CGL-Monitor Erkenning leefstijlinterventies 2012

Vergelijkbare documenten
Monitor CGL-producten 2014

Monitor CGL-producten 2016

aat erkende nterventies Laat erkende interventies voor je werken

Handreiking Gezonde Gemeente. Voor beleid en uitvoering in wijk en gemeente

Handreiking Gezonde Gemeente. Voor beleid en uitvoering in wijk en gemeente

Overzicht interventies in database loketgezondleven.nl Karlijn Leenaars, Lucie Viet en Djoeke van Dale November 2018

De stand van zaken. Door de bomen het bos weer zien Meer inzicht in kwaliteit en effectiviteit interventies

Erkenningscommissie Interventies

RIVM Centrum Gezond Leven

Procesevaluatie Effectief Actief Drs. L. Ooms Dr. C.Veenhof

Lessons Learned bij de Pilot Verbinden Erkenningstraject Interventies en Serious Games.

Beoordeling Goed Onderbouwd en Effectief

EVALUATIE RIVM - CENTRUM GEZOND LEVEN. Eindrapport

WORKSHOP VERSPREIDING EN IMPLEMENTATIE VAN JE PROJECT. Djoeke van Dale, CGL Renske van der Zwet, Movisie

Effectief Actief. Ondersteuningsmogelijkheden voor kansrijke sport- en beweeginterventies

RIVM briefrapport /2012 L.C. Lanting et al.

Evaluatie Erkenning van Interventies

Samenvatting Rapport Nudging in de praktijk

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Wolbert (PvdA) over kinderen van allochtone afkomst die overgewicht hebben (2014Z07817).

Stelselwijziging zorg voor de jeugd

Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier. Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie

Interventie Grip op Agressie

Erkenning van interventies. Criteria voor gezamenlijke kwaliteitsbeoordeling

Erkende sport- en beweeginterventies

Behoeftepeiling onder de doelgroep van themapagina s Gezond Werk Loketgezondleven.nl en Nisb.nl

Bewezen effectief werken. Korte introductie

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Werkblad, versie mei 2015

Formulier 2. Voortgang advies-op-maat: afspraken met scholen

Samenvatting. Inleiding

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

Beoordeling Goed Beschreven

Meer zicht op kwaliteit en effectiviteit van (leefstijl) interventies: Erkenningscommissie interventies

Flexibele subsidies 2018: Thema - Samen voor de Stad

Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin

Beoordeling Goed Beschreven

Preffi 2.0: Preventie Effectmanagement Instrument. Ontwikkeling,validiteit, betrouwbaarheid en bruikbaarheid

National Resources. Source Short description Link

Verslag regionale werkconferenties kiezen voor gezond leven

Programma beschrijving

Meten is weten: Inzicht krijgen in de opbrengsten van jouw inspanningen in de buurt

Hoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Erkenning van interventies. Criteria voor gezamenlijke kwaliteitsbeoordeling

De beleidscontext van opdrachtformulering: MAATSCHAPPELIJKE EFFECTEN, BELEIDSDOELEN EN RESULTATEN

Instellingstoets kwaliteitszorg (ITK)

Kwaliteit én meer. Over het gebruik van erkende interventies. RIVM Centrum Gezond Leven November 2014

Formulier 3; Verantwoording advies op maat-traject uit de eerste ronde #Jeugdimpuls

Bewegen in en om het onderwijs. Workshop 2 en 6 Leonie de Regt en Dave Schoonen

Preventie via de gemeentepolis. Samenvatting rapport Preventie en de gemeentepolis van BS&F

Erkenningstraject interventies

Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier. Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie

Kadernota Evenementen. Provincie Groningen van de

Analyse kader projectsubsidies Verbetering (voorlichting) seksuele gezondheid Nieuwe Nederlanders RIVM briefrapport /2010 S.

