan. Voortbouwend op de informatie die al verzameld is in fase 2, zal er in fase 3 systematisch informatie en kennis verzameld en gedeeld worden. Doel is de kennis te delen die wordt opgebouwd in de overige programmalijnen en te zoeken naar effectieve wegen om kennis over nieuwe instrumenten en innovatieve processen zodat die kan worden toegepast ook op andere locaties. Bestaande voorbeelden zijn: Reimarkt (Enschede), een supermarkt waarin eigenaren en huurders van woningen en andere gebouwen beschikbare energie(opwek en besparings)diensten kunnen kopen EnTranCe (EnergyTransitionCenter Entrance (Groningen): faciliteit/livinglab/proeftuin om open innovatie te faciliteren en waar MKBers met studenten werken aan hun innovaties De Energieatlas (Amsterdam) waarmee potentie van duurzame energiebronnen maar ook van energiegebruik inzichtelijk kan worden gemaakt en mee kan worden gerekend Innovatief aanbestedingsproces (Eindhoven) waarin partijen als in de voorbereidingsfase actief worden betrokken bij bijvoorbeeld een renovatieproject. Kennis, informatie en leerervaring van projecten van de deelnemende partijen worden zoveel mogelijk via vaste formats met elkaar gedeeld. Pagina 29

Virtuele marktplaats In fase 2 is het duidelijk geworden dat partijen uit de woningbouw niet of nauwelijks bekend zijn met partijen die innovaties in de energiesector ontwikkelen en vice versa. Om dit marktfalen in de toekomst zoveel mogelijk te voorkomen wordt een virtuele marktplaats ontwikkeld waarop vragers en aanbieders van energie-innovaties elkaar makkelijker kunnen vinden. Dat versnelt tevens de verduurzaming van de energievoorziening in de gebouwde omgeving. Bij de opzet hiervan zal onderzocht worden of samenwerking op dit punt met andere initiatieven, zoals Platform 31, meerwaarde biedt. Adresseren knelpunten in wet- en regelgeving Waar wet- en regelgeving beperkend werkt, bijvoorbeeld bij locatie-gebonden projecten, wordt dit in kaart gebracht door de deelnemers. Het Ministerie van Economische Zaken onderzoekt of deze knelpunten breder spelen en welke aanpassingen er (in wet- en regelgeving) mogelijk zijn om geïdentificeerde knelpunten op te lossen. Voorbeelden van concrete acties kan zijn het tijdelijk opschorten van de werking van regelgeving (mits het de veiligheid niet in gevaar brengt), of het bieden van experimenteerruimte. EZ geeft terugkoppeling aan de deelnemers over de voorgestelde oplossing/aanpak en houdt deelnemers op de hoogte van de voortgang hiervan. Resultaat Lijn 4 : een open platform waarin kennis en oplossingen worden gedeeld binnen consortium en daarbuiten, dat aanbieders en vragers van innovatieve producten en diensten podium biedt en verbindt, en waarop praktijkervaringen (best practices) kunnen worden gedeeld. 3.5 Team Het opschalingsprogramma van de Green Deal krijgt vorm via de bovengenoemd programmalijnen. Hoofddoel van deze programmalijn is programmamanagement en coördinatie van de Green Deal zelf: overkoepelend programmamanagement, inzet (en aansturing) van marktexperts (innovatiecoaches en creative producers) coördinatie van de uitvoering, monitoring van de voortgang relatie tot andere programma s en projecten actief zoeken naar mogelijkheden voor financiering van de Green Deal Structuur op hoofdlijnen Om de samenwerking tussen de Green Deal partners te borgen is een (kleine) organisatie nodig met een zo eenvoudige mogelijke organisatiestructuur. Het consortium kent plenaire vergaderingen waarin iedere consortiumpartner een vertegenwoordiger heeft. De deelnemers aan de Green Deal zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor voortgang en besluitvorming. Deze wordt gedeeld tijdens plenaire bijeenkomsten. Pagina 30

