Simulatie vluchtcapaciteit buildingexodus



Vergelijkbare documenten
Simulatie vluchtkanaal Building Exodus

Hoogbouw en Brandveiligheid

project: UTC, Schipholweg 343 te Badhoevedorp - Kantoorgebouw

Metro Oostlijn Amsterdam optimalisatie ontruimingsberekeningen

Loopstroomstudie Utrecht Forum Westflank Noord. Definitief v2.0

Parkeerdrukmeting Oranje Nassaukades IJsselstein

Metro Oostlijn Amsterdam optimalisatie ontruimingsberekeningen

Model voor de berekening van de ontruimingstijd in wegtunnels

Modelleren C Appels. Christian Vleugels Sander Verkerk Richard Both. 2 april Inleiding 2. 3 Data 3. 4 Aanpak 3

Piet Hein Buildings; Booking.com. Ontvluchting

Ontwerp norm NEN Opvang- en doorstroomcapaciteit rookvrije vluchtroutes.

Examen HAVO. Wiskunde A1,2

Snelheidsveranderingen Doorstroom Station Utrecht

Opvang- en doorstroomcapaciteit

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 25 mei totale examentijd 3 uur

doorstroomcapaciteit vluchtroutes Business Center

Movares adviseurs & ingenieurs

De hoofdstuknummers in deze bundel corresponderen met de hoofdstukken in het diktaat 1 VERKEERSSTROOMTHEORIE OF: HOE ONTSTAAN FILES?

Verkeersafwikkeling. 2e Hogeweg Onderzoek noodzaakbepaling VRl's twee kruispunten. Opdrachtgever. Opdrachtnemer

Examen HAVO. wiskunde A1,2. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

De statespace van Small World Networks

Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Directoraat-Ceneraal Rijkswaterstaat. Directie Oost-Nederland. Bibliotheek. Nr.

Sociale en culturele factoren in evacuatie simulaties. Dr. Natalie van der Wal

Evacuatie van bedlegerige patiënten uit een gebouw

Filevorming en Ventilatie

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I WISKUNDE. MAVO-D / VMBO-gt

Aanvullende rapportage verkeersveiligheidseffecten experimenten 130km/h

A4 tussen knooppunt Badhoevedorp (rechts) en Schipholtunnel (links). Bij knooppunt Badhoevedorp zijn de wegen in aanleg gestreept paars/blauw

Waterdunen. Verantwoording groepsrisico; nieuwe locatie hotel. Auteur: A.S. Veger MSc. Opdrachtgever Provincie Zeeland Postbus AD Middelburg

Notitie. Figuur 1 Schematische doorsnede van het VOC schip met de verschillende dekken.

Veilig vluchten uit gebouwen: wegwijs worden in de regel-geving

Reflectie VB op tunnel incident

oppervlakte grondvlak hoogte

Afstudeeronderzoek: Evacuatie van bedlegerige patiënten uit een gebouw 12 november 2013

Eindexamen wiskunde A havo 2000-I

Bestemmingsplan Kern Roosteren. Teksten t.b.v. verantwoording groepsrisico

VLUCHTEN BIJ EEN BRAND

Brandveilig ontwerpen in de praktijk Deel 1 ontwerpen van vluchtwegen. Emiel van Wassenaar - 14 juni 2012

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zeeland

CTB Transport & Planning Sommen- en vragencollege Delen 3 en 4

Examen HAVO en VHBO. Wiskunde A

2 Verkeersgeneratie en routekeuze

(Bijdragenr. 82) Dynamisch voetgangersmodel

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Utrecht

3200 = 40 = 30,5 vtg/km 4200

Verkeersonderzoek Bedrijvenpark De Kroon Notitie

Eindexamen wiskunde A1-2 havo 2007-II

Taxibedrijf RIJKLAAR berekent voor elke taxirit een begintarief van 2,50 en per gereden kilometer 0,90.

Een aantrekkelijk alternatief voor lange (stads)tunnels ir. P. Jovanovic, ir. M. Holthuis

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zuid- en Oost-Gelderland

1. De doorstroming op etmaalniveau op de t Goylaan is in 2017 t.o.v licht verbeterd;

KWR april 2005

Kennisdag Bouwfysica 2015: 25 jaar Gezond(er) Bouwen

Cameraonderzoek spoorwegovergangen Borne. Eindrapport

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Rotterdam / Rijnmond

Rapportnummer: 2012/Polyplus/01

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Flevoland

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Opgave 3 - Uitwerking

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Haaglanden en Rijn Gouwe

de weerstandscoëfficiënt van de bochten is nagenoeg onafhankelijk van het slangtype.

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio West- en Midden-Brabant

OPENBAAR EIND RAPPORT

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noord-Holland

Onderwerp: ramingsanalyse Rijkswaterstaat van de raming Lingewaard ea betreffende een A15 met een lange tunnel

Faradaystraat 2a Postbus DB Zwolle T: F:

1 oppervlakte grondvlak hoogte

Liften als vlucht- en aanvalsroute in hoogbouw

Simulatie dynamisch busstation

3 november Inleiding

Akoestisch onderzoek. Blauwe Steen, Beers. Gemeente Cuijk. Plannaam 1

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Limburg

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noord-Gelderland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Friesland

Memo. Inleiding. Onderwerp: Memo doorstroming rotonde Parklaan Zandlaan - Horalaan

Examen VWO. wiskunde A1

1 Hoe gevaarlijk is het gebruik van een kolomboor zonder afscherming of noodstop? 1.1 Hoe is dit te berekenen in weborca?