Evaluatie programma Effectief Actief. Linda Ooms Cindy Veenhof Chantal Leemrijse

PROGRAMMABEGROTING

Volwassenen & Ouderenmonitor 2017

Flexibele subsidies 2018: Thema - Positieve Gezondheid

Leefstijlinterventies in GGD-regio s: inventarisatie via GGD en. Centrum Gezond Leven

Vilnius resolutie: betere scholen door gezondheid (better schools through health) 17 juni 2009

Lokaal gezondheidsbeleid Workshop 18 februari 2016

PROGRAMMABEGROTING

ADVIESNOTA. Hattem kiest met JOGG voor samenwerking aan een gezonde jeugd. Inleiding. Achtergrond Gezondheidsbevordering.

Toekomstprojecties voor vier kernindicatoren voor de Sport Toekomstverkenning. Onderdeel van Sport Toekomstverkenning Trendscenario

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Gezonde Scholen presteren beter!

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Loketgezondleven.nl. Gezondheidsverschillen verkleinen: wat werkt, wat niet?

Sturen op kwaliteit. Theorie en praktijk. Dr. Wim Gorissen, Directeur Effectiviteit & Vakmanschap

Uitrol in Waalwijk Het project beoogt zowel op de korte als de lange termijn

VOEDING, BEWEGEN EN GEWICHT

Hooi-inspiratiedag 6 NOVEMBER 2015

Leergang Procesmanager Veiligheidshuizen. Dag 1: Rol en competenties van procesmanager Complexe casuïstiek

Visie Ehealth Longfonds

Richtlijnen Rubriek 1.5 Naar een Veiliger Sportklimaat

Gezonde leerlingen presteren beter!

3. Resultaten. Pagina 1 van 5

Reflectie op het VELOV-onderzoek De lerende lerarenopleider, Brussel 15 januari 2015 Mieke Lunenberg

Werkplan RIVM Centrum Gezond Leven

NAAR VERNIEUWD TOEZICHT EXCELLENTE SCHOLEN

Flexibele subsidies 2018: Thema - Weerbaar opvoeden en competenties versterken

Dr Danielle (DEMC) Jansen. Universitair Medisch Centrum Groningen Afdeling Gezondheidswetenschappen

Review / aanvulling Beleidsplan Stichting Solutions Awareness

Factsheet. Meet the Needs. Onderzoek naar de behoefte aan leefstijlaanbod van mensen met een lage SES in Maastricht

Kansen Sportimpuls 2015

Samenwerking GGD en en themainstituten rond leefstijlinterventies: verkenning van GGD perspectief

Beroepsprestaties beoordelen volgens een driepuntschaal: Verantwoording en procedure

Effectieve samenwerking omdat gezondheid iedereen raakt

BELEIDSPLAN

AANVRAAGFORMULIER FLEXIBELE SUBSIDIES VRIJWILLIGERSORGANISATIES WELZIJN EN ZORG 2018:

Call 1: Meer Veerkracht, Langer Thuis

Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Brabant. Aangenaam kennis te maken

Onderwerp: Borging en coördinatie van Triple P na 2014

Aanvraagformulier voor het werkjaar Informatie en richtlijnen bij het aanvragen van subsidies. I. Algemene informatie bij de subsidielijn

Wijziging Nadere regels voor subsidieverstrekking Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal;

Aan de gemeenteraad. Uw brief van: Uw kenmerk: Ons kenmerk: Datum: 26 november 2015

De effectiviteit van preventieve. voorlichting aan migrantenouders in. Rotterdam over ggz problematiek en. licht verstandelijke beperking

Opleiden voor een gezonde start van de carrière?!