De consortiumleden stellen uit hun midden een stuurgroep samen. De stuurgroep heeft de verantwoordelijkheid voor de coördinatie van de Green Deal en de uitvoering van het opschalingsprogramma. De stuurgroep bestaat uit: Vertegenwoordiger namens deelnemende gemeenten Vertegenwoordiger topsector Creatieve Industrie (TKI CLICKNL) Vertegenwoordiger namens de TKI s van de Topsector Energie Vertegenwoordiger Netbeheer Nederland GREEN DEAL Vertegenwoordiger ministerie Economische Zaken Voor deze vertegenwoordigers wordt een profiel en gevraagd mandaat opgesteld, zodat zij ook namens de genoemde achterban kunnen opereren. De stuurgroep zorgt voor de aansturing van het uitvoerende team. Daartoe kiest de stuurgroep één van de leden als formele aanspreekpunt voor het consortium. De Green Deal kent een uitvoerend coördinatieteam bestaande uit een programmamanager, een communicatiemedewerker en de betrokken innovatiecoaches en creative producers. De programmamanager draagt zorg voor de praktische aansturing van de overige teamleden. Voor de ondersteuning op praktisch vlak (secretarieel, communicatie, coördinatie) wordt de samenwerking met de consortiumleden gezocht voor inzet in kind. Verder zal met andere initiatieven samenwerkingsmogelijkheden worden onderzocht zoals met De Stroomversnelling Om bestuurlijk draagvlak te behouden wordt 1-2x per jaar een bijeenkomst voor de betrokken wethouders georganiseerd. Monitoring en evaluatie In Fase 2 zijn enkele standaard formats ontwikkeld om activiteiten en projecten op eenzelfde manier vast te leggen. De zogenaamde Project Samenvatting is een format dat dient voor het vastleggen van projecten die worden ingebracht in de Green Deal, tevens de basis voor voortgangsmonitoring. Van de projecten die direct bijdragen aan de doelstelling van 100.000 gebouwen wordt allereerst vastgesteld hoe en met welke omvang ze kunnen bijdragen aan deze doelstelling ambitie naar energieneutraliteit op gebiedsniveau, toepassing van energie-innovaties, opschaalbaarheid van het concept, aantal gebouwen in het project verwachte planning op hoofdlijnen betrokken partners en stakeholders toeleverende bedrijven, actief betrekken van de gebruikers van de gebouwen in het project. Van deze elementen wordt een beschrijving gemaakt in de Project Samenvatting, evenals het aantal gebouwen in dit project en de planning. Daarmee ontstaat inzicht in het totaal aantal gebouwen dat tot en met 2019 onderdeel wordt van de Green Deal Smart Energy Cities concept, en de groei van dit aantal over de komende jaren. Pagina 31

Ondersteunende projecten kunnen zich richten op een specifiek element en zullen helpen een barrière te slechten die nu grootschalige uitrol van innovaties belemmerd. Door het delen van ervaringen in projecten helpt deze Green Deal bij te dragen aan het laten groeien van kennis over succesvol opschalen van smart energy city projecten. Deze monitoring en het destilleren van de lessen hieruit vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de programmamanager. Monitoring van de voortgang van de individuele projecten kan bijvoorbeeld gebeuren op kwartaalbasis aan de hand van een checklist die gemeenten en andere partijen indien relevant voor elk van de projecten kan aanleveren. Interne communicatie Bij aanvang van Fase 3 wordt een communicatieplan opgesteld voor interne en externe communicatie. De insteek is eenvoudig en goed toegankelijke informatie die relevant is voor de consortiumleden. Daaronder valt relevante, publiek beschikbare data, resultaten van projecten, interne documenten, verslagen en voortgangsrapportage etc. Ook de wijze van kennisdeling passief en (inter)actief en het uitwisselen van leerervaringen wordt in dit plan beschreven. Reguliere bijeenkomsten van bestuurders (1-2x per jaar) zijn onderdeel van interne communicatie. Bij het opstellen van het communicatieplan zal gebruik worden gemaakt van de communicatieadviseurs