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: WISKUNDE B 1,2 EXAMEN: 2001-I

R Ir. A. Dijkstra Leidschendam, 1989 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV

RGLO MIT4 BSLI WP 7.13 L RAPPORT EXTERNE VEILIGHEID

Risicobeoordeling overwegen Grubbenvorsterweg en Ulfterhoek

Gevoeligheidsanalyse hotel NH Schiphol Airport nabij gastransportleidingen A-803, A-553 en A-554 gemeente Haarlemmermeer

Projectnummer: D Opgesteld door: ing. S Methorst. Ons kenmerk: :B. Kopieën aan:

Verkeersonderzoek Schutterspark

wiskunde CSE GL en TL

Rekenen Groep 7-2e helft schooljaar.

Kruispunt 45: N34 Kellerlaan - Eugenboersdijk

QRA Gastransportleiding Verlegging W RLR KP5 Valkenburg Duyfrak Gasunie Transport Services B.V.

Een model voor een lift

Practicum algemeen. 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag

Risicoberekening rijksweg A28 Vakantieparken Onze Woudstee en Dennenhoek Harderwijk

Eén standaard, altijd vlot en veilig. Standaard TTI biedt uniforme richtlijn voor tunnelveiligheid

Opbrengstberekening Piet de Wit

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Drenthe / Overijssel

Eindexamen wiskunde B 1 havo I

Voor de Schaarsdijkweg wordt uitgegaan van de volgende verkeersintensiteiten: Autonome ontwikkeling mvt/etm

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 maandag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Kruispunt 4: N334 Ruxveenseweg Oldemarktseweg

Dit tentamen bestaat uit 6 vragen. Voor elke vraag zijn 10 punten te behalen. Het tentamencijfer is 1+ [aantal punten]/60.

Transcriptie:

., ; v\f Simulatie vluchtcapaciteit buildingexodus met Westerscheldetunnel Holland Railconsult ir. E.G. Schermer kenmerk HB/yC/90256 - versie 1.0 Utrecht, 1 november 1999 vrijgegeven 1999, Holland Railconsult BV. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Holland Railconsult BV.

Inhoudsopgave Samenvatting 3 Inleiding 4 1. Uitgangspunten tunnel 1.1. Civiele uitvoering 1.2. Bezettingsgraden 1.3. Aantal personen in de tunnel 1.4. Lengte van de file 2. Uitgangspunten buildingexodus 2.1. Opbouw geometrie 2.2. Eigenschappen populatie 2.3. Doorstroomcapaciteit van een vluchtdeur 3. Resultaten 3.1. Maximaal mogelijke deurbelasting 3.2. Benodigde vluchttijd en aanbod van vluchters. 3.3. Invloed van de capaciteit van een vluchtdeur 3.4. Invloed van de aanwezigheid van een bus 3.5. Resultaat van de werking van de verdrijfpijlen 5 5 5 5 6 8 8 8 9 10 10 10 11 13 14 4. Conclusies 16 5. Literatuur 17 Colofon 18 Bijlage I: Capaciteit van tunnelvluchtdeuren Bijlage 11: Grafieken HBfVCf90256 - versie 1.0-01 11 99 - vrijgegeven 2 van 18

Samenvatting De Bouwdienst Rijkswaterstaat heeft opdracht gegeven aan Holland Railconsult onderzoek te doen naar de invloed van de breedte van de vluchtdeuren op de ontruimingstijd van de Westerscheldetunnel. Het onderzoek van Holland Railconsult is uitgevoerd met buildingexodus. Op vlakke delen is een maximale deurbreedte haalbaar van 110 cm. Op de sterk hellende delen wordt deze maat 10 tot 15 centimeter geringer. Indien één vluchtdeur maximaal wordt belast, is de lage schatting van de doorstroomcapaciteit van 40 personen per minuut groot genoeg om het aanbod nagenoeg direct te verwerken. Een concentratie personen bij een bus heeft wel invloed op individuele wachttijden bij de deur, maar niet op de totale ontruimingstijd. Indien het systeem met verdrijfpijlen goed werkt worden de personen zo over de tunnel verspreid dat er nauwelijks wachttijden optreden. De noodzaak van ontruimen ontstaat pas bij een ongeluk met brand. Het totale aanbod bij de deur is lager dan in de in dit rapport beschouwde 'worst case' situaties. HB/VC/90256 - versie 1.0-01 11 99 - vrijgegeven 3 van 18

Inleiding De Bouwdienst Rijkswaterstaat (BD) heeft opdracht gegeven aan Holland Railconsult (HR) onderzoek te doen naar de invloed van de breedte van de vluchtdeuren op de ontruimingstijd van de Westerscheldetunnel (WST). In vroegere ontwerpen had de tunnel om de 500 meter een dwarsverbinding met een deur van 80 cm. Naar aanleiding van een onderzoek van Det Norske Veritas (DNV) is besloten de afstand tussen de dwarsverbindingen terug te brengen tot 250 meter. Tegelijkertijd werd gesteld dat de deurbreedte weinig verschil maakt in het evacuatieproces. maar dat op basis van het ALARA-principe een zo breed mogelijke deur tegen minimale meerkosten is aan te bevelen. De gang in de dwarsverbinding is 150 cm breed. De deur zou dezelfde breedte kunnen hebben. Bij uitwerking van het ontwerp is gebleken dat deze deurbreedte niet te realiseren is of slechts tegen extreme extra kosten. Op vlakke delen is een maximale deurbreedte haalbaar van 110 cm. Op de sterk hellende delen wordt deze maat 10 tot 15 centimeter geringer. Ondanks het hiervoor gestelde, inzake de geringe invloed van de deurbreedte. heeft de projectorganisatie WST/BD gemeend een onderzoek te moeten laten uitvoeren, waarmee deze stellingname zou kunnen worden onderbouwd. Dit rapport is een verslag van het onderzoek dat door Holland Railconsult is uitgevoerd met buildingexodus. Het onderzoek is vergelijkbaar met een eerder onderzoek dat is uitgevoerd voor de Calandtunnel. Voor het bepalen van de uitgangspunten die betrekking hebben op de tunnel en het aantal vluchtenden is gebruik gemaakt van civiele tekeningen van de tunnel en de "Risico Analyse Westerscheldetunnel " [ref 1J. In hoofdstuk 3 wordt een beschouwing gegeven van beschikbare getallen over loopsnelheden. en doorstroomcapaciteiten van gangen, trappen en deuren. Hieruit wordt een conclusie getrokken over de capaciteit van vluchtdeuren met een opstapje, zoals die in de Westerscheldetunnel voorkomen. In de simulaties met buildingexodus wordt een relatie gelegd tussen het aanbod van vluchtenden en de doorstroomcapaciteit van vluchtdeuren. Overleg heeft plaatsgevonden met de heren J. Hoeksma, M.H. Marell en E.W. Worm van de Bouwdienst. HB/VC/90256 - versie 1.0-0111 99 - vrijgegeven 4 van 18