Kansen en uitdagingen

Oproep tot het indienen van aanvragen promotieonderzoek voor het Programma Onderzoeken in de Praktijk

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

Transcriptie:

CGL-Monitor Erkenning leefstijl 2012 Het erkenningstraject is een beoordelingstraject dat de kwaliteit en effectiviteit van gezondheidsbevorderende in kaart brengt. Een onafhankelijke commissie (erkenningscommissie) stelt de kwaliteit en effectiviteit van vast in opdracht van het RIVM, NCJ en NJi. De verschillende erkenningsniveaus voor zijn theoretisch goed onderbouwd, waarschijnlijk effectief en bewezen effectief. Daarnaast hanteert het CGL voor gezonde leefstijl- ook het niveau goed beschreven. Beoordeling hiervan vindt plaats door professionals van kennisinstituten en uit de praktijk. Kernboodschappen Het aantal erkende neemt in absolute en percentuele zin gestaag toe. Ook het aantal goed beschreven groeit. Eind 2012 staan er 2413 in Interventiedatabase, waarvan 218 zijn erkend. De CGL-Interventiedatabase bevat op alle gezonde leefstijlthema s. Erkende dekken nog niet alle thema s. Resultaten uit pollvragen op Loketgezondleven.nl en de focusgroepen laten zien dat indieners het erkenningstraject nuttig vinden. Het is de kers op de taart en steeds relevanter voor bestuurders en financiers. Indieners geven aan dat het erkenningstraject hen veel oplevert, dat het een transparant kwaliteitssysteem is dat bijdraagt aan het kunnen onderscheiden van kwalitatief goede. Ze ervaren echter wel dat het erkenningentraject veel tijd en inspanning kost. De eigenaren van erkende en goed beschreven hebben de afgelopen drie jaar veelvuldig actie ondernomen om verder te ontwikkelen naar een hoger niveau van erkenning. Suggesties voor verbetering hebben voornamelijk betrekking op het bewaken van de balans tussen enerzijds de stevige eisen die aan kwalitatief goede gesteld worden, en anderzijds het ondersteunen van de praktijk om hun interventie aanbod in te laten stromen in het erkenningen traject.

Proces van erkenningen De erkenningscommissie beoordeelt (sinds 2008) ingediende op kwaliteit en effectiviteit aan de hand van expliciete criteria. Het oordeel dat volgt bestaat grofweg uit een afwijzing of een erkenning (op één van de niveaus). In 2012 is het aantal erkende toegenomen van 75 in het 1e kwartaal tot 95 in het 4e kwartaal (zie tabel 3). Het aantal erkende en goed beschreven in de Interventiedatabase ligt iets hoger dan in onderstaande tabel. De verklaring hiervoor is dat een aantal dat langs het NJi erkend is ook in de Interventiedatabase staan als het leefstijlgerelateerde onder-werpen betreft. Interventiedatabase In de CGL-interventiedatabase zijn in Nederland beschikbare opgenomen voor alle leefstijlthema s. De richten zich op één of meerdere thema s. De Interventiedatabase bevat in het 4e kwartaal 2012 (peildatum: 28-11-2012) in totaal 2432 (zie tabel 1). Wijzigingen in het totale aantal ontstaat doordat die niet meer in uitvoer zijn gearchiveerd worden en niet langer zichtbaar zijn in de Interventiedatabase en doordat nieuwe worden toegevoegd. In 2012 is het aantal CGL-erkende ten opzichte van het totaal aantal in de Interventiedatabase toegenomen van 6% naar 9%. In tabel 2 staat het aantal erkende voor een aantal leefstijlthema s. Een interventie die meerdere thema s bevat telt per thema mee. Tabel 3: Aantal CGL-erkende op 4 meetmomenten in 2012 Erkende Goed beschreven 1e kwartaal 75 58 155 2e kwartaal 85 62 174 3e kwartaal 89 69 187 4e kwartaal 95 78 203 Totaal beoordeelde Het grootste deel van de dat ingediend wordt voor het niveau goed beschreven, krijgt dit label bij de eerste beoordeling (zie tabel 4). Bij de erkenningscommissie worden de meeste erkend na 1 of 2 beoordelingen. Een aantal zijn vaker beoordeeld om tot een erkenning te komen. In sommige gevallen zijn ze dan doorgegroeid in niveau, wat een extra beoordeling vereist. Niet alle worden positief beoordeeld, in totaal zijn er 30 die door de Erkenningscommissie of door praktijkprofessionals als onvoldoende zijn beoordeeld. Tabel 1: Aantal in de Interventiedatabase in 2012 Totaal aantal Aantal erkende * *(incl. goed beschreven) 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal 2437 2411 2403 2432 159 (6,5%) 164 (6,8%) 185 (7,7%) 218 (9,0%) Tabel 4: Aantal beoordelingen nodig om tot een positief oordeel te komen 1 x 2 x 3 x 4 x Pos. oordeel Erkend 34 (36%) 42 (44%) 15 (16%) 4 (4%) 95 Goed beschreven 59 (76%) 16 (21%) 3 (4%) 0 78 Tabel 2: Aantal erkende en goed beschreven per leefstijlthema (4e kwartaal 2012) Leefstijlthema Totaal aantal Aantal erkende (%) Aantal goed beschreven (%) Totaal CGL-erkende (% ) Lichamelijke activiteit / Bewegen 813 31 (3,8%) 50 (6,2%) 81 (10,0%) Voeding 531 28 (5,3%) 26 (4,9%) 54 (10,2%) Alcohol 372 19 (5,1%) 7 (1,9%) 26 ( 7,0%) Drugs 283 15 (5,3%) 6 (2,1%) 21 (7,4%) Roken 184 15 (8,2%) 2 (1,1%) 17 (9,2%) Overgewicht 262 23 (8,8%) 24 (9,2% 47 (18,1%) Weerbaarheid / Sociale competenties 643 42 (6,5%) 25 (3,9%) 67 (10,6%) Depressie 287 25 (8,7%) 2 (0,7%) 27 (9,4%)