in dienst bij de deelnemers. Externe communicatie Meer dan in Fase 2 zal in Fase 3 aandacht nodig zijn voor externe communicatie. Dit kan in verschillende vormen: thematische bijeenkomsten, werksessies, website, social media, posters, folders, matchmaking etc. Bij het opstellen van het communicatieplan (zie hierboven) wordt rekening gehouden met de planning van de eerder beschreven activiteiten en de momenten waarop resultaten beschikbaar komen. Resultaat Lijn 5 : klein, effectief team met heldere aansturing en inzet van marktexperts dat ook de voortgang bewaakt en in afstemming met de Green Deal partners zoekt naar uitbreiding met nieuwe partners inclusief samenwerking met andere initiatieven. Dit team zorgt ook voor opzetten en uitvoeren van een communicatieplan voor zowel interne (elkaar informeren) als externe communicatie (actief contact met externe partijen). Pagina 32

3.6 Samenstelling consortium Deelnemende gemeenten geven toegang tot (publieke) data, selecteren projecten, en zijn de linking-pin naar lokale partijen zoals projectontwikkelaars, energie coöperaties, bouwbedrijven, woningbouwcorporaties etc. Per gemeente: Ca. 0,5 FTE voor begeleiding van de innovatieprojecten Faciliteren van ontwikkeling lokaal GD-innovatie netwerk Delen van kennis en ervaring binnen context van de Green Deal en spreiding naar andere gemeenten Deelnemende gemeenten zijn Amsterdam, Arnhem, Eindhoven, Enschede en Groningen Netbeheer Nederland betrekt de lokale netbeheerder, beschikt over ervaringen in smart grid proeftuinen e.d. en ondersteunt / anticipeert bij vernieuwing energie-infrastructuur Netbeheerders: Stellen vanuit elke netbeheerder 0,5 fte beschikbaar voor lokale begeleiding van innovatieprojecten waar het een interactie heeft met de netten Zoeken naar nieuwe en experimenten ihk van experimenteerruimte Ondersteuning aan organistisch kader Via Netbeheer Nederland zijn betrokken Cogas, Delta, Endinet, Enexis, Liander, Rendo, Stedin en Westland Infra Topconsortia voor kennis en innovatie (TKI s) in de topsector Energie stimuleren onderzoek, R&D en nieuwe innovaties, zijn op de hoogte van technologische ontwikkelingen, en hebben contacten met bedrijven en kennisinstellingen met doel deze naar de markt te brengen Vanuit de TKI s: Selecteren en faciliteren van de bruikbare innovaties voor opschaling (bedrijven de markt) Organisatie 2 x 5 netwerk events (2 per gemeente in 2015): innovatie ontmoet markt; markt ontmoet innovatie Ondersteuning aan organisch kader TKI CLICKNL is onderdeel van topsector Creatieve Industrie en stimuleert onderzoek en innovatie gericht op het zichtbaar maken van de waarde van creatie en het ontwerpen rond van producten, diensten en systemen. CLICKNL opereert als netwerkorganisatie en heeft contacten met bedrijven, kennisinstellingen en gebruikers (groepen) Deelnemende TKI s zijn: CLICKNL, EnerGo, Gas, Solar Energy en Switch2smartGrids Pagina 33

De Nationale overheid werkt aan nieuwe wetgeving (Stroom, Omgevingswet, Warmtevisie, LT visie GO) en kan opening creëren voor regelvrije zones Ondersteuning via directe ervaringsuitwisseling van ontwikkelende wetgeving zoals STROOM, OW, LT visie GO. Ondersteunt Green Deal organisatie via inbreng en middelen. Betrokken departementen zijn: EZ, BZK en wellicht I&M 3.7 Toetreden nieuwe gemeenten en andere partijen Voor de grootschalige uitrol van innovaties is het zinvol als meer gemeentes toe kunnen treden tot de Green Deal Smart Energy Cities. Enkele gemeenten hebben al aangegeven interesse te hebben om aan te sluiten. Toetreding betekent dat die gemeenten per direct gaan meedraaien met de activiteiten zoals hierboven beschreven. In de eerste helft van 2015 wordt mede door Amsterdam kwartier gemaakt voor het (vraaggestuurd) ontwikkelen van de nationale energie atlas. Onderdeel van