1. Uitgangspuntentunnel Uit de civiele tekeningen en de "Risico analyse Westerscheldetunnel" zijn gegevens gehaald die als invoer parameters voor buildingexodus worden gebruikt. 1.1. Civiele uitvoering De Westerscheldetunnel bestaat uit twee geboorde tunnelbuizen die om de 250 meter verbonden zijn met een dwarsverbinding. De tunnel is 6,6 kilometer lang en de tunnelbuizen hebben een diameter van 11 meter, waarin plaats wordt geboden aan twee rijstroken van 3,5 meter breed. De dwarsverbindingen zijn 12 meter lang en bieden ruimte aan een vluchtpad dat 1,5 meter breed is en 2,1 meter hoog. De vluchtdeuren die toegang bieden tot deze dwarsverbinding zijn uitgevoerd als schuifdeuren. Op de vlakke delen zijn deze deuren 1100 mm breed. In verband met de constructie zijn deze op de hellende delen van de tunnel 100 à 150 mm minder breed. Om in de dwarsverbinding te komen moet bij de deur een opstap genomen worden van ongeveer 30 cm. 12. Bezettingsgraden De verkeersstroom kent een verdeling met bijbehorende bezettingsgraad volgens tabel 1. Tabel 1: Verkeersstroom (Bron: RWSl Veertuis Percentage Bezetting Vrachtwagen 15 % 1 persoon Bus 1% 22 personen Auto 84% 1,5 personen Gemiddeld zitten er 1,63 personen in een voertuig (vtg), 1.3. Aantal personen in de tunnel Voor deze analyse is het scenario gekozen waarbij zich het maximaal aantal personen in de tunnel bevindt, op het moment dat de operator na 1 minuut reageert [ref 1]. Dan bevinden zich 151 personen in de tunnel. Bij een gemiddelde bezetting van 1,63 persjvtg zitten deze verdeeld over 93 voertuigen. Er wordt uitgegaan van een pessimistische benadering waarin één vluchtdeur fysiek door het incident wordt geblokkeerd. De langste loopafstand tot een vrije vluchtdeur is daardoor 250 meter. HB/VC/90256 - versie 1.0-0111 99 -vrijgegeven 5 van 18

1.4. Lengte van de file Analoog aan de berekening van het aantal vluchtenden in de tunnel. zoals is uitgerekend voor de risico analyse [ref I], is het aantal voertuigen in één buis van de tunnel bepaald. In de berekening wordt uitgegaan van een toekomstverwachting van 1,6 maal de verwachte aantallen bij openstelling van de tunnel. Voor de tunnel is dat 19.200 vtg/24 uur. De langste file zal ontstaan bij een ongeluk in de spits nabij het einde van de tunnel. In de spits wordt per uur 10%van het totale aanbod per 24 uur verwerkt. Per buis is dit gelijk aan 1000 vtg/uur/buis. Voor de berekening van de lengte van de file wordt uitgegaan van het scenario waarin de operator op zijn plaats is en maximaal nal minuut reageert. Theoretisch bestaat de file dan uit 79 auto's, 13 vrachtwagens en 1 bus. Indien de file gelijkmatig over twee rijstroken wordt verdeeld, strekt deze zich uit over 365 meter. Ook als de operator vertraagt reageert wordt het aantal personen dat maximaal door één deur moet vluchten niet groter. In principe is het servicegebied van één deur 250 meter tunnellengte. Door blokkade van de naastgelegen deur kan dat maximaal 375 meter worden. Een file op twee rijstroken over 365 meter is een worst case situatie. 1< 250m 0000000000000 --------------------------------------------------------------------------------- 100001 100000 375m Figuur 1:Schema.tische weergave van een file over twee rijbanen. In dit geval wordt de bovengrens voor het aantal personen per vluchtdeur bereikt. Wanneer de procedures goed verlopen, zal het aantal personen per vluchtdeur kleiner zijn. Namelijk op het moment dat de operator op de calamiteiten knop drukt wordt de linkerrijstrook afgekruist, Een aantal voertuigen is in de eerste minuut al achter het ongeluk aangesloten en zal op de linkerrijstrook tot stilstand komen over een afstand van ongeveer 130 meter. Daarna zal iedereen op de rechterrijstrook in de file aansluiten over een afstand van 600 meter. Hierdoor zijn meer deuren beschikbaar, om door te vluchten, terwijl het aantal vluchtenden gelijk blijft. 1 k----- 2-50 - m ------, DDD --------------------------------------------------------------------------------- DDDDDc::JI IDD DI ]00000 Figuur 2: Situa.tie met atkruisen linkerrijstrook. 600m 130m HB/VC/90256 versie 1.0 0111 99 vrijgegeven 6 van 18

De hier beschreven situatie is er een, waarbij de automobilisten achter een ongeval tot stilstand zijn gekomen. Hét grote gevaar doet zich voor, wanneer achter op de file een secundair ongeval met brand optreedt. In dát geval is vluchten pas echt noodzakelijk. Meestal zal de file lengte korter zijn dan hier is aangenomen. Het aantal bedreigde personen is dus zeer negatief. HB/yC/90256 - versie 1.0-01 11 99 - vrijgegeven 7 van 18