Kwaliteitsimpuls doorgroeien in erkenningsniveau Erkende hebben de mogelijkheid om door te groeien naar een hoger niveau, bijvoorbeeld van theoretisch goed onderbouwd naar bewezen effectief. Van de erkende zijn er 18 inter - venties met 1 of 2 groeistappen naar een hoger niveau gegaan. (zie tabel 5) Tabel 5: Aantal groeistappen in erkenningsniveau in 2012 Goed beschreven theoretisch goed onderbouwd N = 13 Theoretisch goed onderbouwd waarschijnlijk effectief N = 3 Theoretisch goed onderbouwd bewezen effectief N = 1 Goed beschreven theoretisch goed onderb. waarschijnlijk effectief N = 1 Totaal N = 18 Kwaliteisimpuls door subsidieaanvraag In mei 2012 zijn aan de interventie-eigenaren van erkende (N=141) vragen voorgelegd met betrekking tot het uitvoeren van activiteiten om verder te ontwikkelen. Over 118 zijn gegevens ontvangen (respons 84%). Voor meer dan de helft van de (52%; N=61) is door de eigenaren in de afgelopen drie jaar een subsidieaanvraag ingediend voor doorontwikkeling bij een externe organisatie. Voornamelijk de eigenaren van de op het niveau theoretisch goed onderbouwd hebben de afgelopen drie jaar een subsidieaanvraag ingediend (zie figuur 1) Organisaties die relatief vaak subsidie hebben aangevraagd zijn GGZ-instellingen, GGD en, hogescholen, universiteiten en themainstituten. Aan de interventie-eigenaren is ook de vraag gesteld of ze nog andere activiteiten hebben ondernomen om een interventie verder te ontwikkelen (zoals: onderzoek, herziening, digitalisering, scholing etc.). Van ongeveer twee derde (64%) van de hebben de interventie-eigenaren de afgelopen drie jaar andere activiteiten ondernomen om deze verder te ontwikkelen. Van de eigenaren van die subsidie hebben aangevraagd, heeft 84% ook andere activiteiten ondernomen (figuur 2). Alle interventie-eigenaren die aangaven andere activiteiten te hebben ondernomen met als doel de interventie verder te ontwikkelen, is gevraagd welke activiteiten dit waren (figuur 3). In 60% van de gevallen is onderzoek verricht. Verder werd in 23% van de gevallen de interventie aangepast voor een andere doelgroep. Bij 16% werd de interventie herzien, omdat deze was verouderd. In de overige gevallen gaat het veelal om het ontwikkelen van aanvullende materialen, digitalisering, het creëren van draagvlak, de beschikbaarheid vergroten, en de toegankelijkheid verbeteren. Aantal Percentage 60 50 40 30 20 10 0 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Goed beschreven Theoretisch goed onderbouwd Ja, subsidie aangevraagd Geen andere activiteiten ondernomen Overig App ontwikkeld Draagvlak creëren Vergroten beschikbaarheid / toegankelijkheid Scholing trainers Aanvulling op interventie: zelfde doelgroep Digitalisatie interventie Herzien interventie Aanvullende interventie ontwikkeld voor andere specifiekere doelgroep Wel aanvraag ingediend Geen aanvraag ingediend Waarschijnlijk effectief Bewezen effectief Figuur 1: Aanvraag ingediend voor subsidie naar erkenningsniveau (N=118) Nee, geen subsidie aangevraagd Wel andere activiteiten ondernomen Figuur 2: Andere activiteiten ondernomen om interventie verder te ontwikkelen, naar status subsidieaanvraag (N=118) Onderzoek: oa. effect-, evaluatie-, bruikbaarheid-, implementatieonderzoek 0 10 20 30 40 50 60 70 Percentage Figuur 3: Overige activiteiten die uitgevoerd werden om de verder te ontwikkelen (N=118)