deze activiteiten is het bezoeken van de regio s van de Green Deal partnersteden om daar samen met lokale partners de wens voor de nationale energie atlas te concretiseren. Dit leidt tot verder belangstelling binnen de G4 en G32 steden, en ook waterbedrijven en provincies tonen hun interesse. Het streven is om in mei 2015 te komen tot een intentieovereenkomst van de diverse partijen om samen in het kader van de green deal smart energy cities te komen tot een financieringsmodel en aanbestedingsopzet voor de (eerste stappen) van de nationale energie atlas. Naast het ontwikkelen van de nationale energie atlas, zal aan de deelnemende gemeente gevraagd worden een aantal projecten te definiëren op basis van de atlas of waarbij de atlas verder ondersteunend is. Deze projecten kunnen bijdragen aan een verdere opschaling binnen de green deal in fase 3B. Naar verwachting neemt de effectiviteit van de Green Deal-aanpak tot door samenwerken met Stroomversnellling, VNG ondersteuningstructuur, nieuwe gemeenten en eventueel andere partijen laten aanhaken. Zodra fase 3 van start gaat, wordt hier werk van gemaakt. Het is geen doel op zich om zoveel mogelijk gemeenten of andere partijen aan te laten haken. Er worden eisen gesteld worden aan de toetredende partijen, denk daarbij aan het vrijmaken van personeel in de eigen organisatie, aanbrengen van relevante opschalingsprojecten, een financiële bijdrage in de programmakosten. Toetreding is daarmee alleen een optie voor werkelijk gemotiveerde partijen. Toetreding is maatwerk. Per partij zal worden verkend wat deze kan inbrengen en toevoegen aan het bestaande consortium. Pagina 34

3.8 Kickstartprojecten 2015 Voor de uitvoering van dit programma (Fase 3) wordt een eerste fase (fase 3A) ingelast om de aanpak te testen en aan te scherpen. In overleg met de 5 deelnemende gemeenten zijn 12 projecten geselecteerd die in 2015 fungeren als kickstartprojecten voor de Green Deal Smart Energy Cities. De voorgestelde aanpak wordt hier in de praktijk gebracht en uitgewerkt, waarbij het doel is te komen tot een optimale organisatie, aanpak en inzet van het beschikbare instrumentarium. In overleg met de aangesloten gemeenten zijn de volgende projecten aangewezen voor fase 3A: 1. Amsterdam: nationale opschaling energie-atlas 2. Amsterdam: project Houthaven (nieuwbouw wooneilanden en woonboten) 3. Arnhem: Malburgen/Presikhaaf (eengezinswoningen en appartementen) 4. Arnhem: Powermatching en duurzaam warmtenet (ziekenhuis, zoo en tussenliggende wijk) 5. Eindhoven: Eckart-Vaartbroek (naoorlogse woonwijk met meervoudige problematiek bestaand uit ca 4.500 woningen, wv 1/3 e sociale woningbouw en 2/3 e particulier bezit) 6. Eindhoven: Strijp-S (bedrijventerrein omvormen tot smart energieneutraal woon-werkgebied) 7. Eindhoven: innovatief aanbesteden verduurzaming gemeentelijke gebouwen (pilot voor innovatief inkopen) 8. Enschede: Bothoven-Noord (herstructurering van voormalig industriegebied met aangrenzende woonwijken) 9. Enschede: Reimarkt (mobiele advisering op maat voor particuliere woningbezitters en huurders) 10. Enschede: Energiecoöperatie Hof van Twente (lokale duurzame energievoorziening via gedeelde faciliteiten voor opwek en opslag) 11. Groningen: Power matching City to the People (opschaling van proeftuin naar 500 huishoudens) 12. Groningen: Noorderplatsoenbuurt (vooroorlogse woonwijk met 2.000 woningen die op eigen initiatief inzetten op energieneutraal worden per 2024) Naast de 12 kickstartprojecten is de verwachting dat door de gekozen aanpak meerdere spin-off projecten binnen de deelnemende gemeenten zullen worden gerealiseerd en dat succesvolle resultaten zullen uitwaaieren naar andere gemeenten of andere delen van de gebouwenvoorraad van de betrokken woningbouwcorporaties, gebouweigenaren en/of gebouwbeheerders. Overleg