2. Uitgangspunten buildingexodus 2.1. Opbouw geometrie In de tunnel zijn de voertuigen opgenomen als obstakels volgens tabel 2. Tb a ei 2: Voertuizen aso I bstakels e Voertuig Vrachtwazen Bus Auto Lellltte 10 of18 meter 10 meter 5 meter In het model is 500 meter tunnel gemodelleerd, waarop 3 dwarsverbindingen zijn aangesloten met een tussenafstand van 250 meter. De deur bij het ongeluk is niet beschikbaar voor vluchten. Dit is voldoende om alle voorkomende situaties door te rekenen, aangezien de deur 250 meter na het ongeluk bepalend is voor de totale ontruimingstijd, De deuren beïnvloeden elkaar niet, omdat de ruimte in de andere buis groot is en de personen die door de ene deur zijn gekomen geen personen die door een andere deur komen hinderen. De file is opgebouwd volgens de beschrijving van paragraaf 1.3. 2.2. Eigenschappen populatie De populatie bestaat uit een groep van 151 personen die random over de voertuigen verdeeld zijn. De eigenschappen van één persoon worden random gegenereerd tussen de waarden die zijn weergegeven in tabel 3. Tb a e13: E' igensc happen van de POtuI atle. Groep Leeftijden Percentage Loopsnelheid Reactietijd (s) Drang t-) Mannen 15-60 60 1.0-1.35 0-30 5-15 Vrouwen 15-60 40 1.0-1.35 0-30 HO Im/s) In de simulaties met buildingexodus is de mogelijke loopsnelheid van een individu. zonder hinder van drukte, oneffenheden en rook, random vastgesteld tussen de 1,0 en 1,35 mts. Het programma vertaalt de hinder van drukte, door bij interactie tussen personen straftijden op te leggen. Op trappen en andere hindernissen wordt de loopsnelheid aangepast tot een vooraf ingestelde waarde. De reactietijd is de tijd die verstrijkt tussen het begin van de simulatie, die staat voor het moment waarop de eerste persoon begint met de evacuatie, en het moment waarop iedere volgende individuele persoon gaat bewegen. Bij interactie tussen twee personen zal de persoon met de grootste drang voor gaan. HBfVCf90256 -versie 1.0-01 11 99 - vrijgegeven 8 van 18

Tevens krijgen beide personen een straftijd. waardoor voor beide personen de individuele evacuatietijd langer wordt. Twee personen met gelijke drang zullen minder snel bepalen wie voor gaat. In dit geval zijn de straftijden langer. Het programma biedt tevens de mogelijkheid om een brand en rookmodel in te bouwen. die invloed heeft op de loopsnelheid en de overlevingskansen van vluchtenden. Vooralsnog is dat niet gesimuleerd. 2.3. Doorstroomcapaciteit van een vluchtdeur In de simulaties is gebruik gemaakt van drie verschillende doorstroomcapaciteiten van vluchtdeuren. namelijk 20. 40 en 80 personen per minuut. In de Westerscheldetunnel is de vluchtdeur uitgevoerd als een schuifdeur met opstapje. In bijlage I is de relatie tussen deurbreedte en de doorstroomcapaciteit afgeleid. De deuren die in de Westerscheldetunnel geplaatst worden zijn minimaal 95 cm en maximaal 110 cm breed. Het verschil in breedte van ca. 15% valt binnen de onzekerheid van de waarde van de doorstroomcapaciteit. We gaan uit van een lineair verband tussen de deurbreedte en de capaciteit. Om het voordeel van een deur met een hoge doorstroomcapaciteit te beschouwen is met een capaciteit van 80 personen per minuut gerekend. Een deur met een doorstroomcapaciteit van 40 personen per minuut is een conservatieve schatting voor de capaciteit van een deur. zoals die in de Westerscheldetunnel worden geplaatst. Tevens is met een capaciteit van 20 personen per minuut gerekend. Deze waarde is lager dan we verwachten. Hij geeft echter wel een gevoel voor het optreden van wachttijden. HB/VC/9O:J56 versie 1.0 01 11 99. vrijgegeven 9 van 18

3. Resultaten In de simulaties zijn drie gevallen beschouwd. Als eerste is een file over twee rijbanen beschouwd, waarbij alle 151 personen random over de 375 m tunnel zijn verdeeld. Iedereen vlucht naar dezelfde deur. Vervolgens is gekeken of een concentratie van 22 personen bij een bus invloed heeft op de ontruimingstijd. Tenslotte is de situatie met verdrijfpijlen beschouwd, om de werking van vluchtdeuren te zien op het moment dat alle procedures goed verlopen. De 151 personen bevinden zich dan meer verspreid over de tunnel waardoor meer dan één vluchtdeur wordt gebruikt om te ontruimen. 3.1. Maximaal mogelijke deurbelasting Wanneer alle vluchtdeuren beschikbaar zijn is het servicegebied van één vluchtdeur 250 meter. Op het moment dat één van de naastgelegen deuren geblokkeerd is, zullen de vluchters uit een stuk tunnel van 375 meter mogelijk naar dezelfde deur lopen. Bij een incident met een file op twee rijbanen zijn dan 151 personen aanwezig. Een en ander is schematisch weergegeven in figuur 3. k----- 2-5 - 0 - m ------ CJCJCJCJCJCJCJCJCJCJCJCJ --------------------------------------------------------------------------------- I CJ CJ CJ CJ 1 1 CJ CJ CJ CJ CJ Deur geblokkeerd 375m Figuur 3 Schematische weergave van de situatie in de tunnel met een file op twee rijbanen. 3.2. Benodigde vluchttijd en aanbod van vluchters. Vanafhet ongeluk is de langste loopafstand 250 meter, vanaf het eind van de file 125 meter. In eerste instantie komen de vluchters van twee zijden aanlopen. Als de helft van de tijd is verstreken zullen er bij benadering alleen nog vluchters uit de richting van het ongeluk bij de deur aankomen. De intensiteit van het aanbod halveert. HB/VC/90256 - versie 1.0-0111 99 - vrijgegeven 10 van 18

