Inhoudstafel Deel 1 Context en situering van het onderzoek................... 1 Deel 2 De essentiële waarborgen van rechtsbescherming in het ambtelijk statuut................................ 7 Hoofdstuk 1. Het begrip en de rechtspositie van de ambtenaar.............. 9 Afdeling 1.1. Definitie van het begrip ambtenaar...................... 10 Afdeling 1.2. De rechtsverhouding ambtenaar overheid................... 10 Afdeling 1.3. De definitie van het begrip rechtsbescherming................ 14 Afdeling 1.4. De essentiële elementen van rechtsbescherming................ 16 Hoofdstuk 2. Methodologie van het onderzoek....................... 19 Afdeling 2.1. Projectfase I.................................... 19 2.1.1. Finaliteit van het onderzoek..................... 19 2.1.2. Intern en extern aspect van het onderzoek............. 20 2.1.3. Methodologie.............................. 21 Afdeling 2.2. Projectfase II.................................... 22 2.2.1. Finaliteit van het onderzoek..................... 22 Hoofdstuk 3. Onderzoek van de rechtspositieregelingen van het overheidspersoneel.......................... 23 Afdeling 3.1. Algemene beschouwingen............................. 23 Afdeling 3.2. Nederland..................................... 23 Afdeling 3.3. Frankrijk...................................... 26 3.3.1. Het openbaar ambt in Frankrijk................... 26 3.3.2. De onderscheiden statuten....................... 26 3.3.3. Definitie van het begrip (statutair) ambtenaar......... 28 3.3.4. De contractuele tewerkstelling en les non-titulaires...... 30 3.3.5. De indeling van het openbaar ambt................. 31 Afdeling 3.4. Zwitserland.................................... 33 3.4.1. Le statut des fonctionnaires 30 juni 1927.............. 33 3.4.2. Loi sur le personnel de la Confédération.............. 34 3.4.3. Eenvormigheid............................. 35 Afdeling 3.5. Canada....................................... 36 3.5.1. De opbouw van de (federale) administratie............ 36 3.5.2. De wettelijke grondslag van en de bevoegde overheden voor het personeelsbeleid in het openbaar ambt.......... 38 3.5.3. De functionele opbouw van het openbaar ambt......... 41 Afdeling 3.6. Dwarsdoorsnede.................................. 42 I
PROEVE TOT EEN GEÏNTEGREERD EN HERVORMD STATUUT VOOR HET FEDERAAL OPENBAAR AMBT Hoofdstuk 4. Inhoud van het ambtenarenstatuut (Wat?)................. 45 Afdeling 4.1. Algemene bepalingen............................... 45 4.1.1. Begripsomschrijving.......................... 45 4.1.2. Overzicht in de verschillende landen: dwarsdoorsnede.... 46 4.1.3. Dwarsdoorsnede............................ 48 Afdeling 4.2. Rechten en Plichten van de ambtenaar..................... 48 4.2.1. Begripsomschrijving.......................... 48 4.2.2. Omschrijving in de verschillende landen: dwarsdoorsnede............................ 49 4.2.3. Dwarsdoorsnede............................ 53 Afdeling 4.3. Werving en selectie van de ambtenaren..................... 54 4.3.1. Begripsomschrijving.......................... 54 4.3.2. Omschrijving in de verschillende landen: dwarsdoorsnede............................ 56 4.3.3. Dwarsdoorsnede............................ 59 Afdeling 4.4. Loopbaan van de ambtenaren........................... 70 4.4.1. Begripsomschrijving.......................... 70 4.4.2. Omschrijving in de verschillende landen: dwarsdoorsnede............................ 72 4.4.3. Dwarsdoorsnede............................ 89 Afdeling 4.5. Evaluatie...................................... 89 4.5.1. Begripsomschrijving.......................... 89 4.5.2. Overzicht van het evaluatiesysteem in de verschillende landen: dwarsdoorsnede............ 90 4.5.3. Korte historiek van het evaluatiesysteem in de federale rechtspositieregeling................ 101 4.5.4. Dwarsdoorsnede........................... 104 Afdeling 4.6. Tuchtregeling.................................. 105 4.6.1. Begripsomschrijving......................... 105 4.6.2. Omschrijving in de verschillende landen............ 107 4.6.3. Dwarsdoorsnede........................... 113 Afdeling 4.7. Rechtsbescherming............................... 114 4.7.1. Begripsomschrijving......................... 114 4.7.2. Overzicht van de rechtsbescherming in de verschillende landen: dwarsdoorsnede........... 115 Deel 3 Het theoretische modelstatuut......................... 129 Hoofdstuk 1. De grafische weergave van de essentiële elementen van het ambtenarenstatuut in een theoretisch model......... 131 Hoofdstuk 2. Het theoretisch model concreet ingevuld als proeve van een nieuw ambtenarenstatuut voor de federale overheid..... 133 Afdeling 2.1. Situering..................................... 133 Afdeling 2.2. Bevindingen van het onderzoek uitgevoerd door de Universiteit Antwerpen betreffende de organisatiecultuur................. 133 Afdeling 2.3. Remediëring op het vlak van het statuut................... 136 II