met andere gemeenten over toetreding tot de Green Deal, alsmede met de (koepel van) woningbouwcorporaties is een natuurlijke volgende stap. Gesterkt door de opgebouwde kennis uit fase 2 en de kickstartprojecten zal uiterlijk begin 2016 fase 3B opstarten. In deze vervolgfase zal er een continu proces ontstaan waarin nieuwe projecten worden geïdentificeerd terwijl eerdere projecten worden ontwikkeld en gerealiseerd. Tegelijkertijd komen er nieuwe innovaties beschikbaar voor markttoepassing en groeit het aantal gemeenten dat participeert in deze Green Deal. In fase 3 B staat realisatie van het einddoel centraal: de toepassing van innovatieve oplossingen voor gebruikers van minimaal 100.000 gebouwen vóór de start van 2020. En als afgeleide hiervan: het bijdragen aan de energievoorziening van de toekomst in de gebouwde omgeving met actieve inzet en betrokkenheid van de mensen die er wonen én het creëren van nieuwe bedrijvigheid en marktruimte voor innovatieve gebruikers. Pagina 35

Programmalijn 1: Slim ontwerpen en data Stad: Amsterdam Nationale Energieatlas Hoeveel energie wordt er in mijn buurt verbruikt? Hoeveel energie verbruikt het bedrijventerrein bij mij om de hoek? Waar liggen de kansen voor zonne-energie? Waar voor windenergie? En waar zijn er kansen om de vraag naar energie te combineren met het (duurzame) aanbod? De interactieve Amsterdamse Energie Atlas brengt de antwoorden op al deze vragen letterlijk in beeld Op basis van reeds ontwikkelde energie atlassen van Amsterdam, Rotterdam, provincie Gelderland én lokale initiatieven wordt een format voor een nationale energie atlas opgesteld. In het eerste maanden van 2015 verzorgt gemeente Amsterdam samen met RWE en Alliander de kwartiermakersrol voor de nationale energie atlas. In Fase 3A zal nader onderzoek plaatsvinden, met name naar de leveringscondities van de diverse bronhouders van data en zal proefondervindelijk in de regio s Eindhoven, Groningen en Rotterdam, de Metropoolregio Amsterdam en provincie Zuid-Holland worden gewerkt aan het integreren van bestaande concepten en het opschalen daarvan. Energieconsumptie (gas) Energiepotentie uit drinkwater Het streven is dat fase 3A zal resulteren in afspraken over een concreet nationaal format en de organisatie rond de opstelling en het beheer van de Energie Atlas. Zo mogelijk is daarvoor een nieuwe Green Deal benodigd Programmalijn 2: Markt creëren Gemeente Amsterdam Houthaven Met dit project wil Amsterdam zeven groene, autoluwe wooneilanden met circa 2.000 woningen en ruim 70 woonboten realiseren. In de plannen is ook volop ruimte gereserveerd voor voorzieningen als scholen, horeca, een hotel, een zorginstelling en bedrijfsruimtes. Gemeente en ontwikkelaars hebben samen afgesproken dat de Houthaven een 100% klimaat neutrale wijk moet worden. De Houthaven is hiermee een voorbeeldproject voor de ambitie van Amsterdam om overal 100% klimaatneutraal te gaan bouwen. De energiebehoefte in de Houthaven zal duurzaam opgewekt worden. Dit zal lukken dankzij maximale energiebesparing, aansluiting op het stadswarmtenet- en voor de restvraag duurzame energieopwekking op locatie. Zie voor informatie Pagina 36

http://www.west.amsterdam.nl/projecten/stedelijke/houthaven/ Programmalijn 2: Markt creëren Gemeente Arnhem Malburgen/Presikhaaf: Renovatie en nieuwbouw huurwoningen Portaal en Volkshuisvesting Dit project brengt de ambities van woningsbouwcorporaties Volkshuisvesting en Portaal en de gemeente Arnhem voor verduurzaaming van huurwoningen bij elkaar. De corporaties willen 123 eengezinswoningen en 185 appartementen in de wijken Malburgen en Presikhaaf duurzaam renoveren c.q. bouwen. Met de ervaring die ze daarbij opdoen willen ze vervolgens energieneutraal renoveren en bouwen op grotere schaal realiseren. De woningen zullen comfortabeler