160 HO 120 100 ~ EO ~ 80 --b --c - - - - - -theorie 60 40 20 0 0 50 100 150 200 250 TIjd(s) Figuur 4 Aanbod van vluchters bij de deur indusieftheoretische curve. Figuur 4 geeft inzicht in de gevoeligheid van het aanbod van vluchters bij de deur voor drie random instellingen van begin posities. Tevens is de theoretische aanbodscurve gegeven door de stippellijn. In de figuur is te zien dat gemiddeld iedereen na ongeveer 225 seconden na start evacuatie bij de vluchtdeur is aangekomen. De verdeling van de beginposities heeft nauwelijks invloed op de totale ontruimingstijd. Gemiddeld wordt de aankomsttijd bij de deur van de laatste vluchter bepaald door de langste loopafstand. de gemiddelde snelheid van de personen en de gemiddelde reactietijd. 3.3. Invloed van de capaciteit van een vluchtdeur In het vorige hoofdstuk is de relatie besproken tussen de breedte van een vluchtdeur en de capaciteit. Er zijn simulaties uitgevoerd voor 3 verschillende capaciteiten. namelijk 20.40 en 80 personen per minuut door een vluchtdeur. HBfVCf90256 - versie 1.0-01 11 99 - vrijgegeven 11 van 18

Het aanbod van personen is dezelfde als in figuur 4 lijn a, en in onderstaande figuur weergegeven door de lijn "Aanbod". 160 140 120 100 -Aanbod ~ -BOperminuut 0 80 ~ -40 per minuut.t -20 per minuut 60 40 20 0 0 50 100 150 200 250 Tijd (s) Figuur 5: Invloed van de deurcapaciteit op de ontruimingstijd tigu ur 3. voor verdeling a uit Het is duidelijk dat een capaciteit van 20 personen per minuut leidt tot significante wachttijden voor de deur. Theoretisch komt de totale ontruimingstijd dan uit op 7,75 minuten. Een deur met een capaciteit van 80 personen per minuut kan iedere vluchtende die aankomt direct verwerken. Het minimale verschil met de aanbodscurve wordt veroorzaakt door de eigenschappen van het programma. Als een brede deur wordt geplaatst om de capaciteit te verhogen kan het positieve effect tegen vallen. De deur heeft eigenlijk een te grote capaciteit waardoor in de praktijk de deur slechts gedeeltelijk zal worden geopend. Tevens zal de deur vaak weer dichtvallen, omdat er niemand is om hem op te vangen. Hierdoor moet de deur steeds opnieuw worden geopend. De tijdwinst voor de totale ontruiming is nagenoeg nul. Bij een doorstroom capaciteit van 40 personen per minuut wordt het aanbod direct verwerkt. Er treedt nauwelijks een verlenging op van de totale vluchttijd. De wachttijden blijven beperkt tot ongeveer 20 seconden. De totale evacuatietijd neemt toe van 235 seconden voor 80 pers/min tot 250 seconden voor 40 pers/min. HB(VC(90256 - versie 1.0-011199 Vakgroep Installaties - vrijgegeven 12 van 18

3.4. Invloed van de aanwezigheid van een bus In een bus zitten 22 personen. De invloed van de positie van een bus is onderzocht door de overige 129 van de 151 personen verspreid over de file te plaatsen en op drie verschillende plaatsen in de tunnel 22 personen bij elkaar te plaatsen. Dit is geschetst in onderstaande figuur. 1< 0000000000000 -------------------ï------ï-~-~-~-ï------ï~-~-~-~-~~-- 250m 375m Figuur 6: Schets van verschillende posities van de bus in de tunnel Er zijn 4 simulaties gedraaid om het aanbod bij de vluchtdeur te onderzoeken; één zonder bus met 129 personen in de tunnel en drie met bus met 151 personen in de tunnel, waarvan 22 geconcentreerd bij de bus. Het resultaat is weergegeven in onderstaande figuur. 160 140 120 100 ~ 80 i -geen bus -busa -busb -busc 60 40 20 0 0 Figuur 7: 50 100 150 200 250 TIjd(s) Aanbod van vluchtenden zonder bus met 129 personen verspreid over 375 m, en met bus op 3 posities (a. b, c) met 22 personen extra geconcentreerd bij de bus. HBfVCf90256 - versie 1.0-01 11 99 - vrijgegeven 13 van 18

Het is te zien dat de positie van de bus invloed heeft op de aankomsttijd bij de deur. Alleen in geval c, waarbij de bus op 250 meter van de deur staat, treedt een verlenging van de benodigde vluchttijd op. De invloed van het geconcentreerd plaatsen van 22 personen op de totale ontruiming is te zien in figuur 8. 160 140 120 100 il 80 ~ -concentratie bij bus -vrij verdeeld -40 per minuut 60 40 20 0 0 50 100 150 200 250 Tijd (s) Figuur 8: Het aanbod bij van 151 vluchtenden met en zonder bus, en de otittuimingstijd bij een deurcapadteit van 40 personen per minuut De aanwezigheid van een bus heeft alleen invloed op individuele wachttijden bij de deur, maar niet op de totale ontruimingstijd. De maximale gemiddelde wachttijd die optreedt is 60 seconden. Tevens is in bovenstaande figuur te zien dat de ontruiming iets minder snel opgang komt. Dit is het gevolg van de gemiddelde persoonsdichtheid in de tunnel. Concentratie van personen rond een bus heeft nauwelijks invloed op het arriveren van de laatste persoon bij de deur, de totale ontruimingstijd wordt er niet door verlengd. 3.5. Resultaat van de werking van de verdrijfpijlen Zodra de operator op de calamiteitenknop drukt wordt een snelheidsbeperking ingesteld en met behulp van verdrijfpijlen de linkerrijstrook verkeersvrij gemaakt. Hierdoor ontstaat een verdeling van het verkeer in de tunnel zoals aangegeven in onderstaande figuur. HBfVCf90256 - versie 1.0-01 11 99 - vrijgegeven 14 van 18