Pollvragen In 2012 werden vier pollvragen uitgezet op Loketgezondleven.nl met betrekking tot en erkenningen, waarop bezoekers konden reageren. Uit figuur 4 valt af te lezen dat het merendeel van de bezoekers positief is over de bevraagde aspecten van het erkenningsysteem. 1. Ik vind het erkenningssysteem nuttig (N=73) Figuur 4: Resultaten pollvragen 92% % Eens 2. Ik vind dat de erkenning van gebeurt op basis van relevante criteria (N=62) 90% 3. Ik maak bij voorkeur gebruik van erkende (N=34) 88% 4. Ik vind de stappen duidelijk die nodig zijn om een interventie te laten erkennen(n=16) 94% % Oneens 8% 10% 12% 6% Focusgroepen Het erkenningstraject: zinvol en nuttig Uit de focusgroepen, met in totaal 8 deelnemers (indieners van erkende ), blijkt dat het traject van erkenningen als zinvol wordt ervaren. Aan het begin van het gesprek lag de focus op de vastgestelde groei van het aantal erkende en het aanbod van erkende (zie tabel 1) op de verschillende thema s (zie tabel 2). Vanuit die gegevens bleek al snel dat het erkenningstraject in de beleving van de deelnemers staat voor kwalitatief goede : een erkende interventie opent vaak deuren om subsidies voor doorontwikkeling - en bijgevolg mogelijke ook doorgroei binnen het erkenningstraject aan te vragen, en het traject draagt ertoe bij dat het wiel niet steeds opnieuw moet worden uitgevonden. Wat betreft dat laatste wordt een aantal keer opgemerkt dat andere partijen toch vaak hun eigen inkleuring willen geven aan een bestaande (erkende) interventie. Halffabricaten om eigen inkleuring te geven Het aanbieden van een (erkende) interventie als halffabricaat biedt volgens de deelnemers mogelijkheden om dit te ondervangen. Daarin moet duidelijk zijn welke elementen essentieel zijn voor de werkzaamheid van de interventie, en welke elementen naar eigen voorkeur kunnen worden aangepast. Vanwege het kwaliteitslabel dat een erkenning met zich meedraagt, is het streven naar een erkenning van een interventie steeds meer een doel, en beschouwen ontwikkelaars het als de kers op de taart. Het laat zien dat hun interventie echt wat te bieden heeft en dat het geloof dat men er in heeft terecht is. Aanbod erkende neemt toe, maar is nog niet dekkend De toename van het aantal erkende in de loop van de tijd (tabel 1) en het aanbod van erkende op de verschillende thema s ligt in de lijn der verwachtingen van de deelnemers aan de focusgroep. Slechts één deelnemer had verwacht dat er inmiddels meer erkende waren. Hoewel tabel 2 suggereert dat er voor alle thema s een breed en dekkend aanbod is, blijkt uit de praktijk dat dit niet altijd het geval is. In een specifieke lokale context of voor een specifieke doelgroep, lage ses-groepen of allochtonen, is bijvoorbeeld niet altijd een passende erkende interventie voor handen. Om die reden is het volgens de deelnemers wenselijk dat de Interventiedatabase verder wordt gevuld met erkende, waarbij het streven in eerste instantie zou moeten zijn om op alle thema s een aanbod te hebben dat verschillende doelgroepen, settings en kostenniveaus dekt. Winst na een flinke inspanning Deelnemers geven tijdens de focusgroepen aan dat het erkenningentraject als zwaar wordt ervaren: het kost veel tijd en een grote inspanning om een erkenning te behalen. Bovendien vereist het de nodige academische bagage om het voor elkaar te krijgen, wat voornamelijk voor praktijkorganisaties niet altijd haalbaar is. Academische werkplaatsen kunnen hierin een bijdrage leveren