en gezonder zijn met constante woonlasten (bestaande uit huur en energiebundel). Toe te passen innovaties richten zich op verduurzaming van de energie- en warmtevoorziening en het mogelijk maken van slimme matching van duurzame vraag/aanbod van energie/warmte. Programmalijn 2: Markt creëren Gemeente Arnhem PowerMatching en open duurzaam warmtenet Dit project betreft een unieke samenwerking tussen Rijnstate Ziekenhuis, de Koninklijke Burgers Zoo dierentuin, DNVGL en Alliander en de wijk Alteveer en Cranevelt. Doel is slimme en duurzame levering van elektriciteit en warmte voor ca. 200-500 huishoudens in de wijk en voor ziekenhuis Rijnstate en dierentuin Koninklijke Burgers Zoo wordt gerealiseerd. Te verwachten resultaten zijn grootschaliger toepassing van innovaties zoals delen van laadinfrastructuur voor elektrische auto s, een open warmtenet, gedeeld gebruik van noodstroom/backup-voorzieningen, modellering via Watt Connects, en datagebruik via MPARE. Daarnaast ambieert het project een platform waarmee balancering en verrekening van energie tussen huishoudens mogelijk gemaakt wordt, inclusief de voorzieningen en de samenwerkingscontracten die de balancering en verrekening ondersteunen. Dit project bouwt daarmee voort op het Groningse demo-project PowerMatching City en andere (gestandaardiseerde) technische en ICT toepassingen uit de Smart Grids proeftuinen.. Partijen willen met dit project ook bijdragen aan nieuwe lokale of regionale werkgelegenheid, aan duurzame sociale relaties binnen de wijk, tussen de bewoners en de grote instellingen en aan versterking van de (internationale ) kennisbasis onder smart grids en smartenergy, door samenwerking met Watt Connects en de Pagina 37

lectoraten decentrale elektrische energie van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Voor deze toepassingsmogelijkheden bestaat internationale belangstelling Programmalijn 2: Markt creëren Gemeente Eindhoven Eckart-Vaartbroek In het gebied Eckart-Vaartbroek zal de woningbouwcorporatie Woonbedrijf (WB) een transformatie van 1.300 sociale woningbouw (eengezins) woningen realiseren met (relatief) gelijkblijvende huur. Omdat het de bedoeling is om de volledige wijk energiezuinig te maken, zullen ook de 3000 particuliere huizen in het gebied worden meegenomen. De woningen zullen worden geupgrade van energielabel F naar energielabel B of hoger, wat resulteert in een totale vermindering van het energiegebruik van 3,9 Mio KWh/jr. Dit zal worden bereikt door middel van isolatie, verbeterde beglazing, geavanceerde installaties en een toenemend gebruik van hernieuwbare energie. Het doel is om deze wijken nog minstens 20 jaar toekomstbestendig te maken en om een co-creatieve samenleving tot stand te brengen met verantwoordelijke, zelfstandige inwoners. Centraal staat hierin de dialoog met de eindgebruikers, juist omdat acceptatie en activering van bewoners één van de grootste uitdagingen vormt in dit project. Innovatief is de inzet van een ICT-aangedreven instrument dat een duidelijke berekening van de energiebesparing biedt, de energiekosten in verband brengt met investeringen (of huurverhoging), en een maatwerk energiepakket voor de individuele woning zal afbeelden in 3D. Programmalijn 2: Markt creëren Gemeente Eindhoven Strijp-S Strijp-S transformeert van gesloten fabrieksterrein in een levendige, multifunctionele, open en creatieve stedelijke omgeving. Volgende stap is het gebied duurzaam maken in termen van energieverbruik en mobiliteit. Innovaties worden ingezet zoals lokaal geproduceerde duurzame energieoplossingen, efficiënter energiebeheer en de integratie van de productie van energie (WKO) met bodemsanitaire voorzieningen (SANERGY). Plan is ook om de bestaande warmtelevering (stoom gebaseerd, uit een gasgestookte WKK) voor de kantoor- en industrieel gebouwenvoorraad op Strijp-S te transformeren tot een moderne warmtelevering op basis van hernieuwbare energie (met name biomassa) in een WKK-configuratie. Strijp-S wordt verder omgevormd tot een echte "smart city omgeving" door de integratie van ICTinfrastructuren, incl openbare verlichting, meer efficiëntie in het gebruik van (huur)auto s in relatie tot de openbare ruimte, parkeren, en de wijze van aandrijving van deze voertuigen. Het project is tevens innovatief doordat betrokkenheid en begeleiding Pagina 38