1< o c:::j0 --------------------------------------------------------------------------------- DO DO 0 ol~~1 0 DO 01 1Oc:::JDO c:::j 250 Deur geblokkee 600 130 Figuur 9: Verdeling van voertuigen na inwerking treden van verdringpijlen. Op de linkerrijbaan bevinden zich 27 personen en op de rechterrijbaan 124. waarvan er 77 naar de middelste vluchtdeur zullen vluchten. Het totale aanbod bij de middelste deur is dus 104 personen. 160 140 120 100 Ol Ol g 80 C.t -Aanbod -40 per minuut 60 40 20 0 0 50 100 150 200 250 Figuur 10 Aanbod van personen en afvoer met de tilevorm die ontstaat bij de werking van verdrijfpijlen. tiid (s) In de figuur is te zien dat er nauwelijks wachttijden optreden en dat de wachttijden die optreden beperkt blijven tot 10 seconden. wanneer we het aanbod van personen vergelijken met de afvoer van personen door een deur die een capaciteit heeft van 40 personen per minuut. Als de verdrijfpijl strategie werkt. is de vluchtsituatie nog gunstiger dan in de hiervoor besproken situaties. Een deurcapaciteit van 40 pers/min is nu zeker voldoende. HBfVCf90256' versie 1.0 0111 99 vrijgegeven 15 van 18

4. Conclusies Het voorgaande is gebaseerd op de volgende pessimistische aannames: 1. De langste file zal ontstaan bij een ongeluk in de spits nabij het einde van de tunnel. 2. Een file op twee rijstroken geeft de grootste personen dichtheid. 3. In dit scenario bevinden zich het maximaal aantal personen in de tunnel. 4. Eén vluchtdeur is fysiek door het incident wordt geblokkeerd 5. De hier beschreven situatie is er een, waarbij de automobilisten achter een ongeval tot stilstand zijn gekomen. Hét grote gevaar doet zich voor, wanneer achter op de file een secundair ongeval met brand optreedt. In dát geval is vluchten pas echt noodzakelijk. 6. Een deur met een doorstroomcapaciteit van 40 personen per minuut is een conservatieve schatting voor de capaciteit van een deur. Indien één vluchtdeur maximaal wordt belast, is de lage schatting van de doorstroomcapaciteit van 40 personen per minuut groot genoeg om het aanbod nagenoeg direct te verwerken. Er treedt nauwelijks een verlenging op van de totale vluchttijd. De wachttijden blijven beperkt tot ongeveer 20 seconden op een totale vluchttijd van 235 seconden. Uitgaande van een deurcapaciteit van 40 personen per minuut is het effect van een concentratie personen bij een bus wel van invloed op individuele wachttijden bij de deur, maar niet op de totale ontruimingstijd. De maximale gemiddelde wachttijd die optreedt is 60 seconden. Indien het systeem met verdrijfpijlen goed werkt worden de personen zo over de tunnel verspreid dat er nauwelijks wachttijden optreden en deze blijven beperkt tot 10 seconden, bij een deurcapaciteit van 40 personen per minuut. De berekeningen zijn gedaan voor de maximaal mogelijke deurbelasting. Dit treedt alleen op aan het einde van de tunnel ofwanneer de operator niet in een minuut op de calamiteitenknop drukt. Het uitgangspunt is dat de operator binnen één minuut reageert. Het duurt enige tijd voordat de file zich heeft ontwikkeld. Het is voorstelbaar dat de ontruiming dan al op gang komt. Op het moment dat er personen door de tunnel lopen is het niet te verwachten dat de mensen eerst doorrijden naar de staart van de file en dan pas terug gaan lopen. HBfVC/90256 - versie 1.0 0111 99 - vrijgegeven 16 van 18

5. Literatuur Van de volgende titels is gebruik gemaakt: 1. Hoeksma I Kruiskamp. Risico analyse Westerscheldetunnel, WSTBD 2. R.A. Smith, Volume flow rates of densely packed crowds, Engineering for crowd safty.1993. 3. J. Fruin, Pedestrian planning and design, Metropolitan Association ofurban Designers and Environmental Planners. New York, 1971. 4. Stichting Bouwresearch. rapport B29-2 Menselijk gedrag bij brand. 5. P.J.A. Buchem, Interimverslag instapproef dubbeldekker. Utrecht. 1982. 6. Yoshikazu Ota, Accessibility to the evacuation space in case oftunnel incident at trans Tokyo Bay tunnel, IIC, Base11998. HB/VG/90256 - versie 1.0-0111 99 - vrijgegeven 17 van 18

Colofon Opdrachtgever Uitgave Holland Railconsult Daalseplein 101 Postbus 2855 3500 GW Utrecht Telefoon 030-2653751 Telefax 030-2655211 Auteur ir. E.G. Schermer Projectnummer 735700 HB(VCj90256 - versie 1.0-01 11 99 - vrijgegeven 18 van 18