INHOUDSTAFEL Afdeling 2.4. Bevindingen van het onderzoek uitgevoerd door de Universiteit Antwerpen betreffende het psychologisch contract.............. 137 Afdeling 2.5. Remediëring op het vlak van het statuut................... 139 Afdeling 2.6. De Proeve..................................... 142 I. Algemene bepalingen en toepassingsgebied.................. 143 Hoofdstuk 1. Definities en toepassingsgebied....................... 143 Hoofdstuk 2. De ambtelijke indeling............................ 147 Afdeling 2.1. De indeling van ambtenaren in niveaus.................... 147 Afdeling 2.2. De indeling van functies in functiefamilies en functieklassen........ 148 II. Rechten, Plichten en onverenigbaarheden.................... 153 III. Selectie, Werving en Stage.............................. 157 Hoofdstuk 1. Selectie en werving.............................. 157 Afdeling 1.1. Toelaatbaarheidvoorwaarden.......................... 157 Afdeling 1.2. SELOR Selectiebureau van de Federale Overheid............. 159 Afdeling 1.3. De vergelijkende selectie............................. 160 1.3.1. Algemene bepalingen........................ 160 1.3.2. De algemene proeven........................ 160 1.3.3. Het brevet voor overgang van niveau.............. 161 1.3.4. De specifieke proeven......................... 162 Hoofdstuk 2. Stage en benoeming tot ambtenaar..................... 164 Afdeling 2.1. Toelating tot en duur van de stage....................... 164 Afdeling 2.2. Rechtspositie van de stagiair.......................... 165 Afdeling 2.3. Het verloop van de stage............................ 165 Afdeling 2.4. Evaluatie en ongeschiktheid van de stagiair.................. 166 Afdeling 2.5. De benoeming tot ambtenaar.......................... 168 IV. De loopbaan van de federale ambtenaren.................... 169 Hoofdstuk 1. Het personeelsplan.............................. 169 Hoofdstuk 2. Toewijzing van de functies.......................... 171 Afdeling 2.1. Interne en externe werving........................... 171 Afdeling 2.2. Interne werving door overgang naar het hoger niveau............ 172 Afdeling 2.3. Interne werving door wijziging van graad.................. 173 Afdeling 2.4. Interne werving door wijziging van functieklasse.............. 173 Afdeling 2.5. Wijziging van functieklasse door reaffectatie................. 175 Hoofdstuk 3. Organisatie van de loopbaan........................ 176 Afdeling 3.1. Anciënniteit................................... 176 Afdeling 3.2. Weddenschalen.................................. 177 Afdeling 3.3. Bevordering door verhoging in weddenschaal................. 178 3.3.1. Algemene bepalingen........................ 178 3.3.2. De competentiemeting........................ 178 3.3.3. Bevordering door verhoging in weddenschaal in niveau A............................... 181 III
PROEVE TOT EEN GEÏNTEGREERD EN HERVORMD STATUUT VOOR HET FEDERAAL OPENBAAR AMBT 3.3.4. Bevordering door verhoging in weddenschaal in niveau B............................... 181 3.3.5. Bevordering door verhoging in weddenschaal in niveau C............................... 181 3.3.6. Bevordering door verhoging in weddenschaal in niveau D............................... 181 Afdeling 3.4. De competentietoelage.............................. 183 Afdeling 3.5. Premie voor leidinggevenden.......................... 183 Afdeling 3.6. Aanvullende wedde voor buitengewone prestaties.............. 183 Afdeling 3.7. Aanwijzing tot een hoger ambt......................... 183 V. Evaluatie, opleiding en vorming.......................... 185 Hoofdstuk 1. Evaluatie.................................... 185 Afdeling 1.1. Toepassingsgebied................................ 185 Hoofdstuk 2. De evaluatiecyclus.............................. 186 Afdeling 2.1. Algemene bepalingen.............................. 186 Afdeling 2.2. De rol van de evaluator en de geëvalueerde.................. 186 Afdeling 2.3. Het verloop van de evaluatiecyclus...................... 187 2.3.1. Functiebeschrijving en doelstellingen.............. 