van de bewoners wordt nagestreefd en deze worden voorzien van tools om een verandering van hun energie-en mobiliteitsgedrag te ondersteunen en om hun eigen energiezuinige woning te creëren. Programmalijn 4: Rethink Gemeente Eindhoven Innovatieve aanbesteding verduurzaming gemeentelijke gebouwen De Eindhovense Stadhuistoren (voormalige GGD-toren) moet op korte termijn gerenoveerd worden. De oplevering is gepland in 2017. Tegelijkertijd met de renovatie start de verduurzaming van het beheer, het onderhoud en de energievoorziening van de Stadhuistoren en de gemeentegebouwen in de omgeving daarvan. De methodiek van The Natural Step is leidend bij de verduurzaming van de gebouwen. Innovaties moeten bijdragen aan een slimme verduurzaming, i.e. een systeemaanpak waarbij wordt uitgegaan van een integrale benadering van renovatie, beheer, onderhoud en energievoorziening van meerdere gemeentegebouwen in de stad. Binnen dit project krijgt de toepassing van nieuwe technieken een kans, denk bijvoorbeeld aan een "living lab", waardoor ook een breder publiek er kennis mee kan maken. Onderdeel van de innovatieve aanbesteding is dat de gemeente partijen met verschillende expertise heeft uitgedaagd om met elkaar, én met de gemeente, de gemeentegebouwen slim kunnen verduurzamen en vernieuwen. Gevestigde marktpartijen, groot en klein (MKB), maar ook kennisinstellingen en nieuwe partijen met innovatieve ideeën zijn opgeroepen om deel te nemen aan het project. Programmalijn 3: Activeren en co-creëren Stad: Enschede Naam: Reimarkt Pagina 39

Reimarkt Enschede is ontstaan vanuit een samenwerking tussen bouwbedrijven Trebbe en Nijhuis, makelaar Ten Hag, KUUB Centrum Particuliere Bouw en KAW. Reimarkt zorgt voor een brug over de kloof tussen bewoners (huiseigenaren/ huurders) en marktpartijen. Reimarkt heeft als taak bewoners mee te nemen van bewustwording via maatwerkadvies tot een eindproduct. Ze maakt mensen niet alleen warm voor verduurzaming, maar helpt ook bij het opstellen van een financieringsplan en de daadwerkelijke uitvoering. In de winkel koopt de klant duurzame maatregelen voor thuis als dakisolatie, gevelisolatie, vloerisolatie, zonneboilers, HR++ glas, zonnepanelen, HR-ketel, ventilatie, warmtepompen, etc. Reimarkt bouwt de propositie uit voor langer thuis wonen, groter wonen en mooier wonen. De oplossingen worden in samenwerking met meerdere leveranciers aangeboden. Doelstelling van dit project is om 40.000 woningen door Reimarkt te laten verduurzamen, waarbij jaarlijks minimaal vijfhonderd te renoveren woningen via de woningcorporaties een stevige basis vormen. http://www.reimarkt-enschede.nl/ "ALLE MYTHES OVER DUURZAAM- HEID WORDEN UIT DE WEG GERUIMD! BIJ REIMARKT ZIE JE EXACT WAT WERKT EN WAT MINDER EFFECT HEEFT." Programmalijn 2: Markt creëren Gemeente Enschede Bothoven Noord De gemeente Enschede verduurzaamt samen met woningcorporaties Domijn en De Woonplaats de wijk Bothoven Noord. Bothoven-Noord is een ideale proeftuin voor innovaties met haar 1200 grondgebonden particuliere woningen, 800 huurwoningen (deels grondgebonden, deels gestapeld), een woontoren, een bedrijventerrein, een watertoren, een ketelhuis en een warmtenet. Deze wijk grenst aan het centrum van Enschede. De ambitie is om middels het verduurzamen van gebouwen, de