Bijlage I: Capaciteit van tunnelvluchtdeuren In deze bijlage wordt een beschouwing gegeven van beschikbare getallen over loopsnelheden, en doorstroomcapaciteiten van gangen, trappen en deuren. Hieruit wordt een conclusie getrokken over de capaciteit van tunnelvluchtdeuren met een opstapje, zoals die in de Westerscheldetunnel voorkomen. 1.1 Loopsnelheden De loopsnelheid van vluchtende personen hangt afvan hun fysieke conditie, de vluchtroute, de dichtheid van de vluchtende menigte en mogelijk aanwezige rook. Smith [ref 2] geeft de snelheid als functie van de dichtheid, voor volwassenen zonder handicap, volgens onderstaande figuur. FREEWALKING NON-CONTACT WALKING STAGNATION 1.5 ~.s ;; 1.0 ei w W Q. lil C) 0.5 z SZ..J ~ 4person/ m2 1 2 3 4 5 6 PEOESTRIAN DENSITY. p, (PERSON/m 2 ) Figuur 11:Loopsnelheid als functie van de dichtheid van voetgangers. Smith [rel2j De doorstroomcapaciteit en de loopsnelheden die in het brandbeveiligingsconcept van het ministerie van Binnenlandse Zaken zijn opgenomen, zijn weergegeven in tabel 4. Hierin is te zien dat de doorstroomcapaciteit toeneemt bij toenemende de dichtheid. terwijl de snelheid daalt. Het maximum van de doorstroomcapaciteit ligt bij 4,5 persjnr' op 1,88 persimis. Bij een dichtheid van 5,5 pers/m' is voortbewegen praktisch onmogelijk. Volgens Fruin zijn dichtheden groter dan 2,0 pers/rrr' niet aanvaardbaar voor het ontwerp van doorgangen. Voor een dichtheid van 2 personen per m 2 is volgens tabel 4 de capaciteit 1,46 persimis. In dit geval geeft Fruin een iets lagere capaciteit van 1,37 persimis. HBfVCf90256 - versie 1.0-01 1199 - vrijgegeven

Tba ei 4: Loopsne lheden con tiorm bran db evert' igtngsconcept Dichtheid Doorstroomcapaciteit Loopsnelheden I (persjrn'') {pers/m/sl (rn/s] 1.0 1.31 1.31 1.5 1.38 0.92 2.0 1.46 0.73 2.5 1.52 0.61 3.0 1.59 0.53 3.5 1.65 0.47 4.0 1.72 0.43 4.5 1.80 0.40 5.0 1.87 0.37 De loopsnelheden van tabel 4 en figuur 1 komen echter goed overeen. Als we uitgaan van bij een comfortabele dichtheid van 2 personenrrrr' en een loopsnelheid van 0,73 mis kan een pad van 1 meter breed in 1 minuut 88 personen verwerken. Bij een opstopping zal de dichtheid toenemen. Indien een persoon 0,25 nr' beslaat is de dichtheid 4 persjrrr' en de snelheid 0,4 mis. Conclusie Een pad van 1 meter breed kan dan 96 personen per minuut verwerken. 1.2 Doorstroming van deuren Door Stichting Bouwresearch (SBR)zijn proefnemingen gedaan met studenten bij deurbreedten van 0,75 tot 1,60 m. In onderstaande tabel zijn de resultaten samengevat voor verschillende manieren van ontruimen. Tabel 5: Doorstroomcapaciteit van deuren afhankelijk van manier van ontruimen bron: SBR) Manier van ontruimen Doorstroomcapaciteit Personen door 1 m brede Toelichting toersrmïs) deur (uers/rnin) Langzaam: comfortabel 1.2 72 Normaal 2.4 144 Gedrang bij smalle 3.0 180 Boogvorm waarschijnlijk deuren Gedrang bij brede deuren 4.8 288 Valpartijen waarschijnlijk In buildingexodus zijn de capaciteiten volgens onderstaande tabel voor vluchtdeuren als keuze mogelijkheid ingebouwd. Hierbij wordt opgemerkt dat een lineaire relatie tussen de uitgangsbreedte en de doorstroomsnelheid geldig is voor deuren boven de meter. HB(VC(90256 versie 1.0-01 11 99 - vrijgegeven ii

Tb16Vl a e : uchd t eurcapacrteit... In bui ildimzrexodus Verwijzing Doorstroomcapaciteit Personen door 1 m deur (pers/m/s) Hankin (1958) 1.46 88 HMSO(1991) 1.33 80 (pers/min) Polus (1986) 1.25-1.58 75-95 Fruin (971) 1.33-2.0 80-120 De capaciteit van een deur varieert als gevolg van de fysieke capaciteiten van de vluchtenden. Ota [ref 6] stelt dat het in experimenten duidelijk is geworden dat de gemiddelde evacuatietijd per persoon korter wordt als het aantal te evacueren personen toeneemt. Tevens stelt hij dat vluchtdeuren van 1,26 meter breedte een capaciteit hebben van 1,5 personen per meter per seconde. Dit komt redelijk overeen met de waarde van Hankin in tabel 6. Conclusie Bij deuren waar geen extra hindernissen in zijn verwerkt kunnen bij een deurbreedte van 1 meter onder comfortabele omstandigheden zeker 80 personen per minuut passeren. Bij enige druk is de capaciteit al snel aanzienlijk groter. Bij normale ontvluchting kunnen op basis van getallen van SBR zelfs 144 personen per minuut door een deur van 1 meter breed. 1.3 Traplopen Bij de vluchtdeur in de Westerscheldetunnel bevindt zich een opstap. Om de invloed van de opstap te beschouwen wordt in deze paragraaf een beschouwing gegeven over het beklimmen van een trap. Fruin [ref 2] gebruikt bij een personendichtheid van 2 pers.rrrr' een trap capaciteit van 0,93 pers./m/s. Voor hogere dichtheden zal de capaciteit mogelijk nog iets toenemen, analoog aan gewoon lopen. De capaciteit die SBRvoor een trap hanteert voor dichtheden van 2 pers/m" en hoger is 1,28 pers/mis. In de Westerscheldetunnel moet bij de dwarsverbinding een opstap genomen worden van 30 cm. Deze is wel hoger dan een normale optrede, maar biedt meer ruimte om een voet te plaatsen dan een normale traptrede. Indien wordt gesteld dat de hinder van de extra hoog stap wordt opgeheven doordat het slechts om één enkele stap gaat, kan de capaciteit gelijk gesteld worden aan die van een trap. Voor de capaciteit van 0,93 pers/mis kunnen door een deur van 1 meter breed met een opstap. 56 personen in 1 minuut verwerkt worden, bij de capaciteit van 1.28 pers/mis zelfs 76 personen. Voor het in-juitstappen van een trein wordt door Buchem tref 4] de volgende vuistregel voor de zogenaamde volgtijden voor de overige personen na de eerste instapper. Voor de HBfVC/90256 - versie 1.0-011199 - vrijgegeven iii