door onderzoek en praktijk nadrukkelijk met elkaar in verband te brengen. Over het algemeen geldt dat het behalen van een erkenning een reden is voor taart, die vervolgens in de praktijk ook winst oplevert. Vraag naar erkende neemt toe Het erkenningstraject, en erkende in het bijzonder, raakt in de beleving van de deelnemers steeds meer bekend en wordt steeds relevanter in het gesprek met beleidsmakers, bestuurders of financiers. De vraag naar erkende klinkt steeds duidelijker, en tegelijkertijd biedt het ook een sterk aanknopingspunt om het gesprek met deze partijen aan te gaan. Daarbij wordt ook aangegeven dat effectiviteit, kwaliteit, Interventiedatabase en erkende interventie termen zijn die bij professionals redelijk goed bekend zijn, maar bij bestuurders of financiers aanzienlijk minder. Daar valt nog winst te behalen. Blijvend balanceren op het snijvlak van kwaliteit en inspanning Samenvattend kan gesteld worden dat het erkennningstraject positief wordt ervaren en dat het beeld dat ontstaat op basis van de indicatoren bevestiging vindt in de focusgroepen. Het voorkomen dat het wiel steeds opnieuw uitgevonden moet worden en het aanbrengen van onderscheid tussen kwalitatief goede en kwalitatief minder goede zijn de belangrijkste troeven van het traject. Hoge kwaliteit vereist echter grote inspanningen van het veld, en op dat vlak komen ook de grootste pijnpunten naar voren: de zware wetenschappelijke criteria die gehanteerd worden in het aanbrengen van onderscheid tussen kaf en koren. Erkenningentraject sluit aan bij intrinsieke drive van ontwikkelaars naar kwaliteit Gaan voor kwaliteit, en inzetten op doorgroeien in het erkenningstraject (voor een hoger niveau gaan) is wat ontwikkelaars intrinsiek zeggen na te streven. Het traject van erkenningen is daarbij een handig hulpmiddel om hun inspanningen en de kwaliteit van hun werk zichtbaar te maken. De meeste deelnemers herkennen zich dan ook in het beeld dat in de tabellen 4 en 5, en de figuren 1, 2 en 3 naar voren komt wat betreft het aanvragen van (vervolg)subsidies of andere aanvullende activiteiten rondom hun interventie. Dit is een uitgave van: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl RIVM Centrum Gezond Leven www.loketgezondleven.nl centrumgezondleven@rivm.nl (030) 274 70 07 004715