energievoorziening en het netwerk met behulp van opschaling en business development van bestaande en nieuwe concepten - uiteindelijk een zelfvoorzienende wijk te realiseren, die energieneutraal is in 2040. Dit wordt bereikt door innovaties in te zetten waarmee energiebesparing en lokale opwekking mogelijk worden incl implementatie van slimme systemen, zoals smart grids. Dit geschiedt middels een nauwe samenwerking met de 4 O s (waaronder provincie Overijssel, Enexis, Cogas, stichting Pioneering en Reimarkt) middels een bottum-up (gebieds)ontwikkeling. De innovaties kunnen elders worden ontwikkeld, maar worden uitgevoerd en gebouwd met regionale materialen, producten en door lokale arbeidskrachten. In Bothoven zullen overstijgende energieconcepten worden ontwikkeld, zodat woonlasten van bewoners en gebruikslasten van andere belanghouders in de wijk worden gereduceerd door minder energieverbruik en door de inzet van duurzame, lokaal opgewekte energie. Pagina 40

Programmalijn 3: Activeren en co-creëren Twente Energiecoöperatie Hof van Twente (ECHT) ECHT is de Energiecoöperatie Hof van Twente, een bewonersinitiatief gericht op duurzame energie. Het is een coöperatie van en voor burgers, bedrijven en instellingen, met als doel het bereiken van een duurzame en betaalbare energievoorziening in de gemeente Hof van Twente. De gebouwen voorraad van deze gemeente is 17.500 en daarmee biedt dit project een groot opschalingspotentieel. ECHT heeft als doel om lokaal en duurzaam energie op te wekken en haar leden zoveel mogelijk energiebesparende oplossingen te bieden. Dit wordt bereikt door de leden te informeren, adviseren en ontzorgen. Cogas, de netbeheerder in de gemeente Hof van Twente, wil haar infranetwerk en opwek (Bio-energiecentrale Twente) inzetten om deze energie bij de bewoners te krijgen. Programmalijn 4: Rethink Gemeente Groningen Groningen Smart Users City: Powermatching City To the People In de Smart City aanpak van Groningen staan gebruikers centraal. Samen met gebruikers van de stad ontwikkelt Groningen projecten om de stad slimmer, fijner én duurzamer te maken. Power Matching City is het grootste geïntegreerde Smart Grid ter wereld. In dit Smart Grid hebben mensen zelf de hand aan hun knop voor wat betreft hun eigen energiesysteem. Ze kunnen bijvoorbeeld ook energie verkopen (of weggeven)aan hun buren. Toch zijn er nu nog maar 42 huishoudens aan verbonden. De partijen achter Power Matching City, willen samen met lokale energie coöperaties, bedrijven, bewoners en kennisinstellingen flink opschalen naar 500 huishoudens in de komende jaren: Power Matching City to the People (PMCttp://). Hierbij lopen zij echter tegen beperkingen in de nationale energiewetgeving aan. Om grootschalige introductie van slimme energiediensten mogelijk te maken zal PMCttp:// de barrières daarvoor expliciet inzichtelijk maken en concrete voorstellen doen hoe deze beslecht kunnen worden. Daarmee wordt niet alleen het innovatieproces versterkt, maar worden ook de maatschappelijk baten die met de introductie van slimme energiesystemen zijn verbonden naar voren gehaald. Pagina 41

Programmalijn 3: Activeren en co-creëren Gemeente Groningen Noorderplatsoenbuurt De Noorderplantsoenbuurt is een vooroorlogse wijk, met ca. 4000 relatief jonge bewoners, in ongeveer 2000 woningen, grotendeels particulier bezit. Deze bewoners van de Noorderplantsoenbuurt hebben zelf het initiatief genomen om hun buurt energieneutraal te maken. Zij willen de eerste wijk van Groningen zijn en hebben de ambitie om in 2024 energieneutraal te zijn. Zij doen dit met ondersteuning van de lokale energiecoöperatie Grunniger Power en Nederland Energieneutraal. Naast innovatieve energiebesparing en eigen opwek kijken ze ook sterk naar het delen van energie (slim netwerk) en vergroening van de wijk. Pagina 42