volgtijd rekenen met 1,5 à 2 seconden voor een l-persoonsdeur. Dit komt overeen met 30 à 40 personen per minuut. Bij de HSL zijn, voor het instappen in een Eurocity trein, tijden gemeten van 2 seconden per persoon. Bij dit treintype moet rekening gehouden worden met bagage die de passagiers bij zich hebben. Het aantal personen dat de deur passeert ligt op 30 per minuut. In de deterministische studie stelt DNV dat een persoon met 0,4 mis de deur passeert. De initiële vluchtsnelheid is 0,8 mis. Vanwege de opstap wordt verondersteld dat de vluchtsnelheid halveert. Het verband met de breedte van de deur en de personendichtheid is hier niet uit afte leiden. Conclusie Bij de deuren treedt extra hinder op door het opstapje. Wanneer we analoog aan DNV een halvering van de capaciteit veronderstellen ten opzichte van ongehinderde deuren kunnen bij een deurbreedte van 1 meter onder comfortabele omstandigheden 40 personen per minuut passeren. Dit is lager dan de 57 die hierboven is afgeleid voor traplopen. Bij enige druk zal de capaciteit al snel aanzienlijk groter zijn. Op basis van getallen van SBRkunnen zelfs 76 personen per minuut door een deur met opstap van 1 meter breed. Om wat extra vertrouwen te krijgen in deze getallen is bij de Bouwdienst een zeer eenvoudige proef gedaan met een deur van 80 cm breed en een opstap van 30 cm. Binnen 30 seconden hadden 37 deelnemers de deur gepasseerd. hetgeen overeenkomt met 74 personen per minuut. IA Invoer voor buildingexodus In deze bijlage is de invloed van een schuifdeur met opstapje op relatie tussen deurbreedte en de doorstroomcapaciteit afgeleid. De deuren die in de Westerscheldetunnel geplaatst worden zijn minimaal 95 cm en maximaal 110 cm breed. Het verschil in breedte van ca. 15% valt binnen de onzekerheid van de waarde van de doorstroomcapaciteit. We gaan uit van een lineair verband tussen de deurbreedte en de capaciteit. Vanwege de opstap die zich voor de deur bevindt wordt verondersteld dat een capaciteit van 1,33 personen per meter per seconde een te hoge waarde zal zijn, omdat deze waarde geldt voor een draaideur zonder opstap (zie tabel 6 HMSO waarde voor rustige passage). Wanneer een halvering ten gevolge van de opstap wordt aangenomen komt de capaciteit van een meter brede deur uit op 40 personen per minuut. Dit getal wordt ondersteund door de vuistregel die voor het instappen van treinen wordt gebruikt. Namelijk een opvolgtijd van 1,5 seconden. Als dit getal wordt vergeleken met getallen voor traplopen is dit een ondergrens. Met hoge belasting is volgens Fruin een capaciteit van 56 personen per minuut te bereiken. Om het voordeel van een deur met een hogere doorstroomcapaciteit te beschouwen is ook met een capaciteit van 80 personen per minuut gerekend. Tevens is met een capaciteit van 20 personen per minuut gerekend. Deze waarde is lager dan we verwachten. maar geeft wel een gevoel voor het optreden van wachttijden. HBfVC/90256 - versie 1.0-0111 99 - vrijgegeven iv

Bijlage 11:Grafieken Aanbod van vluchters bij de deur indusieftheoretische CUlVe 160 140 120 100 J 80 EO --b --c - - - -theorie 60 40 20 0 0 50 100 150 200 250 Tijd (s) HB/VC/90256 - versie 1.0-01 11 99 - vrijgegeven

Invloed van de deurcapaciteit op de ontruimingstijd voor verdeling a uit voorgaande grafiek 160 140 120 100 J 80 --Aanbod -- 80 per minuut --40 per minuut -- 20 per minuut 60 40 20 0 0 SO 100 lso 200 2S0 TIjd (s) HBfVC/90256 - versie 1.0-01 11 99 - vrijgegeven ii

Aanbod van vluchtenden zonder bus met 129 personen verspreid over 375 m, en met bus op 3 posities (a, b, c) met 22 personen extra geconcentreerd bij de bus. 160 140 120 ~ J 100 80 60 --geen bus --bus a --busb --busc 40 20 0 0 50 100 150 200 250 Tijd (5) HBfVCf90256 - versie 1.0-0111 99 - vrijgegeven iü

Het aanbod bij van 151 vluchtenden met en zonder bus, en de ontruimingstijd bij een deurcapaciteit van 40 personen per minuut 160 140 120 100 =~ 80 ~ --concentratie bij bus -- vrijverdeeld --40 perminuut 60 40 20 0 0 SO 100 lso 200 2S0 Tijd (s) HBfVCj90256 - versie 1.0-01 11 99 - vrijgegeven iv

Aanbod van personen en afvoer met de filevorm die ontstaat bij de werking van verdrijfpijlen lgo 140 120 100 lil J 80 -Aanbod --40 per minuut GO 40 20 0 0 50 100 150 200 250 tijd (s) HBfVC/90256 - versie 1.0-01 11 99 - vrijgegeven v