187 2.3.2. Begeleiding en communicatie................... 188 Hoofdstuk 3. Evaluatie en evaluatiecriteria....................... 189 Hoofdstuk 4. Het evaluatiedossier............................. 190 Hoofdstuk 5. Evaluatieverslag met eindvermelding «onvoldoende»......... 191 Afdeling 5.1. Toekenning van de eindvermelding «onvoldoende»............. 191 Afdeling 5.2. Gevolgen voor de loopbaan van vastbenoemde ambtenaren......... 191 5.2.1. Algemene bepalingen........................ 191 5.2.2. Procedure in geval van eerste vermelding «onvoldoende»............................ 192 5.2.3. Procedure bij ontslag wegens beroepsongeschiktheid.... 192 Hoofdstuk 6. Opvang en opleiding............................. 195 VI. De management- en de staffuncties........................ 197 Hoofdstuk 1. Bepalingen gemeenschappelijk aan de managementen staffuncties................................. 197 Hoofdstuk 2. De managementfuncties........................... 198 Afdeling 2.1. Algemene bepalingen.............................. 198 Afdeling 2.2. De selectie, de werving en de aanstelling van de houders van een managementfunctie.......................... 198 2.2.1. De selectie............................... 198 2.2.2. De werving.............................. 202 2.2.3. De aanstelling............................. 204 Afdeling 2.3. Nadere regels betreffende de uitoefening van de managementfuncties.......................... 205 2.3.1. Het managementplan van de houder van een managementfunctie.................... 205 IV
INHOUDSTAFEL 2.3.2. Nadere regelen betreffende de uitvoering van de managementfuncties.................... 206 Afdeling 2.4. De evaluatie van de houder van een managementfunctie.......... 208 Afdeling 2.5. Einde van het mandaat en de niet-hernieuwing ervan............ 210 2.5.1. Einde van het mandaat....................... 210 2.5.2. Niet-hernieuwing........................... 211 Afdeling 2.6. Hernieuwing van het mandaat......................... 211 Hoofdstuk 3. De staffuncties................................. 212 Afdeling 3.1. Algemene bepalingen.............................. 212 Afdeling 3.2. De selectie, de werving en de aanstelling van de houders van een staffunctie....................... 213 3.2.1. De selectie............................... 213 3.2.2. De werving............................... 216 3.2.3. De aanstelling............................. 217 Hoofdstuk 4. Nadere regels betreffende de uitoefening van de staffuncties..... 218 Afdeling 4.1. Het managementplan van de houder van een staffunctie.......... 218 Afdeling 4.2. Nadere regelen betreffende de uitvoering van de staffuncties........ 218 Hoofdstuk 5. De evaluatie van de houder van een staffunctie............. 221 Hoofdstuk 6. Einde van het mandaat en de niet-hernieuwing ervan......... 223 Afdeling 6.1. Einde van het mandaat............................. 223 6.1.1. Einde van rechtswege........................ 223 6.1.2. Vroegtijdige beëindiging...................... 223 Afdeling 6.2. Niet-hernieuwing................................ 224 Hoofdstuk 7. Hernieuwing van het mandaat....................... 225 VII. De tuchtregeling.................................... 227 Hoofdstuk 1. Tuchtstraffen.................................. 227 Hoofdstuk 2. Raden van beroep............................... 231 Afdeling 2.1. Algemeen..................................... 231 Afdeling 2.2. Opdracht..................................... 232 Afdeling 2.3. Samenstelling.................................. 232 Afdeling 2.4. Het verloop van de procedure.......................... 236 VIII. De schorsing in het belang van de dienst.................... 239 IX. Administratieve standen............................... 241 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen............................. 241 Hoofdstuk 2. Dienstactiviteit................................ 242 Hoofdstuk 3. Non activiteit................................. 243 Hoofdstuk 4. Disponibiliteit................................. 244 V
PROEVE TOT EEN GEÏNTEGREERD EN HERVORMD STATUUT VOOR HET FEDERAAL OPENBAAR AMBT X. Definitieve neerlegging van het ambt en einde van de loopbaan bij op ruststelling........................ 245 Hoofdstuk 1. Verlies van de hoedanigheid van ambtenaar............... 245 Hoofdstuk 2. Overige wijzen van neerlegging van het ambt.............. 246 XI. Het contractueel personeel............................. 247 XII. Overgang, wijziging- en slotbepalingen..................... 249 VI